Zaterdag ie Kooeiber 1929 Liefde en Misdeed Buitenlandsch Overzicht Be Moord van Saint-Ouen. aÉëüP ru;u.: De Fransche Hugenbergs. Anti-fascisti sche redevoeringen. De nieuwe genera tie zalheroveren. Ontvangst van de nieuwe Fransche regeering. Briand ver dedigt zijn politiek. De ontruiming van het Rijnland. De Engelsch-Russische be trekkingen. - Betaling der schulden. - Wat „erkenning" van een regeering beteekent. De Engelsche mijnkwestie. Afschaf fing van de doodstraf. De wapenstil- stadsdag. De Boerenunie opgericht voor heel Europa. Een unicum op het gebied der werkloosheiduitkeering. Zooals bekend is, heeft een deel van het Duit- sche volk, en blijkens de talrijke inschrijvingen voor het Volksbegehren niet aoo'n heel gering deel, heel wat tegen op de buitenlandsche politiek, wel ke de Duitsche regeering gevoerd heeft met betrek king tot het plan Young en de op de Haagsche con ferentie genomen besluiten. Zelfs een Duitsche re geering kan het niet iederen Duitscher naar den zin maken. Doch, genoeg hierover. Wat de Hugen bergs willen mag als bekend worden verondersteld. Doch. de Hugenbergs staan niet alleen en het stre ven naar pacificatie en verzoening ondervindt niet alleen in sommige Duitsche kringen tegenstand. Ook in Frankrijk doen zich stemmen hooren, die ten slotte van al die vredesgeluiden en gebaren niets willen weten. Er bestaat in Frankrijk een vereeni- ging van oud-officieren, die blijkbaar over de pa- cificistische plannen al heel weinig gesticht zijn. Eenige dagen geleden is een vergadering gehouden waarin een oud-commandant van een der legercorp sen het woord voerde over „het verlies van het pand aan den Rijn." Hij betoogde o.m. dat het on derpand dat de Franscljen in de Rijnbezetting had den onvoorwaardelijk is prijsgegeven en hij sprak over de noodzakelijkheid van het bezet houden der bruggehoofden, met het oog op een door hem mo gelijk binnen vallen van de goed geoefende gehei me Duitsche troepen. De generaal in kwestie blijkt dus aan de ontwapening van Duitschland in geen geval te gelooven. Een andere spreker had het ter vergadering over „den eeuwigen vijand" Duitsch- la nd. En aan de toezegging van de ontruiming van het Rijnland ontleende hij de mogelijke verwach- tnig, dat gevraagd zal worden te eeniger tijd of Frankrijk nog niet meer zal willen ontruimen, bij voorbeeld ook het Saargebeid, Elzas Lotharingen enz De laatstbedoelde redenaar moet zijn betoog be sloten hebben met de opmerking, dat er reeds een nieuwe generatie is, die eens zal heroveren wat door Frankrijk verloren is. Dat ziet er prettiguit. Het is ons niet bekend of de hier aangehaalde anti-fas cistische sphrekers, evenals Hugenberg eenige millioenen medestanders achter zich hebben. Wat ze niet hebben zouden ze met wat propaganda mis schien kunnen krijgen. Met het oog hierop is het zeker van belang, zouden we zeggen, dat de Haag sche besluiten toch binnen niet al te langen tijd haar volledig beslag krijgen en dat de verzoening tusschen Frankrijk en Duitschland zoover die dan door en tengevolge der Haagsche besluiten moge gaan een feit zal worden en in elk geval aan de overzijde van den Rijn, in Duitschland als een bewijs aanvaard zal mogen worden, dat de Fransche Hugenbergs althans niet te beschouwen zijn als de spreekbuis van de Fransche regeering. Onmogelijk is het intusschen niet, dat de uitingen van de Fransche oud-officieren organisatie hier en daar een beetje kwaad bloed zetten, evengoed als de Hugenbergsche actie in Frankrijk niet onopge merkt en niet onbesproken voorbijgegaan is. De nieuwe Fransche regeering is met meer wel willendheid door de kamer ontvangen dan men verwacht had. De Fransche premier, minister Tar- dieu heeft met zijn regeeringsverklaring nogal suc ces gehad en hij heeft, wat men noemt een krach tig geluid laten hooren. Briand minister van Bui tenlandsche zaken heeft een verdediging van de door hem gevolgde politiek gegeven. Aangenomen mag worden, dat het den tegenstanders, speciaal hen, die het vorige kabinet hielpen omver werpen, in hoofdzaak om die verdediging te doen geweest is. En, dat Briand thans zijn politiek heeft bloot- 97) Robert zag het groote pakket, dat naast den magnetiseur op ©en stoel lag. „Wat is dat?" vroeg hij. „En compleet jongenscostuum, Robert! Je be grijpt wel waarom." „Natuurlijk! Als, wat niet waarschijnlijk is het signalement van 't vermiste meisje reeds is bekend gemaakt, zal niemand achtslaan op zoo'n jongen. Goed gevonden, vriendlief!" De twee vrienden scheidden met een handdruk. Opgewekt keerde Robert terug naar Neuilly en O'Brien dacht aan Martha, 't Was inmiddels een uur geworden. Hij nam een plaats biljet voor la Bastille. Wij willen, al reist hij ook per spoor, hem voor zijn, in 't park van Saint Maur. Hetzij dat de z.g. natuurlijke slaap niet bij [Martha, volgens 't verlangen van den magneti- seui r^vas ingetreden, hetzij dat het bevel tot dien slaap niet met genoegzamen vasten wil was gedaan, hetzij eindelijk, dat het kind onder den invloed van de sterke suggestie van Vrijdag avond verkeerde zooveel is zeker, dat zij dien Zondagmorgen op het gewone klokje ontwaakte. Haar verbazing was groot, toen zij bemerkte, hoe zij geheel gekleed lag op een bed, dat niet het hare was. Zij sloeg een bezorgden blik door 't kale vertrek, dat zij nooit te voren had ge zien en naar 't venster bij de zoldering. Een beklemmend gevoel van 'angst maakte zich van haar meester. Van wat er met haar was ge beurd of van hetgeen zij zelve had gedaan, bezat zif zelfs niet de flauwste herinnering. „[Mijn God, waar ben ik hier?" vroeg zij be vend. Zij liep op de deur toe, 'maar die was afge sloten. Zij sloeg een blik naar 't venster, maar dat was ver boven haar bereik. „Zit ik hier voor straf? Maar ik heb niets kwaads gedaan en ik weet ook niet, wie mij zoo hard behandelen zou. Gistermiddag en gisteravond heb ik in de plaats van mijnheer Henri grootmoeders oogen gezalfd. Ik ben op mijn tijd naar bed gegaan, dadelijk in slaap gevallen en nu zit ik hier." Het angstzweet brak haar uit. Zij riep beur- gelegd is wellicht te beschouwen als een concessie, waartoe hij kort voor zijn aftreden niet bereid bleek Tardieu heeft er o.m. op gewezen, dat de 30 Juni 1930 als ontruimingsdatum niet per sé gehandhaafd kan blijven. De volledige ontruiming van het Rijn land blijft afhankelijk va nde wijze, waarop de Duitschers de door hen gedane toezeggingen zullen nakomen. De Engelsche regeering heeft zoo het een en an der te stellen, vooral met diegenen, die het zich een plicht achten van haar te blijven eischen, wat in de verkiezingsdagen beloofd werd. Zij is nu in elk ge val zoover gekomen, dat ze geacht kan worden aan eender door de Labourpartij gegeven verkiezingsbe loften te voldoen. De Engelsche regeering toch zal de diplomatieke relaties met Rusland hervatten, die in 1927 werden afgebroken, o.a. in verband met de door Rusland op Engelschen bodem gevoerde com munistische propaganda. Bij de overhandiging van de geloofsbrieven der wederzijdsche gezanten zul len ook de beloften bevestigd worden betreffende de onthouding van beide zijden, van het voeren van propaganda in eikaars land. MacDonald heeft in zijn redevoering nog gezegd, dat de Britsche re geering niet alleen heeft aangedrongen op de voor waarden inzake de propganda, maar ook op de er kenning van alle verplichtingen, welke de kern vor men van beschaafde betrekaingen en daarbij be hoort ook de overeenkomst betreffende de betaling der schulden. En dan heeft MacDonald ook doen uitkomen, met betrekking tot de erkenning van Rusland, dat de erkenning van een regeering, in casu dus de erkenning der Sovjetregeering niet be teekent dat men het eens is met de politieke, socia le of godsdienstige opvattingen der erkende regee- ring, noch dat men bereid is haar bestuursactie te verdedigen. Wat dan ook wel niet van MacDonald of van de door hem gevorderde regeering verwacht zal zijn. De eerste beiagrijke stap tot de Engelsch- Russische toenadering is alzoo gez;et. Deze toena- aering had al heel wat schreden verder kunnen zijn, wanneer niet de propagandakwestle indertijd roet in het eten had gegooid. De Britsche regee- ringsvoorstellen inzake de mijnen behelzen o.m. een wetsontwerp tot vermindering van den werktijd van acht tot zeven en een half uur. De regeering is van meening. dat deze vermindering van werktijd uit gevoerd zal kunnen worden zonder verlaging der loonen. Doch de regeering gaot niet over tot het nemen van een definitieve maatregel om dit te bereiken. Wat dit betreft staat de regeering dus vierkant tegenover de mijneigenaars, naar wier meening de verlaging der loonen onafscheidelijk aan de vermindering der werktijden verbonden zou moeten zijn. Doch, aan den anderen kant wordt door de regeering geen ruggesteun gegeven aan de mijnwerkers, die verhooging van de loonen zouden wenschen. In Engeland is men nu zoover gekomen, dat er stappen gedaan worden om te komen tot de in stelling van een commissie, die tot taak zal hebben onderzoek te doen naar de mogelijkheid van de af- j schaffing van de doodstraf daar te lande. Maandag was het den verjaardag den elfden ver- jaardag van den wapenstilstand tusschen Duitsch- j land en de geallieerden. Gezegd mag worden dat i ook en misschien vooral in het afgeloopen j jaar heel wat gedaan en bereikt is om de geleidelij- i ke ontspanning tusschen de verschillende mogend heden te voltrekken en te bestendigen en den Fran schen en den Duitschen Hugenbergs ten spijt mag ook gezegd worden, dat het afgeloopen jaar veel ten goede verandert heeft, al zal dan in de praktijk de duurzaamheid van wat tot stand kwam nog moe ten blijken. In de verschillende landen is de wapen stilstand min of meer plechtig herdacht, o.a. in j Engeland met de „twee minuten stilte." Al is de door Briand in zekere termen voorge- stelde Europeesche Unie nog niet een feit geworden een Europeesche Unie is er toch gekomen op een speciaal gebied. Tusschen de leiders van verschil lende Europeesche boerenbonden (ook de Neder- landsche boerenbond is er bij) is een Europeesche Boerenunie gesticht. Het hoofdbestuur er van ze telt voorloopig te Berlijn. Het doel van deze Unie j is de samenvoeging en de organisatie van den ge- heelen Europeeschen boerenstand. Zij zal haar streven richten naar de verkrijging van economi- sche zelfstandigheid der boeren. Dat een werklooze arbeider zich door zijn werk loosheid een maandelijksch inkomen van een goede vijfhonderd gulden Hollandsch geld weet te ver schaffen, zal wel een unicum zijn. De Berlijnsche rechter heeft onlangs het geval gehad van iemana, die een stelletje afgestemplde aanmeldingskaarten had weten te bemachtigen en deze met twee en twintig verschillende namen invulde, waarop hij op diverse bureaux zijn ondersteuning telkens op een anderen naam ontving. Nadat hij deze prak tijken zeven maanden had volgehouden, werd hij gesnapt. Het gebrek aan controle der stedelijke au toriteiten werd bij de veroordeeling als verzach tende omstandigheid aangemerkt. Ongelukken Dinsdag werd in een sloot langs den Klokkendijk te Nijverdal het lijk van den 70-jarigen D. L. ge vonden, woonachtig te Notter onder de gemeente Wierden. Vermoedelijk is de oude man door een windvlaag tijdens den storm in de sloot geraakt en verdronken. In de Regentesselaan bij den hoek van de Van Marumstraat te den Haag, is het voor den wagen gespannen paard van den groentenhandelaar J. B. dat voor den winkel van dezen in genoemde laan stond te wachten hevig geschrokken vermoede lijk voor een voorbijwaaiend stuk papier en op hol geslagen. B. trachtte het dier te grijpen, doch kwam onder het paard te vallen en werd door den wagen overreden. De verwondingen welke hij daarbij opliep waren van dien aard dat B. die 49 jaar oud was, vrijwel onmiddellijk na het ongeval stierf. Dinsdagavond is een tweejarig kind van den heer van D. te Naaldwijk in aanraking gekomen met een brandende kachel. Het kind bekwam zoo danige brandwonden, dat het naar het ziekenhuis te den Haag moest worden vervoerd. Op de Nassaukade te Amsterdam is een uit Alkmaar komende auto met een flinke vaart gere den tegen een tramwagen die van de Rozengracht kwam en naar de remise Tollenstraat ging. De be stuurder van de auto werd op straat geslingerd en opgenomen met een ernstige hoofdwonde. Een heer en een dame die in de auto zaten zijn eveneens ge kwetst. De dame aan het hoofd door glasscherven, de heer had een armbreuk. Verder is nog een tram beambte door den schok van het balcon van den tramwagen gevallen. Hij is opgenomen met een hersenschudding en een gebroken been. De vier ge wonden zijn naar het Tesselschade ziekenhuis over gebracht. De auto was geheel vernield. Op den Vlijtschen weg te Apeldoorn heeft 'n droevig ongeluk plaats gehad. Twee Jongetjes kin deren van 4 en 6 jaar oud, waren aan het krijgertje spelen op het erf hunner ouders, de familie M. Plotseling begaf zich de 4-jarige van het erf op den weg, waarop op dat oogenblik een leege vracht auto kwam aangereden. Het kind werd overreden en doodelijk gewond naar het ziekenhuis overge bracht, waar het een paar uur later is overleden. Buitenland DE DUITSCHE EISCHEN DOOR SNOWDEN AFGEWEZEN. De „Times" meldt dat de kanselier van de schat kist officieel aan den Duitschen ambassadeur heeft medegedeeld, dat de eisch van de Duitsche regeering inzake onvoorwaardelijke teruggave aan haar van alle Duitsche particuliere eigendommen, tijdens den oorlog verbeurdverklaard, die nog niet geliqui deerd zijn, niet in overweging kan worden genomen Tn zijn mededeeling aan den ambassadeur zegt Snowden, dat er reeds een ontwerp-overeenkomst over het punt in kwestie is voorbereid in verband met de besprekingen welke op het Britsche depar tement van handel tusschen Britsche en Duitsche deskundigen hebben plaats gevonden. Snwoden geeft te verstaan, dat het in het belang van Duitsch land is, de voorgestelde procedure zoo spoedig mo gelijk te aanvaarden om de tenuitvoerlegging te vergemakkelijken van de aanbevelingen der deskun digen die het plan Young samenstelden. Anders zal de liquidatie der eigendommen welke thans opge schort is om den regeeringen tijd te geven tot over eenstemming te komen, wellicht moeten worden hervat. telings haar grootmoeder en Henri, maar om haar heen bleef alles zoo stil als het graf. Handenwringend begon zij te snikken. Maar er moest iets gedaan, er moest gehandeld wor: den. "Wederom zag zij op naar het hooge raam en toen weder om zich heen. D'aar ontdekte zij een houten krukje in een donkeren hoek, met ©en bak met water er op. Zij begon zich handen en gelaat te verfrisschen, vooral de oogen, die haar in het hoofd schenen te branden. En 'toen dat gedaan was, zette zij Üe aarden bak weg en het kleine bankje onder: 't raam. Zij wipte er op maar kon 'toen nog niet de vensterbank be reiken, al hield ze ook de armen zoo hoog moge lijk uitgestrekt en al ging zij ook op haar teen tjes staan. „Wacht, het bed!" riep zij met koortsachtige gejaagdheid uit. 't Bleek een ijzeren kribbe op rolletjes te zijn, zoodat het Martha niet zoo heel j veel inspanning kostte, die onder het raam te rollen, nadat zij het bankje had weggenomen. Daarop plaatste zij het bankje op het bed en klauterde er boven op. Waarlijk, nu kon zijniet alleen de vensterbank bereiken, maar zelfs naar buiten zien. Zij zag een tuinmuurtje, daarachter een open veld en verderop een boschrand, maar overal was 't ver laten en stil. Zij trommelde met haar vuistjes tegen het glas op 't gevaar af van zich deerlijk te bezeren, maar al 't geweld' dat zij maakte bleef onbeantwoord. Met een gevoel in 't hoofd alsof zij gek moest worden, daalde de kleine Martha van haar stel ling af om opnieuw tegen de deur te bonzen en bij herhaling om grootmoeder te roepen. Eindelijk zonk zij met droge lippen bewuste loos neer op den vuilen, vochtigen, steenen vloer. XXV. De bewusteloosheid van de kleine Martha was van zeer langen duur. Vijf uren achteréén bleef zij roerloos, bijna ademloos liggen. Eindelijk was de crisis voorbij. Het kind open de haar oogen, zag om zich heen en herinnerde zich alles. Met een pijnlijk gevoel door alle leden en mét een brandend hoofd richtte zij zich op. „Ik ben hier gevangen," stamelde zij. „Men heeft mij van grootmoeder weggehaald en op gesloten in dit hok. Mijn God, wat moet er 'van mijne arme blinde grootmoeder worden?" Opeens spande zij zich in om aandachtig te luisteren; heel in de verte meende zij een haar welbekend geluid te hooren. „Neen, ik vergis me niet," sprak ze. „Dat is het orgel van Mag- loire, dat is ons orgel." Daar kreeg het kind een ingeving, waarvan zij alle heil verwachtte: Ze moest een middel vinden om een van die glasruiten te breken. Ze klom op het bed,'hief de kleine tabouret zoo hoog mogelijk op, en een der pooten als hamer gebrui kend, sloeg ze daarmede het glas aan stukken. Toen drong de orgelmuziek nog duidelijker tot- haar door. „Is dat grootmoeder Veronica of is dat Magloi- re?" prevelde zij voor zich heen. „Zooveel is zeker, dat men naar mij zoekt." Martha wilde schreeuwen, om hulp roepen, maar bedacht zich ook weer, daar hij of zij, die het orgel in bewe ging bracht, blijkbaar nog veel te ver weg was om hare stem te kunnen hooren. Met een gemengd gevoel van hoop en angst, bleef zij toeluisteren en moest toen helaas de droevige ervaring opdoen, dat het geluid van het orgel, in plaats van dichter bij te komen, haar al zwakker en zwakker in de ooren klonk. Was dan alles gedaan, moest zij alle-hoop op redding laten varen? Zou ze dan nooit haar grootmoeder en haar vriend Magloire en Henri, haar broeder, mogen wederzien? Het- orgel-geluid verzwakte voor haar meer en i meer en na verloop van twintig bange minuten I hoorde ze hoegenaamd niets meer. „Ze zijn weg," j stamelde de kleine Martha nagenoeg in doods angst. Maar opeens herleefde weer haar hoop. Daar hoorde zij opnieuw de muziek, die thans al nader en nader kwam, en bij die muziek ook een haar welbekende zangstem: Zingt, de tijd is "goed gekozen, Meisjes, jongens, stemt uw lied, Nu gij mooie frissche rozen, [Fin seringen om u ziet!" „De rozen en de seringen, mijn liedje!" mur melde Martha, dronken van blijdschap „en het is Magloire die het zingt!" De zanger, weer iets dichter bij gekomen, ging verder: „Laat geen enkele bloem verwelken, Hoe verscholen tusschen 't groen... Op'nen zij niet hare kelken Voor der vlinders zoeten zoen?" Met haar kristalreine stem begon daarop Mar tha het derde couplet: De Duitsche regeering eischt eveneens de uitbeta ling aan haar van alle surplussen voortvloeiende uit de liquidatie van Duitsche particuliere eigendom men na dekking der verliezen van Britsche parti culieren in Duitschland. Deze eisch wordt door Snowden beslist van de hand gewezen op grond dat hij reeds bij vroegere aangelegenheden is be handeld en hij het onderwerp is geweest van be slissingen van het Haagsche Hof van interpreta tie, ingesteld in verband met het plan Dawes. De brief van Snowden die.gedagteekend is 11 No vember komt overeen met een mededeeling, die hij in October tot den Duitschen ambassadeur richtte en werd opgesteld na overleg met den Britschen mi nister van handel, Met den Duitschen eisch is een bedrag gemoeid van 23.000.000pond sterling. Nieuwstijdingen NEDERL. SPOORWEGEN. Volgens „de Morgen" nemen de Nedrl. Spoorwegen op uitgebreide schaal vergelijkende proeven tot vaststelling van het economisch rendement van de diverse locomotiefseries als trekkracht voor goe derentreinen. Deze proeven worden genomen op het baanvak Susteren-Utrecht met volledig belaste goederentrei nen. Zij zijn samengsteld uit zestig 20-ton wagens en hebben inclusief eigen gewicht een belasting van 1800 ton. De snelheden dezer treinen normaal 30 tot 45 kilometer per uur bedragend worden hierbij opge voerd tot 60 kilometer per uur. LAAG WATER IN DE ZUIDERZEE. Op het eiland Pampus daalde het zeewater Don derdagmiddag tot 1.70 M. beneden A. P., zoodat de scheepvaart gestremd was. Eenige Zuiderzeebooten op weg naar Amsterdam zaten gedurende eenige u- ren onbeweeglijk aan den grond, zoodat zij met vertraging arriveerden. DE MOORDAANSLAG TE SCHIEBROEK. De toestand van den 78-jarigen gewezen ge meenteontvanger J. Vermeulen, slachtoffer van den moordaanslag is vooruitgaande. Volgens de genees kundigen wordt de hoop op levensbehoud steeds grooter, hetgeen zeer zeker van groot belang zal zijn in verband met de behandeling van deze zaak voor de rechtbank. EEN AL TE STRENGE ONDERWIJZER. Dezer dagen heeft, volgens de „N.R.Crt." een on derwijzer van de r. ka. school te Uithoorn een Jon gen van ongeveer 10 jaar een klap gegeven, zoodat hij naar Amsterdam vervoerd moest worden, waar bleek dat de arm gebroken was. BROEDERTWIST. In een der perceelen van de Goröntalostraat (O.) te Amsterdam heeft zich Dinsdagavond een huise lijk drama afgespeeld. Een gezin zat daar in een kamer bijeen toen tusschen eenige zoons over een huiselijke kwestie verschil van meening ontstond. Dit ontaardde in ruzie en schelden toen plotseling een der jongelui in zijn drift een mes greep en hier mede den oudsten zoon stak. De steek vond plaats met een mes, dat op tafel lag. De stoot die in het wilde werd toegebracht trof het slachtoffer in de borst tengevolge waarvan een ernstige wonde ont stond. De politie werd gewaarschuwd de geneeskun dige dienst vervoerde den getroffene, iemand van ongeveer 27-jarigen leeftijd naar het Onze Lieve Vrouwe-gasthuis. De toestand van het slachtoffer is op het oogenblik zeer ernstig. Omtrent den dader, tastte de politie aanvankelijk in het duister. Er kwamen echter aanwijzingen te gen een jongeman van ongeveer 18 jaar en deze werd in den loop van den avond in arrest gesteld. De andere broers zeggen niet te weten wie de steek heeft toegebracht, terwijl de getroffene nog niet gehoord kon worden. Gesprongen Handen Winterhanden Wintervoeten Ruwe Huid „Volgt het voorbeeld brave borsten, Volg dat voorbeeld teedre maagd. Laat de harten niet verdorsten Als het hart naar liefde vraagt. Toen zweeg zij stil om toe te luisteren. Magloire, want hij was het wel, vergezeld van den inspecteur Berthaut en van vier politie-agen- ten, op een dertigtal passen achter hen, meenden reeds Martha's stem te hebben herkend, maar nog zwak, onduidelijk en op grooten afstand. „Ik geloof zeker, dat ik daar het kind heb gehoord," zeide hij tot Berthaut; ,,zij moet zich hier ergens in de buurt bevinden. Waar? Dat zullen wij nu ook wel te weten komen. Mijn in stinct heeft mij het middel aan de hand gedaan om haar weer te vinden." Hij kwam met het orgel weer wat verder in d6 richting, waaruit, volgens, zijne meening, Mar tha's stem tot hem moest zijn doorgedrongen, en begon opnieuw, zeer langzaam spelend en zin gend: „Zingt als 't tijd is om te'zingen, Meisjes, knapen, kind en man, Zingt bij rozen en seringen, Zingt als 't harte jub'len kan." Toen wachtte hij weer, maar behoefd© het ge lukkig niet lang te doen, Martha's stem, thans veel dichterbij en derhalve veel duidelijker, be sloot het liedje: Klinke 'tlied nog in uw grijsheid, 'Voor de blijheid u ontvliedt, Denk aan 's levens les der wijsheid: Slechts de boozen zingen niet. De man met zijn eenen arm' en Berthaut bevon den zich nu vlak bij den tuinmuur van het een zaam en afgelegen optrekje. jjDaar is 't!" riep de inspecteur der veilig heidspolitie uit. „Dank zij uw vernuft, vriend Magloire, hebben wij nu ook het nestje ontdekt." .jMarthaMartha!" rie pMagloire uit, en het kind riep op haar beurt: Magloire, help mij, mijn goede Magloire!" „Moed, kind, we komen je bevrijden." Ém met zijn linkerhand begon hij, alsof er brand ware, de bel van de tuinpoort te laten luiden. „Laat dat maar," voegde Berthaut hem toe; „|als daar, behalve het kind, nog andere men- schen in huis waren, zou men haar 'het zingen en schreeuwen wel hebben belet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1929 | | pagina 3