De ontvangsten.
Bij de poet f 25 voor overpad (de Nederlanden)
acht de heer Ziut zulks niet juist, daar de bewo
ners van de andere eilanden niets betalen. Door
dien dat gedeelte zich zeer uitbreidt, is het toch
meer te beschouwen als openbare weg.
D|e Voorz. merkt op, dat door de belanghebben
den geen bezwaren tegen dezen post zijn inge
bracht.
Weth. Ootjers zegt dat er geen enkel eiland
in de gemeente is, waar het overpad eigendom
van de gemeente is, zooals hier het geval is. Nu
daar een geheel complex wordt gebouwd, is spre
ker er voor het "bedrag niet meer te heffen.
Ook de Voorz. zegt in het geheel geen bezwa
ren hiertegen te hebben. Zi.Ei.A. merkt op, dat
in Zuidscharwoude dëzelfde situatie "bestaat. Het
pad is er uitsluitend ten dienste der bewoners
en het pad wordt door de gemeente onderhouden,
zonder heffing voor het recht van overpad. Fei
telijk zou dan ook voor alle bruggen die op ge
meentegrond rusten, betaald moeten worden.
Weth. Barten acht de heffing ook niet billijk.
Besloten wordt-dezen post te schrappen.
Hiermede is de behandeling der begrooting ge
ëindigd en wordt met algemeene stemmen tot
vaststelling overgegaan. Behoudens eene kleine
wijziging door de genomen besluiten tijdens de
behandeling, sluit de begrooting betreffende den
gewonen dienst in ontvangsten en uitgaven op
een bedrag ad f 102308.85 en betreffende den Ka-
pitaaldienst op f 305.87.
De Voorz. dankt de commissie, die belast was
met het onderzoek, voor hare werkzaamheden,
inzonder den rapporteur, den heer Kpoij.
Bond vraag.
De heer de Geus vraagt of door B. en W. al
reeds eene kleine raming is gemaakt van de kos
ten voor meubileering van het nieuwe raadhuis.
De Voorz. antwoordt, dat dit overzicht nog
niet is opgemaakt.
De heer de Geus zou er prijs op stellen, indien
de raadsleden een klein idee kregen van de ra
ming.
De Voorz. zegt, dat het de bedoeling is ge
weest, dat de inrichting aan het college van B.
en W. werd overgelaten, vooral daar dit college
met de vele benoodigdheden beter op de hoogte
is. De inrichting is echter begrepen in de stich
tingssom van f 30.000. Zi.E|.A. geeft den heer de
Geus in overweging zulks aan B. en W. over te
laten, zooals gebruikelijk is.
De heer de Geus zegt zulks in geen geval uit
een oogpunt van wantrouwen gevraagd te heb
ben. Als het wantrouwen was, dan ware het
beter hier weg te blijven. Spreker beschouwt
het echter als een kleine erkentelijkheid tegen
over den Baad, die toch ook hier zat om het
geld te geven voor de stichting. „Is mijn vraag
dan zoo onbescheiden?" aldus spreker.
De Voorz. zegt, dat de heer de Geus het woord
wantrouwen uitspreekt, Om niet in herhalingen
te treden, zou Zi.Ei.A. den vorigen spr. met zijn
eigen vragen kunnen beantwoorden. Het is niet
doenlijk om de kosten ook slechts bij benadering
op te geven. Het is mogelijk dat het bedrag iets
wordt overschreden, het kan ooi mogelijk zij a
dat het lager is. 'Er is niets van te zeggen. Al
vorens een overzicht kan worden opgemaakt, moe
ten toch eerst alle uitgaven bekend zijn. Wat be
treft het besluit der stichting, hiervoor zijn allen
elkaar erkentelijk. B. en W. doen nu niets an
ders, dan het besluit van den Raad uitvoeren en
kan na de voltooiing een ieder zijne goed- of
afkeuring uitspreken.
De heer de Geus zegt het zijne er van gezegd
te'hebben. Hoe de andere heeren er over denken
weet hij niet.
De heer Köoij zegt niets vernomen te hebben
inzake de geldleening voor het nieuwe raadhuis.
Spr. zou het toejuichen, waar het saldo op de
Boerenleenbank f 28000 bedraagt, indien de kos
ten uit eigen middelen werden bestreden. Indien
een leening wordt gesloten, zal dit tegen minstens
5 pCt. zijn, terwijl thans pCt. rente van de
Boerenleenbank wordt ontvangen voor het saldo.
Spr. vraagt of de leening niet opzij kan worden
geschoven.
De Voorz. zegt, dat het saldo niet geheel over
schot is en vele uitgaven hiervan betaald moeten
worden. Niettegenstaande zijn er reeds termijnen
betaald, waarvoor geen rente behoefde betaald
te worden, dank zij het saldo. Ook was het niet
noodig een kasgeldleening te sluiten. De defini
tieve leening kan eerst worden gesloten zoodra
alle uitgaven bekend zijn.
De heer Kooij zegt, dat het zijne bedoeling is
de leening aan de gemeente zelf te houden door
overschrijving op den Kapitaaldienst.
De Voorz. zegt dat zulks niet mogelijk is. Vol
gens den vorigen spr. zou het hetzelfde zijn;
eene leening, die loopende is, geheel af te lossen.
Weth. Ootjers merkt op, dat zoolang het mo
gelijk is, zullen de betalingen voorloopig uit
eigen middelen gedaan worden.
De heer Köoij wil zulks zoolang mogelijk uit
smeren.
Weth. Barten zegt, dat van het saldo vele be
talingen moeten worden gedaan, vooral aan het
einde van het jaar en is het zelfs mogelijk, dat
over eenige maanden zeer weinig over is. Spr.
is een voorstander de leening op langen termijn
af te sluiten en liever eene belastingverlaging
in te voeren.
De Voorz. zegt, dat in deze begrooting het
overschot van f16000 reeds verwerkt is. Wordt
dus dit bedrag er afgetrokken, zou er een tekort
van f 16000 ontstaan.
Voorts zegt de heer Kooij aangaande de kwes
tie van de bouwvereeniging, vernomen 'te hebben,
dat er weer stagnatie is gekomen. Spr. betreurt
het dat deze zaak niet afgewikkeld wordt, vooral
nu er overeenstemming is bereikt tusschen de
beide partijen.
De Voorz. antwoordt, dat men als particulier
alles kan doen, echter officieel is men gebonden.
Zoo ook in dit geval, waarin men gehouden is
aan hetgeen door den Inspecteur van Volksge
zondheid wordt bepaald. Zulks wordt door de
wet beheerscht.
De heer Kwadijk verzoekt B. en W. het daar
heen te leiden dat het meubilair voor het nieuwe
raadhuis door de gemeentenaren wordt geleverd.
Do Voorz. zegt, dat door B. en W. in dezen
geest al reeds is gehandeld, mede naar aanleiding
van een adres van winkeliers.
De heer Kwadijk vraagt inlichtingen omtrent
liet onderzoek van de commissie aangaande de
kwestie gasfabriek.
De Voorz. antwoordt dat er nog geen rapport
is ontvangen en dat Zi.Ei.A. verder niets be
kend is.
Tot slot zegt de Voorz. geen vroolijke mededee-
ling te moeten doen. Het is al reeds eenige jaren
bekend dat er iepziekte heerscht, een ziekte wel
ke voor de boomen besmettelijk is. Verschillen
de geleerden trachten de oorzaak op te sporen
en tevens middelen te beramen om de boomen, die
deze ziiekte hebben, te genezen. Dpor den Plan-
tenziektenkundigen Dienst is aan den correspon
dent verzocht aan te dringen bij de 'bezitters van
iepeboomen, deze te doen rooien. De heer Malle-
kote heeft intusschen een onderzoek ingesteld eja
heeft geconstateerd dat er eenige iepen op het
schoolplein ziek zijn, maar ook verder in de ge
meente heerscht deze ziekte en is gebleken dat
79 boomen deze ziekte hebben. Deze zullen hier
aan doodgaan en zijn er dan ook al verschillende
dood.
B. en W. vragen thans den Baad machtiging
om die maatregelen te nemen, welke nuttig en
noodig zijn. Vele boomen zullen moeten worden
opgeruimd en zal getracht worden deze te ver-
koopen en zullen anderen er voor in de plaats
komen.
Weth. Ootjers zegt van bevoegde zijde te heb
ben vernomen, dat het nog niet zeker is of het
wel iepziekte is. De meening der geleerden loe
pen hieromtrent uiteen. Spr. zou met het rooien
willen wachten, totdat de boomen dood zijn.
De heer Schrijver zou het werk willen bestem
men voor de werkeloozen gedurende de winter
maanden.
De Voorz. zegt, dat de heer Schrijver dus be
taalde krachten bedoelt. Spr. had gehoopt dat
het weghalen voor niets zou gebeuren en dat
men vooral met het oog op den -Winter er vele
liefhebbers zouden zijn voor brandhout. De er
varing bij vorige gelegenheden heeft echterr het
tegendeel bewezen. In andere plaatsen wordt het
werk door ervaren personen verricht, die 67
boomen per dag omhalen. Gezien het groote aan
tal ligt zulks ook gewicht in de schaal. Omtrent
het omhalen van boomen heeft Z) B.A geen aan
gename praktijk.
Hierna wordt aan B. en ,W. de gevraagde
machtiging zonder hoofdelijke stemming ver
leend.
Niets meer aan de orde zijnde volgt sluiting.
ReelstBaken
Zitting van Dinsdag 29 October.
UITSPRAKEN.
J. J. B. en D. S., Alkmaar, heling, ieder 25 boete
of 25 dagen. Joh. v. L., Heemskerk, mishandeling
ƒ60 boete of 60 dagen. Dirk M. Heiloo, mishan
deling, 25 boete of 25 dagen en 1 schade. Pie-
ter B„ Tessel, hooger beroep vonnis jachtwetover
treding, vrijgesproken. Hendrika M., Ëgmond aan
Zee, hooger beroep drankwet overtreding,, vrijge
sproken. Pieter B., Alkmaar, hooger beroep,
overtreding motor en rijwielwet, vonnis bevestigd,
vordering afgewezen. J. H. van P., Rotterdam,
misdrijf art. 249 wetb. van strafrecht, vrijgesproken
Ehrlig gesprochen wir haben hier roemei genug.
De strafzitting van onze veelhoofdige strafkamer
kon Dinsdag in lengte wel wedijveren met den
bouw van den vermaarden dom van Keulen, die
vele jaren voortduurde. Het schijnt waarachtig wel
of ons Ed. Achtb, college er een gewoonte van gaat
maken alle boter op één kadetje te smeren. Mijn
lieve vrouw heeft tenminste al voorgesteld dat ik
op zoo'n reuzerechtzittingsdag de gastvrijheid van
het huis van bewaring maar moet inroepen. We
eten toch altijd bruine boonen op Dinsdag dus het
menu zal me niet verwennen.
Nu we het zooeven toch zoo gezellig hadden over
den Keulschen dom, is dit een passend aanloopje
om onze aandacht te vestigen op den eerste ver
dachte, Herr Otto Heinrich P., monteur, voor 23
jaar uitgebroeid in een verloren geraakte Duitsche
negocy. Hij is ter onzaliger ure naar den Helder
afgezakt thans levend op volledige kosten van den
Nederlandschen staat met niet de minste hoop,
dat heer Otto hiervan ooit eenige tegemoetkoming
zal geven. Deze edele jongeling is een geweldige
fantast, met het hoofd vol wereldschokkende plan
nen. Onder meer loopt hij met het idee rond, een
vliegtuig te bouwen waarmede hij 10.000 meter
hoog kan rondzwabberen. Het was echter wel te
wenschen dat hij een dergelijke machine had be
dacht met een hoogstijgende capaciteit, dat hij
nooit meer terug kon komen, dan waren wij hem
op een alleszins nette manier kwijt geweest, daar
mijnheer, ondanks zijn geniaal uitvindersbrein in
Nederland en speciaal in Alkmaar nog niet veel
meer heeft gepresteerd dan het achterover druk
ken van 3 rijwielen op 19, 21 en 23 Augustus. Tel
kens als hij weer zoo'n onachtzaam neergezet kar
retje aan den haak had gepikt, peddelde hij het
lage land in waar hij den buit ver beneden alle
concurrentie in contanten wist om te zetten. Met
weemoed keek dan ook heden een der gedupeerde
rijwielbezitters, de heer Franse, naar zijn glim
mend karretje, door hem gewaardeerd op honderd
pop. welk rijwiel hij van den tegenwoordigen be
zitter Bais te Helder kan terugkoopen voor 20 gul-
den en dan mag ie zijn handen nog dicht knijpen
Salus populi, supré ma lex iste: het welzijn des
volks is toch maar het hoogste recht, mediteert de
heer Franse, die dan nog niet eens wil spreken
van zijn rijwielbelastingplaatje, dat Herr Otto zoo
vriendelijk is geweest weg te geven. De heer Offi-
I cier vorderde tegen dezen illusteren landgenoot van
I der alte Wilhelm, Doom's durchlaugtige banneling,
I die tdat is te zeggen Herr Otto) louter leefde van
j rijwieldiefstal en zelfs zoo brutaal -was, de gestolen
i fietsen per advertentie te koop aan te bieden. 1
j jaar gevangenisstraf.
Het razende, dood en verderf brengende benzine
monster
Op Woensdagnamiddag 21 Augustus zou de 20-
jarige gebrilde boerenzoon Dirk de G., te Helder,
volgens afspraak met een zeer appetijtelijke lan
delijke schoonheid, de 17-jarige Neeltje Sander, 'n
te Helder opgevoerde revue bijwonen en haar met
zijn motor van de ouderlijke woning afhalen. Met
een vaartje van 70 of .80 kilometer werd de terug
tocht naar den Helder, het meisje op duozitting,
weer aanvaardt, doch het stond geschreven door de
vingers van het noodlot, dat een vreeselijk onheil
het voorgestelde genoegen van de jongelui hope
loos zou bederven. Ter hoogte van de Kooy toch
bevonden zich eenige spelende kinderen op den weg
die juist op kinderlijk onachtzame wijze oversta
ken, toen Dirk op zijn woest racende machine
voorbijschoot, met het droevig gevolg, dat de 7-ja-
rige Trientje Ruitenburg, dochtertje van een café
houder werd gegrepen en aantal meters werd me-
degesleurd en na in ellendigen toestand bewuste
loos te zijn opgenomen op de divan in de ouderlij
ke woning overleed nog voor geneeskundige hulp
aanwezig was.
De agent van politie Huidenga, die al heel spoe
dig na het ongeluk, den motorrijder had aangehou
den, nam de motor en het kinderlijkje in beslag
en bracht het stoffelijk en deerlijk vernield over
schot van wat nog eenige oogenblikken van te
voren een bloeiend vroolijk kind was ge
weest over naar het marine hospitaal te Helder
alwaar het op last van de Justitie door haar des
kundige dr. Hulst uit Leiden werd geschouwd, waar
op de sectie werd verricht teneinde de doodsoorzaak
als gevolg van door van buiten af aangedaan ge
weld vast te stellen.
De oorzaak van al dit onheil, Dirk de G. stond
Dinsdag voor de meervoudige strafkamer terecht
terzake voormelde doodelijke aanrijding door zijn
onvoorzichtig en roekeloos rijden te hebben te weeg
gebracht. Begrijpende dat hij een zwaren strijd
met het recht zou hebben te voeren had hij zich
voorzien van een degelijken rechtskundigen bij
stand, hem verleend door den bekenden pleiter in
strafzaken, mr. Buiskool van Schagen en openhar
tig gezegd, hij had slechter keus kunnen maken.
Onder de vele gehoorde getuigen bevond zich ook
de heer R. Ruitenburg, de vader van het zoo wreed
uit het leven gerukte kind, die tegen den jongen
man op het verdachtenbankje een civiele actie in
diende van ƒ182 welk bedrag als wettelijk te hoog
moest worden teruggebracht op 150. Dit geld was
het bedrag der kosten na het overlijden van de
kleine Trien.
Verdachte zelf ontkende zijn schuldaandeel als
gevolg van zijn woest en roekeloos rijden. Het kind
dat aarzelend en onzeker den weg overstak was
vermoedelijk tegen zijn motor aangeloopen en toen
was het ongeluk niet meer te voorkomen
In zijn nadeel sprak echter, dat hij direct na
de aanrijding in snelle vaart is doorgereden, zon
der naar het in het stof van den weg neergesmakte
kinderlichaam om te zien, terwijl hij bij de politie
bekend staat als een bekwaam doch zeer woest rij
der.
Het jonge mensch gaf op deze beschuldiging ten
antwoord, dat hij tengevolge van den hevigen
schrik in zijn ontdaanheid niet durfde toeven.
Wat zijn wilde rijden betreft merkte mr. Buis
kool op, dat verdachte ter zake overtreding motor
en rijwielwet nog nimmer was bekeurd. Een maxi
mumsnelheid is ter plaatse niet voorgeschreven,
daar het gemeentebestuur van den Helder zulks
niet noodzakelijk voorkwam.
Na het uiteraard urenlange getuigenverhoor ver
kreeg de officier het woord die grove schuld aanwe
zig achtend veroordeeling vorderde tot ƒ200 boete
of 60 dagen hechtenis, benevens ontzegging rijbe
voegdheid voor den tijd van 1 jaar.
Mr. Buiskool trachtte in een zooals gewoonlijk
gelukkig samengesteld pleidooi met boeiende wel
sprekendheid voorgedragen, aan te toonen, dat
aan zijn cliënt grove schuld niet mocht worden ten
laste gelegd in elk geval niet wettig en overtui
gend is bewezen en hij dus naar het oordeel van
pleiter zal moeten worden vrjjgesproken.
Mocht de rechtbank onverhoopt niet tot deze vrij
spraak kunnen besluiten, dan wilde pleiter verzoe
ken het opleggen eener meer gematigde geldboete
en in geen geval gevangenisstraf. Voorts verzocht
pleiter niet toe te passen den bijkomenden maat
regel van veiligheid, intrekking van het rijbewijs
daar zulks voor zijn cliënt ook nog een zware straf
zou zijn.
Zoowel door den officier als door den verdediger
namens verdachte, werd een woord van oprechte
deernis gewijd aan de zwaar beproefde ouders van
het op zulk noodlottige wijze om het leven gekomen
kind.
In het hol van den leeuw beland.
Terwijl op 25 Augustus de goede 40-plus stad
Alkmaar vervuld was van kermisjolijt, besloot de
24-jarige 18-karaats gesjochten bakkersknecht P.
R. C., zijn slag te slaan en een poging te wagen,
voorgoed uit de pinarie te komen. De jammerlijk
mislukte deegkneeder trof het echter al bijzonder
slecht. Hij kwam terecht in het perceel bewoond
door den inspecteur der directe belastingen en
welke snuggere kraakjesmaker zal nu toch in gods
naam zoo'n onbetrouwbaar adres opzoeken.
Primo is er bij rijksambtenaren niets te halen
en secundo loopt de politie zich het vuur uit de
sloffen, omdat zij met zorg vervuld is voor ver
hooging van haar rijksinkomstenbelasting.
De pechvogelige Piet zat dus in minder dan geen
tijd in de vurige, klauwen van inspecteur Zoll en
commissaris Walraven en werd hij met kwaad
aardige burgerlijkheid gefouilleerd waarbij niets
anders te voorschijn kwam dan een armelijke col
lectie sieraden, prularmbandjes, een vingerhoedje,
een naaldenkokertje, enfin,, zoo'n zoodje waar oome
Jan met elkaar geen 10 piek op zou voorschieten.
Als de inbraak er ook niet bij was gekomen en
Piet vroeger beter had opgepast en niet 4 maan
den in den sukkelamolen had gekeverd wegens
diefstal in vereeniging, zou hij misschien nog tot
eerzaam reclassant zijn gepromoveerd, doch nu vor
derde de officier met een smeekende bilk op den
belasting inspecteur, een onuitgesproken bede: Ge
denk mijner als ge in uw bureau zijt teruggekeerd,
1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf.
Een kwantum likstraf waarvan de verdediger mr.
D. Sluys compleet van omviel, wat hij op pittige
wijze, want dat is meester Dirk wel toevertrouwd,
niet verzuimde den officier kenbaar te maken.
De beroemde Simon, zoon van Bar Jona op het
oorlogspad.
Een onzer meest interessante bekenden van het
zondaarsbankje is wel de 39-jarige gedegradeerde
landbouwer Simon V., eigenlijk wonend te Zijpe,
doch laatstelijk te Beemster vertoevend. Thans is
hij weer in pension in zijn pension „de houten
lepel"*,waar hij eigenlijk nog maar het beste op
zijn plaats is.
Want als Simon zich op vrij voeten bevindt, laat
zijn droge lever hem niet met rust en verzint hij
allerlei trucs om aan lood en gratis slokjes te ko
men.
Zoo wist hij lis.tiglijk en bedriegelijk op 27 Juli
te Alkmaar den ondernemer van café „Populair"
die toch ook niet aan seniele aftakeling laboreert
er voor 5 pop en drie glaasjes pils tusschen te ne
men na de handig gedebiteerde smoesjes dat hij
een geducht schapenhouder was uit Koegras of
daaromtrent en nu zijn portemonnaie met 40 had
verloren. Mijnheer Stap, denkend aan het welbe
kende straatliedje „Heb medelij Jet" liet zich ver
murwen en schoof 5 piek af, doch liet Simon een
kwitantie teekenen. Deze had geen bezwaar en pa-
rapheerde met den naam Vriesman, een gedeel
telijk gefantaseerd pseudoniem, want Simon luis
tert feitelijk naar den naam „Vries" Toen papa
Stap echter bemerkte dat de 5 pegels niet terug
keerden, begon hij Simon via de politie achter de
broek te zitten en deze, die het liefst de kat in
donker knijpt, raakte toen zoo in angst dat hij
zijn geldschiter direct tevreden stelde door hem
het geleende geld en het bedrag der gepofte bier
tjes ter hand te stellen.
Was het hier nu maar bij gebleven misschien had
men door deze machinatie nog wel de pen gehaald,
doch op 19 Augustus ging Simon alweer incognito,
ditmaal reizende onder den naam van der Wel uit
Schoorl, op avontuur uit en kreeg de heer Bui-
sink, bedrijfsleider der firma Bervoets te graeen,
door hem onder het voorwendsel van een in nood
verkeerende klant die zijn portemonnaie had ver
geten te zijn, een bedrag van 10 wist afhandig
te maken.
Maar het was nu toch weer mooi genoeg en werd
Simon ingedeeld in de orde der getraliede zusters,
Heden terecht staande, memoreerde de officier het
justitioneele en alcoholisch verleden van Simon en
vorderde tegen den thans weer hoogst natuurlijk
den rol van berouw hebbend zondaar spelende ver
dachte met elkander 1 jaar en 6 maanden gevange
nisstraf.
Wat zal hij blij zijn met dit cadeautje.
De principieele anti-militairistische militieplich-
tigestop, even mijn adem en mijn broek
ophalenJohannes S. vertikt het nu maar
doodgewoon om voor den keuringsraad te verschij
nen. Hij heeft in het dragen van 's-Konings mooi
aperokje niet de minste animo en zijn gezondheid
baart hem geen zorg, zoodat hij zoo vrij is van
de keuring met of zonder raad geen gebruik te
maken. Nu hij echter geen gevolg wilde geven aan
de vriendelijke invitatie, zond de officier hem een
dagvaarding om voor de rechtbank te verschijnen
waaraan Jan als consequent dienstweigeraar, even
min reageerde. De officier legde zich nu neer bij
het onvermijdelijke en hoewel blijkbaar geen be
wonderaar van het desbetreffend wetsartikel dat
tamelijk prullerig schijnt te zijn geredigeerd, zet
te hij alle zorg op zij en requireerde 25 boete of
25 dagen tegen Jan anti witteboon, die overeenkom
stig zijn beginsel ook wel weer zal weigeren af te
tikken.
De oude heer wordt, het is interessant, op zijn oude
dag nog reclassant.
De 69-jarige Louis H., uit Schagen, die als zich
verslabberiseerd hebbende aan het beruchte arti
kel 247 reeds geruimen tijd in voorarrest vertoefd,
maakte nu een goede kans op voorwaardelijke ver
oordeeling als hij de kinderen maar met rust laat
A.s. week zullen we vernemen hoe de heeren over
dit voorstel gedacht hebben.
De onsmakelijke zet door een immireele inspiratie.
De 27-jarige toenmalige bierbottelaar, zich nu
noemend stuurman Klaas K. te Egmond aan Zee,
kreeg het op 1 Juli in zijn misschien eenigermate
door drank verhit brein, om een lief 10-jarig meis
je Guurtje Groen van de straat in zijn bottelarij te
lokken en het goedvertrouwende kind zooveel Voor
burg en Vladderack met hoog alcoholisch percenta
ge te voeren, dat het kind gansch onpasselijk en
zelfs buiten bewustzijn raakte. Toen de man de
funeste gevolgen ontwaarde van zijn onwaardige
handeling begon hij toch wel wat in zijn rikke
tik te zitten en riep hij een buurman, den lunch
roomhouder Clausing te hulp. Het kind was zoo
ver heen, dat het door behandeling van dr. Schip
per moest worden bijgebracht. De politie was echter
gewaarschuwd en het muisje had voor den bierbot
telaar een leelijk staartje want toen na ingesteld
onderzoek door de veldwachters Minee en ten Brug
gencate verborgen in een kist onder etiketten en
flesschen limonade stroop het directoirtje van het
kind tevoorschijn kwam kreeg het gebeurde een
nog veel meer bedenkelijk aanzien en werd mijn
heer Klaas als verdacht van het plegen van niet
te noemen handelingen op last van burgemeester
Weijma aangehouden en ingesloten.
Het nader door dr. Schipper gehouden medisch
onderzoek bracht echter geen nadere aanwijzingen
hoewel het zeer zeker niet kon worden aangemerkt
te zijn in het voordeel van verdachte, dat hij de
deuren van de bottelarij, toen het kind daar ver
toefde had afgesloten en hij het meisje, dat den
drank niet lekker vond aanzette tot drinken met
de woorden: „als je het niet drinkt ben je mijn
kind niet meer."
Aan de verdenking van gepleegd zedenmisdrijf
werd echter geen verder gevolg gegeven doch toen
hij Dinsdag terzake misdrijf art. 252 Wetb. van
Strafr. ten 2e het dronken maken van een kind
beneden den leeftijd van 16 jaar, waarbij is be
dreigd een maximum van 9 maanden gevangenis
straf of 300 gulden boete had de roekelooze Klaas
het al hard genoeg te verantwoorden. De officier,
die verdachte al eens had gespaard voor een drei
gende vervolging wegens laarzendiefstal was lang
niet melig en vorderde ondanks zijn ontkentenis
booze bedoelingen te hebben gehad 4 maanden rats
happen.
Hierna sluiting.