HUI. - ZMü IS li 1929 Het oude dorp De Candi^atenlijst Coop. Verbruiksver. „Nieuw Leven" U.A. te Zuidscharwoude Buitenlandsch Overzicht De Pinksterdagen, die eindelijk weer het zomjer- weer hebben gebracht en duizenden in de gelegjetn- heid hebben gesteld, zich van de d .tgeKjfcsche bezigheden te ontspannen, hebben oclk te Parijs I ontspanning gebracht- Het zal voor de geallieerde deskundigen misschien een hard gelag zijn geweest ,om op den Tweeden Pinksterdag, toen de schoone [omstreken van de Fransche hoofdstad lokkend naar buiten riepen, van drie uur ':s middags tjot negen uur 's avonds achtereen te vergaderen. Maar zij hebben daarvoor dan toch in elk geval de voldoe "ning, dat de moeilijkheden, waarover de bespre kingen liepen, uit den weg zijn geruimd. De des kundigen hebben overeenstemming bereikt avter 'de wijze, waarop de door Duitschland op te brengen bedragen onder de voormalige geallieerden ver- deel l z i'len worden. Waarschijnlijk heeft Frankrijk, welk 1 (Een1-; hoogste eischen stelde, wel eenige concdoskleurig aan, maar het schijnt ,dat Belgis heefb'ug niet, inden aan eischen, betreffende eep i speciakorten belarg voor het thans waandelooze geld, dat voorjaar schers tijdens de bezetting van België he blende s/gegeven, welke eischen door dp andere geal,. sekten in het geheel niet of zcfer weinig van hWe worden ondersteund. Maar afge zien daarvan''vormen de deskundigen der voor malige geallieerde landen thans weer een geslatjejo [ygeheel- Het te boven komen van deze crisis iin het kamp der schulieischers beteekent echter nog niet, dat daarmee de geheele schadevergoe dingskwestie is opgelost. De eindbeslissing blijft ten slotte bij Dr. Schacht', die thans moet be slissen of hij het in het rapport van dr. Josuab Stamp neergelegde plan met het door hem zelf gemaakte voorbehoud, aanvaardt, waarmee Duitsch land dan de verplichting op zich neemt tot' het doen van jaarlijksche betalingen van een bedrag- van C2050 millioen mark. En daarmee zal de schade vergoedingskwestie 'dan voorloopig van de baan i zijnvoorloopig, want het is ten zeerste de vraag of de verhoudingen zich niet zoodanig zou den kunnen ontwikkelen, dat Duitschland er de brui aan geeft, gedurende ongeveer een halve efeuw He schatplichtige te blijven van de mogendheden, «lie het van 1914 tot 1919 beoorloogde. De breuk tusschen den Christen-generaal Feng en de Nationale Regeering van China te Nanking heeft zich ontwikkeld tot een conflict, dat weder om een bedreiging vormt als geen ander. Het is bekend, dat de Kwo Min Tang onder leiding van Tsjing Kai Sjek geheel naar rechts gezwenkt is, terwijl van generaal Feng, die zich gedurende den geheelen strijd tusschen Noord en Zuid, waarbij men veronderstelde, dat hij aan de zijde van Zuid stond, in Noord-Mandsjoerije in een raadselachtig zwijgen hulde, wordt aangenomen, dat Tiij sym pathieën voor Moskou-, koestert- Het' is daarom moeilijk uit te maken, welke waarde moet wor den gehecht aan het feit, dati Feng1, volgens de laatste berichten uit China, te Peking een nieuwe regeering heeft samengesteld uit element ten van den linkervleugel der Kwo Min Tang en dat "hij Noord-China onafhankelijk van de Nanking-regee ring heeft verklaard. Moet men aan deze daad van 'Feng dezelfde beteekenis hechten als aan de verschillende pogingen om de macht te ver overen, die de vele machtsbeluste vecht-generaals hebben gedaan? Of is hier een wezenlijk politiek verschi ltusschen Feng en Tgjaag Kai Sjek, dat domineert in het Verschil van houding tegenover -Sovjet-Rusland en teegenover de revolutionaire letarische beweging in China? In ieder geval heb ben zij, die bezorgd het hoofd schudden over den 1 warboel" in China, ongelijk. De historie lectr, dat een jong land in opkomst, dat zoowel polktiek als sociaal en cultureel icen revolutie van, zoo geweldigen omvang heeft 'doorgemaakt, niet zoo maar zonde rslag of stoot tot stabiele toestanden komt. En hoewe 1de pers voornamelijk berichten van onlusten en burgeroorlogen brengt, wordep zoo nu en dan ook wel 'feiten aan liet licht ge bracht, waaraan minde raandcht geschonken wordt dan aan de verschillende vechtende generaals, om- 'dat zij misschien minder sensationeel zijn en droge bevatten omtrent uitvoer, productie, scholenjbouwi wegenaanleg, enz., maar die wijzen op een gezonde /ontwikkeling van het jonge China, ondanks onder linge twisten 'en burgeroorlogen- Misschien dat wij nog wei eens- gelegenheid vinden, "hierop nader terug te komenr (Uit vroeger tijden) Nadruk geheel of gedeeltelijk verboden. De Fransche tijd! Ook in Noordscharwoude en in de andere dorpen van den Langendijk zou hij zijn invloed laten gevoelen. Vooral in het, jaar 1799 begon het er 'te spannen. Dp Engelschen en Russen waren aan de kust geland en zouden pro- beeren Hólland te overrompelen. D&endels^was met zijn troepen in St. Pancras omj den vijand het hoofd te bieden. Maar laat ons op den voet de aanteekeningen in het resolutieboek volgen. Op den 24sten Augustus 1799 kwam de raad, of, zooals het toen heette, de municipaliteit van Noordscharwoude bijeen. Er was een missive in gekomen van het Departementaal Bestuur van Tessel waarin bevolen werd de paarden achteruit te houden, indien de vijand inderdaad kwam te landen. Conform deze missive werd besloten de burgers aan te zeggen, hunne paarden bij provisie bij huis te halen. Enkele dagen daarna kwam ruiterij „in quartier" en werd die ruiterij bij de burgers „gebilletteerd". Den 31 Augustus werden door de municipaliteit gerequireerd en geleverd 4 wagens, 8 paarden en 4 voerlieden tot het rijden van bagage en ten dienste 'der Hollandsche armee. Ook moest daar- 1 voor dienst doen het paard en het wagentje van 1 den schout Dirk Sypheer. j Op den lsten September waren alle dorpen be noorden Langedijk en Koedijk allengs met Engel- sche troepen bezet geworden. Intusschen hadden de Hollandsche troepen versterking gekregen. - Van den 28sten tot den 31sten waren nieuwe af- deelingeu gekomen in Avenhorn, Schermerhorn en Alkmaar. En nu werden ook de vier dorpen van Langedijk „met sware inkwartieringen be zet". Op den 9en September werden alle burgers gerequireerd „om alle hekken, heinigen en hoo rnen langs de straat af te hakken". En om het werk te bespoedigen werden op den lOen Septem ber in den voornacht 15 burgers gerequireerd met zagen .koevoeten en bijlen. Een rustige tijd was het niet voor onze voorvaderen! Ongetwijfeld hield het gedonder van Jt geschut hun wel de slaap uit de oogen. Nu, gevochten werd er al. Wij lezen in onze bekende aanteekeningen: 10 September. Op dezen morgen is eene actio voorgevallen te Schoorldam, Harmgen en 'St. Maarten tusschen de Hollandsche en Engelsche armee en zijn tegen den avond beide naar hunne vorige standplaatsen teruggetrokken, nadat van beide zijden veel volk gesneuveld was. Op den llen September werden gerequireerd alle kleine vaartuigen met een man om naar Oud karspel te gaan, mitsgaders de wagens, paarden en voerlieden, die er waren, iedere wagen en elk vaartuig voorzien van stroo tot „legging der gequetsten." 't Is ons wit meegevallen! We meenden, dat er zoo hier en daar, sporadisch maar, oen staats man in ons land werd aangetroffen. Maar er zijn er bij de vleet! 1 .,'tZal wel glin," zeggen de jongens. Stel u voor: zes-en-dertig partijen, die meest' alle een respectabel aantal candidaten voordra gen. Ja, ja, er zit wat' in 't Nederlandsche volkd Toch schijnen we, bij 1922 vergeleken, achter uit te zijn gegaan. Dat was heti recordjaar. Toen waren er 48; in 1925 bedroeg 't aanthl 33. De mannen door die kiesvereenigingen aange wezen, om straks den kiezers voorlichting te gevei) hoe ze moeten stemmen, mogen wel ernstige studie van het stembiljet maken "tBi.ljet lijkt wel een lappendekens. Eén ding troost: niet in alle kies kringen komen alle partijen op de lijsteng Dat zit hem zóó: Van Nun en i antes wonen alleen te 's-Hertogenbosch en Tilburg; aanhangers der Welvaartspartij alleen op ae Veluwe ën ïn Am sterdam. Maar wat een democraten en communisten in diverse pluimagell, Ik ken ze heusch niet uit elkaar- Wel zie ik een partij, die Moskou wil nadoen en een partij, die even minder gruwelijk is. Dan nog vrijzinnig-democraten, sociaal-democraten, revolu tionaire socialisten, blanco-democraten; hierin ko men ze allen overeen: ze komen allen, op voor 't heil des volks. j f t De Gereformeerden zijn 't ook al niet eens- De eene partij wil nog Gereforir.eerder zijn 'dan de andere. Daarom staat bij de eene Gereformeerd voorop: Gereformeerde Staatspartij en bij de an dere is Gereformeerd tot de tweede macht! ver heven: Hervormd "(d. i. toch ook Gereformeerd) Gereformeerd. „Dubbel gezeefT' zei mijn dochter, toen ik haar de beteekenis verklaard' had. Tot nog toe verzuimden we nog te noemen: de oude coalitie-partijen. D>s. Kersten en Ds. Ling- beek zeggen: deze zijn allen met hetzelfde sop overgoten. De Roomsche mannen, de anti-revo lutionairen rijden gewillig mee en de christelijk- historisclien zijn der heeren gehoorzame kechten- Ze konden best van 'die drie partijen één maken: de roomsch-christelijk historische-antirevolutiónaire partij. Juist, dat ruimt al vast wat opPrachtig)! :t Frappeerde mij bijzonder, dat één partij den. haam draagt van Invaüden-partij. Deze partij dien de alléén een lijst in voor den kieskring Amster dam. Als alle Nederlandsche invaliden nu eens in Amsterdam gingen stemmen, zei mijn vriend. Maar hij mag er niet mee schertsen- Dat vind ik leelijk. Ik vermoed, dat deze partij, wat geme- tamorphoseerd, wiel toekomst heeft. Immers van de honderden candidaten worden slechts 100 ge kozen. Van wie niet gekozen worden, komen velen zeer gewond uit de electorale worsteling te voor schijn: invalide. Verdere uitwerking dezer gedachte •is wel overbodigjl In'zoo'n partij zit vast groei, 1 Iedere stembus verhoogt het getal invaliden. Zou de zevenjarige leerverplichting het Neder- 'Jandsche volk niet wijs kunnen maken? 'Wij hopen het|! Donderdagavond kwam deze Verbruiksvereeni- ging wederom in vergadering bijeen, onder leiding van het geheel nieuwe bestuur, dat in de vorige vergadering was gekozen, met den hr. Jasp. Glas als voorz. tot afhandeling van de agenda der J aar vergadering. De voorz., de heer J. Glas, heet de aanwezigen welkom, in het bijzonder de heeren Vorrink en Manderschoten, hoofdaccountant en accountant van de Handelskamer. Hij doet mededeeling dat de heer Hart bericht vaji verhindering heeft gezonden. Dank wordt gebracht voor het vertrouwen dat men in het nieuw gekozen bestuur en in de com missarissen stelt, terwijl spr. tevens zijn dank betuigt aan het afgetreden bestuur voor wat het in het belang der coöperatie heeft gedaan. Hij hoopt dat de agenda met medewerking van de leden vlug zal worden afgehandeld. Hiermede bedoelt hij niet „in een vloek en een zucht", maar wanneer men driemaal moet verga deren om een agenda af te handelen, is dat voor een Jaarvergadering toch wel wat kras. Tenslotte hoopt hij dat men het hem als jong voorz. niet al te lastig zal maken. Goedkeuring Jaarverslag. Die heer P. Zeeman brengt in de allereerste plaats dank voor de sympathiee woorden, door den voorz. gesproken. Deze krijgt men niet dik wijls te hooren, maar wel vaak het otagekeerde. Dan vraagt hij of in het Jaarverslag ook is opgenomen het vérhahdelde over dé hypotheken. De Secretaris antwoordt van niet. De heer P. Zeeman zegt alsnog graag te zien opgenomen in het Jaarverslag, de handelingen en besprekingen van het oude bestuur over het cre- diet bij de Handelskamer. De voorz. antwoordt dat het allen zeker nog helder voor den geest staat wat dooq het oude bestuur is gedaan en acht dit zeker de vermel ding waard. Er is alles voor om dit bij de bespre kingen van thans te vermelden. Hierna wordt het Jaarverslag goedgekeurd. Bespreking Balans, Winst- en Verliesrekening., Dë voorz. hoopt dat het bij de behandeling hiervan, bij zakelijke besprekingen zal blijken. De beide stukken worden door den accountant, den heer Manderschoten voorgelezen. IJit de voorgelezen cijfers blijkt dat de omzet van den winkel heeft bedragen f48949.23 tegen f 49881 in 1927 en de omzet van de bakkerij f52307.06 tegen f47891.97 in 1927. De winst heeft bedragen f 1508.65. Een vraag, door den heer H. Bakker gesteld over den debiteurenpost, wordt door den heer Manderschoten tot zijn genoegen beantwoord, waarbij de accountant tevens verklaart, dat de finantieele positie van het bedrijf gunstig is te noemen. De heer P. Zeeman vraagt of het rapport van den accountantsdienst niet wordt voorgelezen De voorz. Is dat andere jaren ook voorgelezen? Als de heer Zieeman er op staat, zal hij zich niet verzetten. Dë heer S. Kramer. Het is nooit, voorgelezen. De heer P. Z,eeman zegt, dat men de Pers toch kan verzoeken, de dingen ,die men niet openbaar wil hebben, niet te vermelden. Dë voorz. leder lid heeft het recht de balans na te zien en heeft ieder daarvan ook zeker be richt gehad. Voorheen toch werd het ook nooit ge vraagd. Et staan dingen in het rapport, die wij als bestuur en u als oud-bestuurslid niet graag voorlezen. Wanneer men de Pers steeds moet ver zoeken dat niet en dat niet te publiceeren, komt men tot eigenaardige verhoudingen. De hoofdaccountant zegt dat er door hun kan toor steeds 2 rapporten worden opgemaakt, waar van het rapport, waarop „ter publicatie" staat, korter is. Maar daarin verklaren we niets anders dan in het meer uitvoerige rapport. Het groote rapport is uitsluitend voor het bestuur, waarin de balansposten nader worden toegelicht en zaken van internen aard worden besproken. Ook wij maken meestal bezwaar tegen voorlezing hiervan en kunnen bij hooge uitzondering me't voorlezing meegaan. In het korte rapport staat toch niets anders. Het bestuur verzet zich tegen voorlezing, waar na alleen het publieatierapport wordt bekend ge maakt, waarin wordt verklaart dat de balans op betrouwbare wijze de positie van de vereeni- gmg weergeeft. De heer P. Zeeman zegt in dit rapport te mis sen wat in het andere rapport wel staat, en brengt hierbij tevens de door hem en, het oude bestuur zoozeer gewenschte bakkerij-controle naar voren. Hij is verheugd over de aanwezigheid van de 2 accountants hier, en zegt reeds eerder 't ge noegen te hebben gehad met den heer Vorrink te hebben kunnen kennis maken. De heer Vorrink. Ja, tien jaar terug. De heer P. Zeeman. Maar ik had graag gehad, dat zij hier eerder waren geweest om met den voorz. en het bestuur te spreken over de samen stelling van de balans. Het valt niet mee om tegen 2 accountants een andere meening te uiten, maar ik wil het toch probeeren. Ik heb ook een grooten broer meege bracht. Door mij is 't vorig jaar gezegd, dat ik mijn goedkeuring niet kon hechten aan de le halfjaar- lijksche balans van 1928, omdat deze niet goed was samengesteld. En daarmede was het geheele bestuur het eens. Hierljij was geen overleg gepleegd met het bestuur en had de samenstelling alleen plaats gehad door den bedrijfsleider en den heer Mander schoten. Do bakkerij zou met verlies hebben gewerkt en de wiukel met winst, hetgeen geen juist beeld van het bedrijf gaf. Ik was er dan ook slecht over te spreken. Bij een volgend bezoek van den accountant is door mij aan den toenmaligen voorz., den heer S. de Boer gevraagd, den heer Manderschoten te verzoeken bij mij te willen komen. (Spr. was toen ongesteld) om over de balans te spreken. Toen heb ik mijn bezwaren kenbaar gemaakt tegenover den accountant, dat de nieuwe oven in 5 jaar wérd afgeschreven, in plaats van in 10 jaar en dat de eerste halfj. balans anders was samen gesteld dan het bestuur wilde. Dë 2e halfj. balans werd anders samengesteld en toen gaf de bakkerij winst, waaruit bleek, dat men op den verkeerden weg was teruggekomen. De le halfj. balans was ontstaan, omdat geen voldoende, overleg was gepleegd met het bestuur. Toen is er door mij ook gesproken over het tekort van Rentenaar. Diit was geboekt op den post dubieuse debiteuren. Maar deze mag daar voor niet worden gebruikt aan de hand van art. 4 van het reglement, waarbij de bedrijfsleider aansprakelijk wordt gesteld voor eventueel na deel. Dit nadeel van f46.50 is ontstaan door schuld van den bedrijfsleider en dat heeft hij ook erkend. Nu was 't mij er niet direeti om te doen dit geld door den heer Mammen te laten betalen, maar ik meende dat de leden het moesten weten, en dit bedrag uit de middelen van de zaak te dekken. Het was een begin van iets dat niet plaats moeht nebben, en er zat nog meer achter. Er moet paal en perk gesteld worden. Ik houd niet van gekonkel, maar kom hiermede rond voor den dag. Dat de bakkerij-controle er nog niet is, is mij een doorn in mijn oog. De voorz. Dat is in het bestuur besproken en komt spoedig in orde. D|us daar behoeft u niet lang over te spreken. Dë heer P. Zeeman. Ik hoop dat u bereikt, wat mij niet mocht gelukken. Ook de winst- en verliesrekening is niet juist, en niet zooals ze behoort te wezen. Er is f 3400 loon in den winkel uitgegeven en nu zou ik graag weten aan wie. De voorz. "Wanneer je over al die kleine dingen uitrijdt, dan zitten we hier over 4 uur nog. Wanneer je er een bedoeling mee hebt, zeg 't dan maar ronduit. Vindt je zelf ook niet! De heer P. Zeeman. Wat voor bedoeling is er aan den anderen kant aanwezig. De voorz. Daar heb je 't, hé. De heer P. Zeeman. Voor mij is 't kardinale punt: waarom is er geen overleg gepleegd met het bestuur. De voorz. U treedt steeds in herhaling. Wan neer de bedrijfsleider zegt, niet goed gehandeld te hebben, maar dit in goed vertrouwen te heb ben gedaan, was dat dan ook voor u niet mans genoeg En dat heeft hij ronduit erkend op een perso neelsvergadering. U gelooft 't misschien niet dat 't in goed vertrouwen is gegaan, maar ik geloof Mammen wel, dat hij 't. in vertrouwen gedaan heeft. En ik weet wel dat u er op stond dat de leden 't moesten weten. „Nou, nou weten ze 't." De heer P. Zeeman. Door Mammen is, op de vorige vergadering gezegd: „je liegt 't", maar ik wil niet dat men denkt, dat ik zoo maar wat zeg. Waar de „Langedijker Courant" zich beijverde te vermelden, „je liegt 't", daar wil ik niet voor leugenaar loopen. Ik heb ook nog een reputatie op te honden. De heer Vorrink, hoofdaccountant zegt, dat wanueer men ergens over meepraten wil, mén er ook verstand van moet hebben. En wanneen de heer Zeeman zegt ook een groote broer te hebben medegenomen, begrijp ik heel goed, dat hij met dien grooten broer mij bedoelt. Maar dit wil ik wel verklaren, dat het allesbe halve in het belang van de coöperatie is, wanneer de heer Zeeman futiliteiten uitspint, waarvan 99 pet. van de leden niets geen verstand heeft. Meerdere malen hebben wij in de laatste jaren aan de Handelskamer gezegd: „het gaat goed in Zuidscharwoude" en wij hebben ons daarin ver heugd, maar dat het thans andersom is,i is niet de schuld van de f46.50 van Rentenaar, maar van de onderlinge verdeeldheid. En dan wil ik hier ook nog verklaren, dat de eer van onzen accountantsdienst mij te hoog staat, om die niet te verdedigen. Op onzen accountants dienst valt niet zooveel te zeggen. Ik zou echter niet te lang bij deze dingen willen stilstaan en meen "dat men er verder ge voegelijk het zwijgen over kan doen. Dë heer v. d. Wal. Wanneer de oud-voorz. de puntjes op de i wil zetten, dan heeft| hij zeker het recht daartoe. Door den heer Zeeman wordt thans tevens ter sprake gebracht de invulling van de loonlijsten, in verband met het werk van den heer K. Mam men. Er is loon geboekt op de bakkerij dat op den winkel had moeten drukken. Hij mag in de "bakkerij eens geholpen hebben, maar men kon hem daar later niet meer krijgen. Laat het perso neel maar eens spreken. En waarom moest de bakkerij zwarter worden afgeschilderd dan de winkel Wat de f46.50 van Rentenaar betreft, deze mocht aan de hand van art». 4 niet worden geboekt op den post dubieuse debiteuren. En toen er over gesproken werd, werd er door den bedrijfsleider gezegd: wil jij 't direct van mij hebben. Dat was een uitdrukking, die niet te pas kwam. De heer Vorrink. U is mis. De zaak staat of valt niet met de f46.50 van Rentenaar, en het is toch erkend door Mammen. Juist achter het waarom van u zit het addertje. Maar ik kom op tegen de verdachtmaking als zouden wij met Mammen onder één deken kruipen. We kennen elkaar. Dë heer Zeeman. Ik weet niet of de Pers dit opneemt, maar dit is ecu verdachtmaking, waar voor ik een verklaring vraag. De heer Vorrink. Ik lieb 't vorige verslag ook gelezen! De heer Zeeman doet hierbij een aanval op het. verslag van de „N.L.Crt.", dat niet objectief zou zijn gesteld. Deze aantijging doet den vertegenwoordiger uitroepen: „dat van dé „Sehager" en „Alkmaar der" wel? Ik ben verantwoordelijk voor het ver slag en ik ontzeg u het recht aan de objectiviteit te twijfelen. Dit is voor mij meteen aanleiding de mentaliteit van den heer Zeeman eens te schetsen. Dë heer Zeeman. Dan had u moeten vermelden wat er voor de vergadering is gebeurd. Dë verslaggever. Daarvoor ben ik niet verant woordelijk. De vergadering was nog niet geopend en alleen wat onder leiding van den voorzitter is behandeld publiceer ik. Maar het verslag in de „Sch." en Alkm." moest dienen, dat het eene familielid het andere dekte. i De correspondent van de „Sch. Crt." zegt dat zijn verslag wel juist was en daarin de feiten zijn genoemd. Wat er voor de vergadering is ge- beudr, publiceerde ik, omdat dit daarop van in vloed was. Bij de verdere discussie's voegt de heen Zee man den hoofdaccountant toe: „U heeft zeker ook wel een telefoon van Mammen gehad. Dë heer Vorrink (heftig) tot den vertegen woordiger van de „N.L.Crt.": „Hoort u dat!" „noteert u dat!" „Is dat geen verdachtma king!?" (tot den heer Zeeman): „Nu kennen we elkaar toch zeker wel vrind"! Dan ontstaat er een finantieele discussie tus schen den heer Manderschoten en den heer Zee man, die in hoofdzaak loopt over de loonkwestie van den heer K. Mammen. De heer Vorrik. Dë bedrijfsleider is voor ac countants den man, waarop wij afgaan. Die zit er den geheelen dag met zijn neus op en dat deed de vorige voorz. toch zeker niet. De heer H. Bakker gelooft dat de winkel zoo gunstig wordt voorgesteld omdat er zoo hard gewerkt zou worden en de bakkerij ongunstig, omdat het personeel daar de luilak zou uithan gen. De heer Zeeman knikt bevestigend. De voorz. Wanneer u het daarmede eens is, •waarom zeg je dat dan niet ronduit en waarom praat je er dan eerst een uur over? De heer Zeeman. Het was mij te doen om een zuiver beeld te geven van "den toestand, van de bakkerij en van den winkel. De heer S. Kramer meent dat wanneer in 't ver volg door het bestuur steekproeven worden geno men met de loonlijsten, de heer Zeeman ook te vreden kon zijn. De heer Vorrik zegt dat in verband met het uitgegeven productieloon in de bakkerij een on derzoek is ingesteld door een deskundige. En er

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1929 | | pagina 3