Liefde en Misdaad
FEUILLETON
De Moord van Saint-Ouen.
Zeker weer str oop aan den knikker.
De eerste zaak tegen .Willem W„ landbouwer
en officieel proefkonijn te Egmond Binnen, liep al
direct fout. Hij moest in hooger beroep terecht
staan wegens verboden vervoer van een fasant,
voor welk feit de kantonrechter hem een; boete
van 50 spie of 1 dag had opgelegd. Het was
eigentlijk een z.g. principieele zaak en afgespro
ken werk tusschen Gerrit Mine de rijksveldwach
ter en .Willem, omdat men uitgemaakt wil, zien
hoe de oude wetgeleerden van den Hoogen Raad
over deze faisantenkwestie denken en tot oplos
sing zullen brengen. Maar de behandeling werd
niet verder voortgezet, en president mr. Ledeboer
die souffreerde aan een acute stemvertroebeling
gaf last de volgende zaak uit te roepen.
Risico voor den straatventer.
De koopman in kunstvoorwerpen, in casu kar
tonnen wandbordjes, H. G. Clir. gedomicilieerd in
Nergenshuizen, had het te Bergen gewaagd om
zijn artikelen uit te venten, zonder in 't bezit te
zijn van een door B. en W. verstrekte vergunning
Veldwachter Tamminga zat er op als 'n bok op
de haverkist en plakte mijnheer op den bon, zon*
der zich te bekommeren om diens verdediging, dat
hij „drukwerk" te koop presenteerde. De koopman
werd dan ook veroordeeld tot f 5 boete of 2 dagen
en de officier requireerde heden, toen deze zaak
in hooger beroep werd behandeld, bevestiging.
De heer H. G. C. was niet aanwezig, maar zal
natuurlijk wel in verzet komen. Hij laat zich niet
zoo heel gauw kisten.
Minder loffelijke broodwinning.
De 52-jarige Geertje 3. te Beverwijk, geboren
en wonende te Helder, had aldaar 'n aangename
inrichting geëxplotieerd, waarin jonge dames en
levenslustige heeren gelegenheid werd geboden,
wat nader met elkander kennis te maken. Dit
instituut trok op zoodanige wijze de aandacht der
politie, dat gezegde mej. S. weldra werd inge
schreven als tijdelijk logé in het bekende; hotel
pension „De Houten lepel" en aldaar in n' een
voudig ,doch hygiënisch ingericht boudoir volop
tijd kreeg tot het bestudeeren van artikel 250 bis
van het wetboek van strafrecht. Deze zaak,
waarin mr. v. Loockeren Campagne opponeerde
als verdediger, werd heden behandeld, natuurlijk
met gesloten deuren op verzoek van den officier
van Justitie.
Bedwingt o inensch uw lage lust, of 't spinhuis
brengt hem wis tot rust.
De smid C. P. M. uit Hoorn, bevindt zich
reeds ettelijke weken in voorarrest wegens ver
denking zich te hebben schuldig gemaakt aan een
handeling vallende onder art. 242 of 246 wctb. v.
strafrecht. 'nPaar artikeltjes, waarover men niet
licht denken moet. daar gedreigd wordt met 12
of 8 jaar zakjesplakken. Heden stond het jonge
mensch met gesloten deuren terecht en werd door
mr. Kusters verdedigd. Verder geen nieuws, goe
den avond, Dames en Heeren.
VOOR D;EN POLITIERECHTER.
fitting van .Maandag 13 Mei.
Van alle gebreken» verlos ons Heer!
Zaak numme reen was 'n procedure vol hinder
nissen. en beroerdigheden, 't ging tegen een Hel*
dersehe gehuwde dame, mevr. J. D'., geboren B.,
OF
49-
„Neen, neen, zooveel slechtheid ,zulk een mis-
Haad te vergoeilijken, moet doör elkeen wotllen
gevloekt," antwoordde Gabriël met ter neer ge
bogen hoofd en met zooveel overtuiging, dat Ver-
nière de beide, handen, die hij onder zijn opbeu-v
rende woorden gegrepen had, verschrikt lcxsiiet.
„Een misdaad," sprak hij somber, „eischt min
stens twee personen, de misdadiger en 't slacht
offer. Wat is 't uwe?"
„Een vrouw," mompelde de officier der Mari'ne.
„Een vrouw?" herhaalde de industrieel; ,,de uw,e
Vnisschien die edele, brave Jeanlne?"
„Neen, een ander. Een jong meisje, een.
Onschuldig kind
„Ha-zoo, ik begrijp het! Een verleiding, niet
waar? En toen de verleide overgelaten aan haajr
lot? Foei, foei!"
„Wees harder, Richart^l Minacht me, minacht
me diep! Dat heb ik verdiend. Maar ontlhoud.
me je medelijden niet en help mij goed mak erf
al het kwaad, dat ik heb aangericht."
„Als 't nog mogelijk is, kunt' ge op mij reke
nen, dat veet je wel. Wat Imoet daa/rtoie ge
daan worden?" f
„Luister, Richard, je zult' alles weten
Gabriël Savanne poogde gedurende: enkele secon
den eenigszins tot zich zelf te komen en begon
toen: „In 1883, je zult' je dat wel herijhnet^n,
woonde ik te Parijs, verbonden als ik was aan
tiet Departement van Marine. Jeanne, mijn vrouw,
was at twee jaar lijdende, lijdende aan diezelfde
kwaal, die haar dood moest zijn enkele maanden
na mijn vertrek. Ik was den leeftijd nog niet to
boven, waarop de hartstocht somwijlen luider
«preekt dan 't verstand. Ik had altijd een afkeer
genad van banale liefdes-bainden, afs men zooi
*t woord „liefde" ontheiligen wil. Voor de z.g.
gelante vrouw t zij ze uch vertoont in haar
equipage in 't Bois de Boulogne, 't zij ze "haar
afschuwelijk métier uitoefent op het ,troit;toii
heb ik altijd een onoverW>nnelijken afkeer gevoeld.
Een jong meisje kruiste mijn pad. Ze was,
wat haar maatschappelijke posi^e betref.t, al zeer
nederig, maar gedecideerd rein. en kuisch werkend
om van te leven bij haar moeder. Vopr mij)
getrouwd en vader, had dat kind heilig moetejn
zijn. Toen ik wist, dat, ik. zwak Werd, ware 't
I die op 28 Febr. bij een ontmoeting met haar ge-
I slachts- en stadgenoot mevr. Si. v. d. L., deze dame
in 't, openbaar eenige onvriendelijkheden onder
den neus had gedrukt, welke kwalificaties hier
ter wille van de journalistieke eerbaarheid, geen
plaats kunnen vinden. 28 Januari had dit smaad-
j zaakje reeds de revue gepasseerd en was toen tot
heden verdaagd wegens ziekte van een getuige.
De belecdigde partij S. had zich civiele partij
gesteld ten bedrage van f 150, het hoogste bedrag
wat men er via den politierechter van halen kan.
Deze eisch werd deftig voorgedragen en toege
licht door mr. Prins, dus het was een deftige
boel. De politierechter dacht niet dat die vlieger
opging, en ging met zich zelf debatteeren in de
Raadkamer. De politierechter werd door den Po
litierechter in hot ongelijk gesteld en mr. Prins
triompheerdê, wat niet inhield dat hij die f 150
piek al te grazen had, zooals later zou blijken. Bij
het verhoor viel een der getuigen flauw en moest
uit de zaal worden gestunteld, voor haar ziekte
epidemisch werd. Op de helft van de behandeling
kwam de verdachte pas aansukkelen, kreeg 'n uit
brander en mocht toen op de harde kanapé der
boetvaardigen plaats nemen. Zij maakte zich daar
zoo druk met protesteeren, dat zij ten slotte een
huilbui kreeg en ook al door den veldwachter en
den concierge in den gang moest worden geexpedi-
eerd. Het was feitelijk de moeite niet waard om
zooveel drukte te maken voor dat tientje boeté,
waartoe zij werd veroordeeld.
Van de vergoeding der moreele schade kwam
ook zoo goed als niets terecht. Die werd ook be
paald op 10 gulden, zoodat de beleedigde partij en
haar advocaat ook met vochtige oogen en 'n hang
lip de zaal uitslopen.
Inderdaad. Het was 'n zaak vol hindemissen
en beroerdigheden.
Dfe zijn we gelukkig ook kwijt.
De handelsreiziger Jurriaan S. uit Amsterdam,
die den caféhouder annex straatmaker Spieren
burg te pakken nam voor f 12, door hem een gefin-
geerden polis uit te reiken, nadat hij Spieren
burg eerst lekker had gemaakt door talrijke glaas
jes pils te consumeeren, heeft nu afgedaan; met
den politierechter. Daar is gebleken, dat hij ge-
routineerder oplichter en verduisteraar is, kwam
hij voor een voorw. straf niet meer in aanmerking
en werd hij veroordeeld tot 2 maanden touwplui
zen. Meneer kon bij de behandeling niet aanwezig
zijn, daar hij inmiddels door een andere, recht
bank tot 3 maanden is veroordeeld, ook vanwege
zijn oplichterijtjes.
Je zoudt 't vermeppen, je inedemensck met
goedheid te bejegenen.
De Alkmaarsche glazenwasscher Jan S., had
van een distillateur toestemming gekregen, voor
de uitoefening van zijn bedrijf water te mogen
halen uit het jandoedelpakhuis, waarvan hij ijve
rig gebruik maakte, zelfs al te ijverig,, daar hij
zich niet bepaald tot water, maar ook nog 'n
flinke voorraad van de onversneden oude klare,
die hij maar brutaalweg van het fust aftapte.
Men begon echter te betwijfelen, oï hij de rechte
broeder wel was en hij werd bespied door een voor
dat doel gemaakt kijkgaatje, met gevolg dat de
jajemmelker op heeterdaad werd betrapt. Het
avontuur brak den dorstigen jongeman leelijk op,
mijn plicht géweeist haar te ontvluchtejn. Ik
kon het al niet meer. Voor dat ik 't zelf Kv Jst',
had ik mijn zelfbebeerisching verionen. Dat
kind moest mij toebehooren. Ik zal je niet dé
geschiedenis gaan opdisschem, Richard, van een
verleiding, die juist door ide algeheele onschuld
van het jonge meisje niet zoo» moeilijk was. -4
Ik stapelde lafheden op laagheden, leugens op
leugens, ik verborg zelfs mijn naam vootr haar,
die mijn slachtoffer moest zijn en dien naam heeft
zij nooit geweten, zelfs niet, toen zij ten slofte
nnjn maitresse geworden was." i
Gabriël Savanne hield even op, ojn zich het
zweet V(tn het voorhoofd te wisschien. Rijchaid
zat er tij, ziende naar den grond, met: de harfd'
'onder het hoofd en spraik geen woord.
„Ik moest van Parijs naar Toulon vertrekken,"
ging de Marine-officier voort, „en ik nam mijn
maitresse mee, haar zoodoende ontrukkend aan
.haar moejder, die haar misschien nooit zou weder
zien. Toen ik acht maanden te Toulon was ge
weest, kreeg ik de opdracht mij te gaan aanflui
ten bij hel eskader in de Chineefche wateren.
Mijn maitresse moest weldra moeder worden.
Toen eigenlijk voor het eerst begreep ik' al het
afschuwelijke wat ik had gedaan en gevoelde af
keer van me zelf. Maar ik kon niets doen-
Mij was 't verboden mijn naam te geven aan het
kind. dat geboren moest worden.
De last van mijn vertrek ging gepaard met
zooveel spoed, dat het mij niet doenlijk was het
•dagelijksch brood te verzekeren aan dat kim! en
•aan de moeder, maar ik rekende er wel op, orrf
met de eerste de beste gelegjehheid naar Frank
rijk te schrijven en de noodige maatregelen te
treffen. Ik werd evenwel zwaar ziek' onder
weg, op den dood af, en toen wij voor anker
lagen, mocht ik niet eetis naar den wal worden
gebracht. Het duurde zeer lang, voor het her
stel intrad, maar eindelijk kon ik dan toch weer
het commando overnemen, dat, tijdens mijn ziekte
in handen van den eersten officier was geweest.
Het noodlot wilde, dat ik bij Hanoi' zwaar werd
gewond aan het hoofd en achttien maanden lang
er kwamen wondkoortsen met ijlingen bij
niet in staat was te denken. 1 Een tijdlang (dat
heb ik pas later geweten) meende men, dat ik
mijn lie el c leven krankzinnig zou blijven, al her
stelde ook het lichaam. 1
Zoodra ik mij wat beter gevoelde en ook mijn
gedalchten weer kon verzamelen, schreef ik, aan
Daniël en aan u en daarop ont'vihg ik het doods
bericht van mijn arme vrouw
Ja, tegenover haar had ik mij veel te verwijten,
maar Foch minder dan tegenover de ongelukkige,
die zooveel van mij hield, zoo Vast .op rrffj ver
trouwde, die mij gevolgd, was naar Toulon en die
nu zonder bron van inkomsten hulpeloos op de
want niet alleen werd door hem alle schade uit
den verleden en den tegenwoordigên tijd vergoed,
doch ook stond hij heden vrij zielig terecht voor
den Politierechter en mocht hij nog van, geluk
spreken, dat hij voorw. werd veroordeeld tot 2
maanden met 2 proefjaren, in welken tijd hij,
omdat hij reeds te veel heeft geproefd, niets zal
mogen proeven.
Een vuistgevecht in het wazige land.
Zekere Heer D. H„ te Anna Paulowna, die
bekend staat als 'n onverschrokken vuistvechter,
meermalen door den politierechter geridderd, be
proefde in den nacht van 10 op 11 Maart zijn
kunst ook op den heer R. V. van Koegras, als
mede op een ander persoon K- genaamd, die scheen
aangewezen om hem afleiding te verschaffen.
Déze tegenstanders waren geen partuur voor D.
en werden in een ommezien jammerlijk verslagen.
Maar vandaag was de politierechter weer troef en
werd de onoverwinlijke D|irk opgeknapt met niet
minder dan f 50 boete of een daarmee gelijkstaand
aantal zittingsdagen.
B|at had een fijne knokpartij kunnen worden.
De volgende verdachte, de ruiggekuifde boeren
knecht, Theodorus K. uit Egmond binnen, staat
bekend als een vechtlustige snaak en had dus 'n
prachtpartij kunnen zijn voor bovengemelden Dirk
H. Het is wel jammer, dat zulke landelijke Olym-
pianen zoo ver uit elkander wonen. Enfin, Theo
dorus had zich in den avond van 2 April ook
flink geweerd en zekeren P. L. zoo stevig afge
droogd ,dat f25 boete of 25 dagen noodig werden
geoordeeld om de rekening van Dorus met de
justitie te vereffenen.
Bezorgd voor de donkere toekomst.
De 23-jarige ex-Zuiderzeewerker N. O. IC.,
maakte zich, zoo hij heden vertelde, bevreesd dat
hij tegen den winter ontslag zou krijgen en
broodsgebrek zo ugaan lijden ,dus meende hij goed
te doen, zorg te dragen, dat hij wat winterpro
visie bij elkander kreeg en bracht dat voornemen
tot uitvoering door links en rechts wat weg te
gappen .Hier 'n pullover, daar 'n flapje van f l'O,
elders 'n paar richtingaanwijzers, 'n kistje sigaren
van 't, merk „Trek je dood" of eenige paren sok
ken, kortom alles was van zijn gading en het
resultaat was schitterend, want het duurde niet
lang of hij was „en pension"1 in het huis van be
waring, waarin hij pl.m,, 5 weken met teedere zorg
verpleegd werd alvorens hij terecht stond.
Gelukkig had de politierechter nogal geen er-
gen hekel aan hem en werd hij waardig bevonden
voor de eer van een voorw. straf, n.m. 4 maanden
met 3 proefjaren. Men zal probeeren hem aan 'n
tierechter te eenvoudig is voor 'n kamerdienaar,
ticrechter te eenvoudig is voo r'n kamerdienaar.
Nick zou goed figuur slaan als butler, mits
hij de sigaren en de sokken van meneer mét rust
liet.
'11 Rustige wandeling was 't niet.
De agent van politie Stam te Helder achtte het
op 27 Maart noodig, den heer Dl. de B., die in
zeer bedenkelijk stadium op de Achtergracht suk
kelde, op het politiebureau in veiligheid te bren
gen, welke goede intenties echter zeer matig door
den alcoholisch overladen heer de B. werden ge
waardeerd. De overbrenging ging dan ook niet als
gesneden koek en zelfs wendde Dirk eenige, be-
wereld moest staan met een kind van twee jaar
het mijne! Ijl
Het zelfverwijt liet mij niet los en ik moes#
weten, wat er geworden was van de arme vrouw,
van ons beider kind. Ik schreef haar brief op
brief, maar kreeg nooit eenig bericht. Ik, kiende
•natuurlijk de officieren der Marine, die tijdens
mijn vertrek te Toulon wanen, maar geen hunner
intiem genoeg, om hemi te belasten met een onder
zoek in een zoo, "kiesche aangelegenheid. Boven
dien schaamde ik mij voor datgene, watl ik' nu
'als een misdaad had leeren beschouwen. Ik vroeg
een verlof vau slechts enkele maanden naar Eu
ropa, doch de omstandigheden gedoogden niet.
het mij toe te staan.
Zoo verliepen er zeven en een half jaar voor
het mij vergund was naar Frankrijk1 terug te kee-
ren. Onmiddellijk na mijn ontscheping te Toulop
begon ik 't onderzoek, dat ik niemand anders had
'durven toevertrouwen en kwam de ontzettendste
dingen te weten.
De arme verlatene was kort' na mijn vertrek
moeder geworden van een meisje en terwijl zij
zelve doodelijk ziek werd opgenomen en verpleegd
in. het gasthuis, verdween het beetje geld, dat
ik haar had achtergelaten, zoodat zij eindelijk als
hersteld uit 't gasthuis ontslagen, mdt haar kind
.feitelijk op straat stond. Een oude priester en de
directrice van een Godshuis hielpen haar aan werk,
waarmede zij althans in de allereerste behoeften
kon voorzien. Maar 't verlangen greep haai aan
om terug te koeren naar Parijs, naar haar moeder,"
om van die vrouw vergiffenis af te ismeeken.
De lieve menschen, die haar 't eerst geholpen
haldden, stelden haar daartoe in de gelegenheid,
maar 'dat is, moe't je weten, Richard, nu al zeven
'jaar geleden.
Te Parijs diende ik derhalve het té Toulon
'begonnen onderzoek voort te zetten. Ik hoopte,
de arme verlatene bij haar moeder terug .te vin
den. Een nieuwe teleurstelling wals rittj bereid.
In het huis, waar ze vroeger "hadden gowoondj
wist men zelfs niet meer, of ze nog bes,tondejn.
Vreeselijk getroffen door het verdwijnen hater
dochter, had men de moeder bijna dooid naar
het gasthuis gedragen, dat zij na 'ettelijke maanden
hersteld had verlaten, niemand wist mij te zeg
gen waarhèen. Kunt ge u in mijn tfeestand ver
plaatsen, Richard, mijn wanhoop begrijpen? Door
mijn toedoen, mijn schuld, verduurden tiwee on
schuldige wezens misschien de grootste ellende.
Uier of daar onder de hanebalkenli Dat denkfbeekji
maakte mij nagenoeg krankzinnig' en ik vroeg
mij af, of sommige misdadigers, die naar de ga
leien werden opgezonden, zulk een straf niet mi|ti-
der hadden verdiend dan ik." t
Een snik belette Gabriël'Savanne het voortgaan
en de tranen stonden rhem: in 'de oogen. Tegenover
scheiden pogingen aan, om den agent een onvrij
willig bad in het modderige Heldersche kanaal te
bezorgen. Hoewel dit humaan opzet niet gelukte,
werd het hem heden bij het opleggen: der straf
voor wederspannigheid, wel eenigermate in reke
ning gebracht en Dirk veroordeeld tot f35 boete
of 35 dagen.
Kogelstooten met een keiharde chinesappel.
Onze vriend Gerard K„ werkman te Helder,
schijnt het bij den politierechter wel gezellig te
vinden althans verscheen hij heden weer op, de
matiné als verdacht van vernieling eener glas
ruit in het door politieagent de Haan bewoonde
perceel in de Keizerstraat in den avond. Hij
zou die vernieling bewerkt hebben door middel
van een chinesappel, wat bepaald geen aanbeve
ling voor de kwaliteit van die vrucht' genoemd
mag worden.
Hij heeft onlangs een kleine kwestie mek de
Haan gehad en nu dacht men dat het een soort
wraakneming gold, doch de verdachte wierp al
deze minderwaardige veronderstellingen met edele
verontwaardiging verre van zich af.
Zelfs wilde hij er in geenen deele op worden
aangezien, dat hij die kinderachtige vernieling
had gepleegd en hij zou dan ook met glans zijn
vrijgesproken, daar juffrouw de Haan hem niet
had herkend, doch twee andere getuigenissen wa
ren voor hem zoo bezwarend, dat de politierechter
al niet minder kon doen, dan hem tot f25 boete of
25 dagen te veroordeelen.
Een brutalen aanslag qp het Hensbroeker
Polderhek.
De landbouwer A. B. te Heerhugowaard had
land gehuurd van Jan K., een brandstoffenhan-
delaar, die zelf dit land had van het Bestuur
van den Polder Hensbroek. Om dit land te be
reiken, moest men door een draaihek en daar het
polderbestuur weigerde dit hek te ontsluiten, had
den B. en K. de vrijheid genomen,, er een plank
af te breken en stonden nu gezamenlijk terecht
wegens vernieling. Natuurlijk stond iedere partij
op zijn recht en ze maakten het den officier en
den politierechter zoo benauwd, dat zij de; ver
antwoordelijkheid niet aandurfden om hier 'n oor
deel uit te spreken, zoodat de zaak met algemeens
stemmen werd verwezen naar den Rechter Com
missaris.
Het lijkt wel in de familie te zitten.
De laatste verdachte op deze veelbewogen zit
ting was een 22-jarige boerenknecht Piet K„
uit Avenhorn, die er .eerlijk gesproken, vrij lum
melig uitzag. Doch schijn bedriegt soms, daar
deze bedeesden snuiter niet had geschroomd te
Berkhout een rijwiel te ontvreemden van zekeren
heer Buskering, ook had hij een rijwiel gekaapt
en wordt verdacht van meerdere diefstallen. Piet
is'een bloedeigen broer van den Zuiderzeewerk»,
die even te voren had terecht gestaan, en te Me-
demblik de behendigheid van zijn kleverige vin
gers had ten toon gespreid.
Aangenomen werd hier, dat het jonge mensch
heeft gehandeld onder diens verderfelijken in
vloed en alzoo genade voor recht in practijk ge
bracht. De zielige Piet werd dan veroordeeld
voorw. tot 3 maanden met 3 proefjaren, gedurende
welken tijd hij evenals zijn braaf broertje zal
worden gesteld onder toezicht der R.C. reclassee-
ring.
zulk een diep gevoeld leed kon Richard V.er-
nhière niet hardvochtig blijven, met meedoogenloos.
„Je hand, Gabriël!" sprak hij. J
„Kunt ge mij vergiffenis schenken, Ruchard?"
„Ik moet je gedra(g veroprdeelen, maar toch
pok genade voor recht laten gelden. Wat jij hebt
gedaan is een van 'die misdaden, waarvoor de
menschen in 't algemeen veel te toegevend zijn.
Jij beoordeelt je zélf strenger dam de wereld dat
zou doen en je hebt gelijk, maar Gpd schenkfó
ten slotte vergiffenis bij een oprecht beruw
En zeg mij nu, Ga'briël, wat ik doen kan om je
leed te verzachten, om de stem van je geweten
minder pijnlijk te doen zijn." i 1
„Ja., dat dien ik dadelijk te doen, want nauwe
lijks gedebarqueerd, moet ik al weer weg. Ik
moet mij dadelijk gaan aansluiten bij het ohser-
vTltie-eskader in de Indische zee
.Waarom?"
„Ja, dat weet ik niet. Ik! heb niet te rede
neeren, maar te gehoorzamen. Den 2.en Jatiuarj
reeds moet ik mij te Toulpm embarqueeren met
een geheime zending, die ik eerst te weten üC*n'
als ik in zee ben. Aan den prefect van Touljol)
is voor mij een lalstbrief ppgezondlen, waarvan ik
eerst de zegjels mag verbreken, als hij van "boord
zal /zijin gegaan. En di,e reis, Richard, 'die reis zal
mijn laatste zijnIk heb er efen voorgevoel van,
dat ik daarginds den dood zal vinden."
„Ook die voorgevoelens bfeduiden nietp," ant
woordde Vernière mét teen ruwheid, die hem eigen
wa!s, als hij sombere gedachten tot zwijgten had
te brengen- I
„Welnu, ik geloof er aan. V^or mijn per-.
Isoon doet het er ook niet toe. - ,Wat' geschre
ven staat moet vervuld worden, zjsggen de Op<^
terlingen met e|en fatalisme, dat ik begrijp. —1
Ik ga, waarheen de plicht mij roept pn we zullen
elkander nooit wederziten, Richard, maar alvfnrens
heen te gaan, wilde ik dfe toekomst verzekerd heb
ben van mijn slachtoffer en van het kind
„Hebt ge dan nog eenige hopip, in dien korten
tijd hen te zullen uitvinden?" r
„Ja, ik heb de zpak iin handen gegjeven aan 1
een mij zeer geroemden directeur van een dije*
agentschappen, welke tegen groote geldelijke op
offering steeds bereid zijn, de moeilijkste dingen
voor u te ontwarren of op te sporen. Ik1 lmb
dien main tienduizend friancs toegezegd', als hij
slagen mocht en hem rpeds dadelijk vijf-iduizend
fraincs uitbetaald. Ik vertrouw, dat het onder
zoek evenredig zal zijn aan den prijs en ikj hoop
dat het met succes zal worden bekroond en jou
heb ik aangewezen om er het resultaat van te
vernemen, hoe dat opk wezen moge
„Mij?" vroeg Vernière, ,,hebt gie mij dwarvqpr
aangewezen?"