Raad Zuidscharwoude Dinsdagavond te half acht kwam de gemeen te raad in openbare vergadering bijeenAfwe zig wegens ziekte de heer Zeeman. Voorzitter Jhr. A. L. van Spengler. 'Secretaris de heer J. Th. Kunnen. De voorz. opent de vergadering met welkom aan de leden en deelt mede, dat die' heer Zae- man wegens ziekte niet in staat is deze verga dering bij te women. Hij wenscht den leden en de gemeente alle goeds toie in 1929. Het spiit hem dat de heer Zeeman in deze eerste vergadering van het jaar al niet tegenwoordig is en uit den wensch, dat hij de volgjende ver gadering aanwezig 'mag zijn.' 'Hierna wonden de notulen van de vorige ver gadering ongewijzigd vastgesteld. Medieidaelingian. De voorz. deelt mede, dat op 10 Jan. jl. aan H M de Koningin-Moeder een telegram van gelukwensch is verzonden. De door dien Dir. der Lichtbedrij ven van die uitbreidingen genoten 5 pCt. D-e Commissaris der Koningin heeft mede gedeeld. dat hij voornemens is de kwestie die benaat over de genoiten 5 pCt. te onderwerpen aan het oordeel van een commissie, mits de. be trokken gemeenteraden zich bij de conclusie van de commissie zullen neerleggen:* Die heer Groen zegt er steeds voor te zijn g-eweest. als het een geschil betreft, de zaak, aan het oordeel van een arbitragecommissie te te onderwerpen, doch het is fiier geien geschit. De besprekingen van de vorige vergaderingen hebben aangetoond, dat door den directeur, gelden zijn genoten en daarom lijkt het hem. overbodig dit nog weer eens te gaan onder zoeken, Als het nu de bedoeling is om te on derzoeken of het geld onrechtmatig of recht matig is genoten is hij er niet tegen. De voorz. antwoordt dat de commissie lot. taak heeft te onderzoeken of de 5 pCt. ten, onnechte of ten rechte zijn genoteln Den heer du Burck verwondert het, dat we dit punt ondier de mededeelingen te hoarett krijgen. Wij worden voor het feit gesteld, zegt hij, waarover we niet van tevoren kunnen- na denken. Hij vindt de zaak belangrijk genoeg en van groote beteekemis, zoodat aan de leden wel iets had kunnen worden medegedeeld. Spr. heeft bij de stukken daarover niets kunnen vinden. Dergelijke dingen moeten niet a bout portant wonden behandeld. Hij stelt daarom, voor om het verzoek van den commissaris der Koningin aan te houden. De voorz. acht de vraag van den Comm. der Koningin zeer eenvoudig. Er wordt ge woon gevraagd of de raad zich bij het onder zoek zal neerleggen.' De heer Groen vraagt inlichtingen over de samenstelling der commissie. De voorz. weet hier niets van. De heer du Burck meent dat deze zaak niet geschikt is voor arbitrage of bemiddeling. Ar bitrage of bemiddeling worden uitgeoefend, in geval 2 partijen het niet met elkander eens. kunnen worden en als zij op hun standpunt blijven staan, dan kaïn het geval zich voordoen dat de bemiddeling van -een arbitragecomm. wordt ingeroepen. Hij wijst op hetgeen de voorz. in zijn minderheidsnota heeft geegd over het genieten van die 5 pC-t. Het is dus voor. hem geen geschil dus is hij niet voor eetn ar-, bitragecommissie. Als vaststaat dat de Dir. de 5 pCt. ten onrechte heeft genotejn, dan moet de gemeenteraad aandringen op terugstorting daarvan. Er is in d-e nota gezegd, dat de gtemeents- raad autonoom is, laat hij dit dan toornen. De ze raad heeft met de andere raden niets te mak-en. H.et geld is ook voor een vijfde gedeel te genoten van Zuidscharwoude en dan moet de actie om dat terug te krijgen ook uitgaan van Zuidscharwoude. De comm. heeft voor hem geen waande omdat we niet wete|n hoe de com missie wordt samengesteld. Als er menschem in kwamen die overtuigd waren dat de gascomm. de schuld draagt en personen, die meenen van niet, dan zou hij zich er by ku|nnen neerleggen, maar nu niet. E-r smpet recht gedaan worden, De raad moet nu zelf het hieft in handen nemen, en ide middelen gebruiken opdat e|r recht zal, geschieden én uitgemaakt wordt of de Dir.. vtij uitgaat of niet. De Dir. blijft zoo altijjd met een klad op den rug looped. De voorz. zegt, dat hetgeen du Burck wil,, ook de weg is -die de Comm. der Koningin wil. i De heer Dijkhuizen onderschrijft hetgeen de. heer du B. heeft gezegd. D-e heer Kramer meent, dat hetgeen de voorz. zegt. niet alleen juist is, maar indertijd is daar zelfs toe besloten. Tjoen is beslot qn aan Ge'd., Staten te vragen een onderzoek in te stéllen:. Waar ,we het niet eens waren met het rapport, van de commissie, zegt spr., rust ons niet an ders 'dan mee te gaan m'et hetgqed de Comm. wU. De heer du Birrck vraagt nog eens inlichtin gen over de samenstelling van de commissi», doch de voorz. kan hem daarop niet antwoor den. Hij is het niet eens mjet defn heter Kra mer, want we hebben het wel aan Gad. Staten verzocht, maar daarop is geantwoord dat vol gens Ged. Staten het onderzoek in good*- handen was. De voorz. zegt dat vertrouwen in den Com missaris gesteld moet worden. De heer Groen meent, dat er toch aen ge schil is. Hij stelt wel vertrouwen in den C. d. K., -doch voor'Zuidscharwoude is de zaak uit gevochten, want we hebben het rapport van de Comm. verworpen en is het in dat opzicht met den heer du B,. eens. De voorz. meent, dat hetgeen de heer du B. voorstelt voorkomen kan worden door mee te, gaan met den C. d. K. De heer Dijkhuizen stelt vertrouwen in de Comm. Hiet zal ook wel de bedoeling zijn de. commissie samen te stéllen uit buitenstaanders Hij zou dit aa ïideti Commissaris willen be richten. De heer Groen vindt het voorstel dan beter te aanvaarden. De voorz. vindt het wel overbodig, maar het. kan er bij gevoegd wonden. Aldus wordt besloten met de stem va® den den heer du Bj. tegen.- Ingekomen is verder het procesverbaal van kasopname bij den gemeente-ontv. In kas was f 1472.69. De insp. der directe belastingen deelt mede, de kwade posten der gemeentelijke inkomsten belasting te hebben geraamd op f1260.—. De commissie tot wering van schoolverzuim zend haar verslag over 1928. Verder is ingekomen een afschrift van het Kon. Biesluit, waarbij de heffing van opcenten op d-e personeele belasting wprdt goedgekeurd Ged. Staten deelen mede hun beslissing over het goedkeuren der begrooting voor 1929 ts verdagen omdat het onderzoek daarvan nog niet is afgeloopen. Aangenomen voor kennisgeving. Hierna volgt herstemming over het voorstel van B en W. om aan het R.R. schoolbestuur in de kosten van een cursus aan "de schoolvrü-ï jeugd bij te dragen f 150. De stemmen staken wederom, zoo-dat dit voorstel geacht wordt niet te zyn aangenomen en wordt het voorstel om f 100 subsidie te geven met de stem van den heer du Bi. tegen aange nomen.' f De verordening op ide keuring van waren wordt aangevuld overeenkomstig het voorstel van B. en W. Be niquwie regeling va-a Ged- Sta ten voor -dei jaarwed-den van Bur- gem-. Secretarissen en Ontvangers Be voorz. doet me leleeling 'dat is ingekomen de nu wel al bekende regeling, .waarover -door Ged. Staten aan den raai a-dvies wfordt gevraagd. Ged. Staten schrijven, -dat de bestaande rege ling dateert van 1919 -en -ie gemeente toen in de 3e klasse is -geplaatst. In 1925 werd een ontwerp-regeling ten opzichte van enkele gemeenten aangeboden. In 1919 werd aan Ged. Staten verzocht -de gemeente in de 4e -klasse te plaatsen, hetgeen niet is gebeurd. Thans echter achten zij -den tijd gekomen om de salarissen te herzien. Volgens het bevolkingscijfer behoort de ge meente in de 2e klasse, maar op grond van ver- ,,'t-Mocht iwat,!" riep de fabrikant weinig of niet opgebeurd door Soliva's redeneering. „Jij hebt wel ontdek-q, dat Paul Armanid te Geneve gestorven is, waarom zouden anderen dat niet- eveneens kun-nen doen? Ik1 blijf er bij, dat het gevaar dreigend is en gaanjdelweg grooter zal worden, zoo lang die Johanna Portier leeft!" „Dus zou zij moeten sterven?" fluisterde Jean Soliva den ander vragend in 't oor. „Dat ware otnze redding." „Denk eens aan, 'neef, George IJariër en Edmond Labron weten, dat jij die vrouw Fortlier gedreigd hebt .Zouden zij niet op n de verdenking laten vallen, zoodra er het een of ander gebeurd was?" „Ja, als er een moord ware gepleegd?" „Wat was dan je bedoeling? Ik begrijp je niét „Een noodlottig tpeval.. een vreeselijk onge luk..." „Te iweerga, dat is gauwer gezegl dan gedaan gekregen. De politie is zoo akelig nieuwsgierig; ze zoekt -naar het fijne van de zaak bij zulk een zoogenaamd ongeluk en ontdekt bij-na altijd die Ware toedracht. Uitvoeren wat jij bedoelt heeft verbazend veel van het reizen met een sneltrein naar het schavot." „Ik ontken niet, dat de zaak gewaagd is, maar er moet iets gedaan worden ,om de mijn niet; ver keerd te laten springen. Bedenk, da,t' it mijn ondier- gang zou zïjn. Met mijn dood vervalt uw lijf rente!" .Praat geen onzin, neef. Ik zou nu met geen mogelijkheid de armoede meer kunnen verduren. Ik stierf net even lief van honger als wie-ér op nieuw te moeten gaan werken. Laaq mij eens een cogenblikje nadenken. W-eet je niets anders van Johanna, dan -dat zij tegenwoordig -MJina P-errin heet, haar dochter 'heeft weergevonden en waar schijn lijk met haar samenwoont Bij welker broodbakker is zij in dienst. „Ik 'weet het niet." „Nu, -dat is wei uit qe vinden. In eïlk geval dient -er iets gedaan qe worden." ,,Maar ik bezweer je, Soliva geen moord - geen mes of revolver!" „Stel je gerust, de lood zal er diit'm&al heel toevallig uitzien. Ik zal je ook nu wel trit heti gevaar redden, hoop ik. Heb je geld bij je vroeg nu de onverzadelijke handlanger. Paul Armand nam een pakje bankbiljet-ten uit zijn brieventasch -en stelde dat ter hand aan' zijn medeplichtige, die het dadelijk in zijn borstzak liet zakken. „Betaal -nu onze no'ta maar," zeidie Soli Va. „Laat er dit kistje sigaren ook op zetten, dat ik Wel mee naar huis wil nemen, wiant die Béga- lia's of hoe ze heeten mogen, vallen bizonder in mijn smaak. Zie zoo, nu ga ik naar huis en zal daar eens ernstig na-denken over -eten' goed uit voerbaar plannetje. Tot wederziens, waarde neef." - L i - schillende omstandgihedién kan ide gemeente in een hooger eklasse worden geplaatst, zooals hooge levensstandaard, nijverheid enz. Blijven wij in -de 3e klasse, -dan zullen de sala rissen omhoog gaan, en zal -de Burgem. ee.n salaris génieten van f2500— f3000, de Secretaris van f2300—2800, de Ontvanger van f 1100—1500. Dit is een regeling -voor ieder, -die in -de toe komst hier een dier ambten mocht bekleeden. Bij eeh vacature van Secret., zal deze dus een salaris van f2300 ontvatogen enz. En -deze regeling zal zeker iweder een tiental jaren duren, zooals de vorige. In B. en W. is een meerderheid, die wenscht te adviseeren -deze gemeente in de 3e klasse te handhaven. Hierbij werd vooral 'het oog gericht op den Secretaris, en werd opgemerkt -dat hij thans alleen de administratie 'voert in tegenstel ling met 1919, toen men een ambtenaar ter Secre tarie had op een salaris van f850, terKvij 1 de. Secretaris geen nevenbetrekkingen bekleedt. Het moet voor een Secretaris toch een aange name gedachte zijn, dat hij dan teen gelijk sala ris geniet als collega's in andiere gemeenten. In 1923 -werd het Salaris van -den Ontvanger verlaagd, gevolgd door eén wijziging van d-e ad ministratieve voorschriften, wat meer werk bracht Nu stellen Ged. Staten voor het salaris weer op peil te brengen met ©en maximum van f1500. Ein misschien -is Wel teen van de motieven, die tot verhoogiug -aanleiding jhebben gegeven, de vele gevallen van -fraude en Verduistering. Daarom iwenscht men een salaris te gevten waarin de finantieele verantwoordelijkheid is begrepten. Maar dan kan men bij een benoeming ook eischeu stellen en wordt gebroken met -de ge dachte dat een ieder gem.-ontv. kan zijn. Dezer dagen heeft men :in het plaatselijk blad een oproeping -kunnen lezen -voor klerk-incasseer der op een salaris ivan f12001600. Wanneer men dit nu vergelijkt met 'het salaris voor den gem.-ontv. mét ©eh norm van f1100 f1500, dan -is het -voor den laatste zeker geen -overdreven salarieering. Verder vragen Ged- Staten tevtens advies over het al -dan niet handtiaven van "het bedrag voor aftrek van de ambtswoning. De meerderheid van B. en W. stelt voor dezen aftrek te -bepalen op 15 pCt. van h-et inkomen, omdat gemeend wordt -lat het bedrag thans te hoog 'is. Verder wenschen Ged. Staten het inkomen 'netto te doen geniete-n, zoodat ide pensioenaftrek dus komt -te -vervallen. De heer du Burck zegt bewonderd te hebben de wijze waarop het voorstel is toegélioht. Door u is gewezen op het salaris van den k.-i. (klerk incasseerder) van f1200—1600 ten tevens op de verantwoordelijkheid van den g.o. (gem. ontvan ger). Maar ook de k-i. draagt verantwoordelijk heid. Wanneer men daarvoor een bedrag gaat geven, moet dit aan beiden geschieden. Hun ver antwoordelijkheid staat gelijk- Spr. zou dan ci-en k.i. nog meer verantwoordelijkheid willen toe kennen. En nu de vergelijking. Het, ligt er zoo duimen dik op, dat ik daar een beetje om lach, ja, zelfs zoo, dat ik -niet begrijp, -dat zoo 'iets aan -de voor zitterstafel gezegd -kan worden. Een k. i. is alle dagen in het gareel, en dit' kan men niet vergelijken bij liet werk van den g. o. Ik neem zelfs aan om het werk' van den go. in 4 uur per Week tte doen. Wanneer die tiwee ambten door u worden gelijk gesteld, is dat een verde iiging die niet omgaat, en is het een ophemeling van het ambt van g.'o. en een vernedering van dat van "k.-i. Odk is door u gesproken over een voorstel van B. en W. om de gemeente in -de 3e klasse te handhaven. Diit vler- w-ondert mij echter ten zeerste. In het Prov. Blad is door mij gezocht naar de motieven vbor de salarisverhooging. Zoo iets moet -toch w-orden aan getoond en -dat is niet gedaan. Gaat Zmidlschar- jvonde in de 3e klasse brengen, dan is diit -een afwijking van het voorstel van Ged. Staten. Zuid scharwoude behoort in de rubriek van d-e ge meenten met 7502000 inwoners en dus in dé Volgens de nieuwe regeling knnneh er omstan digheden zijn, die leiden naar een hoogere klas, zooals vreemdelingenverkeer, veilingwezen enz. Deze behoeven W-ij eohter niet in aanmerking te -nemen, -omdat 'w-ij ze niet hebben en ben ik tegen een plaatsing "in de 3e klasse en voor de plaatsing in de 2e klasse, zooals Ged. Statten dat voorstellen. Dte salarissen kunnen er 'hier best mee door. Jean Soliva wilde wederom zijn gewaaniden neef helpen. Hoe meer hij voor hem deed, -des te beter kreeg hij hem in zijn macht, meende hij. „;Maar hoe moet ik het aanleggen?" dacht de booswicht, toen hij thuis Was. „Vóór alles dien ik te wteten waar die ronidbrengster van het brood te zoeken is. Dat hoop ik morgen uit te vin-den. Waarschijnlijk op -de Bourbónkade bij haar dochter. Ik moet mij even;wel heelemaal onkenbaar maken, vóór ik wieer in -dte buurt kom maar ik heb mij geoefend in die verkleedpar tijen als een tooneelspeler van beroep, dus is dat de minste 'ziwarighei 1." Den halven nadht dacht hij na over verschillende plannen, die hem meer of minder voor uitvoering vatbaar schenen, doch verw ierp het een na 'het andere. Om drie uur in Ben nacht evenwel sprong So liva uit zijn 'bed, stak zijn licht op, wöelde in een koffer met oude kleeding en zocht -daaruit tie armzaligste plunje bijeen, die hij aantrdk. Hij deed daarover heen een gesoheurjé 1011 'gelapte werkmanski-el en nam een zak en een stok met een haak mede, gelijk -de Parijsohe voddenrapers die plegen 'te gebruiken. Na nog zijin gezicht met rood en bruin beteekend te hebben, verliet hij, inderdaad geheel onkenbaar, zijtoe Woning en be gaf zich naar het andere gedeelte der stjad. „Die Spr. /Wijst dan op He 'salarissen van de rijks ambtenaren, -die -men Is gaan verlagen. Er is nog zooveel te doen voor den minderen man, dat spr. niet had venwa'dht' datGed-. St. met dit voorstel zou-ien komen, en B. en W- zou den voorstellen in een 'hoogere klasse te gaan, dan de gemeente behoort. Wat de 15 pCt. aan huur voor de ambtswoning aangaat, hierin zou 'hij misschien kunnen mee gaan jw-ant -f 600 is wei wat hoog. Komt' de gem in de 3e kl. dan zou hij zéggen dat het bedrag van f 600 er Wel af kan. Ook kan ik er niet in mee gaan, waar u den g. o. een salaris wiil geven van f 1100—1500, Dit is met het tegenovergestelde salaris van f920 f960 goed ibetaald. E-r bestaat voor ons dan ook geen enkele reden om de salarissen fce^ verhoogen. Die heer 'Kramer is van meening, Hat men er goed aan -loet met hef voorstel van Ged- Staten te aanvaaarden, omdat men er anders toch niet veel aain kan doen. Er zijn voor ons geen redenen om van dit voor stel af te Wijken. Het' 'beteekent galén vermin dering voor de tegenwoordige functionarissen, ter wijl de g-o. zelfs vooruit gaat op oen salaris van f750f1050- Daarom kunnen wij ons wel vereenigen met het voorst'el van -de 2e klasse. Anders zou hij bezwaarlijk kunnen meegaan om het pensioen premievrij te maken. Daarom doen wij het 'beste met de regeling van "Ged. Staten te aanvaarden, waarbij Ziuid- scharwoude in de 2e klasse wordt ingedeeld -an daarbij het premievrij pensioen te aanvaarden- Ein nu wat de 15 pet. huurwaard© betreft. Voor heen is bet bedrag van f 600 in overleg met -den functionaris vastgesteld. De omstandigheden zijn sindsdien niet veranderd- Wij baden nog niet in het geld. D'e salarieering blijft in -de 2e klasse hetzelfde .zoadat -het" niet gteWensCht is in de huursom verandering aan te brengen. Wij moe ten terdege op onze inkomsten letten en rekening houden met -de -omstandigheden. Wij doen -derhalve 't beste met' de regeling van Ged. Staten aceoord tte gaan en de huurwaarde zoo te laten. Ik kan dus niet meegaan met B. en W- om de gemeente in -de 3e "klas te handhaven, omdat' -dit een meerdere uitgave voor de gemteent-e bgteé- kent van f 1200f 1300. Dat kunnen wij ons niet permit'teeren. De heer Groen heeft weinig toe t'e voegen aan de Woorden van den 'heer Kramer én kan dte ar gumentatie van den heer du B. ook onderschrijven. Met de vorige regeling is door Ged- Stalen re kening gehouden met ide levensomstandigheden en 'die zijn na -dien tijd niet hooger géwordén. Is het zo© dat Gei. Staten voorstellen de ge meente in -de 3de klasse te plaatsen? De voorz. Volgens het bevolkingscijfer zijn wij altijd een klas hooger geweest. Toen behoorde de gemeente in de 2e en ook nu, wanneer men let op het bevolkingscijfer. Dte heer Groen veronderstelt -dat' de raad 'bij -de plaatsing in de 3e klasse indertijd rekening heeft gehouden met de lage salarieering en leze op hooger peil heeft gebracht. Ik vind de tegen woordige salarissen voldoende. -Maar waar ik vrees dat ondanks ons advies de verhoogde salarieering toch za! worden doorgevoerd, zou ik ons stand punt in een aparte nót'a willen uiteenzetten- De heer Dijkhuizen zegt, dat -:1e gemeente vol gens G-ed. Staten in -de 2e kl. behoort. Nu zegt de voorz., -dat -de gemeente altijd' hooger is ge weest dan ze moest. Maar ik -dacht' dat de klas sen vroeger anders w-aren -dan nu. Ged. Staten noemen voor verhooging een stedelijk karakter, hooge levensstandaard, vreemdelingenverkeer, marktwezen, geïsoleerde ligging enz., maar dit geldt voor ons niet. Wij behooren dus in de 2» klasse. Spr. meent te moeten opkomen tegen het vervallen van de pensioensbijdrage. Wanneer de hoogere ambtenaren dit genietten, dan moeten ze ker de lagere anibtenaren -lit hebben. De heer Bekker zegt tegen het voorstel te zijn met het oog óp den z-waren belastingdruk. Ner gens is 'die zooals hier. Voor Zuidscharlw. is het ongewenscht -de hooge salarieering te aanvaarden. En een verhoogiug voor den g.o. van 45 pet< is toch zeker geheel ongemotiveerd. Daartegenover vond ik -de huur van het huis te hoog en stelde ik daarom voor deze op 15 pCt van het inkomen te bepalen. Dte heer Kroon wijst er op dat er door een der spr. is gezegd, -dat de salarissen hier welletjes zijn. De hulpkeurmteester heeft echfer een sala ris van f 2500 en staat dus vrijjwel gelijk met den Burgem. en Secret. Dat is toch zeker een verhou- rondbrengister van het brood," 'daohq hij onaier'wteg, „ze komen altijd vroeg 'op het pad -en ik heb dus nu de meeste kans om Johanna Fortier qe zien te krijgen. Ik ken haar wél niet, doch het eigen aardig oostuum van die vrouwen met haar breed en groot boezelaar zal mij wel op den weg hel pen." Op de Bourbonkade gekomen, begon hij met zijn vodidenrapershaak den afval in -d|e hoeken en de gereedstaande vuilnisbakken te oitdierzoeklen, daarbij steeds zorg dragende van het huis nummer negen ,-niet uit -het; oog te verliezen. Johanna Fortier moeder Mina genaamd nam in sj>ijt van al hare zorgen Tiaar eenmaal begonnen dienst met dezelfde toauwgezeqh-eid waar Om half zes des morgens kwam zij in de bakkerij en nam aldaar hare rations brood in ontvangst,. Terwijl dat brood in de gereedstaande manden en Wagens werd gepakt, ontbeet; zij met de andere rondbrengsters in Je zoogenaamde bakkersher- berg ,daar zij zich veiligheidshalve niet afge zonderd durfde houden en niet als een vreemdle eend in de bijt .wilde beschouwd (wloriden, waar over men allicht ongunstig had kunnen oordeelen. Om alles op tijd 'te doen, stond zjj. reeds om vier uur óp, bracht haar kamer en die van Lucie öp orde, bond daarna haar groote boezelaar voor én verliet het huis.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1929 | | pagina 4