De ontvangsten. Bij de poet f 25 voor overpad (de Nederlanden) acht de heer Ziut zulks niet juist, daar de bewo ners van de andere eilanden niets betalen. Door dien dat gedeelte zich zeer uitbreidt, is het toch meer te beschouwen als openbare weg. D|e Voorz. merkt op, dat door de belanghebben den geen bezwaren tegen dezen post zijn inge bracht. Weth. Ootjers zegt dat er geen enkel eiland in de gemeente is, waar het overpad eigendom van de gemeente is, zooals hier het geval is. Nu daar een geheel complex wordt gebouwd, is spre ker er voor het "bedrag niet meer te heffen. Ook de Voorz. zegt in het geheel geen bezwa ren hiertegen te hebben. Zi.Ei.A. merkt op, dat in Zuidscharwoude dëzelfde situatie "bestaat. Het pad is er uitsluitend ten dienste der bewoners en het pad wordt door de gemeente onderhouden, zonder heffing voor het recht van overpad. Fei telijk zou dan ook voor alle bruggen die op ge meentegrond rusten, betaald moeten worden. Weth. Barten acht de heffing ook niet billijk. Besloten wordt-dezen post te schrappen. Hiermede is de behandeling der begrooting ge ëindigd en wordt met algemeene stemmen tot vaststelling overgegaan. Behoudens eene kleine wijziging door de genomen besluiten tijdens de behandeling, sluit de begrooting betreffende den gewonen dienst in ontvangsten en uitgaven op een bedrag ad f 102308.85 en betreffende den Ka- pitaaldienst op f 305.87. De Voorz. dankt de commissie, die belast was met het onderzoek, voor hare werkzaamheden, inzonder den rapporteur, den heer Kpoij. Bond vraag. De heer de Geus vraagt of door B. en W. al reeds eene kleine raming is gemaakt van de kos ten voor meubileering van het nieuwe raadhuis. De Voorz. antwoordt, dat dit overzicht nog niet is opgemaakt. De heer de Geus zou er prijs op stellen, indien de raadsleden een klein idee kregen van de ra ming. De Voorz. zegt, dat het de bedoeling is ge weest, dat de inrichting aan het college van B. en W. werd overgelaten, vooral daar dit college met de vele benoodigdheden beter op de hoogte is. De inrichting is echter begrepen in de stich tingssom van f 30.000. Zi.E|.A. geeft den heer de Geus in overweging zulks aan B. en W. over te laten, zooals gebruikelijk is. De heer de Geus zegt zulks in geen geval uit een oogpunt van wantrouwen gevraagd te heb ben. Als het wantrouwen was, dan ware het beter hier weg te blijven. Spreker beschouwt het echter als een kleine erkentelijkheid tegen over den Baad, die toch ook hier zat om het geld te geven voor de stichting. „Is mijn vraag dan zoo onbescheiden?" aldus spreker. De Voorz. zegt, dat de heer de Geus het woord wantrouwen uitspreekt, Om niet in herhalingen te treden, zou Zi.Ei.A. den vorigen spr. met zijn eigen vragen kunnen beantwoorden. Het is niet doenlijk om de kosten ook slechts bij benadering op te geven. Het is mogelijk dat het bedrag iets wordt overschreden, het kan ooi mogelijk zij a dat het lager is. 'Er is niets van te zeggen. Al vorens een overzicht kan worden opgemaakt, moe ten toch eerst alle uitgaven bekend zijn. Wat be treft het besluit der stichting, hiervoor zijn allen elkaar erkentelijk. B. en W. doen nu niets an ders, dan het besluit van den Raad uitvoeren en kan na de voltooiing een ieder zijne goed- of afkeuring uitspreken. De heer de Geus zegt het zijne er van gezegd te'hebben. Hoe de andere heeren er over denken weet hij niet. De heer Köoij zegt niets vernomen te hebben inzake de geldleening voor het nieuwe raadhuis. Spr. zou het toejuichen, waar het saldo op de Boerenleenbank f 28000 bedraagt, indien de kos ten uit eigen middelen werden bestreden. Indien een leening wordt gesloten, zal dit tegen minstens 5 pCt. zijn, terwijl thans pCt. rente van de Boerenleenbank wordt ontvangen voor het saldo. Spr. vraagt of de leening niet opzij kan worden geschoven. De Voorz. zegt, dat het saldo niet geheel over schot is en vele uitgaven hiervan betaald moeten worden. Niettegenstaande zijn er reeds termijnen betaald, waarvoor geen rente behoefde betaald te worden, dank zij het saldo. Ook was het niet noodig een kasgeldleening te sluiten. De defini tieve leening kan eerst worden gesloten zoodra alle uitgaven bekend zijn. De heer Kooij zegt, dat het zijne bedoeling is de leening aan de gemeente zelf te houden door overschrijving op den Kapitaaldienst. De Voorz. zegt dat zulks niet mogelijk is. Vol gens den vorigen spr. zou het hetzelfde zijn; eene leening, die loopende is, geheel af te lossen. Weth. Ootjers merkt op, dat zoolang het mo gelijk is, zullen de betalingen voorloopig uit eigen middelen gedaan worden. De heer Köoij wil zulks zoolang mogelijk uit smeren. Weth. Barten zegt, dat van het saldo vele be talingen moeten worden gedaan, vooral aan het einde van het jaar en is het zelfs mogelijk, dat over eenige maanden zeer weinig over is. Spr. is een voorstander de leening op langen termijn af te sluiten en liever eene belastingverlaging in te voeren. De Voorz. zegt, dat in deze begrooting het overschot van f16000 reeds verwerkt is. Wordt dus dit bedrag er afgetrokken, zou er een tekort van f 16000 ontstaan. Voorts zegt de heer Kooij aangaande de kwes tie van de bouwvereeniging, vernomen 'te hebben, dat er weer stagnatie is gekomen. Spr. betreurt het dat deze zaak niet afgewikkeld wordt, vooral nu er overeenstemming is bereikt tusschen de beide partijen. De Voorz. antwoordt, dat men als particulier alles kan doen, echter officieel is men gebonden. Zoo ook in dit geval, waarin men gehouden is aan hetgeen door den Inspecteur van Volksge zondheid wordt bepaald. Zulks wordt door de wet beheerscht. De heer Kwadijk verzoekt B. en W. het daar heen te leiden dat het meubilair voor het nieuwe raadhuis door de gemeentenaren wordt geleverd. Do Voorz. zegt, dat door B. en W. in dezen geest al reeds is gehandeld, mede naar aanleiding van een adres van winkeliers. De heer Kwadijk vraagt inlichtingen omtrent liet onderzoek van de commissie aangaande de kwestie gasfabriek. De Voorz. antwoordt dat er nog geen rapport is ontvangen en dat Zi.Ei.A. verder niets be kend is. Tot slot zegt de Voorz. geen vroolijke mededee- ling te moeten doen. Het is al reeds eenige jaren bekend dat er iepziekte heerscht, een ziekte wel ke voor de boomen besmettelijk is. Verschillen de geleerden trachten de oorzaak op te sporen en tevens middelen te beramen om de boomen, die deze ziiekte hebben, te genezen. Dpor den Plan- tenziektenkundigen Dienst is aan den correspon dent verzocht aan te dringen bij de 'bezitters van iepeboomen, deze te doen rooien. De heer Malle- kote heeft intusschen een onderzoek ingesteld eja heeft geconstateerd dat er eenige iepen op het schoolplein ziek zijn, maar ook verder in de ge meente heerscht deze ziekte en is gebleken dat 79 boomen deze ziekte hebben. Deze zullen hier aan doodgaan en zijn er dan ook al verschillende dood. B. en W. vragen thans den Baad machtiging om die maatregelen te nemen, welke nuttig en noodig zijn. Vele boomen zullen moeten worden opgeruimd en zal getracht worden deze te ver- koopen en zullen anderen er voor in de plaats komen. Weth. Ootjers zegt van bevoegde zijde te heb ben vernomen, dat het nog niet zeker is of het wel iepziekte is. De meening der geleerden loe pen hieromtrent uiteen. Spr. zou met het rooien willen wachten, totdat de boomen dood zijn. De heer Schrijver zou het werk willen bestem men voor de werkeloozen gedurende de winter maanden. De Voorz. zegt, dat de heer Schrijver dus be taalde krachten bedoelt. Spr. had gehoopt dat het weghalen voor niets zou gebeuren en dat men vooral met het oog op den -Winter er vele liefhebbers zouden zijn voor brandhout. De er varing bij vorige gelegenheden heeft echterr het tegendeel bewezen. In andere plaatsen wordt het werk door ervaren personen verricht, die 67 boomen per dag omhalen. Gezien het groote aan tal ligt zulks ook gewicht in de schaal. Omtrent het omhalen van boomen heeft Z) B.A geen aan gename praktijk. Hierna wordt aan B. en ,W. de gevraagde machtiging zonder hoofdelijke stemming ver leend. Niets meer aan de orde zijnde volgt sluiting. ReelstBaken Zitting van Dinsdag 29 October. UITSPRAKEN. J. J. B. en D. S., Alkmaar, heling, ieder 25 boete of 25 dagen. Joh. v. L., Heemskerk, mishandeling ƒ60 boete of 60 dagen. Dirk M. Heiloo, mishan deling, 25 boete of 25 dagen en 1 schade. Pie- ter B„ Tessel, hooger beroep vonnis jachtwetover treding, vrijgesproken. Hendrika M., Ëgmond aan Zee, hooger beroep drankwet overtreding,, vrijge sproken. Pieter B., Alkmaar, hooger beroep, overtreding motor en rijwielwet, vonnis bevestigd, vordering afgewezen. J. H. van P., Rotterdam, misdrijf art. 249 wetb. van strafrecht, vrijgesproken Ehrlig gesprochen wir haben hier roemei genug. De strafzitting van onze veelhoofdige strafkamer kon Dinsdag in lengte wel wedijveren met den bouw van den vermaarden dom van Keulen, die vele jaren voortduurde. Het schijnt waarachtig wel of ons Ed. Achtb, college er een gewoonte van gaat maken alle boter op één kadetje te smeren. Mijn lieve vrouw heeft tenminste al voorgesteld dat ik op zoo'n reuzerechtzittingsdag de gastvrijheid van het huis van bewaring maar moet inroepen. We eten toch altijd bruine boonen op Dinsdag dus het menu zal me niet verwennen. Nu we het zooeven toch zoo gezellig hadden over den Keulschen dom, is dit een passend aanloopje om onze aandacht te vestigen op den eerste ver dachte, Herr Otto Heinrich P., monteur, voor 23 jaar uitgebroeid in een verloren geraakte Duitsche negocy. Hij is ter onzaliger ure naar den Helder afgezakt thans levend op volledige kosten van den Nederlandschen staat met niet de minste hoop, dat heer Otto hiervan ooit eenige tegemoetkoming zal geven. Deze edele jongeling is een geweldige fantast, met het hoofd vol wereldschokkende plan nen. Onder meer loopt hij met het idee rond, een vliegtuig te bouwen waarmede hij 10.000 meter hoog kan rondzwabberen. Het was echter wel te wenschen dat hij een dergelijke machine had be dacht met een hoogstijgende capaciteit, dat hij nooit meer terug kon komen, dan waren wij hem op een alleszins nette manier kwijt geweest, daar mijnheer, ondanks zijn geniaal uitvindersbrein in Nederland en speciaal in Alkmaar nog niet veel meer heeft gepresteerd dan het achterover druk ken van 3 rijwielen op 19, 21 en 23 Augustus. Tel kens als hij weer zoo'n onachtzaam neergezet kar retje aan den haak had gepikt, peddelde hij het lage land in waar hij den buit ver beneden alle concurrentie in contanten wist om te zetten. Met weemoed keek dan ook heden een der gedupeerde rijwielbezitters, de heer Franse, naar zijn glim mend karretje, door hem gewaardeerd op honderd pop. welk rijwiel hij van den tegenwoordigen be zitter Bais te Helder kan terugkoopen voor 20 gul- den en dan mag ie zijn handen nog dicht knijpen Salus populi, supré ma lex iste: het welzijn des volks is toch maar het hoogste recht, mediteert de heer Franse, die dan nog niet eens wil spreken van zijn rijwielbelastingplaatje, dat Herr Otto zoo vriendelijk is geweest weg te geven. De heer Offi- I cier vorderde tegen dezen illusteren landgenoot van I der alte Wilhelm, Doom's durchlaugtige banneling, I die tdat is te zeggen Herr Otto) louter leefde van j rijwieldiefstal en zelfs zoo brutaal -was, de gestolen i fietsen per advertentie te koop aan te bieden. 1 j jaar gevangenisstraf. Het razende, dood en verderf brengende benzine monster Op Woensdagnamiddag 21 Augustus zou de 20- jarige gebrilde boerenzoon Dirk de G., te Helder, volgens afspraak met een zeer appetijtelijke lan delijke schoonheid, de 17-jarige Neeltje Sander, 'n te Helder opgevoerde revue bijwonen en haar met zijn motor van de ouderlijke woning afhalen. Met een vaartje van 70 of .80 kilometer werd de terug tocht naar den Helder, het meisje op duozitting, weer aanvaardt, doch het stond geschreven door de vingers van het noodlot, dat een vreeselijk onheil het voorgestelde genoegen van de jongelui hope loos zou bederven. Ter hoogte van de Kooy toch bevonden zich eenige spelende kinderen op den weg die juist op kinderlijk onachtzame wijze oversta ken, toen Dirk op zijn woest racende machine voorbijschoot, met het droevig gevolg, dat de 7-ja- rige Trientje Ruitenburg, dochtertje van een café houder werd gegrepen en aantal meters werd me- degesleurd en na in ellendigen toestand bewuste loos te zijn opgenomen op de divan in de ouderlij ke woning overleed nog voor geneeskundige hulp aanwezig was. De agent van politie Huidenga, die al heel spoe dig na het ongeluk, den motorrijder had aangehou den, nam de motor en het kinderlijkje in beslag en bracht het stoffelijk en deerlijk vernield over schot van wat nog eenige oogenblikken van te voren een bloeiend vroolijk kind was ge weest over naar het marine hospitaal te Helder alwaar het op last van de Justitie door haar des kundige dr. Hulst uit Leiden werd geschouwd, waar op de sectie werd verricht teneinde de doodsoorzaak als gevolg van door van buiten af aangedaan ge weld vast te stellen. De oorzaak van al dit onheil, Dirk de G. stond Dinsdag voor de meervoudige strafkamer terecht terzake voormelde doodelijke aanrijding door zijn onvoorzichtig en roekeloos rijden te hebben te weeg gebracht. Begrijpende dat hij een zwaren strijd met het recht zou hebben te voeren had hij zich voorzien van een degelijken rechtskundigen bij stand, hem verleend door den bekenden pleiter in strafzaken, mr. Buiskool van Schagen en openhar tig gezegd, hij had slechter keus kunnen maken. Onder de vele gehoorde getuigen bevond zich ook de heer R. Ruitenburg, de vader van het zoo wreed uit het leven gerukte kind, die tegen den jongen man op het verdachtenbankje een civiele actie in diende van ƒ182 welk bedrag als wettelijk te hoog moest worden teruggebracht op 150. Dit geld was het bedrag der kosten na het overlijden van de kleine Trien. Verdachte zelf ontkende zijn schuldaandeel als gevolg van zijn woest en roekeloos rijden. Het kind dat aarzelend en onzeker den weg overstak was vermoedelijk tegen zijn motor aangeloopen en toen was het ongeluk niet meer te voorkomen In zijn nadeel sprak echter, dat hij direct na de aanrijding in snelle vaart is doorgereden, zon der naar het in het stof van den weg neergesmakte kinderlichaam om te zien, terwijl hij bij de politie bekend staat als een bekwaam doch zeer woest rij der. Het jonge mensch gaf op deze beschuldiging ten antwoord, dat hij tengevolge van den hevigen schrik in zijn ontdaanheid niet durfde toeven. Wat zijn wilde rijden betreft merkte mr. Buis kool op, dat verdachte ter zake overtreding motor en rijwielwet nog nimmer was bekeurd. Een maxi mumsnelheid is ter plaatse niet voorgeschreven, daar het gemeentebestuur van den Helder zulks niet noodzakelijk voorkwam. Na het uiteraard urenlange getuigenverhoor ver kreeg de officier het woord die grove schuld aanwe zig achtend veroordeeling vorderde tot ƒ200 boete of 60 dagen hechtenis, benevens ontzegging rijbe voegdheid voor den tijd van 1 jaar. Mr. Buiskool trachtte in een zooals gewoonlijk gelukkig samengesteld pleidooi met boeiende wel sprekendheid voorgedragen, aan te toonen, dat aan zijn cliënt grove schuld niet mocht worden ten laste gelegd in elk geval niet wettig en overtui gend is bewezen en hij dus naar het oordeel van pleiter zal moeten worden vrjjgesproken. Mocht de rechtbank onverhoopt niet tot deze vrij spraak kunnen besluiten, dan wilde pleiter verzoe ken het opleggen eener meer gematigde geldboete en in geen geval gevangenisstraf. Voorts verzocht pleiter niet toe te passen den bijkomenden maat regel van veiligheid, intrekking van het rijbewijs daar zulks voor zijn cliënt ook nog een zware straf zou zijn. Zoowel door den officier als door den verdediger namens verdachte, werd een woord van oprechte deernis gewijd aan de zwaar beproefde ouders van het op zulk noodlottige wijze om het leven gekomen kind. In het hol van den leeuw beland. Terwijl op 25 Augustus de goede 40-plus stad Alkmaar vervuld was van kermisjolijt, besloot de 24-jarige 18-karaats gesjochten bakkersknecht P. R. C., zijn slag te slaan en een poging te wagen, voorgoed uit de pinarie te komen. De jammerlijk mislukte deegkneeder trof het echter al bijzonder slecht. Hij kwam terecht in het perceel bewoond door den inspecteur der directe belastingen en welke snuggere kraakjesmaker zal nu toch in gods naam zoo'n onbetrouwbaar adres opzoeken. Primo is er bij rijksambtenaren niets te halen en secundo loopt de politie zich het vuur uit de sloffen, omdat zij met zorg vervuld is voor ver hooging van haar rijksinkomstenbelasting. De pechvogelige Piet zat dus in minder dan geen tijd in de vurige, klauwen van inspecteur Zoll en commissaris Walraven en werd hij met kwaad aardige burgerlijkheid gefouilleerd waarbij niets anders te voorschijn kwam dan een armelijke col lectie sieraden, prularmbandjes, een vingerhoedje, een naaldenkokertje, enfin,, zoo'n zoodje waar oome Jan met elkaar geen 10 piek op zou voorschieten. Als de inbraak er ook niet bij was gekomen en Piet vroeger beter had opgepast en niet 4 maan den in den sukkelamolen had gekeverd wegens diefstal in vereeniging, zou hij misschien nog tot eerzaam reclassant zijn gepromoveerd, doch nu vor derde de officier met een smeekende bilk op den belasting inspecteur, een onuitgesproken bede: Ge denk mijner als ge in uw bureau zijt teruggekeerd, 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf. Een kwantum likstraf waarvan de verdediger mr. D. Sluys compleet van omviel, wat hij op pittige wijze, want dat is meester Dirk wel toevertrouwd, niet verzuimde den officier kenbaar te maken. De beroemde Simon, zoon van Bar Jona op het oorlogspad. Een onzer meest interessante bekenden van het zondaarsbankje is wel de 39-jarige gedegradeerde landbouwer Simon V., eigenlijk wonend te Zijpe, doch laatstelijk te Beemster vertoevend. Thans is hij weer in pension in zijn pension „de houten lepel"*,waar hij eigenlijk nog maar het beste op zijn plaats is. Want als Simon zich op vrij voeten bevindt, laat zijn droge lever hem niet met rust en verzint hij allerlei trucs om aan lood en gratis slokjes te ko men. Zoo wist hij lis.tiglijk en bedriegelijk op 27 Juli te Alkmaar den ondernemer van café „Populair" die toch ook niet aan seniele aftakeling laboreert er voor 5 pop en drie glaasjes pils tusschen te ne men na de handig gedebiteerde smoesjes dat hij een geducht schapenhouder was uit Koegras of daaromtrent en nu zijn portemonnaie met 40 had verloren. Mijnheer Stap, denkend aan het welbe kende straatliedje „Heb medelij Jet" liet zich ver murwen en schoof 5 piek af, doch liet Simon een kwitantie teekenen. Deze had geen bezwaar en pa- rapheerde met den naam Vriesman, een gedeel telijk gefantaseerd pseudoniem, want Simon luis tert feitelijk naar den naam „Vries" Toen papa Stap echter bemerkte dat de 5 pegels niet terug keerden, begon hij Simon via de politie achter de broek te zitten en deze, die het liefst de kat in donker knijpt, raakte toen zoo in angst dat hij zijn geldschiter direct tevreden stelde door hem het geleende geld en het bedrag der gepofte bier tjes ter hand te stellen. Was het hier nu maar bij gebleven misschien had men door deze machinatie nog wel de pen gehaald, doch op 19 Augustus ging Simon alweer incognito, ditmaal reizende onder den naam van der Wel uit Schoorl, op avontuur uit en kreeg de heer Bui- sink, bedrijfsleider der firma Bervoets te graeen, door hem onder het voorwendsel van een in nood verkeerende klant die zijn portemonnaie had ver geten te zijn, een bedrag van 10 wist afhandig te maken. Maar het was nu toch weer mooi genoeg en werd Simon ingedeeld in de orde der getraliede zusters, Heden terecht staande, memoreerde de officier het justitioneele en alcoholisch verleden van Simon en vorderde tegen den thans weer hoogst natuurlijk den rol van berouw hebbend zondaar spelende ver dachte met elkander 1 jaar en 6 maanden gevange nisstraf. Wat zal hij blij zijn met dit cadeautje. De principieele anti-militairistische militieplich- tigestop, even mijn adem en mijn broek ophalenJohannes S. vertikt het nu maar doodgewoon om voor den keuringsraad te verschij nen. Hij heeft in het dragen van 's-Konings mooi aperokje niet de minste animo en zijn gezondheid baart hem geen zorg, zoodat hij zoo vrij is van de keuring met of zonder raad geen gebruik te maken. Nu hij echter geen gevolg wilde geven aan de vriendelijke invitatie, zond de officier hem een dagvaarding om voor de rechtbank te verschijnen waaraan Jan als consequent dienstweigeraar, even min reageerde. De officier legde zich nu neer bij het onvermijdelijke en hoewel blijkbaar geen be wonderaar van het desbetreffend wetsartikel dat tamelijk prullerig schijnt te zijn geredigeerd, zet te hij alle zorg op zij en requireerde 25 boete of 25 dagen tegen Jan anti witteboon, die overeenkom stig zijn beginsel ook wel weer zal weigeren af te tikken. De oude heer wordt, het is interessant, op zijn oude dag nog reclassant. De 69-jarige Louis H., uit Schagen, die als zich verslabberiseerd hebbende aan het beruchte arti kel 247 reeds geruimen tijd in voorarrest vertoefd, maakte nu een goede kans op voorwaardelijke ver oordeeling als hij de kinderen maar met rust laat A.s. week zullen we vernemen hoe de heeren over dit voorstel gedacht hebben. De onsmakelijke zet door een immireele inspiratie. De 27-jarige toenmalige bierbottelaar, zich nu noemend stuurman Klaas K. te Egmond aan Zee, kreeg het op 1 Juli in zijn misschien eenigermate door drank verhit brein, om een lief 10-jarig meis je Guurtje Groen van de straat in zijn bottelarij te lokken en het goedvertrouwende kind zooveel Voor burg en Vladderack met hoog alcoholisch percenta ge te voeren, dat het kind gansch onpasselijk en zelfs buiten bewustzijn raakte. Toen de man de funeste gevolgen ontwaarde van zijn onwaardige handeling begon hij toch wel wat in zijn rikke tik te zitten en riep hij een buurman, den lunch roomhouder Clausing te hulp. Het kind was zoo ver heen, dat het door behandeling van dr. Schip per moest worden bijgebracht. De politie was echter gewaarschuwd en het muisje had voor den bierbot telaar een leelijk staartje want toen na ingesteld onderzoek door de veldwachters Minee en ten Brug gencate verborgen in een kist onder etiketten en flesschen limonade stroop het directoirtje van het kind tevoorschijn kwam kreeg het gebeurde een nog veel meer bedenkelijk aanzien en werd mijn heer Klaas als verdacht van het plegen van niet te noemen handelingen op last van burgemeester Weijma aangehouden en ingesloten. Het nader door dr. Schipper gehouden medisch onderzoek bracht echter geen nadere aanwijzingen hoewel het zeer zeker niet kon worden aangemerkt te zijn in het voordeel van verdachte, dat hij de deuren van de bottelarij, toen het kind daar ver toefde had afgesloten en hij het meisje, dat den drank niet lekker vond aanzette tot drinken met de woorden: „als je het niet drinkt ben je mijn kind niet meer." Aan de verdenking van gepleegd zedenmisdrijf werd echter geen verder gevolg gegeven doch toen hij Dinsdag terzake misdrijf art. 252 Wetb. van Strafr. ten 2e het dronken maken van een kind beneden den leeftijd van 16 jaar, waarbij is be dreigd een maximum van 9 maanden gevangenis straf of 300 gulden boete had de roekelooze Klaas het al hard genoeg te verantwoorden. De officier, die verdachte al eens had gespaard voor een drei gende vervolging wegens laarzendiefstal was lang niet melig en vorderde ondanks zijn ontkentenis booze bedoelingen te hebben gehad 4 maanden rats happen. Hierna sluiting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1929 | | pagina 4