MOEDER EN MARTELARES
Raad Noordscharwoude
Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier
Donderdag 18 December 1928.
37e Jaargang
Buitenlandsch Overzicht
No 146 (■TERG. TELEPHOON 52
NIEUWE
LAHGEDUKER COURANT
Deze courant verschijnt
Dinsdag, Donderdag en Zaterdag
Abonnementsprijs
- per 3 maanden f 1.15 - UitgaVB! FiflM I, KEIZER.
Redacteur I. H. KEIZER. Bureel Noordscharwoude.
Advertentiën van l5 regels 7S
cent, elke regel meer 15 cent.
Groote letters naar plaatsruimte
We hebben de laatst© jaren 'wel geleerd wat
voorzichtig te zijn met onze verwachtingen in
het internationale politieke le'ven. De ontgooche-!
ling, die het verlrag van Versailles en ide andere
vredesverdragen ons hebben gebracht, heeft een
gevcel van cynisch wantrouwen nagelaten, dat
ons ook nu nog wat bitter doet glimlachen, wan
neer een nieuw, succes van de internationale vre
desbeweging wordt aangekondigd.
Daarom deden iwe vanzelf een beetje wantrou--
wend, toen het anti-oorlogsverdrag van Kellogg
als een nieuwe overwinning van het internationa
lisme werd aangekondigd. Maar zoo langzamer
hand, al begrepen we dan wel, dat het verdrag
den oorlog niet buitensluit, omdat die Amer'r
kaansche professor wel eens gelijk kan hebben,
die zei, dat dit verdrag, id|oordaJt 't bepaalde oor
logen toeliet, als 't ware een sanctie van die
oorlogen bevatten, zoo langzamerhand werden we
toch een beetje goedgelooviger.
We zagen, dat in dit verdrag toch een gje-
dachte, zij het nog zeer onvolkomen, zich uit
sprak, die feitelijk de grondslag is van alle vre
desbeweging, de gedachte, dat de oorlog een mis
daad is. Maar, bovendien begrepen ,we de waarde
van Amerika's deelname aan ide vredesactie, die
door dit verdrag was ingeluid èn dlie aan "de actie
een krachtige steun scheen te beloven. Sindsdien
heeft het Amerikaansche vlootplan ons ook ten
opzichte van Amerika's vredelievendheid wat
wantrouwend gemaakt. En wie gelooven nVet meer
zoo vast aan de buitengewone kracht, die van
Amerika voor Ide vredesbeweging en Ide internatio
nale gedacht© kan uitgaan.
Maar toch, nietwaar? Amerika heeft tot nu
toe niet zob'n stuitend imperialisme getoond als
de E'uropeesche groote mogendheden en het de
groote wereldmacht geworden, wier invloed ver
reikt. Zijn medewerking "blijft dus aan do vredes
actie vatn bijzondere waarde.
En waar die medewerking zich in het anti-
oorlogsverdrag duidelijk uitsprak, gaf dit alleen
het verdrag reeds een bizondere be teekenis.
Maar daar blijkt nu allereerst, dat het deel
nemen van Amerika aan het anti-oorlogsverdrag
nog lang niet zeker is en de Amerikaanschei
Senaat er allerhand bezwaren tegen heeft en in
do tweede plaats, idat ook de Amerikaansche re
geering van meening is, da,t het verdrag Amerika
geen enkelen plicht oplegt in geval van verdrags
schending door een der andere mogendheden.
Het is dus zeer goed mogelijk, dat Amerika
aan het verdrag heelemaal niet meedoet. En wan
neer het meedoet, verplicht het zich niet tot
handhaving. Waar blijft dan de beteekehis van
het verdrag? Want evenmin als Amerika zullen
andere staten zich tot handhaving van het ver
drag verplichten*
Dit wordt dan niet meer dan een offciieele ver
klaring der staten .dat ze tjegen den oorlog zijn-
[Maar die verklaring hadden we niet noodig.
Die hebben 'we ai wei duizendmaal gehoord, zon-
FEUILLETON
129)
Johanna sloeg hare armen om haar heen en
poogde haar te troosten en to-t bedaren te bren
gen, doch Lucie klaagde, Idat er nu op. de heei-e
■wereld niets meer voor haar overbleef zij
-had geen Verwanten, gee'n mensch, die haar lief
had. Alles was voor haar uitgestorven, alle toe
komst vernietigd en de dood zou haar welkom
zijn. Vóór dien tijd wil ik hem nog ééh k'eer
zien," voegde zij er bij'. „Ik wil de redenen van
zijn ontrouw weten, ik wil den man, die mij ver
stoot ter wille van'de millioenen van Marie Ar-
mand, afvragen, wat hij mij kan ten laste leggen.
Hij wilde mij niet bij zich hebben, maar ik zal op
hem wachten bij de .deur van zijn huis! of bij
den ingang der fabriek en dan zal hij mij te woord
staan
„Neen, neen, kind, dat mag je niet doen! Wat
hij u kon antwoorden, zou je nog veel ongelukki
ger maken dan je nu reeds bent."
„Hoe zoo?" vroeg Lucie met een paar groote
oogen.
„Ik bedoel alleen..."
„Ik ben een vondeling, een handwerkster, dat
wist hij al lang en hij had daar vrede mee. Wat
der idat het ide mogendheden verhinderd heeft,
de afgrijselijkste oorlogen te beginnen. Zullen ze
nu anders .doen? Mussblini, die tenminste dit op
zijn collega's van andere landen voor heeft, dat
hij de dingen ook in de internationale politiek
soms bij hun naam noemt, heeft er nog pas op
gelezen, dat wel van alle "kanten over vrede ge
praat wordt en er zelfs een pact vart. Kellogg
geteekend is, dat haast als een bovenaardsch vre
desverdrag beschouwd wordt, maar dat niette
min alle staten voortgaan zich tot het uiterste 'te
wapenen. Hij had Duitschland kunnen uitzonde
ren. Maar dat is geen gevolg van vredelievendheid
maar van dwang. En het is Duitschlanid's voor
beeld, dat de neiging tot sterker bewapening moet
aanwakkeren.
Wat zou Duitschland niet sterker staan in
zijn eisch tot ontruiming van het Rijnland en.
de regeling der schadevergoeding, w.anneer het een
sterk leger achter de hand had. Nu blijft hiet van
de welwillendheid zijner vroegere vijanden afhan
kelijk- En het belang dezer vijanden, van Frank
rijk vooral, brengt mee, dat ze zich niet al te
welwillend toonen. Dat is ook de oorzaak van
Chamberlain's uitlegging van het vredesverdrag
die te Berlijn zoo'n verbitterde stemming ge
wekt heeft. Duitschland zou krachtens dat ver
drag allee nide vervroegde ontruiming van het
Rijnland kunnen eischen, Wanneer het aan al zijn
verplichtingen voldaan had, dat zou willen zeg
gen, Wanneer het de schadevergoeding eenmaal
betaalt had. Natuurlijk, Frankrijk wensóht geen
ontruiming. En daarnaar richt zich ook Oh ami
berlains uitlegging. Maar voor Duitschland opent
het geen prettige verschieten. Want Frankrijk
zou ook kunnen volhouden, dat het verdrag het
recht geeft, de bezetting te doen voortduren,
j zoolang Duitschland niet de laatste oent schade
vergoeding- betaalt heeft, daö zou dus gedurende
"nog tientallen jaren 2ijn.
j Is het wonder, dat ]het vredesgepraat niet veel
j geeft en dat zoo'n anti-oorlogsverdrag "de volken
niet van bewapening terughoudt Zoolang de be
geerte blijft om de nationale verdeeldheid en het
recht alleen door geweld te handhaven, zullen
ze er mee voortgaan en er z noo noodig gebruik
van maken ook. De strijd in Zuid-Slavië toont het
weer dat het recht van den sterkere alleen zege
viert. Want de Kroaten hebben noch geen on
gelijk, wanneer ze zelfbestuur vragen. Maar de
itgeering te Belgrado is doof aan Idat oor. En
nu de Kroaten hun eisch wat al te dreigend
stellen en door straatbetoogingen dien eisoh kracht
trachten bij te zetiten, wordt in Kroatië een mi
litair heiwind ingevoerd. Het zal dus nu hard
tegen hard gaan. Voor de Belgradosdie regee
ring blijft het een Waagstuk. Want) de Kroaten
hebben den steun van het grootste deel der Slo-
venen en van andere nieuwe elementen uit het
Z,uid-Slavisehe koninkrijk. En Italië 'kijkt ohge
twijfeld glimlachend toe. Het kan er geen be
swaar tegen hebben dat Zuid-Slavië verzwakt.
Het is nu eenmaal altijd zoo "dat de! een zijn
dood de ander zijn brood: is. Wie zullen ex lachen
nu het Duitsche Centrum zoo verdeeld blijkt, dat
het geen voorzitter heeft kunnen vinden en' 'het
met den driemanschap als hoofd zal moeten doen
kan hij dan nu tegen mij hebben? Wat kan hij
mij verwijten? Ik heb hem nooit iets in den weg
gelegd, ik heb niets gedaan, om hem van mij te
vervreemden ik moet hem spreken!"
„Neeu, kind, mijn dierbaar kind, dat moet je
niet! Ik smeek het u, zet die gedachtlen, uit je
hart!"
„Gij weet dus, waarom hij mij verlwierpt?"
„Tracht nooit dat vreeselijk geheim tie door
gronden."
„Gij kent het dus evenals hij?"
„Ja," stamelde Johanna Fortier.
„Hoe
„Ik heb Edmond gesproken?"
„En dat verzwijgt ge mij
„Omdat ik u de zielesmart wilde besparen?"
j,Kan ik dan nog grooter leed hebben dan
nu? Spreek, moeder Mina! Doe 't uit meielijden
toch! Wat kan hij mij voor de voeten werpen?
Ben ik schuldig, zonder het te weten?
„Neen, mijn engel, op u valt zelfs niet het ge-
riugste vermoeden. Hij mijdt u alleen, omdat ©en
huwelijk tusschen hem en u onmogelijk is doeh
dat is een geheim, waarnaar ge poolt moet zoe
ken."
„Een geheim? Ik heb geen .geheimen. Hebben
misschien zij, die mijne ouders waren en mij on
barmhartig in een vondelingshuis brachten, iets
slechts of wreeds misdreven. Was mijn vader een
msidadiger. Moet ik ide straf Idragen voor zijn
schuld i<n
„O, zw ijg, kindKlaag noodt uw vader aan.
De Raad lezer gemeente vergaderde gister
avond 8 uur in voltalfge zitting.
Voorzitter, burgemeester Jhr- A. L. van Speng-
ler. n
Secretaris de heer K. G. Reinders.
Na opening door den voorz. met welkom, wor
den de notulen van de vorige vergadering ge-i
lezen en onder dank aan den samensteller Onver
anderd goedgekeurd.
Ingekomen stukken.
Goedkeuring van Ged. Staten op het besluit
tot aankoop van het perceel van den heer J./
Wink. i
Dankbetuiging van den Penningmeester van
„Het Witte Kruis" voor de subsidie ten be-
hoeve van de Ontsmettings inrichting.
Voor kennisgeving aangenomen-
Eveneens wordt voor kennisgeving aangenomen
een adres van den raad van IJsselmonde te rich
ten aan tie Kroon, over de toepassing van, art|
122 van de Gemeentewet.
Op 't verzoek om adhaesie te betuigen, werd
niet ingegaan, omdat men voor dergelijke zaken
heeft de Ver. van Nederlamdsche Gemeenten.
Op een door het Gemeentebestuur reeds langen
tijd terug gerichten brief aan Alkmaar om in-1
lichtingen omtrent den bouw van het Centraal
Ziekenhuis, is thans als antwoord ingekomen,
dat de wijzigingen in het plan vergrooting be-
teekenen en grootere uitgaven betj©ekeaen, ter
wijl later nog meerdere inlichtingen zullen wor
den verstrekt.
In afwachting hiervan wordt dit schrijven voor
kennisgeving aangenomen.
Ingekomen is een verzoek van het bestuur van
de School met den Bijbel om een subsidie van
f200 tot dekking der tekorten van dein cursus
vdöP bntwikkelingsouderwijs voor de Schoolvrije
jeugd, en. een verzoek van het R|.K. Schoolbestuur
om f 220c
De voorz. zegt dat bij het verleenen van subsi
die aan de o.l.s. de raad zich uitsprak' dat ook
eventueele andere aanvragen zouden worden inge
willigd.
B. en W. stellen voor aan do School met den
B. f 175 te verleenen en aan "het R..K, Schoolbe
stuur f 100.
Wat het eerste betreft, wordt dit voor ges leid
door de meerderheid van B. en W. De mindjefheid
■(wilde f 200 verleenen.
De Voorz. zegt dat B. en Wi- tot het geven
van 'f 100 zijn gekomen, omdat een aanzienlijk
aantal leerlingen uit öudkarspel en Ziui'dschar-
woude den cursus volgt,
i Aannemende dat de twee andere gemeenten
ook f' 100 geven, zou het R.K. Schoolbestuur
over f 300 kunnen beschikken. Oudkarspel heeft
reeds besloten f 100 te geven. Daarmede kan
men ©en cursus bedruipen. En daarnaast bestaat
toch nog gelegenheid om schoolgeld te heffen.
Ook stelt de meerderheid voor f175 te geven,
omdat er een paar leerlingen uit andere gemeen-
„Wien moet ik het anders doen?" vroeg Lucie
met eene bij haar ongewone heftigheid. „Ik wil
licht hebben in de duisternis. Liever alles dan die
twijfel, die onzekerheid. Gij hebt Edmond ge
sproken, moeder Mina, u heeft hij dat ontzetjtende
geheim medegedeeld, ge moogt "het mij niet langer
j verzwijgen. Spreek dus. Als 't een zonde is, mijn
I vader aan te klagen, dan heb ik niemand anders
dan mijn moeder te beschuldigen."
Een rilling voer Johanna door de ledeh. Ze had
haar kind kunnen toeroepen: „Uw moeder ben ik
en ge kent mij!" Maaf mocht zij dat, zonder be
wijzen bij te brengen voor haar onschuld? Zij
boog het hoofd en zweeg,
„Spreek toch!" hernam Lucie. „Heeft mijn moe-
j der een misdaad gepleegd Waarom houdt Ei-i-
j mond ons huwelijk voor onmogelijk?"
„Omdat hij daartoe gedwongen werd. Edmond
zou het geheim, dat hem van u scheidt, nooit!
vernomen hebben, zoo niet iemand er belang bij
had gehad, het hem mede te doelen. Er is' iemand!,
die het verleden doorzocht, en daarop tot Edmond
gezegd heeft, als ge weigert mijn dochter tot
uw Vrouw te hebben, zal ik u beletten mee Lucie
te trouwen. Als ge die verbintenis durft door
zetten, zal de heeie wereld het wetien."
„Maar wat dam toch Houd mij niet langer op
de pijnbank. Als u niet spreken wil, zal ik Ed
mond dwingen mij d« waarheid te bekennen, of die
juffrouw Armand, die mij hier gebeden heeft, om
van Edmond afstand te doen. Zij weet gewis die
redenen van Edmonds gedrag tegenover mij. Naar
ten komen. 1
De heer Zut vindt het verschil groot. De open
bare school krijgt f 200, de A.R. f75 en ide
Kath. f 100. Terwijl er toch veel meer kinderen
op den R.K. cursus gaan.
De voorz. antwoordt idat bij het verleenen van
subsidie het aantal leerlingen geen maatstaf mag
zijn. De kosten blijven to.ch ongeveer hetzelf
de. Door 't R.K. Schoolbestuur is een bedrag
per leerling geraamd. Dit zou tot zulke onbillijk
heden aanleiding kunnen geven, omdat dan een
andere school eventueel de cursus niet zou kun
nen worden gegeven. 'Een subsidie van f 100 is
niet te laag omdat de andere gemeenten dit toch
ook !wel zullen doen. Kwamen ef alleen kinderen
uit Noordschahwouie, zeker zouden B. en jW.
voorstellen meer subsidie te geven.
De heer Z,ut. In Oudkarspel is f180 aange
vraagd en er wordt f 100 gegeven. Ik dacht dat
er hier wel f 25 bij kon.
De voorz. zegt dat men niet moet' zien naar
wat aangevraagd wordt, maar men er rekening
mee moet houden, dat met een subsidie van f 300
de cursus zich kan bedruipen.
De heer Ootjers zegt ook dat geen rekening
is gehouden met het aantal leerlingen. 'Wanneer
er meer leerlingen aan de O.L.S. zouden zijn ge
weest, dan zou .dezelfde sübsidie van f 200 ge
geven zijn. 't Is' alleen de bedoeling om het ge-
v'dn van 3eti cursus mogelijk te maken.
De heer Broersen is van oordeel dat men met
de bijdragen van andere gemeenten niets te ma
ken heeft. Wanneer wij gelijk behandeld wor
den, komt het de Kath. evengoed tloe als de an
dersdenkenden.
Tn zijn antwoord aan den heer Broersen nog
eens alles resumeeren.de, zegt voorz., dat ook de
anderen B. en W. even na aan liet hart liggen.-
j De heer Kooij kan zich met 'het voorstel van
B. en W. vereenigen en is van oordeel dat met
j een subsidie van f300 de R.K;. in ee|nj"gunstige
conditie verkeeren.
1 Het voorstel om aan de Rj.K. een subsidie' te
geven van f 100, Wlordt aangenomen met de hee-
ren Zut en Broersen tegen,
Het voorstel om f 175 te geven aan 'de School
met den B. iwordt aangenomen biet den heer
j Broersen tegen.
j In behandeling komt thans de verbetering
van den TWuijverweg."
De voorz. geeft hierop een toelichting, zooi
als die reeds eerder in ons blad' is hekendi ge-
1 maakt en stellen B. en W. voor om het v.oorst|el,
zooals het thans luidt, te aanvaarden.
Op een vraag van den heer De Geus antwoordt
voorz., dat .wanneer d-e weg voor twiee derde is
bebouwd het onderhoud geheel voor Sint Ran-
cras komt.
Op een vraag van den heer Kwiadijk omtrent
de f 8000 voor klinkerbeharding, antwoordt
voorz., dat door Noordschariwloude hierin alleen
■1/6 wordt bijgedragen.
De heer Kwiadijk spreekt er zijn voldoening
over uit dat het voorstfel er is en is er voor,
iwant zoo zegt hij, dan zijn wij uit de misère
vandaan..
De vóorz'. (ironisch). En wanlneer het voorstel
wiordt aangenomen, zal het vterzoek aan de Kroon
haar zal ik toegaan en haar op mijn beurt bidden
om mij te zeggen, welke smaad mij drukt 1 en aJs
ook zij weigert, wend ik mij tot haar vader."
„Neen, Lucie, dat zal niet gebeuren!" riep Jo
hanna buiten zich zelve. „Ik, ik zal u alles zeg
gen! Ge zult zien, dat Edmond niet beschuldigd!
mag worden, dat hij u hiet huwen kan gij zelf
zoudt u tegen eene dergelijke verbintenis ver
zetten, zoolang de onschuld uwer moeder niet
bewezen is."
,/Mijn moeder werd dus aangeklaagd?" vroeg
Lucie, over 't geheele lichaam bevend. „Waa-r-
van
„Van moord!.... Uw moeder weid gevonnist,
wegens den moord op Edmonds vadier gepleegd?"
Onder het uiten van een ihartverscheurenden
gil, verborg Lucie het gelaat in beide handen.
Een paar minuten bleef daarop alles docdstil.
„Zij werd gevonnist...." jammerde Lucie ein
delijk.
„Onrechtvaardig! Hebt ge niet gehoord', hoe
Edmond Labron zelf aan de onschuld van ai«
ongelukkige vrouw' gelooft?"
„Waarom ziet hij dan van mij af, als hij dat
doet
„Kan hij dan 'de openbare meening trot9eeren?"
„Ood', o mijn Godklaagde Lucie handenwrin
gend. ,Waarom heeft mijn moeder mij het levens
licht geschonken 1"