FIJN Kloosterbalsem van eiken aard in spieren en gewrichten AKKER's Kloosterbalsem Kloosterbalsem Kloosterbalsem T'LÏÏÜ t? Daar- Lxn. De raad derze gemeente vergaderde gister avond te zevfen ure, ten gemeentehuizc. De Voorz. opent de vergadering met welkom aan leden en pers en spreekt daarna uit de vol gende woorden, naar aanleiding van het verschei den van den heer Paarlberg, in leven wethouder dezer gemeente. Heb ik in de vorige vergadering wenschen ge uit voor zijn herstel, tusschen de vorige en ie vergadering van thans is onze wethouder over leden, zijne echtgenoóte heeft in hem ©en trou we gade en de gemeente in hem ©en stoere wter- ker verloren. Sinds 9 jaren was hij lid van onzen gemeenteraad en sinds September 1927 wethouder dezer gemeente. Heb ik op een andere plaats zijn verdiensten herdacht, ook hier wensch ik, deze in het kort te memoreeren. Het was een man met een helder oordeel en een goed inzicht in de gemeenntezaken. Hij was de gemeenschap met hart en ziel toegedaan, kweet zich van zijn taak op een wijze zooals men dit van ©en raadslid ver langt. Vanaf deze plaats wil ik hem dan ook een woord van dank brengen voor wiat hij in het belang vaü de gemeenschap en ide gemeente heeft gedaan .Ik verzoek u ieen oogenblik stilte te zijner eene en gedachtenis. Door de raadsleden, die staand© deze woerden hebben aangehoord, wordt hieraan voldaan. 1. Afschrift van het Besluit van den Voor zitter van hert: Centraal Stembureau, bedoeld in artikel 18a der gemeentewet, ter benoeming van een lid van den gemeenteraad, vacature O. Paarl berg. Bericht van den Voorzitter van het' Centraa Stembureau aan den gemeenteraad, 'dat E>. Zaag man zijn benoeming tot lid van den gemeente-) raad aanneemt Het onderzoek van de geloofsbrieven wordt in handen gesteld van de heeren Groen en "Bakker, waarvoor de vergadering een oogenblik wordt ge schorst. Na heropening wordt door den heer Groen medegedeeld dat de geloofsbrieven wórden goed gekeurd en tot toalating wordt gieadviseert. Overeenkomstig wordt idoor den raad besloten, waarna de heer Zaagman door den heer 'de Boer wordt binnengeleid^ Op de vraag van den Voorz., antwoordt de heer Zaagman, de belofte te willen afleggen, waar na door hem de zuiveringsbelofte en de belofte van trouw, in handen van den Voorz. .worden af gelegd/ De Voorz. spreekt hierna ongeveer de volgende woorden,'' Mijnheer Zaagman, nu bént u hiermede ge ïnstalleerd tot lid van onzen raad. Alvorens u echter zitting neemt, wensch ik een kort woord te spreken. Zooeven is door mij geschetst het verlies, dat wij: 'door het overlijden van den heer Paarlberg hebben geleden. Hedenavond zult gij zijn plaats innemen. De vervanging van hem, door u, zal niet gemakkelijk zijn. Ik vertrouw, dat u met lust en ijver u aan de tpak zult zeti ten, die u is opgelegd. Het is de plicht van oen raadslid om werkzaam te zijn in het belang van de geïheente en haar ingezetenen. De onderwer pen van beraadslaging zullen objectief moeten, worden behandeld, met terzijdestelling van per soonlijk belang. Natuurlijk zal er wel ©ens cri- tiek zijn, dat is niet erg, zoo het maar opbou wende critiek is. Ik hoop dat gij eerbied zult hebben voor de overtuiging van anderen en hun uwe meening niet zult opdringen. .Wanneer 'die karaktertrekken een raadslid sieren, ben ik er van overtuigd, 'dat we op een prettig en aange name wijze zullen samenwerken. Met deze woor den verklaar ik u voor geïnstalleerd. Die notulen van de vergadering van 16 Octo ber, worden hierna, nadat de heeren Bakker en Groen eenige opmerkingen hebben gemaakt, wel ke zullen worden aangebracht, vastgesteld. Aan de orde komt de benoeming van een wet houder, waarbij de heer Bakker wordt gekozen met 5 stemmen, terwijl 1 stem op den heer Groen en 1 stem blanco wordt uitgebracht'. De heer Bakker wenscht de meerderheid van den raad dank te zeggen dat opnieuw dé zetel aan hen is toebedacht. Door hem is over eventueele benoeming nagedacht. Spr. heeft het heel druk en weet niet of hij het kan volhouden. Mocht' dit het geval zijn, dan hoopt 'hij dat de zetel toch aan hun of aan hen zal blijven. Injwincipe is hij tegenstander voor het bekleeden van een wet- houderszetel, omdat door ben de maatschappij 1 anders gezien wordt dan floor vele burgers. Hij meent dat het aan hen is om oppositie te voeren, meermalen heeft hij dit standpunt verdedigd', doch hij heeft dit niet kunnen winnen. Als gêei partij lid wenscht hij zich echter aan dit besluit te onderwerpen en gelooft dat het .de 'idee is van zijn voorganger, dat hij zijn zetel inneemt. Wen- slotte uit spr. den wensch, dat hij in het college van B. en W. op een prettige samenwerking kan rekenen en ook hij zal blijken te zijta, evenals zijn voorganger, een man met een ruggegraat. De Voorz. antwoordt: Nu u verklaart uwe be noeming tot wethouder aan te nemen, wil ik er aam herinneren dat u reeds 9 jaren de belangen van de gemeenschap hebt voorgestaan en daaraan „Uw beeld was goed," hernam Edmond op dof fen toon, ,,maar de mij toegebrachte wond zal nog lang blijven nabloeden. Ik zal u steeds dank baar blijven, maar lachen en mij vroolijk toonen, dat kan ik niet; dat gaat mijn krachten te boven. Verontschuldig mij bij juffrouw Marie, als ik in den eersten tijd van hare vriendelijke uitnoodi- gingen geen gebruik kan maken. Ik zou een slecht© gast poor haar wezen. Ik wil mij slechts vroolijk toonen, als ik ooit weder vroolijk kam zijn!" Dit zeggend raapte hij het dokument om trent Lucie's afkomst van den grond op en gaf het aam Paul Armand terug. „Laat uw dochter lezen, wat hier staat, mijnheer, en zij zal voor 't minst begrijpen, dat ik nooit kan huwen, met de dochter van mijn vjuders moordenareJl" „Ge wilt derhalve Marie's bijzijn nog a'ltijid i mijden?" vroeg de ware moordenaar van Edmomdi's vader, terwijl hem onverhoeds een huivering door de leden voer. „Ik heb eenige dagen van rust, van kalm na- denken noodig, mijnheer „Eenige dagen. Welnu, bet zij1 zoo! Ge moet dat evenwel zelf aan Marie zeggen. Als ik het deed, zou zij allicht denken, dat ik alleen om haar wil zoo sprak. „Goed," antwoordde Edmond', wiens besluit ge inige gevallen de voorschriften van 'de Bouw en Woningverordening niet hebben nageleefld en dat dit speciaal het geval zou zijn geweest met bouwwerken, wtelke zijn uitgevoerd door den aan nemer, tevens gemeenteopzichter Kroon, hebben B. en W. den heer Vis schriftelijk tweemaal uit- genoodigd feiten te noemen, doch beide malenr bleef de heer Vis in gebreke daaraan te voldoen, in het eerste antwoord werd verwezen naar art. 2 sub. a, b en o der "bouwverordening! én 'in het tweed© antwoord komt 'hij evenmin met feiten, doch meent te kunnen volstaan met deze woorden: j „Wat gezegd is, blijft gezegd," na te hebben medegedeeld niet te begrijpen, waarom ©en schrif telijke bevestiging wordt gevraagd, temeer daar hij de strekking 'daarvan niet weet. Spr. wil beginnen met op te merken, dat B. en W- dergelijke uitlatingen volkomen koud laten, zoolang geen feiten worden genoemd. Indien de heer Vis de meeiiing is toegedaan, dat fle bouw verordening niet wordt gehandhaafd, kan hij zich schriftelijk wenden tot B. en W. en indien dit iniet afdoende is, de tusschenkomst van den ge meenteraad inroepen. Dit is de weg welke ieder i weldenkend mensch, idie klachten meent te heb ben, zal inslaan. Niet aldus de heer Vis. Deze man probeert wantrouwen te zaaien tegen den gemeente-opzichter, op hem een blaam te j werpen, zoo mogelijk de betrouwbaarheid van j dien ambtenaar in discrediet te brengen. En om- j dat hier dus op achterbaksch© wijze een gemeen teambtenaar wordt aangevallen, die in alle op- i zichten uitstekend zijn taak verricht, 'daarom 1 achtenn B en W. zicih geroepen daartegen stelling te nemen en daarom is de heer Vis tot tweemaal toe gesommeerd zwart op wit feiten te melden, opdat geoordeeld kan worden of het college of de gemeenteopzichter aan plichtsverzuim zich I heeft schuldig gemaakt. Doch de heer Vis blijft I tu gebreke daaraan te voldoen. Waarom? Wat hij aan raadsleden durft mede te deelen, durft hij dit niet op schrift te herhalen? Zoolang ge noemd persoon aan de sommatie geen gevolg geeft en niet met bewijzen zijn mjededeelingen staaft, wenscht spr. uitdrukkelijk te constjateeren 'dat j beproefd wordt de betrouwbaarheid van een ge- j meenteambtenaar aan te tasten, stemming tegen I dien ambtenaar te maken. Den heer Vi§ zij eeh- i ter gewaarschuwd en zette zijn verdaahtjmakin- gen niet voort, want spr. zal dan niet aarzelen om i krachtdadig in te grijpen en gebruik te maken I vau de middelen, welke een ieder die belasterd wordt ten dienst© stjaan. Hij zal niet dulden, diat op een gemeente-ambtenaar onverdiend een smet wordt geworpen. B. en W. hebben zich verplicht j gezien dit aan den Baad te moeten mededieelen,, om niet den schijn op zich te laden, alsof zij zoo j te hooi en te gras de bouwvoorschriften niet) na- l leven of althans den gemeenteopzichter in zijd I kwaliteit van aannemer daartoe de gelegenheid j geven.," i Ernstig meent hij den leden in overweging1 te j moeten geven, indien men bij hen met klachten komt, dat deze échriftelijk bij B. en W of den Baad moeten worden ingediend en geen geloof te hechten aan praatjes. I Zoo langzamerhand is hij tot ide overtuiging gekomen dat hij vijanden krijgt in d© gemeente, maar hij heeft ook nog vrienden^ Z.oo is hem zoo nu nog verteld, dat door hem de menscheu van 7! r rr i rr"T het raadhuis worden afgetrapt. Het' is zeker betuiod JT f- tu™ r1 Z J overbodig te zeggen, dat dit niet het gevdl is- betuigd voor de hulde, hem bij zijn heengaan I Rijk jo wolden alfijd lioo" as onderwijzer, namens Raad em Burgern, door 1 1, den Burgemeester en den Wethouder gebracht 1 J °P secretarie, maar op zijn eigen 1 «n hii git Wre a. J^j^aLb kamer ontvangen en kunnen hun belangen naar voren brengen. Ook aan dit praatje moet men geen geloof schenken. Naar aanleiding hiervan zegt d© heer Kostelijk, uwe best© krachten hebt gegeven. Door de meer derheid van den Baad zijt gij thans tot wethoudter 1 gekozen. Uit uw redeneering meen ik te mogen opmaken, dat gij het gewicht van die benoeming inziet,. Tal van onderwerpen zullen bwe aan- 1 dacht vragen en zal ook aan u de uitvoering van 1 verschillende besluiten en rijkswetten worden op gedragen. U was het die bij d© begrootingsdebat- ten verschillende onderwerpen naar voren bracht. Door mij is toen het werk van B. en W vergele- ken bij kokswerk. Soms k'wam, Iwlat in B en W. was voorbereid, niet aan de orde en nu ook u in ge gelegenheid bent een kijkje te nemen achter de schermen, zal ook u aanstonds moeten zeggen dat het jammer is, dat we met verschillende dingen niet in den raad kunnen komen. Ik ver trouw^ dat u met ons zult trachten samen te werken in het belang der gemeente en ik t!wij- j fel er ook niet aan of we zullen met u prettig j samenwerken. Natuurlijk zal er wel eens verschil 1 van meening ontstaan, maar hoe kan dat ook an- I ders, waar het college bestaat uit mannen met ruggegraat en Van beginselvastheid. Ik heet u welkom als wethouder en reik u de vriendenhand, I Algemeen© felicitatie volgt.i I Mededeel ingen. j De Voorz. doet de navolgend© mededleelingen: kan behandeld worden met het van ouds beproefden beroemde wrijfmiddel. beperkt zijne werking niet tot de oppervlakte der huid, doch wordt door zijne bijzondere samenstelling als 't ware onmiddellijk door de poriën der huid ingezogen. dringt daardoor diep in het inner lijk der weefsels, ontbindt de ver giften die zich daar hebben vast gezet. lost ze op en valt aldus de pijn in den wortel aan. door zijn warmte-verwek- kende werking alle beletselen, die de werkzaamheid en werkkracht der spieren belemmeren en geeft ze de verloren lenigheid terug. Dit verklaart het verrassend resultaat bij rheumatiek, jicht, [ischias, spit, lendenpijn, spierpijn, stramheid en dergelijke aandoeningen. Probeer en ondervindt het zelf. Per pot 60 cent. en hij zijn beste wenschen uit voor de welvaart der gemeente en de bloei van de school; b.. de heer P, Spanjaart zijn dank betuigt T t iZ fTÏÏS «alarisv^hooging; dJ ,joor heer Vls - verteld welke mo: I Z zr .J*™# voor tie ven de heer Vis hier voor had. Bij een lid Van de hem toegekende vernooging van de tegemoet- den raad Ls een Wtje gszet hetJmoet, gezegd oming in _wonmg uurL j ,wol.den> dat djt njet jg aangevraagd en het' hadi toch aangevraagd moeten worden. Daar moet dan i toch de opzichter voor zorgen. De Voorz. antwoordt, dat door hem geenszins de verordening op zij wordt gezet. Niet alleen is bij Zaagman een boet je gezet, ook bij anderen, zooals bij Zeeman, hetgeen is geschied met zijn •dj de heer W. G. F. d© B.uijter de benoeming tot onderwijzer aanneemt. De benoemde heeft 1 November zijn betrekking aanvaard. e. Het Bestuur van den Polder Geestmeram- bacht (Oosterdijk en Molengeerzen) 7 November j.i heeft medegedeeld, dat het gedeelte straat in kwestie kan worden overgenomen zooals het zal zijn, nadat de kuilen van zijnentwege zullen zijn opgehaald; De Voorz. merkt op, dat indien de brief van 21 Juli '28 zoo had geluid, het college van B. »a W. geen bezwaar tegen overname had gemaakt. voorkennis, terwijl het ook aan den wethouder bekend was. Spr. meende, dat dit geen bezwaar ■was, waar het hier verbeteringen betrof. Wel heeft hij laten stop zétten den bouw van een, houten boet bij Plakman. Dezelfde faciliteitlen, weke aan Vis worden verleend, iwordcn door hem om zal door mij Vis niet meer worden ontvangen nemen, Bij brief van 16 November j 1 is aan het be stuur medegedeeld, dat de gemeente het onder houd op zich neemt. f. De Minister van Onderwijs, enz_, termen aanwezig acht tot toepassing van het 5elid van art. 55 der Lag. Onderwijswet 1920, zoodat de gemeenteraad vrij staat in de keuze van een hoofd der school/ Voorz. wenscht de gemeente geluk met deze beslissing en meent zeker de tolk der vergade ring te zijn, wanneer hij Minister en Inspecteur van het Lag. Onderwijs dank betuigt voor hun voordat hij begrepen heeft wat zijn taak is. De heer Zaagman zegt dat in de vorige vérga- i dering door de heeren fle Boer en Kostelijk ge wezen is op feiten en 'wenscht hij mede te deelen I hoe het bij hem is gegaan. De bouw van het j schuurtje is niet aan B. en W. aangevraagd. Toen hij bijna klaar was, (werd er door de buren ge- vraagd of dit niet door mij moest worden aan- j gevraagd, waarop door den opzichter aan mij i werd geantwoord, dat dit niet behoefdle. Daags j na de vergadering is u bij mij gieweest en werd door u verklaard: „Heeft u een schuurtje ge- bouwd waarop door mijwerd geantwoordneen, ik medewerking. I heb het laten bouwen,. Hieruit meende ik té g. Naar aanleiding van uitlatingen van den moeten concludeeren, dat u er niet mee bekend heer S. Vis alhier, tegenover de raadsleden de j was. Ik had toch tegen Kroon gezegd, dat dit i Boer en Kostelijk, als zouden Bi. en W_ in som- aan B. en W. moest worden aangevraagd en vol- nomen was. „Ik ga van avond met u naar fle rue Murillo en zal met juffrouw Armand spre ken. Vergun mij alleen dit dokument vierentwin tig uur onder mijn berusting te houden." „Zoolang ge verkiest." ,jAls u 't goed vindt, zou ik van mididag gaarne vrij willen hebben van de fabriek." „Natuurlijk. LW aar v'inden wij elkander van avond „Om half zeven zal ik ten uwent zijn." „En met ons dineeren." „Ja, als u dat aangenaam is." „Dat is 't mij onder alle omstandigheden. Dat bijft dus afgesproken, mijn waarde Edmond. Ik of laat mij liever zeggen, wij wij zullen u verwachten." Edmond deelde den eersten opzichter meide, dat hij voor het overig© gedeelte van den dag zou afwezig blijven en verliet de fabriek. Onderweg dacht hij telkens jweer: „Er 'is geen twijfel mogelijk, ik stond aan d©n rand van den afgrond! Lucie is de dochter van haar, die we gens de gruwelen van Alfortville veroordeeld werd! Zelfs voor 't geval die vrouw niet schuldig ware, staat zij toch als de schuldige t|e boek! [Wanneer ik in spijt van alles, Lucie tot mijn j vrouw nam, zou ik terecht beschouwd worden j als een eerloos, als een gewetenloos mensch, die de nagedachtenis zijns vaders willens en wetens i bezoedelt. Lucie is onschuldig, maar haar naam J is met schuld bevlekt en dat maakt eene 'verbinte- nis met haar voor mij onmogelijk. O, mijn arm© j Lucie, nu haar hart zal als 't mijne ;er van bre- j ken. Vaarwel, mijn schoon©: droomen. Vaarwel mijn innige liefde. Vaarwel, mijn toekomst. Al les, alles is uit." Te Parijs gekomen, spoedde Edmond zich re- gelrecht naar de Bourbonkade. De beide vensters van Lucie waren gesloten. Hij gevoelde een pijnlijken steek in het hart, toen hij het 'huis zag, waar hij haar gekend en bemind: J had, waar hij met haar zooele gevlukkige unen had doorgebracht. Van de portierster vernam Edmond, dat Lucie I naar haar modemagazijn eenig werk wias gaan j afleveren. Gok Moeder Mina was niet thuis, volgens de portierster scheen zij tegenwoordig I veel in de bakkerij te doen te Tiebben. „Wat moet ik juffrouw Lucie zeggteb?" vroeg I de vrouw eindelijk. „Alleen dat ik hier geweest ben," antwoortdlde Edmond en ging verder. j De vrouw zag hem hoofdsch ud'dend na. „Wat mankeert hem toch?" mompelde zij daarbij. gens art. 2 van de verordening is men 1dit ook verplicht en moet toestémmine: van B. en jWv worden verkregen. ï)e Voorz. antwoordt hierop 'dat iaderen bouw van een boetje of verandering door den opzich-' ter met 'hem wordt besproken. Wanneer de raad -«egt dat id© verordening zoo streng moet worden toegepast, dan zal hij er voor zorgen dat in het vervolg de tee keningen worden ingediend. Wethouder Kroon zegt, dat de aanvrage van Zaagman hem niet bekend was, dit is hem later door den voorzitter medegedeeld. Hij acht het echter beter dat de verordening niet zoo streng wordt toegepaste De heer Kostelijk zou den opzichter in zijn eigen belang willen aanraden om meer op nale-' ving toe te ziem De Voorz. zegt hiermede rekening te zullen houden. 'ijl Tngekomjen stukkiein: a. Brief van d(ein heer A. J. Vos; van Zou, houdendle veirzoek om eervol ontslag als lid van de commissi,© tot wering van schoolver zuim. Dit wordt eervol verleend. b. Brief van dien heer C. J. de Wyn, hou- dendfc verzoek om eervol ontslag als hoofd der school jen als leider van en onderwijzer aan het Vervolgonderwijs Oo"k dit geschiedt eervol, onder dankbetui ging voor bewfeziein diensten. c. Brief van djen heer C. J. de Wjjn, hou dende verzoek hem te ontheffen van de func ties van lid dier commissie-' tot wering van schoolverzuim en lid van dei commissie van toe zicht od het Lag^r Onderwijs. Ais voren. d. Proces-verbaal van kasopname by den gemieielnte-ontvanger op 5 November 1928. Een rapport van de hooistekers, waarin wordt medegedeeld, dat het hooi by de ver- schillendje veehouders in godeen toestand is aangetroffen, zoodat geen enkele lastgeving tot, omzettten of spitten behoefde te worden ge geven; voorts dat zij ten volle de medewerking, van de veehouders hebben ondervonden. tFinancieel overzicht in verband met het wetsontwterp tot wyziging van dei financieel© verhouding tusschten I^jjk en Gemeente. De hieer Bakker dankt den voorzitter voor het inwilligiéjn van zijn verzoek. Verzoek van bet Parochiaal Schoolbestuur te Noordscharwoude om eien subsidie te mo gen ojitvangjeji van f 180 ten behoeve van het vervx>lgond„wwijsdat aan die R.K. school gegeven wordt. i De voorzitter zegt, dat in deze vergadering het praie-advLös van "Bi. en W. wordt uitge bracht. Het Schoolbestuur is gehandicapt, doordat het vervolgonderwijs aan de openb. lagerje school tie Nooirdscharwoude niet wordt gegeven. Daardoor ontvangt het Schoolbestuur ook geen uitkieering. Door het Schoolbestuur werdt echter toch het vervolgonderwijs gegeven en wordt een subsidie gevraagd vaaj dezfe gemeente, terwyl 9 leerlingen van hieruit dit onderwijs volgjen. De' wet verplicht ons met by tie dragen, hier wordt echter hef ver volgonderwijs aan dé openbare school gegeven,, waarom principieel^' redenen de andere kinde ren niet komen. Het vorige jaar moest door ons worden bygedragjen f 78.11V2 voor 6 kle deren uit drïze gemeente. Per kind was dit. dus ongev|yer f 13.welk bedrag by 9 leer lingen, naar dm grondslag van diezelfde kosten - 117.wordt. Afwijzen zondier meer meeneni 'Bi- en W. gaat met, waarom zij voorstellen elen subsidie te verleeinieln van f 100.1 'De hiejer Groien zegt, dat het hem genoegen) doet. 'dat Bi. en W. subsidie willen verleeneh, maar had gehoopt, dat zij mef het voorstel ruimer zbuden zijn geweest, f180— is met' te hoog beïje'kend. Maar toch wordt hetzelfde bedrag voor het opjétnbare onderwys uitgegeven: en hoopt sprekjeir nog dat de heeren er ruimer ove- zullen dfenken. Voor alles wordt meer kennis verlangd, zbodat onderwijs hoog noo dig is. De hieter Bakker zegt bij het lezen van het adres jeen onaangenamen indruk te hebben, gekregen. De aanvrage voor de bewaarschool werd verworpen, en (nu dacht hy, dat meim had genedjeneerd, we zullen het nu maar voor het vervolgond|erwijs vragen. Spreker is sterk voor het gievjen van dit onderwijs. Noord- scharwoude gjefeft het echter niet, zoodat nu om subsidie wordt gevraagd ,en komt dit ook ten goede aan kinderen uit Noordscharwoude. Per leerling zijn d-e kosten hier toch all hoog en sprjeke'r meent, dait voor hetzelfde geld de' andere kinderen het onderwys hier net even goed kondjen volgen. Het geld wordt dus fei telijk wieggegooid. Spreker vraagt of de op lossing niet kan word|e|ni gezocht door hier, een kath. onderwyzter aain te stellen,die dart aan die kinderen het onderwijs geeft. De hjeer Kostelijk zegt ook van dezelfde meening te zijn. Wanneer de subsidie met behoeft te worden gegeven, dan kunnen de leerlingen net evengoed hier bet onderwijs vol gen jen kan eiemi onderwijzer hier in dei klas komen. 1 De hjee'r Zaagman zegt, dat in Oudkarspel neutraal ond)erwijs wordt gegeven. Hij kan er Edmond begaf zich naar de bakkerij, van ide rue Dauphine. Daar gekomen, vond hij moeder Mina, die juist met haar werk gereed was, voor de deur staan praten met iemand, dien zij in den winkel geholpen had. Hij verliet zijn fiaker. Toen moeder Mina hem zag, ontsteld© zij min of meer, als door een angstig voorgevoel getrof fen. Zij ijlde op hem toe en vroeg bijna bevend': Mocht u mij, mijnheer Edmond?" „Ja, moeder Mina ,ik kom van fle Bourbonkade Lucie was niet thuis. Ik wil nu wat ik haar héb mee te deelen, aan u zeggen." „Aan mij „Ja. Is uw werk hier afgeloopen en hebt gij een half uurtje voor mij over?" „Natuurlijk," antwoordde Johanna met klim mende onrust. Willen wij naar huis gaan?" „Neen, liever naar het mijne." „Maar wat hebt ge toch? Ge schijnt zoo ge jaagd „Wat ik heb, dat zult ge dadelijk weten. Stap in, als 't u blieft!" „Onmiddellijk! Ik moet hier binnen maar even zeggen dat ik wegga." Johanna had haar boodschap spoedig verricht en nam plaats nevens Edmond, die den zijn adres opgaf.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1928 | | pagina 4