Liefde en Misdeed
De Moord van Sainf-Duen.
Nieuwstijdingen
iechtzaken
Nadere toelichting gewenscht.
De 36-jarige landbouwer Mart. G. te Egmond B.
die heden als verdachte in de openbare zitting van
den kantonrechter, wiens ambt heden werd waar
genomen door mr. van Loockeren Campagne, te
recht stond terzake overtreding der leerplichtwet,
aangezien hij op 8 en 11 Mei Jl. zijn leerplichtigen
zoon Johannes niet ter R. K. Bijz. Scole had ge
zonden, beweerde dat niet aan hem, doch de
schuld lag aan de heeren onderwijzers, die vergun
ning hadden verleend tot dit schoolverzuim. Na
tuurlijk werd deze verdediging van papa G. trou
wens al eens meer veroordeeld wegens een derge
lijke overtreding zonder nader onderzoek niet aan
vaard en de zaak dus voor onbepaalden tijd aan
gehouden tot het horen van het hoofd der school
als getuige.
Nooit uitrijden zonder de spulletjes te hebben
nagezien.
Toen op 2 Juni de heer H. J. G., boekdrukker te
N. Niedorp tuffende op zijn motor over den Mid
delweg te Heerhugowaar'd werd aangehouden en ge
controleerd door den veldwachter H. Visser en Belij
endaal ontdekte hij tot zijn schrik, dat hij buiten
staat was zijn nummerbewijs te toonen, omdat hij
dit onmisbaar document thuis met andere paperas
sen ha dachtergelaten. Proces verbaal bleef natuur
lijk niet uit doch de waarnemend kantonrechter
was zoo vriendelijk de goede trouw van den heer
G. aan te nemen en eischte slechts 2 gulden boete
of 2 dagen.
De parkeerovertredingen te Bergen.
Behandeling der zaken uitgesteld.
De heer D, hotellier te Bergen stond heden te- j
recht op grond van het feit, dat hij 14 Juli te Ber
gen aan Zee zijn auto had geparkeerd op den
openbaren weg de Zeeweg met gevolg, dat proces
verbaal werd opgemaakt. De heer D. werd in rech
ten bijgestaan door mr. Smal advocaat en procu
reur te Alkmaar, die de meening is toegedaan, dat
hier van openbaren weg niet kan worden gesproken
Deze en nog meer andere zaakjes van gelijke strek
king werden evenwel voor onbepaalden tijd aange
houden, teneinde zaakkundige autoriteiten als ge
tuigen te hooren.
Dienst en wet met elkaar in conflict.
De chauffeur J. R., in dienst van den autobus
ondernemer Haarlem-Alkmaar van G. stond te
recht wegens overtreding der max. snelheid ge
pleegd op den Kennemerstraatweg te Alkmaar. Hij
had gereden met een snelheid van 36 KM. terwijl
oogluikend 32 KM. wordt toegestaan. De heerR. er
kende het ten laste gelegde, doch betoogde dat het
belang van den dienst vordert dat op dit eind
straatweg harder wordt gereden, aangezien anders
de bus niet op tijd aankomt.
De kantonrechter begreep volkomen de moeilijk
heden en veroordeelde verdachte tot 2 gulden boe
te of 2 dagen.
Aan den heer Arie S., chauffeur te Bergen die
met een soortgelijk watertje voor den dokter kwam
werd opgelegd 3 gulden boete of 3 dagen.
Verboden badgenoegens.
Mej. Maria S., een te Alkmaar wonende gehuwde
dame maakte heden kennis met den kantonrechter
omdat zij 21 Juli tijdens de jongste hittegolf uit
Siberië, had gebaad op het officieele strand te Eg-
mond aan Zee zonder gebruik te maken van een
badkoets of badtent. Mej. S. was loyaal genoeg om
het feit te erkennen, doch voegde er te harer ver
ontschuldiging bij, dat de overtreding was gepleegd
op nog geen 50 meter afstand van het stille strand
Gevorderd werd 2 gulden boete of 2 dagen doch de
kantonrechter was zoo vrij in aanmerking te ne-
OF-
53)
,,lk kon waarachtig niet anders," verklaarde
Bobert op een hem door Grivot gemaakte opmer
king, toen de twee dieven en moordenaars hadden
plaats genomen aan den welvoorzienen disch en
de bediende zich verwijderd had, „Toen ik de
oproeping had gekregen van Daniël Savanne om
bij de begrafenis tegenwoordig te zijn, was 't
veel gevaarlijker weg te blijven dan hierheen te
komen. Ook tegenover mijn vrouw moest ik wel
zo ohandelen, wilde ik het geduchte vermoeden,
dat reeds bij haar was opgekomen, niet nog meer
voedsel geven. Ik weet nu met welk een prach
tig succes jij den rechter van instructie, die toch
anders als een bekwame kerel in zijn vak bekend
staat ,om den tuin hebt geleid en een rad voor
de oogen hebt gedraaid, zoodat hij nu letterlijk
dweept met mijnheer Grivot en ik wist waar
lijk niets beters te doen dan het voorbeeld, dat
jij mij gegeven'hadt, volgens mijn beste krachten
na te volgen 'tGeld van Richard ligt na
tuurlijk nog ongeschonden, ik kon daarmede niet
voor den dag komen. (Maar mijn vrouw, die
Aline wilde helpen, die voor haar zoon een mooie
carrière wilde scheppen en die zich verbeeldde
bij mij iets te hebben goed te maken, omdat ze
mij, zooals zij stellig gelooft, valschelijk had
verdacht, heeft een kapitaal van zes maal hon
derdduizend francs gestort elk aandeel wordt
dus tweehonderd duizend om de zaak van
Saint Ouen uit den grond te doen herrijzen. (Mocht
jk, kon ik mij daartege nwel verzetten, Claude?
Gebruijk toch je gezonde verstand. Niemand ter
wereld kan ons verdenken. Wij zijn heer en mees
ter van den toestand."
,,Ja, voor 't oogenblik misschien, maar later
Een leeft er nog, die ons tot slaven kan maken,
tot galeislaven zoo 't niet nog veel erger
afloopt!
„Wie dan?" vroeg (Robert glimlachend.
./Wel; Veronica Sollier, voor den duivel. Mij
beeft ze niet gezien, omdat ik in de duisternis
stond en zij mijn bijzijn in 't geheel niet had op
gemerkt ,maar met jou heeft zij geworsteld, ter
wijl het licht van de poortlantaaxn je vol in 't
gezicht viel. Zie moet je herkennen als z,ij 't er
n°g bovenop haalt."
,/Ze haalt het er bovenop en zij za^ mij niet
Dat heb ik uit de beste bron. De
men de geringheid van het feit en geen straf op te
leggen, welke gunst mej. Johanna H. een 19-jarige
dienstbode, die had behoord tot het badende ge
zelschap van vorige verdachte, en nu ook terecht
stond, eveneens genadiglijk ten deel viel.
Het gedeserteerde achterlichtje.
De te de Rijp geboren en te Alkmaar wonende
reiziger Tj. N., reed in den avond met zijn 4-wie-
lig motorrijtuig over de Nieuwesloot in zalige on
wetendheid dat het achterlicht niet brandde, wel
ke onvoldoende illuminatie veroorzaakt werd dat
hij heden met inachtneming van verzachtende om
standigheden toch nog tot 3 gulden boete of 3 da
gen werd veroordeeld.
De dame ging niet accoord met den veldwachter.
Mej. Hermina K., een 21-jarige assistente in de
huishouding te Alkmaar was heden voor den kan
tonrechter gedaagd omdat zij in den avond van 23
Juli te Bergen in de Eeuwige Laan zonder licht zou
hebben gefietst. De jonge dame echter bestreed
deze aantijging met kracht, bewerende dat zij, toen
door haar werd bemerkt dat haar rijwiellantaarn
dienstweigerde, onmiddellijk was afgestapt. Daar
echter een dergelijk verweer gewoonlijk door be
trapte lichtlooze rijwieltrappers wordt gevoerd
was het noodig den verbalisant te hooren en werd'
de zaak onbepaald aangehouden.
Het vriendelijk bordje art. 461 genegeerd
Een te Amsterdam wonende kellner de heer E. E.
zich op 26 Juli volop amuseerende met het genot
van zon en zee, duin en strand te Bergen sur Mer,
vergat in zijn aannemelijk enthousiasme geheel dat
hij zich in de duinen op verboden terrein had be
geven, zoodat al heel spoedig een verbaliseerende
veldwachter zijn natuurgenot vergalde door de uit
reiking van het bekende bonnetje. Het moet ech
ter eerlijk getuigd worden dat de overtreder van
art. 461 hier met consideratie werd behandeld,
doch behalve reiskosten kwam dit avontuurtje hem
toch nog op 3 gulden boete of 3 dagen te staan.
Op dit halve grofje werd grof toegelegd.
De broodbakker G. J. van der Z. te Graft liet in
den avond van 25 Mei zijn knecht Oudejans om
streeks kwart voor negen uur bij een klant mej.
Smit op haar verzoek nog een half grofje bezorgen
een handeling, die echter in strijd was met de ar
beidswet, daar de werktijd van den gezel was ge
ëindigd om half zes. Ongelukkigerwijze was de over
treding geconstateerd door den rijksveldwachter
Tilstra, die ambtshalve verplicht was proces ver
baal op te maken. Er ontstond nog een minder
vriendelijke discussie tusschen den veldwachter en
de bakkersfamilie en het resultaat was dat de pa
troon heden terecht stond en tot 5 gulden boete of
5 dagen werd veroordeeld.
De baby niet tijdig aangegeven.
Hendr. V., een stoere 32-jarige los werkman, wo
nende te Heerhugowaard was op 13 Mei verblijd
met de geboorte van 'n welgeschapen dochter doch
ondervond al heel gauw bij de lusten ook de las
ten van het ouderschap, daar hij verzuimde de
kleine Hendrika, Wilhelmina tijdig, dat is binnen 3
dagen na de geboorte, bij den ambtenaar van den
Burg. Stand in zijn gemeente aan te geven, voor
welke nalatigheid de vader heden terecht stond.
Was de vreugdevolle gebeurtenis je zoo naar het
hoofd geslagen, dat je die aangifte vergat? vroeg
de waarnemend kantonrechter.
Het bleek echter dat niet de vreugde maar ar-
beidsdrukte, gebrek aan hulp thuis en de zorgelij
ke toestand van de jonge moeder de oorzaken wa
ren geweest van vaders verzuim. Bovendien was hij
niet bekend met de verplichting en is hij, steeds
in Duitschland hebbende vertoeft niet in staat om
Hollandsch te leze, zoodat op grond van al die ver
zachtende omstandigheden, de kantonrechter ge
rechtigd meende te zijn in casu geen straf op te
leggen. Hij vermaande echter den jongen papa,
wiens eersteling het was, voor het vervolg meer
zorgzaam te zijn in het naleven van de Nederland-
sche wet.
dokter ,die haar heeft geopereerd, heeft Savanne
geschreven, dat hij instaat voqr haar behoud,
maar dat zij onherroepelijk levenslang blind zal
moeten blijven en hij verklaart die omstandigheid
met allerlei geleerde termen. Ik heb dien brief
zelf gelezen."
i „Nu, ik moet je zeggen, Bobert, dat neemt mij
een pak van 't hart. Maar vertel mij eens, welk
goeds komt er voor mij uit die gelukkige wending
van zaken terecht? Ik heb toch ruim mijn, deel
gehad in 't groote werk van den lenf Januari.,
Wat wil je doen voor mij
„O, jij, je zult me nooit verlaten, Olaude."
„Is 't heusch waar?" vroeg Grivot spottend.
„Wil jij zoo goed zijn, mij als meesterknecht bij'
je te houden? Moet ik mijn tijd en mijn talenten,
geven'om jou, je nicht en je stiefzoon,! rijk te,
maken?"
,,{2it toch niet zoo* te brommen, oude jon
gen!" viel Bobert hem ongeduldig in de rede.,
,,Je hadt het daareven ove rj eaandeel in- deni
buit. Dat aandeel, tweehonderd "zeven en twintig
duizend francs, kunt ge krijgen, zoodra je maar
verkiest ,al was 't morgen. Maar ik geloof, rond--
uit gezegd, dat je'veel beter deedt met het mij in.
handen te laten."
,,Jou in handen herhaalde Grivot, „jou
Om met dat geld de winst te vermeerderen van
ee nassoeiatie, waarvan je mij hebt buiten geslo
ten? Met tweehonderd zeven en twintig duizend
francs kon ik zelf mij wel vestigen. En daaraan
denk ik heel hard. Ik wil eindelijk ook wel eens
iemand worden."
„Hoor eens, vriendlief," antwoordde de broe-
dermoorder met zeer gedempte stem, „vergeet
toch nooit, dat wij door de gepleegde misdaad met
onverbreekbare banden aan elkander verbonden
zijn!... Wie weet, welk gevaar ons misschien eens
klaps komt bedreigen. Zouden wij dan niet elkan
der noodig hebben om het te bezweren, om het bij
de geboorte reeds den kop in te drukken?; Een-
?dracht maakt macht, denk daaraan. Jij kunt
morgen dat herhaal ik je, al je geld krijgen,
maar wat zou je er mee doen? Als ej 't hier of
daar op interest wildet zetten, zoudt ge zoo
doende reeds den grootsten argwaan opwekken.
„Verbeeldt je," zoude nde menschen tegen elkan
der zeggen, ,,de meesterknecht van Bichard Ver-
nière, dezelfde, die zijn brandkast heeft gemaakt,
is op dit oogenblik in 't bezit van tweehonderd
zeven en twintig duizend francs! Nu, 't is wel
na te gaan, hoe hij dat gekregen heeft!"' En bo-
vendien, Claude, wat brengt je dat geld op, als
je het geld tegen drie proeent uitzet, en' zoo- j
doende maak je er niet meer voor in dezen tijd? i
Eon matig sommetje, waarvan je des noods in
DE BRAND IN HOTEL „DE PLASMOLEN."
Het „Handelsblad" vermeldt omtrent dezen brand
de volgende bijzonderheden:
Midden in het seizoen heeft de roode haan fel
en onverwacht den kop opgestoken in het vredige
Mook, een van de plekken in ons land, die eerst in
later dagen uit de vergetelheid, waarin zij sluimer
den, zijn opgedoken.
Het hotel „De Piasmolen" dat door een zwaren
brand werd geteisterd, was gelegen in een lustoord
in den waren zin des woords. Men treft er heerlij
ke bosschen op de ruggen van glooiende heuvelen,
het vlakke land met zijn landbouw en veeteelt, wa
ter, dat meer dan iets anders een landschap stof
feert en zeldzamen rijkdom van flora en fauna.
Geen wonder dat zulk een ydillisch plekje de aan
dacht moest trekken, en inderdaad nam het toe
risme naar den Piasmolen met den dag toe. Het
hotel „De Piasmolen" genoot een uitstekenden
naam en noder de bekwame leiding van den heer
Van der Grinten werd niets gespaard om het steeds
meer aan de eischen van den modernen tijd te doen
beantwoorden.
Een stukje geschiedenis van het hotel en zijn
omgeving moge hier volgen. Een goede veertig jaar
geleden stond onder Mook aan den weg van Nij
megen een eenvoudige herberg met korenmolen. Zij
stonden toen al niet meer aan den eigenlijken weg
want die was verlegd, wat meer Noordelijker naqr
den voet van de Kloosterberg.
Th. Kuyper vertelt in zijn „Naar den Plasmolen"
(waaraan wij enkele gegevens ontleenen) dat daar
eeuwen geleden Zuidelijker nog, een andere weg
geweest moet zijn, die van Gennep naar Mook leid
de, maar die weg had met wat nu „De Piasmolen"
heet, niets te maken. In 1885 is de Plasmolen in
handen gekomen van nu wijlen den heer Matth.
van der Grinten, een Duitscher van geboorte, die
nog aan den oorlog van 1870—1871 had deelgeno
men en daarvan gaarne vertelde. Hij, en na 1901
zijn zoon, hebben van de eenvoudige landelijke
herberg met bij behoorenden molen, een modern in
gericht hotel gemaakt, dat een groote vermaard
heid bezat en vijftig kamers bevatte, die ongeveer
tachtig logé's konden bergen. Behalve voor logeer
gasten bezat het hotel met het breede, fraai aan
gelegde terras een groote aantrekkingskracht voor
het uitgaande publiek en al naar mate het snel
verkeer zich uitbreidde, nam de trek toe. Op mooie
zomerdagen kwamen de bezoekers uit den omtrek
van Arnhem en Nijmegen vooral, naar den Plas
molen en maakten tochtjes door den wondermooie
omtrek.
Vanwaar de naam Plasmolen?
Sommigen meenen, hiernoder het hotel en de
uitspanning te moeten verstaan, anderen nemen 't
begrip Plasmolen wat ruimer en verbinden er de
wandeling langs het beekje aan den voet van de
Kloosterberg aan. Maar de zomergasten breidden
dit begrip nog veel verder uit en rekenen onder de
Plasmolen het hotel met den vijver, den Klooster
berg den St. Jansberg en het geheele wondermooie
bosch, dat zich daar uitsterkt en een zeldzame ge
legenheid biedt, om dagen achtereen te wandelen
en steeds weer iets nieuws te zien dat het oog be
koort en de zinnen gevangen houdt door den on-
gekenden rijkdom der natuur.
De naam Plasmolen doet denken aan een plas
en een molen en wat hetpubliek den plasmolen
noemt is het thans zoo zwaar geteisterde hotel en
zijn omgeving. De werkelijke Plasmolen bestaat
niet meer, het was de door water gedreven mo
len aan de westzijde van het hotel. Het rad is er
nog en levert nu de beweegkracht voor het leve
ren van water en elctriciteit. In den omtrek zijn
nog meer molens, o.a. in het Molendal, schuin te
genover het hotel. Deze molens hebben echter met
den naam Plasmolen niets gemeen.
De plas die in den naam genoemd wordt, heeft
niets raadselachtigs; het is de vijver voor het hotel
begrensd door den rijksweg van Nijmegen, den Ou-'
den weg, waaraan het hotel staat en twee smalle
dijkejs ter weerszijden. Die groote weg, thans ge
asfalteerd is ook van den lateren tijd toen Willem
II een bezoek aan Limburg bracht bleef zijn reis-
wVL mUlJe ??nd van den nog onbeharden
w~g bij Roermond steken en dit avontuur had ten
gevolge, dat met kracht begonnen werd aan den
aanleg van een breeden grooten verkeersweg.
een aehterafhoek heel kalmpjes zou kunnen be
staan. Lacht je dat vooruitzicht zoo toe Is 't niet
veel beter om op de fabriek met een flinken titel
mijn rechterhand te zijn en daar, zoodanig, dat
ïeaereen het weten mag, een inkomen te genie-
ten vn achttien duizend frncs. Jouw postiie bij
mii Je weet het wel zal die zijn van een
vriend en niet van een ondergeschikte. We geven
je den titel van hoofdinspecteur," en je laat je
hier of daar bij de fabriek een mooi huis zetten,
waar je leven kunt als een sultan! Marcheert de
zaak goed, zooals ik stellig verwacht, dat ge
beuren zal, want wij beiden hebben kennis en
talent in overvloed, dan vermeerder ik nog je
jaarlijksch inkomen, 'dat dan van achttien op vier
en twintig duizend francs wordt gebracht. Ik
geloof op mijn woord, dat jij je niet te beklagen
hebt, Olaude!"
Grivot werd ernstig bij Boberts gezonde rede
neeringen. Hij voor zijn persoon vond het ook 't
veiligst om altijd maar bij mekaar te blijven.
Eén ding evenwel verontrustte hem. Bobert praat
te wel heel goed, maar gaf hem geen waai'borg
voor 't nakomen zijner beloften.
„Zeg eens eerlijk, oude jongen, waarover je
zoo zit te suffen," zeide Bobert Vernière. „Wat
verlangt ge meer?"
„Zekerheid," antwoordde Grivot.
„Goed, je zult ze hebben. Onder welken vorm
„Onder dien van een contract, waarbij ik voor
tien jaar word aangesteld als hoofdinspecteur op
jouw fabriek, de eerste drie jaar tegen achtien
duizend, de volgende zeven jaar, tegen vier en
twintig duizend francs per jaar."
„Goed, dat contract wordt notarieel gesloten.
Ik alleen heb het recht, zonder controle, van on-
„Verder een onderhand schuldbekentenis op
zegel van twee honderd duizend francs, die ik u
geleend heb."
„Opvorderbaar
„Over tien jaar, als wanneer ons contract zal
zijn afgeloopen."
„Zoo ik intussehen kwam 'te sterven, Olaude
„Zouden je opvolgers jouw handteekening wel
dienen te honoreeren en zeer zeker mij helj ka
pitaal moeten uitkeeren."
„En kwam jij intussehen zelf te sterven?"
„Dan zou uit mijn testament blijken familie
heb ik niet en trouwen doe ik nooit dat de
heer Bobert Vernière, mijn beschermer en vriend,
mijn, universeel erfgenaam is. Dan heb je niets
anders te doen, Robert, dan, voordat iemand an
ders zijn neus in mijn boedel steekt, je. eigen
schuldbekentenis te vernietigen."
,JMooi zooDat is taal, Claude 1"
Midden in den plas, ligt een eilandje met een treur
wilg. Aan den oever voor het hotel liggen groote
en kleine roeibootjes en waterfietsen. Op den over
kant voor het hotel stonden strand- en andere stoe
len voor de tijdelijke en meer blijvende bezoekers.
Eindelijk het groote, witte hotel, omgeven door
zwaar geboomte met waranda's en open, maar be
schutte zij es aan het naar den vijver gekeerde
front.
Het hotel had een groote buffetkamer en ruime
keurig ingerichte eetzalen, met voorgalerijen ge
sloten waranda, waar op bepaalde dagen gelegen
heid tot dansen gegeven werd. Het hotel had drie
etages met uitstekend ingerichte kamers, die, hoe
hooger zij gelegen waren, des te schitterender uit
zicht leverden.
Als er ooit sprake is van een natuurmonument,
dan is het hier, waar in de Helkuil de reuzenpaar-
denstaart groeit, waar hoog en laag afwisselen, en
de voet van den zandigen Klbosterberg reikt tot de
vennen, waar veen wordt gebaggerd om er turf van
te maken. Geen jaargetijde of het heeft hier zijn
bekoring, van het voorjaar af, als het eerste groen
verschijnt aan de zware beuken of aan het beschei
den onderhout, tot in den herfst, wanneer diezelf
de beuken prijken met goudbrons in den zonne-
shcijn, en zelfs in den winter, als het ingeslapen
bosch zich verheft boven den besneeuwden grond.
Omstreeks 12 uur begaf een kellner zich naar de
3e etage. Boven gekomen kwam hem een verstik
kende rook tegemoet. Onmiddellijk maakte hij al
arm en toen personeel en logeergasten toeschoten
bleek de linker bovenvleugel van het hotel reeds
in vollen vlam te staan. Onmiddellijk werden po
gingen aangewend om het vuur te blusschen ™gqr
de omstandigheid dat het oude hotel van binnen
bijna gheeel van hout was opgetrokken waarbij nog
kwam dat de brand aan de windzijde ontstaan
was, maakte deze pogingen vruchteloos. Met ra
zende snelheid greep het vuur om zich heen. Men
moest zich overhaast in veiligheid stellen
De brandweren van Mook en Middelaar waren in
middels met twee kleine handbrandspuitj es ter
plaatse gekomen, maar stonden volkomen machte
loos De dunne waterstraaltjes reikten ternauwer
nood tot de eerste verdieping terwijl het op de
derde verdieping brandde als een lier
Onmiddellijk werd daarom de hulp van de Nii-
meegsche brandweer ingeroepen, die zeer spoedig
met een groote motorspuit op de plaats des on-
hei s verscheen. Door dit alles was geruimen tijd
verloren gegaan en dit werd het hotel noodlottig.
De brand had intussehen enorme afmetingen aan-
genomen en voortgejaagd door den stormachtigen
wind, sprong het vuur van kamer tot kamer. Woest
loeiden de vlammen van alle kanten sloeg het vuur
uit en ook de machtige stralen van de Nijmeeg-
sche motorspuit vermochten niets tegen het ontke
tende element. Om 1 uur stortte met donderend ge
raas het da.k in en een oogenblik scheen het vuur
toen in hevigheid te verminderen. Evenwel, het was
slechts schijn en een nieuwe stormbui wakkerde
het vuur aan, dat zijn vernielend werk met groo-
tere hevigheid voortzette.
Paniek onder de logeergasten.
Begrijpelijk is het, dat de brand onder de tal
rijke logeergasten het hotel was geheel bezet en
er logeerden ongeveer zestig menschen groote
ontsteltenis verwekte. Er ontstond een oogenblik
hnn C maaii sP°fdig herkregen de meesten
hun bezuinig en trachtten van hun have en goed
te redden wat er nog te redden viel. Veel is er ech
ter verloren gegaan, ook doordat men in der haast
volgetaste koffers naar buiten wierp, waar de neer
stroomende regen alles doorweekte. De reddingspo-
d?n 50k sPoedig gestaakt worden.
JL tieke toestand ontstond tegen 2 uur toen
fn^Saut+?fV^aLdre,igd,® voor expiosie van de licht-
v 1 leidmg van den districtscomman
bfhinnnt ,Marechaussee te Nijmegen de le
"fV Bowier, werden pogingen in het werk
ff t! T rarrJP te voorkomen. Omzichtig werd
^oote hoeveelheid carbid verwijderd waarna
n*nJ i"* ?en„ gashouder liet ontsnappen. -
EL? ZIJ dit doortastend optreden is het gelukt dit
gevaar bijtijds af te wenden.
™?J?stÜeeks 3 uur beg°n het vuur in hevigheid te
hrAfHi??8ren ?n het gevaar voor verdere uit
breiding geweken. De brandweer begon toen de be-
kJblende muren om te halen en nam het
ta beslag namW6r hand dat nog geruimen tijd
De booswichten drukten elkander de hand en
gingen tegen elf uur van elkander af, Grivot om
zich naar Saint Ouen, Robert om zich naar 't
Cr r and-hotel te begeven.
Alles liep op rolletjes.
Niets .letterlijk niets belette voortaan dien
twee groote schurken om met opgerichte hoof
den m t heldere daglicht te verschijnen en zege
pralend in hunne straffeloosheid de plaats in te
nemen van den edelen man, dien zij hadden ver
moord.
TWEEDE AFDEELING.
D» kleine Martha.
I.
(Men naderde het einde van Januari. In dien
korten tijd was er al veel gebeurd. Bobert Ver
nière, die een chèque te Parijs had geincasseerd,
hem door Denise uit Nancy, toegezonden, had
belangrijke sommen kunnen storten aan de ver
schillende aannemers, die onder toezicht van den
architect met het weder opbouwen der afge
brande fabriek waren belast geworden, en het
werk vorderde, danki zij het droge weer en het
groot aantal werklieden, die anders voor 't mee-
rendeel in dit jaargetijde leegliepen, met verba
zende snelheid.
Alles moest op 20 Februari gereed wezen en
't had er inderdaad ^llen schijn van, dat( zulksi
inderdaad het geval zou zijn.
Bobert Vernière was tot voogd en Daniël Sa
vanne tot toezienden voogd van Aline benoemd
en in alle huizen, met welke Vernière zaken had
gedaan, werd Richards broeder, die bij nadere
kennismaking volstrekt niet tegen viel, met de
grootste voorkomendheid ontvangen.
Denisb was bij hare terugkomst meer dan
tevreden over al hetgeen Robert tijdens hare af
wezigheid had gedaan. De villa te Neuilly stond
haar bizonder aan. Zie werd dadelijk betrokken, en
Aline volgde haar tante, voor wie "zij een groote
genegenheid en een eindelooze dankbaarheid ge
voelde, weldra derwaarts.
Niet zonder smart nam zij afscheid van Ma-
thilde en Henri Savanne, en vooral Henri zag
haar met leede oogen vertrekken.
„Ik had duizendmaal liever gewild, dat die
onbekende familieleden maar stil in Berlijn waren
gebleven," dacht hij. „Wat kan 't mij schelen, of
ze Aline Vernière aan een nieuw fortuin willen
helpen Ik ben immers rijk genoeg voor twee