I Liefde en Misdeed Be Moerd van Saint-Ouen. Uit den Omtrek 81e®litaakGii De weegschaal van Themis sloeg over in het nadeel van den slager. Op 13 September stond terecht de heer J. K., sla gerspatroon te Schoorl, wegens overtreding van de arbeidswet, het doen verrichten van arbeid door een jeugdig persoon beneden den leeftijd van 12 jaren. Naar aanleiding van het verweer van ver dachte werd de zaak echter aangehouden ten ein de als getuige te hooren den verbalisant, den ar- beidscontroleur P. Renooy, werkzaam bij de ar beidsinspectie te Haarlem. Deze verklaerde thans tijdens een zijner controleursbezoeken te hebben geconstateerd bij den verdachte in dienst te heb ben bevonden den 13-jarigen Jasper de Vet uit Warmenhuizen aan wien door den burgemeester van laatstgenoemde gemeente een arbeidskaart uit gereikt was. Getuige had toen den heer K., die hem overigens sympathiek is, gewaarschuwd, dat hij het minderjarige jongmensch niet in zijn dienst mocht houden. Evenwel had getuige op 14 Augustus waar genomen dat Jasper de Vet wederom arbeid ver richtte, zulks bestaande in het wegbrengen van be stellingen. Hij bevond zich op een rijwiel, waarop bevestigd een groote boodschappenmand. Getuige had zich toen verplicht geacht daar ondanks de waarschuwing, toch met overtreding werd doorge gaan, proces verbaal te moeten maken. Vooral ook omdat bij de inspectie te Haarlem sterk wordt aangedrongen op dergelijke veelvuldig voorkomende overtredingen streng toe te zien. De heer K. stemde in met den door den heer Renooy afgelegde verklaring doch hij bleef perti nent ontkennen dat de jongen, die hij absoluut niet meer noodig heeft bij hem in dienst zou zijn. Uit ambitie voor het slagersvak vertoeft hij wel eens in de slagerij en biedt hij zich aan om nu en dan een bestelling te bezorgen. Hij ontvangt daar voor beslist geen belooning. Verdachte werd er nog eens op gewezen dat ook dit niet is toegstaan en daarop veroordeeld tot 8 gulden Boete of 8 dagen. i# Opzettelijke of noodgedwongen overtreding van het art. 461 Wetboek v. Strafrecht? In deze zitting werd voortgezet de strafzaak con traden particulier Corn. R. te Heiloo, die zich op 14 Augustus zou hebben schuldig gemaakt aan het loopen buiten de openbare wegen of paden van het Heilooësbosch bij Alkmaar. Verdachte had zich ver dedigd met aan te voeren dat hij door een natuur lijke reden gedwongen was geweest zich eenige pas sen in het bosch te begeven. De verbalisant veld wachter Mulder thans gehoord verklaarde evenwel dat verdachte zich in het bosch had bevonden met het doel dat door te loopen ten eindë zijn weg naar huis te bekorten. De heer R., als naar gewoonte zeer welsprekend, persisteert bij zijn toelichting en gaf als zijn meening te kennen dat verbalisant hem met opzet zocht teneinde hem moreel en physiek te vermoorden. De heer ambtenaar releveerde in zijn requisitoir dat hem door majoor Steen, brigade-commandant der Rijksveldwacht beslist was verzekerd dat hier niemand werd gezocht en waar het nu gold een verdachte die niet onverdeeld gunstig bekend was in dit opzicht, vorderde hei. O. M. hen maximum op de overtreding gestelde straf f15 boete of 15 dagen. De heerR., kennelijk niet geflatteerd door het re- quisitonr repliceerde op vele punten en wilde doen uitkomen, dat zijn minder gunstige reputatie niet zijn schuld doch de schuld was van de rotte maat schappij Voorts becritiseerde hij de houding van den ambetenaar op een dusdanige wijze, dat de kantonrechter verklaarde een dergelijke republiek niet te kunnen toestaan, de behandeling der zaak sloot en de uitspraak bepaalde op a.s. week. FEUILLETON OF „Van Philippe?" herhaalde de broedermoorder, zich plotseling het discours herinnerend dat hij in het rijtuig met Dénise's voorzoon had gehad. „Zeker, Robert, je hebt mij heel goed verstaan. Als dat huwelijk er door gaat, een huwelijk,, waar toe de rechter Savanne als toeziend voogd van Ali ne Vernière zijn toestemming moet geven, zal hij het liefst ooren en oogen sluiten, indien hij iets hooren mocht, waardoor Robert Vernière in een minder gunstig daglicht voor hem kwam." „Je hebt waarachtig gelijk, Claude" riep Robert uit. De rechter zal nooit het hart hebben Aline te treffen in de volle borst door haar eigen oom, de siefvader van haar aanstaande, de moardenaar van haar vader te vervolgen. Er is veel goeds in je plan Claude, temeer, omdat van een anderen kant, wat gij natuurlijk nog niet weten kunt, een huwelijk van Philippe de Nayle met Aline Vernière in het vooruitzicht wordt gesteld." Hier werd het gepsrek gestaakt, omdat po het kantoor het geluid van de electrische bel werd ge hoord, ten teeken datiemand verzocht om te wor den toegelaten. Kort daarop trad Philippe binnen en liep het ge sprek van de drie mannen, elk pp zijn gebied na genoeg een specialiteit, alleen over zaken de fabriek betreffende. XVI. Onze vriend Magloire-Eenarm, die, met het hem eigen doorzettingsvermogen nu maar alles op eens geregld wenschte te zien, had reeds de noodige stap pen gedaan om te zorgen dat op Veronica Sollier de aan hem verstrekte vergunning overging om met het orkest-orgel den omtrek van Parijs af te loopen De blinde vrouw was zeer tevreden met de onaf hankelijke positie, die zij nu voor zich zelf en voor de kleine Martha had te danken aan den braven jongen dien men te Saint-Ouen nog altijd „Magloi- re den orgelman" noemde. „Maar ik ben geen orgelman meer", riep soms de oud-soldaat met voorgewende drift uit. „Ik heb die zaak overgedaan aan madame Sollier en de kleine Martha en ik ben zelf nu hotelhouder, restaurateur verkooper van soep, goed gevulde flesschen en goed gevulde kleine glaasjes maar ik verkoop geen „no ten" meer. Met die goedkoope aardigheid kreeg Magloire de lachers op zijn zijde. Maar het duurde niet lang, of er prijkte aan het hotel van madame Aubin te Saint-Ouen een nieuw bord waarop te lezen stond: Het rechte mannetje vermoedelijk niet te pakken I De voormalige chef van de stoffeerderijafdeeiing j in de bekende zaak van V. en D., de heer J. Th. F. I L. S., te Alkmaar, had zich te verantwoorden ter- I zake overtreding der arbeidswet gedurende 14 da- j gen in de maand Juli aangezien hij als toen door I verschillende arbeidsters buiten den wettelijk ïoe- I gestanen arbeidstijd arbeid had doen verrichten. De verdachte, inmiddels ontslagen, was niet ver schenen wel twee frisch en elegante jonge dames mej. Marie Pieneman en mej. Lena Kraan, die als getuigen waren gedagvaard en inderdaad konden verklaren, dat zij op de aangegeven datums als gevolg van overloopende drukte hadden overge werkt. Aangezien het echter momenteel niet kwam vast te staan of verdachte inderdaad hier de verantwoor ding droeg daar ook het hoofd van het bedrijf, de heer Berentzen van de overtredingen had kennis gedragen, werd besloten de zaak aan te houden, teneinde alsnog genoemd bedrijfshoofd over de werkverhoudingenregeling te hooren. De plank soms misgeslagen? De heer T. van H., een te Schoorl wonend winke lier en pensionhouder stond terecht wegens de hem ten laste gelegde overtreding dat hij in den nacht van 10 op II Augustus zijn café nog ten 12 uur 10 had geopend en dat daarin bezoekers aanwezig wa ren. Rij ksveld wachten Strooker die naast verdachte woont, had zulks geconstateerd en proces verbaal opgemaakt, doch was niet gedagvaard. De verdachte as echter zoo vrij ten stelligste te ontkennen. En niemand anders aanwezig, dan de ten zijnen huize vertoevende pensiongasten, die niet onder de verordening gerekend worden. Een dame, mevrouw Moet uit Assen, was dien dag jarig en gaf een fuifje. Men vertoefde heel gezellig met elkander onder de waranda, toen eensklaps buurman Stroo ker verscheen om mede te deelen, dat het pension gesloten moest worden, waaraan werd voldaan, hoe wel men niet begreep wat hem tot deze aanzegging noopte. Naar aanleiding van deze niet onbelangrijke toe lichting werd de zaak geschorst om a.s. week met frisschen moed te worden voortgezet, alsdan zullen als getuigen worden opgeroepen den verbalisant alsmede toen aanwezige pensiongasten ,o.m. de h.h. gebroeders H. en W. Lusschen alsmede de heer W. Lusschen Jr. Gewaagd motorritje. De 19-jarige monteur C. J. C. uit Beverwijk, die als verdachte voor den kantonrechter njoest ver schijnen met zijn eveneens in dergelijke ongunsti ge conditie verkeerende lotgenoot de 20-jarige bol- lenkweeker W. van B., uit Wijk aan Zee en Duin, gearriveerd in een vervaarlijk rammelende vracht auto, welk geruchtmakend vehikel werd stopgezet voor het gerechtsgebouw en later nog zeer van pas dienst kon doen als corpus delicti of stuk van over tuiging. In de zaak contra den heer C. was zulks niet noo dig, deze was op 17 September per motorrijwiel naar Alkmaar gereden zonder in het bezit te zijn va neen geldig rijbewijs. Toen hij dan ook te Alk maar po den Kennemerstraatweg zonder mankee- ren door een nimmer suffende agent der motor brigade werd aangehouden en gecontroleerd kon hij helaas niet anders aantoonen dan een ongeldig rij bewijs te bezitten ten name van een nader. De roekelooze monteur was dus wat men ami caal noemt de pisang en werd heden tot f 5 boete of 5 dagen veroordeeld. Het feit dat verdachte wel bevoegd is tot het besturen van auto's gold hier als als een verzachtende omstandigheid. Wegspiegel absent en het uitkijkhuit te klein. De tweede comparant uit Beverwijk de heer W. van B„ bollenkweeker te Wijk aan Zee en Duin was op 25 September als bestuurder van gezegden ram melkast ook al weer in het hoogst gevaarlijke Alk maar aangehouden omdat op zijn open vrachtauto den voorgeschreven wegspiegel ontbrak. De verdach te met voldoening mededeelende dat thans bedoeld spiegeltje was aangebracht gaf tevens als zijn mee ning te kennen dat hij ten onrechte werd vervolgd daar hij daar een ruit in de cabine in staat was, voldoende de afgelegde linkerhelft van den weg te overzien. Dit verweer gaf den altijd actieven ambtenaar aanleiding zich persoonlijk te overtui gen, doch het bleek echter dat zonder acrobatische lichaamsverdraaiing het zeer moeilijk was in het kleine cabineruitje de linkerweghelft in de gaten te krijgen. Het was misschien mogelijk voor den slanken en lenigen verdachte, doch zeer zeker niet voor een corpulent en minder draaivaardige chauf feur. Het ten laste gelegde werd dus bewezen ver klaard, doch als verzachting aangenomen, dat de wegspiegel inmiddels was aangebracht, zoodat de kantonrechter het niet noodig achtte een zwaarder straf dan 1 gulden boete of 1 dag op te leggen, waarop de twee vroolijke jonge snaken, allerminst onder den indruk hun schuld aan mevrouw Justi- tia voldeden en lachend hun „laatste oordeel" op luchtbanden weer beklommen om de reis naar hun woonplaats weer te aanvaarden. De controle is daar wat je noemt! De heer Pieter N, landbouwer te Oude Niedorp, tufte 27 September op den Frieschen weg met zijn hoogbejaarden en bovendien onvoldoend onderhou den motor merk Harley Davids te Alkmaar, om daar spoedig te worde naangehouden en geinspec- teerd door een nimmer ontbrekenden motoragent. Het resultaat van die controle was, dat de heer N. een oproeping bekwam om heden voor den kanton rechter rekening en verantwoording af te leggen van het feit, dat de handrem absoluut werkeloos was gebleken. Het baatte den verdachte dan ook niet of hij a lhevig opgaf van de voortreffelijke kwaliteit van de voetrem. Hij kon daarmede de aan dacht van de onbruikbare handrem niet afleiden en werd alzoo tot 8 gulden boete of 8 dagen ver oordeeld. Een rijwielreflector mag niet ontbreken. De 18-jarige slagersbediende Jan L„ te Alkmaar, die er zich het hoofd niet mee brak dat op zijn rij wiel geen reflector aanwezig was, werd heden door een boete van 2 gulden of 2 dagen duidelijk ge maakt dat een dergelijk verzuim strafbaar is en aan de politioneele aandacht niet ontsnapt. De bestuurder is de man die de klappen krijgt. Een te Noordscharwoude wonend 18-jarig rijwiel hersteller, luisterend naar den naam Hark Harry T., had zich op 28 September per auto naar Alk maar begeven onbewust van de omstandigheid dat de knecht die de auto rijklaar had gemaakt het achternummer niet behoorlijk aangebracht had. Op minder aangename wijze werd zulks den ar- geloozen rijder op den Dijk te Alkmaar ter ken- nisse gebracht door een agent van politie, die te vens zoo welwillend was hem de gebruikelijke invi tatie voor de wekelijksche jour van den kanton rechter uit te reiken. Gebruik makende van deze vriendelijke uitnoodiging werd den invite uit Nrd. scharwoude tenslotte aan het verstand gebracht, door het opleggen vah 2.50 boete of 3 dagen dat de autobestuurder aansprakelijk is voor alle tekortko mingen aan zijn wagen, ambtelijk geconstateerd. Dankbaar voor de les, haastte hij zich het niet al te'hooge losgeld direct te voldoen. SINT MAARTEN. De voor boeren en bouwers ongelegen zomertijd spoed weer ten einde en 6 October aanstaande zul len dan alle huisklokken weer gelijk wijzen aan die der gemeenteklok. Voor hen is de gewone zonnetijd de tijd, daar dit geheel met hun bedrijf overeenkomt. Wel jammer is dat met het vlieden van den zomertijd ook het zomerweer ons heeft verlaten en de herfst met al zijn grillen zijn intrede bij ons heeft gedaan en boer en bouwer thans met recht in de prut kne den. Is dit voor hen minder mooi, ook de vak arbeider ondervindt van dit weer het ongerief. en loopen op hun werk te glijden als een hond op glad ijs. En werk is er voor hen in deze ge meente volop. Waar men komt, het is overal nieuw bouw, daar een huis, hier een boet of veestalling of autogarage enz. Dit is voor allen een gelukkig verschijnsel en wijst op welstand. Ook hij, die zich hier heeft gevestigd als Jantje van Alles (de heer van Drunen) doet zijn best om vooral de Stroet IN DE ORGELDRAAISTER. Restaurant Wijnen Likeuren Kamers voor Vergaderingen Zalen voor Bruiloften en groote Feestvieringen. Opvolger van Magloire, Madame Aubin. Platzak, die, veiligheidshalve onkundig gebleven was van het feit, hoe goed er door Magloire en Ma rie voor hem was gezorgd, zag lachend naar het nu nieuwe uithangbord op, bij zich zelf mompelend: „Het geld is honderdmaal beter aan hem besteed dan aan mij. Ik zou er mij toch maar mee hebben doodgedronken. Eiken morgen trokken de blinde Veronica en de kleine Martha er met het orgel op uit, maar het ware dwaasheid geweest zich geheel te houden aan de vroeger vastgestelde ronde, want nu het heer lijke lenteweer, al de voorheen leegstaande villa's weder had doen bewoond geraken, moesten zij soms een geheelen dag hier of daar blijven, waar zij zich vroeger slechts enkele uren plachtten op te houden, zoodat zij zich minder behoefden te ver moeien en veel meer geld ontvingen. Voor zoover iemand, die op gevorderden leeftijd blind geworden was, het slechts wezen kan, was Veronica Sollier tevrede nmet haar lot, wat niet wegnam, dat als zij, geleid door de kleine Martha, het karretje voortduwde waarop het orkest-orgel stond, toch somtijds droefgeestige gedachten had. „Ik ben oud en versleten," sprak zij dan in zich zelve, „en als ik dood ga zal de brave Magloire wel zorgen voor het kind, maar toch, hoe geheel an ders kon nu de toestand zijnMartha zou rijk wezen als die boosdoeners mijnheer Richard Ver nière niet vermoord hadden en ik sterf misschien, zonder zijn dood te hebben kunnen wreken. Ware het toch niet mijn plicht om heel oprecht te spre ken met den rechter van instructie den broeder van Martha's vader? Zou ik zoodoende niet op de beste wijze Martha's toekomst kunnen verzekeren als ik er niet meer wezen zal? Daar moest ik toch eens met Magloire over spreken." Dien avond gaf zij uitvoering aan het bij haar opgekomen plan, toen Martha naar bed was ge gaan." „Hoor eens moeder Veronica," luidde Magloire's weloverwogen opinie, „in uw plaats deed ik het niet, vooreerst omdat gij geheimhouding hebt be loofd en dan ook, omdat het zoek geraakte fortuin toch niet meer voor het kind te verkrijgen is. Martha is bovendien gelukkig in haar omgeving. Het is de groote vraag of zij het wel zoo zou wezen als zij in andere verhoudingen kwam. En wat nu het wreken van Richard Vernière's dood betreft, wie weet of het toeval ons niet het middel aan de hand zal doen om de misdadigers te ontdekken." De orgeldraaister moest in haar hart Magloire gelijk geven en bleef op de Voorzienigheid vertrou- Daniël Savanne zat het was op een Zaterdag op zijn studeerkamer weder met de processtuk ken van de zaak Saint-Ouen voor zich. He keurig nagemaakte cachet had hij er bij gelegd. Dat wilde hij Maandag medenemen naar het Justitiepaleis en alsdan den inspecteur Berthaut belasten met het door hem beraamde onderzoek bij verschillende goudsmeden en juwelipers. Het origineel had hij in een der laden van zijn schrijftafel opgeborgen. Daar luidde de bel voor het diner. Savanne ging naar beneden en met de anderen aan tafel. Het was dien dag zeer warm geweest voor den tijd van het jaar, maar nu was het heerlijk frisch geworden in de lucht en na afloop van het diner ging men een kleine wandeling doen langs de Mar- ne, waar het, met uitzondering van den Zondag, als altijd zeer stil was. Aline gaf Savanne een arm en mevrouw Vernière liep met hem op. Mathilde en Henri volgden op eenigen afstand. „Langzaam loopen Henri," begon Mathilde. „Ik heb ernstige dingen met je te bespreken. „Er wordt een complot tegen je gesmeed." „Een complot? Tegen mij? Mijn hemel, Mathilde hoe bedoel je dat?" „Heb je dan in het geheel niet op de villa te Neuilly niet opgemerkt, hoe Philippe de Nayle Ali ne het hof tracht te maken?" „Neen, op mijn woord niet. Wel heb ik gezien, dat hij, zoowel als zijn moeder, Aline met teedere zorgen omringden en ik moet je bekennen, dat ik hun houding tegenover de arme wees niet meer dan natuurlijk vond. Het is immers ook al te gek, dat zoo'n jongen van negentien jaar al zou denken aan vrijen en trouwen." „Maar hij doet het toch, en wat meer zegt, zijn moeder, die Philippe letterlijk vergoodt, heeft al herhaalde malen, al deed z ijhet ook niet met ronde worden, tegenover Aline gezinspeeld op een huwe lijksverbintenis. Pas op, Henri. Er zijn kapers op de kust, neefje." „Ik blijf volhouden, dat je spoken ziet, Mathilde.' „Nu moest ik je eigenlijk antwoorden, Henri, dat ik je gewaarschuwd heb en dan alles maar laten loopen. Maar, ik zal beter voor je zorgen en zoo dra ik iets zie of iets hoor, dat mij suspect voor komt, je er onmiddellijk mede in kennis stellen, 't Allerverstandigst ware het zeker, dat uw engage ment met Aline maar dadelijk werd publiek ge maakt, doch daarin is iets pijnlijks, vind ik, zoo kort na den dood van uw en van haar vader." „Maar ik wil niet, Mathilde, hoort ge wel, ik wil volstrekt niet, dat Philippe de Nayle tegen mijn meisje ook maar een woord van liefde rept." „Om dat te voorkomen heb ik ook gezorgd, Henri dat mijn vader vroeger dan anders hier te Saint- Maur kwam en heb ik Aline meegenomen terwijl Philippe met zijn stiefvader te Neuilly is gebleven. Tot nog toe heeft hij niet gesproken en ik zal wel zorgen, dat hij daartoe ook niet in.de gelegenheid komt. Hij is ook zoo jong en zoo verlegen nog. Als hij hier a.s. Zondag komen mocht zal hij zich niet kunnen declareeren of het zal in mijn bijzijn moe- ten wezen en dat durft hij bepaald niet. Maar stil nu. Mijn vader komt terug en we zullen welstaans halve nu wel gezamenlijk dienen op te wandelen." „Henri is gewaarschuwd" fluisterde weldra Ma- tot een dichtbebouwde plaats te maken en zal we derom een dubbel woonhuis aldaar verrijzen. Dit is in luttele jaren reeds de tiende woning welke wordt verhuurd voor f2.50—f3. Nemen wij daarbij dat door denzelfde koolboeten zijn gebouwd welke pl.m. een 30-tal spoorwagens kunnen bergen en ver huurd worden aan hen die wel een akkertje kool maar geen geld voor bouwen hebben is dit voor die luidjes een groote uitkomst. Worden in vele plaatsen bouwvereenigingen gesticht met al haar subsidies, stroppen enz., hier hebben wij die soesah niet en komen er evengoed. SINT MAARTEN. De afdeeling van het Witte Kruis hield in café „Rust en Lust" hare ledenvergadering, welke was bezocht door 11 leden waarbij inbegrepen het be stuur. Voorzitter opende met een welkom aan de aan wezigen en voornamelijk gold dit de heeren nieuwe bestuursleden waarmede voorzitter prettig en tot welzijn der afdeeling hoopte werkzaam te zijn. Hierna lezing en goedkeuring der notulen, waar voor de secretaris den dank der vergadering ver wierf. Bericht van verhindering tot het bezoeken van deze vergadering was ingekomen van den heer C Stoop. Verder waren nog eenige stukken ingekomen welke voor kennisgeving werden aangenomen. Het brochureboekje „Gezondheid is de grootste schat" zou bij beëindiging behandeld worden. Tot commissieleden voor het nazien van de re kening werden gekozen de heeren P. de Geus, Jn. Bijpost en P. Breed die dit aanvaardden. Bij de behandeling van den beschrijvingsbrief voor de algemeene vergadering werd aan de afge vaardigden vrij mandaat verleend. Bij nadere behandeling der brochure „Gezondheid is de grootste schat" werd besloten hiervan 100 exemplaren tegen 25 cent per stuk bij de leden te doen circuleeren. Voorts werd besloten de dreggen van nieuwe lij nen te voorzien en in de scholen kleine verband- trommels te deponeeren voor eventueele ongeluk ken. Niets meer te behandelen zijnde sloot de voorzit ter op de gebruikelijke wijze de vergadering. BILLIJK OORDEELEN. Er wordt heel wat afgegeven op het Amerikaan- sche verbod omdat het sterk ontdoken wordt. Nie mand zal dat laatste tegenspreken. Al zal niemand ook bij andere wetten opheffing bepleiten op grond van overtreding. Maar het is toch goed niet te ver geten dat ook in vroeger jaren, voor het verbod, de drankwetten die toen jn de verschillende Ameri- kaansche staten het drankgebruik poogden in te toornen, evengoed overtreden werden, zoodat maar niet zonder meer mag worden gezegd dat de toe standen toen beter waren dan nu. Er is nog eens nagegaan wat de New Yorksche Tribune van 6 Jan. 1904 toen over dit onderwerp schreef. Toen begon juist een nieuwe wetgevende periode en het blad oordeelde het noodig op en kele onregelmatigheden de aandacht te vestigen. Uit ST. LOUIS wordt bericht: „De wet op de Zon dagsluiting is klaar en duidelijk, maar ze is een doode letter. Zelfs de formaliteit van een gesloten deur is afgeschaft. De herbergen staan even wijd open als de kerken." Uit CHICAGO: Er is een wet op de Zondagslui ting van de herbergen, maar de gemeenteraad doet geen enkele poging om die wet te handhaven. Uit CINCINNATIEEr staan verscheidene drank wetten te boek. Een er van bepaalt dat alle her bergen op Zondag gesloten moeten zijn, Een andere dat ze op weekdagen gesloten moeten zijn tusschen middernacht en zes uur des morgens. Deze wet ten zijn een doode letter geworden. Uit NEW ORLEANS: De Zondagwet bestaat se dert 1884 en ze is nooit gewijzigd. Maar haar hand having is een bespotting. En zoo voort. Dat er thans meer overtredingen van de huidige verbodswet worden geconstateerd is geen wonder. Want er wordt thans getracht bestaande wetten ook te handhaven. thilde de dochter van Richard Vernière in het oor. „Maak je maar niet ongerustWe zullen je wel beschermen, mijn angstig, zwak, lief kindje." Uitgenoodigd om den Zndag op de villa Savanne te komen doorbrengen, verlieten dien dag Robert en zijn stiefzoon reeds des morgens om zeven uur de villa van Neuilly en waren dus al vroeg in het park van Saint-Maur waar het tweetal werd ver welkomd door mevrouw Vernière, Aline, Mathilde en Henri Savanne. Daniël, die zijn gasten niet zoo vroeg had ver wacht, zat op zijn bureau te werken gelijk hij dat eiken morgen placht te doen, des Zondags niet uit gezonderd. Bij de ontmoeting op het terras der villa hield Henri zich een weinig achteraf. Hij zag nu hoe Philippe de Nayle, na zijn moeder te hebben om helsd, Aline de hand drukte en daarbij beurte lings bleek en rood werd. „Mahtilde heeft gelijk," dacht Henri, „hij be mint haar, dat is duidelijk te zien." „Is uw oom afwezig?" vroeg Robert, zich tot Henri Savanne wendend. „Neen, mijnheer Vernière, qom is thuis. Hij had u stellig niet zoo vroeg verwacht. Wil ik hem even gaan waarschuwen?" „Weineen, vriendlief, maar we willen hem gaar ne vene de hand drukken. Als u dus zoo beleefd zoudt willen zijn „Mag ik u dan maar voorgaan, heeren." De wijze, waarop de rechter Richards broeder ont ving en diens stiefzoon was als altijd even harte lijk en innemend. Nauwelijks hadden de bezoekers bij Daniëls bu reau plaats genomen of Robert voer een huivering door de leden. Daar zag hij open en bloot op het tafelblad, het cachet liggen dat hem bij de wor steling met de portierster der fabriek te Saint- Ouen van het lijf was gerukt. Was zijn eerste ge waarwording die van schrik, in het volgend oogen blik reeds zegende hij het toeval dat op zijn plaats niet Philippe was komen te zitten, die zooals hij thans gezeten was, het cachet niet kon zien liggen, en het anders onmiddellijk zou hebben herkend. Maar de voorzichtigheid gebood, het onderhoud zoo kort mogelijk te maken. Hoerop kwam de heer des huizes hem op een merkwaardige wijze te hulp door zijn gasten het voorstel te doen een voor stel, dat door Robert Vernière werd goedgekeurd om beneden het een en ander te gaan gebruiken, daar het dejeuner pas om half twaalf uur zou plaats hebben. Robert slaakte een zucht van verlichting, toen hij en de anderen goed en wel het bureau van den rechter verlaten hadden. Daniël sloot het vertrek niet af. „Dat is goed nieuws voor O'Brien" dacht de booswicht. „Ik kan hem nu zeggen waar het bureau is, dat de deur niet schijnt te worden afgesloten en dat het verraderlijk cachet op het oogenblik thans daar maar voor he grijpen ligt." Na het collation, dat slechts kort duurde, stelde Daniël zijn gasten voor het park eens te bezich tigen, terwijl de dames wat toilet maakten. Robert gaf zijn oogen goed den kost en prentte alles wat hij opnam zich vast in het geheugen. Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1929 | | pagina 3