FIJN
Kloosterbalsem
van eiken aard in
spieren en gewrichten
AKKER's
Kloosterbalsem
Kloosterbalsem
Kloosterbalsem
T'LÏÏÜ t? Daar-
Lxn.
De raad derze gemeente vergaderde gister
avond te zevfen ure, ten gemeentehuizc.
De Voorz. opent de vergadering met welkom
aan leden en pers en spreekt daarna uit de vol
gende woorden, naar aanleiding van het verschei
den van den heer Paarlberg, in leven wethouder
dezer gemeente.
Heb ik in de vorige vergadering wenschen ge
uit voor zijn herstel, tusschen de vorige en ie
vergadering van thans is onze wethouder over
leden, zijne echtgenoóte heeft in hem ©en trou
we gade en de gemeente in hem ©en stoere wter-
ker verloren. Sinds 9 jaren was hij lid van onzen
gemeenteraad en sinds September 1927 wethouder
dezer gemeente. Heb ik op een andere plaats zijn
verdiensten herdacht, ook hier wensch ik, deze in
het kort te memoreeren. Het was een man met
een helder oordeel en een goed inzicht in de
gemeenntezaken. Hij was de gemeenschap met hart
en ziel toegedaan, kweet zich van zijn taak op
een wijze zooals men dit van ©en raadslid ver
langt. Vanaf deze plaats wil ik hem dan ook
een woord van dank brengen voor wiat hij in het
belang vaü de gemeenschap en ide gemeente heeft
gedaan .Ik verzoek u ieen oogenblik stilte te zijner
eene en gedachtenis.
Door de raadsleden, die staand© deze woerden
hebben aangehoord, wordt hieraan voldaan.
1. Afschrift van het Besluit van den Voor
zitter van hert: Centraal Stembureau, bedoeld in
artikel 18a der gemeentewet, ter benoeming van
een lid van den gemeenteraad, vacature O. Paarl
berg.
Bericht van den Voorzitter van het' Centraa
Stembureau aan den gemeenteraad, 'dat E>. Zaag
man zijn benoeming tot lid van den gemeente-)
raad aanneemt
Het onderzoek van de geloofsbrieven wordt
in handen gesteld van de heeren Groen en "Bakker,
waarvoor de vergadering een oogenblik wordt ge
schorst. Na heropening wordt door den heer Groen
medegedeeld dat de geloofsbrieven wórden goed
gekeurd en tot toalating wordt gieadviseert.
Overeenkomstig wordt idoor den raad besloten,
waarna de heer Zaagman door den heer 'de Boer
wordt binnengeleid^
Op de vraag van den Voorz., antwoordt de heer
Zaagman, de belofte te willen afleggen, waar
na door hem de zuiveringsbelofte en de belofte
van trouw, in handen van den Voorz. .worden af
gelegd/
De Voorz. spreekt hierna ongeveer de volgende
woorden,''
Mijnheer Zaagman, nu bént u hiermede ge
ïnstalleerd tot lid van onzen raad. Alvorens u
echter zitting neemt, wensch ik een kort woord
te spreken. Zooeven is door mij geschetst het
verlies, dat wij: 'door het overlijden van den heer
Paarlberg hebben geleden. Hedenavond zult gij
zijn plaats innemen. De vervanging van hem,
door u, zal niet gemakkelijk zijn. Ik vertrouw,
dat u met lust en ijver u aan de tpak zult zeti
ten, die u is opgelegd. Het is de plicht van oen
raadslid om werkzaam te zijn in het belang van
de geïheente en haar ingezetenen. De onderwer
pen van beraadslaging zullen objectief moeten,
worden behandeld, met terzijdestelling van per
soonlijk belang. Natuurlijk zal er wel ©ens cri-
tiek zijn, dat is niet erg, zoo het maar opbou
wende critiek is. Ik hoop dat gij eerbied zult
hebben voor de overtuiging van anderen en hun
uwe meening niet zult opdringen. .Wanneer 'die
karaktertrekken een raadslid sieren, ben ik er
van overtuigd, 'dat we op een prettig en aange
name wijze zullen samenwerken. Met deze woor
den verklaar ik u voor geïnstalleerd.
Die notulen van de vergadering van 16 Octo
ber, worden hierna, nadat de heeren Bakker en
Groen eenige opmerkingen hebben gemaakt, wel
ke zullen worden aangebracht, vastgesteld.
Aan de orde komt de benoeming van een wet
houder, waarbij de heer Bakker wordt gekozen
met 5 stemmen, terwijl 1 stem op den heer Groen
en 1 stem blanco wordt uitgebracht'.
De heer Bakker wenscht de meerderheid van
den raad dank te zeggen dat opnieuw dé zetel aan
hen is toebedacht. Door hem is over eventueele
benoeming nagedacht. Spr. heeft het heel druk
en weet niet of hij het kan volhouden. Mocht' dit
het geval zijn, dan hoopt 'hij dat de zetel toch
aan hun of aan hen zal blijven. Injwincipe is
hij tegenstander voor het bekleeden van een wet-
houderszetel, omdat door ben de maatschappij 1
anders gezien wordt dan floor vele burgers. Hij
meent dat het aan hen is om oppositie te voeren,
meermalen heeft hij dit standpunt verdedigd', doch
hij heeft dit niet kunnen winnen. Als gêei partij
lid wenscht hij zich echter aan dit besluit te
onderwerpen en gelooft dat het .de 'idee is van
zijn voorganger, dat hij zijn zetel inneemt. Wen-
slotte uit spr. den wensch, dat hij in het college
van B. en W. op een prettige samenwerking kan
rekenen en ook hij zal blijken te zijta, evenals
zijn voorganger, een man met een ruggegraat.
De Voorz. antwoordt: Nu u verklaart uwe be
noeming tot wethouder aan te nemen, wil ik er
aam herinneren dat u reeds 9 jaren de belangen
van de gemeenschap hebt voorgestaan en daaraan
„Uw beeld was goed," hernam Edmond op dof
fen toon, ,,maar de mij toegebrachte wond zal
nog lang blijven nabloeden. Ik zal u steeds dank
baar blijven, maar lachen en mij vroolijk toonen,
dat kan ik niet; dat gaat mijn krachten te boven.
Verontschuldig mij bij juffrouw Marie, als ik
in den eersten tijd van hare vriendelijke uitnoodi-
gingen geen gebruik kan maken. Ik zou een
slecht© gast poor haar wezen. Ik wil mij slechts
vroolijk toonen, als ik ooit weder vroolijk kam
zijn!" Dit zeggend raapte hij het dokument om
trent Lucie's afkomst van den grond op en gaf
het aam Paul Armand terug. „Laat uw dochter
lezen, wat hier staat, mijnheer, en zij zal voor
't minst begrijpen, dat ik nooit kan huwen, met
de dochter van mijn vjuders moordenareJl"
„Ge wilt derhalve Marie's bijzijn nog a'ltijid i
mijden?" vroeg de ware moordenaar van Edmomdi's
vader, terwijl hem onverhoeds een huivering door
de leden voer.
„Ik heb eenige dagen van rust, van kalm na-
denken noodig, mijnheer
„Eenige dagen. Welnu, bet zij1 zoo! Ge moet
dat evenwel zelf aan Marie zeggen. Als ik het
deed, zou zij allicht denken, dat ik alleen om
haar wil zoo sprak.
„Goed," antwoordde Edmond', wiens besluit ge
inige gevallen de voorschriften van 'de Bouw
en Woningverordening niet hebben nageleefld en
dat dit speciaal het geval zou zijn geweest met
bouwwerken, wtelke zijn uitgevoerd door den aan
nemer, tevens gemeenteopzichter Kroon, hebben
B. en W. den heer Vis schriftelijk tweemaal uit-
genoodigd feiten te noemen, doch beide malenr
bleef de heer Vis in gebreke daaraan te voldoen,
in het eerste antwoord werd verwezen naar art.
2 sub. a, b en o der "bouwverordening! én 'in het
tweed© antwoord komt 'hij evenmin met feiten,
doch meent te kunnen volstaan met deze woorden:
j „Wat gezegd is, blijft gezegd," na te hebben
medegedeeld niet te begrijpen, waarom ©en schrif
telijke bevestiging wordt gevraagd, temeer daar
hij de strekking 'daarvan niet weet.
Spr. wil beginnen met op te merken, dat B. en
W- dergelijke uitlatingen volkomen koud laten,
zoolang geen feiten worden genoemd. Indien de
heer Vis de meeiiing is toegedaan, dat fle bouw
verordening niet wordt gehandhaafd, kan hij zich
schriftelijk wenden tot B. en W. en indien dit
iniet afdoende is, de tusschenkomst van den ge
meenteraad inroepen. Dit is de weg welke ieder
i weldenkend mensch, idie klachten meent te heb
ben, zal inslaan. Niet aldus de heer Vis.
Deze man probeert wantrouwen te zaaien tegen
den gemeente-opzichter, op hem een blaam te
j werpen, zoo mogelijk de betrouwbaarheid van
j dien ambtenaar in discrediet te brengen. En om-
j dat hier dus op achterbaksch© wijze een gemeen
teambtenaar wordt aangevallen, die in alle op-
i zichten uitstekend zijn taak verricht, 'daarom
1 achtenn B en W. zicih geroepen daartegen stelling
te nemen en daarom is de heer Vis tot tweemaal
toe gesommeerd zwart op wit feiten te melden,
opdat geoordeeld kan worden of het college of
de gemeenteopzichter aan plichtsverzuim zich
I heeft schuldig gemaakt. Doch de heer Vis blijft
I tu gebreke daaraan te voldoen. Waarom? Wat
hij aan raadsleden durft mede te deelen, durft
hij dit niet op schrift te herhalen? Zoolang ge
noemd persoon aan de sommatie geen gevolg geeft
en niet met bewijzen zijn mjededeelingen staaft,
wenscht spr. uitdrukkelijk te constjateeren 'dat
j beproefd wordt de betrouwbaarheid van een ge-
j meenteambtenaar aan te tasten, stemming tegen
I dien ambtenaar te maken. Den heer Vi§ zij eeh-
i ter gewaarschuwd en zette zijn verdaahtjmakin-
gen niet voort, want spr. zal dan niet aarzelen om
i krachtdadig in te grijpen en gebruik te maken
I vau de middelen, welke een ieder die belasterd
wordt ten dienst© stjaan. Hij zal niet dulden, diat
op een gemeente-ambtenaar onverdiend een smet
wordt geworpen. B. en W. hebben zich verplicht
j gezien dit aan den Baad te moeten mededieelen,,
om niet den schijn op zich te laden, alsof zij zoo
j te hooi en te gras de bouwvoorschriften niet) na-
l leven of althans den gemeenteopzichter in zijd
I kwaliteit van aannemer daartoe de gelegenheid
j geven.,"
i Ernstig meent hij den leden in overweging1 te
j moeten geven, indien men bij hen met klachten
komt, dat deze échriftelijk bij B. en W of den
Baad moeten worden ingediend en geen geloof
te hechten aan praatjes.
I Zoo langzamerhand is hij tot ide overtuiging
gekomen dat hij vijanden krijgt in d© gemeente,
maar hij heeft ook nog vrienden^ Z.oo is hem zoo
nu nog verteld, dat door hem de menscheu van
7! r rr i rr"T het raadhuis worden afgetrapt. Het' is zeker
betuiod JT f- tu™ r1 Z J overbodig te zeggen, dat dit niet het gevdl is-
betuigd voor de hulde, hem bij zijn heengaan I Rijk jo wolden alfijd lioo"
as onderwijzer, namens Raad em Burgern, door 1 1,
den Burgemeester en den Wethouder gebracht 1 J °P secretarie, maar op zijn eigen
1 «n hii git Wre a. J^j^aLb kamer ontvangen en kunnen hun belangen naar
voren brengen. Ook aan dit praatje moet men
geen geloof schenken.
Naar aanleiding hiervan zegt d© heer Kostelijk,
uwe best© krachten hebt gegeven. Door de meer
derheid van den Baad zijt gij thans tot wethoudter
1 gekozen. Uit uw redeneering meen ik te mogen
opmaken, dat gij het gewicht van die benoeming
inziet,. Tal van onderwerpen zullen bwe aan-
1 dacht vragen en zal ook aan u de uitvoering van
1 verschillende besluiten en rijkswetten worden op
gedragen. U was het die bij d© begrootingsdebat-
ten verschillende onderwerpen naar voren bracht.
Door mij is toen het werk van B. en W vergele-
ken bij kokswerk. Soms k'wam, Iwlat in B en W.
was voorbereid, niet aan de orde en nu ook u
in ge gelegenheid bent een kijkje te nemen achter
de schermen, zal ook u aanstonds moeten zeggen
dat het jammer is, dat we met verschillende
dingen niet in den raad kunnen komen. Ik ver
trouw^ dat u met ons zult trachten samen te
werken in het belang der gemeente en ik t!wij-
j fel er ook niet aan of we zullen met u prettig
j samenwerken. Natuurlijk zal er wel eens verschil
1 van meening ontstaan, maar hoe kan dat ook an-
I ders, waar het college bestaat uit mannen met
ruggegraat en Van beginselvastheid. Ik heet u
welkom als wethouder en reik u de vriendenhand,
I Algemeen© felicitatie volgt.i
I Mededeel ingen.
j De Voorz. doet de navolgend© mededleelingen:
kan behandeld worden met
het van ouds beproefden beroemde wrijfmiddel.
beperkt zijne werking niet tot de
oppervlakte der huid, doch wordt
door zijne bijzondere samenstelling
als 't ware onmiddellijk door de
poriën der huid ingezogen.
dringt daardoor diep in het inner
lijk der weefsels, ontbindt de ver
giften die zich daar hebben vast
gezet. lost ze op en valt aldus de
pijn in den wortel aan.
door zijn warmte-verwek-
kende werking alle beletselen, die
de werkzaamheid en werkkracht
der spieren belemmeren en geeft
ze de verloren lenigheid terug.
Dit verklaart het verrassend resultaat bij
rheumatiek, jicht, [ischias, spit, lendenpijn,
spierpijn, stramheid en dergelijke aandoeningen.
Probeer en ondervindt het zelf. Per pot 60 cent.
en hij zijn beste wenschen uit voor de welvaart
der gemeente en de bloei van de school;
b.. de heer P, Spanjaart zijn dank betuigt
T t iZ fTÏÏS «alarisv^hooging; dJ ,joor heer Vls - verteld welke mo:
I Z zr .J*™# voor tie ven de heer Vis hier voor had. Bij een lid Van
de hem toegekende vernooging van de tegemoet- den raad Ls een Wtje gszet hetJmoet, gezegd
oming in _wonmg uurL j ,wol.den> dat djt njet jg aangevraagd en het' hadi
toch aangevraagd moeten worden. Daar moet dan
i toch de opzichter voor zorgen.
De Voorz. antwoordt, dat door hem geenszins
de verordening op zij wordt gezet. Niet alleen is
bij Zaagman een boet je gezet, ook bij anderen,
zooals bij Zeeman, hetgeen is geschied met zijn
•dj de heer W. G. F. d© B.uijter de benoeming
tot onderwijzer aanneemt. De benoemde heeft 1
November zijn betrekking aanvaard.
e. Het Bestuur van den Polder Geestmeram-
bacht (Oosterdijk en Molengeerzen) 7 November
j.i heeft medegedeeld, dat het gedeelte straat
in kwestie kan worden overgenomen zooals het
zal zijn, nadat de kuilen van zijnentwege zullen
zijn opgehaald;
De Voorz. merkt op, dat indien de brief van
21 Juli '28 zoo had geluid, het college van B. »a
W. geen bezwaar tegen overname had gemaakt.
voorkennis, terwijl het ook aan den wethouder
bekend was. Spr. meende, dat dit geen bezwaar
■was, waar het hier verbeteringen betrof. Wel
heeft hij laten stop zétten den bouw van een,
houten boet bij Plakman. Dezelfde faciliteitlen,
weke aan Vis worden verleend, iwordcn door hem
om zal door mij Vis niet meer worden ontvangen
nemen,
Bij brief van 16 November j 1 is aan het be
stuur medegedeeld, dat de gemeente het onder
houd op zich neemt.
f. De Minister van Onderwijs, enz_, termen
aanwezig acht tot toepassing van het 5elid van
art. 55 der Lag. Onderwijswet 1920, zoodat de
gemeenteraad vrij staat in de keuze van een
hoofd der school/
Voorz. wenscht de gemeente geluk met deze
beslissing en meent zeker de tolk der vergade
ring te zijn, wanneer hij Minister en Inspecteur
van het Lag. Onderwijs dank betuigt voor hun
voordat hij begrepen heeft wat zijn taak is.
De heer Zaagman zegt dat in de vorige vérga- i
dering door de heeren fle Boer en Kostelijk ge
wezen is op feiten en 'wenscht hij mede te deelen I
hoe het bij hem is gegaan. De bouw van het j
schuurtje is niet aan B. en W. aangevraagd. Toen
hij bijna klaar was, (werd er door de buren ge-
vraagd of dit niet door mij moest worden aan- j
gevraagd, waarop door den opzichter aan mij i
werd geantwoord, dat dit niet behoefdle. Daags j
na de vergadering is u bij mij gieweest en werd
door u verklaard: „Heeft u een schuurtje ge-
bouwd waarop door mijwerd geantwoordneen, ik
medewerking. I heb het laten bouwen,. Hieruit meende ik té
g. Naar aanleiding van uitlatingen van den moeten concludeeren, dat u er niet mee bekend
heer S. Vis alhier, tegenover de raadsleden de j was. Ik had toch tegen Kroon gezegd, dat dit i
Boer en Kostelijk, als zouden Bi. en W_ in som- aan B. en W. moest worden aangevraagd en vol-
nomen was. „Ik ga van avond met u naar fle
rue Murillo en zal met juffrouw Armand spre
ken. Vergun mij alleen dit dokument vierentwin
tig uur onder mijn berusting te houden."
„Zoolang ge verkiest."
,jAls u 't goed vindt, zou ik van mididag gaarne
vrij willen hebben van de fabriek."
„Natuurlijk. LW aar v'inden wij elkander van
avond
„Om half zeven zal ik ten uwent zijn."
„En met ons dineeren."
„Ja, als u dat aangenaam is."
„Dat is 't mij onder alle omstandigheden. Dat
bijft dus afgesproken, mijn waarde Edmond. Ik
of laat mij liever zeggen, wij wij zullen u
verwachten."
Edmond deelde den eersten opzichter meide, dat
hij voor het overig© gedeelte van den dag zou
afwezig blijven en verliet de fabriek.
Onderweg dacht hij telkens jweer: „Er 'is geen
twijfel mogelijk, ik stond aan d©n rand van den
afgrond! Lucie is de dochter van haar, die we
gens de gruwelen van Alfortville veroordeeld
werd! Zelfs voor 't geval die vrouw niet schuldig
ware, staat zij toch als de schuldige t|e boek!
[Wanneer ik in spijt van alles, Lucie tot mijn
j vrouw nam, zou ik terecht beschouwd worden j
als een eerloos, als een gewetenloos mensch, die
de nagedachtenis zijns vaders willens en wetens
i bezoedelt. Lucie is onschuldig, maar haar naam
J is met schuld bevlekt en dat maakt eene 'verbinte-
nis met haar voor mij onmogelijk. O, mijn arm©
j Lucie, nu haar hart zal als 't mijne ;er van bre-
j ken. Vaarwel, mijn schoon©: droomen. Vaarwel
mijn innige liefde. Vaarwel, mijn toekomst. Al
les, alles is uit."
Te Parijs gekomen, spoedde Edmond zich re-
gelrecht naar de Bourbonkade.
De beide vensters van Lucie waren gesloten.
Hij gevoelde een pijnlijken steek in het hart, toen
hij het 'huis zag, waar hij haar gekend en bemind:
J had, waar hij met haar zooele gevlukkige unen
had doorgebracht.
Van de portierster vernam Edmond, dat Lucie
I naar haar modemagazijn eenig werk wias gaan
j afleveren. Gok Moeder Mina was niet thuis,
volgens de portierster scheen zij tegenwoordig
I veel in de bakkerij te doen te Tiebben.
„Wat moet ik juffrouw Lucie zeggteb?" vroeg
I de vrouw eindelijk.
„Alleen dat ik hier geweest ben," antwoortdlde
Edmond en ging verder.
j De vrouw zag hem hoofdsch ud'dend na. „Wat
mankeert hem toch?" mompelde zij daarbij.
gens art. 2 van de verordening is men 1dit ook
verplicht en moet toestémmine: van B. en jWv
worden verkregen.
ï)e Voorz. antwoordt hierop 'dat iaderen bouw
van een boetje of verandering door den opzich-'
ter met 'hem wordt besproken. Wanneer de raad
-«egt dat id© verordening zoo streng moet worden
toegepast, dan zal hij er voor zorgen dat in het
vervolg de tee keningen worden ingediend.
Wethouder Kroon zegt, dat de aanvrage van
Zaagman hem niet bekend was, dit is hem later
door den voorzitter medegedeeld. Hij acht het
echter beter dat de verordening niet zoo streng
wordt toegepaste
De heer Kostelijk zou den opzichter in zijn
eigen belang willen aanraden om meer op nale-'
ving toe te ziem
De Voorz. zegt hiermede rekening te zullen
houden. 'ijl
Tngekomjen stukkiein:
a. Brief van d(ein heer A. J. Vos; van Zou,
houdendle veirzoek om eervol ontslag als lid
van de commissi,© tot wering van schoolver
zuim.
Dit wordt eervol verleend.
b. Brief van dien heer C. J. de Wyn, hou-
dendfc verzoek om eervol ontslag als hoofd
der school jen als leider van en onderwijzer
aan het Vervolgonderwijs
Oo"k dit geschiedt eervol, onder dankbetui
ging voor bewfeziein diensten.
c. Brief van djen heer C. J. de Wjjn, hou
dende verzoek hem te ontheffen van de func
ties van lid dier commissie-' tot wering van
schoolverzuim en lid van dei commissie van toe
zicht od het Lag^r Onderwijs.
Ais voren.
d. Proces-verbaal van kasopname by den
gemieielnte-ontvanger op 5 November 1928.
Een rapport van de hooistekers, waarin
wordt medegedeeld, dat het hooi by de ver-
schillendje veehouders in godeen toestand is
aangetroffen, zoodat geen enkele lastgeving tot,
omzettten of spitten behoefde te worden ge
geven; voorts dat zij ten volle de medewerking,
van de veehouders hebben ondervonden.
tFinancieel overzicht in verband met het
wetsontwterp tot wyziging van dei financieel©
verhouding tusschten I^jjk en Gemeente.
De hieer Bakker dankt den voorzitter voor
het inwilligiéjn van zijn verzoek.
Verzoek van bet Parochiaal Schoolbestuur
te Noordscharwoude om eien subsidie te mo
gen ojitvangjeji van f 180 ten behoeve van het
vervx>lgond„wwijsdat aan die R.K. school
gegeven wordt. i
De voorzitter zegt, dat in deze vergadering
het praie-advLös van "Bi. en W. wordt uitge
bracht. Het Schoolbestuur is gehandicapt,
doordat het vervolgonderwijs aan de openb.
lagerje school tie Nooirdscharwoude niet wordt
gegeven. Daardoor ontvangt het Schoolbestuur
ook geen uitkieering. Door het Schoolbestuur
werdt echter toch het vervolgonderwijs
gegeven en wordt een subsidie gevraagd vaaj
dezfe gemeente, terwyl 9 leerlingen van hieruit
dit onderwijs volgjen. De' wet verplicht ons
met by tie dragen, hier wordt echter hef ver
volgonderwijs aan dé openbare school gegeven,,
waarom principieel^' redenen de andere kinde
ren niet komen. Het vorige jaar moest door
ons worden bygedragjen f 78.11V2 voor 6 kle
deren uit drïze gemeente. Per kind was dit.
dus ongev|yer f 13.welk bedrag by 9 leer
lingen, naar dm grondslag van diezelfde kosten
- 117.wordt. Afwijzen zondier meer meeneni
'Bi- en W. gaat met, waarom zij voorstellen
elen subsidie te verleeinieln van f 100.1
'De hiejer Groien zegt, dat het hem genoegen)
doet. 'dat Bi. en W. subsidie willen verleeneh,
maar had gehoopt, dat zij mef het voorstel
ruimer zbuden zijn geweest, f180— is met'
te hoog beïje'kend. Maar toch wordt hetzelfde
bedrag voor het opjétnbare onderwys uitgegeven:
en hoopt sprekjeir nog dat de heeren er ruimer
ove- zullen dfenken. Voor alles wordt meer
kennis verlangd, zbodat onderwijs hoog noo
dig is.
De hieter Bakker zegt bij het lezen van het
adres jeen onaangenamen indruk te hebben,
gekregen. De aanvrage voor de bewaarschool
werd verworpen, en (nu dacht hy, dat meim
had genedjeneerd, we zullen het nu maar voor
het vervolgond|erwijs vragen. Spreker is sterk
voor het gievjen van dit onderwijs. Noord-
scharwoude gjefeft het echter niet, zoodat nu
om subsidie wordt gevraagd ,en komt dit ook
ten goede aan kinderen uit Noordscharwoude.
Per leerling zijn d-e kosten hier toch all hoog
en sprjeke'r meent, dait voor hetzelfde geld de'
andere kinderen het onderwys hier net even
goed kondjen volgen. Het geld wordt dus fei
telijk wieggegooid. Spreker vraagt of de op
lossing niet kan word|e|ni gezocht door hier,
een kath. onderwyzter aain te stellen,die dart
aan die kinderen het onderwijs geeft.
De hjeer Kostelijk zegt ook van dezelfde
meening te zijn. Wanneer de subsidie met
behoeft te worden gegeven, dan kunnen de
leerlingen net evengoed hier bet onderwijs vol
gen jen kan eiemi onderwijzer hier in dei klas
komen. 1
De hjee'r Zaagman zegt, dat in Oudkarspel
neutraal ond)erwijs wordt gegeven. Hij kan er
Edmond begaf zich naar de bakkerij, van ide
rue Dauphine. Daar gekomen, vond hij moeder
Mina, die juist met haar werk gereed was, voor
de deur staan praten met iemand, dien zij in den
winkel geholpen had. Hij verliet zijn fiaker.
Toen moeder Mina hem zag, ontsteld© zij min
of meer, als door een angstig voorgevoel getrof
fen. Zij ijlde op hem toe en vroeg bijna bevend':
Mocht u mij, mijnheer Edmond?"
„Ja, moeder Mina ,ik kom van fle Bourbonkade
Lucie was niet thuis. Ik wil nu wat ik haar héb
mee te deelen, aan u zeggen."
„Aan mij
„Ja. Is uw werk hier afgeloopen en hebt gij
een half uurtje voor mij over?"
„Natuurlijk," antwoordde Johanna met klim
mende onrust. Willen wij naar huis gaan?"
„Neen, liever naar het mijne."
„Maar wat hebt ge toch? Ge schijnt zoo ge
jaagd
„Wat ik heb, dat zult ge dadelijk weten. Stap
in, als 't u blieft!"
„Onmiddellijk! Ik moet hier binnen maar even
zeggen dat ik wegga."
Johanna had haar boodschap spoedig verricht
en nam plaats nevens Edmond, die den
zijn adres opgaf.