NIEUWE Ontwikkelt zich hetDeensch eiland Fyen tot Hollands rivaal in het Noorden? No 92 IBTERC. TELEPHOOH 38 Dinsdag 6 Augustus 1929 38e Jaargang Stemmingsbeeld Groentenland LAJGIIUKII CIDIAJT Dinsdag, Donderdag en Zaterdag Nieuwsblad y. Holl. Noorderkwartier per 3 maanden f 1.15 UitgaveFirma J. H. KEIZER. Redacteur J. H. KEIZER. Bureel Noordseharwoude. Groote letters naar plaatsruimte Dezer dagen las ik op 't oog zeer vervelende lectuur, in een dagbladrubriek, die sommigen zeer interesseert, die zij nooit overslaan, doch, aandachtig bestudeeren. Gewone menschen als wij Groentenlanders zijn, kijken we er eens bij toeval in. 'k Bedoel de no teeringen van de graanmarkt te Qhicago. Gemeen lijk luidt die als volgt: D|e markt opende vast, daalde op berichten van regen, rees op binnenkomende bestellingen en op grond van geringere aanwezige voorraden, daal de op grond van winstnemingen en sloot aanvan kelijk stug, later vast." Indien ik nu ook maar een ietsje ironisch ware aangelegd, zou ik 'n dergelijk marktbericht van de wereldgraanmarkt te Chicago gaan verge lijken met.de weerberichten van 't Meteorolo gisch Instituut te de Bilt, die gewagen van wind, waarschijnlijk uit 't Oosten of Noorden, daar tusschen in, of mogelijk uit 't Westen of Zuiden, met kans op regen en goed weer, op bewolkte en onbewolkte lucht. 'k.Wijs liever op punten van overeenkomst, en 't voornaamste gemeene punt is m.i., dat zoo'n beursbericht en een weerbericht gewagen van allerlei mogelijkheden. De vorige week gaf ons Groentenland zeer gecompliceerde gevallen, te beleven. Die naar juistheid te teekenen, lijkt me ondoen lijk. Daarvoor is meer bekwaamheid noodig, dan de samenstelling van een van humbug getuigend Amerikaansch marktpersbericht vordert, en zelfs nog meer oud-vaderlandsehe voorzichtigheid, als waarvan de Nederlandsehe weerberichten blijk geven. Dus doe ik er maar een gooi naar. 'k Begin met 't artikel vroege-witte kool, 't' vorig jaar buitengewoon gewild, nu aanvankelijk gewild. Die zag ik verknopen, in 't begin van-de- vorige week voor 7 a 8 gulden per 100 Kg., j.l. Don derdag voor f 4 per 100 Kg., Vrijdag daarop voor f2.50 en op Zaterdag 3 Augustusnamen de bouwers uit de Streek hun beladen schuitjes weer mee naar huis. 'k Spoorde naar Grootebroek en zag hen varen, den verkeerden kant uit, niet naar maar van de veiling, naar huis. Djra hoorde ik de oplossing van dit vreemd verschijn sel. D.e witte koolprijs Was gedaald tot f0.70 per 100 Kg. en voor dien prijs is het artikel als veevoeder niet te duur. 't Nagras is wat achter lijk, de weiden zijn als 't ware gemïlimeterd. Gesteld, het ware mijn taak, op Maandag mij te wagen aan eenige voorspelling omtrent aan voer en prijs van dat nu zoo gekelderde artikel. 'kNam 't weerbericht tot voorbeeld en zou schrij ven: ,JSir is kans op prijsstijging bij veel vraag en niet te groot aanbod, neemt dit laatste» toe (ft aanbod) en 't eerste (de vraag) af, dan is met prijsdaling te rekenen." En ware het mijn taak, 'n marktbericht op te stellen, over den gang der dingen, welnu niets is eenvoudiger, dan Chicago na te doen. In plaats van tarwe zette ik witte kool. Met de bloemkool is het niet anders. 'tGaat met dit artikel A.merikaansch, neen erger, „Chi cago's" toe. De noteering va'lt in 't tempo; van 't water der Niagara-watervallen, en rijst sterked dan de meest gezochte „shares" in Wialstreet te New' York. En dat alles in enkele dagen. Overdrijf ik? Ik memoreer slechts, dat op Donderdag té Grootebroek voor bloemkool werd betaald f 47.30 per 100 stuks; op Vrijdag f25 en 's Zaterdags» f 18 a f 19. - Dtuik dat eens in „beurspunten" uit. Eien sensationeele daling, paniekstemming zou in soortgelijk tarwe-geval Chicago melden. iWij in Holland blijven doodnuchter en zeggen; 'tW,as mis met de bloemkool. Te Broek was de doorsneeprijs even 12 centjes per stuk. En morgen? W(el ,'t kan grager, iets grager, ook veel grager, maar ook iets minder, puur 'minder, zelfs1 veel minder wezen. Als 't weer in Augustus en deszelfs voorzeg ging in de Bildt. Nu ik toch bezig ben mét weer- en beurster- men, kan ik gevoegelijk zeggen, dat de piepérs-' hoek verlaten is. ■Wie vraagt naar piepers? Oorzaak? In den petroleum-, óf te wel olie-' hoek op 't Damrak te Mokum waren vooral kort na den oorlog de Jlumeenschê „waarden" ge drukt. Dé Staat ging zich, uit geldgebrek enz!. voor de olie interesseeren, moest 'n heeleboel van de winst hebben. En dat drukte de koers. De aardappelkoers staat gedecideerd slecht, 't fonds is noodlijdend. Geen sprake van dividend' dit jaar. 'tMinder prettige is, dat een vreemde» staat. Moffrika, door middel van zijn tarieven, deze „waarde" zoo naar beneden drukt. De „baissiers" kunnen hun hart ophalen. Krij gen de „haussiers" dit seizoen nog 'n kansje? Gelijk de speculanten ter beurs onderling vaak op kosten van derden een verwoeden Strijd uit vechten, zoo vecht Moffrika met zijn „baisse- politiek" onze aardappelprijs naar den kelder. En wij goedige Nederlanders kijken naar 't geval, en naar gelang we „principes" er op na houden, (economische principes, wel te verstaan, 'kben zeer neutraal) zeggen we: „Dat most niet magge" of wel „Michel snijdt zich zelf in de vingers", want ons principe zegtik spaar u lezer 'n lange langdradige theoretische boom. Maar het allergrootste deel der Hollanders kijkt de kat uit den boom. Dat deel redeneert redeneert. 'tKan zoo afj komen. Zoo zie ik het, zegt een tweedej Leest en raadpleegt 't weerbericht in een dagblad. iWat is bij zoo groote onverschilligheid, bij dé „medezeggenschap eischende massa", te bereiken Onderwijl levert de Noord-Hollandsche tuin bouwer piepers af voor 100 cemt per baal. Markt-' noteering voor Schot en Ideaal, niet te Chicago, maar te Grootebroek op den 3 Augustus des jaai-s 1929. i Niet een enkel wagontjö, o neen, op dien dag waren 60 wagons aangevoerd. Waarom neemt ge toch den strop? vroeg ik. .Waarom wacht ge September niet af? Er waren er heel wat, die ondanks couranten berichten bij de vleet, nog niet wisten, dat het autonome recht van 4 Mark slechts tot 1; Sept. e.k. geldt. Als zulks hier voorkwam, 'kzou in staat we-1 zen, mijn pen voorgoed neer te gooien Met dat al wijst het prijsgeschommel op een economische afwijking. De luchtdruk (denk maar aan den barometer) oefent een grooten invloed uit op 't weer en de windrichting. De beurs werkt als een barometer. Zij ontvangt en ondergaat de diverse „drukken" uit binnen- en buitenland. Hoe gorooter schommelingen, hoe meer „drukken". Denkt maar eens aan den oor logstijd. 't Gaat aan onze veilingen precies als ter beurs, ook ten onzent reageeren de marktprijzen op be richten, toestanden, politiek 'etc. Om 't heel plat, op zijn X angendijks te zeggen, de kat is ziek. Wijl Europa economisch niet gezond is. En daar ondervinden we in Groentenland de gevolgen van. Uit de pens DE LANDBOUW IN SOVJET-RUSLAND. In „Handelsberichten" treffen we deze studie van Prof. Diepenhorst aan: Rusland is een agrarisch land. Onderzoekers van onderscheiden staat en rang komen sterk onder den indruk van deze agrarische overheersching. Machtig is het boerenbeweeg. Erich Koch-Weser, de Duitsche minister, die als „Reisetagebuch eines Politikers" zijn Russland von heute" uitgaf, vangt het hoofdstuk Der Bauer als Trager des Staa tes aan met de stoute opmerking: „Alle kommunis- tischen Experimente, alle staatliche Misswirtschaft in den Stadten haben nichts zu bedeuten, solange der russische Bauer lebt." In gelijken geest beweegt zich het boek „Soviet Russia in the second decade", waar dertien gede legeerden van de American Trade Union hun erva ringen over het Sovjet-Rijk te boek stellen. Het dorp Si de boer nemen in hunne beschouwingen «en breede plaats in. Een onafzienbare vlakte is Rusland en overal ontmoet men het dorp, het dorp is de kern; de boer is de centrale figuur. Rusland versloeg weleer Napoleon, niet door in •den strijd van man tegen man kracht tegenover kracht te stellen, maar door tegenover de Fran- -sche wapenen het ontzaglijke ijzige land te plaat sen, een lichaam zoo groot en zoo sterk, dat toe gebrachte wonden het niet konden schaden. Zoo staat het thans met de boeren. Zij bedwingen de tende organisaties, maar door de angstige innerlij- I ke economische kracht der onafzienbare agrarische legioenen. I Rusland is een agrarisch land. Ongeveer 23 mil- 1 lioen boerenbedrijven worden er geteld waarop plus minus 120 millioen mannen en vrouwen en kinde ren leven. Rusland beschikt over het derde deel van alle bouwvlakten ter wereld en vóór den oor log kwam in weerwil van de extensieve bebouwing 28 pet. van de wereldexport van het koren, 21 pet. van de boter, 95 pet. van het vlas uit Rusland. Meer dan 82 pet. van het Russische volk is bij het boerenbedrijf betrokken en de Amerikaansche de legatie moet constateeren, dat de boerenbevolking van Rusland vrijwel even groot is als het aantal inwoners van Amerika. Rusland is een agrarisch land. Door zijn gansche historie is de agrarische draad geweven. In alle groote bewegingen valt het boeren-element te ont- I waren. De afschaffing van dé lijfeigenschap in 1861 was een hervorming, die met name aan het on recht, den boeren berokkend, een einde maakte. De maatregelen van Stolypin van 1905—1906 reik- ten over de boerenwoning heen en hadden ook al- gemeen staatkundige strekking, maar toch lag ha- re beteekenis weer allereerst in hetgeen aan de i agrarisch structuur werd gewijzigd. Geen wonder, dat ook onder het bolsjewistisch I regime de boer een beteekenisvolle rol speelde. On verdeeld genoegen beleefden de machthebbers niet van den agrariër en op den breeden boerenrug zijn heel wat communistische pijlen afgeschoten en weer teruggekaatst. Die boer, dat boerenleven, die boerenziel, verstoorde hopeloos het Marxistische ap Sovjet-heerschers niet door de kracht hunner wa- penen, door de voortreffelijkheid hunner nauwslui- I paraat en het communistische stelsel moest het slag op slag afleggen tegen de nuchtere maar har- j de praktijk van het boerenleven. Vandaar herhaal- I delijk pogen om de boeren te ringelooren, vandaar een gestadig ijveren om het agrarisch element in het Russisch leven tot bescheidener afmeting terug i te brengen. Rusland is een agrarisch land. Rusland bleef een agrarisch land. Statistische gegevens over het tijd vak van 1 October 1926 tot 30 September 1927 lee- ren, dat van de 82.7 millioén der in ondernemingen werkende bevolking in industrie en mijnbouw slechts 2.8 millieon werkzaam waren, in het verkeerswezen 1,3 millioen, maar in den landbouw 71.7 millioen. Terwijl het percentage der werken den in de groot- industrie slechts 3.38 pet. bedraagt was in den landbouw 86.72 pet. werkzaam. Rusland bleef een agrarisch land. In weerwil van den sterken drang tot industrialiseering. Lenin voelde de zwakke plek van zijn communistische I schepping, toen hij sprak: „zoolang wij leven in een klein-burgerlijk agrarisch land, is voor het ka pitalistisch in Rusland een betere economische grondslag gegeven dan voor het communisme. Zoo lang wij de wortels van het kapitalisme niet ver wijderd hebben blijft het fundament van den bin- nenlandsehen vijand onaangetast." Hij poogde dat fundament te verbrijzelen door het particuliere be drijfsleven van den boer op te heffen, doch moest zijn onmacht erkennen. Een nieuwe economische politiek werd door hem ingeluid, vol van concessies aan de boeren. Zoo sterk kwamen de communisti sche principes in het gedrang en zoo zeer werd het boerenbedrijf weer op het oude economische funda ment opgebouwd, dat meer principieel aangelegde naturen verzet aan teekenden en de Sovjet-macht hebbers hun opostunistische taktiek moesten wij zigen. Niet voldoende evenwel naar de meening van den balling Trotzky en de zijnen, die het in het te genwoordig bewind laken, dat het een in snel tem po industrialiseeren van Rusland niet als fuda- meneelen eisch der economische politiek beschouwt Zij willen harde maatregelen tegen de „koelakken." wier welzijn een aanklacht tegen het huidig re gime en verraad aan de goede communistische zaak Over de Nieuwe Economische politiek, over de N. E. P., moet alzoo worden gehandeld. De oorspronkelijke communistische opzet bleek een blunder, die groote ellende bracht. Lenin er kende ruiterlijk die fout in de rede, waarmee 1921 de nieuwe orde werd gefundeerd en waarin hij <;.m. sprak: „Wij hebben de fout gemaakt, dat wij besloten den onmiddellijken overgang tot commu nistische productie en distributie door ta zetten. Wij rekenden er daarbij op of beter gezegd, we namen zonder voldoende berekening aan de staatsproductie en de verdeeling door den staat in een kleinburgerlijk land door onmiddellijk be- vel van den proletarischen staat communistisch te kunnen organiseeren. Het leven heeft onze fouten geopenbaard. Aan het economisch front leden wij in het voorjaar van 1921 met de poging van over gang tot communisme een nederlaag, die ernstiger was dan ooit te voren". Het plan van een al-omvattende regeling van productie en verdeeling was mislukt; naar de veel gesmaade „kapitalischtische" bedrijfsvormen moest worden teruggegrepen. Nog zocht men te redden wat te redden was en een soort „staatskapitalis- me" werd ingevoerd. De nieuwe koers openbaarde zich het eerst en het sterkte op, wat voor Rusland's economisch le ven het fundamenteele stuk is: in de agrarische sfeer. Hoog was van den communistischen toren geblazen bij het uitbreken der revolutie. Al spoedig na de omwenteling verscheen in October 1917 de ukase: „Het eigendom der grondbezitters op den bodem wordt terstond en zonder vergoeding opge heven." In een wet van 6 Februari werd nog nader uitgewerkt dit beginsel, dat in het eerste artikel opnieuw werd geformuleerd met de woorden: „Alle eigendom van land en water en bosschen is voor eeuwig opgeheven.'" In het vruchtgebruik van het arbeidende volk ging de bodem over en door agra rische staatscommissies werd dit principe nader uitgewerkt en geregeld. Gelijk het een goede com munistische beweging betaamt, had de Russische revolutie niet slechts tot doel het grootgrondbe zit te vernietigen, maar ook alle onderscheid bin nen de boerenbevolking op te heffen. Met geweld zocht men dit principe door te drij ven, welks verwezenlijking afstuitte op den sterk ontwikkelden eigendomsdrang van de Russische boeren. Geringeloord werden de boeren. „De boe renbevolking moet haar bedrijf naar een systema tisch plan en onder eenheid van leiding voeren." zoo luidde een der decreten. Door de Sovjet wer den „uitzaai-commissies" benoemd, die voor de mil- lioenen bouwbedrijven het bouwplan moesten vast stellen. Over de opbrengst konden zij niet beschik ken, maar tot afdracht van hun oogst werden zij verplicht. In het begin van 1921 kwamen de boeren in op stand. De West-Siberische bevolking verbrak de verbinding met Europeesch Rusland. Aan de Wolga in het gouvernement Tambow, in de omgeving van Moscou, in Kroonstad braken de oproeren uit, die bloedig werden onderdrukt. Duur was de les be taald, maar toch wist Lenin het nu eens voor goed: tegen den wil der boeren was Rusland niet te regeeren. De nieuwe Economische politiek door hem verde digd en toegepast, bracht niet het minst het agra risch leven in nieuwe banen. Merkwaardig is de sociale historie van het Sovjet-regime, dat aan ving met de erkenning van het gemeenschappelijk recht op den bodem en eindigde met een knieval voor het particulier bezit, dieper dan tot dusver in Rusland gebruikelijk was. De agrarische poli tiek is wel de sterkste illustratie van de hoofdten- denz, die het groote werk doortrekt van Simon Za- gorski, den karakteristieken titel dragend La re naissance du capitalisme dans la Russie des Soviets In het agrarisch bedrijf vond de nieuwe politiek haar uitgangspunt;; daar toonde zij het krach tigst haar werking. Het begon met het besluit van 21 Maart 1921, toen de korenopvordering werd ver vangen door een belasting, zij het ook een belas ting in natura. Dit decreet is de geboorte-oorkonde van de N. E. P. Inderdaad was het een principiee- le koersverandering, toen de Sovjetheerschers de graan-rekwisie opgaven. Eens had Lenin het als 'n onaf wij sbaren communistischen eisch gesteld, dat niet één mud koren, dat niet tot het levensonder houd van de boerenfamilie en het vee noodig was, buiten de handen van den Staat mocht blijven. Lijnrecht daartegenover stelde het nieuwe besluit vast, dat de veldvruchten „die in handen der boe ren blijven na aftrek van de belastingbetaling tot hun volle beschikking staan en door hun ter ver betering en versterking van hun bedrijf, tot verhoo ging van hun persoonlijk gebruik en tot ruil tegen industrieele producten benut mogen worden." „De oogst van de boeren" was het nieuwe principe, dat schoorvoetend werd aanvaard. Schoorvoetend! Eerst bestond nog slechts vrijheid van ruil op „de locale markt" maar ook deze beperking moest wor den opgeheven, en vrij ruilverkeer onbeperkt wor den geduld. Nog sterker is hetgeen zich met betrekking tot het eigendomsrecht van den bodem afspeelde. Niets is van de luide geproclameerde nivelleering terecht gekomen. Niets is overgebleven van het met zoo grooten ophef ingevoerde communaal bezit. De omgeving van de Deensche stad Odense, wel ke haar naam dankt aan de eerediensten, gewijd aan den Noorschen god Odin of Wodan, doet met haar vele warenhuizen en broeikassen uitermate Hollandsch aan. Het zijn slechts de knusse Deen sche boerderijen en gekartelde kerktorentjes die ons er telkens weer aan herinneren, dat we ons in een Noorsch landschap bevinden. De groei van de stad Odense, die zich van de heidensche offerplaats Odins Veh, in den loop der eeuwen tot een moderne plaats met 55.000 inwoners en grootsteedsch verkeer ontwikkeld heeft, bracht de groentecultuur in de naaste omgeving tot vrij hoog peil, gelijk dit met vele groote steden het ge val is. In de laatste jaren heeft de productie het stads- gebruik ver overvleugeld en wordt de omgeving van Odense meer en meer een tuinbouwcentrum van waaruit een groot deel van het land van groente wordt verzorgd. De organisatie van den handel hield echter geen gelijken tred met de stijgende productie, zoodat de prijzen onbehaaglijk schom melen en ook de onvoldoende verpakking een verde re ontwikkeling van het afzetgebied in den weg stond. Een sterke omslag in dezen toestand werd teweeggebracht door het bezoek van een aantal jonge tuinlui uit een kelin plaatsje hier te lande aan een van Hollandsch tuinbouwcentra. Wat zij hier zagen deed hen besluiten om alles in het werk te stellen om een gelijke regeling in deze omgeving te treffen. HET COOP. VEILINGWEZEN IN HOLLAND DEENSCHEN TUINDERS TEN VOORBEELD. Naar aanleiding van bovengenoemd bezoek aan Holland werd eenige maanden geleden een Coop. Verkoopsvereeniging gesticht met den naam van „Gartnernes Salgsforening, Odense" Het doel der vereeniging is het bevorderen van de belangen van de leden bij een afzet van bloemen, vruchten en groente. Men is als lid verplicht zijn geheele pro ductie der volgende waren door middel van de ver eeniging ten verkoop te brengen: Tomaten Meloenen Augurken Broeiworteltjes Ra dijs Asperge Vroege aardappelen Aardbei en Bloemkool Witte kool Roode kool Selderie Prei Uien en verder Appels en Peren en Pruimen. Ook andere groenten kunnen hier geveild worden, terwijl later voor bloemen een aparte regeling zal worden gertoffen. Den 29sten Mei werd het veilingsgebouw der jon ge vereeniging ingewijd en reeds een maand later heeft men het aantal plaatsen voor de koopers moeten uitbreiden. Eiken dag wordt de geheele toevoer aan den man gebracht en, naar men ons van vakkundige zijde verzekerde, tegen prijzen die veel beter zijn dan die, welke men voorheen kon maken. De verkoop geschiedt geheel naar Hol landsch model, met een groote veilingklok waarvan de wijzer zich langzaam van 100 tot 1 beweegt. Door een druk op een knop bij zijn zitplaats is eik kooper in staat den wijzer te doen stilstaan bij het bedrag, dat hij voor de ten verkoop aangeboden waren wensch te geven. Tegelijkertijd springt dan het nummer van zijn zitplaats op den wijzerplaat zichtbaar naar voren. Een lijstje van de waren, die overigens ter bezichtiging zijn uit gestald voor den verkoop, wordt elk kooper ter inzage verstrekt, 'n Groote moeilijkheid voor de jonge vereeniging is de strenge conditie dat de waren naar een bepaal den regel moeten zijn verpakt, Maar aangezien dit de eenigste weg is, om den hoogst mogelijken prijs voor zijn waren te verkrijgen, zal men zich gaarne ten dezen opzichte eenige moeilijkheden getroos- tSh. Alles wijst er op dat met de opening van het nieuwe veilingsgebouw voor den tuinbouw in den omtrek van Odense een nieuw tijdperk is ingetre den. De talrijke Fordwagens en de puike wegen maken bijna heel het vlakke en vruchtbare Noord- Fyen voor de groentecultuur geschikt, terwijl door den bouw van het veilingsgebouw en de arbeids- verdeeling tusschen producent en handelaar, welke daar direct uit volgt, afzet mogelijkheden van groo ten omvang zijn geschapen. Men twijfelt er hier in deskundige kringen niet aan, of er zal weldra een tijd komen, dat naast de Hollandsche groente ook de Deensche tor:.aten, bloemkool en meloenen op de Europecsche markt zullen verschijnen. Dat men hier in Denemarken zoo koene droomen koestert, zal ongetwijfeld onze Hollandsche tuin ders tot nog inniger samenwerking priKkelen. Wil het met onze Hollandsche groente niet net zoo gaan als indertijd met onze Hollandsche boter dan zal men in de toekomst scherper dan ooit cu ver pakking en kwaliteit der Hollandsche waren dienen te letten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1929 | | pagina 1