Liefde en Misdaad FEUILLETON De Moord van Saint-Ouen. Zeker weer str oop aan den knikker. De eerste zaak tegen .Willem W„ landbouwer en officieel proefkonijn te Egmond Binnen, liep al direct fout. Hij moest in hooger beroep terecht staan wegens verboden vervoer van een fasant, voor welk feit de kantonrechter hem een; boete van 50 spie of 1 dag had opgelegd. Het was eigentlijk een z.g. principieele zaak en afgespro ken werk tusschen Gerrit Mine de rijksveldwach ter en .Willem, omdat men uitgemaakt wil, zien hoe de oude wetgeleerden van den Hoogen Raad over deze faisantenkwestie denken en tot oplos sing zullen brengen. Maar de behandeling werd niet verder voortgezet, en president mr. Ledeboer die souffreerde aan een acute stemvertroebeling gaf last de volgende zaak uit te roepen. Risico voor den straatventer. De koopman in kunstvoorwerpen, in casu kar tonnen wandbordjes, H. G. Clir. gedomicilieerd in Nergenshuizen, had het te Bergen gewaagd om zijn artikelen uit te venten, zonder in 't bezit te zijn van een door B. en W. verstrekte vergunning Veldwachter Tamminga zat er op als 'n bok op de haverkist en plakte mijnheer op den bon, zon* der zich te bekommeren om diens verdediging, dat hij „drukwerk" te koop presenteerde. De koopman werd dan ook veroordeeld tot f 5 boete of 2 dagen en de officier requireerde heden, toen deze zaak in hooger beroep werd behandeld, bevestiging. De heer H. G. C. was niet aanwezig, maar zal natuurlijk wel in verzet komen. Hij laat zich niet zoo heel gauw kisten. Minder loffelijke broodwinning. De 52-jarige Geertje 3. te Beverwijk, geboren en wonende te Helder, had aldaar 'n aangename inrichting geëxplotieerd, waarin jonge dames en levenslustige heeren gelegenheid werd geboden, wat nader met elkander kennis te maken. Dit instituut trok op zoodanige wijze de aandacht der politie, dat gezegde mej. S. weldra werd inge schreven als tijdelijk logé in het bekende; hotel pension „De Houten lepel" en aldaar in n' een voudig ,doch hygiënisch ingericht boudoir volop tijd kreeg tot het bestudeeren van artikel 250 bis van het wetboek van strafrecht. Deze zaak, waarin mr. v. Loockeren Campagne opponeerde als verdediger, werd heden behandeld, natuurlijk met gesloten deuren op verzoek van den officier van Justitie. Bedwingt o inensch uw lage lust, of 't spinhuis brengt hem wis tot rust. De smid C. P. M. uit Hoorn, bevindt zich reeds ettelijke weken in voorarrest wegens ver denking zich te hebben schuldig gemaakt aan een handeling vallende onder art. 242 of 246 wctb. v. strafrecht. 'nPaar artikeltjes, waarover men niet licht denken moet. daar gedreigd wordt met 12 of 8 jaar zakjesplakken. Heden stond het jonge mensch met gesloten deuren terecht en werd door mr. Kusters verdedigd. Verder geen nieuws, goe den avond, Dames en Heeren. VOOR D;EN POLITIERECHTER. fitting van .Maandag 13 Mei. Van alle gebreken» verlos ons Heer! Zaak numme reen was 'n procedure vol hinder nissen. en beroerdigheden, 't ging tegen een Hel* dersehe gehuwde dame, mevr. J. D'., geboren B., OF 49- „Neen, neen, zooveel slechtheid ,zulk een mis- Haad te vergoeilijken, moet doör elkeen wotllen gevloekt," antwoordde Gabriël met ter neer ge bogen hoofd en met zooveel overtuiging, dat Ver- nière de beide, handen, die hij onder zijn opbeu-v rende woorden gegrepen had, verschrikt lcxsiiet. „Een misdaad," sprak hij somber, „eischt min stens twee personen, de misdadiger en 't slacht offer. Wat is 't uwe?" „Een vrouw," mompelde de officier der Mari'ne. „Een vrouw?" herhaalde de industrieel; ,,de uw,e Vnisschien die edele, brave Jeanlne?" „Neen, een ander. Een jong meisje, een. Onschuldig kind „Ha-zoo, ik begrijp het! Een verleiding, niet waar? En toen de verleide overgelaten aan haajr lot? Foei, foei!" „Wees harder, Richart^l Minacht me, minacht me diep! Dat heb ik verdiend. Maar ontlhoud. me je medelijden niet en help mij goed mak erf al het kwaad, dat ik heb aangericht." „Als 't nog mogelijk is, kunt' ge op mij reke nen, dat veet je wel. Wat Imoet daa/rtoie ge daan worden?" f „Luister, Richard, je zult' alles weten Gabriël Savanne poogde gedurende: enkele secon den eenigszins tot zich zelf te komen en begon toen: „In 1883, je zult' je dat wel herijhnet^n, woonde ik te Parijs, verbonden als ik was aan tiet Departement van Marine. Jeanne, mijn vrouw, was at twee jaar lijdende, lijdende aan diezelfde kwaal, die haar dood moest zijn enkele maanden na mijn vertrek. Ik was den leeftijd nog niet to boven, waarop de hartstocht somwijlen luider «preekt dan 't verstand. Ik had altijd een afkeer genad van banale liefdes-bainden, afs men zooi *t woord „liefde" ontheiligen wil. Voor de z.g. gelante vrouw t zij ze uch vertoont in haar equipage in 't Bois de Boulogne, 't zij ze "haar afschuwelijk métier uitoefent op het ,troit;toii heb ik altijd een onoverW>nnelijken afkeer gevoeld. Een jong meisje kruiste mijn pad. Ze was, wat haar maatschappelijke posi^e betref.t, al zeer nederig, maar gedecideerd rein. en kuisch werkend om van te leven bij haar moeder. Vopr mij) getrouwd en vader, had dat kind heilig moetejn zijn. Toen ik wist, dat, ik. zwak Werd, ware 't I die op 28 Febr. bij een ontmoeting met haar ge- I slachts- en stadgenoot mevr. Si. v. d. L., deze dame in 't, openbaar eenige onvriendelijkheden onder den neus had gedrukt, welke kwalificaties hier ter wille van de journalistieke eerbaarheid, geen plaats kunnen vinden. 28 Januari had dit smaad- j zaakje reeds de revue gepasseerd en was toen tot heden verdaagd wegens ziekte van een getuige. De belecdigde partij S. had zich civiele partij gesteld ten bedrage van f 150, het hoogste bedrag wat men er via den politierechter van halen kan. Deze eisch werd deftig voorgedragen en toege licht door mr. Prins, dus het was een deftige boel. De politierechter dacht niet dat die vlieger opging, en ging met zich zelf debatteeren in de Raadkamer. De politierechter werd door den Po litierechter in hot ongelijk gesteld en mr. Prins triompheerdê, wat niet inhield dat hij die f 150 piek al te grazen had, zooals later zou blijken. Bij het verhoor viel een der getuigen flauw en moest uit de zaal worden gestunteld, voor haar ziekte epidemisch werd. Op de helft van de behandeling kwam de verdachte pas aansukkelen, kreeg 'n uit brander en mocht toen op de harde kanapé der boetvaardigen plaats nemen. Zij maakte zich daar zoo druk met protesteeren, dat zij ten slotte een huilbui kreeg en ook al door den veldwachter en den concierge in den gang moest worden geexpedi- eerd. Het was feitelijk de moeite niet waard om zooveel drukte te maken voor dat tientje boeté, waartoe zij werd veroordeeld. Van de vergoeding der moreele schade kwam ook zoo goed als niets terecht. Die werd ook be paald op 10 gulden, zoodat de beleedigde partij en haar advocaat ook met vochtige oogen en 'n hang lip de zaal uitslopen. Inderdaad. Het was 'n zaak vol hindemissen en beroerdigheden. Dfe zijn we gelukkig ook kwijt. De handelsreiziger Jurriaan S. uit Amsterdam, die den caféhouder annex straatmaker Spieren burg te pakken nam voor f 12, door hem een gefin- geerden polis uit te reiken, nadat hij Spieren burg eerst lekker had gemaakt door talrijke glaas jes pils te consumeeren, heeft nu afgedaan; met den politierechter. Daar is gebleken, dat hij ge- routineerder oplichter en verduisteraar is, kwam hij voor een voorw. straf niet meer in aanmerking en werd hij veroordeeld tot 2 maanden touwplui zen. Meneer kon bij de behandeling niet aanwezig zijn, daar hij inmiddels door een andere, recht bank tot 3 maanden is veroordeeld, ook vanwege zijn oplichterijtjes. Je zoudt 't vermeppen, je inedemensck met goedheid te bejegenen. De Alkmaarsche glazenwasscher Jan S., had van een distillateur toestemming gekregen, voor de uitoefening van zijn bedrijf water te mogen halen uit het jandoedelpakhuis, waarvan hij ijve rig gebruik maakte, zelfs al te ijverig,, daar hij zich niet bepaald tot water, maar ook nog 'n flinke voorraad van de onversneden oude klare, die hij maar brutaalweg van het fust aftapte. Men begon echter te betwijfelen, oï hij de rechte broeder wel was en hij werd bespied door een voor dat doel gemaakt kijkgaatje, met gevolg dat de jajemmelker op heeterdaad werd betrapt. Het avontuur brak den dorstigen jongeman leelijk op, mijn plicht géweeist haar te ontvluchtejn. Ik kon het al niet meer. Voor dat ik 't zelf Kv Jst', had ik mijn zelfbebeerisching verionen. Dat kind moest mij toebehooren. Ik zal je niet dé geschiedenis gaan opdisschem, Richard, van een verleiding, die juist door ide algeheele onschuld van het jonge meisje niet zoo» moeilijk was. -4 Ik stapelde lafheden op laagheden, leugens op leugens, ik verborg zelfs mijn naam vootr haar, die mijn slachtoffer moest zijn en dien naam heeft zij nooit geweten, zelfs niet, toen zij ten slofte nnjn maitresse geworden was." i Gabriël Savanne hield even op, ojn zich het zweet V(tn het voorhoofd te wisschien. Rijchaid zat er tij, ziende naar den grond, met: de harfd' 'onder het hoofd en spraik geen woord. „Ik moest van Parijs naar Toulon vertrekken," ging de Marine-officier voort, „en ik nam mijn maitresse mee, haar zoodoende ontrukkend aan .haar moejder, die haar misschien nooit zou weder zien. Toen ik acht maanden te Toulon was ge weest, kreeg ik de opdracht mij te gaan aanflui ten bij hel eskader in de Chineefche wateren. Mijn maitresse moest weldra moeder worden. Toen eigenlijk voor het eerst begreep ik' al het afschuwelijke wat ik had gedaan en gevoelde af keer van me zelf. Maar ik kon niets doen- Mij was 't verboden mijn naam te geven aan het kind. dat geboren moest worden. De last van mijn vertrek ging gepaard met zooveel spoed, dat het mij niet doenlijk was het •dagelijksch brood te verzekeren aan dat kim! en •aan de moeder, maar ik rekende er wel op, orrf met de eerste de beste gelegjehheid naar Frank rijk te schrijven en de noodige maatregelen te treffen. Ik werd evenwel zwaar ziek' onder weg, op den dood af, en toen wij voor anker lagen, mocht ik niet eetis naar den wal worden gebracht. Het duurde zeer lang, voor het her stel intrad, maar eindelijk kon ik dan toch weer het commando overnemen, dat, tijdens mijn ziekte in handen van den eersten officier was geweest. Het noodlot wilde, dat ik bij Hanoi' zwaar werd gewond aan het hoofd en achttien maanden lang er kwamen wondkoortsen met ijlingen bij niet in staat was te denken. 1 Een tijdlang (dat heb ik pas later geweten) meende men, dat ik mijn lie el c leven krankzinnig zou blijven, al her stelde ook het lichaam. 1 Zoodra ik mij wat beter gevoelde en ook mijn gedalchten weer kon verzamelen, schreef ik, aan Daniël en aan u en daarop ont'vihg ik het doods bericht van mijn arme vrouw Ja, tegenover haar had ik mij veel te verwijten, maar Foch minder dan tegenover de ongelukkige, die zooveel van mij hield, zoo Vast .op rrffj ver trouwde, die mij gevolgd, was naar Toulon en die nu zonder bron van inkomsten hulpeloos op de want niet alleen werd door hem alle schade uit den verleden en den tegenwoordigên tijd vergoed, doch ook stond hij heden vrij zielig terecht voor den Politierechter en mocht hij nog van, geluk spreken, dat hij voorw. werd veroordeeld tot 2 maanden met 2 proefjaren, in welken tijd hij, omdat hij reeds te veel heeft geproefd, niets zal mogen proeven. Een vuistgevecht in het wazige land. Zekere Heer D. H„ te Anna Paulowna, die bekend staat als 'n onverschrokken vuistvechter, meermalen door den politierechter geridderd, be proefde in den nacht van 10 op 11 Maart zijn kunst ook op den heer R. V. van Koegras, als mede op een ander persoon K- genaamd, die scheen aangewezen om hem afleiding te verschaffen. Déze tegenstanders waren geen partuur voor D. en werden in een ommezien jammerlijk verslagen. Maar vandaag was de politierechter weer troef en werd de onoverwinlijke D|irk opgeknapt met niet minder dan f 50 boete of een daarmee gelijkstaand aantal zittingsdagen. B|at had een fijne knokpartij kunnen worden. De volgende verdachte, de ruiggekuifde boeren knecht, Theodorus K. uit Egmond binnen, staat bekend als een vechtlustige snaak en had dus 'n prachtpartij kunnen zijn voor bovengemelden Dirk H. Het is wel jammer, dat zulke landelijke Olym- pianen zoo ver uit elkander wonen. Enfin, Theo dorus had zich in den avond van 2 April ook flink geweerd en zekeren P. L. zoo stevig afge droogd ,dat f25 boete of 25 dagen noodig werden geoordeeld om de rekening van Dorus met de justitie te vereffenen. Bezorgd voor de donkere toekomst. De 23-jarige ex-Zuiderzeewerker N. O. IC., maakte zich, zoo hij heden vertelde, bevreesd dat hij tegen den winter ontslag zou krijgen en broodsgebrek zo ugaan lijden ,dus meende hij goed te doen, zorg te dragen, dat hij wat winterpro visie bij elkander kreeg en bracht dat voornemen tot uitvoering door links en rechts wat weg te gappen .Hier 'n pullover, daar 'n flapje van f l'O, elders 'n paar richtingaanwijzers, 'n kistje sigaren van 't, merk „Trek je dood" of eenige paren sok ken, kortom alles was van zijn gading en het resultaat was schitterend, want het duurde niet lang of hij was „en pension"1 in het huis van be waring, waarin hij pl.m,, 5 weken met teedere zorg verpleegd werd alvorens hij terecht stond. Gelukkig had de politierechter nogal geen er- gen hekel aan hem en werd hij waardig bevonden voor de eer van een voorw. straf, n.m. 4 maanden met 3 proefjaren. Men zal probeeren hem aan 'n tierechter te eenvoudig is voor 'n kamerdienaar, ticrechter te eenvoudig is voo r'n kamerdienaar. Nick zou goed figuur slaan als butler, mits hij de sigaren en de sokken van meneer mét rust liet. '11 Rustige wandeling was 't niet. De agent van politie Stam te Helder achtte het op 27 Maart noodig, den heer Dl. de B., die in zeer bedenkelijk stadium op de Achtergracht suk kelde, op het politiebureau in veiligheid te bren gen, welke goede intenties echter zeer matig door den alcoholisch overladen heer de B. werden ge waardeerd. De overbrenging ging dan ook niet als gesneden koek en zelfs wendde Dirk eenige, be- wereld moest staan met een kind van twee jaar het mijne! Ijl Het zelfverwijt liet mij niet los en ik moes# weten, wat er geworden was van de arme vrouw, van ons beider kind. Ik schreef haar brief op brief, maar kreeg nooit eenig bericht. Ik, kiende •natuurlijk de officieren der Marine, die tijdens mijn vertrek te Toulon wanen, maar geen hunner intiem genoeg, om hemi te belasten met een onder zoek in een zoo, "kiesche aangelegenheid. Boven dien schaamde ik mij voor datgene, watl ik' nu 'als een misdaad had leeren beschouwen. Ik vroeg een verlof vau slechts enkele maanden naar Eu ropa, doch de omstandigheden gedoogden niet. het mij toe te staan. Zoo verliepen er zeven en een half jaar voor het mij vergund was naar Frankrijk1 terug te kee- ren. Onmiddellijk na mijn ontscheping te Toulop begon ik 't onderzoek, dat ik niemand anders had 'durven toevertrouwen en kwam de ontzettendste dingen te weten. De arme verlatene was kort' na mijn vertrek moeder geworden van een meisje en terwijl zij zelve doodelijk ziek werd opgenomen en verpleegd in. het gasthuis, verdween het beetje geld, dat ik haar had achtergelaten, zoodat zij eindelijk als hersteld uit 't gasthuis ontslagen, mdt haar kind .feitelijk op straat stond. Een oude priester en de directrice van een Godshuis hielpen haar aan werk, waarmede zij althans in de allereerste behoeften kon voorzien. Maar 't verlangen greep haai aan om terug te koeren naar Parijs, naar haar moeder," om van die vrouw vergiffenis af te ismeeken. De lieve menschen, die haar 't eerst geholpen haldden, stelden haar daartoe in de gelegenheid, maar 'dat is, moe't je weten, Richard, nu al zeven 'jaar geleden. Te Parijs diende ik derhalve het té Toulon 'begonnen onderzoek voort te zetten. Ik hoopte, de arme verlatene bij haar moeder terug .te vin den. Een nieuwe teleurstelling wals rittj bereid. In het huis, waar ze vroeger "hadden gowoondj wist men zelfs niet meer, of ze nog bes,tondejn. Vreeselijk getroffen door het verdwijnen hater dochter, had men de moeder bijna dooid naar het gasthuis gedragen, dat zij na 'ettelijke maanden hersteld had verlaten, niemand wist mij te zeg gen waarhèen. Kunt ge u in mijn tfeestand ver plaatsen, Richard, mijn wanhoop begrijpen? Door mijn toedoen, mijn schuld, verduurden tiwee on schuldige wezens misschien de grootste ellende. Uier of daar onder de hanebalkenli Dat denkfbeekji maakte mij nagenoeg krankzinnig' en ik vroeg mij af, of sommige misdadigers, die naar de ga leien werden opgezonden, zulk een straf niet mi|ti- der hadden verdiend dan ik." t Een snik belette Gabriël'Savanne het voortgaan en de tranen stonden rhem: in 'de oogen. Tegenover scheiden pogingen aan, om den agent een onvrij willig bad in het modderige Heldersche kanaal te bezorgen. Hoewel dit humaan opzet niet gelukte, werd het hem heden bij het opleggen: der straf voor wederspannigheid, wel eenigermate in reke ning gebracht en Dirk veroordeeld tot f35 boete of 35 dagen. Kogelstooten met een keiharde chinesappel. Onze vriend Gerard K„ werkman te Helder, schijnt het bij den politierechter wel gezellig te vinden althans verscheen hij heden weer op, de matiné als verdacht van vernieling eener glas ruit in het door politieagent de Haan bewoonde perceel in de Keizerstraat in den avond. Hij zou die vernieling bewerkt hebben door middel van een chinesappel, wat bepaald geen aanbeve ling voor de kwaliteit van die vrucht' genoemd mag worden. Hij heeft onlangs een kleine kwestie mek de Haan gehad en nu dacht men dat het een soort wraakneming gold, doch de verdachte wierp al deze minderwaardige veronderstellingen met edele verontwaardiging verre van zich af. Zelfs wilde hij er in geenen deele op worden aangezien, dat hij die kinderachtige vernieling had gepleegd en hij zou dan ook met glans zijn vrijgesproken, daar juffrouw de Haan hem niet had herkend, doch twee andere getuigenissen wa ren voor hem zoo bezwarend, dat de politierechter al niet minder kon doen, dan hem tot f25 boete of 25 dagen te veroordeelen. Een brutalen aanslag qp het Hensbroeker Polderhek. De landbouwer A. B. te Heerhugowaard had land gehuurd van Jan K., een brandstoffenhan- delaar, die zelf dit land had van het Bestuur van den Polder Hensbroek. Om dit land te be reiken, moest men door een draaihek en daar het polderbestuur weigerde dit hek te ontsluiten, had den B. en K. de vrijheid genomen,, er een plank af te breken en stonden nu gezamenlijk terecht wegens vernieling. Natuurlijk stond iedere partij op zijn recht en ze maakten het den officier en den politierechter zoo benauwd, dat zij de; ver antwoordelijkheid niet aandurfden om hier 'n oor deel uit te spreken, zoodat de zaak met algemeens stemmen werd verwezen naar den Rechter Com missaris. Het lijkt wel in de familie te zitten. De laatste verdachte op deze veelbewogen zit ting was een 22-jarige boerenknecht Piet K„ uit Avenhorn, die er .eerlijk gesproken, vrij lum melig uitzag. Doch schijn bedriegt soms, daar deze bedeesden snuiter niet had geschroomd te Berkhout een rijwiel te ontvreemden van zekeren heer Buskering, ook had hij een rijwiel gekaapt en wordt verdacht van meerdere diefstallen. Piet is'een bloedeigen broer van den Zuiderzeewerk», die even te voren had terecht gestaan, en te Me- demblik de behendigheid van zijn kleverige vin gers had ten toon gespreid. Aangenomen werd hier, dat het jonge mensch heeft gehandeld onder diens verderfelijken in vloed en alzoo genade voor recht in practijk ge bracht. De zielige Piet werd dan veroordeeld voorw. tot 3 maanden met 3 proefjaren, gedurende welken tijd hij evenals zijn braaf broertje zal worden gesteld onder toezicht der R.C. reclassee- ring. zulk een diep gevoeld leed kon Richard V.er- nhière niet hardvochtig blijven, met meedoogenloos. „Je hand, Gabriël!" sprak hij. J „Kunt ge mij vergiffenis schenken, Ruchard?" „Ik moet je gedra(g veroprdeelen, maar toch pok genade voor recht laten gelden. Wat jij hebt gedaan is een van 'die misdaden, waarvoor de menschen in 't algemeen veel te toegevend zijn. Jij beoordeelt je zélf strenger dam de wereld dat zou doen en je hebt gelijk, maar Gpd schenkfó ten slotte vergiffenis bij een oprecht beruw En zeg mij nu, Ga'briël, wat ik doen kan om je leed te verzachten, om de stem van je geweten minder pijnlijk te doen zijn." i 1 „Ja., dat dien ik dadelijk te doen, want nauwe lijks gedebarqueerd, moet ik al weer weg. Ik moet mij dadelijk gaan aansluiten bij het ohser- vTltie-eskader in de Indische zee .Waarom?" „Ja, dat weet ik niet. Ik! heb niet te rede neeren, maar te gehoorzamen. Den 2.en Jatiuarj reeds moet ik mij te Toulpm embarqueeren met een geheime zending, die ik eerst te weten üC*n' als ik in zee ben. Aan den prefect van Touljol) is voor mij een lalstbrief ppgezondlen, waarvan ik eerst de zegjels mag verbreken, als hij van "boord zal /zijin gegaan. En di,e reis, Richard, 'die reis zal mijn laatste zijnIk heb er efen voorgevoel van, dat ik daarginds den dood zal vinden." „Ook die voorgevoelens bfeduiden nietp," ant woordde Vernière mét teen ruwheid, die hem eigen wa!s, als hij sombere gedachten tot zwijgten had te brengen- I „Welnu, ik geloof er aan. V^or mijn per-. Isoon doet het er ook niet toe. - ,Wat' geschre ven staat moet vervuld worden, zjsggen de Op<^ terlingen met e|en fatalisme, dat ik begrijp. —1 Ik ga, waarheen de plicht mij roept pn we zullen elkander nooit wederziten, Richard, maar alvfnrens heen te gaan, wilde ik dfe toekomst verzekerd heb ben van mijn slachtoffer en van het kind „Hebt ge dan nog eenige hopip, in dien korten tijd hen te zullen uitvinden?" r „Ja, ik heb de zpak iin handen gegjeven aan 1 een mij zeer geroemden directeur van een dije* agentschappen, welke tegen groote geldelijke op offering steeds bereid zijn, de moeilijkste dingen voor u te ontwarren of op te sporen. Ik1 lmb dien main tienduizend friancs toegezegd', als hij slagen mocht en hem rpeds dadelijk vijf-iduizend fraincs uitbetaald. Ik vertrouw, dat het onder zoek evenredig zal zijn aan den prijs en ikj hoop dat het met succes zal worden bekroond en jou heb ik aangewezen om er het resultaat van te vernemen, hoe dat opk wezen moge „Mij?" vroeg Vernière, ,,hebt gie mij dwarvqpr aangewezen?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1929 | | pagina 6