Liefde en Misdaad De Moord van Saint-üuen. ringsraad, l week aangehouden. Louis H., Scha- gen, gedetineerd, zedenmisdrijf, 6 maanden gev., voorw. met 3 proefjaren. Klaas K.( Egmond aan Zee, dronken maken van een kind, 3 maanden ge vangenisstraf. VOOR DEN POLITIERECHTER. Zitting van Maandag 4 November. Hoe dankbaar is mijn kleine hond voor beentjes en wat brood. zong indertijd onze goede vader van Alphen, doch dit lieve kinderversje kan helaas niet worden toe gepast op den ontrouwen schippersknecht Julius Franciscus Anthonius B., die niet alleen de namen van de brave Heiligen waarnaar men hem vernoem de, doch ook nog den politierechter en de R. C. re- classeering te schande maakte. De ondankbare Ju lius toch, had zich aan verduistering van geld in dienst van zijn patroon schuldig gemaakt, was aanvankelijk achter de tralies geplakt, weer op vrije voeten gesteld, voorwaardelijk veroordeeld en bracht onder de hoede der r.k. reclasseering, doch hij beloonde al deze goedheid door opnieuw zijn vingers te branden en zonder kennisgeving of ach terlating van adres de plaat te poetsen. Geen won der dat heden de officier de bokkepruik op had en tegen den onbetrouwbaren zoetwaterpikbroek 3 maanden gevangenisstraf vorderde. Maar met den misleiden politierechter was echter heelemaal geen huis te houden. Hij legde er nog een schep van 3 maandjes op en maakte er 6 van. Een waarschuwing voor andere liefhebbers met dezen autoriteit den kachel niet aan te maken. Een lastige spekhokexpeditie. De 59-jarige globetrotter en commissionair in carbolblokken en naphtalineballen Jan de J., in boorling van Achtkarspelen, geniet momenteel de gastvrijheid van den Staat in de inrichting waar de Justitie tracht de al te nathalzige Nederlanders ohthouding te leeren. Jammer genoeg tot dusver zonder eenige merkbaar succes. Deze oude heer had zich op 10 Augustus voor „zaken" te Hoogkarspel vertoevende, weer een zoodanige mate aan de bron van Schiedam gelaafd, dat de gemeente-veldwach ter Wokke zich zedelijk en ambtelijk verplicht acht te, dit schandaal uit het oog der gemeentenaren, die gruwelijk het land hebben aan drankmisbruik, te brengen. De bepiefte heer de J., toonde aanvan kelijk geen tegenwerking, doch eensklaps verander de zijn houding en pleegde hij een zoo geweldig verzet, dat Wokke het zonder gummiknuppel niet af kon, vooral omdat een zich in het gezelschap van Jan bevindend en ook al niet te nuchter heer, den weerspannigen negociant, assistentie verleende Jantje stond thans terecht terzake wederspannig- heid en ratelde als een defecte loudspeaker om den politierechter duidelijk te maken, dat hij niet dron ken was geweest en het geheele conflict de schuld was van den ontactischen veldwachter, Zijn over redingskracht had evenwel zoo weinig succes, dat hij tot 1 maand mikpruimen werd veroordeeld. Zuiderzeedempers afgedroogd. Op 11 Augustus heerschte er te Wieringen onder eenige onrustige elementen der bevolking een min- j der welwillende stemming tegen de aanwezige Zui- i derzeewerkers en een der opposanten tegen deze 1 vreemde eenden in den bijt, de reeds bejaarde, I maar blijkbaar nog niet aan seniele aftakeling j souffreerende heer Jan B., dreef zijn animositeit zelfs zoo ver, dat hij de polderknapen Heiwig en Groeneweg een paar optaters toediende. Hij moest heden terecht staan, doch aangezien verdachte B. niet was verschenen, de getuige Groeneweg even- min op het appèl kwam en men uit Heiwig, die j sprak van wel 60 tegenstanders, niet best wijs kon j worden, bofte Jan bij dien tegenspoed en werd hij jovel vrijgesproken. Bestrafte bemoeizucht. De 20-jarige zoon van een bollenkweeker te Cast ricum, Anth. de Vr., stoffeerde het verddachten- bankje als gevolg van een watjekou met een stuk hout. Waarmede hij den bollenhandelaar Jac. van Egmond uit Bloemendaal, die kwestie had met zijn vader over een oude schuld, juist niet aangenaam 1 opfrischte. Aangezien er absoluut geen aanleiding bestond voor een dergelijk offensief, probeerde de politie rechter heden jongeheer Toon wat te cultiveeren door het opleggen van ƒ20 boete of 20 dagen. Een schoenmaker die zich niet by zijn leest hield. I De weled. heer Klaas van der Sluis, ingezetene van Dirkshorn, werd op 18 Augustus niet bepaald aangenaam verrast door het bezoek van zijn dorps 1 genoot den 44-jarigen schoenmaker Joh. D., die met een pyramidaal stuk in zijn billen ongevraagd de keuken der familie van der S. binnendrong en daar begon op te scheppen over het feit, dat des schoenmakers huishoudster tegen zijn zin in de wo ning van van der S. vertoefde. De bewoners niet gesteld op verdere conversatie, werkten den be schonken dienaar van St. Crispinus en ook Bacchus de keukendeur uit, waarbij een opgewekte worste ling ontstond en van der Sluis een tik op zijn fi- zelafasie bekwam. Ook mej. van der S., toeschie tend op het ontstane lawaai ontving een lik uit de pan. De schoenmaker die inmiddels zijn zaken in Dikrshorn heeft geliquideerd en met zijn 5 kooters j naar Alkmaar is getrokken alwaar hij op de Ou- degracht een krotje bewoond, stond heden wegens mishandeling terecht en werd met vrijspraak van I de peuter aan mej. van der S. geoffreerd, veroor deeld tot 15 boete of 15 dagen. De emmer opnieuw omgetrapt. i De 23-jarige P. J. V., een jongmensch te den Hel- i der, dat door de gunst van den politierechter on- j langs wegens winkeldiefstal voorwaardelijk was I veroordeeld, heeft deze genadige behandeling al zeer onbehoorlijk vergolden, door op 7 Augustus op nieuw zich te vergrijpen aan het eigendom van een rijwielplaatje te stelen van het rijwiel van den reiziger Visser uit Bolsward, geplaatst in de berg plaats van zijn logement. De hervallen zondaar he den terecht staande had het natuurlijk hard te verantwoorden. Niet alleen werd hij door den over zooveel zwarten ondank verbolgen politierechter veroordeeld tot 2 maanden onvoorwaardelijke ge vangenisstraf doch vermoedelijk zal een tenuitvoer legging van de voorwaardelijke straf ook niet uit blijven. Het slot van den Hoef in opschudding. Op den hoogen feestdag van Maria Hemelvaart op 15 Augustus achtte de heer Jan de Waard, in woner van Egmond Binnen, van beroep handelaar in ons onbekende artikelen, het oorbaar zijn Zon dagsrust ook eens door te brengen in het bekende café „Het Slot van den Hoef" de voornaamste drank pagode in de gemeente. Bij de betaling der ge maakte vertering want de W. had natuurlijk niet op een droogje gezeten, ontstond heibel met den caféhouder Sjouke K., een driftige Fries, welke twist zoo hoog liep, dat Jacob Sjoukes stevige 22- jarige zoon dienstdoend kellner, meende ook han delend te moeten optreden en de Waard de gelag kamer uithanneste met de niet te versmaden hulp van een biljartkeu. Toen echter de Waard ondanks de ondergane minder aangename bejegening toch weer met roerende aanhankelijkheid in het lokaal verscheen begroette papa K. hem met eenige bier glazen waarmede hij den onwelkomen bezoeker be kogelde. Als resultaat van deze eenigszins ongewo ne verdrijvingsmiddelen, verscheen Dinsdag de hh. S. en J. K. als verdachten voor den politierechter Papa Sjouke deed in hoofdzaak het woord doch zijn welsprekendheid had niet de kracht hem of zijn zoon vrij te pleiten. De heer Jacob, zoon van Sjouke, werd als voornaamste schuldige tot 25 boete of 25 dagen en pap tot ƒ20 boete of 20 da- ,gen veroordeeld. Het versnelde Zondagsch hoedje van de Waard werd na eenig gemarchandeer ge taxeerd op ƒ2 en zal de heer K. Senior ook dit be 93) Die eenzame wandelaar hield ten slotte halt voor 't hek, dat tot de villa Savanne behoorde. Hij wilde het openen doch het bleek gesloten. Toen haalde hij een sleutel uit' zijn zak en zonder eenige. moeite en zonder eenig gedruisch deed hij het slot en vervolgens het hek open. Toen hij in het park gekomen was, deed hij 't hek weer dicht en nam zijn sleutel mede. Hij bleef enkele oogenblikken, zijn adem inhoudend, op lettend toeluisteren. 'tW.as overal even stil. Zeer behoedzaam loopend richtte hij zijn schreden naar het tuinhuisje. Hij vond daarvan de deur niet eens afgesloten. „Groote goden, wat is die rechter van instructie een ezel!" mompelde hij. „In de eerste plaats om zijn voornaamste getuige van de misdaad van Saint Ouen op zijn erf te laten behandelen en dan om niet te zorgen, dat zij daar beter wordt bewaakt." Hij kwam in het tuinhuisje en trok de deur achter zich toe, want daarbinnen brandde licht, al was 't dan ook maar een nachtlampje. De nachtelijke insluiper kwam in een vrij aar dig ingericht vertrek met een dubbele deur die geopend stond. Achter die deur was een trap met slechts drie treden en daarmede kwam men in een soort van opkamertje, waar het nacht lichtje brandde. Daar stond "ook een ledikant en op dat ledikant, ternauwernood toegedekt, want het was zeer warm, lag Martha Sollier in diepen slaap verzonken. De nachtelijke indringer ging de drie treden op, naderde het bed en legde den wijsvinger van zijn rechterhand op het hoofd van 't slapende kind, dat een rilling door de leden voer. De drukking van den vingertop werd sterker en met een zeer zwaar, maar ook tevens zeer ge dempt geluid, zeide de man tegen Martha's oor: „Je zult niet wakker worden 1' Het kind bewoog zich niet meer. ./Slaap je nog vroeg hij toen. „Ja," stamelde Martha. „Versta je mij nog in je slaap," vroeg de man opnieuw en daarop volgde wederom het bevesti gend antwoord. „Ben je gereed mij te gehoorzamen?" (We derom een zenuwtrekking, doch ditmaal geen: ant woord. Op bevelenden toon klonk het verder: „Je zult mij gehoorzamen, ik wil het zoo." „Ik zal gehoorzamen," antwoordde Martha's stem, zwak als een ademtocht. „Goed. Sta op en kleed je aan." Ónder den machtigen wil van den hypnotiseur, in wien onze lezers reeds O'Brien hebben herkend, gesuggesteerd door een onwederstaanbaar geweld, geheel onwetend omtrent eigen doen en laten, stond inderdaad het meisje op en begon zich aan te kleeden, juist op dezelfde wijze als zij dat in wakenden toestand placht te doen. „.Nu wordt mijn gedachte uw gedachte!" zeide O'Brien steeds zacht en sprekend op een zon derling-gebiedenden toon. „Is 't gebeurd?" ,JJa, wat u wilt, dat ik denken moet, zal ik denken." „Verlaat dit huis." Martha daalde de drie treden af en ging naar buiten, op den voet door den Ierschen Amerikaan gevolgd. ,/Doe de deur achter je dicht." Martha gehoorzaamde. ,jDbe open het tuinhek, dat op de Marne uit komt, je weet waar de sleutel is." Martha ging in de schuur van de tuingereed schappen, haalde er den sleutel uit, die zij zelf daar, na het roeitochtje met Henri Savanne, aan een spijker had opgehangen, en wachtte, toen zij 't hek geopend had, stilstaande nieuwe beve len af. „Kom mee," zeide O'Brien en trek' het hek dicht zonder het op slot te doen. Dezelfde lijdelijke gehoorzaamheid. „Volg mij nu!" Hij liep voort en Martha volgde hem als een hond. „Herinner u den weg, dien je loopt," gebood hij. „Ik wil het zoo." „Ik zal u den weg herinneren." Ze liepen een heel eind voort. Tot op twintig passen van den spoorbrug over de Marne gena derd zijnde ging O'Brien de met planken belegde trap op, die in den dijk was uitgehouwen en vervolgens, boven langs dien dijk gaande, be reikte hij de brug, steeds door Martha, in haar magnetischen slaap, op den voet gevolgd. Bij de brug gekomen, beval de magnetiseur: „Hierop!" Maar 't kind scheen te aarzelen. Hij legde zijn hand tusschen de schouderbladen van zijn sujet en sprak op ruwen toon: „Gehoor zaam Martha ging de brug op en O'Brien liep naast haar. Nagenoeg halverwege op de brug gekomen, bleef O'Brien staan, M'artha eveneens. Toen had het volgende gesprek plaats, als 't Laat hij dat niet meer lappen. Een alleronhebbelijkste kwajongensstreek feitelijk nog veel erger, werd op 25 Augustus gepleegd dooi den 26-jarigen losarbeider Petrus Theodorus K. te Heerhugowaard. Het was kermis in de gemeente en misschien lag Piet in het malsche gras van den Huigendijk zijn roes zoo'n beetje uit te maffen, maar in elk gevaar was hij klaar wakker, toen 2 jonge meisjes hem op de fiets voorbij reden. Hij vloog althans zonder eenig motief overeind en scheurde een der meisjes uit het gezin Hittema van de fiets wierp haar op den grond en stompte het hevig verschrikte kind dat zich krachtig te weer stelde en den woesteling gevoelig in den vinger beet, hevig voor de maag. Met gescheurde kleeren en een vernielde bril kwam het arme kind hevig ontdaan thuis, Aangifte werd gedaan en heden stond de malle Piet terecht. Hij trachtte er zich met het overbekende smoesje, dat hij niet meer wist wat hij gedaan had, af te maken, maar dat zat hem niet glad. Hoewel gelukkig voor Piet, niet na der was gebleken, dat hij andere nog veel gemeener bedoeling bij hem had voorgezeten,, noemde de of ficier het gebeurde toch ernstig genoeg om 1 maand en 14 dagen gevangenisstraf te requireeren. De po litierechter was echter wat milder gestemd en wij zigde deze straf in j 50 boete of 50 dagen. Die mocht van geluk spreken. De gehuwde arbeider Jacob S. uit Bergen ver vulde op 16 Juli te Schoorldam ter gelegenheid van de kermis in het café en danssalon van den heer J. Spaans de functie van bureaulist en was hij be last met den verkoop der entreekaartjes aan dans- lustige kermisklanten. Het moet echter met leed wezen worden gezegd, dat Jaap die taak niet ge heel onberispelijk vervulde, welke conclusie moet worden getrokken uit zijn optreden als verdachte voor den politierechter, terzake het achteroverdruk ken van 3 kwartjes, door hem ontvangen en niet verantwoord. Deze 3 kwartjes had hij geannexeerd voor een eventueele lafenis in den vorm van een potje bier. Het was echter een kostbare manipula tie, daar de officier niet minder dan ƒ50 boete of 50 dagen vorderde. Mr. Judell van Bergen, die verdachte juridischen steun verleende, toonde zich op de hem eigene vrij moedige wijze een bewonderaar van het gebaar, voor een onnoozele drie kwartjes, de geheele justi- tioneele machine in volle werking te stellen en hem ook nog van zijn kostbaren tijd te berooven. voorts becritiseerde verdediger den caféhouder, die 14.75 van verdachte had verlangd als voorwaarde dat aan de zaak geen verder gevolg zou worden gegeven. Voorts ontstond nog een tamelijk stekelig deoat tusschen parket en balie, over de respectieve tegenstrijdige opvattingen der juridische duellisten tot de politierechter den gordiaanschen knoop door hakte en Jaap veroordeelde tot 20 boete of 20 da gen. Lief en leed in het huisgezin. De te Alkmaar wonende heer C. Severljn, woonde in volmaakt geluk samen met de ega Van den pol derwerker Izaak B., tot op Zondag 25 Augustus deze huiselijke idylle plots wreed werd verstoord, door de verschijning van denvoormaligen ecntge- noot, die na zich te hebben geprepareerd door con sumptie van eenige pittige borrels, thans een be zoek bracht met het nobele doel, zijn kind eens te zien. De visite had nogal een ontstuimig verloop, zoodat tenslotte de polderwerker afscheid nam onder het uitbulderen van een flinken knoop geaccompagneerd door het inslaan van een glas ruit. Voor deze vernieling werd Izak die thans on zichtbaar bleef veroordeeld tot 10 boete of 10 da gen. Een die al meer met dat watertje voor den dokter was geweest. Ter gelegenheid van de kermis te Wervershoof (de kanker van het volksbestaan ten plattelande zou de officier zeggen) in den nacht van 18 op 19 I een gesprek heeten mag: „Doe je oogen open en I zie toe!" I „(Beloof me, dat je je alles herinneren zult!" „Ik zal mij alles herinneren!" j In de verte sloeg'een klok! in de diepe stilte des nachts. „Tel de slagen," "beval de magnetiseur en het kind telde van één tot twaalf... „Twaalf uur," j sprak zij toen. „Morgen op ditzelfde uur van middernacht 1 moet je hier zijn'met je grootmoeder." 1 Het kind huiverde zichtbaar, van 'top tot teen. j „Met grootmoeder? Neen!" I „Je zult mij gehoorzamen. Ik wil het zoo." j „Waarom moet ik met haar hierheen komen?" „Om haar te laten, genezen door Heri Savanne, j Maar zij mag niet weten, waar je haar heen brengt." i „Als grootmoeder weigert." i „Ben je verstandig genoeg om haar te overtui- I gen, dat het tot haar bestwil is." ,,'Neen." j De magnetiseur drukte zijn duim tegen het voorhoofd van de kleine Martha: „Je mag geen anderen wil hebben dan mijn wil. Zult ge gehoor- I zamen?" I „(Welnu, ja dan," stamelde de kleine, geheel j onder den invloed van de raadselachtige macht, j „Morgen, hoort ge, morgen op ditzelfde uur I volgt ge dezen zelfden weg. Je blijft stilstaan met je grootmoeder, waar je nu stil staat. Dan doe je de oogen dicht en ziet niets meer van wat er verder gebeuren zal." j „Ik zal m'n oogen dicht doen en niets meer zien." „Je zult niet luisteren, je zult niets meer i hooren. j „Noen." „i'tls goed. Keer terug naar het tuinhuisje slaap daar je natuurlijken slaap, wordt als het dag is, op je gewone uur wakker. Ga ook morgen j avond op je gewonen tijd naar bed en sta niet i eer op, voor de tijd daar is om mij te gehoorza- i men." j De arme Martha keerde op hare schreden terug en liep als een slaapwandelares, wat zij nu door O'Briens .wil inderdaad geworden was, weder naar het hek van Savanne's tuin, dat op den weg langs de Marne uitkwam. O'Brien volgde alle hare bewegingen, glim- j lachend in zich zelf, trotsch op zijn macht, ver- j heugd omdat hij dat wonder had ontdekt, j Toen Martha goed en wel binnen was en het I tuinhek had afgesloten, den sleutel er van opge- hangen, begaf O'Brien zich naar het optrekje, dat hij onder den naam van Nelson had afge- - Augustus miste mej. A. Dekker, een schoone uit Andijk bij het vertrek uit de dansgelegenheid waar zij zich aangenaam had verstrooid haar regenman tel. Een ingesteld onderzoek bracht aan het licht dat zekere heer P. J. F. B. zich dit kleedingstuk wederrechtelijk had toegeëigend. Nu hij werd er ook volkomen toe in staat geacht en stond in veler lei opzichten zoo ongunstig bekend dat hij heden tot niet minder dan 2 maanden celsolo werd vor- oordeeld. Iemand die vliegen met azijn wilde vangen, De caféhouder Jan S. te Nieuwe Niedorp het le venslicht aanschouwd hebbende, bezit blijkbaar nog niet den tact op behoorlijke wijze om te gaan met de politie-agenten, die zijn drankzaakje moe ten controleeren. Het gebéurt zeker nogal eens, dat hij de wets voorschriften, waarmede een kastelein rijkelijk be strooid wordt, verwaarloost en dan is hij op een controlebezoek niet bijster gecharmeerd. Dit onder vond ook in den nacht van 2 op 3 September toen werd verondersteld, dat de 'heer L. na sluitingstijd meer personen gastvrijheid verleende,den nestor v. het politiecorps de hoofdagent Jan Overeen, die door den caféhouder op zoodanige wijze werd beje gend, dat hij het voor zijn ambtseer noodzakelijk achtte proces verbaal op te maken. Het bleef bij schelden, wat dan ook met het oog op den zwaren lichaamsbouw van zjwaar gewicht bokser, die de oude Hermandadsdienaar vertoont, ook wel raad zaam was. De beleedigingen werden echter ook niet cadeau gedaan en de caféhouder veroordeeld tot 25 boete of 25 dagen. De goedkoope ranjalikker in den knel. In den nacht van 26 op 27 Augustus werd te Bo venkarspel genoegelijk feest gevierd en was ook aanwezig ean tombola zonder nieten, die misschien minister Donner een doodschrik op het lijf had ge jaagd, doch den minder scrupuleuzen timmerman E. Braak meer welgevallig was vooral ook, omdat hij een flesch ranja won. Ongelukkig echter was ook de 18-jarige werkman Joh. Joz. den D. verliefd op deze flesch ranja en maakte deze brutale snijboon van een gunstige gele genheid gebruik de flesch weg te kapen en des tim mermans genot te vergallen. Boontje komt echter om zijn loontje dat heden het gaplustige ventje werd toebedeeld in den vorm van ƒ15 boete of 15 dagen. Een miserabel klein muisje dat een heel leelijk staartje had. De landbouwer Piet B. stond terecht als laatste der Mohikanen, omdat hij op 3 September te Lut- jebroek den veehouder Cornells Mantel een opdof fer zou hebben toegediend, zoo oogenschijnlijk een ding van niks een snertzaak. zou men zoo zeggen, En dat was het ook want Mantel was Dinsdag zoo lekker als kip. Uit dit onbeduidende standje werd echter een zaak gebroeid die voor den betrokken persoon heel wat ernstiger gevolgen kan hebben En dat was voor den jongeren broer van den ver dachte Piet B., Jan, die als getuige a decharge onder eede verklaarde, dat niet zijn broer maar hij Mantel had geslagen nadat hij vooraf met hem woorden had gewisseld over een oude schuld. Deze verklaring was in lijnrechten strijd met de opga ven van Mantel en den chauffeur Kooyman, die beiden beweerden dat Piet had geslagen en niet Jan. Deze strijder voor broers onschuld werd nu duchtig onder handen genomen en hij werd toen zoo zenuwachtig, dat hij in angstzweet badend, van zijn nachttafeltje sukkelde en door deurwaarder en veldwachter moest worden opgeraapt terwijl de persrepresentant, kerels die men overal voor kan gebruiken, een glas water aansjouwden ter kalmee ring. Nadat Jan weer wat was opgekikkerd werd hem het proces verbaal van zijn verklaring voor gelezen, behoudens eenige rectificaties bleef hij daarbij en teekende hij den cheque die als het te genloopt goed is voor eenige maanden (minstens) vrij logies en pension in het rusthuis „Bruine- boonenlust." Door al dat gemier echter met die verdenking van loensche sjoefe (bargoensch voor meineed) was het al pikdonker toen de zitting werd gesloten. huurd." Den volgenden morgen stond Martha op het gewone uur op, wel vermoeid en zonderling afge tobd, maar nochtans zonder zich iets te herin neren van 't geen er in den afgeloopen nacht met haar gebeurd was. Zij zorgde voor grootmoeder als gewoonlijk, ja, misschien met nog grooter teederheid dan anders. Om negen uur kwam Henri, gelijk hij 't el- ken dag deed, de oogen der blinde vrouw met zalf insmeeren. „Het gaat uitstekend, moedertje," sprak hij op blijden toon. „Morgen zullen wij zeker tot een andere voorbereidende behandeling kunnen over gaan, als er vandaag nog maar goed gezalfd worclt. Ik kan dat tot mijn spijt niet zelf doen, daar ik den heelen' dag te Parijs moet blijven en van avond eerst heel laat denk thuis te komen, maar Martha, die 't al een paar keer gedaani heeft, kan 't even goed als ik, niet waar, zusje? Denk er aan, van middag om twaalf uur en dan van avond tegen donker nog eens." „Zeker, zeker, ik zal 't wat netjes doen, daar kunt ge gerust op zijn." De dag verliep verder zonder dat er iets bizon- ders voorviel, maar we mogen nochtans niet on vermeld laten, dat de kleine zich zeer zenuwach tig gevoelde, hoewel zij niet wist, waaraan die zenuwachtigheid te moeten toeschrijven, evenmin als zij iets wist van de ontzettende taak, die zij tegen middernacht te vervullen had. (Om negen uur ging zij, na grootmoeder ver zorgd te hebben, naar bed en sliep dadelijk in, zooals de magnetiseur het haar bevolen had; Om elf uur begon de suggestie haar werk. Uit haar natuurlijken slaap geraakte Martha in een toestand van somnabulisme, volkomen hel- der-ziende. Zij stond op, kleedde zich aan en stak aan 't nachtlichtje een kaars op. Toen ging zij een trapje op en wekte grootmoeder: „Gauw, gauw, je moet opstaan, grootmoeder! Mijnheer Henri i s hier geweest omf te zeggen, dat u bij hem zou komen, 'tls voor uw herstel." „Maar, kindlief, het komt me voor, dat ik nauwelijks geslapen heb," zeide de uit haar slui mering gewekte Veronica. „Hoe laat is 't dan?" „Al over tienen. We moeten ons haasten. Mijn heer Henri wacht." Steeds zonder te weten dat zij het deed, steeds onder - den invloed der suggestie, hielp zij de blinde vrouw bij 't aankleeden. 'tWas spoedig genoeg gedaan. Martha nam de blinde vrouw bij de hand en leidde haar de trap af, blies de kaars uit, en ging met haar het tuinhuisje ruit.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1929 | | pagina 6