Liefde en Misdaad
Zomersproeten ver
dwijnen spoedig door een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
De ioerd van Saint-Quen.
Rechtzaken
Buitenland
NOODWEER IN HET BUITENLAND;.
Het noodweer, dat dezer dagen geheel Beieren
teisterde, heeft een nog veel grootere ramp, 'dan
uit de berichten bleek, ten gevolge gehad. Dje
graan-, de fruit- en de aardappeloogst is in vele
streken bijna volkomen vernield. Men rekent op
een schade van vele millioenen.
Ook de Beiersche Paltz werd door 't nood
weer getroffen. Dje schade aan akkers en wegen
is ontzettend. Djoor de kracht van het noodweer
werden verscheidene personen gewond.
Het krachtigst woedde de storm in het Beier
sche woud, in de steden Djeggendorf en Zwiesel.
Breede kringen der boerenbevolking hebben ten
zeerste door de economische gevolgen der ramp
te lijden.
Zaterdagmiddag heeft het boven vele streken
van den Ghiemgau opnieuw zwaar gehageld. Tien
minuten lang kletterden geweldige hagelsteenen
neer. Verscheidene gemeenten werden door den
hagel geheel vernield. De oogst werd bijna ge
heel vernietigd, de akkers werden met den grond
gelijk gemaakt.
Het noodweer, dat Donderdag in Bohemen ge
woed heeft, heeft alle sombere berichten overtrof
fen. Die berichten van de aangerichte schade
beginnen nu pas 'door te komen. Die schade loopt
in de millioenen. Ook menschenlevens vallen er
te betreuren, Het aantal gewonden is nog niet
bekend. Overal op de straten liggen omgewaaide
wagens. Onder een daarvan vond men den voer
man, die omgekomen was. Bij Neuhaus in Ziuid-
Bohemen is een locaaltrein door den storm ont
spoord, waarbij 10 menschen gewond zijn.
EEN GROOTE ZEERAMP.
Twee duikbooten van de Engelsche marine zijn
met elkander in aanvaring gekomen, met het
treurig gevolg, dat één duikboot is gezonken.
Een en twintig man van de H 47 verdronken.
De commandant van de H 47 behoort tot een
der beide opvarenden, die er het leven hebben af
gebracht. De geheele bemanning van het vaartuig
bedroeg 23 koppen.
De H 47 behoort tot de zesde duikbootenflot
tielje. Zoodra het bericht van de ramp te Ports
mouth ontvangen werd, werden de sleepbooten
jGrapper" en „Resolve" naar het tooneel der
rainp uitgestuurd met bergingsuitrustingen aan
boord.
De L 12 heeft ongeveer dertig officieren en
manschappen. Beide dui.kbooten behooren tot de
klassen van voor den slag bij Jutland.
Een N.T.A. bericht meldt, dat de botsing der
twee duikbooten plaats had in het St. Georges-
kanaal tusschen Groot-Brittannië en Ierland, vlak
voor St. Davidstead.
DE NIEUWE REUZEN-VLJEGBOOT D|ER
D ORNIERFABRIEKEN.
Op het Zwitsersche gedeelte van het Meer van
Constanz, boven Altenrhein in de nabijheid van
Rohrschach, is in de afgeloopen dagen de bouw
voltooiid van de reuzen-vliegboot der Dornier-
fabrieken. Heden is een groot aantal gasten uit-
genoodigd om het vliegtuig te bezichtigen. Met
OF
43)
Robert had op dit appartement twee ineenloo-
pende kamers, een studeer en een slaapvertrek,
beide ingericht met antieke meubels van artis
tieke waarde, afkomstig van graaf Henriot de
Nayle.
Alleen zijnde opende Robert Vernière met een
sleutel ,die nooit in andere handen kwam, een
prachtige kast uit de XVIe eeuw en verborg
daarin de reistasch, die 't geld der misdaad be
vatte.
„Dit fortuin," mompelde hij, „komt niet uit
mijn handen, of ik moet er over kunnen beschik
ken zonder iemands achterdocht op te wekken."
De booswicht ging naar bed zonder zelfs eenige
gewetenswroeging te gevoelen.
Om half twaalf kwam mevrouw Vernière thuis
met haar zoon Philippe de Nayle.
Van haar kamenier hoorde zij, dat mijnheer was
thuis gekomen, doch zij ontving dit bericht zonder
een zweem van blijdschap of verwondering te
toonen. Zij had voor haar man niets anders meer
over dan een ijskoude onverschilligheid, die nog
geen haat was, maar daartoe toch wel zou kunnen
overslaan.
„Tot morgen, Philippe!" sprak zij tot haar
zoon, met een kus van hem afscheid nemend.
Het telegram in cijferschrift door den baron
Schwartz, den 2en Januari van Parijs afgezonden,
kwam op den avond van denzelfden dag, na door
de handen van den koopman Schmidt te zijn ge
gaan, aan hare bestemming. 'tWas toen half
acht. De baron Schwartz vroeg in dit telegram,
dat men te Berlijn de terugkomst van Robert
Vernière zou surveilleer en.
Een geheime agent begaf zich naar 't station,
waar die terugkomst kon worden verwacht.
Om acht uur zag hij den gesignaleerde het
goederenbureau instappen en aldaar zijn valies
opeischen, dat hem, tegen afgifte van het desbe
treffende regu, werd ter hand gesteld. Hij zag
ook, hoe op dat valies een strook papier was
geplakt met de woorden „ParisBerlin". Er viel
dus niet aan te twijfelen, of Robert Vernière was
uit den trein gestapt, die slechts enkele minuten
te voren regelrecht uit Parijs was gekomen. Het
spreekt haast van zelf, dat de agent niet dacht
aan den verbazend-snellen trein, die in verbinding
met de Londensche boot over Brussel, Keulen
en Berlijn naar Petersburg ging.
Zijn zending was afgeloopen. Maar wat hij
niet zag was, hoe Robert Vernière, alleen op zijn
de proefvluchten zal echter eerst over eenige we
ken begonnen worden. Het toestel biedt een over
weldigenden aanblik. Als men er voor staat, ge
looft men eerder een klein-model torpedoboot te
1 zien dan een vliegtuig. De romp is zeer elegant
van lijn en is in tegenstelling met het gebruike
lijke Dornier-Wal-type niet plat van onderen,
maar loopt uit in den vorm van een( kiel, wat
bij ruwe zee groote voordeelen kan opleveren. De
1 metalen wanden kunnen een hoogen druk ver-
dragen en de romp is door waterdichte schotten
verdeeld. De nieuwste vindingen der moderne
vliegtuig-techniek zijn bij den bouw toegepast.
De spanwijdte van het toestel bedraagt 48 meter,
de lengte is 40 meter en de hoogte 10 meter. De
draagvlakken hebben een oppervlakte van 490
1 vierkante meter.
De vliegboot is uitgerust met twaalf Siemens-
Jupiter-motoren, elk van 526 P.K., zoodat men
in totaal de beschikking heeft over 6500 P.K.,
waarmee een maximumvliegsnelheid van 250
KM. per uur en een startsnelheid van 190 K.M.
per uur kan worden bereikt. Het geheele schip
is in drie dekken ingedeeld. Het onderste dek
wordt gebruikt voor het bergen der brandstof;
voorts zijn er de bagageruimte en de slaapplaat
sen voor de bemanning, die uit ongeveer tien
man zal bestaan. Het middendek is het zooge
naamde passagiersdek. Voor aan den boeg van het
toestel is een ruimte met ankerkabels en ander
materiaal, daar achter ligt de voor de passagiers
bestemde ruimte, verdeeld in cabines en een groote
eetzaal, waarin de veertig passagiers, waarop "het
toestel voorloopig berekend is, rijkelijk ruimte
vinden. Op het bovenste dek bevindt zich de
stuurcabine, die veel overeenkomst vertoont met
die van de „Graf Zeppelin". Vooraan zitten de
piloten, daarachter is de kaartenkamer, dan de
machine-centrale en ten slotte de radio-kamer.
Bijzonder interessant is de bedrijfscentrale, van
waaruit de motoren bediend worden. Van de
schakelborden voeren leidingen naar de motoren,
•die alle afzonderlijk doch ook samengekoppeld
in werking gesteld kunnen worden. De piloot
zelf behoeft zich eigenlijk in het geheel niet meer
met de directe controle der motoren te bemoeien,
doch kan te allen tijd den machinist zijn orders
geven door middel van een telegraaf, terwijl in
het toestel ook pneumatische buizen voor het ver
zenden van brieven van het eene naar het andere
gedeelte van het vliegtuig zijn ingebouwd.
OOK EEN AFSiTANDiSRIT.
Een 44-jarig paard loopt 700 K.M.
In alle rust en stilte is een boer uitfOostpruisen
met zijn paard vorige week te Berlijn aangeko
men. Dit feit op zich zelf zou niets bijzonder zijn
Wanneer het paard niet den eerbiedwaardigen
leeftijd van.... 44 jaar had bereikt. Per dag legde
het gezelschap gemiddeld 25 K.M. af. De langste
afstand die per dag afgelegd werd was 36 K.M.
en het paard is in uitstekendeconditie te Ber
lijn aangekomen, alwaar het enkele dagen gerust
heeft en toen weer per trein naar Oostpruisen is
teruggezonden. Het is inderdaad een geweldige
prestatie voor een paard van dien leeftijd. De
Oostpruisische fokkerij mag met trots van deze
verrichting gewag maken, want volgens de hip-
pologen is dit feit in de geschiedenis der paarden
sport en fokkerij geheel op zichzelf staand en zal
ook niet zoo spoedig meer herhaald worden, om
dat er nu eenmaal zeer weinig paarden een der-
gelijken hoogen leeftij bereiken en dan nog krach
tig voor zulke prestaties zijn. De eigenaar hoopt
dat „Alterchen" nog wel Je vijftig zal halen en
geeft hem van nu af aan het genade-brood.
EX-KEIZER WILHELM.
Weer geruchten over zijn terugkeer
naar Duitschland.
De Parijsche correspondent van het „H.bld.
meldt
kamer zijnde, het papier dat op zijn valies zat,
met een spons met water natmaakte en het daar
na geheel verwijderde, zonder dat er op dat valies
eenig spoor van het plakkaat achter bleef.
Wat de agent rapporteerde, bewees wel zoo
waande men dat de baron Schwartz zich in' zijn
veronderstellingen moet vergist hebben. Hem
werd dan ook een bijna gekscherend antwoord
toegezonden.
Om kort te gaan, Robert Vernière's straffeloos
heid scheen ten volle verzekerd te zijn.
Toch was er iets, een kleinigheid slechts, dat
hem in de oogen zijner vrouw "bijna verdacht had
kunnen maken.
De knecht had bij het afborstelen van zijn
goed in een der buitenzakjes een spoorwegkaartje
gevonden en. een in achten toegevouwen stuk pa
pier en die twee dingen op een guéridon gelegd
in den gang naast den stoel, waarop hij het
schoongemaakte goed had gelegd.
Toevallig viel op die dingen Denise's oog,
toen zij den volgenden morgen door de gang liep,
terwijl haar man nog sliep.
Zij nam het spoorwegkaartje op, las daarop
„ParisBerlin", zag dat het niet was afgeknipt
en wierp het, zonder aan die bizonderheid veel
waarde te hechten, met het stuk papier, dat zij
sechts even had ingezien, in de bronzen vaas,
welke op de guéridon stond.
Toen ging zij naar beneden.
In 't huis van de Friedrichstrasse dejeuneerde
men om twaalf uur, na des morgens een kop
koffie of een kop chocolade gebruikt te hebben.
Robert Vernière stond dien morgen zeer laat
op en verscheen in de ontbijtkamer, toen 't reeds
twaalf uur had geslagen. Hij vond daar zijn.
vrouw en haar zoon, slechts op hem wachtende
om aan tafel te gaan.
Glimlachend en opgewekt trad de booswicht
binnen; de jonge man kwam hem tegemoet.
„Bonjour, Philippe," sprak Robert, zijn stief
zoon de hand drukkend, „ik had waarlijk niet
durven hopen, u bij mijn terugkomst hier te zul
len vinden, maar 't is mij zeer aangenaam^ dat
weet je wel." En toen tot zijn vrouw met ge
huichelde lievigheid: „Toegevend als ge zijt, mijn
beste Denise, zult ge mij wel excuseeren, dat ik
gisteren avond je thuiskomst niet heb afgewacht,
maar ik had onderweg koude gevat en voelde mij
vreeselijk vermoeid."
Philippe de Nayle was achttien jaar oud, een
mooie jongen, en zoo ontwikkeld dat men hem
voer twee en twintig aanzag. G|p zestienjarigen
leeftijd had hij het instituut van Nancy verlaten,
waar hij een zeer 'degelijke opvoeding had genoten
en was hij gekomen op de nijverheidsschool van
Ohalons, waar hij zich voorbereidde tot de lessen
van de polytechnische school. Uitstekend waren
steeds zijn vorderingen geweest te Ohalons, zoo-
In een brief uit Berlijn aan L'Öeuvre, getee-
kend „Duesburg", wordt ongerustheid uitgespro
ken .over den mogelijken terugkeer van ex-keizer
Wilhelm naar Duitschland. nadat op 22 dezer de
Wet tot bescherming van de republiek, waarvan
de regeering de vernieuwing niet heeft kunnea
verkrijgen, afgeloopen zal zijn.
Volgens den schrijver heeft het Duitsche kabi
net o ver deze mogelijkheid beraadslaagd en is het
van meening, dat het daarna niet langer het
recht heeft om Wilhelm, indien deze toegang
mocht vragen als Duitsch burger, dien toegang
te ontzeggen. Art. 28 van de constitutie verhin
dert wel een Staatsgreep, maar kan niet worden
toegepast als de ex-keizer verklaart, volstrekt
geen booze bedoelingen te hebben en slechts naar
Duitschland te willen komen om daar vreedzaam
zijn dagen te eindigen.
Het eenig mogelijke om zulk een terugkeer te
verhinderen is, dat men hem vast houdt, waar
hij is. Niet de Duitsche regeering kan hem tegen
houden, maar de Nederlandsche moet hem een
vertrek-visum weigeren.
Naar de correspondent meent, is Wilhelm zelf,
oud en door velen in Duitschland vergeten, geen
gevaar meer voor de republiek. Maar zijn aan
wezigheid zou, met of zonder zijn wil, geëxploi
teerd worden door anderen. Daarom moeten de
Nederlandsche autoriteiten doordrongen zijn van
hun verantwoordelijkheid. Door de machtf der
omstandigheden zijn zij het, die te waken hebben
voor het behoud der Duitsche republiek. Ze mo
gen den man op het kasteel te Doorn het leven
zoo aangenaam maken als ze willen, maar laat ze
vooral opletten, dat hij er niet per vliegtuig
vandoor gaat! zoo besluit de schrijver.
VOOR; DEN POLITIERECHTER,
Zitting van Dinsdag 9 Juli.
Meneer hield niet van bemerkingen.
De caféhouder en aannemer van straatwerk,
Splinter Spierenburg uit Alkmaar, had in de ge
meente Heilo een werk onderhanden en onder
zijn werklieden behoorde ook zekere heer Gerrit
A. ,die echteT niet presteerde hetgeen de heer
Spierenburg, zelf een prima vakman, van hem
verwachtte, hetwelk hij A. dan ook in gepaste
bewoordingen onder het oog bracht. De beleedigde
werknemer scheen deze terechtwijzing echter niet
in dank te willen accepteeren, althans na rijpe
overweging gaf hij zijn patroon onverwachts een
hevigen slag met een hard voorwerp, men zegt
een klomp, op zijn neus, waardoor Spierenburg
pijnlijk werd getroffen als noodzakelijk gevolg.
De aangevallen aannemer haastte zich een zoo
onbehouwen medewerker op staanden voét te ont
slaan en deed tevens aangifte van de mishande
ling, met het resultaat, dat G. A. heden; moest
terecht staan. Verdachte was evenwel niet ver
schenen, doch had buitengerechtelijk toegegeven,
wel te hebben geslagen, doch niet met gebruik
making van een klomp.
Er werd evenwel aangenomen dat het een min
derwaardige mishandeling was en verdachte werd
door den fungeerenden politierechter mr. Lede-
boer, veroordeeld tot f25 boete of 25 dagen. De
officier had het gebeurde nog hooger aangeslagen
en f 50 boete of 50 dagen gevraagd.
Een boerenveldslag in het Waarland.
De Weled. heeren landbouwers Aris en Antoon
P., alsmede Johannes Theodorus L., beide eerst-
genoemden steunpilaren van het Waarland, ter
wijl Joh. L. te Heerhugowaard resideert, waren
na zwaarwichtige besprekingen onder 'n stevig,
glas Heinekens pils met 'n afzakkertje tot de
conclusie gekomen dat de landbouwer Aris Groen
hen in een veefondskwestie niet netjes behandeld
wel practisch als theoretisch en de fijne, aristo
cratische handen gingen mét een geschiktheid,
waarop een bekwaam werkman niets zou vin
den aan te merken, met hamer beitel, zaag en
ander gereedschap om.
Zijn illusie was om eenmaal zijn naam te ver
binden aan deze óf gene uitvinding op technisch
gebied. Daarbij kwam, dat hij een bekwaam teeke
naar was, die in zijn vrijen tijd soms aquarellen
vervaardigde, die terecht bewonderd werden.
XLI.
Men nam aan tafel plaats en aangezien daarbij
een knecht bediende, wilde mevrouw Vernière
liever niet een discours beginnen betreffende de
resultaten van Roberts bezoek aan Parijs.
Deze kon zich nog altijd niet de overeenkomst
van Philippe verklaren.
,,'tls de gewone nieuw-jaarsvacantie, waarvan
Philippe hoe kort ze dan ook wezen mag
geprofiteerd heeft om' hier heen te komen," luid
de Denise's inlichting.
„Nu, dat vind ik heel aardig van Philippe,"
sprak Robert met opgeruimdheid en begon toen
een gesprek met zijn stiefzoon, voornamelijk be
treffende diens studiën, waarover hij, als be
kwaam ingenieur, zeer goed in staat was, zich
een zelfstandig oordeel te vormen.
De jonge graaf, die, in de goede beteekenis van
het woord, geheel een kind was van zijni tijd,
hechtte niet veel waarde aan titels of rijkdom,
maar wond zich op bij het denkbeeld, dat hij
eenmaal in het door hem gekozen vak nog een
man van beteekenis zou kunnen worden.
„Ik heb ook diezelfde illusies gehad en hard
gewerkt," verklaarde Robert Vernière. „Em waar
toe heeft mij dat alles geleid? Tot een ruïne
bijna."
„Dat komt misschien," bracht Philippe in 't
midden, „omdat gij met uw kennis en uw talenten
zijt gekomen in een land, waar uw hoedanigheid
als Franschman een onoverkomelijke hindernis
was voor 't succes."
Philippe hield niet van Duitschland en hoewel
hij bij den oorlog van 1870 en 71: nog niet ge
boren was, had hij genoeg gelezen van die ontzet
tende tijden, vooral Fransche lectuur, o'm veel
meer met de Franschen dan de Duitschers te
synrpathiseeren.
Het discours liep verder over de te Ohalons
gemaakte studiën en Robert Vernière was 'inder
daad verwonderd over de groote vorderingen door
Philippe in korten tijd gemaakt.
jNu, je bent heel wat sterker dan ik dacht,"
sprak hij ten slotte, „en als 't mij ooit gegeven
werd aan het hoofd te staan van een flink con
structie-magazijn, zou ik geen oogenblik aarzelen
om jou daarbij tot mijn medewerker te benoe
men... Laat dat je toonen Philippe, welk een
vertrouwen ik in je verdiensten stel."
had en besloten nu dezen geachten landbouwer
eens 'n visite te maken, teneinde hem hun grieven
onder en zoo noodig „op" het oog te brengen;
De heeren arriveerden alzoo op Woensdag 8 Mei
deftig in een automobiel te Harencarspel en had-
den weldra volop gelegenheid om Aris Groen
hun bezwaren ter kennisse te brengen. Het duur-
de dan ook niet lang of Aris Groen, die al lek-
ker naar de 60 tippelt en dus niet veel kans meer
had tegen drie jonge, ruwe en tamelijk onver
schillige snurkers, zat geducht in 't nauw en
haastte zijn dochter zich de hulp in te roepen van
de nabij wonende gebroeders Piet en Hendrik
Danenberg, die hun dorpsgenoot dan ook niet'
in de prut lieten zitten, doch moedig zijn partij
opnamen. De drie aanvallers lieten zich echter,
ook toen niet in een hoek drukken en de kleine,
roodhoofdige Jan L. gaf van zijn onvolprezen
vechtkunst blijk door Piet Daneberg het hoofd
aan bloeden te timmeren met een stuk paal, ter
wijl hij broer Hendrik trachtte het noodige
respect af te dwingen met een mestvork.
Daar de heeren Aris en T. P. inmiddels Aria
Groen had afgeknokt, speelde het slot van dit
van christelijke liefde getuigend drama heden
voor den politierechter en werd, ondanks hun
onschuldbetuigingen Aris P. veroordeeld tot f20
boete of 20 dagen, Tpon P., die bij, den politie
rechter geen onbekende grootheid was en reeds
eenige-pialen veroordeeld wegens beleediging, op
ruiing etcetera tot f40 boete of 40 dagen,. Obk
Jantje L. werd opgeknapt met 40 pop of 40 dagen
en bovendien moest hij aan den heer Piet Danen
berg f 7 betalen aan dokterskosten en vervoer
per auto. Want aangezien Piet lijdt aan toevallen,
had hij met zijn beschadigd en bloedend hoofd niet
per fiets naar den dokter durven gaan, doch zich
deftig per taxi naar Dr. Maats laten tuffen. Had
Piet geen gelijk?
Pinksteramusement in zeebad.
Gedroogde scharrcnlucht".
In den nacht van 20 op 21 Mei, hoogfeest van
Pinksteren, genoot de te Egmond aan Zee staan
de danstent bezoek van danslustigen, wijd uit
den omtrek en ontbrak daar ook niet een gezel
schap uit Castricum en Heemskerk, tusschen
weifes gedelegeerden weldra een zekere wrijving
ontstond, met gevolg dat de 20-jarige fabrieks
arbeider H. Veenstra uit Castricum do<^r een
messteek aan het hoofd werd getroffen en bloe
dend verwond.
Als verdacht van dit bloedig bedrijf stond dan
heden terecht de 25-jarige rosblonde tuinder, Joh.
v. LH, die evenwel beweerde, dat niet hijj, doch
zijn broeder Jacob den Castricummer arbeider
had verwond, echter niet met een mes, doch met
een z.g. kopsleutel, en teneinde die bewering vol
doende te kunnen staven, had hij als getuigen a
decharge meegebracht zekere B. Kok uit IJmui-
den en de tuinders Ri. Baltus en H. A. Groenveld
uit Heemskerk.
Böor Catharina Winter, het meisje, waarmede
de getroffene uit was geweest, werd verdachte
pertinent als de dader herkend, waarop deze, meer
brutaal dan hoffelijk opmerkte, dat deze getuige
zoo Idronken was geweest, dat zij niet meen tot
dansen in staat was. Zij heeft eenige maanden ge-
loopen "met zijn broer Jacob en om deze te sparen,
wilde zij hem er „inluizen".
Olok Veenstra en de getuige Jacob de Winter
uit Castricum hadden gezien, dat verdachte met
een blinkend voorwerp had toegeslagen, doch aan
gezien de drie getuigen a decharge daarentegen
bleven volhouden, dat zij Jacob van Lieshout aan
Veenstra een slag had zien toebrengen, viel
het moeilijk uit deze tegenstrijdige verklaringen
de juiste toedracht te distilleeren en werd derhal
ve op voorstel van den heer Officier de zaak
verwezen naar de meervoudige strafkamer.
Denise's moederhart klopte van blijdschap bij
het hooren dier loftuiting, gedaan door iemand,
die ,in spijt van al zijn ondeugden, toch zeker
gerechtigd was een onafhankelijk oordeel uit te
spreken in een zaak als deze.
Na afloop van het déjeuner, gaf Philippe de
Nayle, die enkele visites had te maken, zijn
moeder een kus, drukte zijn stiefvader de hand en
verliet de eetzaal.
Mnn en vrouw bleven onder vier oogen. Een
tijd lang bleven beiden het stilzwijgen bewaren.
Daarop begon Denise:
,JSedert lang reeds, je weet het, bemoei ik mij
met uw doen en laten niet meer, althans niet bui
tenshuis, maar nu je mij uit eigen beweging het
doel van uw reis naar Parijs hebt gezegd, name
lijk om je met je broer te verzoenen en door een
leven van gezé'tten arbeid je best te doen om T
verkwiste vermogen te herstellen en de achting
der wereld terug te krijgen, nu heb ik,£ geloof
ik, wel het recht je de vraag te stellen, hoe dat
onderhoud met Richard is afgeloopen."
„Ik heb Richard in 't geheel niet gezien," ant
woordde de broeder moor der.
„Niet? Ben je dan niet te Parijs geweest?"
„Jawel, maar eenmaal daar zijnde, heb ik niet
durven doen, wat ik mij hier had voorgenomen...
We stonden ik heb er je geen geheim van ge
maakt, Denise nagenoeg op vijandelijken voet
met elkander. Het stuitte mij zoo tegen de borst
juist hem te moeten erkennen, hoeveel ik al ver
kwist- 'had van uw geld en hoe op 't oogenblik
tusschen u' en mij de verhouding'is. Ik weet stel
lig, dat, als ik Richards hulp had ingeroepen, hij
mij zou geantwoord hebben: „Een associatie met
jou, Robert, moet noodwendig mij armer maken,
omdat ik de eenige zou zijn, die bij die associatie
iets aanbreng. Ik sta ook niet alleen op de wereld,
ik heb een dochter. Ik denk aan haar zooals jon
vrouw denkt aan haar zoon en ik wil zelfs met
geen sou een fortuin, 'dat haar toekomt, vermin
deren om jou in de gelegenheid te stellen je for
tuin te maken!"
„Dat zijn dingen ,die ge voor uw vertrek hadt
moeten bedenken."
„Dat heb ik wel gedaan," antwoordde Robert,
„maar ik verbeeldde mij toen, sterker te zijn dan
ik het in waarheid was en ik herhaal je, dat ik,
vlak bij het doel zijnde, daarvoor ben teruge-
deinsd."
,/Wie weet, of je broer je niet op een geheel
andere wijze zou hebben te woord gestaan? D«
meest gewettigde wrok vermindert veel door den
tijd..."
„O, je kent Richard niet."
„En dat spijt me genoeg. Je weet, hoe; ik er
op aan heb gedrongen om met hem kennis te ma
ken, toen wij pas getrouwd waren... jij wildét
het nooit."