Wat wel eens vergeten wordt
werd de bovenkap stuk gehakt- Het eerst be
reikte men de vrouw, doch deze kon men niet door
het gat krijgen. Vervolgens kon men het u-jarig
meisje bereiken, dat nog flauw teeltenen van leven
gaf, daarna het 7-jarig zoontje en, nadat men het
gat grooter gemaakt had, de boierin.
De drie laatstgenoemden werden binnenge
bracht bij de familie Van der Horst-
Inmiddels was de Eerste Hulpdienst met twee
doctoren ter plaatse gekomen, en hoewel dezen,
tezamen met den in de nabijheid wonende dr. Brom
mer, gedurende ongeveer twee uur kunstmatige
ademhaling toepasten, gelukte het niet bij de boerin
en haardochtertej Adriana en het zoontje Gerardus
'de levensgeesten weer op te wékken. Een gees
telijke heeft hun nog de laatste sacramenten kun
nen toedienen. I
Na door dr. Hulst gerechtelijk geschouwd te
zijn, zijn de lijken naar de ouderlijke woning over
gebracht.
Dc tentwagen werd op het droge gebracht-
Na van droge kleeren te zijn voorzien., zijjn de
Overlevenden per auto^s naar hun-woim'ng vervoerd.
Het gaafd heeft men kunnen redden;
Een en ander uit het Kerkelijk leven van Broek op
Langendijk en Zuidscharwoude in de zeventiende,
achttiende en negentiende eeuw
Nadruk verboden.
13. Item des Saturdags van twaalf tot twee
ueren moeten vaceren om de kinderen vragen en
gebeden te doen opzeggen conform de Gerefor
meerde Beligie: welken aangaande hij sal subject
zijn de visitatie en examinatie van den Predicant
en ouderlingen volgens de sinodale resolutie en
opgevolgde placaten van haar Edel Hoogmogende.
Het komt ons waarschijnlijk voor, dat dit arti
kel aldus gesteld is, om de Boomsche kinderen
ter wille te zijn. Zij zullen deze Zaterdagsmor»-
gensschooltijden niet hebben behoeven bij te wo
nen.
14. Ook geen schoolgelt mogen eyschen van
kinderen die zelfs of" hare ouders zijn onder pu-
blique alimentalie.
lf>. Geen kinderen beletten om boeken, pa
pier of ander schoolgoet te gebruyken dat niet
van hem maar elders zal zijn gekogt.
16. Ook ten eynde van ieder week het schoei
doen vegen en opruymen.
17. Verder alles moeten waarnemen, wat tot
het coster- en sehoölampt behoort schoon 't, zelve
niet. in deze artikelen mogt zijn geinsereert en
zulks generalijk allés betragten 'tgeen een nug-
teren, beqüaam en naerstig coster en schoolmees
ters ampt schuldig is en behoort te doen.
Hit artikel is heel rekkelijk; aan de verplich
tingen kwam geen einde. "Waren enkele heel zorg
vuldig gestipuleerd, er waren er nog veel meer,»
die niet, werden genoemd.
We willen even aantoonen, dat de schoolmees-
ter_ H niét allen naar den zin maakte.
Immers later werd besloten:
„de schoolmeester s,al ook beletten 't dobbelen
der kinderen buyten de school, in 't middaguur."
Hit zat er toen dus ook al in; of bedoeld werd
het rad van avontuur, de rollebol of de streeo-
cent,, méldt dé geschiedenis niet.
Heel gedienstig had de coster te zijn voor den
predikant; jegens de kerkeraad had hij zijn ge
wone verplichtingen: „so dikmaals het kerkeraad
is sal de coster de tafel en sitbanken van stoffe
reynigen"een beslist noodige maatregel; en, dan
heet het verder: „voor den predikant sal hij aan
t eynde der taefl een stoel setten op 't choor ,en
na gehouden kerkeraadsvergadering wegnemen
Of de ouderlingen en diakenen maar moesten zor
gen een stoei te krijgen?
Of was er eenige wrijving tusschen „den do
minee en den coster?" Wij vermoeden dit zeer
sterk.
Later hopen we hier nog wel eqns op terug te
komen.
(Wordt vervolgd).
Plaatselijk Nieuws
N O 0 BD SC HA BW 0 TT DE,
2en Paaschdag werd door de Haagsche Politie-
Tooneelvereeniging „Dindua" de eerste prijs-
winster in den door „Het Kleine Tooneel" uitge
schreven tooneelwedstrijd in de tooneelzaal van
/Concordia" voor het. voetlicht gebracht „Ge-
(Martha had een hooge kleur gekregen, maar
geen valsche schaamte weerhield haar om te han
delen zcoals de dokter 't haar had gezegd.
Germaine had blijkbaar haast om mee te deelen,
wat zij op» 't hart had. In de donkere oogen met
blauwachtige kringen was een koortsachtige goeld.
„Och, mijnheer Bord et," sprak zij, zoodra zij
Martha's tred op de trap had gehoord, „zou u zoo
goéd willen zijn de deur op het slot te "doen?T
En toen de dokter aan dat verzoek had voldaan en
weder bij het ziekbed had plaats genomen: ,,U
moet mij de waarheid zeggen, ik ben bereid alles
aan te hooren. Vrees dus niet mij te beangstigen
'Ik wil weten, hoe lang ik nog te leven heb, of
ik op eenige dagen dan wel op eenige; uren heb
te rekenen."
Bordet wilde daartegen protest aanteekenen,
maar Germaine liet hem daartoe geen tijd. ,,Ik
maak mij hoegenaamd geen illusje's meer,' her
nam zij. „ik weet zelf maar al te goed, dat ik
reddeloos verloren ben^lj De dood schrikt mij niet
af, voor mij persoonlijk 'heeft het leven reeds
alle waarde verloren Maar mijn kindmijn
arme, lieve Martha wat moet er van haar wor
den, als ik er niet meer zal zijn?"
„Nu, nu, kindlief, uw toestand is minder hope
loos dan je zelf wel denkt,I|"
„Wat ik u bidden mag, mijnheer Bordet, ga
mij of u zelf niét vleien met een ijdele hoop. Ik
kocht en Betaald", een tooneelspel in 4 bedrijven., j den. Om het verlaten land wefer te, bevolken,
De uit het eerste optreden alhier ons weibeken-maakten de grondspeculanten een geraffineerde
de tooneelspelers(sters) vervelden .hier de, hoofd reclame. Opnieuw trokken .-gBoote scharen over
rol. i «en Oceaan, otn eenzelfde lot te, ondergaan als
Konden wij toen genieten van „De Distel",^ hun voorgangers,
thans werd opnieuw genot geboden met de op-G Eer. groot aantal trok uit de Vereenigdé Staten
voering van dit tooneelstuk. ook al moeten wij"! naar Canada, waar de toestand al niet veel beter
voering van dit tooneeistuK. ook ai moeten wij
erkennen, dfet „De Distel"' ons meer voldeed. 1 was,
Dit neemt echter niet weg, dat de vertolking,
in „de" goede handen berustte en het publiek
dé zaal was goed bezet eeh aangenamen avond']
heeft gehad, dat zich uitte in een waardeerend j
applaus.
Wij kunnen dan ook gerust zeggen, dat de too-
nëelvereeniging haar hier verworven naam niet
alleen iieeft hooggehouden, maar deze nog meer
toestand
Ook daar wachtte een zwar e «trij'd.
En voor vele kolonisten is de weg niet mef
ozen bezaaid geweest 1
Uit den Omtrek
bekend heeft gemaakt.11
De 9 spelenden „verstonden" elkander en werd
er vlot «pel gegeven. De rollen zaten er goed in.
Het decor deed warm en aangenaam aan en was
geheel in overeenstemming met het stuk.'1.
Ook de grimeering was uitstekend verzorgd.
Aan "het einde werd namens de spelers door den
regisseur aan het publiek dank gebracht voor 'de
groote aandacht waarmede het spel werd gevolgd
en voor de stilte waardoor deze aandacht werd
gedemonstreerd,
Deze twee groote factoren mochten zoo zei
de spi\, zeker tot vóordeel strekken voor de
bezoekers bij hun optreden in de stad.
De emigratie heeft altijd een belangrijk onder
deel uitgemaakt varid e politiek der Vereenigde
Staten. En ook thans wordt hieraan een voorname
plaats toegekend. Te verwonderen is dit niet. De,
geheele bevolking der Vereemigde Staten is biina
ontstaan uit emigranten van Europeesche landen.
Een groote rol hebben daarbii de Germaansche
volken gespeeld, vandaar dat men de Unie (met
Canada) vaak het Germaansche Amerika noemt,
in tegenstelling met 't overige, Latijdsche Amerika,
Vooral de 19e eeuw heeft een sterken stroom van
Europeesche kolonisten den Oceaan zien overste
gen. van 18201911 zelfs 29 millioen. En .otn
te laten zien hoe die emigratie toenam, latlem
wii hiei eens enkele cijfers volgen. In 1820 .ontving
de Unie er 8000 in 1840 84.000, in 18S0 150.000,
in 1900 440.000. in 1907 1.285x00, van 191 19(1:
zelfs 8.6 millioen.
Vele, ze,er vele gelukzoekers hebben hun doel'
bereikt. Maar ook zeer velen is het allesbehalve
voor den wind gegaan.
De ontzettende vermogens, die men in de Ver-
eenigde Staten aantreft, vinden vo»or een niet on
belangrijk deel hun oorsprong in de grondspe-
culaties, die in en na den grooten Noord-Ampri-
kaanschen burgeroorlog (18611865) zijn te zien
geweest. De winsten, toen gemaakt, gaan elke
becijfering te boven. Geheele „hertogdommen"
raakten in handen van maatschappijen en particu
lieren. En er kwam nog bij, dat het de bestewaren,
in dc nabijheid van spoorwegen en afzetmarkten.
Want de grondspeculatie liep ongeveer gelijk o,p
met den koortsachtigen spoorwegbouw en specu
latie in spoorwegwaarden. De Staatsgrond kwam
bijna geheel in handen van speculanten.
Maar 'het gevolg hiervan is voor den Europee-
schen cmi.pant, met allerlei middelen naar cifc
Vereenigde Staten gelokt, alles behalve prettig
geweest. Want naast hem, den farmer,Verscheen
eèn gevaarlijken, neen doodelijken concurrent, het
grootlandbouwbedrijf inet een kapitaal eri arbeids
intensiviteit, nog. nooit gezien. Hiertegen was geen
concurrentie mogelijk. En de tijden van 50 en 100
jaar geleden, waarinjde farmer nog niet produ
ceerde voor de wereldmarkt. Voor het allergroot-
dccl zelf produceerde wat hij voor zijn bedrijf
noodig had. Die tijden waren voorbij. Hij: werkte
voor die markt en die markt werd voor hem steeds
ongunstiger. De prijzen van het graan daalden ril
maar odor ,hetgeen z'11 oorzaak vond in de ont
zettende uitbreiding van den graanbouw. De lasten
ojj de farms, de hypotheken, werden steeds druk
kender..,Den met zooveel moed den Oceaan over-
gestokeri emigrant bleef niets anders over 'dan bij
verdiensten te zoeken of anders z'n farm geheel
te verlaten. Vervallen en verlaten farms 'zag men
overal. In Docata was welhaast geen farmer te
vinden, die niet bereid was z'n farm te verkoopen.
in Vermont kon men grond koopen tegen prijzen
niet veèt hooger dan die voor grond in de Wes
telijke tSaten: zooa'fs men begrijpt voor ongeveer
niets. In New Hampshire lagen duizenden acres
koren- en maistand braak en werden woeste gron-
zov. zo ogerust kunnen sterven, als ik de zeker
heid bezat, dat de wetten van mijn land bescher
ming verleenen aan mijn dochter."
„Alvorens een beroep te doen op de landswet
ten," bracht de dokter in 't midden, „zouden wij
wellicht den steun van Martha's vader kunneu
eischen." r
jMarth aheeft geen vader," antwoordde de arme
moeder met een geluid als een snik.
„Niet?"
„Neen, 't kind van een eerlooze, die mij bedrogen
heeft en lafhartig aan mijn lot heeft overgelatjen,-"
III.
Na eenig stilzwijgen hernam de dokter: „Miaar
u badt toch je eigen familie?"
„Toen 't zoo ver kwam, alleen mijn moeder, mijn
heer Bordetjl. Arme moeder! Zou zij de schande
en de veelatenheid wel lang overleefd hebben?"!
„Blijf bedaard, wijn arm kind, en laten wij samen
eens nagaan, wat er te doen isZoo uw moeder
nog leeft, is 't altijd mogelijk haar pp te sporen.
Zij heeft u misschien gevloekt, maar als zij dat
onschuldige kind, dat lieve engeltje ziet, zal zij
,wel eindigen met vergiffenis te schenken. Het
moederhart je voelt het zelf heeeft schatten
van toegevendheid."
„Die verdien ik niet, doktert Ik verdien geen
genade van haar kant."
ONNVE1L1GHEID IN NOORD-HpLLAND
Is Alkmaar wekenlang het arbéidsveld van een<
paar inbrekers geweest, die zich toegang tot ver
schillende perceelen verschaften, waarvan biekend
was, dat de bewoners afwezig waren, thans war
den herhaaldelijk inbraken uit de noordelijker ge
legen dorpen gemeld.
SINT PANCiB,AS.
De tooneelvereemging' „Kunst naar Kracht'*
alhier heeft op den 2en Paaschdag weder blijk
gegeven van herwonnen levenskracht. De zaal in
café „De Driesprong" was flink bezet. 'Opgevoerd
werd het blijspel „Een halsbrekend Huwelijk" en
een nastukje. Er was door de leden flink gestu
deerd onder leiding van den heer Loevens uit
Alkmaar, hetgeen aan het spel duidelijk was te
merken. Er werd zeer vlot en goed gespeeld, zoo
dat alle leuke gezegden en dwaze situatie's in
beid estukken utnemeind tot hun recht kwamen
en door een dankbaar publiek met applaus werdén
beloond. De rolvastheid liet niets te wenschén
over en ook de tooneelaankleeding was in de
puntjes verzorgd. Alle medewerkenden met name
te noemen is niet doenlijk, allen zonder uitzonde
ring hebben zeer goed gespeeld, zoodat Kunst
naar Kracht met deze uitvoering weer een zeer
goeden indruk heeft gemaakt, waarop de leden
met voldoening kunnen terugzien.
Algemeen Overzicht
Geen groene Paschen, niet naar de
bollenvelden. Brandgevaar in
bosch en hei. Maatregel tegen
baldadigheid. Stopzetting der
vogelvoedering. Afnemende werk
loosheid in 1928. Zestienduizend
mijlen door den aether: Kootwijk-
Sydney. Onze vliegmarine naar
yylndië. 't Kellogg-Pact.
Talrijk waren de scharen, die zich den vorigen
Zaterdag opmaakten in stad en land om de beide
Paasehdagen er eens uit te trekken. Het Paasch-
feest, het feest van de Opstanding, van de her
leving ook in de natuur om ons heen, lokt na Sde
wintersche maanden meer dan eenig ander feest
jong en oud de vleugels uit te slaan en zich; traites
eigen woonplaats te gaan vermeien in het ontlui
kend schoon der Lente. Maar, óf de mensch aan
het Paaschfeest al gaarne gedachte aan Lente-
weelde verbindt, de natuur volgt haar weg en
laat zich niet beinvloeden door menschelijke ver
langens. Zoodat we maar hebben af te Wachten of
Paschen mee of tegenvalt en als dan na zoo'n zo-
'mersctien dag als Zaterdag voor Paschen door
menigeen de winterkleedij op zij gelegd wordt en
de eerste Paaschdag doet ons nog; eens duidelijk
gevoelen, dat 't nog geen zomer is, och dan moe
ten we toch heusch maar niet mopperen. We we
ten toch immers, dat Maart zelfs op den laatsten
dag zijn staart nog roeren kan om van April, die
doet wat hij wil, niet wat wij graag zouden wil
len, maar niet te spreken. De bloembollenvelderi
Ze hebben deze Paschen al bitter weinig te zien
opgeleverd, maar de teleurstelling in dezen dan
ken we al weer in hoofdzaak aan ons zelf. Maar
dat komt late rwel terecht. Het reisseizoen, dat
we, ook al een beetje voorbarig, voor aangevan
gen houden, heeft om te beginnen al weer tot een
waarschuwing geleid.
Dé drectiie der Nederl. Heidemaatschappij heeft
een waarschuwend woord laten hooren tot al de
genen; ,die in bosschen of heidevelden komen om
toch voorzichtig te zijn met het aanleggen van
vuur. In onzen modernen tijd, waarin om zoo te
zeggen het kampeeren aan de orde van den dag
is en waarin voor velen uitgaan en bampeeren
synoniem zijn, is deze waarschuwing zeker niet
overbodig. Er wordt zoo van jaar tot jaar nog
menig stukje van ons mooi bosch- en heidebezit
door het vuur vernield, dank zij veler onvoor
zichtigheid. Onvoorzichtigheid en baldadigheid.
Lazen we niet dezer dagen, dat een der mooiste
..Maar de vader, de vader van uw kind) Ger
maine. die leeft toch nog, niet waar? Hebt' 2ë u
ncioit tot hem gewend?"
..Ik heb er wel moeite toe gedaan, maar ik
weet niet ,waar ik hem zoeken moet." i
„Zijn naam kent se toch?"
„.Gabriël." J
Gabriël is een voornaam. Hoe nog meer?"
„Ik weet het niet. Ik heb het hem noojt gift-
vraag, het nooit durven doen. Bovendien was het
mij destijds onverschillig. Ik twijfelde zelfs geen
«ogenblik aan zijn eergevoelik was met blind
heid geslagenik was misschien wel krank
zinnig Zij barstte is snikken los en verborg
't bleek e, vermagerde gelaat in haar kussen.
Dc dokter liet haar geruimen tijd met rust
en toen zij langzamerhand weer wat was bijgekomen
begon hij opnieuw: „Hoor eens, mijn kind, 'tl is»
ïiog altijd mogelijk, dat ge zoowel uw moeder als
den vader van uw kind heel verkeerde gevoeHis
toeschrijftZoo 't mij een9 gelukte enl met:
wat goeden wil, hulp en geduld kan men zooveei
gedaan krijgen zoo. 't mij eens gelukte beiden
weder te vinden en de overtuiging* te erlangen, dat
ze uw kind niet aan haar lot zouden overlaten,
dan zou dat zeker voor u een groote troost we
zen, niet waar? Welnu, vertrouw mij dan ook
{en volle en breng mij op het goede spoor."
„Ik verlang niets liever, dokter;!"
bosschen van de Veluwe door den eigenaar voor
de vrije wandeling was gesloten, omdat hij zijn
mooi ibezifc wenseht t<i vrijwaren tegfeSh de verniel
zucht der baldadige jeugd? En mopperen we
wel eens! «—niet ten onrechte wanneer bij het
doorkruisen van bosch en heidegrond, telkens
weer voor een afrastering komën te sta'an
Alles heeft zijn tijd in de wereld. Ook de vo
gelvoedering, waartoe in de schrale wintermaan
den a'rin allen kant werd opgewekt. De vogels
kunnen het zoo zachtjes aan wel zonder onze hulp
stellen. Erkentelijk voor den genoten onderstand
jzullen de vogels er wederom prijs op stellen voor
izich zélf te gaan zorgen en dit moet in de hand
gewerkt worden! Men kan de vogels ook al te
gemakkelijk' maken en dat'';zou er op den duur
toe kunnen leiden datze ónS' als verdelgers van
allerlei klein gedierte en als zuiveraars van het
geboomte in den steek gingen laten. En, dat heb
ben de vogelvrienden toch niet aan hen verdiend-
Een van de naweeën van den grooten oorlog is
wel het verschijnsel, der werkloosheid, dat een
internationaal verschijnsel is. Of de groote oorlog
alleen de oorzaak is? Misschien niet. Gedurende
de laatste zeven, acht jaren kwam er in de werk
loosheid, behoudens enkele schommelingen, wei
verandering. Doch, in 1928 leek het alsof er een
keer ten goede begonnen was,, of dus de werkloos
heid minder begon te worden. Blijkens de in het
Maandschrift van het Centraal Bureau voor de
statistiek gepubliceerde cijfers was er in ons land
over het jaar 1928 belangrijk minder werkloos
heid, dan in het onmiddellijk daaraan vooraf
gaande jaar. Belangrijke verlaging van het per
centage wordt bijv. aangegeven voor de diamant
industrie, de bouwbedrijven, de lederindustrie, de
metaalindustrie, de drukkersbedrijven e.m.a. Aan
een en ander valt voor de toekomst te ontleenen,
al was het begin van het jaar niet schitterend.
Maar daarvoor is de voornaamste factor wel da(-
delijk aan te wijzen, cle lange en strenge vorst.
Be recbtstreeksche draadlooze verbinding met
Indië, welke het vorige jaar tot stand kwam
heeft ons land, zoo het al dan niet aan de fepits
is komen te staan, een voorname plaats verzekerd
op radio-telefonisch gebied.
Dit, gevoegd bij de Nederlandsche vliegpresta
ties in 1927, geeft er alle aanleiding toe genoemd
jaar als een voor ons land zeer belangrijk jaar aan
te merken. Maar, we zijn er nog niet. De „Rijks-
kortegolftelefoniezinder" (wat hebben we in onze
schooljaren niet gezocht naar een woord van zoo
veel lettergrepen!) te Kootwijk heeft! een zeer dui
delijk recbtstreeksche verbinding gekregen met
Sydney in Australië, dat is dus een rechtstreek-
sche draadlooze verbinding over een afstand van
ongeveer zestienduizend kilometer! Dtei gesprekken
kwamen vlot en duidelijk over, wat een van de
Australische sprekers de uitroep: It is wunderfulU"
ontlokt moet hebben. Precies! Er zijn geen af
standen meer.
De afreis van een drietal M^rine-vliegbootem
naar Indië, de D 21, D' 22 en D 23, werd vastge-»
steld op deze week Woensdag. De bemanning
tplt negen koppen. Doel van den tocht is niet het
verbeteren van het record. Dioel is in de eerste
plaats de vliegtuigen over te brengen naar Indië.,
Verder wordt er mee beoogd en bereikt
een flinke oefening van het personeel en dan
ook „vlagvertoon", dat uit den aard der zaak al
leen eenige waarde heeft voor de plaatsen waar
landingen geschieden. En dan is er een belangrijke
vraag, waarop de thans ondernomen vlucht het
antwoord mogelijk zal maken, namelijk of voor
een eventueele vaste luchtv.arbinding met Indië
land vliegtuigen dan wel watervliegtuigen 3e voor
keur verdienen, zij voor de geheele route of
voer een gedeelte daarvan. Bij deze vlucht wordt
als regel aangenomen één dag vliegen en eéln,
dag stil liggen voor het innemen van benzine
en olie, nazien der motoren enz. wordt 'snachts
niet gevlogen. De vlucht wordt 'gemaakt in 14
étappes, zoodat de geheele reis ongeveer een
maand zal vorderen. Ongetwijfeld zullen velen in
'den lapde de negen vliegers met belangstelling
volgen op hun tocht, die toch zeker weer te be
schouwen is als een onderdeel van de voorberei
ding va,n wat de toekomst wel zal brengen: een
geregelden hiehtdienst op Indië.
Blijkens het voorlóopig verslag van de Eerste
Kamer over het ontwerp van wet tot goedkeu
ring va,n het voorbehoud tot toetreding tot het
Verdrag van "Parijs van 27 Augustus 1927, het
Kéllogg-Pact, door de Tweede Kamer op 1 Maart
Act Pact ingenomen. Er waren er, die weinig 'ver-
j.l. aangenomen, waren niet alle leden bijzonder met'
wachting koesterden, sommigen zagen er een moge.-»
„Germaine is ook slechts een voornaam, u hebt
ook een familienaam?"
fa, maar dien heb ik nooit gedragen, sedert
ik moeder verliet, nooit genoemd. Ik heet Ger
maine Sollier."
„Germaine Sollier Goed, dat vergeet ik niet
meer. En waar woondet gij. toen ge uw moeditl
verliet om je minnaar te volgen?"
,,Te Parijs, dokter. We waren arme menschen.
Mijn vader was tijdens zijn leven ma.gazijnknecht
in een entrepot van aardëwerk, 'in do rue dies
Petites-Ecuries, waar wij ook onze woning had
den. Vader verdiende niet veel, maar mijn moeder
vermeerderde de schrale inkomsten door hier eh
daar uit werken te gaan. In 1878 stierf miijn
vader, die zich overwerkt moet hebben, in 't
Gasthuis. 'tWas voor mijn moeder een hard lot
zoo te moeten achterblijven met een kind van
twaalf jaar. Ik werd in de leeir gestuurd; bij een
modiste in de buurt, maar verdienen deed ik
nog niets. Dat waren benauwde jaren voojr otisi,
dokter# Dank zij de aanbeveling van een rijken,
koopman in onze wijk, kreeg mijn moeder einde
lijk een plaats als concierge in 't huis >Nfc>. 57 bis
van "de rue Mironesuil. Dit was een groo.te lots
verbetering We hadden woning, vuur^ licht,
■een wekelijksch inkomen en daar kwam zoo, nu
en dan van de verschillende bewoiers wel hét
een en ander bij."