Liefde en Misdaad Rechtzaken VOOR DEN POLITIERECHTER TE ALKMAAR. Zitting van Maandag 18 Nov. In afwachting op de komst van Jantje de Tippelaar. Jongeheer Johannes de G„ uit den Polder der Blauwe Reigers, had een rijwielbelasting- plaatje achterovergedrukt en was nu druk in conversatie met den ambtenaar in verband met een eventueele voorwaardelijke veroordeeling. Maar nu is Jan er zonder eenige kennisgeving o;p eens stikum tusschenuit getrokken 011 nie mand weet waar meneer gestoven of gevlogen, is. In afwachting van een mogelijke terugkeer van Ëj den verloren zoon, is nu de verdere behandeling gesteld op 17 Februari a.s. De plaatsing van een advertentie in de Telegraaf" Jan'keer terug tot uw liefh. politierechter, alles is vergeven, wordt alsnog overwogen. Een poi'temoniiaic nagcvlooid. De volgeling van Vulcanis, Joh. v. S. heeft ver van het tooneel zijner vroegere avonturen Tuitjehorn, in het bekoorlijke De Rijp, een rus- tigen werkkring gevonden. Maar hij had nog een kleine rekening met den Politierechter te ver effenen met betrekking van de goed gespekte portemonnaie van Piet Berkhout, die hij in den nacht van 14 Juli te Tuitjehorn in een café had ingepikt. Tot groote verontwaardiging van den Politierechter was Jan aanvankelijk niet present en werdenreeds grootsehe plannen ontworpen om hem door de politie op te laten vangen in een vlindernet, toen Jantje tenslotte nog heel laconisch aan kwam sloffen en na betuiging van zijn waarachtig berouw en beloften van beter schap bij de gratie Gods veroordeeld werd tot een voorw. straf van 2 maanden met. 2 proef jaren, onder het vaderlijk toezicht van papa Volders, de ijverige zielzorger der R.C. reclns- seering te Alkmaar. Eibii revolutionair Drentenaar. Tijdens de Rijper kermis vertoefde aldaar ze kere Drentsche boerenpicolq, Hendrik A., die heel wat opschudding verwekte en zelfs maneuvels maakte met een aardappelschillertje, waarmede de naar koemest geurende held wilde vechten. Dit wapen Werd hem echter door de waakzame politie veiligheidshalve afgenomen, ookin een café schepte deze onrustige Drentenaar de peul tjes duchtig op en moesten de veldwachters hem onder geweldig verzet, dat op straat nog met verdubbelde kracht werd voortgezet, de deur uit kegelen. De mooie uniform van brigadier Talsma, die zich bij deze gelegenheid bijzonderlijk opder- seheidde, werd geheel door de schennende hand des verzettelings gerinneweerd. In de hoop hem echter in de toekomst wat meer bezadigdheid bij te brengen, werd de rumoerige snuiter heden tot f 20 boete of 20 dagen ver oordeeld. En de vrede was verre tusschen de bewoners des Ei lands. De Tesselaar J. C'. de R. leeft niet op goeden voet met zijn dikken buurman, de slager Bertus C„ hetgeen bleek uit de minder van genegenheid sprekende omstandigheid, dat de slager en diens ge heel e familie door den ietwat aangeschoten heer v. R. werd uitgescholden en beleedigt. Waar van na gedane klacht de terechtstelling van mijn- bekend staat als een 2eker soort overrijpe kool het onhoffelijke optreden van Henk, zooal niet heer v. R.. en veroordeehng tot f20 boete of 20 bii de srroen te vrouw. int f 9.ó hopt» nf 9é ,|,M„ ,i„„ +„„i, u.j i j OF De M^^rd van Saint-Ouen. „(Zij herinnert zich niets, het arme kind," rei de nu Magloire. „Bijgeloovig ben ik niet, maar in die heele geschiedenis zie ik toch iets bovenna tuurlijks, iets duivelachtigs, waar iemand met een gewoon menseh en verstand niel bij kan ko men." ,jStil heeren!" gebood Daniël Savanne; ..laat mij het kind ondervragen. En Martha naar zich toetrekkend, voegde hij er bij,.Je wilt mij toch wel antwoorden, niet waar?" „O, zeker mijnheer, ik verlang niets liever." „Ben je gisteren met grootmoeder alleen ge bleven? Ja? Wat heb je den heelen dag gedaan?'' „Ik heb grootmoeders 'oogen gezalfd, zooals ik het van mijnheer Henri had geleerd. Toen hebben we samen ontbeten en na dien tijd heb ik voor het tuinhuisje een beetje op en" neer ge- loopen en wat bloemen geplukt. Voor dat het donker werd, heb ik voor de tweede maal de oogen van grootmoeder ingewreven en 's avonds, nadat we weer gegeten hadden, ben ik, na groot moeder geholpen en goeden nacht gekost te heb ben, op mijn gewonen tijd naar bed gegaan. „Hoe laat was het toen?" „Kwartier voor tienen." „Weet je dat zeker?" ,,Ja. want ik had net op de klok gekeken." „Heb je in den loop van den dag ook een of meer vreemde, menschen in den tuin of in het park gezien?" „Niemand, mijnheer." „Ben je, toen je in bed lag, dadelijk in slaap gevallen „Ja, want ik gevoelde mij erg vermoeid." „'Maar hoe is 't dan te verklaren, kind, dat je voor middernacht weer bent opgestaan, dat je grootmoeder hebt gewekt en haar hebt meege troond, met te zeggen, dat ze voor haar herstel dadelijk bij mijn neef Henri komen moest? Hoe is 't mogelijk, vraag ik u, dat je toen je groot moeder hebt geleid naar de spoorbrug* van Cham- piny „Ikikik," stamelde het kind doodelijk verschrikt, „heb ik dat gezegd, heb ik dat ge daan „Ja, ja Martha, zoo heb jij gehandeld, en toen jelui daar op die spoorbrug1 stondt, is er een man gekomen, die grootmoeder heeft opgepakt en in de Marne heeft geslingerd." „O, maar dat is niet waar!" riep het kind met een gebaar van ontkenning uit; wat ik u gezegd heb is de waarheid... ik ben niet uit het tuin huisje geweest... ik heb geslapen..." „Jij zegt, dat je het tuinhuisje niet hebt ver laten, maar je was daar toch niet, toen Magloire en zijn vrienden er grootmeder hebben terugge- veroordeeling tot f 20 boete of 20 dagen volgens de regels van wet en recht plaats vond. Wel muzikaal, maar ïilet fijn van vormen. Zonder eenige denkbare aanleiding werd op 5 Sept.. mevrouw Jannetje Blom. de presentabele, echtgenoote van den heer Jacob Nelis te Helder op hoogst onaangename wijze bejegend door ze ker heer F. B„ 'n artist op de Harmonica, die vermoedelijk dit instrument liefelijker bespeel de dan zijn jammerlijk "ontstemd mondorgel. Heel veel voordeel bracht deze solo hem niet op en hij mocht den politierechter wel dankbaar zijn, dat deze uit appreciatie voor de. instrumentale kunst in 't algemeen en met inachtneming van het geringe honorarium, dat musicus B. weke lijks bijeen kan zamelen, de straf op slechts f 5 boete of 5 dagen bepaalde. Dwaze en ongemotiveerde begeerlijkheid des vleesehes. De caféhouder Leeguster te Schellinkhout. maakte op 17 Augustus 'n slippertje naar de Hoornsehe kermis en bezocht daar een danstent, alwaar hij een gekocht kistje sigaren zoolang* neerzette, toen hij zich aan het edele dansver- maak ging wijden, want 'n foxtrot te kuiten flikkeren met een kistje lurken onder je arm, is geen elegant gezicht. Maar toen hij ten slotte weer verder trok, vergat hij het pakje mee te nemen en werd dit geannexeerd door den kellner- ehauffeur van de tent, Pieter B„ die tot beloo ning voor zijn attentie voor andermans eigen dom heden werd bedacht met f 25 boete of 25 dagen. Met de beste voornemens bezield. De reiziger in dienst der N.V. „Groots Zaad- handel" te Enkhuizen, Wouter S„ had het als zoodanig niet al te best versierd, en zich suc cessievelijk toegeëigend een bedrag van f 300 van bedragen, die hem door clientele ter afdraging aan de firnia waren ter hand gesteld. Natuurlijk werd hij de laan uitgestuurd en maakte hij boven dien nog minder aangenaam kennis met den po litierechter. Evenwel bleek heden dat de jonge man door tegenspoeden in zijn thans Ontbonden huwelijk de kluts was kwijt geraakt en thans weejr met nieuwen moed hoopte het verloren terrein weer te herwinnen. Hij vond daarin steun van de reelasseering, van officier en politierech ter en werd hij nu voorw. veroordeeld tot 2 maan den met 2 proefjaren in welken tijd hij het toege brachte nadeel besomd op f301.13 aan de firma moet herstellen. Een aangename begroeting, als je gezicht niet voldoet. In den winkel van den heer Adr. Vos te Eg- mond aan Zee verscheen onlangs den driekwart sikkeren Tïawlervisscher Gt-rrit Z„ die den niets kwaads vermoedenden winkelier met dikke tong mededeelde, dat zijn gezicht hem niet beviel en ter nadere illustratie op dit onbevallige gezicht met een stok een kwaadaardigen slag toegebracht. De ontstelde winkelier, weinig gesticht over deze onbeschofte dronkemansbrutaliteit, deed daarvan aangifte en heden werd deze ongeroepen schoon;- heidskeurmeester, die bovendien bij de politie de groentevrouw, tot f25 boëte óf 25 dagen veroordeeld. Een minder prettige relatie. i De heer Jacob .Janzen, schoenhandelaar te Apeldoorn, die vermeende nog geld wegens gele verde schoenen te moeten ontvangen van zekere j juffrouw Trijntje K„ 'n 24-jarige mei Jan 'B. gehuwde vrouw, vroeger te Apeldoorn, daarna te Uitgeest en thans te Heemskerk woonachtig, had die zwevende dame deswege per brief aange- I maand, maar ontving echter in plaats van geld een briefkaart, vol met bedenkelijke insinuaties," die den verbluften schoenenleverancier zoo wei nig aanstond, dat hij onverwijld bij den commis saris een klacht indiende wegens beleediging. Derhalve stond de litteraire echtgenoote van den grondwerker B. heden terecht en had gelegenheid haar grieven tegen den lieer Z:„ welke echter een zoo teere kwestie aanbelangde, (het ging hier over verboden teederheid met gratis nieuwe schoen tjes als opbrengst) dat we ons hierover in een door ieder lid des gezins gelezen blad niet ver der kunnen uitlaten. Niettemin stond des politie rechters sympathie niet bepaald aan de zijde van de schrijfster en werd zij tamelijk kras op haar plaats gezet door een voorw. veroordeeling tot 2 maanden met '2 proefjaren, gedurende welken proeftijd zij zich volkomen moet onthouden van schriftelijke of mondelinge beleedigingen van den hoer Jansen, daar zij 'anders gevaar loopt, dat de 2maanden deportatie naar den Ratsmolen zullen worden ten uitvoer gelegd. 'n Goede tegenpartij voor Primo Carnero. Een jeugdig te Hoorn woonachtig heer, voor komende in het register van den Burg. Stand als Hermanus O. is een pootige grove bonk en steu nend op zijn kracht,.'n vechtersbaas met niet al te verfijnde manieren, zooals bleek uit het feit, dat hij in den laten avond van 7 September, met een meisje vertoevend in het donkere Hoornsehe plantsoen, dit lieve kind zoo onheusch behan delde, dat een andere galante ridder, eveneens toe vende onder het zoete juk van Amor, het niet langer kon aanzien en tot den ruwen minnaar eenige afkeurende woorden richtte. Deze inmen ging werd echter door den robusten Manus niet geapprecieerd en ontving den criticus C. L. Ap pelman, lichamelijk ver de mindere, 'n opstopper, dat hij direct den plantsoengrond zoende en wel drie dagen lang met een wang als 'n halve kool raap moest rondsukkelen. Het was echter heden de politierechter, die met succes, niet door een bokspartij, doch met de krachtige middelen van het recht, de taak op zich nam, den knock out getimmerden strijder voor de zwakke sekse vol doening te geven door den groven heer Manus tot f 20 boete, of 20 dagen te veroordeelen. Verzachtende omstandigheden voeren tot een mild vonnis. I>c arbeider Hendrik V. te Abbekerk had op 10 September buurvrouw Dieuwertje Verbeek, geboren v. Noord, 'n tamelijk bij de hande jonge huismoeder, niet bepaald op haar 'praatmachine gevallen, eenige klappen toegebracht en stond daarvoor terecht. Maar het. bleek al spoedig dat juffer Diewke onder de ruzie die zij met Henk's moeder had, zich niet al te minzame uitdrukkin gen had gepermitteerd, vooral met betrekking tot het onechte kind van Henks zuster, zoodat „Nietwaar Henri," ging de rechter voort, „jij kent de praktijken dier magnetiseurs? Als jij nu eens het kind in slaap bracht, zou zij u dan niet even goed antwoorden „[Neen .neen, ik wil ,het niet hebben," riep Veronica Sollier: „men zou haar dooden, het arme kind!" „Madame Sollier heeft gelijk." verklaarde Hen ri,. ,,l.k wil nu niet. bepaald zeggen, dat we, door het kind onder den invloed te brengen, haar dood zouden veroorzaken, maar we zouden in elk geval het teederc gestel op een ongeoorloofde wijze benadeelen. Martha mag niet gebiologeerd of gemagnetiseerd worden ,het zou voor dat lie ve' kind veel te gevaarlijk wezen, en ik vereenig mij graag met haar grootmoeder, om mij tegen al die dingen met hand en tand te verzetten..." „Goed, goed," zeide Daniël Savanne, „van zulk soort proeven zien 'wij onmiddellijk af en vol gen andere wegen. O'Brien is de medeplichtige van de moordenaars van Riehard Vernière. dat is voor mij een onbetwistbare waarheid gewor den. Als die ellendeling, wat niet te hopen is, ons nog ontsnapt, zal Veronica Sollier, van haar blindheid genezen, ons de booswichten aanwij zen, die hem, den handlanger, ook tot die laatste misdaden hebben aangezet. Laten we nu slechts denken aan dit eene, om grootmoeder en klein kind te beveiligen tegen nieuwe aanvallen van die gewetenlooze bandieten. Luister eens goed, Ve ronica Sollier! Ge zijt omringd, ge wordt ver volgd door allervermetelste* vijanden, steeds de zelfde. U moet, geloof me, het is 't verstan digst hoe eer, hoe beter mijn villa verlaten. Van avond nog brengt niijn neef Henri u naar het gasthuis van Vingts, waar de operatie zal gedaan worden door den u bekenden en eminenten professor in de oogheelkunde. Martha blijft hier, bij ons, onafgebroken bewaakt door mijn trou wen Germaine, die haar, als mijn neef Henri en ik, beiden afwezig mochten zijn, geen seconde uit liet oog za-1 verliezen. M,et een man als Ger maine tot bewaker valt er voor haar niets te duchten. Dat neemt gij aan, niet waar?" ,,Ja, dat neem ik aan," antwoordde de blinde. „Alles neem ik aan, wat er slechts toe dienen kan om mijnheer Richard Vernière en om mij zelf te wreken!" „Hef rijtuig waarmede mijn vriend, de chef der veiligheidspolitie, hier uit Parijs is gekomen, staat nog altijd ter onzer beschikking. Daarmede zal oogenblikkelijk mijn neef u naar Parijs .ge leiden en naar 't gasthuis brengen. Doe 't onmid dellijk, Henri, en laat alles een diep geheim blijven...." Toen tot al de anderen: „Gij hebt het gehoord, heeren, en jij ook, fMartha, 't is mijn uitdrukkelijk verlangen, dat al het gebeurde, zelfs voor wie u 't naast aan het hart ligt, een diep geheim blijft!... Geen woord aan iemand, 'wie 't ook zij. Geen woord aan de dagbladen, zich niets meer'herinneren, noch van hetgeen haar Niets— niets!— Ik verlang, dat iedereen ten gelast werd te doen, noch hetgeen zij zelve ge- I volle overtuigd zij, dat Veronica en Martha bei- daan heeft." den zijn verdronken in de Marne. Zet uw bracht, die zij uit het water hadden gered." „Ik weet het niet." „Had iemand je misschien bevolen om tegen middernacht grootmoeder te brengen naar de brug van Champigny „Niemand. Ik heb niemand gezien. Ik durf het u bezweeren." JEn hoe zijt ge zelf gekomen in het. huis. waar men u gevonden heeft?" Martha, in snikken losbarstend, antwoordde bij herhaling, dat zij niets wist, zich niets her inneren kon, en dat wat zij zelve had gezegd* de waarheid was geweest. De rechter wilde nog langer aanhouden, doch zijn neet" voorkwam dat. Wat ik u bidden mag, oom, martel dat arme kind niet langer. Zij kan u niets anders antwoorden, dan zij reeds heeft gezegd." „Waarom niet?" vroeg Daniël Savanne ver wonderd. „Omdat zij. zooals mij uit alles blijkt, tegen wil en dank heeft gehoorzaamd aan een ge heimzinnige kracht, omdat zij onderworpen moet zijn geweest aan een suggestie en zich bij het ontwaken niets meer kan herinneren van wat haar bevolen werd en yan-hetgeen, zij zelve, heeft gedaan." Al de heeren, die deze verklaring hadden aan gehoord, zagen beurtelings Hënri Savanne en elkander mét een zekere bevreemding aan, en alleen de blinde vrouw was het, die Henri's woorden terstond geloofde. „Ik begrijp het!" riep zij uit. „het is alles het werk geweest van den magnetiseur uit de rue de la Victoire, het is alles het werk geweest van O'Brien!" „Van O'Brien," herhaalde Daniël Savanne op staande, „van den medeplichtige der moordenaars van Saint Ouen!" „Het moet zoo zijn," zeide nu ook de inspecteur Borthaut, die naar voren trad en op des rechters tafel het valies neerlegde, dat door een der agen ten gedragen was." „In hetzelfde huis waar wij het kind hebben gevonden, dat een vrij groote waarde aan bankpapieren bevat en verscheidene brieven, aan den dokter O'Brien in de rue de la Victoire te Parijs geadresseerd. Ik heb de deuren van de kleine villa weder dicht gedaan en als O'Brien de gelukkige gedachte mocht heb ben, om daar terug te komen, zal hij in zijn eigen huis worden gevangen als een rat, in den val, want ik heb er twee van mijn agenten in achter gelaten." „Zeer goed," antwoordde Daniël, „we zullen dit valies nauwkeurig onderzoeken." Daarop zich weder tot zijn neef wendend: „Geloof jij dus werkelijk, Henri, dat men dat kind eerst ge hypnotiseerd heeft en daarna gesuggereerd,?" „Ik heb daarvan de volstrekte overtuiging. Op dit uur weder klaar wakker, kan Martha toelaatbaar, dan toch begrijpelijk werd geacht en hem dus slechts f 7 boete of 7 dagen werden op gelegd. "Alweer een meineedseaiididaat voor het bruine booneninstituut. In den nacht van 14 September werd het eer zame echtpaar SchobnSchoon vader en moeder heeten beiden Schoon, het is dus zonder twijfel een dubbel schoone verbintenis, minder prettig opgeschrikt door eenige landelijke nachtpitten, die goed in d.e smeerolie gezet een bezoek brach ten op Schoon's erf, met het te voorziene gevolg, dat wcldr aeen glasruit rinkelde. Dit nachtelijk drama speelde op den Ambachtsdijk te Harencar- spel en thans stond als verdachte van- die rui- tebrekerij terecht de bedienaar van den koegang Piet K. uit Kerkebuurt, die echter met groote afkeer de beschuldiging van de hand wees. Moe der Schoon, geboren Schoon had hem evenwel met zijn medenachtzwervers Hessing, Pancras en de heer gebroeders Waij van Oudkarspel op en bij het erf gezien, en roerde haar mondje op 'n manier ,die respect afdwong. Volgens haar ver klaring had Jaap Waij, 'n 43-jarige bietenkwee- ker, die heelemaal niet in dit gezelschap jonge edellieden van de mestvork thuis hoorde, gezegd, dat hp 25 gulden uitloofde voor den held, die bij Schoon een glasruit inmepte. Daarop verscheen echter Arie Pancras, wiens edel romeinsch gemodelleerd reukorgaan, meer aan de Jodenbreestraat dan het Waarland teeken- de ,ten tooneele en diens verklaring week zoo angstwekkend af van zijn opgaven aan den veld wachter Homan cum suis, dat de officier het ge martel niet langer kon aanzien en niet alleen procesverbaal verzocht tegen Arie, als staande onder verdenking van meineed, maar ook, uit vrees'van nog meer gekonkel; diens directe gevan genneming. Nu, Arie kreeg dan ook zijn verbaaltje aan plus four, laatste Harenkarspeler coupe, doch de gevangenhouding wenschte de politierechter over te laten aan den Rechter-Commissaris, die nu vriend Arie eensi nader over een en ander aan den tand zal voelen. Dut komt er van als de flapjes van f25 je op je rug groeien. De heer .Jacob W. uit Oudkarspel, die in een vlaag van millionairsovermoed dien rumoerigen nacht op den Ambachtsdijk niet minder dan 25 pop had uitgeloofd voor den moedigen strijder tegen Schoon's glasruiten, plukte thans de wrange vruchten van deze verkwisting, aangezien hij thans terecht stond wegens het opruien tot en het plegen van een strafbaar feit. Vader Jacob's lef was echter nu 'tot diep in zijn schoenen gezakt enhij probeerde zich voor de bui te dekken, door te beweren, dat hij in zoodanige mate was bene veld, dat hij zich niets meer van het gebeurde kon herinneren. Maar de verklaringen van moe der Schoon en ook van den thans veel meer mededeelzamen Arie Pancras waren hem te mach tig. Hij kreeg een krasse vermaning van den offi cier over zijn optreden op zijn leeftijd te pruimen, en werd, wat nog erger was, tot f 30 boete of 30 dagen veroordeeld. beide ooren open, mijn brave Magloire: Verwon der u over niets, zeg niets, zelfs niet tegen uw jonge vrouw, van al hetgeen gij misschien dezer dagen zien of vernemen zult. Als ge daarentegen iets hoort of ziet, waarbij ik belang mocht heb ben, kom dan bij mij aan 't paleis van justitie, ik zal u altijd dadelijk te woord staan." „Heelemaal tot ,nw orders, mijnheer de rech ter," antwoordde Magloire. „Tegen de heele bui tenwereld zoo stom als een visch, dat is 't con signe, niet waar Nu, (daarvan, dat bezweer ik u, zal ik niet afwijken." „Komaan ,nu voortgemaakt, mijn waarde Hen ri!" gebood de rechter van instructie. „Madame !Sollier omhels uw kleinkind, neem Henri's arm 'en laat dan de rest geschieden, zooals ik het heb bepaald." Weenend omhelsde Veronica haar kleinkind en ging daarop heen, door Henri Savanne en Mag loire begeleid. Daniël Savanne, die al zijn ondergeschikten de noodige bevelen gegeven had, liet Germaine roepen en voegde hem toe: „Ik ga naar de stad en weet niet, hoe lang ik weg zal blijven u vertrouw ik onze lieve .Martha toe dat zij geen voet buitenshuis zette ,dat niemand haar te zien krijge. De heele wereld moet denken, dat zij is omgekomen, dat zij dood is. Begrijp je dat?" „Mijnheer kan gerust vertrekken," antwoordde de trouwe knecht, „ik zal waken over de kleine of 't mijn eigen kind ware." „Ga gerust met Germaine mede, lieveling," zeide Daniël Savanne. „Bewaakt door hem, hebt ge geen enkel gevaar te duchten." De kamerdienaar leidde Martha Sollier Weg. De rechter van instructie, zich weder tot den chef der veiligheidspolitie en tot den commis saris van Jóinville wendend, ging aldus voort: ,,Zei de onderzoekingen met kracht voort, hee- rer. Laat dien magnetiseur O'Brien gepakt en geboeid worden als een wild dier. Ook 't huis, waarin onze Martha heeft gevangen gezeten, moet opnieuw in alle hoeken en gaten doorsnuffeld worden. Berthaut neemt dat valies mede en be zorg het in mijn cabinet op 't justitiepaleis. Ik ben blijde, dat gij terug zijt, want ik heb u hoog noodig. Wacht, ik geloof, dat ik maar dadelijk met u mede zal gaan naar Parijs, want ik moet den inhoud van dat valies met bedaard hoofd daarginds onderzoeken. In een oogenblik was de rechter gekleed om uit te gaan. Hij begaf zich met den politie-inspec- teur naar 't station, en gedurende den korten spoorrit gaf hij hem nog een tal van instructies, zoowel omtrent O'Brien, als omtrent de gevonden registers bij den opvolger van den antiquair Du- tac en het rijwiel, waarvan waarschijnlijk een der misdadigers van Saint Ouen moest hebben gebruik gemaakt om bij eene eventueele vervol ging de politie en de justitie het spoor bijster te maken. Te Parijs ging Daniël Savanne niet dadelijk- naar 't paleis van .justitie, maar naar de parti culiere woning van den procureur der Republiek,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1929 | | pagina 4