Seen crisis - maar Huisarbeid Plaatselijk Nieuws Winkeliers-, Nering- en Vak- Yereeniging. Dinsdagavond vergaderde de Langedijker Winke liers- Nering en Vakvereeniging ten lokale van den heer J. de Bakker te Noordscharwoude. Inclusief het bestuur waren op het eind van de vergadering aanwezig 19 leden. De voorz. de heer S. Timmerman opent de verga dering met in de eerste plaats het welkom toe te roepen aan de opgekomen leden. Hij hoopt dat de besprekingen op aangename wijze mogen worden gevoerd en een ieder met voldoening zal huiswaarts keeren en ieder zal medewerken aan het doel om het volgend jaar ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan der vereeniging prettig feest te vieren. Hierna worden de notulen van de vorige verga dering gelezen en onder dankzegging onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. De voorz. doet mededeeling dat in de vorige ver gadering de heer H. Moller zich als nieuw lid der vereeniging heeft opgegeven. Het Bestuur meent echter bezwaar te moeten makeil tegen zijn toela ting op grond van het feit, dat genoemde heer niet zelfstandig zaken drijft. De vergadering gaat hiermede accoord. Door den heer W. Luyting wordt in een toegezon den schrijven kenbaar gemaakt, dat hoewel hij zijn benoeming tot lid van de feestcommissie had aan genomen, hiervan thans door familieomstandighe den moet terug komen. De voorz. doet dan mededeeling dat door het be stuur de volgende heeren zijn uitgenoodigd zitting te willen nemen in de feestcommissie: C. van Zijl, Oudkarspel; K. Boot Jz. Noordschar woude; en A. Dekker te Broek op Langendijk. De heer Schoenmaker wijst er op dat in de vori ge vergadering was besloten deze personen door de ledenvergadering te doen benoemen. Het Bestuur is dus eenigszins op de zaak vooruit- geloopen. Door den heer Zeeman wordt dit onderschreven. Echter was het bestuur eenparig van oordeel dat men daarbij voor het geval kon komen te staan, dat dan die personen benoemd zouden kunnen worden, die hiervoor niet geschikt waren en meen de het beter te doen de personen aan te wijzen. Ook spr. is van oordeel dat het aanwijzen van die personen volkomen op den weg van het bestuur ligt. Door den heer Schoenmaker wordt er nogmaals op gewezen dat het bestuur buiten zjjn boekje is gegaan en het besluit van de vergadering had die nen uit te voeren. Echter kan de zaak nog worden rechtgezet wan neer door het bestuur deze personen als zoodanig worden voorgedragen. Door het bestuur wordt dan overeenkomstig deze gedachte voorgesteld de genoemde personen als lid van de feestcommissie te doen benoemen. De vergadering gaat hiermede volkomen accoord en wordt aan het bestuur vrij mandaat gegeven om voor Zuidscharwoude nog een lid uit te noodi- gen. Als nieuw lid van de vereeniging heeft zich opge geven de heer H. Dirks te Zuidscharwoude, die dan ook als zoodanig met algemeene stemmen wordt aangenomen. Thans moet opnieuw tot verkiezing van een be stuurslid worden overgegaan, waar de heer K. W. Moller, in de vorige vergadering als zoodanig be noemd, meende, deze benoeming niet te kunnen aanvaarden. Bij de eerste vrije stemming zijn het de heeren K. Boot en Jb.' de Bakker die de meeste stemmen op zich vereenigen ieder 5. De andere stemmen wa ren verdeeld. Bij de nu volgende tweede vrije stemming ver kreeg de heer K. Boot 9 stemmen en de heer Jb. de Bakker 7 stemmen. Een herstemming wordt nu gehouden tusschen de ze beide candidaten, die tot uitslag heeft, dat de heer Jb. de Bakker wordt gekozen met 11 stem men, terwijl 8 stemmen op den heer Boot werden uitgebracht. Op de door den voorz. gestelde vraag, zegt de heer de Bakker zijn benoeming te aanvaarden, onder dank voor het in hem gestelde vertrouwen. Het volgende punt van de agenda geeft aan een voortzetting van de besprekingen ten aanzien van het houden van feest ter gelegenheid van het 25- jarig bestaan der vereeniging in 1930. Door den voorz. wordt een kleine toelichting ge geven en gezegd dat het bestuur van meening was dat het volgend jaar een feest onder de leden ge organiseerd moest worden met daaraan verbonden een etalagewedstrijd. Echter zou het door het bestuur ten zeerste op prijs worden gesteld indien door de leden voorstel len in verband met de feestviering werden ge daan. De heer K. Boot wenscht zich met de feestvie ring niet alleen aan den bewusten datum te hou den, maar zou de feestelijkheden willen verdeelen over een bepaalden tijd. en in ieder geval later te doen houden dan in Maart, daar deze tijd zich er niet zoo goed voor leent om de menschen op de been te krijgen. De voorz. wil zich wat den feestavond betreft aan den datum houden, overigens kan hij met het gesprokene volkomen meegaan. Persoonlijk zou hij nog willen voorstellen om al leen de leden en hun huisgenooten voor den feest avond uit te noodigen en alleen de kinderen boven de 16 jaar toe te laten. Hiermede gaat men volkomen accoord. De heer Zeeman zegt dat het de bedoeling is te hooren wat de leden wenschen om dan deze voor stellen met de commissie van 4 nader uit te wer ken en hiervoor aan het bestuur en commissie machtiging te geven. De heer K. Boot stelt voor ter herinnering aan het 25-jarig bestaan een winkelweek te houden. Waar echter groote bezwaren verbonden zijn aan een winkelweek over den geheelen Langendijk, om dat men de menschen niet gemakkelijk van het eene naar het andere einde krijgt, zou hij willen voorstellen deze winkelweek in twee deelen te splitsen: Broek op Langendijk-Zuidscharwoude, en Noordscharwoude-Oudkarspel. Voor deze twee dee len de winkelweek op verschillende data te houden. Tenslotte zou hij willen voorstellen dat gezamenlijk een tentoonstelling wordt georganiseerd door den Langendijker middenstand. De voorz. zou den etalagewedstrijd toch niet wil len uitschakelen in verband met de opvoedende waarde die hiervan uitgaat. De heer Boot gevoelt niet veel daarvoor en vreest dat men altijd critiek kan verwachten. De voorz. antwoordt dat al meermalen een eta lagewedstrijd is gehouden maar men nooit of wei nig critiek heeft gehad. Lang én breed wordt nog over de feesten gedis- cuseerd met het gevolg dat tenslotte het houden van een etalagewedstrijd, een winkelweek en een tentoonstelling in handen wordt gesteld van het bestuur en de daaraan toegevoegde commissie voor onderzoek en nadere uitwerking. Tevens zal hierbij onder de oogen worden gezien de geuitte wensch om de winkelweek te splitsen en om deze gezamenlijk te houden met verdeeling over verschillende dagen. Bij de nu volgende rondvraag zegt de heer Olt- hoff in de courant te hebben gelezen hoe verschil- lende dingen uit het bestuur openbaar worden ge- j maakt. Dit betreft dan berichten in de Schager en Alkm. Crt. over het benoemen van den heer Piersma tot secretaris en het bedanken van den heer Moller voor zijn benoeming tot bestuurslid. Geantwoord wordt dat het publiceeren van der gelijke berichten heel gewoon is en daarmede niets geen geheimen worden verklapt. Op verzoek van de heeren Zeeman en Bood zal aan het Electrisch bedrijf een verzoek worden ge richt om beter licht dan tegenwoordig, terwijl te vens zal worden verzocht om goedkooper stroom- prijs voor den winkelstand. De heer Kaas verzoekt met het organiseeren van de winkelweek ook rekening te willen houden met de beide uiterste einden van den Langendijk. De voorz. antwoordt dat hieraan de noodige aan dacht zal worden geschonken. Door den heer Boot wordt nog het verzoek ge daan om aan de commissies die hier reeds de win kelweken organiseerden, te vragen, nu de Winke- liersvereeniging dit ter hand neemt, het volgend jaar zelf geen winkelweek te organiseeren. Ook dit verzoek zal worden gedaan. De rondvraag levert verder niets op, waarna de voorz. met een hartelijk woord van dank voor de opkomst en de aangename besprekingen deze ver gadering sluit. Instituut voor Arbeiders-Ontwikkeling Dinsdag 24 October trad in „Concordia" op voor het Instituut voor Arbeidersontwikkeling, de heer Ch. C. Cramer, Lid van de Tweede Kamer en ja renlang Indisch ambtenaar. Als onderwerp behan delde spr. „Ons Koloniaal Program." Spr. begon met te constateeren dat voor het ko loniaal vraagstuk hier te lande al meer belang stelling ontstond, niet in het minst onder de arbei dende klasse. Wij moeten, aldus spr., trachten dit gaande te houden, want juist dit vraagstuk is ui terst moeilijk. Het zal niet gemakkelijk zijn een al leszins bevredigende oplossing te vinden. Wij zijn, sinds 1897 bezig in de Kamer met de koloniale kwestie. De S.D.A.P. verwerpt iederen vorm van overheersching en waar spr. zelf jaren lang a.h.w den polsslag van Indië voelde kloppen, achtte hij het noodzakelijk dat Indië, zoodra dit daarvoor rijp is, los komt van Holland. Want toen voor een drie eeuwen geleden onze voorvaderen de koloniën in bezit namen, was dat heusch niet om de Indone siërs te beschaven en tegenwoordig is dat nog pre cies eender. Men gaat naar Indië niet om vliegen te vangen, doch om zoo spoedig mogelijk te trach ten genoeg geld te verdienen om weer naar Hol land terug te kunnen keeren. Wat innerlijke bescha ving betreft staat de doorsnee Oosterling hooger dan de doorsnee Westerling. Natuurlijk moet men de Papoea's niet tot voorbeeld nemen, ofschoon de achter ons liggende 4-jarige oorlog niet van een hooge innerlijke beschaving getuigt. Spr, memoreerde den tijd van het Indische cul tuurstelsel, waarbij de Inlanders verplicht werden een zeker deel van hun land te bebouwen met be paalde producten, die dan geheel ten bate van het Moederland kwamen. Toen kwam jaarlijks een be drag van 800 millioen als surplus uit Indië ons land binnen. Onder aanvoering van Multatuli en Dr. van den Heuvel moest er verbetering komen. Inderdaad is het wel eenigszins verbeterd, maar toch wordt nog steeds de Indonesiër als een minder waardig schepsel beschouwd. Indiërs die hier in Holland studeeren worden hier veel beter behan deld dan in hun eigen land. Want wij moeten toch niet vergeten en de Indonesiërs denken daar steeds aan, dat wij de vreemde overheerschers zijn. De ze overheersching is een zeer scherpe vorm van ka pitalisme. Wat nu het vraagstuk van de losmaking van het Moederland betreft, moeten wij voor alles de dingen nuchter bekijken. Vooropgezet kunnen wij niet leven zónder de producten die alleen Indië ons kan leveren, zooals katoen, olie, rubber, rijst, kinine enz. Zou dus In dië zeggen, wij leveren dat niet meer, dan zou het Westen raar staan te kijken. Maar het Oosten heeft de Westersche techniek noodig, dus zien wij, dat het Oosten en het Westen elkaar noodig heb ben. Bovendien kunnen wij als overheerschers van In dië, maar niet op eenmaal die bezitting loslaten, want vele andere landen, die finantieel belang hebben bij Indonesië zouden er terstond beslag op leggen. De geest onder de bevolking zelf is een algemeen streven naar onafhankelijkheid. Hoewel er verschil lende partijen zijn, is hun doel vrijwel hetzelfde. Over de manier waarop die vrijheid tot stand moet komen, denkt men nog verschillend. Slechts een zeer kleine groep, die onder den in vloed van het communisme staat, wil de geweld dadige vrijmaking, maar dit is een zeer gering per centage. De andere groepen zien naar een vrede lievende oplossing uit. Of dit echter bewaarheid zal worden, zal de tijd moeten leeren. De geest onder de Indonesiërs wordt steeds vrijer, het overheer- schen en het uitbuiten schrijnt al meer. Colijn en de Savornin Lohman hebben gezegd, nooit kunnen we Indië missen, dus ook nooit los van Holland. De Indonesiërs gelooven nu nog niet in de verwe zenlijking van hun verlangens, maar in de toe komst zeer zeker. De vrijheid zelf is nog niet heelemaal mogelijk, want daarvoor is noodig een goede kern, die het bestuur op zich zou kunnen nemen. Maar een eigen Inlandsch bestuur dus een zuiver Inlandsche regee ring onder voorloopige voogdij van Holland is wel uitvoerbaar. De „Tribune" een communistisch blad had eens geschreven, dat indien Nedreland zich losmaakte van Indië, dan zou zeer zeker Sovjet Rusland aan Indië wel de beschermende hand toe steken. Duidelijk is, dat de bevolking dan nog veel verder van huis zou zijn. Dus eerst zal een goede kern gevormd moeten worden, zonder overheersching, en wanneer die dan groot en krachtig genoeg is, kan men er pas toe overgaan om Indonesië tot een onafhankelijken staat te verklaren. Het is daarom de taak van de S.D.A.P. om zoodra zij daartoe de macht heeft, de Indonesiërs te ontwikkelen en ze te leeren zelf standig te werken en te handelen, en dan hun de leiding zelve in handen te geven. Nadat nog enkele vragen waren gesteld en be antwoord, sloot de voorzitter deze interessante en leerzame avond met een hartelijk woord van dank aan den spreker. NOORDSCHARWOUDE. Naar ons wordt medegedeeld komt Zondag 17 November de groote telepaat Malowitz in hotel „Concordia" alhier. Nara wat wij reeds eerder van dezen telepaat ver namen zullen bijzonder interessante seances wor den gegeven. Wij kunnen hier thans reeds bijvoegen dat een drietal heeren zijn aangezocht door den heer Hop om een moeilijke opdracht samen te stellen om de ze per auto te doen uitvoeren. Het belooft dan ook iets zeer interessants te worden. NOORDSCHARWOUDE. Naar wij vernemen zal voor de afdeeling Oud- karspel-Noordscharwoude van den Bond voor Staatspensionneering optreden de tooneelvereeni- ging „Falkland" van Heiloo met het overbekende en mooie tooneelstuk „Op hoop van Zegen" van Herman Heij remans. Uit den Onttrek 556.025 439.800 K G. 17.500 17.725 1.849.400 1.489.350 38.450 138.050 37.525 39.175 „j 773 555 140.875 204.775 63.610 8.190 14.375 14.300 141.400 145.567 2.745 >i 7.360 2.150 2.000 1.150 J 11.745 3.350 4.685 10.242 stuks 4.518 243 356 snees 12 CENTRALE VEILINGSVEREENIGING „WARMENHUIZEN EN OMSTREKEN" Aan deze veiling werd aangevoerd: October 1929 Oct. '28 Roode kool Gele kool Gewone witte kool Eeensche witte kool Peen Slaboonen Uien Nep Bieten Aardappelen Tomaten Vale erwten Groene erwten Grauwe erwten Citroenboonen Bloemkool Ghineesche witkrop Roode dorschkool Gele dorschkool Dleensche witte kool 53 Die omzet bedroeg in October 1929 f71.987.68 tegen f 136.173.36 in October 1928. OUD® NIEDlORP. Openbare vergadering van den Raad dezer ge meente op "Maandag 11 November 1929 namid dags 2 uur. OUDE NIEDORP. In de afgeloopen drie maanden werden er van de 460 verzekerde runderen van het veefonds alhier, 5 stuks afgekeurd, de omslag hiervoor moest worden vastgesteld, voor de maand Augus tus op 0.4 pCt., voos de maand September op 0.3 pCt. en October op 0.2 p<¥t„ dit is gemid deld berekend in de 3 maanden f 2.20 per rund. ST. PANC1R AS. (Zuideinde.) Diezer dagen waren eenige personen in het café ,jR.ust wat" aan het Zuideinde alhier, bijeen. Toen het sluitingsuur was aangebroken, wilden één of twee hunner niet betalen. De caféhouder J. P. Of tink, hierover niet te spreken, werkte de heeren naar buiten. Eenige oogehblikken daarna, werd er een tweetal ruiten ingegooid. Hiermee was de pret nog niet afgeloopen, om half één in den nacht werd een derde ruit ingegooid. Verdacht van deze baldadigheid worden zekere Cj, de W. en G. W. Die politie doet onderzoek. Het wordt zoo zoetjes aan wel eens tijd, dat daar aan het Ziuideinde eens een eind wordt ge maakt aan toestanden, die men wel verwachten kan in de veraf gelegen gehuchten op. de hei, maar niet op plaatsen als St. Pancras-Zuid, gelegen aan den drukken verkeersweg AlkmaarLange- dijk en onder de gemeente Koedijk' ressorteerende Met reden mag gezegd worden dat onze beleggers en spaarders, maar nog veel meer de speculanten, een paar angstige weken achter den rug hebben. Want het kon wel niet uitblijven of de débacle van Wallstreet, de Amerikaansche beurs te New York zou ook hier heftige koersbewegingen der aandee- len in het leven roepen. Met de speculanten behoeft men geen medelij den te hebben. Bij het aangaan va nhun engage menten wisten zij, de kans te loopen hun geheele bezit te verliezen. Het lot, dat den speculant te wachten staat, wordt heel aardig weergegeven in het volgende beursrijmpje: SOLOMON GRUNDY. Tipped on Monday (gewaarschuwd op Maandag) Bought on Tuesday (gekocht op Dinsdag) Ahead on Wednesday (vooraan op Woensdag) Rich on Thursday (rijk op Donderdag) Worried on Friday (onrustig op Vrijdag) Sunk on Saturday (gekelderd op Zaterdag) Broken on Sunday (gebroken op Zondag) That is the end of (dat is het einde van) SOLOMON GRUNDY. Met de bona fide beleggers staat de zaak evenwel geheel anders. Wanneer zij zich plotseling van hun papieren gaan ontdoen, worden zij gedreven door vrees, welke nog nimmer een goede gids is geweest. Plotseling schijnt in hun hoofd de gedachte te zijn gevaren, dat de prachtigste ondernemingen mis schien wel aan den rand van den afgrond staan. Blijkbaar denken zij, dat het einde van de wereld voor de deur staat en er niets meer zal worden geproduceerd, want zij werpen zelfs hun aandeelen in ondernemingen in de allereerste levensbehoeften op de markt. In hun onbestemden angst schijnt elk waardebegrip verloren te zijn gegaan en dit alles verhoogt natuurlijk de zenuwachtige gesteld heid van de beurs, de beleggingsmarkt en het pu bliek. Dit nu is zeer te betreuren, want op deze wijze brengen de rustige beleggers zichzelf on verdiend geweldige klappen toe. In plaats van het hoofd koel te houden, laten zij zich medesleepen door allerlei wilde geruchten, welke maar al te gretig worden verspreid door koopjesjagers, die de goede stukjes I graag voor het laagste gap-prijsje willen oppikken. Gelukkig begint men thans in te zien, dat de hui- dige beurscrisis geen verband huodt met den gang van zaken bij de ondernemingen, doch meer van technischen aard is en haar oorsprong vindt in 1 over-speculatie in Amerika. Een daling in het al- 1 gemeene welvaartspeil is niet te bespeuren; de be- j drijvigheid in het econoimsch leven is bijkans niet verminderd. Maar het is met de beurs precies een der als met de weersgesteldheid. Gedurende de le 9 maanden van het jaar is het zeer droog geweest, zoodat men, om den jaarlijkschen gemiddelden re genval te verkrijgen, in de laatste drie maanden veel neerslag kon verwachten. Op de Amerikaan sche beurs had de hausse ook negen maanden on afgebroken geduurd. Het was dus begrijpelijk dat er ook eens een depressie kwam. En dat moment kwam toen duidelijk bleek, dat er over-speculatie bestond. Men neemt echter aan, dat de invloed van dezen terugslag op het economisch leven zeer gering, althans niet van eenigszins duurzamen aard zal zijn, en dat handel en industrie zich spoe dig zullen aanpassen. Niets toch wijst er op, dat aan de voortdurende ontwikkeling van het econo misch leven een einde is gekomen; men moet aan nemen, dat wij voor een kort intermezzo in de op gaande lijn der ontwikkeling staan. Maar zooals altijd heeft men weer zijn pessimisme in hooge mate overdreven. Vele beleggers hebben zich daar door laten meesleepen en hebben zich geheel of ten deele van hun zoo moeilijk verworven bezit ontdaan. Het zal hun heel spoedig berouwen maar dan is er voor menig bitter zelfverwijt geen plaats meer, Men weet nu eenmaal bij ervaring, dat aan de beurs de slinger altijd te veel naar den eenen of den anderen kant doorslaat. Het is begrijpelijk, dat in deze dagen veler oogen zijn gevestigd op de leiders van onzen handel en industrie. Hoopvol, waar zij eenmaal de nationale bedrijven tot bloei wisten te brengen; in vol ver trouwen, dat zij ook ditmaal het schip door de branding zullen brengen. Inderdaad, dat vertrou wen is ten volle verdiend maar men geve daar van dan niet blijk alleen in deze dagen. Wént in de tijden dat er geen onrust heerscht, wordt al heel weinig gedacht aan de moeilijke taak, welke onze ondernemers hebben te vervullen. En aan de vele hinderpalen, welke aan de bedrijfsvrijheid in den weg worden gelegd, wordt nauwelijks aandacht geschonken. Verzetten onze ondernemers zich tegen de te zware lasten der sociale wetgeving, dan is hun stem die van een roepende in den woestijn. Waarschuwen zij, dat de zware belastingdruk het aan vele bedrijven onmogelijk maakt, nog langer het hoofd te bieden aan de buitenlandsche concur rentie, dan vinden zij geen gehoor. Er schijnt niet minder dan een crisis noodig te zijn om het besef bij te brengen, dat aan degenen, aan wier doorzicht en kunde een groot deel van de nationale welvaart is te danken, zoo min mogelijk belemmeringen in den weg moeten worden gelegd; dat herstel, nieuwe ontplooiing en verdere bloei alleen mogelijk zijn bij een gezonde bedrijfsvrijheid. Wanneer deze crisis dit besef maar algemeen heeft gemaakt, zal het weliswaar een dure les zijn geweest, maar tenslotte toch een les, die de beste resultaten voor de toe komst belooft! Gelijk bkend, is er op het oogenblik aanhangig ee voorontwerp van wet tot regeling van den huis arbeid. Overheidsbemoeiing om de misstanden in de huisindustrie kinderarbeid, langen arbeids duur, onhygiënische werklokalen, etc. te bestrij den, is gewenscht te achten, ook al heeft de huis industrie in Nederland geen grooten omvang meer. De moeilijkheid is daarbij, dat deze bedrijfsvorm voor leken tak van nijverheid zijn eigenaardighe den heeft; in het kleermakersbedrijf verdienen de huisarbeiders goede loonen en vele arbeiders in deze branche geven er de voorkeur aan thuis hun arbeid te verrichten. Hier is feitelijk geen reden voor ingrijpen. Anders is het bijv. bij het garnalen- pellen, dat een hoogst onhygiënisch bedrijf is. Ook in het meubelmakers- en behangersvak wordt onder bedenkelijke omstandigheden gewerkt. De wijze, waarop de regeering hier wil ingrijpen, kan echter niet worden toegejuicht. De nadruk in het vooront werp ligt nl. op de loonbepalingen. Hiermede kan men echter niet onhygiënische toestanden bestrij den. Bij sommige takken van huisindustrie als garnalenpellen en het verpakken van suikergoed zou verhooging der loonen noodzakelijk werkloos heid met zich medebrengen. Hoe men hier de kool en de geit zou willen sparen is niet duidelijk. De fout is trouwens in het wetsontwerp, dat niet ge sproken wordt van een MINIMUM-loon en geen en kele norm wordt aangegeven, waarnaar het loon moet worden bepaald. De tekst van de wet biedt geen waarborg dat er geen zeer hooge loon- bepalingen zullen gemaakt worden. Hier schuilt dus een gevaar voor opdrijven van de loonen ook voor I de fabrieksarbeiders. De reglementeering van den huisarbeid, welke in de wet wordt voorgesteld, valt toe te juichen, doch gewaarschuwd dient te worden om de verantwoordelijkheid van de naleving der bepalingen, zooals in het ontwerp geschiedt, op i den werkgever te leggen. Deze kan in redelijkheid geen toezicht houden op al zijn huisarbeiders, en 1 de erkenning van deze onredelijkheid door den rechter zal tot straffeloosheid leiden, zoodat de huisindustrie toch niet is gebaat. De Staat zal zelf de controle ter hand moeten nemen en de arbeids- inspectie zal moeten worden uitgebreid. Als dit fi- nantieele bezwaren met zich brengt, moet men be perking van haar bemoeiing op ander gebied in overweging nemen. I In het ontwerp wordt de mogelijkheid geopend I om voor speciale bedrijfstakken een absoluut ver bod uit te vaardigen voor het verrichten van huis arbeid. Het betreft hier het kleine zelfstandige be- drijf, waarin de producenten rechtstreeks aan den verkooper verkoopt en men heeft hier blijkens de I Memorie van Toelichting niet alleen het belang van den huisarbeider zjelf op het oog, maar ook de nadeelen, die dit soort arbeid voor de fabrieksar- I beiders oplevert. Tegen dit motief moet ten sterk- I ste worden opgekomen. Ieder heeft het recht te i trachten met eerlijke middelen zijn bestaan te ver beteren. Hier kan volstaan worden met het geven van regels en behoeft men niet over te gaan tot een absoluut verbod. Voor Huis en Hof 1. Pluk ze bij droog weer, als de vruchten ook droog zijn, indien dit mogelijk is. 2. Laat ze dan een paar dagen liggen in dunne lagen uitgespreid om ze wat te laten uitwasemen. 3. Breng ze daarna in een luchtige, koele bewaar plaats, liefst op het Noorden en vorstvrij. Een goe de luchtige "kelder is wel geschikt. 4. De vruchten kunnen zelf het best worden neergelegd op een rij breede borden langs de wan den van het vertrek. Gedurende den bewaartijd moeten de vruch ten geregeld worden nagezien, en alle vruchten, die een begin van rotting vertoonen, moeten dan dadelijk verwijderd worden, daar dez;e de andere zouden aansteken. 6. Er moet geregeld geventileerd worden. Hier bij mag echter geen tocht ontstaan, omdat de vruchten dan rimpelig worden. Een enkel lucht- raam is gewenscht en anders (als er geen raam is) zette men de deur overdag minstens een half uur open.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1929 | | pagina 4