Raad Zuidscharwoude
Dinsdagavond te half acht kwam de gemeen
te raad in openbare vergadering bijeenAfwe
zig wegens ziekte de heer Zeeman.
Voorzitter Jhr. A. L. van Spengler.
'Secretaris de heer J. Th. Kunnen.
De voorz. opent de vergadering met welkom
aan de leden en deelt mede, dat die' heer Zae-
man wegens ziekte niet in staat is deze verga
dering bij te women. Hij wenscht den leden
en de gemeente alle goeds toie in 1929. Het
spiit hem dat de heer Zeeman in deze eerste
vergadering van het jaar al niet tegenwoordig
is en uit den wensch, dat hij de volgjende ver
gadering aanwezig 'mag zijn.'
'Hierna wonden de notulen van de vorige ver
gadering ongewijzigd vastgesteld.
Medieidaelingian.
De voorz. deelt mede, dat op 10 Jan. jl.
aan H M de Koningin-Moeder een telegram
van gelukwensch is verzonden.
De door dien Dir. der Lichtbedrij
ven van die uitbreidingen genoten
5 pCt.
D-e Commissaris der Koningin heeft mede
gedeeld. dat hij voornemens is de kwestie die
benaat over de genoiten 5 pCt. te onderwerpen
aan het oordeel van een commissie, mits de. be
trokken gemeenteraden zich bij de conclusie
van de commissie zullen neerleggen:*
Die heer Groen zegt er steeds voor te zijn
g-eweest. als het een geschil betreft, de zaak,
aan het oordeel van een arbitragecommissie te
te onderwerpen, doch het is fiier geien geschit.
De besprekingen van de vorige vergaderingen
hebben aangetoond, dat door den directeur,
gelden zijn genoten en daarom lijkt het hem.
overbodig dit nog weer eens te gaan onder
zoeken, Als het nu de bedoeling is om te on
derzoeken of het geld onrechtmatig of recht
matig is genoten is hij er niet tegen.
De voorz. antwoordt dat de commissie lot.
taak heeft te onderzoeken of de 5 pCt. ten,
onnechte of ten rechte zijn genoteln
Den heer du Burck verwondert het, dat we
dit punt ondier de mededeelingen te hoarett
krijgen. Wij worden voor het feit gesteld, zegt
hij, waarover we niet van tevoren kunnen- na
denken. Hij vindt de zaak belangrijk genoeg
en van groote beteekemis, zoodat aan de leden
wel iets had kunnen worden medegedeeld.
Spr. heeft bij de stukken daarover niets kunnen
vinden. Dergelijke dingen moeten niet a bout
portant wonden behandeld. Hij stelt daarom,
voor om het verzoek van den commissaris der
Koningin aan te houden.
De voorz. acht de vraag van den Comm.
der Koningin zeer eenvoudig. Er wordt ge
woon gevraagd of de raad zich bij het onder
zoek zal neerleggen.'
De heer Groen vraagt inlichtingen over de
samenstelling der commissie.
De voorz. weet hier niets van.
De heer du Burck meent dat deze zaak niet
geschikt is voor arbitrage of bemiddeling. Ar
bitrage of bemiddeling worden uitgeoefend, in
geval 2 partijen het niet met elkander eens.
kunnen worden en als zij op hun standpunt
blijven staan, dan kaïn het geval zich voordoen
dat de bemiddeling van -een arbitragecomm.
wordt ingeroepen. Hij wijst op hetgeen de
voorz. in zijn minderheidsnota heeft geegd over
het genieten van die 5 pC-t. Het is dus voor.
hem geen geschil dus is hij niet voor eetn ar-,
bitragecommissie. Als vaststaat dat de Dir. de
5 pCt. ten onrechte heeft genotejn, dan moet
de gemeenteraad aandringen op terugstorting
daarvan.
Er is in d-e nota gezegd, dat de gtemeents-
raad autonoom is, laat hij dit dan toornen. De
ze raad heeft met de andere raden niets te
mak-en. H.et geld is ook voor een vijfde gedeel
te genoten van Zuidscharwoude en dan moet
de actie om dat terug te krijgen ook uitgaan
van Zuidscharwoude. De comm. heeft voor hem
geen waande omdat we niet wete|n hoe de com
missie wordt samengesteld. Als er menschem in
kwamen die overtuigd waren dat de gascomm.
de schuld draagt en personen, die meenen van
niet, dan zou hij zich er by ku|nnen neerleggen,
maar nu niet. E-r smpet recht gedaan worden,
De raad moet nu zelf het hieft in handen nemen,
en ide middelen gebruiken opdat e|r recht zal,
geschieden én uitgemaakt wordt of de Dir..
vtij uitgaat of niet. De Dir. blijft zoo altijjd met
een klad op den rug looped.
De voorz. zegt, dat hetgeen du Burck wil,,
ook de weg is -die de Comm. der Koningin wil.
i De heer Dijkhuizen onderschrijft hetgeen de.
heer du B. heeft gezegd.
D-e heer Kramer meent, dat hetgeen de voorz.
zegt. niet alleen juist is, maar indertijd is daar
zelfs toe besloten. Tjoen is beslot qn aan Ge'd.,
Staten te vragen een onderzoek in te stéllen:.
Waar ,we het niet eens waren met het rapport,
van de commissie, zegt spr., rust ons niet an
ders 'dan mee te gaan m'et hetgqed de Comm.
wU.
De heer du Birrck vraagt nog eens inlichtin
gen over de samenstelling van de commissi»,
doch de voorz. kan hem daarop niet antwoor
den. Hij is het niet eens mjet defn heter Kra
mer, want we hebben het wel aan Gad. Staten
verzocht, maar daarop is geantwoord dat vol
gens Ged. Staten het onderzoek in good*-
handen was.
De voorz. zegt dat vertrouwen in den Com
missaris gesteld moet worden.
De heer Groen meent, dat er toch aen ge
schil is. Hij stelt wel vertrouwen in den C. d.
K., -doch voor'Zuidscharwoude is de zaak uit
gevochten, want we hebben het rapport van de
Comm. verworpen en is het in dat opzicht met
den heer du B,. eens.
De voorz. meent, dat hetgeen de heer du B.
voorstelt voorkomen kan worden door mee te,
gaan met den C. d. K.
De heer Dijkhuizen stelt vertrouwen in de
Comm. Hiet zal ook wel de bedoeling zijn de.
commissie samen te stéllen uit buitenstaanders
Hij zou dit aa ïideti Commissaris willen be
richten.
De heer Groen vindt het voorstel dan beter
te aanvaarden.
De voorz. vindt het wel overbodig, maar het.
kan er bij gevoegd wonden.
Aldus wordt besloten met de stem va® den
den heer du Bj. tegen.-
Ingekomen is verder het procesverbaal van
kasopname bij den gemeente-ontv. In kas was
f 1472.69.
De insp. der directe belastingen deelt mede,
de kwade posten der gemeentelijke inkomsten
belasting te hebben geraamd op f1260.—.
De commissie tot wering van schoolverzuim
zend haar verslag over 1928.
Verder is ingekomen een afschrift van het
Kon. Biesluit, waarbij de heffing van opcenten
op d-e personeele belasting wprdt goedgekeurd
Ged. Staten deelen mede hun beslissing over
het goedkeuren der begrooting voor 1929 ts
verdagen omdat het onderzoek daarvan nog
niet is afgeloopen.
Aangenomen voor kennisgeving.
Hierna volgt herstemming over het voorstel
van B en W. om aan het R.R. schoolbestuur in
de kosten van een cursus aan "de schoolvrü-ï
jeugd bij te dragen f 150.
De stemmen staken wederom, zoo-dat dit
voorstel geacht wordt niet te zyn aangenomen
en wordt het voorstel om f 100 subsidie te geven
met de stem van den heer du Bi. tegen aange
nomen.' f
De verordening op ide keuring van waren
wordt aangevuld overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Be niquwie regeling va-a Ged- Sta
ten voor -dei jaarwed-den van Bur-
gem-. Secretarissen en Ontvangers
Be voorz. doet me leleeling 'dat is ingekomen
de nu wel al bekende regeling, .waarover -door
Ged. Staten aan den raai a-dvies wfordt gevraagd.
Ged. Staten schrijven, -dat de bestaande rege
ling dateert van 1919 -en -ie gemeente toen in
de 3e klasse is -geplaatst.
In 1925 werd een ontwerp-regeling ten opzichte
van enkele gemeenten aangeboden.
In 1919 werd aan Ged. Staten verzocht -de
gemeente in de 4e -klasse te plaatsen, hetgeen niet
is gebeurd.
Thans echter achten zij -den tijd gekomen om
de salarissen te herzien.
Volgens het bevolkingscijfer behoort de ge
meente in de 2e klasse, maar op grond van ver-
,,'t-Mocht iwat,!" riep de fabrikant weinig of
niet opgebeurd door Soliva's redeneering. „Jij
hebt wel ontdek-q, dat Paul Armanid te Geneve
gestorven is, waarom zouden anderen dat niet-
eveneens kun-nen doen? Ik1 blijf er bij, dat het
gevaar dreigend is en gaanjdelweg grooter zal
worden, zoo lang die Johanna Portier leeft!"
„Dus zou zij moeten sterven?" fluisterde Jean
Soliva den ander vragend in 't oor.
„Dat ware otnze redding."
„Denk eens aan, 'neef, George IJariër en Edmond
Labron weten, dat jij die vrouw Fortlier gedreigd
hebt .Zouden zij niet op n de verdenking laten
vallen, zoodra er het een of ander gebeurd was?"
„Ja, als er een moord ware gepleegd?"
„Wat was dan je bedoeling? Ik begrijp je niét
„Een noodlottig tpeval.. een vreeselijk onge
luk..."
„Te iweerga, dat is gauwer gezegl dan gedaan
gekregen. De politie is zoo akelig nieuwsgierig;
ze zoekt -naar het fijne van de zaak bij zulk een
zoogenaamd ongeluk en ontdekt bij-na altijd die
Ware toedracht. Uitvoeren wat jij bedoelt heeft
verbazend veel van het reizen met een sneltrein
naar het schavot."
„Ik ontken niet, dat de zaak gewaagd is, maar
er moet iets gedaan worden ,om de mijn niet; ver
keerd te laten springen. Bedenk, da,t' it mijn ondier-
gang zou zïjn. Met mijn dood vervalt uw lijf
rente!"
.Praat geen onzin, neef. Ik zou nu met geen
mogelijkheid de armoede meer kunnen verduren.
Ik stierf net even lief van honger als wie-ér op
nieuw te moeten gaan werken. Laaq mij eens een
cogenblikje nadenken. W-eet je niets anders van
Johanna, dan -dat zij tegenwoordig -MJina P-errin
heet, haar dochter 'heeft weergevonden en waar
schijn lijk met haar samenwoont Bij welker
broodbakker is zij in dienst.
„Ik 'weet het niet."
„Nu, -dat is wei uit qe vinden. In eïlk geval
dient -er iets gedaan qe worden."
,,Maar ik bezweer je, Soliva geen moord -
geen mes of revolver!"
„Stel je gerust, de lood zal er diit'm&al heel
toevallig uitzien. Ik zal je ook nu wel trit heti
gevaar redden, hoop ik. Heb je geld bij je vroeg
nu de onverzadelijke handlanger.
Paul Armand nam een pakje bankbiljet-ten uit
zijn brieventasch -en stelde dat ter hand aan' zijn
medeplichtige, die het dadelijk in zijn borstzak
liet zakken.
„Betaal -nu onze no'ta maar," zeidie Soli Va.
„Laat er dit kistje sigaren ook op zetten, dat
ik Wel mee naar huis wil nemen, wiant die Béga-
lia's of hoe ze heeten mogen, vallen bizonder in
mijn smaak. Zie zoo, nu ga ik naar huis en zal
daar eens ernstig na-denken over -eten' goed uit
voerbaar plannetje. Tot wederziens, waarde neef."
- L i -
schillende omstandgihedién kan ide gemeente in
een hooger eklasse worden geplaatst, zooals hooge
levensstandaard, nijverheid enz.
Blijven wij in -de 3e klasse, -dan zullen de sala
rissen omhoog gaan, en zal -de Burgem. ee.n salaris
génieten van f2500— f3000, de Secretaris van
f2300—2800, de Ontvanger van f 1100—1500.
Dit is een regeling -voor ieder, -die in -de toe
komst hier een dier ambten mocht bekleeden.
Bij eeh vacature van Secret., zal deze dus een
salaris van f2300 ontvatogen enz.
En -deze regeling zal zeker iweder een tiental
jaren duren, zooals de vorige.
In B. en W. is een meerderheid, die wenscht
te adviseeren -deze gemeente in de 3e klasse te
handhaven. Hierbij werd vooral 'het oog gericht
op den Secretaris, en werd opgemerkt -dat hij
thans alleen de administratie 'voert in tegenstel
ling met 1919, toen men een ambtenaar ter Secre
tarie had op een salaris van f850, terKvij 1 de.
Secretaris geen nevenbetrekkingen bekleedt.
Het moet voor een Secretaris toch een aange
name gedachte zijn, dat hij dan teen gelijk sala
ris geniet als collega's in andiere gemeenten.
In 1923 -werd het Salaris van -den Ontvanger
verlaagd, gevolgd door eén wijziging van d-e ad
ministratieve voorschriften, wat meer werk bracht
Nu stellen Ged. Staten voor het salaris weer op
peil te brengen met ©en maximum van f1500.
Ein misschien -is Wel teen van de motieven,
die tot verhoogiug -aanleiding jhebben gegeven,
de vele gevallen van -fraude en Verduistering.
Daarom iwenscht men een salaris te gevten waarin
de finantieele verantwoordelijkheid is begrepten.
Maar dan kan men bij een benoeming ook
eischeu stellen en wordt gebroken met -de ge
dachte dat een ieder gem.-ontv. kan zijn.
Dezer dagen heeft men :in het plaatselijk blad
een oproeping -kunnen lezen -voor klerk-incasseer
der op een salaris ivan f12001600.
Wanneer men dit nu vergelijkt met 'het salaris
voor den gem.-ontv. mét ©eh norm van f1100
f1500, dan -is het -voor den laatste zeker geen
-overdreven salarieering.
Verder vragen Ged- Staten tevtens advies over
het al -dan niet handtiaven van "het bedrag voor
aftrek van de ambtswoning.
De meerderheid van B. en W. stelt voor dezen
aftrek te -bepalen op 15 pCt. van h-et inkomen,
omdat gemeend wordt -lat het bedrag thans te
hoog 'is.
Verder wenschen Ged. Staten het inkomen 'netto
te doen geniete-n, zoodat ide pensioenaftrek dus
komt -te -vervallen.
De heer du Burck zegt bewonderd te hebben
de wijze waarop het voorstel is toegélioht. Door
u is gewezen op het salaris van den k.-i. (klerk
incasseerder) van f1200—1600 ten tevens op de
verantwoordelijkheid van den g.o. (gem. ontvan
ger). Maar ook de k-i. draagt verantwoordelijk
heid. Wanneer men daarvoor een bedrag gaat
geven, moet dit aan beiden geschieden. Hun ver
antwoordelijkheid staat gelijk- Spr. zou dan ci-en
k.i. nog meer verantwoordelijkheid willen toe
kennen.
En nu de vergelijking. Het, ligt er zoo duimen
dik op, dat ik daar een beetje om lach, ja, zelfs
zoo, dat ik -niet begrijp, -dat zoo 'iets aan -de voor
zitterstafel gezegd -kan worden.
Een k. i. is alle dagen in het gareel, en dit'
kan men niet vergelijken bij liet werk van den
g. o. Ik neem zelfs aan om het werk' van den go.
in 4 uur per Week tte doen.
Wanneer die tiwee ambten door u worden gelijk
gesteld, is dat een verde iiging die niet omgaat, en
is het een ophemeling van het ambt van g.'o. en
een vernedering van dat van "k.-i. Odk is door u
gesproken over een voorstel van B. en W. om de
gemeente in -de 3e klasse te handhaven. Diit vler-
w-ondert mij echter ten zeerste. In het Prov. Blad
is door mij gezocht naar de motieven vbor de
salarisverhooging. Zoo iets moet -toch w-orden aan
getoond en -dat is niet gedaan. Gaat Zmidlschar-
jvonde in de 3e klasse brengen, dan is diit -een
afwijking van het voorstel van Ged. Staten. Zuid
scharwoude behoort in de rubriek van d-e ge
meenten met 7502000 inwoners en dus in dé
Volgens de nieuwe regeling knnneh er omstan
digheden zijn, die leiden naar een hoogere klas,
zooals vreemdelingenverkeer, veilingwezen enz.
Deze behoeven W-ij eohter niet in aanmerking
te -nemen, -omdat 'w-ij ze niet hebben en ben ik
tegen een plaatsing "in de 3e klasse en voor de
plaatsing in de 2e klasse, zooals Ged. Statten dat
voorstellen.
Dte salarissen kunnen er 'hier best mee door.
Jean Soliva wilde wederom zijn gewaaniden
neef helpen. Hoe meer hij voor hem deed, -des te
beter kreeg hij hem in zijn macht, meende hij.
„;Maar hoe moet ik het aanleggen?" dacht de
booswicht, toen hij thuis Was. „Vóór alles dien
ik te wteten waar die ronidbrengster van het
brood te zoeken is. Dat hoop ik morgen uit te
vin-den. Waarschijnlijk op -de Bourbónkade bij
haar dochter. Ik moet mij even;wel heelemaal
onkenbaar maken, vóór ik wieer in -dte buurt kom
maar ik heb mij geoefend in die verkleedpar
tijen als een tooneelspeler van beroep, dus is dat
de minste 'ziwarighei 1." Den halven nadht dacht
hij na over verschillende plannen, die hem meer
of minder voor uitvoering vatbaar schenen, doch
verw ierp het een na 'het andere.
Om drie uur in Ben nacht evenwel sprong So
liva uit zijn 'bed, stak zijn licht op, wöelde in een
koffer met oude kleeding en zocht -daaruit tie
armzaligste plunje bijeen, die hij aantrdk. Hij
deed daarover heen een gesoheurjé 1011 'gelapte
werkmanski-el en nam een zak en een stok met een
haak mede, gelijk -de Parijsohe voddenrapers die
plegen 'te gebruiken. Na nog zijin gezicht met
rood en bruin beteekend te hebben, verliet hij,
inderdaad geheel onkenbaar, zijtoe Woning en be
gaf zich naar het andere gedeelte der stjad. „Die
Spr. /Wijst dan op He 'salarissen van de rijks
ambtenaren, -die -men Is gaan verlagen.
Er is nog zooveel te doen voor den minderen
man, dat spr. niet had venwa'dht' datGed-. St.
met dit voorstel zou-ien komen, en B. en W- zou
den voorstellen in een 'hoogere klasse te gaan, dan
de gemeente behoort.
Wat de 15 pCt. aan huur voor de ambtswoning
aangaat, hierin zou 'hij misschien kunnen mee
gaan jw-ant -f 600 is wei wat hoog. Komt' de gem
in de 3e kl. dan zou hij zéggen dat het bedrag van
f 600 er Wel af kan.
Ook kan ik er niet in mee gaan, waar u den
g. o. een salaris wiil geven van f 1100—1500, Dit
is met het tegenovergestelde salaris van f920
f960 goed ibetaald. E-r bestaat voor ons dan ook
geen enkele reden om de salarissen fce^ verhoogen.
Die heer 'Kramer is van meening, Hat men er
goed aan -loet met hef voorstel van Ged- Staten
te aanvaaarden, omdat men er anders toch niet
veel aain kan doen.
Er zijn voor ons geen redenen om van dit voor
stel af te Wijken. Het' 'beteekent galén vermin
dering voor de tegenwoordige functionarissen, ter
wijl de g-o. zelfs vooruit gaat op oen salaris
van f750f1050- Daarom kunnen wij ons wel
vereenigen met het voorst'el van -de 2e klasse.
Anders zou hij bezwaarlijk kunnen meegaan
om het pensioen premievrij te maken.
Daarom doen wij het 'beste met de regeling
van "Ged. Staten te aanvaarden, waarbij Ziuid-
scharwoude in de 2e klasse wordt ingedeeld -an
daarbij het premievrij pensioen te aanvaarden-
Ein nu wat de 15 pet. huurwaard© betreft. Voor
heen is bet bedrag van f 600 in overleg met -den
functionaris vastgesteld. De omstandigheden zijn
sindsdien niet veranderd- Wij baden nog niet in
het geld. D'e salarieering blijft in -de 2e klasse
hetzelfde .zoadat -het" niet gteWensCht is in de
huursom verandering aan te brengen. Wij moe
ten terdege op onze inkomsten letten en rekening
houden met -de -omstandigheden.
Wij doen -derhalve 't beste met' de regeling van
Ged. Staten aceoord tte gaan en de huurwaarde
zoo te laten.
Ik kan dus niet meegaan met B. en W- om
de gemeente in -de 3e "klas te handhaven, omdat'
-dit een meerdere uitgave voor de gemteent-e bgteé-
kent van f 1200f 1300.
Dat kunnen wij ons niet permit'teeren.
De heer Groen heeft weinig toe t'e voegen aan
de Woorden van den 'heer Kramer én kan dte ar
gumentatie van den heer du B. ook onderschrijven.
Met de vorige regeling is door Ged- Stalen re
kening gehouden met ide levensomstandigheden
en 'die zijn na -dien tijd niet hooger géwordén.
Is het zo© dat Gei. Staten voorstellen de ge
meente in -de 3de klasse te plaatsen?
De voorz. Volgens het bevolkingscijfer zijn
wij altijd een klas hooger geweest. Toen behoorde
de gemeente in de 2e en ook nu, wanneer men
let op het bevolkingscijfer.
Dte heer Groen veronderstelt -dat' de raad 'bij -de
plaatsing in de 3e klasse indertijd rekening heeft
gehouden met de lage salarieering en leze op
hooger peil heeft gebracht. Ik vind de tegen
woordige salarissen voldoende. -Maar waar ik vrees
dat ondanks ons advies de verhoogde salarieering
toch za! worden doorgevoerd, zou ik ons stand
punt in een aparte nót'a willen uiteenzetten-
De heer Dijkhuizen zegt, dat -:1e gemeente vol
gens G-ed. Staten in -de 2e kl. behoort. Nu zegt
de voorz., -dat -de gemeente altijd' hooger is ge
weest dan ze moest. Maar ik -dacht' dat de klas
sen vroeger anders w-aren -dan nu. Ged. Staten
noemen voor verhooging een stedelijk karakter,
hooge levensstandaard, vreemdelingenverkeer,
marktwezen, geïsoleerde ligging enz., maar dit
geldt voor ons niet. Wij behooren dus in de 2»
klasse. Spr. meent te moeten opkomen tegen het
vervallen van de pensioensbijdrage. Wanneer de
hoogere ambtenaren dit genietten, dan moeten ze
ker de lagere anibtenaren -lit hebben.
De heer Bekker zegt tegen het voorstel te zijn
met het oog óp den z-waren belastingdruk. Ner
gens is 'die zooals hier.
Voor Zuidscharlw. is het ongewenscht -de hooge
salarieering te aanvaarden. En een verhoogiug
voor den g.o. van 45 pet< is toch zeker geheel
ongemotiveerd.
Daartegenover vond ik -de huur van het huis
te hoog en stelde ik daarom voor deze op 15 pCt
van het inkomen te bepalen.
Dte heer Kroon wijst er op dat er door een der
spr. is gezegd, -dat de salarissen hier welletjes
zijn. De hulpkeurmteester heeft echfer een sala
ris van f 2500 en staat dus vrijjwel gelijk met den
Burgem. en Secret. Dat is toch zeker een verhou-
rondbrengister van het brood," 'daohq hij onaier'wteg,
„ze komen altijd vroeg 'op het pad -en ik heb dus
nu de meeste kans om Johanna Fortier qe zien
te krijgen. Ik ken haar wél niet, doch het eigen
aardig oostuum van die vrouwen met haar breed
en groot boezelaar zal mij wel op den weg hel
pen."
Op de Bourbonkade gekomen, begon hij met
zijn vodidenrapershaak den afval in -d|e hoeken en
de gereedstaande vuilnisbakken te oitdierzoeklen,
daarbij steeds zorg dragende van het huis nummer
negen ,-niet uit -het; oog te verliezen.
Johanna Fortier moeder Mina genaamd
nam in sj>ijt van al hare zorgen Tiaar eenmaal
begonnen dienst met dezelfde toauwgezeqh-eid waar
Om half zes des morgens kwam zij in de bakkerij
en nam aldaar hare rations brood in ontvangst,.
Terwijl dat brood in de gereedstaande manden en
Wagens werd gepakt, ontbeet; zij met de andere
rondbrengsters in Je zoogenaamde bakkersher-
berg ,daar zij zich veiligheidshalve niet afge
zonderd durfde houden en niet als een vreemdle
eend in de bijt .wilde beschouwd (wloriden, waar
over men allicht ongunstig had kunnen oordeelen.
Om alles op tijd 'te doen, stond zjj. reeds om vier
uur óp, bracht haar kamer en die van Lucie öp
orde, bond daarna haar groote boezelaar voor én
verliet het huis.