Urouwenhanden MIJNHARD!*'* Ons Modepraatje Welke door huishoudelijken arbeid ruw, rood of beschadigd zijn, Worden weder gaaf, zacht en blank door Doos 30 en 60, tube 80 ct. PUfSOL Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. Laxeer Tabletten 60 ct. Zenuw-Tabletten 75 ct. Staal-Tablettcn 90 ct. Maag-Tabletten 75 et. Bij Apoth. en Drogisten. te weten, en ik dank u zeer voor de genomen moeite. Het doel van mijn komst gold voorname lijk de vraag: of Paul Ar mand al dan niet in leven was. Nogmaals mijn dank mijnheer de pre fekt... iMijnheer Ylin"!.... „Denkt u ons spoedig te verlaten, mijnheer Castel „Ja, ik ga" met den eersten trein naar Joigny, mijnheer." Na een beleefd afscheid ver wijder.te de schil der zich. „Geen t'wijfel meer," dacht hij, bij 't verlaten van het gebouw der Prefectuur, Paul Armand en Ernst Garaud zijn twee verschillende personen. De vader van Marie heeft niets met den laatste gemeen. Maar van waar dan zijin haat tegen de dochter van vrouw Portier? Hoe kon hij aan dat dokument uit 't vondelingshuis komen'? Wie heeft hem daaraan geholpen? .Wie Weet, of dat die neef, die deugniet van ©en Jean Soliva nitet is geweest Hoe 'f zij, ik ben nog niet over tuigd. Ik twijfel nog altijd." Nog dien zelfden dag ging de schilder per spoor naar Joigny. Het toeval wilde, dat hij aldaar zijn intrek nam in 't zelfde hotel, waar men een maand geleden, Jean Soliva. onder den weldsohen titel van baron Arnold de Reisz gelogeerd had'. Welk een eenvoudige huisjapomnetjes kun nen aan ons uiterlijk wel ten goede komen? Het is een verkeerde gewoonte om in huis maar aan te trekken wat er voor dh hand is. Zelfs de eenvoudigste huisvrouw kan er met weinig moeite voor zorgen, in huis een zeke re charme te handhaven, welke charme zij doo.r hare kkeding tevens kan meedeel en aan haar geheele omgeving, haar huisgezin hetgeen haar toch steeds zeer ter harte zal gaan. Voor de kinderen voegen wij hierbij nog een modelletje, dat ook waard is gemaakt en gedragen te worden. Wlelke kleur? Ach, voor kinderen zijn de kleuren niet zoo voorgeschre ven als vpor grooteren, zoödat de kleur gerust bijzaak is geworden. Natuurlij(k zal bijl ons modiel effen het best voldoen, omdat daarop de eenvoudige versiering Ijet best zal uitkomen. De randen van het jurkje behoeven niet be paald in een andere kleur gemaakt te worden. Goed van dezelfde stof kan zeer goed dienen waaruit in ieder geval ook het ceintuurtje moet bestaan. De aandacht van het jurkje wordt al leen gevestigd door het plastron, dat van iets levendiger effen kleur mag zijn. Het geheel zal zeer voldoen als smaakvolle kinderkleeding terwijl bij dit model 'eenvoudigheid en degelijk heid ook hand aan hand gaan.' V f „DE WANDELAAR." Bij den uitgever A. G. Schoonderbeek te Laren (Gooi), verscheen, onder redactie van Ririke Tolman, het eerste nummer van „De Wandelaar," een maandschrift dat gewijd is aan natuurwaardeering, natuurbescherming, heemschut, geologie en floklore. Onder de paar dozijn medewerkers zijn er vele, met klinkende namejn./ Na een inleidend woord van redactie e,n uit gever is het Johan de Mieester, die het eerst, aan het woord komt. In een fijn-geestig causej- rietje „Wandalen" toont hij de geneugten aai' van diezen tak van sport en sigjnaleert hij het,' fietsersgevaar in ons land, waar, volgens de uitspraak van Charles Benoist „Ie hollandais; est un animal h bicyclette." A B. Wigman schetst den winterwandelaar, als „homo sylvaticus" en vindt in zijn relaas van een tocht door de bosschen gelegenheid al lerlei boeiende bijzonderheden te vertellen van, herten, wilde konijnen en heej veel meter. Prof. dr. A. van Veldhuizen leidt ons naar;' het Zanidgat of den IJzeren Man te Vries-Zuid- faren. waar zich een ideale badplaats bezig is te ontwikkelen. Do heemschutter Henri Polak heft een „Gooi- schen klaagzang" aan en stelt in zijn betoog) o.a. vast, dat het Gboische schoon met rassche1 serheden zijn ondergang tegemoet gaat. In eer* volgend artikel zal de schrijver uiteenzetten, wel ke mogelijkheden tot redding nog bestaan. Naar hiizonider landschappelijk schoon voert ons J. B. Be mink. die de natuur-historische at tracties opsomt van het Mblenven, een particu lier Twentsch natuurmonument, dat het bezit is van het museum „Natura D,ocet" te Dfene- kamp. Houtvester M. de Koning neemt ons, als 't nieuwe jaar zijn intrede heeft gedaan mee op een wandeling doo.r de bosschen, waar vogel •en zoogdier op boeiende wijze blijk geven van, hun presentie. Het stille wintersche greidege- bied in Friesland is het, van welks Januari- weelde Ds. R. J. de Stoppelaar geestdriftig vertelt. Op een genoegelijke wijze komt Prof. dr, E. van Everdjngen over ouderwetsche winters. Met Prof. dir. I. van Baren maken de lezers, een geologische wandeling langs het strand en worden zij o.a. uitvoerig en bevattelijk in gelicht over het belangwekkende probleem der duinvorming Tenslotte wijdt Ds. J. I. van Schaik woorden van waardeering aan het bekende natuur-histo rische. verzamelwerk „De tooi der getijden." "Een redactioneel sluitstukje vult een deel van de laatste der 32 pagina's, die behalve een af wisselenden tekst een keur van vele verrassie[n- de illustratiën brengen, natuurfoto's en pertee- teekeningem.' (Vervolg van die 1ste Pag.) De prefect las,den brief en zei'daarop: ,,0|nzo gemeenschappelijke kennis., de secretaris-generaal, verzoekt mij, om mij ter uwer beschikking' te stellen. Het zal mij hoogst aangenaam w«zcn, mijnheer Gastei, iemand van uw naam een dienst te kunnen new ijzen. Mag 'ik weten, jwiat 'er van uw verlangen is?" „Ik wilde gaarne, mijnhSer de prefect, eenige Viizonderheden vernemen aangaande zeker iemand, die hier, te Dyon, moet geboren zijn: ik be loei mijnheer Paul Armand." „De naam is mij onbekend, loch zoo, u bijge val liet jaar of nog beter den datum zijner ge boorte weet, kunnen wij de registers" gemakkelijk raadplegen." Dc schilder bracht zijn notitieboekje te voor- schijn en dikteerde liet volgende: „Paul, Ho- noré Armand, geboren -21 April 1832, te Dyon, zoon van Cesar Armand on van Claire Soliva." „Zijn lieroep ,.Werktuigkuindige „Goed." De prefekt liet de bel overgaan, reik te den binnenkomenden gerechtsdienaar het door hem beschreven stuk papier over en'zei daarbij: „Breng dat aan mijnheer Duval en zeg, lat ik onmiddellijk de 'desbetreffende akten moet hieb- ben." De „Eugenia." Zóoais dezer dagen gemeld werd is éen aanvang gemaakt met de werkzaamheden om het Grieksche s.s. „Eugenia" van den Helder-'' schen zeedijk te halen. De huidige positie van het schip vanuit de lucht) gezien. i Lieveling, ben je me trouw bleven, terwijl ik weg was? Zeker schat, ik heb me maar 2 keer laten kussen. Wie waren die twee? D'f. voetbalclub en het zevende regiment. (Lief)' engeiaar, die te water is geraakt":. Bekommer je niet om mij. Red de visch. (Passing Show.) - Vader, giraffen eten geen appels. Denk je 'dat? Dan zal ik het je eens la ten zien. i Vader, u heeft toch gelijk. Ze eten wel appels. (Lustige Blatter.) De gerechtsdienaar verwijider,de zich. De prefekt wendde zich wederom tot den schil der. „Ge zoudt gaarne als ik mij niet vergis, uitvoeriger berichten omtrent, den bedoelden, per soon" willen hebbeji, dan vvij 'hier uit de officieele aanteekeningen kunnen putten, niet waar? Bizon- derhedén van meer vertrouwelijken aard, is 't niet? Welnu,, ik geloof, lat ik u Ook daaraan, zal kunnen 'helpen. We'hebbeo hier, op de pre fekt uur, een 70-jarigen ambtenaar, een ma:n met ©en geheugen van' staal en dien ik,, hoewel .zijn werkkracht merkbaar is afgenomen altijd maar in dienst blijf houden, daar ik overtuigd ben, dat hij 'zijn-pensioneering, niet lang.overleven zou Die goede vriend weet zoowat alles, wat er in de laatste 50 jaar te, Dyon gebeurd is." De prefekt liet andermaal de bel overgaan en den heer Ylin zoo heette de bejaarde ambtenaar binnen komen. 't Was oen klein, mager manneke, met sneeuw wit haar, heldere oogen en een verstandig gelaat'. De prefekt vroeg den ouden heer, of hij zich een zekeren, te Dyon geboren, Paul Armand nog herinneren kon. Ylin' dacht even na en antwoordde toen zonder aarzeling: „Paul Armand moet, als ik niet in de war hen, in 't jaar 1832 geboren zijn." „Ja, dat komt uit." Wat is er gebeurd? Heb je een ongeluk ge had? Nee. Ik wedde met Kees, -dat hij me niet een ladder op zou kunnen dragen, en tk won. (Gemuetliche Sachse.) „Zijn moeder was een Soliva, een naaister, als ik mij 'niet vergis. Vader en moeier stierven kort na elkander, Paul was de eenige zoon. Hij bezocht te Ohatelons de polytechnische school en ging vervolgens naar het buitenland." „"Vaar hij gestorven is, niet waar?" „Wel neen. Hij1* maakte zijn 'fortuin als deel genoot van een grootte c-A merikaansche fabriek te New-York. Ik 'heb dat dikwijls genoeg in de krant gezien. Op het oogenblik is hij weder te Parijs, w:aar'hij, gelijk men beweert, een kolossale fabriek van stoomwerktuigen Ihoet hebben op gericht. Ja, ja, dat is een jongen geworden, die zijn vaderstad alle ©er aandoet. Ik heb hem ge- keud ,toen hij 'nog zoo'n dreumes was. Familie van denzelfiden naam heeft hij niet. Wel een n|eef, een neef van moederskant, weet ge, een zeker® Jan Soliva, een deugniet van belang, die eens, i bij verstek, tot drie jaar gevangenisstraf wegens diefstal werd veroordeeld. Maar dat zal nu, laat me eens*zien, omstreeks 24 jaar geleddn zijn, en als de gauwdief in al dien tijdi niet gestorven is, hij zeker nu hier of daar in het tuchthuis." i Op dit oogenblik k'wam de gerechtsdienaar met de verlangde akte terug. „Heeft u aan (deze gegevens genoeg, mijnheer?" vroeg de prefekt aan Etieiïne Castel. „Och ja, mijnheer. Ik 'weet nu, wat ik wienschte - DIRKSHORN. Woensdagavond gaf de Chr. Zamgvereeni- g:ng, „Crescendo" onder directie van den hr. G. Troost een uitvoering in de Gier. Kerk al hier. En zij heeft haar beste beentje voorgezet. De verschillende nummers werden door dé aanwezigen met belangstelling gevolgd, en er werd dan ook mooi gezongen. De inzet was al heel goed, want'het eerste nummer „Hymne" van F. Silcber klonjk on- yberispelijk. Het ..O, laten wij aanbidden" en- ,.ln mrnschen welbehagen" kwam mooi uit in „In den Kerstnacht." Wij kunnen niet alles nagaan, wat dien avond is gegeven, maar willen nog noemen ..Barca- rola" van M. Zijdeirlaan„Sneeuwklokjes' van H. W. do Wolff en „Minnegroet" van J. B. Kolkman, die ons zeer goed bevielen. Tot slot een mooi vaderlandsch lied „Mijn Nederland" van H. W. de Wolff, dat krachtig werd gezongen. Var een drietal nummer.s, door een dubbel- kwartet gezongen, voldeed ons het best „We derzien" van C. S. Adema van Scheltema. Een complimentje aan Mej. A. Wiersma, die j een tweetal solo's met pianobegeleiding van den Directeur zeer verdienstelijk zong. Ook bet orgelspel, ter afwisseling gegeven,. bleek in goede handen te zyh. Heit bedankje aan het einde door Ds. Bouma gegeven aan Zaïngvereemiging en Directeur, was wel' verdiend. Het was voor hen een succes, en voor de aanwezigen een mooie avond. Nadat samen gezongen was Ps. 68:10, ging Ds. Biouma, dis ook het sam'enzijn met gebed geopend had, in dankgebed voor. De feestelijke herdenking van de Uinie van Utrecht. De Burgemeester Dr. J. P. Foc- kema Andrea legt e'en krans aan den voet van het standbeeld van Jan van Nassau, den geestelijken vader der Unie. Zien wij eeins naar bijgaand modelletje. U zult het direct moeten beamen, dat het haast met eenvoudiger kan, maar tevens zult u op merken, dat het ontwerpje bij alle eenvoud, tcch ook niet smaakvoller kan zijn. Voor dergelijke huisjaponnetjes, waarmede de vrouw te allen tijde en overal mede voor den dag kan komen, nemen we natuurlijk het liefst een min pf Imjeer bewerkte stof met klei ne motieven, die in' kleur bij qns passen. Gj-oote motieven zouden het eenvoudige jurkje al gauw tot iets opzichtigs maken, het geen niet de bedoeling mag zijn van een huis- japonnetje.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1929 | | pagina 6