Seen crisis - maar
Huisarbeid
Plaatselijk Nieuws
Winkeliers-, Nering- en Vak-
Yereeniging.
Dinsdagavond vergaderde de Langedijker Winke
liers- Nering en Vakvereeniging ten lokale van den
heer J. de Bakker te Noordscharwoude.
Inclusief het bestuur waren op het eind van de
vergadering aanwezig 19 leden.
De voorz. de heer S. Timmerman opent de verga
dering met in de eerste plaats het welkom toe te
roepen aan de opgekomen leden. Hij hoopt dat de
besprekingen op aangename wijze mogen worden
gevoerd en een ieder met voldoening zal huiswaarts
keeren en ieder zal medewerken aan het doel om
het volgend jaar ter gelegenheid van het 25-jarig
bestaan der vereeniging prettig feest te vieren.
Hierna worden de notulen van de vorige verga
dering gelezen en onder dankzegging onveranderd
goedgekeurd en vastgesteld.
De voorz. doet mededeeling dat in de vorige ver
gadering de heer H. Moller zich als nieuw lid der
vereeniging heeft opgegeven. Het Bestuur meent
echter bezwaar te moeten makeil tegen zijn toela
ting op grond van het feit, dat genoemde heer niet
zelfstandig zaken drijft.
De vergadering gaat hiermede accoord.
Door den heer W. Luyting wordt in een toegezon
den schrijven kenbaar gemaakt, dat hoewel hij zijn
benoeming tot lid van de feestcommissie had aan
genomen, hiervan thans door familieomstandighe
den moet terug komen.
De voorz. doet dan mededeeling dat door het be
stuur de volgende heeren zijn uitgenoodigd zitting
te willen nemen in de feestcommissie:
C. van Zijl, Oudkarspel; K. Boot Jz. Noordschar
woude; en A. Dekker te Broek op Langendijk.
De heer Schoenmaker wijst er op dat in de vori
ge vergadering was besloten deze personen door de
ledenvergadering te doen benoemen.
Het Bestuur is dus eenigszins op de zaak vooruit-
geloopen.
Door den heer Zeeman wordt dit onderschreven.
Echter was het bestuur eenparig van oordeel dat
men daarbij voor het geval kon komen te staan,
dat dan die personen benoemd zouden kunnen
worden, die hiervoor niet geschikt waren en meen
de het beter te doen de personen aan te wijzen.
Ook spr. is van oordeel dat het aanwijzen van die
personen volkomen op den weg van het bestuur
ligt.
Door den heer Schoenmaker wordt er nogmaals
op gewezen dat het bestuur buiten zjjn boekje is
gegaan en het besluit van de vergadering had die
nen uit te voeren.
Echter kan de zaak nog worden rechtgezet wan
neer door het bestuur deze personen als zoodanig
worden voorgedragen.
Door het bestuur wordt dan overeenkomstig deze
gedachte voorgesteld de genoemde personen als lid
van de feestcommissie te doen benoemen.
De vergadering gaat hiermede volkomen accoord
en wordt aan het bestuur vrij mandaat gegeven
om voor Zuidscharwoude nog een lid uit te noodi-
gen.
Als nieuw lid van de vereeniging heeft zich opge
geven de heer H. Dirks te Zuidscharwoude, die dan
ook als zoodanig met algemeene stemmen wordt
aangenomen.
Thans moet opnieuw tot verkiezing van een be
stuurslid worden overgegaan, waar de heer K. W.
Moller, in de vorige vergadering als zoodanig be
noemd, meende, deze benoeming niet te kunnen
aanvaarden.
Bij de eerste vrije stemming zijn het de heeren
K. Boot en Jb.' de Bakker die de meeste stemmen
op zich vereenigen ieder 5. De andere stemmen wa
ren verdeeld.
Bij de nu volgende tweede vrije stemming ver
kreeg de heer K. Boot 9 stemmen en de heer Jb.
de Bakker 7 stemmen.
Een herstemming wordt nu gehouden tusschen de
ze beide candidaten, die tot uitslag heeft, dat de
heer Jb. de Bakker wordt gekozen met 11 stem
men, terwijl 8 stemmen op den heer Boot werden
uitgebracht.
Op de door den voorz. gestelde vraag, zegt de heer
de Bakker zijn benoeming te aanvaarden, onder
dank voor het in hem gestelde vertrouwen.
Het volgende punt van de agenda geeft aan een
voortzetting van de besprekingen ten aanzien van
het houden van feest ter gelegenheid van het 25-
jarig bestaan der vereeniging in 1930.
Door den voorz. wordt een kleine toelichting ge
geven en gezegd dat het bestuur van meening was
dat het volgend jaar een feest onder de leden ge
organiseerd moest worden met daaraan verbonden
een etalagewedstrijd.
Echter zou het door het bestuur ten zeerste op
prijs worden gesteld indien door de leden voorstel
len in verband met de feestviering werden ge
daan.
De heer K. Boot wenscht zich met de feestvie
ring niet alleen aan den bewusten datum te hou
den, maar zou de feestelijkheden willen verdeelen
over een bepaalden tijd.
en in ieder geval later te doen houden dan in
Maart, daar deze tijd zich er niet zoo goed voor
leent om de menschen op de been te krijgen.
De voorz. wil zich wat den feestavond betreft
aan den datum houden, overigens kan hij met het
gesprokene volkomen meegaan.
Persoonlijk zou hij nog willen voorstellen om al
leen de leden en hun huisgenooten voor den feest
avond uit te noodigen en alleen de kinderen boven
de 16 jaar toe te laten.
Hiermede gaat men volkomen accoord.
De heer Zeeman zegt dat het de bedoeling is te
hooren wat de leden wenschen om dan deze voor
stellen met de commissie van 4 nader uit te wer
ken en hiervoor aan het bestuur en commissie
machtiging te geven.
De heer K. Boot stelt voor ter herinnering aan
het 25-jarig bestaan een winkelweek te houden.
Waar echter groote bezwaren verbonden zijn aan
een winkelweek over den geheelen Langendijk, om
dat men de menschen niet gemakkelijk van het
eene naar het andere einde krijgt, zou hij willen
voorstellen deze winkelweek in twee deelen te
splitsen: Broek op Langendijk-Zuidscharwoude, en
Noordscharwoude-Oudkarspel. Voor deze twee dee
len de winkelweek op verschillende data te houden.
Tenslotte zou hij willen voorstellen dat gezamenlijk
een tentoonstelling wordt georganiseerd door den
Langendijker middenstand.
De voorz. zou den etalagewedstrijd toch niet wil
len uitschakelen in verband met de opvoedende
waarde die hiervan uitgaat.
De heer Boot gevoelt niet veel daarvoor en vreest
dat men altijd critiek kan verwachten.
De voorz. antwoordt dat al meermalen een eta
lagewedstrijd is gehouden maar men nooit of wei
nig critiek heeft gehad.
Lang én breed wordt nog over de feesten gedis-
cuseerd met het gevolg dat tenslotte het houden
van een etalagewedstrijd, een winkelweek en een
tentoonstelling in handen wordt gesteld van het
bestuur en de daaraan toegevoegde commissie voor
onderzoek en nadere uitwerking.
Tevens zal hierbij onder de oogen worden gezien
de geuitte wensch om de winkelweek te splitsen en
om deze gezamenlijk te houden met verdeeling
over verschillende dagen.
Bij de nu volgende rondvraag zegt de heer Olt-
hoff in de courant te hebben gelezen hoe verschil-
lende dingen uit het bestuur openbaar worden ge-
j maakt.
Dit betreft dan berichten in de Schager en Alkm.
Crt. over het benoemen van den heer Piersma tot
secretaris en het bedanken van den heer Moller
voor zijn benoeming tot bestuurslid.
Geantwoord wordt dat het publiceeren van der
gelijke berichten heel gewoon is en daarmede niets
geen geheimen worden verklapt.
Op verzoek van de heeren Zeeman en Bood zal
aan het Electrisch bedrijf een verzoek worden ge
richt om beter licht dan tegenwoordig, terwijl te
vens zal worden verzocht om goedkooper stroom-
prijs voor den winkelstand.
De heer Kaas verzoekt met het organiseeren van
de winkelweek ook rekening te willen houden met
de beide uiterste einden van den Langendijk.
De voorz. antwoordt dat hieraan de noodige aan
dacht zal worden geschonken.
Door den heer Boot wordt nog het verzoek ge
daan om aan de commissies die hier reeds de win
kelweken organiseerden, te vragen, nu de Winke-
liersvereeniging dit ter hand neemt, het volgend
jaar zelf geen winkelweek te organiseeren.
Ook dit verzoek zal worden gedaan.
De rondvraag levert verder niets op, waarna de
voorz. met een hartelijk woord van dank voor de
opkomst en de aangename besprekingen deze ver
gadering sluit.
Instituut voor Arbeiders-Ontwikkeling
Dinsdag 24 October trad in „Concordia" op voor
het Instituut voor Arbeidersontwikkeling, de heer
Ch. C. Cramer, Lid van de Tweede Kamer en ja
renlang Indisch ambtenaar. Als onderwerp behan
delde spr. „Ons Koloniaal Program."
Spr. begon met te constateeren dat voor het ko
loniaal vraagstuk hier te lande al meer belang
stelling ontstond, niet in het minst onder de arbei
dende klasse. Wij moeten, aldus spr., trachten dit
gaande te houden, want juist dit vraagstuk is ui
terst moeilijk. Het zal niet gemakkelijk zijn een al
leszins bevredigende oplossing te vinden. Wij zijn,
sinds 1897 bezig in de Kamer met de koloniale
kwestie. De S.D.A.P. verwerpt iederen vorm van
overheersching en waar spr. zelf jaren lang a.h.w
den polsslag van Indië voelde kloppen, achtte hij
het noodzakelijk dat Indië, zoodra dit daarvoor rijp
is, los komt van Holland. Want toen voor een drie
eeuwen geleden onze voorvaderen de koloniën in
bezit namen, was dat heusch niet om de Indone
siërs te beschaven en tegenwoordig is dat nog pre
cies eender. Men gaat naar Indië niet om vliegen
te vangen, doch om zoo spoedig mogelijk te trach
ten genoeg geld te verdienen om weer naar Hol
land terug te kunnen keeren. Wat innerlijke bescha
ving betreft staat de doorsnee Oosterling hooger
dan de doorsnee Westerling. Natuurlijk moet men
de Papoea's niet tot voorbeeld nemen, ofschoon de
achter ons liggende 4-jarige oorlog niet van een
hooge innerlijke beschaving getuigt.
Spr, memoreerde den tijd van het Indische cul
tuurstelsel, waarbij de Inlanders verplicht werden
een zeker deel van hun land te bebouwen met be
paalde producten, die dan geheel ten bate van het
Moederland kwamen. Toen kwam jaarlijks een be
drag van 800 millioen als surplus uit Indië ons
land binnen. Onder aanvoering van Multatuli en
Dr. van den Heuvel moest er verbetering komen.
Inderdaad is het wel eenigszins verbeterd, maar
toch wordt nog steeds de Indonesiër als een minder
waardig schepsel beschouwd. Indiërs die hier in
Holland studeeren worden hier veel beter behan
deld dan in hun eigen land. Want wij moeten toch
niet vergeten en de Indonesiërs denken daar steeds
aan, dat wij de vreemde overheerschers zijn. De
ze overheersching is een zeer scherpe vorm van ka
pitalisme. Wat nu het vraagstuk van de losmaking
van het Moederland betreft, moeten wij voor alles
de dingen nuchter bekijken.
Vooropgezet kunnen wij niet leven zónder de
producten die alleen Indië ons kan leveren, zooals
katoen, olie, rubber, rijst, kinine enz. Zou dus In
dië zeggen, wij leveren dat niet meer, dan zou het
Westen raar staan te kijken. Maar het Oosten
heeft de Westersche techniek noodig, dus zien wij,
dat het Oosten en het Westen elkaar noodig heb
ben.
Bovendien kunnen wij als overheerschers van In
dië, maar niet op eenmaal die bezitting loslaten,
want vele andere landen, die finantieel belang
hebben bij Indonesië zouden er terstond beslag op
leggen.
De geest onder de bevolking zelf is een algemeen
streven naar onafhankelijkheid. Hoewel er verschil
lende partijen zijn, is hun doel vrijwel hetzelfde.
Over de manier waarop die vrijheid tot stand moet
komen, denkt men nog verschillend.
Slechts een zeer kleine groep, die onder den in
vloed van het communisme staat, wil de geweld
dadige vrijmaking, maar dit is een zeer gering per
centage. De andere groepen zien naar een vrede
lievende oplossing uit. Of dit echter bewaarheid zal
worden, zal de tijd moeten leeren. De geest onder
de Indonesiërs wordt steeds vrijer, het overheer-
schen en het uitbuiten schrijnt al meer. Colijn en
de Savornin Lohman hebben gezegd, nooit kunnen
we Indië missen, dus ook nooit los van Holland.
De Indonesiërs gelooven nu nog niet in de verwe
zenlijking van hun verlangens, maar in de toe
komst zeer zeker.
De vrijheid zelf is nog niet heelemaal mogelijk,
want daarvoor is noodig een goede kern, die het
bestuur op zich zou kunnen nemen. Maar een eigen
Inlandsch bestuur dus een zuiver Inlandsche regee
ring onder voorloopige voogdij van Holland is wel
uitvoerbaar. De „Tribune" een communistisch blad
had eens geschreven, dat indien Nedreland zich
losmaakte van Indië, dan zou zeer zeker Sovjet
Rusland aan Indië wel de beschermende hand toe
steken. Duidelijk is, dat de bevolking dan nog veel
verder van huis zou zijn.
Dus eerst zal een goede kern gevormd moeten
worden, zonder overheersching, en wanneer die
dan groot en krachtig genoeg is, kan men er pas
toe overgaan om Indonesië tot een onafhankelijken
staat te verklaren. Het is daarom de taak van de
S.D.A.P. om zoodra zij daartoe de macht heeft, de
Indonesiërs te ontwikkelen en ze te leeren zelf
standig te werken en te handelen, en dan hun de
leiding zelve in handen te geven.
Nadat nog enkele vragen waren gesteld en be
antwoord, sloot de voorzitter deze interessante en
leerzame avond met een hartelijk woord van dank
aan den spreker.
NOORDSCHARWOUDE.
Naar ons wordt medegedeeld komt Zondag 17
November de groote telepaat Malowitz in hotel
„Concordia" alhier.
Nara wat wij reeds eerder van dezen telepaat ver
namen zullen bijzonder interessante seances wor
den gegeven.
Wij kunnen hier thans reeds bijvoegen dat een
drietal heeren zijn aangezocht door den heer Hop
om een moeilijke opdracht samen te stellen om de
ze per auto te doen uitvoeren.
Het belooft dan ook iets zeer interessants te
worden.
NOORDSCHARWOUDE.
Naar wij vernemen zal voor de afdeeling Oud-
karspel-Noordscharwoude van den Bond voor
Staatspensionneering optreden de tooneelvereeni-
ging „Falkland" van Heiloo met het overbekende
en mooie tooneelstuk „Op hoop van Zegen" van
Herman Heij remans.
Uit den Onttrek
556.025
439.800 K G.
17.500
17.725
1.849.400
1.489.350
38.450
138.050
37.525
39.175 „j
773
555
140.875
204.775
63.610
8.190
14.375
14.300
141.400
145.567
2.745
>i
7.360
2.150
2.000
1.150 J
11.745
3.350
4.685
10.242 stuks
4.518
243
356 snees
12
CENTRALE VEILINGSVEREENIGING
„WARMENHUIZEN EN OMSTREKEN"
Aan deze veiling werd aangevoerd:
October 1929 Oct. '28
Roode kool
Gele kool
Gewone witte kool
Eeensche witte kool
Peen
Slaboonen
Uien
Nep
Bieten
Aardappelen
Tomaten
Vale erwten
Groene erwten
Grauwe erwten
Citroenboonen
Bloemkool
Ghineesche witkrop
Roode dorschkool
Gele dorschkool
Dleensche witte kool 53
Die omzet bedroeg in October 1929 f71.987.68
tegen f 136.173.36 in October 1928.
OUD® NIEDlORP.
Openbare vergadering van den Raad dezer ge
meente op "Maandag 11 November 1929 namid
dags 2 uur.
OUDE NIEDORP.
In de afgeloopen drie maanden werden er van
de 460 verzekerde runderen van het veefonds
alhier, 5 stuks afgekeurd, de omslag hiervoor
moest worden vastgesteld, voor de maand Augus
tus op 0.4 pCt., voos de maand September op
0.3 pCt. en October op 0.2 p<¥t„ dit is gemid
deld berekend in de 3 maanden f 2.20 per rund.
ST. PANC1R AS. (Zuideinde.)
Diezer dagen waren eenige personen in het café
,jR.ust wat" aan het Zuideinde alhier, bijeen. Toen
het sluitingsuur was aangebroken, wilden één of
twee hunner niet betalen. De caféhouder J. P.
Of tink, hierover niet te spreken, werkte de heeren
naar buiten. Eenige oogehblikken daarna, werd
er een tweetal ruiten ingegooid. Hiermee was de
pret nog niet afgeloopen, om half één in den
nacht werd een derde ruit ingegooid. Verdacht
van deze baldadigheid worden zekere Cj, de W. en
G. W. Die politie doet onderzoek.
Het wordt zoo zoetjes aan wel eens tijd, dat
daar aan het Ziuideinde eens een eind wordt ge
maakt aan toestanden, die men wel verwachten
kan in de veraf gelegen gehuchten op. de hei, maar
niet op plaatsen als St. Pancras-Zuid, gelegen
aan den drukken verkeersweg AlkmaarLange-
dijk en onder de gemeente Koedijk' ressorteerende
Met reden mag gezegd worden dat onze beleggers
en spaarders, maar nog veel meer de speculanten,
een paar angstige weken achter den rug hebben.
Want het kon wel niet uitblijven of de débacle van
Wallstreet, de Amerikaansche beurs te New York
zou ook hier heftige koersbewegingen der aandee-
len in het leven roepen.
Met de speculanten behoeft men geen medelij
den te hebben. Bij het aangaan va nhun engage
menten wisten zij, de kans te loopen hun geheele
bezit te verliezen. Het lot, dat den speculant te
wachten staat, wordt heel aardig weergegeven in
het volgende beursrijmpje:
SOLOMON GRUNDY.
Tipped on Monday (gewaarschuwd op Maandag)
Bought on Tuesday (gekocht op Dinsdag)
Ahead on Wednesday (vooraan op Woensdag)
Rich on Thursday (rijk op Donderdag)
Worried on Friday (onrustig op Vrijdag)
Sunk on Saturday (gekelderd op Zaterdag)
Broken on Sunday (gebroken op Zondag)
That is the end of (dat is het einde van)
SOLOMON GRUNDY.
Met de bona fide beleggers staat de zaak evenwel
geheel anders. Wanneer zij zich plotseling van hun
papieren gaan ontdoen, worden zij gedreven door
vrees, welke nog nimmer een goede gids is geweest.
Plotseling schijnt in hun hoofd de gedachte te zijn
gevaren, dat de prachtigste ondernemingen mis
schien wel aan den rand van den afgrond staan.
Blijkbaar denken zij, dat het einde van de wereld
voor de deur staat en er niets meer zal worden
geproduceerd, want zij werpen zelfs hun aandeelen
in ondernemingen in de allereerste levensbehoeften
op de markt. In hun onbestemden angst schijnt
elk waardebegrip verloren te zijn gegaan en dit
alles verhoogt natuurlijk de zenuwachtige gesteld
heid van de beurs, de beleggingsmarkt en het pu
bliek.
Dit nu is zeer te betreuren, want op deze wijze
brengen de rustige beleggers zichzelf on verdiend
geweldige klappen toe. In plaats van het hoofd koel
te houden, laten zij zich medesleepen door allerlei
wilde geruchten, welke maar al te gretig worden
verspreid door koopjesjagers, die de goede stukjes
I graag voor het laagste gap-prijsje willen oppikken.
Gelukkig begint men thans in te zien, dat de hui-
dige beurscrisis geen verband huodt met den gang
van zaken bij de ondernemingen, doch meer van
technischen aard is en haar oorsprong vindt in
1 over-speculatie in Amerika. Een daling in het al-
1 gemeene welvaartspeil is niet te bespeuren; de be-
j drijvigheid in het econoimsch leven is bijkans niet
verminderd. Maar het is met de beurs precies een
der als met de weersgesteldheid. Gedurende de le
9 maanden van het jaar is het zeer droog geweest,
zoodat men, om den jaarlijkschen gemiddelden re
genval te verkrijgen, in de laatste drie maanden
veel neerslag kon verwachten. Op de Amerikaan
sche beurs had de hausse ook negen maanden on
afgebroken geduurd. Het was dus begrijpelijk dat
er ook eens een depressie kwam. En dat moment
kwam toen duidelijk bleek, dat er over-speculatie
bestond. Men neemt echter aan, dat de invloed
van dezen terugslag op het economisch leven zeer
gering, althans niet van eenigszins duurzamen
aard zal zijn, en dat handel en industrie zich spoe
dig zullen aanpassen. Niets toch wijst er op, dat
aan de voortdurende ontwikkeling van het econo
misch leven een einde is gekomen; men moet aan
nemen, dat wij voor een kort intermezzo in de op
gaande lijn der ontwikkeling staan. Maar zooals
altijd heeft men weer zijn pessimisme in hooge
mate overdreven. Vele beleggers hebben zich daar
door laten meesleepen en hebben zich geheel of
ten deele van hun zoo moeilijk verworven bezit
ontdaan. Het zal hun heel spoedig berouwen
maar dan is er voor menig bitter zelfverwijt geen
plaats meer, Men weet nu eenmaal bij ervaring,
dat aan de beurs de slinger altijd te veel naar den
eenen of den anderen kant doorslaat.
Het is begrijpelijk, dat in deze dagen veler oogen
zijn gevestigd op de leiders van onzen handel en
industrie. Hoopvol, waar zij eenmaal de nationale
bedrijven tot bloei wisten te brengen; in vol ver
trouwen, dat zij ook ditmaal het schip door de
branding zullen brengen. Inderdaad, dat vertrou
wen is ten volle verdiend maar men geve daar
van dan niet blijk alleen in deze dagen. Wént in
de tijden dat er geen onrust heerscht, wordt al
heel weinig gedacht aan de moeilijke taak, welke
onze ondernemers hebben te vervullen. En aan de
vele hinderpalen, welke aan de bedrijfsvrijheid in
den weg worden gelegd, wordt nauwelijks aandacht
geschonken. Verzetten onze ondernemers zich tegen
de te zware lasten der sociale wetgeving, dan is
hun stem die van een roepende in den woestijn.
Waarschuwen zij, dat de zware belastingdruk het
aan vele bedrijven onmogelijk maakt, nog langer
het hoofd te bieden aan de buitenlandsche concur
rentie, dan vinden zij geen gehoor. Er schijnt niet
minder dan een crisis noodig te zijn om het besef
bij te brengen, dat aan degenen, aan wier doorzicht
en kunde een groot deel van de nationale welvaart
is te danken, zoo min mogelijk belemmeringen in
den weg moeten worden gelegd; dat herstel, nieuwe
ontplooiing en verdere bloei alleen mogelijk zijn bij
een gezonde bedrijfsvrijheid. Wanneer deze crisis
dit besef maar algemeen heeft gemaakt, zal het
weliswaar een dure les zijn geweest, maar tenslotte
toch een les, die de beste resultaten voor de toe
komst belooft!
Gelijk bkend, is er op het oogenblik aanhangig
ee voorontwerp van wet tot regeling van den huis
arbeid. Overheidsbemoeiing om de misstanden in
de huisindustrie kinderarbeid, langen arbeids
duur, onhygiënische werklokalen, etc. te bestrij
den, is gewenscht te achten, ook al heeft de huis
industrie in Nederland geen grooten omvang meer.
De moeilijkheid is daarbij, dat deze bedrijfsvorm
voor leken tak van nijverheid zijn eigenaardighe
den heeft; in het kleermakersbedrijf verdienen de
huisarbeiders goede loonen en vele arbeiders in
deze branche geven er de voorkeur aan thuis hun
arbeid te verrichten. Hier is feitelijk geen reden
voor ingrijpen. Anders is het bijv. bij het garnalen-
pellen, dat een hoogst onhygiënisch bedrijf is. Ook
in het meubelmakers- en behangersvak wordt onder
bedenkelijke omstandigheden gewerkt. De wijze,
waarop de regeering hier wil ingrijpen, kan echter
niet worden toegejuicht. De nadruk in het vooront
werp ligt nl. op de loonbepalingen. Hiermede kan
men echter niet onhygiënische toestanden bestrij
den. Bij sommige takken van huisindustrie als
garnalenpellen en het verpakken van suikergoed
zou verhooging der loonen noodzakelijk werkloos
heid met zich medebrengen. Hoe men hier de kool
en de geit zou willen sparen is niet duidelijk. De
fout is trouwens in het wetsontwerp, dat niet ge
sproken wordt van een MINIMUM-loon en geen en
kele norm wordt aangegeven, waarnaar het loon
moet worden bepaald. De tekst van de wet biedt
geen waarborg dat er geen zeer hooge loon-
bepalingen zullen gemaakt worden. Hier schuilt dus
een gevaar voor opdrijven van de loonen ook voor
I de fabrieksarbeiders. De reglementeering van den
huisarbeid, welke in de wet wordt voorgesteld, valt
toe te juichen, doch gewaarschuwd dient te worden
om de verantwoordelijkheid van de naleving der
bepalingen, zooals in het ontwerp geschiedt, op
i den werkgever te leggen. Deze kan in redelijkheid
geen toezicht houden op al zijn huisarbeiders, en
1 de erkenning van deze onredelijkheid door den
rechter zal tot straffeloosheid leiden, zoodat de
huisindustrie toch niet is gebaat. De Staat zal zelf
de controle ter hand moeten nemen en de arbeids-
inspectie zal moeten worden uitgebreid. Als dit fi-
nantieele bezwaren met zich brengt, moet men be
perking van haar bemoeiing op ander gebied in
overweging nemen.
I In het ontwerp wordt de mogelijkheid geopend
I om voor speciale bedrijfstakken een absoluut ver
bod uit te vaardigen voor het verrichten van huis
arbeid. Het betreft hier het kleine zelfstandige be-
drijf, waarin de producenten rechtstreeks aan den
verkooper verkoopt en men heeft hier blijkens de
I Memorie van Toelichting niet alleen het belang
van den huisarbeider zjelf op het oog, maar ook de
nadeelen, die dit soort arbeid voor de fabrieksar-
I beiders oplevert. Tegen dit motief moet ten sterk-
I ste worden opgekomen. Ieder heeft het recht te
i trachten met eerlijke middelen zijn bestaan te ver
beteren. Hier kan volstaan worden met het geven
van regels en behoeft men niet over te gaan tot
een absoluut verbod.
Voor Huis en Hof
1. Pluk ze bij droog weer, als de vruchten ook
droog zijn, indien dit mogelijk is.
2. Laat ze dan een paar dagen liggen in dunne
lagen uitgespreid om ze wat te laten uitwasemen.
3. Breng ze daarna in een luchtige, koele bewaar
plaats, liefst op het Noorden en vorstvrij. Een goe
de luchtige "kelder is wel geschikt.
4. De vruchten kunnen zelf het best worden
neergelegd op een rij breede borden langs de wan
den van het vertrek.
Gedurende den bewaartijd moeten de vruch
ten geregeld worden nagezien, en alle vruchten,
die een begin van rotting vertoonen, moeten dan
dadelijk verwijderd worden, daar dez;e de andere
zouden aansteken.
6. Er moet geregeld geventileerd worden. Hier
bij mag echter geen tocht ontstaan, omdat de
vruchten dan rimpelig worden. Een enkel lucht-
raam is gewenscht en anders (als er geen raam is)
zette men de deur overdag minstens een half uur
open.