Zaterdag ie Kooeiber 1929
Liefde en Misdeed
Buitenlandsch Overzicht
Be Moord van Saint-Ouen.
aÉëüP ru;u.:
De Fransche Hugenbergs. Anti-fascisti
sche redevoeringen. De nieuwe genera
tie zalheroveren. Ontvangst van
de nieuwe Fransche regeering. Briand ver
dedigt zijn politiek. De ontruiming van
het Rijnland. De Engelsch-Russische be
trekkingen. - Betaling der schulden. - Wat
„erkenning" van een regeering beteekent.
De Engelsche mijnkwestie. Afschaf
fing van de doodstraf. De wapenstil-
stadsdag. De Boerenunie opgericht voor
heel Europa. Een unicum op het gebied
der werkloosheiduitkeering.
Zooals bekend is, heeft een deel van het Duit-
sche volk, en blijkens de talrijke inschrijvingen
voor het Volksbegehren niet aoo'n heel gering deel,
heel wat tegen op de buitenlandsche politiek, wel
ke de Duitsche regeering gevoerd heeft met betrek
king tot het plan Young en de op de Haagsche con
ferentie genomen besluiten. Zelfs een Duitsche re
geering kan het niet iederen Duitscher naar den
zin maken. Doch, genoeg hierover. Wat de Hugen
bergs willen mag als bekend worden verondersteld.
Doch. de Hugenbergs staan niet alleen en het stre
ven naar pacificatie en verzoening ondervindt niet
alleen in sommige Duitsche kringen tegenstand.
Ook in Frankrijk doen zich stemmen hooren, die ten
slotte van al die vredesgeluiden en gebaren niets
willen weten. Er bestaat in Frankrijk een vereeni-
ging van oud-officieren, die blijkbaar over de pa-
cificistische plannen al heel weinig gesticht zijn.
Eenige dagen geleden is een vergadering gehouden
waarin een oud-commandant van een der legercorp
sen het woord voerde over „het verlies van het
pand aan den Rijn." Hij betoogde o.m. dat het on
derpand dat de Franscljen in de Rijnbezetting had
den onvoorwaardelijk is prijsgegeven en hij sprak
over de noodzakelijkheid van het bezet houden der
bruggehoofden, met het oog op een door hem mo
gelijk binnen vallen van de goed geoefende gehei
me Duitsche troepen. De generaal in kwestie blijkt
dus aan de ontwapening van Duitschland in geen
geval te gelooven. Een andere spreker had het ter
vergadering over „den eeuwigen vijand" Duitsch-
la nd. En aan de toezegging van de ontruiming van
het Rijnland ontleende hij de mogelijke verwach-
tnig, dat gevraagd zal worden te eeniger tijd of
Frankrijk nog niet meer zal willen ontruimen, bij
voorbeeld ook het Saargebeid, Elzas Lotharingen enz
De laatstbedoelde redenaar moet zijn betoog be
sloten hebben met de opmerking, dat er reeds een
nieuwe generatie is, die eens zal heroveren wat door
Frankrijk verloren is. Dat ziet er prettiguit. Het is
ons niet bekend of de hier aangehaalde anti-fas
cistische sphrekers, evenals Hugenberg eenige
millioenen medestanders achter zich hebben. Wat
ze niet hebben zouden ze met wat propaganda mis
schien kunnen krijgen. Met het oog hierop is het
zeker van belang, zouden we zeggen, dat de Haag
sche besluiten toch binnen niet al te langen tijd
haar volledig beslag krijgen en dat de verzoening
tusschen Frankrijk en Duitschland zoover die
dan door en tengevolge der Haagsche besluiten
moge gaan een feit zal worden en in elk geval
aan de overzijde van den Rijn, in Duitschland als
een bewijs aanvaard zal mogen worden, dat de
Fransche Hugenbergs althans niet te beschouwen
zijn als de spreekbuis van de Fransche regeering.
Onmogelijk is het intusschen niet, dat de uitingen
van de Fransche oud-officieren organisatie hier en
daar een beetje kwaad bloed zetten, evengoed als
de Hugenbergsche actie in Frankrijk niet onopge
merkt en niet onbesproken voorbijgegaan is.
De nieuwe Fransche regeering is met meer wel
willendheid door de kamer ontvangen dan men
verwacht had. De Fransche premier, minister Tar-
dieu heeft met zijn regeeringsverklaring nogal suc
ces gehad en hij heeft, wat men noemt een krach
tig geluid laten hooren. Briand minister van Bui
tenlandsche zaken heeft een verdediging van de
door hem gevolgde politiek gegeven. Aangenomen
mag worden, dat het den tegenstanders, speciaal
hen, die het vorige kabinet hielpen omver werpen,
in hoofdzaak om die verdediging te doen geweest
is. En, dat Briand thans zijn politiek heeft bloot-
97)
Robert zag het groote pakket, dat naast den
magnetiseur op ©en stoel lag. „Wat is dat?"
vroeg hij.
„En compleet jongenscostuum, Robert! Je be
grijpt wel waarom."
„Natuurlijk! Als, wat niet waarschijnlijk is
het signalement van 't vermiste meisje reeds is
bekend gemaakt, zal niemand achtslaan op zoo'n
jongen. Goed gevonden, vriendlief!"
De twee vrienden scheidden met een handdruk.
Opgewekt keerde Robert terug naar Neuilly en
O'Brien dacht aan Martha, 't Was inmiddels een
uur geworden. Hij nam een plaats biljet voor la
Bastille.
Wij willen, al reist hij ook per spoor, hem voor
zijn, in 't park van Saint Maur.
Hetzij dat de z.g. natuurlijke slaap niet bij
[Martha, volgens 't verlangen van den magneti-
seui r^vas ingetreden, hetzij dat het bevel tot
dien slaap niet met genoegzamen vasten wil
was gedaan, hetzij eindelijk, dat het kind onder
den invloed van de sterke suggestie van Vrijdag
avond verkeerde zooveel is zeker, dat zij dien
Zondagmorgen op het gewone klokje ontwaakte.
Haar verbazing was groot, toen zij bemerkte,
hoe zij geheel gekleed lag op een bed, dat niet
het hare was. Zij sloeg een bezorgden blik door
't kale vertrek, dat zij nooit te voren had ge
zien en naar 't venster bij de zoldering.
Een beklemmend gevoel van 'angst maakte zich
van haar meester. Van wat er met haar was ge
beurd of van hetgeen zij zelve had gedaan, bezat
zif zelfs niet de flauwste herinnering.
„[Mijn God, waar ben ik hier?" vroeg zij be
vend. Zij liep op de deur toe, 'maar die was afge
sloten.
Zij sloeg een blik naar 't venster, maar dat
was ver boven haar bereik. „Zit ik hier voor
straf? Maar ik heb niets kwaads gedaan en ik
weet ook niet, wie mij zoo hard behandelen zou.
Gistermiddag en gisteravond heb ik in de plaats
van mijnheer Henri grootmoeders oogen gezalfd.
Ik ben op mijn tijd naar bed gegaan, dadelijk in
slaap gevallen en nu zit ik hier."
Het angstzweet brak haar uit. Zij riep beur-
gelegd is wellicht te beschouwen als een concessie,
waartoe hij kort voor zijn aftreden niet bereid bleek
Tardieu heeft er o.m. op gewezen, dat de 30 Juni
1930 als ontruimingsdatum niet per sé gehandhaafd
kan blijven. De volledige ontruiming van het Rijn
land blijft afhankelijk va nde wijze, waarop de
Duitschers de door hen gedane toezeggingen zullen
nakomen.
De Engelsche regeering heeft zoo het een en an
der te stellen, vooral met diegenen, die het zich een
plicht achten van haar te blijven eischen, wat in de
verkiezingsdagen beloofd werd. Zij is nu in elk ge
val zoover gekomen, dat ze geacht kan worden aan
eender door de Labourpartij gegeven verkiezingsbe
loften te voldoen. De Engelsche regeering toch zal
de diplomatieke relaties met Rusland hervatten, die
in 1927 werden afgebroken, o.a. in verband met de
door Rusland op Engelschen bodem gevoerde com
munistische propaganda. Bij de overhandiging van
de geloofsbrieven der wederzijdsche gezanten zul
len ook de beloften bevestigd worden betreffende
de onthouding van beide zijden, van het voeren
van propaganda in eikaars land. MacDonald heeft
in zijn redevoering nog gezegd, dat de Britsche re
geering niet alleen heeft aangedrongen op de voor
waarden inzake de propganda, maar ook op de er
kenning van alle verplichtingen, welke de kern vor
men van beschaafde betrekaingen en daarbij be
hoort ook de overeenkomst betreffende de betaling
der schulden. En dan heeft MacDonald ook doen
uitkomen, met betrekking tot de erkenning van
Rusland, dat de erkenning van een regeering, in
casu dus de erkenning der Sovjetregeering niet be
teekent dat men het eens is met de politieke, socia
le of godsdienstige opvattingen der erkende regee-
ring, noch dat men bereid is haar bestuursactie te
verdedigen. Wat dan ook wel niet van MacDonald
of van de door hem gevorderde regeering verwacht
zal zijn. De eerste beiagrijke stap tot de Engelsch-
Russische toenadering is alzoo gez;et. Deze toena-
aering had al heel wat schreden verder kunnen
zijn, wanneer niet de propagandakwestle indertijd
roet in het eten had gegooid. De Britsche regee-
ringsvoorstellen inzake de mijnen behelzen o.m. een
wetsontwerp tot vermindering van den werktijd van
acht tot zeven en een half uur. De regeering is van
meening. dat deze vermindering van werktijd uit
gevoerd zal kunnen worden zonder verlaging der
loonen. Doch de regeering gaot niet over tot
het nemen van een definitieve maatregel om dit te
bereiken. Wat dit betreft staat de regeering dus
vierkant tegenover de mijneigenaars, naar wier
meening de verlaging der loonen onafscheidelijk
aan de vermindering der werktijden verbonden zou
moeten zijn. Doch, aan den anderen kant wordt
door de regeering geen ruggesteun gegeven aan de
mijnwerkers, die verhooging van de loonen zouden
wenschen.
In Engeland is men nu zoover gekomen, dat er
stappen gedaan worden om te komen tot de in
stelling van een commissie, die tot taak zal hebben
onderzoek te doen naar de mogelijkheid van de af- j
schaffing van de doodstraf daar te lande.
Maandag was het den verjaardag den elfden ver-
jaardag van den wapenstilstand tusschen Duitsch- j
land en de geallieerden. Gezegd mag worden dat i
ook en misschien vooral in het afgeloopen j
jaar heel wat gedaan en bereikt is om de geleidelij- i
ke ontspanning tusschen de verschillende mogend
heden te voltrekken en te bestendigen en den Fran
schen en den Duitschen Hugenbergs ten spijt mag
ook gezegd worden, dat het afgeloopen jaar veel
ten goede verandert heeft, al zal dan in de praktijk
de duurzaamheid van wat tot stand kwam nog moe
ten blijken. In de verschillende landen is de wapen
stilstand min of meer plechtig herdacht, o.a. in j
Engeland met de „twee minuten stilte."
Al is de door Briand in zekere termen voorge-
stelde Europeesche Unie nog niet een feit geworden
een Europeesche Unie is er toch gekomen op een
speciaal gebied. Tusschen de leiders van verschil
lende Europeesche boerenbonden (ook de Neder-
landsche boerenbond is er bij) is een Europeesche
Boerenunie gesticht. Het hoofdbestuur er van ze
telt voorloopig te Berlijn. Het doel van deze Unie j
is de samenvoeging en de organisatie van den ge-
heelen Europeeschen boerenstand. Zij zal haar
streven richten naar de verkrijging van economi-
sche zelfstandigheid der boeren.
Dat een werklooze arbeider zich door zijn werk
loosheid een maandelijksch inkomen van een goede
vijfhonderd gulden Hollandsch geld weet te ver
schaffen, zal wel een unicum zijn. De Berlijnsche
rechter heeft onlangs het geval gehad van iemana,
die een stelletje afgestemplde aanmeldingskaarten
had weten te bemachtigen en deze met twee en
twintig verschillende namen invulde, waarop hij
op diverse bureaux zijn ondersteuning telkens op
een anderen naam ontving. Nadat hij deze prak
tijken zeven maanden had volgehouden, werd hij
gesnapt. Het gebrek aan controle der stedelijke au
toriteiten werd bij de veroordeeling als verzach
tende omstandigheid aangemerkt.
Ongelukken
Dinsdag werd in een sloot langs den Klokkendijk
te Nijverdal het lijk van den 70-jarigen D. L. ge
vonden, woonachtig te Notter onder de gemeente
Wierden. Vermoedelijk is de oude man door een
windvlaag tijdens den storm in de sloot geraakt en
verdronken.
In de Regentesselaan bij den hoek van de Van
Marumstraat te den Haag, is het voor den wagen
gespannen paard van den groentenhandelaar J. B.
dat voor den winkel van dezen in genoemde laan
stond te wachten hevig geschrokken vermoede
lijk voor een voorbijwaaiend stuk papier en
op hol geslagen. B. trachtte het dier te grijpen,
doch kwam onder het paard te vallen en werd door
den wagen overreden. De verwondingen welke hij
daarbij opliep waren van dien aard dat B. die 49
jaar oud was, vrijwel onmiddellijk na het ongeval
stierf.
Dinsdagavond is een tweejarig kind van den
heer van D. te Naaldwijk in aanraking gekomen
met een brandende kachel. Het kind bekwam zoo
danige brandwonden, dat het naar het ziekenhuis
te den Haag moest worden vervoerd.
Op de Nassaukade te Amsterdam is een uit
Alkmaar komende auto met een flinke vaart gere
den tegen een tramwagen die van de Rozengracht
kwam en naar de remise Tollenstraat ging. De be
stuurder van de auto werd op straat geslingerd en
opgenomen met een ernstige hoofdwonde. Een heer
en een dame die in de auto zaten zijn eveneens ge
kwetst. De dame aan het hoofd door glasscherven,
de heer had een armbreuk. Verder is nog een tram
beambte door den schok van het balcon van den
tramwagen gevallen. Hij is opgenomen met een
hersenschudding en een gebroken been. De vier ge
wonden zijn naar het Tesselschade ziekenhuis over
gebracht. De auto was geheel vernield.
Op den Vlijtschen weg te Apeldoorn heeft 'n
droevig ongeluk plaats gehad. Twee Jongetjes kin
deren van 4 en 6 jaar oud, waren aan het krijgertje
spelen op het erf hunner ouders, de familie M.
Plotseling begaf zich de 4-jarige van het erf op
den weg, waarop op dat oogenblik een leege vracht
auto kwam aangereden. Het kind werd overreden
en doodelijk gewond naar het ziekenhuis overge
bracht, waar het een paar uur later is overleden.
Buitenland
DE DUITSCHE EISCHEN DOOR SNOWDEN
AFGEWEZEN.
De „Times" meldt dat de kanselier van de schat
kist officieel aan den Duitschen ambassadeur heeft
medegedeeld, dat de eisch van de Duitsche regeering
inzake onvoorwaardelijke teruggave aan haar van
alle Duitsche particuliere eigendommen, tijdens
den oorlog verbeurdverklaard, die nog niet geliqui
deerd zijn, niet in overweging kan worden genomen
Tn zijn mededeeling aan den ambassadeur zegt
Snowden, dat er reeds een ontwerp-overeenkomst
over het punt in kwestie is voorbereid in verband
met de besprekingen welke op het Britsche depar
tement van handel tusschen Britsche en Duitsche
deskundigen hebben plaats gevonden. Snwoden
geeft te verstaan, dat het in het belang van Duitsch
land is, de voorgestelde procedure zoo spoedig mo
gelijk te aanvaarden om de tenuitvoerlegging te
vergemakkelijken van de aanbevelingen der deskun
digen die het plan Young samenstelden. Anders zal
de liquidatie der eigendommen welke thans opge
schort is om den regeeringen tijd te geven tot over
eenstemming te komen, wellicht moeten worden
hervat.
telings haar grootmoeder en Henri, maar om
haar heen bleef alles zoo stil als het graf.
Handenwringend begon zij te snikken. Maar
er moest iets gedaan, er moest gehandeld wor:
den. "Wederom zag zij op naar het hooge raam
en toen weder om zich heen. D'aar ontdekte zij
een houten krukje in een donkeren hoek, met
©en bak met water er op. Zij begon zich handen
en gelaat te verfrisschen, vooral de oogen, die
haar in het hoofd schenen te branden.
En 'toen dat gedaan was, zette zij Üe aarden bak
weg en het kleine bankje onder: 't raam. Zij wipte
er op maar kon 'toen nog niet de vensterbank be
reiken, al hield ze ook de armen zoo hoog moge
lijk uitgestrekt en al ging zij ook op haar teen
tjes staan.
„Wacht, het bed!" riep zij met koortsachtige
gejaagdheid uit. 't Bleek een ijzeren kribbe op
rolletjes te zijn, zoodat het Martha niet zoo heel j
veel inspanning kostte, die onder het raam te
rollen, nadat zij het bankje had weggenomen.
Daarop plaatste zij het bankje op het bed en
klauterde er boven op.
Waarlijk, nu kon zijniet alleen de vensterbank
bereiken, maar zelfs naar buiten zien. Zij zag
een tuinmuurtje, daarachter een open veld en
verderop een boschrand, maar overal was 't ver
laten en stil. Zij trommelde met haar vuistjes
tegen het glas op 't gevaar af van zich deerlijk
te bezeren, maar al 't geweld' dat zij maakte bleef
onbeantwoord.
Met een gevoel in 't hoofd alsof zij gek moest
worden, daalde de kleine Martha van haar stel
ling af om opnieuw tegen de deur te bonzen en
bij herhaling om grootmoeder te roepen.
Eindelijk zonk zij met droge lippen bewuste
loos neer op den vuilen, vochtigen, steenen vloer.
XXV.
De bewusteloosheid van de kleine Martha was
van zeer langen duur. Vijf uren achteréén bleef
zij roerloos, bijna ademloos liggen.
Eindelijk was de crisis voorbij. Het kind open
de haar oogen, zag om zich heen en herinnerde
zich alles.
Met een pijnlijk gevoel door alle leden en mét
een brandend hoofd richtte zij zich op.
„Ik ben hier gevangen," stamelde zij. „Men
heeft mij van grootmoeder weggehaald en op
gesloten in dit hok. Mijn God, wat moet er 'van
mijne arme blinde grootmoeder worden?"
Opeens spande zij zich in om aandachtig te
luisteren; heel in de verte meende zij een haar
welbekend geluid te hooren. „Neen, ik vergis
me niet," sprak ze. „Dat is het orgel van Mag-
loire, dat is ons orgel."
Daar kreeg het kind een ingeving, waarvan
zij alle heil verwachtte: Ze moest een middel
vinden om een van die glasruiten te breken. Ze
klom op het bed,'hief de kleine tabouret zoo hoog
mogelijk op, en een der pooten als hamer gebrui
kend, sloeg ze daarmede het glas aan stukken.
Toen drong de orgelmuziek nog duidelijker tot-
haar door.
„Is dat grootmoeder Veronica of is dat Magloi-
re?" prevelde zij voor zich heen. „Zooveel is
zeker, dat men naar mij zoekt." Martha wilde
schreeuwen, om hulp roepen, maar bedacht zich
ook weer, daar hij of zij, die het orgel in bewe
ging bracht, blijkbaar nog veel te ver weg was
om hare stem te kunnen hooren.
Met een gemengd gevoel van hoop en angst,
bleef zij toeluisteren en moest toen helaas de
droevige ervaring opdoen, dat het geluid van
het orgel, in plaats van dichter bij te komen, haar
al zwakker en zwakker in de ooren klonk.
Was dan alles gedaan, moest zij alle-hoop op
redding laten varen? Zou ze dan nooit haar
grootmoeder en haar vriend Magloire en Henri,
haar broeder, mogen wederzien?
Het- orgel-geluid verzwakte voor haar meer en i
meer en na verloop van twintig bange minuten I
hoorde ze hoegenaamd niets meer. „Ze zijn weg," j
stamelde de kleine Martha nagenoeg in doods
angst. Maar opeens herleefde weer haar hoop.
Daar hoorde zij opnieuw de muziek, die thans al
nader en nader kwam, en bij die muziek ook een
haar welbekende zangstem:
Zingt, de tijd is "goed gekozen,
Meisjes, jongens, stemt uw lied,
Nu gij mooie frissche rozen,
[Fin seringen om u ziet!"
„De rozen en de seringen, mijn liedje!" mur
melde Martha, dronken van blijdschap „en het
is Magloire die het zingt!"
De zanger, weer iets dichter bij gekomen, ging
verder:
„Laat geen enkele bloem verwelken,
Hoe verscholen tusschen 't groen...
Op'nen zij niet hare kelken
Voor der vlinders zoeten zoen?"
Met haar kristalreine stem begon daarop Mar
tha het derde couplet:
De Duitsche regeering eischt eveneens de uitbeta
ling aan haar van alle surplussen voortvloeiende
uit de liquidatie van Duitsche particuliere eigendom
men na dekking der verliezen van Britsche parti
culieren in Duitschland. Deze eisch wordt door
Snowden beslist van de hand gewezen op grond
dat hij reeds bij vroegere aangelegenheden is be
handeld en hij het onderwerp is geweest van be
slissingen van het Haagsche Hof van interpreta
tie, ingesteld in verband met het plan Dawes.
De brief van Snowden die.gedagteekend is 11 No
vember komt overeen met een mededeeling, die hij
in October tot den Duitschen ambassadeur richtte
en werd opgesteld na overleg met den Britschen mi
nister van handel,
Met den Duitschen eisch is een bedrag gemoeid
van 23.000.000pond sterling.
Nieuwstijdingen
NEDERL. SPOORWEGEN.
Volgens „de Morgen" nemen de Nedrl. Spoorwegen
op uitgebreide schaal vergelijkende proeven tot
vaststelling van het economisch rendement van de
diverse locomotiefseries als trekkracht voor goe
derentreinen.
Deze proeven worden genomen op het baanvak
Susteren-Utrecht met volledig belaste goederentrei
nen. Zij zijn samengsteld uit zestig 20-ton wagens
en hebben inclusief eigen gewicht een belasting van
1800 ton.
De snelheden dezer treinen normaal 30 tot 45
kilometer per uur bedragend worden hierbij opge
voerd tot 60 kilometer per uur.
LAAG WATER IN DE ZUIDERZEE.
Op het eiland Pampus daalde het zeewater Don
derdagmiddag tot 1.70 M. beneden A. P., zoodat de
scheepvaart gestremd was. Eenige Zuiderzeebooten
op weg naar Amsterdam zaten gedurende eenige u-
ren onbeweeglijk aan den grond, zoodat zij met
vertraging arriveerden.
DE MOORDAANSLAG TE SCHIEBROEK.
De toestand van den 78-jarigen gewezen ge
meenteontvanger J. Vermeulen, slachtoffer van den
moordaanslag is vooruitgaande. Volgens de genees
kundigen wordt de hoop op levensbehoud steeds
grooter, hetgeen zeer zeker van groot belang zal
zijn in verband met de behandeling van deze zaak
voor de rechtbank.
EEN AL TE STRENGE ONDERWIJZER.
Dezer dagen heeft, volgens de „N.R.Crt." een on
derwijzer van de r. ka. school te Uithoorn een Jon
gen van ongeveer 10 jaar een klap gegeven, zoodat
hij naar Amsterdam vervoerd moest worden, waar
bleek dat de arm gebroken was.
BROEDERTWIST.
In een der perceelen van de Goröntalostraat (O.)
te Amsterdam heeft zich Dinsdagavond een huise
lijk drama afgespeeld. Een gezin zat daar in een
kamer bijeen toen tusschen eenige zoons over een
huiselijke kwestie verschil van meening ontstond.
Dit ontaardde in ruzie en schelden toen plotseling
een der jongelui in zijn drift een mes greep en hier
mede den oudsten zoon stak. De steek vond plaats
met een mes, dat op tafel lag. De stoot die in het
wilde werd toegebracht trof het slachtoffer in de
borst tengevolge waarvan een ernstige wonde ont
stond. De politie werd gewaarschuwd de geneeskun
dige dienst vervoerde den getroffene, iemand van
ongeveer 27-jarigen leeftijd naar het Onze Lieve
Vrouwe-gasthuis. De toestand van het slachtoffer
is op het oogenblik zeer ernstig.
Omtrent den dader, tastte de politie aanvankelijk
in het duister. Er kwamen echter aanwijzingen te
gen een jongeman van ongeveer 18 jaar en deze
werd in den loop van den avond in arrest gesteld.
De andere broers zeggen niet te weten wie de
steek heeft toegebracht, terwijl de getroffene nog
niet gehoord kon worden.
Gesprongen Handen
Winterhanden
Wintervoeten
Ruwe Huid
„Volgt het voorbeeld brave borsten,
Volg dat voorbeeld teedre maagd.
Laat de harten niet verdorsten
Als het hart naar liefde vraagt.
Toen zweeg zij stil om toe te luisteren.
Magloire, want hij was het wel, vergezeld van
den inspecteur Berthaut en van vier politie-agen-
ten, op een dertigtal passen achter hen, meenden
reeds Martha's stem te hebben herkend, maar
nog zwak, onduidelijk en op grooten afstand.
„Ik geloof zeker, dat ik daar het kind heb
gehoord," zeide hij tot Berthaut; ,,zij moet zich
hier ergens in de buurt bevinden. Waar? Dat
zullen wij nu ook wel te weten komen. Mijn in
stinct heeft mij het middel aan de hand gedaan
om haar weer te vinden."
Hij kwam met het orgel weer wat verder in
d6 richting, waaruit, volgens, zijne meening, Mar
tha's stem tot hem moest zijn doorgedrongen, en
begon opnieuw, zeer langzaam spelend en zin
gend:
„Zingt als 't tijd is om te'zingen,
Meisjes, knapen, kind en man,
Zingt bij rozen en seringen,
Zingt als 't harte jub'len kan."
Toen wachtte hij weer, maar behoefd© het ge
lukkig niet lang te doen, Martha's stem, thans
veel dichterbij en derhalve veel duidelijker, be
sloot het liedje:
Klinke 'tlied nog in uw grijsheid,
'Voor de blijheid u ontvliedt,
Denk aan 's levens les der wijsheid:
Slechts de boozen zingen niet.
De man met zijn eenen arm' en Berthaut bevon
den zich nu vlak bij den tuinmuur van het een
zaam en afgelegen optrekje.
jjDaar is 't!" riep de inspecteur der veilig
heidspolitie uit. „Dank zij uw vernuft, vriend
Magloire, hebben wij nu ook het nestje ontdekt."
.jMarthaMartha!" rie pMagloire uit, en het
kind riep op haar beurt: Magloire, help mij,
mijn goede Magloire!"
„Moed, kind, we komen je bevrijden."
Ém met zijn linkerhand begon hij, alsof er
brand ware, de bel van de tuinpoort te laten
luiden.
„Laat dat maar," voegde Berthaut hem toe;
„|als daar, behalve het kind, nog andere men-
schen in huis waren, zou men haar 'het zingen en
schreeuwen wel hebben belet.