fe Een Winternacht Fa. P. Th. YPMA, Binnenland ALASTRIM EN INENTING. Een lezer vraagt of er onder de tegenwoordige alastrimpatienten in ons land ook personen zijn, die onlangs gevaccineerd of gerevaccineerd zijn en 2e. in welke periode de alastrim-patient besmette lijk is, als de ziekte is uitgebroken daarvoor? Ziehier het antwoord van den medischen mede werker van het „Hbld.": Ie. Er is onder de tegenwoordige alastrimpatien ten inderdaad een enkele geweest, die kort tevoren was ingeënt. Juiste gegevens over het aantal er van ontbreken nog. Het is zeker, dat in verscheide ne gevallen zoo bv. bij een Rotterdamschen arts, die zijn eigen ziektegeschiedenis in het „Tijdschrift voor Geneeskunde" heeft medegedeeld, de enting niet is opgekomen, vermoedelijk omdat niet vol doende virulente entstof is gebruikt. Zeker is, dat personen, die niet lang geleden naar behooren geënt zijn een zeer groote immuniteit vertoonen, zoowel tegen pokken als alastrim en dat zoo zij al een dezer twee ziekten krijgen, deze zeer licht verloopt. Van het nut der inenting bij alas trim is wel iedereen overtuigd. 2e. Alastrimpotienten zijn besmettelijk als de ziek te is uitgebroken. Elf nieuwe gevallen te Delft Te Delft zijn elf nieuwe gevallen van alastrim ge Te Rotterdam is een conferentie gehouden van de hoofden der districtsafdeelingen van den G. G. D., teneinde te komen tot een meer uniforme re geling van bestrijding der alastrim. Dr. A. Horst, het hoofd van den ontsmettingsdienst te Leiden, deelde mede, dat hoewel de ontsmetting vroeger intensiever geschiedde dan nu, het resultaat thans even zoo goed is. Volgens de meening van dr. Cleyndert zijn de vele twijfelachtige gevallen oorzaak van de groote verspreiding der alastrim te Delft. DE RIJKSTELEFOONTARIEVEN. Treden 1 Januari in werking. De eindvoorstellen van het hoofdbestuur der P. T. en T., betreffende wijziging van de locale en in- terlocale telefoontarieven zijn koninklijk goedge keurd. De nieuwe tarieven zullen met ingang van 1 Januari 1930 in werking treden. Locale telefonie. Voor de locale telefonie is het zuivere gesprek- kentarief als tariefsvorm aanvaard met grondbe- dragen van f24 tot f48 en een prijs van 2.5 cent voor elk uitgaand gesprek. Ingevoerd is een reduc tie van 25 pet. resp. 50 pet. boven een bepaald aan tal gesprekken per jaar. De reductiegrenzen liggen dusdanig dat de voordeelen daarvan in het al- i gemeen reeds optreden voor dat het bedrag, dat j volgens het bestaande tarief verschuldigd zou zijn wordt bereikt. De beteekenis van de reductie blijkt uit het hier volgend overzicht: Reductie: 50 pet. aanvangende boven een aantal uit- DE KRAKATAU WEER IN WERKING. Uit Batavia wordt aan het „Hbld." geseind: De Krakatau is opnieuw beginnen te werken. Geconstateerd werden uitbarstingen tot 150 meter hoogte door schokken voorafgegaan. Voldoet Uw RADIO niet meer aan moderne eischen 'i Eien onzer speciale RADIO-MONTEURS ver strekt U alle gewenschte inlichtingen ter ver- Kort en bondig VOOR EN UIT DE ZAKENWERELD. betering. Radio-Omroep Radio-Centrale HART KUIJT, Oudkarspel A117 Degeen, die alles tot stand heeft gebracht, dat hij de moeite waard acht, is beginnen te sterven. Een man is in uitstekende omstandigheden wan neer hij nogal tevreden is met zijn tegenwoordigen levensstandaard, doch er van overtuigd is, dat hij zijn positie kan verbeteren door grooteren ijver en nog meer aan te pakken. GOEDE MANIEREN. Netten met een aantal aansluitingen van: 1 t/m 50 51 100 101 300 1000 2000 3000 4000 25 pet. voor een aantal uitg. gesprekken ge sprekken per 1001 2001 3001 meer dan per jaar van: jaar van: 361 t/m 720 720 601 1200 1200 601 1200 1200 721 1440 1440 961 1920 1920 1081 2160 2160 1081 2160 2160 1441 2880 2880 2401 4800 4800 Interlocale tarieven. Zpndag 22 September. 88.30 AVRO Causerie Bijbelgenootschap. 9.00 VARA Postduivenmededeelingen. Esperanto en gramofoonplaten. 9.15 Ochtendconeert. 10.30 VPRO. Kerkuitzending. 1212.40 Le zing over sterrenkunde. AVRO. 12.402.00 Lunchmuziek. 22.30 Tooneelhalfuurtje. 2.303 Kinderzang. 33.30 Pianorecital. 3.305 iMorgenconcert o.l.v. Nico Treep. 5 5.40 VARA-Kleuteruurtje. 5.406 Teun de Klepperman. "67.30 Vooravond-concert. 0.1.v. Hugo de Groot. 7.308 Gramofoonmu- ziek AVRO. 8 Sportberichten. 8.08 Volks concert. o.l.v. Willem Mengelberg, in de pauze lezing over de Giessen-Nieuwkerkzaak. f 1 Maandagj 23 September. 1010.15 AVRO- Morgenwijding. '12.152 Lunchmuziek. 22.30 Gramofoonmuziek. 1 2.304.30 Filmmuziek. 56 Kinderuurtje. 7.157.45 Declamatie. 8.019 Vereenigings- uurtje. 911 Concert o.l.v. Nico Treep. Dinsdag 24 September. 1010.15 AVRO. Morgenwijding. 12.151.45 Lunchmuziek. 1.452 Gramofoonmuziek. 22.45 Kookpraatje. 2.453 Praatje. 3, 4 Maak het zelf. 4.305.30 Debutantenuurtje. 5.306 Gramofoonmuziek. 6.017.15 Di- nermuziek. 7.157.45 Natuurkunde. 8.01 8.30 Boekenhalfuurtje. 8.309 Concert o. 1.v. Nico Treep. 9 Radiotooneel. 10.15 11 Populair concert. De interlocale tarieven vermelden uitbreiding van het tien-cents-tarief tot afstanden van 10 kilome ter, terwijl voor afstanden van 10 tot 15 kilometer een tarief van f 0.15 is vastgesteld. Van 15 tot 35 kilometer zal een tarief van f 0.35 gelden en voor afstanden boven 35 kilometer is f0.50 verschuldigd Wat het districtstarief betreft zal niet star wor den vastgehouden aan vastgestelde afstanden, in dien eenig economisch verband tusschen bepaalde plaatsen bestaat en zal worden nagegaan of voor zoodanige aanwijsbare gevallen een voor de betrok kenen gunstige regeling kan worden getroffen. Tenslotte is het tarief voor de huur- en uurlijnen verminderd en van f 18000 per jaar voor afstanden boven 35 kilometer (de bstaande huurlijnen over schrijden bijna allen dezen afstand) teruggebracht tot f 16000 per jaar. Voor zoover de gegevns thans strekken wordt aan inkomstenderving als gevolg van die wijzigin gen een bedrag van f350.000 becijferd. (Naar het Engelsch.) En gedurende die rij- en zwerftochten, toen Hou- zel voor bewaker had gespeeld, had Blanche met haar aardige, onschuldige manieren, zijn hart ge- van gen en het behouden. Toen zij van kind zijnde opgroeide tot een bleek, mooi meisje, werd zijn hopelooze liefde grooter. Als hij een wijs man ge weest was en aan de toekomst gedacht had, zou hij deze dwaze liefde in den beginne onderdrukt heb ben, die hem zeker niets da nverdriet zou brengen, maar hij was geen wijs man in zooverre het Blan che betrof en hij verkoos niet aan de toekomst te denken. Het was al genoeg voor hem te weten, dat hij aan het raam van het kasteel kon staan, als Blanche des avonds voor haar vader piano speelde of dat hij des morgens voor het kasteel kon wande len om haar te zien, zeker als hij dan was een glimlach en een vriendelijk woord te krijgen. Want, als Blanche, geheel onwetend van de vlam die zij aanwakkerde, was zeer aardig voor den jon gen boschwachter en nam zijn vereering genadig aan, zooals een jonge prinses de hulde van een on derdaan ontvangen zou. hebben. Zij bewonderde in hem ook zijn knap uiterlijk en had liever dat haar vader haar aan zijn zorgen toevertrouwde dan jn die van Hubert, die oud en leelijk was. Hij was haar natuurlijke beschermer, wanneer haar vader en va der André weg waren. En zij was blij dat hij haar dien avond was komen opzoeken. „Ben je in het dorp geweest, Houzel?" zei Blan che, terwijl zij dichter bij hem ging loopen. „Ik kwam het dorp door, toen ik u zocht juf frouw. Toen ik hoorde dat u het kasteel verlaten had, was ik bang dat de Duitschers het u lastig zouden maken. En nu, lieve meesteres, maak voort," voegde hij er aan toe. Laten we naar het becsher- mende huis gaan. Wees niet bang, ik zal maken, dat u veilig bent." TWEEDE PROGRAMMA. HUIZEN. Zondag 22 September. 8.259.20 NCRV. Morgenwijding. 10.1512 Uitzending v. d. Hoogmis. 'KRO,. 12.30^—1.30 Lunchmuziek. 1.302 Spreker. -22.30 Annie Salomons over ,~De sprookjes van Ander sen". 2.304.30 Johann Straus programma. 4.305 Ziekenuurtje. 5.30 NCR,V. Kerkdienst 7.308 KRO. Spreker. 88.10 Praatje tot de luisteraars. 8.1010.45 Concertavond. 10.4511 Epiloog. f Maandag 23 September. 10.3011 NCRV. Korte ziekendienst. 12.30 1.45 Orgelconcert. 22.35 Uitzending voor scholen. 45 Concert. 56.30 Gramofoon platen. 6.307 Literaire lezing. '78.00 Uitzending voor de rijpere jeugd. 89 Con cert.910 Cjarillonconcert. Dinsdag 24 September. 11.3012 KRO. Godsdienstig halfuurtje. 12.151.15 Lunchmuziek. 1.15—2 Gramofoon platen. 23 Vrouwenuurtje. 56.30 Gra mofoonplaten. 6.306.45 Knipcursus. 6.45 7 Esperantopraatje. 78.25 Spreker. 8.2511 Concertavond. Blanche keek naar den grond. „En die arme Gaston?" zeize. „Hij kan hier niet achtergelaten worden, Houzel? Ik had graag dat hij naar huis gebracht en in den tuin begraven werd, dicht bij den zonnewijzer." De boschwachter knikte. „Ik wil u eerst in veiligheid zien, juffrouw, dan zal ik teruggaan voor den hond en doen wat u ver langt. Kom." Hij schouderde zijn geweer en bood haar zijn arm aan. Blanche legde haar arm in den zijnen en bei den wandelden zij verder. Spoedig bereikten ze het kasteel. Zij kwamen juist op tijd, want de bedienden, ongerust geworden door de lange afwezigheid van hun meesteres, hadden zich van fakkels voorzien, en met ouden Hubert voorop, die van angst beefde, stonden zij gereed om op zoek te gaan naar Blanche. Met een diepe buiging voor zijn meesteres en met een smalenden blik naar de bevende figuur van den ouden huisknecht, keerde Houzel van het kas teel terug naar het bosch, toen de stem van zijn meesteres hem deed stilstaan. „Zou het niet beter zijn vroeg in den morgen te gaan, Houzel?" vroeg zij lief. „Er zou gevaar voor je dreigen nu." De jonge man haalde zijn schouders op. „Er dreigt altijd gevaar, als ed zulk volk op den weg is," zeide hij, „bij dag en nacht, dat is het zelfde. Maar wees niet bang voor mij, juffrouw, ik kan me verdedigen." En hij wees naar zijn geweer. Blanche sidderde. Naderbij komende, legde zij haar hand op zijn schouder. „Houzel." zei ze, „je bent erg onvoorzichtig en roekeloos, beloof me, dat je je niet zorgeloos in het gevaar zult begeven. Bij haar aanraking bevende deed de jonge man zijn belofte. „Maar nu moet ik gaan, en uw hond begraven, juffrouw." „Kom dan dadelijk bij me zoo gauw je terug bent dan weet ik dat je weer in veiligheid bent." Opgewonden en trotsch liep Houzel weer den weg Een dame uit New York had juist plaats geno men in een wagon van een trein die bestemd was naar Philadelphia, toen een eenigszins gezet heef die tegenover haar zat, een sigaar aanstak... Zij hoeste en werd onrustig. Maar die wenken misten hun uitwerking, daarom zeide zij vrij bits: „Gij zijt blijkbaar een vreemdeling en weet misschien niet, dat er een rookcoupé in den trein is. Hier mag niet gerookt worden.'" De man antwoordde niet, maar wierp zijn sigaar uit het portier. Hoe groot was haar verbazing, toen de conducteur haar een oogenblik later zeide, dat zij in de particuliere cou pé van generaal Grant zat. Verlegen ging zij heen, maar dezelfde fijne hoffelijkheid, die hem zijn si gaar deed wegwerpen toonde hij nogmaals door haar de vernedering te besparen van een vragen- den blik, veel minder van een blik van genoegen, ofschoon zij den generaal, die geen woord sprak, vol vrees bleef aanzien, tot zij het portier bereikte. Koningin Victoria liet Carlyle een Schotschen boer, bij zich komen en bood hem een adellijken titel aan. Maar nij weigerde dien, voelende dat hij steeds een edelman was geweest. Zoo weinig be grip had hij van de manieren van het hof, dat hij, toen hij aan de koningin was voorgesteld en eeni- ge minuten met haar gesproken had, tot haar zei de: „Laten we gaan zitten, mevrouw," waarop alle hovelingen een schrik op het lijf kregen. Maar de koningin was groot genoeg en gaf een wenk, waar op allen in een oogwenk gingen zitten. De hoffelijke opheffing van de etiquette van de zijde der koningin en de moeite die haar dit ge kost moet hebben, ka nbeter begrepen worden uit hetgeen een kennis van Carlyle hem zeide, toen hij dezen voor het eerst zag: „Zijn tegenwoordigheid hoe kan ik niet verklaren, deed de zenuwen pijn. Ik dacht een zeldzaam man te ontmoeten en ik verliet hem met het gevoel, alsof ik zuren wijn had gedronken of een aanval van zeeziekte had gehad. „Geen staatkunde zoo groot, 'als beleefdheid" zegt Magoon, „daar goede manieren dikwijls sla gen, waar de beste tong gefaald heeft." De kunst om te behagen is de kunst om in de wereld voor uit te komen. Men zegt dat de Israëlieten de beleefdste men- schen in de wereld zijn. Door alle eeuwen heen zijn zij behandeld en gescholden, en beroofd van hun burgerlijke en maatschappelijke rechten. Toch zijn zij overal beleefd, vriendelijk, vleiend en toegeef lijk. Beschuldigingen werpen zij zelden of nooit te rug. Zij zijn gertouw aan oude herinneringen. Zijn omzichtiger met de vooroordeelen van anderen, dan anderen met de hunne. Zij zijn niet meer we- reldschgezind en geldzuchtig dan de menschen over het algemeen zijn en, alles wel beschouwd, overtreffen zij alle natiën in beleefdheid, vriende lijkheid en geduld. Daarom bleef hun ras krachtig tot op dezen dag. EEN AFGEBROKEN VERHAAL. De 33-jarige Demostheus, die zich in 351 v. Chr. op het straattooneel van Griekenland aanr voren dringt, is eeuwen lang aan de menschheid als voor beeld gesteld. Later is men hierop teruggekomen. Dat de republiek die den minst intensen cultuur- bloei der menschheid vertegenwoordigt, niet op vul gaire wijze is gevallen, is nochtans voor een groot deel aan Demostheus te danken geweest. Een groot staatsman is hij niet geweest, wel een groot agita tor en warm vaderlander. Hij beschikte over een welsprekendheid, die formeel tot de hoogste be hoort, wat ooit op dit geboed bereikt is. De wel sprekendheid van Demostheus is spreekwoordelijk geworden. Daarnaast had hij ook groote fouten. Met waaheidsverdraaiing, laster, verdachtmaking, omkooperij heeft hij gewerkt, zoo erg, als de erg ste zijner tijdgenooten. En dat wil wat zeggen. Onlangs vond ik een aardige anecdote over De mostheus die ik zoo vrij ben u hier te vertellen. langs, dien hij en Blanche zooeven hadden geloo- pen. Alles was nu rustig en de maan scheen prach tig. De hond lag nog, waar hij neergevallen was, en Houzel zag nu, wat hij van te voren niet be merkt had, een fijn dun doakje dat naast den hond lag. Hij raapte het op. Het was de zakdoek van Blanche, die nog nat was van haar tranen. Bevend van aandoening kuste hij het kostbare souvenir, en borg het in zijn borstzak. Daarna, toen hij den hond opgetild had, ging hij weer naar het kasteel terug. Ongedeerd kwam hij er aan. Maar in plaats van naar binnen te gaan, droeg hij zijn last regelrecht naar den tuin en begroef hem bij den zonnewijzer, zooals Blanche gezegd had. Vervolgens ging hij naar het huis, waar hij verwezen werd naar de huiskamer, waar Blanche zat. „O, wat ben ik blij dat je terug bent," zei Blan che. „Hoorde je nog iets meer." „Niets juffrouw. Alles is rustig. Ik heb Gaston begraven. En voegde hij er zachtjes aan toe ik zou een kogel door het hart van den man wil len jagen, die hem gedood heeft. HOOFDSTUK V. Den volgenden dag hoorde Blanche vele bijzon derheden van de gebeurtenissen, die den vorigen dag hadden plaats gevonden. De dorpsbewoners waren, terwijl zij dien avond zich in het zonnetje voor hun huisdeuren zaten te koesteren, plotseling opgeschrikt door de verschij ning van zes Uhlanen te paard, in volle oorlogsuit rusting, terwijl zij bedaard door de hoofdstad re den. Bijna voordat iemand zich van de schrik van hun verschijning kon herstellen, waren zij langs den hoofdweg, die verder het land invoerde, verdwenen Toen ontstond er groot lawaai. De klokken wer den geluid, gendarmes holden af en aan, zelfs de visschers wapenden zich met wat zij maar konden krijgen. En angstige moeders namen hun kinderen in hun armen en bedeesde meisjes gingen naar de kerk om te bidden. Een poos later kwam er een Demostheus dan hield eens te Athene een rede- voêriffg over de plichten van den burger jegens zijn vaderland. Als Demostheus in het openbaar sprak kwamen de Atheners in grooten getale om hem te hooren en hingen als het ware aan zijn lippen. Ook dien dag had hij een talrijk gehoor, maar de belangstel- was minder dan gewoonlijk. Toen hij dit bemerkte brak hij eensklaps zijn re de af en begon het volgend verhaal: Een jong mensch moest van Athene naar Megara reizen en huurde daartoe een ezel. Het was in het hartje van den zomer en de zon scheen brandend heet. De weg is, zooals ge weet, vlak, en er is nergens een boom of struik te zien. Tegen den middag was de hitte zoo fel geworden, dat onze jongeling het niet langer kon uithouden. Hij liet zijn grauwtje stilstaan en wilde zich er onder neerleggen om voor de gloeiende stralen beveiligd te zijn. Zoodra de man die hem den ezel verhuurd had en die er achter liep, dit bemerkte, vroeg hij wat er geburen moest. Ik ga in de schaduw liggen tot de hitte wat af neemt antwoordde de jongeling. In de schaduw van mijn ezel? hernam de ezeldrijver. Dat niet. Als ge wilt uitrusten, goed ga dan liggen, waar ge wilt, maar niet in de scha duw van mijn ezel. Daar ga ik zelf liggen, want de schaduw van mijn dier is mijn eigendom. Ik heb u wel den ezel, maar niet zijn schaduw verhuurd. Dat zullen wij* eens zien, antwoordde de jongeling driftig. Ik heb recht op den ezel, en dus ook op zijn schaduw. Volstrekt niet, antwoordde de ezeldrijver koel tjes en Hier eindigde Demostheus zijn verhaal en stapte van de tribune. Maar het volk hield hem tegen en riep: Niet heengaan vertel ons eerst hoe het met dien twist is afgeloopen. Wie van beiden heeft zijn zin gekregen? Toen keerde de redenaar op de tribune terug en surak met donderende stem: Atheners, wat zijt ge klein en nietig. Gij brandt van nieuwsgierigheid naar een beuzelachtig verhaal en gij zijt onver schillig bij het bespreken van de dierbaarste be langen des vaderlands. Gaat heen, schaamt u en leert wijzer worden. Dat is het simpele verhaal. Maar bij het lezen ervan kon ik de ondeugende gedachte inet onder drukken: Stel eens, dat, welke groote staatsman van onzen tijd ook, thans eens hetzelfde deed. Hoe zouden wij daarop reageeren? WAT ZULLEN WE ZONDAG ETEN? Zoute Visch. Aardappelen. Peterseliesaus. Bessensappudding met vanillesaus. ZOUTE VISCH. 1 Kilogram zoute visch. Wasch de zoute visch en zet ze zoo noodig een nacht in koud water te weeken. Breng ze in versch water aan de kook en laat ze gaar koken. Neem de moten met een schuimspaan uit het water en leg ze op een ver warmde schotel. Presenteer er gesmolten boter of bij. PETERSELIESAUS. 1 L. water. 5 lepels bloem 3 lepels boter iets zout bosje peterselie. BEREIDING: Wasch depeterselie verwijder de steeltjes en hak ze heel fijn. Verwarm roerende de boter met de bloem en giet er langzaam het water bij. Maak de saus op smaak met zout en roer er even voor het opdoen de peterselie door. *- AARDAPPELEN. 3 kilogram aardappelen 3 lepels zout. BEREIDING: Schil de aardappelen, wasch ze eénige malen en zet ze op met ruim kokend water en zout. Laat ze gaar worden giet ze af en laat ze zonder deksel opdrogen. BESSENSAPPUDDING. 1 L. bessensap 8 lepels suiker 100 gr. aard appelmeel citroenschilletjes. BEREIDING:Neem roode bessen (ongeveer 1.5 kliogram) en pers ze uit tot 1 liter vocht. Breng dit met het citroenschilletje langzaam aan de kook. Maak het aardappelmeel met wat achtergehouden bessensap aan, voeg de suiker toe en al roerende het aardappelmeel. Laat de pudding onder goed roe ren 3 minuten doorkoken. Giet de massa in een omgespoelde puddingvorm en laat ze bekoelen. Presenteer er een vanillesaus bij. Heeft men de mas sa in een glazen schaaltje gedaan giet dan de va nillesaus, die iets dikker kan zijn, er overheen. troep franc-tireurs, die in het dorp hun bivak op sloegen en vrij drinken hadden op kosten van de boerenbevolking en die een verschrlkkelijken haat voor den vijand hadden. Tot dusver echter, was er nog niet gevochten. En de pachter van St. Leon die naar het marktplein kwam gereden, vertelde aan de autoriteiten, dat de .Uhlanen, na het erf van de boerderij opgeloopen te zijn een hoeveelheid veevoeder en levende have mede genomen hadden, betaald hadden voor wat zij genomen hadden den marktprijs in Fransch geld. Blanche bleef met den ouden Hubert en den tuin man in het kasteel. De voordeur was gebarrica deerd, de luiken voor de ramen zorgvuldig gesloten alles in veiligheid gebracht voor een mogelijken aanval van den vijand. Hubert hield met het ge weer naast zich, den geheelen nacht de wacht in de keuken, omringd door de bevende vrouwen, die te verschrikt waren om te gaan slapen. Toen de uren voorbij gingen en geen enkel teeken van ge vaar zich voordeed werd de oude man meer en meer heldhaftig wat niet weinig verstekrt werd door een paar flesschen van den Chevalier, die hij uit den kelder haalde. De nacht verliep en niets belangrijks gebeurde. Den volgenden morgen kwam vader André naar het kasteel en vroeg naar ne jonge meesteres. Blanche ging dadelijk naar hem toe en vond hem wachtende in de salon. Zij zag, dat de bedienden hem reeds ingelicht hadden van alles, wat er ge beurd was. „Je bent ternauwernood ontkomen, kind" zeide hij. „Maar moed gevat hoor. Onze dappere mannen zoeken in alle richtingen en spoedig zullen wij die schurken gedood hebben. Het is echter gevaarlijk voor je om hier in het kasteel te blijven, dat zoo eenzaam gelegenis. Ga met me mee naar het dorp en blijf daar onder mijn hoede." Maar Blanche weigerde beslist weg te gaan. „Hier ben ik veilig, vader André en ik zou op geen enkel andere plaats gelukkig zijn." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1929 | | pagina 6