fe
Een Winternacht
Fa. P. Th. YPMA,
Binnenland
ALASTRIM EN INENTING.
Een lezer vraagt of er onder de tegenwoordige
alastrimpatienten in ons land ook personen zijn,
die onlangs gevaccineerd of gerevaccineerd zijn en
2e. in welke periode de alastrim-patient besmette
lijk is, als de ziekte is uitgebroken daarvoor?
Ziehier het antwoord van den medischen mede
werker van het „Hbld.":
Ie. Er is onder de tegenwoordige alastrimpatien
ten inderdaad een enkele geweest, die kort tevoren
was ingeënt. Juiste gegevens over het aantal er
van ontbreken nog. Het is zeker, dat in verscheide
ne gevallen zoo bv. bij een Rotterdamschen arts,
die zijn eigen ziektegeschiedenis in het „Tijdschrift
voor Geneeskunde" heeft medegedeeld, de enting
niet is opgekomen, vermoedelijk omdat niet vol
doende virulente entstof is gebruikt.
Zeker is, dat personen, die niet lang geleden naar
behooren geënt zijn een zeer groote immuniteit
vertoonen, zoowel tegen pokken als alastrim en dat
zoo zij al een dezer twee ziekten krijgen, deze zeer
licht verloopt. Van het nut der inenting bij alas
trim is wel iedereen overtuigd.
2e. Alastrimpotienten zijn besmettelijk als de ziek
te is uitgebroken.
Elf nieuwe gevallen te Delft
Te Delft zijn elf nieuwe gevallen van alastrim ge
Te Rotterdam is een conferentie gehouden van
de hoofden der districtsafdeelingen van den G. G.
D., teneinde te komen tot een meer uniforme re
geling van bestrijding der alastrim. Dr. A. Horst,
het hoofd van den ontsmettingsdienst te Leiden,
deelde mede, dat hoewel de ontsmetting vroeger
intensiever geschiedde dan nu, het resultaat thans
even zoo goed is.
Volgens de meening van dr. Cleyndert zijn de
vele twijfelachtige gevallen oorzaak van de groote
verspreiding der alastrim te Delft.
DE RIJKSTELEFOONTARIEVEN.
Treden 1 Januari in werking.
De eindvoorstellen van het hoofdbestuur der P.
T. en T., betreffende wijziging van de locale en in-
terlocale telefoontarieven zijn koninklijk goedge
keurd. De nieuwe tarieven zullen met ingang van
1 Januari 1930 in werking treden.
Locale telefonie.
Voor de locale telefonie is het zuivere gesprek-
kentarief als tariefsvorm aanvaard met grondbe-
dragen van f24 tot f48 en een prijs van 2.5 cent
voor elk uitgaand gesprek. Ingevoerd is een reduc
tie van 25 pet. resp. 50 pet. boven een bepaald aan
tal gesprekken per jaar. De reductiegrenzen liggen
dusdanig dat de voordeelen daarvan in het al- i
gemeen reeds optreden voor dat het bedrag, dat j
volgens het bestaande tarief verschuldigd zou zijn
wordt bereikt.
De beteekenis van de reductie blijkt uit het hier
volgend overzicht:
Reductie:
50 pet.
aanvangende
boven een
aantal uit-
DE KRAKATAU WEER IN WERKING.
Uit Batavia wordt aan het „Hbld." geseind:
De Krakatau is opnieuw beginnen te werken.
Geconstateerd werden uitbarstingen tot 150 meter
hoogte door schokken voorafgegaan.
Voldoet Uw RADIO niet meer aan moderne
eischen 'i
Eien onzer speciale RADIO-MONTEURS ver
strekt U alle gewenschte inlichtingen ter ver-
Kort en bondig
VOOR EN UIT DE ZAKENWERELD.
betering.
Radio-Omroep
Radio-Centrale HART KUIJT, Oudkarspel A117
Degeen, die alles tot stand heeft gebracht, dat
hij de moeite waard acht, is beginnen te sterven.
Een man is in uitstekende omstandigheden wan
neer hij nogal tevreden is met zijn tegenwoordigen
levensstandaard, doch er van overtuigd is, dat hij
zijn positie kan verbeteren door grooteren ijver en
nog meer aan te pakken.
GOEDE MANIEREN.
Netten
met een aantal
aansluitingen
van:
1 t/m 50
51 100
101 300
1000
2000
3000
4000
25 pet. voor een
aantal uitg.
gesprekken
ge
sprekken per
1001
2001
3001
meer dan
per jaar van:
jaar van:
361 t/m 720
720
601
1200
1200
601
1200
1200
721
1440
1440
961
1920
1920
1081
2160
2160
1081
2160
2160
1441
2880
2880
2401
4800
4800
Interlocale tarieven.
Zpndag 22 September.
88.30 AVRO Causerie Bijbelgenootschap.
9.00 VARA Postduivenmededeelingen. Esperanto
en gramofoonplaten. 9.15 Ochtendconeert.
10.30 VPRO. Kerkuitzending. 1212.40 Le
zing over sterrenkunde. AVRO. 12.402.00
Lunchmuziek. 22.30 Tooneelhalfuurtje.
2.303 Kinderzang. 33.30 Pianorecital.
3.305 iMorgenconcert o.l.v. Nico Treep. 5
5.40 VARA-Kleuteruurtje. 5.406 Teun
de Klepperman. "67.30 Vooravond-concert.
0.1.v. Hugo de Groot. 7.308 Gramofoonmu-
ziek AVRO. 8 Sportberichten. 8.08 Volks
concert. o.l.v. Willem Mengelberg, in de pauze
lezing over de Giessen-Nieuwkerkzaak.
f 1
Maandagj 23 September.
1010.15 AVRO- Morgenwijding. '12.152
Lunchmuziek. 22.30 Gramofoonmuziek. 1
2.304.30 Filmmuziek. 56 Kinderuurtje.
7.157.45 Declamatie. 8.019 Vereenigings-
uurtje. 911 Concert o.l.v. Nico Treep.
Dinsdag 24 September.
1010.15 AVRO. Morgenwijding. 12.151.45
Lunchmuziek. 1.452 Gramofoonmuziek.
22.45 Kookpraatje. 2.453 Praatje. 3,
4 Maak het zelf. 4.305.30 Debutantenuurtje.
5.306 Gramofoonmuziek. 6.017.15 Di-
nermuziek. 7.157.45 Natuurkunde. 8.01
8.30 Boekenhalfuurtje. 8.309 Concert o.
1.v. Nico Treep. 9 Radiotooneel. 10.15
11 Populair concert.
De interlocale tarieven vermelden uitbreiding van
het tien-cents-tarief tot afstanden van 10 kilome
ter, terwijl voor afstanden van 10 tot 15 kilometer
een tarief van f 0.15 is vastgesteld. Van 15 tot 35
kilometer zal een tarief van f 0.35 gelden en voor
afstanden boven 35 kilometer is f0.50 verschuldigd
Wat het districtstarief betreft zal niet star wor
den vastgehouden aan vastgestelde afstanden, in
dien eenig economisch verband tusschen bepaalde
plaatsen bestaat en zal worden nagegaan of voor
zoodanige aanwijsbare gevallen een voor de betrok
kenen gunstige regeling kan worden getroffen.
Tenslotte is het tarief voor de huur- en uurlijnen
verminderd en van f 18000 per jaar voor afstanden
boven 35 kilometer (de bstaande huurlijnen over
schrijden bijna allen dezen afstand) teruggebracht
tot f 16000 per jaar.
Voor zoover de gegevns thans strekken wordt
aan inkomstenderving als gevolg van die wijzigin
gen een bedrag van f350.000 becijferd.
(Naar het Engelsch.)
En gedurende die rij- en zwerftochten, toen Hou-
zel voor bewaker had gespeeld, had Blanche met
haar aardige, onschuldige manieren, zijn hart ge-
van gen en het behouden. Toen zij van kind zijnde
opgroeide tot een bleek, mooi meisje, werd zijn
hopelooze liefde grooter. Als hij een wijs man ge
weest was en aan de toekomst gedacht had, zou hij
deze dwaze liefde in den beginne onderdrukt heb
ben, die hem zeker niets da nverdriet zou brengen,
maar hij was geen wijs man in zooverre het Blan
che betrof en hij verkoos niet aan de toekomst te
denken. Het was al genoeg voor hem te weten, dat
hij aan het raam van het kasteel kon staan, als
Blanche des avonds voor haar vader piano speelde
of dat hij des morgens voor het kasteel kon wande
len om haar te zien, zeker als hij dan was een
glimlach en een vriendelijk woord te krijgen.
Want, als Blanche, geheel onwetend van de vlam
die zij aanwakkerde, was zeer aardig voor den jon
gen boschwachter en nam zijn vereering genadig
aan, zooals een jonge prinses de hulde van een on
derdaan ontvangen zou. hebben. Zij bewonderde in
hem ook zijn knap uiterlijk en had liever dat haar
vader haar aan zijn zorgen toevertrouwde dan jn
die van Hubert, die oud en leelijk was. Hij was haar
natuurlijke beschermer, wanneer haar vader en va
der André weg waren. En zij was blij dat hij haar
dien avond was komen opzoeken.
„Ben je in het dorp geweest, Houzel?" zei Blan
che, terwijl zij dichter bij hem ging loopen.
„Ik kwam het dorp door, toen ik u zocht juf
frouw. Toen ik hoorde dat u het kasteel verlaten
had, was ik bang dat de Duitschers het u lastig
zouden maken. En nu, lieve meesteres, maak voort,"
voegde hij er aan toe. Laten we naar het becsher-
mende huis gaan. Wees niet bang, ik zal maken,
dat u veilig bent."
TWEEDE PROGRAMMA.
HUIZEN.
Zondag 22 September.
8.259.20 NCRV. Morgenwijding. 10.1512
Uitzending v. d. Hoogmis. 'KRO,. 12.30^—1.30
Lunchmuziek. 1.302 Spreker. -22.30
Annie Salomons over ,~De sprookjes van Ander
sen". 2.304.30 Johann Straus programma.
4.305 Ziekenuurtje. 5.30 NCR,V. Kerkdienst
7.308 KRO. Spreker. 88.10 Praatje tot
de luisteraars. 8.1010.45 Concertavond.
10.4511 Epiloog.
f
Maandag 23 September.
10.3011 NCRV. Korte ziekendienst. 12.30
1.45 Orgelconcert. 22.35 Uitzending voor
scholen. 45 Concert. 56.30 Gramofoon
platen. 6.307 Literaire lezing. '78.00
Uitzending voor de rijpere jeugd. 89 Con
cert.910 Cjarillonconcert.
Dinsdag 24 September.
11.3012 KRO. Godsdienstig halfuurtje.
12.151.15 Lunchmuziek. 1.15—2 Gramofoon
platen. 23 Vrouwenuurtje. 56.30 Gra
mofoonplaten. 6.306.45 Knipcursus. 6.45
7 Esperantopraatje. 78.25 Spreker.
8.2511 Concertavond.
Blanche keek naar den grond.
„En die arme Gaston?" zeize. „Hij kan hier niet
achtergelaten worden, Houzel? Ik had graag dat
hij naar huis gebracht en in den tuin begraven
werd, dicht bij den zonnewijzer."
De boschwachter knikte.
„Ik wil u eerst in veiligheid zien, juffrouw, dan
zal ik teruggaan voor den hond en doen wat u ver
langt. Kom."
Hij schouderde zijn geweer en bood haar zijn arm
aan. Blanche legde haar arm in den zijnen en bei
den wandelden zij verder.
Spoedig bereikten ze het kasteel. Zij kwamen juist
op tijd, want de bedienden, ongerust geworden door
de lange afwezigheid van hun meesteres, hadden
zich van fakkels voorzien, en met ouden Hubert
voorop, die van angst beefde, stonden zij gereed
om op zoek te gaan naar Blanche.
Met een diepe buiging voor zijn meesteres en met
een smalenden blik naar de bevende figuur van
den ouden huisknecht, keerde Houzel van het kas
teel terug naar het bosch, toen de stem van zijn
meesteres hem deed stilstaan.
„Zou het niet beter zijn vroeg in den morgen te
gaan, Houzel?" vroeg zij lief. „Er zou gevaar voor
je dreigen nu."
De jonge man haalde zijn schouders op.
„Er dreigt altijd gevaar, als ed zulk volk op den
weg is," zeide hij, „bij dag en nacht, dat is het
zelfde. Maar wees niet bang voor mij, juffrouw, ik
kan me verdedigen." En hij wees naar zijn geweer.
Blanche sidderde. Naderbij komende, legde zij
haar hand op zijn schouder.
„Houzel." zei ze, „je bent erg onvoorzichtig en
roekeloos, beloof me, dat je je niet zorgeloos in het
gevaar zult begeven.
Bij haar aanraking bevende deed de jonge man
zijn belofte.
„Maar nu moet ik gaan, en uw hond begraven,
juffrouw."
„Kom dan dadelijk bij me zoo gauw je terug bent
dan weet ik dat je weer in veiligheid bent."
Opgewonden en trotsch liep Houzel weer den weg
Een dame uit New York had juist plaats geno
men in een wagon van een trein die bestemd was
naar Philadelphia, toen een eenigszins gezet heef
die tegenover haar zat, een sigaar aanstak... Zij
hoeste en werd onrustig. Maar die wenken misten
hun uitwerking, daarom zeide zij vrij bits: „Gij
zijt blijkbaar een vreemdeling en weet misschien
niet, dat er een rookcoupé in den trein is. Hier mag
niet gerookt worden.'" De man antwoordde niet,
maar wierp zijn sigaar uit het portier. Hoe groot
was haar verbazing, toen de conducteur haar een
oogenblik later zeide, dat zij in de particuliere cou
pé van generaal Grant zat. Verlegen ging zij heen,
maar dezelfde fijne hoffelijkheid, die hem zijn si
gaar deed wegwerpen toonde hij nogmaals door
haar de vernedering te besparen van een vragen-
den blik, veel minder van een blik van genoegen,
ofschoon zij den generaal, die geen woord sprak,
vol vrees bleef aanzien, tot zij het portier bereikte.
Koningin Victoria liet Carlyle een Schotschen
boer, bij zich komen en bood hem een adellijken
titel aan. Maar nij weigerde dien, voelende dat hij
steeds een edelman was geweest. Zoo weinig be
grip had hij van de manieren van het hof, dat hij,
toen hij aan de koningin was voorgesteld en eeni-
ge minuten met haar gesproken had, tot haar zei
de: „Laten we gaan zitten, mevrouw," waarop alle
hovelingen een schrik op het lijf kregen. Maar de
koningin was groot genoeg en gaf een wenk, waar
op allen in een oogwenk gingen zitten.
De hoffelijke opheffing van de etiquette van de
zijde der koningin en de moeite die haar dit ge
kost moet hebben, ka nbeter begrepen worden uit
hetgeen een kennis van Carlyle hem zeide, toen hij
dezen voor het eerst zag: „Zijn tegenwoordigheid
hoe kan ik niet verklaren, deed de zenuwen pijn.
Ik dacht een zeldzaam man te ontmoeten en ik
verliet hem met het gevoel, alsof ik zuren wijn had
gedronken of een aanval van zeeziekte had gehad.
„Geen staatkunde zoo groot, 'als beleefdheid"
zegt Magoon, „daar goede manieren dikwijls sla
gen, waar de beste tong gefaald heeft." De kunst
om te behagen is de kunst om in de wereld voor
uit te komen.
Men zegt dat de Israëlieten de beleefdste men-
schen in de wereld zijn. Door alle eeuwen heen zijn
zij behandeld en gescholden, en beroofd van hun
burgerlijke en maatschappelijke rechten. Toch zijn
zij overal beleefd, vriendelijk, vleiend en toegeef
lijk. Beschuldigingen werpen zij zelden of nooit te
rug. Zij zijn gertouw aan oude herinneringen. Zijn
omzichtiger met de vooroordeelen van anderen,
dan anderen met de hunne. Zij zijn niet meer we-
reldschgezind en geldzuchtig dan de menschen
over het algemeen zijn en, alles wel beschouwd,
overtreffen zij alle natiën in beleefdheid, vriende
lijkheid en geduld. Daarom bleef hun ras krachtig
tot op dezen dag.
EEN AFGEBROKEN VERHAAL.
De 33-jarige Demostheus, die zich in 351 v. Chr.
op het straattooneel van Griekenland aanr voren
dringt, is eeuwen lang aan de menschheid als voor
beeld gesteld. Later is men hierop teruggekomen.
Dat de republiek die den minst intensen cultuur-
bloei der menschheid vertegenwoordigt, niet op vul
gaire wijze is gevallen, is nochtans voor een groot
deel aan Demostheus te danken geweest. Een groot
staatsman is hij niet geweest, wel een groot agita
tor en warm vaderlander. Hij beschikte over een
welsprekendheid, die formeel tot de hoogste be
hoort, wat ooit op dit geboed bereikt is. De wel
sprekendheid van Demostheus is spreekwoordelijk
geworden. Daarnaast had hij ook groote fouten.
Met waaheidsverdraaiing, laster, verdachtmaking,
omkooperij heeft hij gewerkt, zoo erg, als de erg
ste zijner tijdgenooten. En dat wil wat zeggen.
Onlangs vond ik een aardige anecdote over De
mostheus die ik zoo vrij ben u hier te vertellen.
langs, dien hij en Blanche zooeven hadden geloo-
pen. Alles was nu rustig en de maan scheen prach
tig. De hond lag nog, waar hij neergevallen was,
en Houzel zag nu, wat hij van te voren niet be
merkt had, een fijn dun doakje dat naast den
hond lag. Hij raapte het op. Het was de zakdoek
van Blanche, die nog nat was van haar tranen.
Bevend van aandoening kuste hij het kostbare
souvenir, en borg het in zijn borstzak. Daarna, toen
hij den hond opgetild had, ging hij weer naar het
kasteel terug. Ongedeerd kwam hij er aan. Maar in
plaats van naar binnen te gaan, droeg hij zijn last
regelrecht naar den tuin en begroef hem bij den
zonnewijzer, zooals Blanche gezegd had. Vervolgens
ging hij naar het huis, waar hij verwezen werd
naar de huiskamer, waar Blanche zat.
„O, wat ben ik blij dat je terug bent," zei Blan
che. „Hoorde je nog iets meer."
„Niets juffrouw. Alles is rustig. Ik heb Gaston
begraven. En voegde hij er zachtjes aan toe
ik zou een kogel door het hart van den man wil
len jagen, die hem gedood heeft.
HOOFDSTUK V.
Den volgenden dag hoorde Blanche vele bijzon
derheden van de gebeurtenissen, die den vorigen
dag hadden plaats gevonden.
De dorpsbewoners waren, terwijl zij dien avond
zich in het zonnetje voor hun huisdeuren zaten te
koesteren, plotseling opgeschrikt door de verschij
ning van zes Uhlanen te paard, in volle oorlogsuit
rusting, terwijl zij bedaard door de hoofdstad re
den.
Bijna voordat iemand zich van de schrik van hun
verschijning kon herstellen, waren zij langs den
hoofdweg, die verder het land invoerde, verdwenen
Toen ontstond er groot lawaai. De klokken wer
den geluid, gendarmes holden af en aan, zelfs de
visschers wapenden zich met wat zij maar konden
krijgen. En angstige moeders namen hun kinderen
in hun armen en bedeesde meisjes gingen naar de
kerk om te bidden. Een poos later kwam er een
Demostheus dan hield eens te Athene een rede-
voêriffg over de plichten van den burger jegens
zijn vaderland.
Als Demostheus in het openbaar sprak kwamen
de Atheners in grooten getale om hem te hooren
en hingen als het ware aan zijn lippen. Ook dien
dag had hij een talrijk gehoor, maar de belangstel-
was minder dan gewoonlijk.
Toen hij dit bemerkte brak hij eensklaps zijn re
de af en begon het volgend verhaal: Een jong
mensch moest van Athene naar Megara reizen en
huurde daartoe een ezel. Het was in het hartje
van den zomer en de zon scheen brandend heet.
De weg is, zooals ge weet, vlak, en er is nergens
een boom of struik te zien. Tegen den middag was
de hitte zoo fel geworden, dat onze jongeling het
niet langer kon uithouden. Hij liet zijn grauwtje
stilstaan en wilde zich er onder neerleggen om voor
de gloeiende stralen beveiligd te zijn.
Zoodra de man die hem den ezel verhuurd had
en die er achter liep, dit bemerkte, vroeg hij wat
er geburen moest.
Ik ga in de schaduw liggen tot de hitte wat af
neemt antwoordde de jongeling.
In de schaduw van mijn ezel? hernam de
ezeldrijver. Dat niet. Als ge wilt uitrusten, goed
ga dan liggen, waar ge wilt, maar niet in de scha
duw van mijn ezel. Daar ga ik zelf liggen, want de
schaduw van mijn dier is mijn eigendom. Ik heb u
wel den ezel, maar niet zijn schaduw verhuurd.
Dat zullen wij* eens zien, antwoordde de
jongeling driftig. Ik heb recht op den ezel, en
dus ook op zijn schaduw.
Volstrekt niet, antwoordde de ezeldrijver koel
tjes en
Hier eindigde Demostheus zijn verhaal en stapte
van de tribune. Maar het volk hield hem tegen en
riep: Niet heengaan vertel ons eerst hoe het
met dien twist is afgeloopen. Wie van beiden heeft
zijn zin gekregen?
Toen keerde de redenaar op de tribune terug en
surak met donderende stem: Atheners, wat zijt
ge klein en nietig. Gij brandt van nieuwsgierigheid
naar een beuzelachtig verhaal en gij zijt onver
schillig bij het bespreken van de dierbaarste be
langen des vaderlands. Gaat heen, schaamt u en
leert wijzer worden.
Dat is het simpele verhaal. Maar bij het lezen
ervan kon ik de ondeugende gedachte inet onder
drukken: Stel eens, dat, welke groote staatsman
van onzen tijd ook, thans eens hetzelfde deed. Hoe
zouden wij daarop reageeren?
WAT ZULLEN WE ZONDAG ETEN?
Zoute Visch.
Aardappelen.
Peterseliesaus.
Bessensappudding met vanillesaus.
ZOUTE VISCH.
1 Kilogram zoute visch. Wasch de zoute visch
en zet ze zoo noodig een nacht in koud water te
weeken. Breng ze in versch water aan de kook en
laat ze gaar koken. Neem de moten met een
schuimspaan uit het water en leg ze op een ver
warmde schotel. Presenteer er gesmolten boter of
bij.
PETERSELIESAUS.
1 L. water. 5 lepels bloem 3 lepels boter
iets zout bosje peterselie.
BEREIDING: Wasch depeterselie verwijder de
steeltjes en hak ze heel fijn. Verwarm roerende de
boter met de bloem en giet er langzaam het water
bij. Maak de saus op smaak met zout en roer er
even voor het opdoen de peterselie door. *-
AARDAPPELEN.
3 kilogram aardappelen 3 lepels zout.
BEREIDING: Schil de aardappelen, wasch ze
eénige malen en zet ze op met ruim kokend water
en zout. Laat ze gaar worden giet ze af en laat
ze zonder deksel opdrogen.
BESSENSAPPUDDING.
1 L. bessensap 8 lepels suiker 100 gr. aard
appelmeel citroenschilletjes.
BEREIDING:Neem roode bessen (ongeveer 1.5
kliogram) en pers ze uit tot 1 liter vocht. Breng dit
met het citroenschilletje langzaam aan de kook.
Maak het aardappelmeel met wat achtergehouden
bessensap aan, voeg de suiker toe en al roerende
het aardappelmeel. Laat de pudding onder goed roe
ren 3 minuten doorkoken. Giet de massa in een
omgespoelde puddingvorm en laat ze bekoelen.
Presenteer er een vanillesaus bij. Heeft men de mas
sa in een glazen schaaltje gedaan giet dan de va
nillesaus, die iets dikker kan zijn, er overheen.
troep franc-tireurs, die in het dorp hun bivak op
sloegen en vrij drinken hadden op kosten van de
boerenbevolking en die een verschrlkkelijken haat
voor den vijand hadden. Tot dusver echter, was
er nog niet gevochten. En de pachter van St. Leon
die naar het marktplein kwam gereden, vertelde
aan de autoriteiten, dat de .Uhlanen, na het erf
van de boerderij opgeloopen te zijn een hoeveelheid
veevoeder en levende have mede genomen hadden,
betaald hadden voor wat zij genomen hadden
den marktprijs in Fransch geld.
Blanche bleef met den ouden Hubert en den tuin
man in het kasteel. De voordeur was gebarrica
deerd, de luiken voor de ramen zorgvuldig gesloten
alles in veiligheid gebracht voor een mogelijken
aanval van den vijand. Hubert hield met het ge
weer naast zich, den geheelen nacht de wacht in
de keuken, omringd door de bevende vrouwen, die
te verschrikt waren om te gaan slapen. Toen de
uren voorbij gingen en geen enkel teeken van ge
vaar zich voordeed werd de oude man meer en
meer heldhaftig wat niet weinig verstekrt werd
door een paar flesschen van den Chevalier, die hij
uit den kelder haalde.
De nacht verliep en niets belangrijks gebeurde.
Den volgenden morgen kwam vader André naar
het kasteel en vroeg naar ne jonge meesteres.
Blanche ging dadelijk naar hem toe en vond hem
wachtende in de salon. Zij zag, dat de bedienden
hem reeds ingelicht hadden van alles, wat er ge
beurd was.
„Je bent ternauwernood ontkomen, kind" zeide
hij. „Maar moed gevat hoor. Onze dappere mannen
zoeken in alle richtingen en spoedig zullen wij die
schurken gedood hebben. Het is echter gevaarlijk
voor je om hier in het kasteel te blijven, dat zoo
eenzaam gelegenis. Ga met me mee naar het dorp
en blijf daar onder mijn hoede."
Maar Blanche weigerde beslist weg te gaan.
„Hier ben ik veilig, vader André en ik zou op
geen enkel andere plaats gelukkig zijn."
Wordt vervolgd.