Liefde en Misdaad
Rechtzaken
VOOR DEN POLITIERECHTER
TE ALKMAAR.
Zitting van Maandag 18 Nov.
In afwachting op de komst van Jantje de
Tippelaar.
Jongeheer Johannes de G„ uit den Polder
der Blauwe Reigers, had een rijwielbelasting-
plaatje achterovergedrukt en was nu druk in
conversatie met den ambtenaar in verband met
een eventueele voorwaardelijke veroordeeling.
Maar nu is Jan er zonder eenige kennisgeving
o;p eens stikum tusschenuit getrokken 011 nie
mand weet waar meneer gestoven of gevlogen, is.
In afwachting van een mogelijke terugkeer van
Ëj den verloren zoon, is nu de verdere behandeling
gesteld op 17 Februari a.s. De plaatsing van
een advertentie in de Telegraaf" Jan'keer terug
tot uw liefh. politierechter, alles is vergeven,
wordt alsnog overwogen.
Een poi'temoniiaic nagcvlooid.
De volgeling van Vulcanis, Joh. v. S. heeft
ver van het tooneel zijner vroegere avonturen
Tuitjehorn, in het bekoorlijke De Rijp, een rus-
tigen werkkring gevonden. Maar hij had nog een
kleine rekening met den Politierechter te ver
effenen met betrekking van de goed gespekte
portemonnaie van Piet Berkhout, die hij in den
nacht van 14 Juli te Tuitjehorn in een café had
ingepikt. Tot groote verontwaardiging van den
Politierechter was Jan aanvankelijk niet present
en werdenreeds grootsehe plannen ontworpen
om hem door de politie op te laten vangen in
een vlindernet, toen Jantje tenslotte nog heel
laconisch aan kwam sloffen en na betuiging van
zijn waarachtig berouw en beloften van beter
schap bij de gratie Gods veroordeeld werd tot
een voorw. straf van 2 maanden met. 2 proef
jaren, onder het vaderlijk toezicht van papa
Volders, de ijverige zielzorger der R.C. reclns-
seering te Alkmaar.
Eibii revolutionair Drentenaar.
Tijdens de Rijper kermis vertoefde aldaar ze
kere Drentsche boerenpicolq, Hendrik A., die heel
wat opschudding verwekte en zelfs maneuvels
maakte met een aardappelschillertje, waarmede
de naar koemest geurende held wilde vechten.
Dit wapen Werd hem echter door de waakzame
politie veiligheidshalve afgenomen, ookin een
café schepte deze onrustige Drentenaar de peul
tjes duchtig op en moesten de veldwachters hem
onder geweldig verzet, dat op straat nog met
verdubbelde kracht werd voortgezet, de deur uit
kegelen. De mooie uniform van brigadier Talsma,
die zich bij deze gelegenheid bijzonderlijk opder-
seheidde, werd geheel door de schennende hand
des verzettelings gerinneweerd.
In de hoop hem echter in de toekomst wat meer
bezadigdheid bij te brengen, werd de rumoerige
snuiter heden tot f 20 boete of 20 dagen ver
oordeeld.
En de vrede was verre tusschen de bewoners
des Ei lands.
De Tesselaar J. C'. de R. leeft niet op goeden
voet met zijn dikken buurman, de slager Bertus
C„ hetgeen bleek uit de minder van genegenheid
sprekende omstandigheid, dat de slager en diens
ge heel e familie door den ietwat aangeschoten
heer v. R. werd uitgescholden en beleedigt. Waar
van na gedane klacht de terechtstelling van mijn- bekend staat als een 2eker soort overrijpe kool het onhoffelijke optreden van Henk, zooal niet
heer v. R.. en veroordeehng tot f20 boete of 20 bii de srroen te vrouw. int f 9.ó hopt» nf 9é ,|,M„ ,i„„ +„„i, u.j i j
OF
De M^^rd van Saint-Ouen.
„(Zij herinnert zich niets, het arme kind," rei
de nu Magloire. „Bijgeloovig ben ik niet, maar in
die heele geschiedenis zie ik toch iets bovenna
tuurlijks, iets duivelachtigs, waar iemand met
een gewoon menseh en verstand niel bij kan ko
men."
,jStil heeren!" gebood Daniël Savanne; ..laat
mij het kind ondervragen. En Martha naar zich
toetrekkend, voegde hij er bij,.Je wilt mij toch
wel antwoorden, niet waar?"
„O, zeker mijnheer, ik verlang niets liever."
„Ben je gisteren met grootmoeder alleen ge
bleven? Ja? Wat heb je den heelen dag gedaan?''
„Ik heb grootmoeders 'oogen gezalfd, zooals
ik het van mijnheer Henri had geleerd. Toen
hebben we samen ontbeten en na dien tijd heb
ik voor het tuinhuisje een beetje op en" neer ge-
loopen en wat bloemen geplukt. Voor dat het
donker werd, heb ik voor de tweede maal de
oogen van grootmoeder ingewreven en 's avonds,
nadat we weer gegeten hadden, ben ik, na groot
moeder geholpen en goeden nacht gekost te heb
ben, op mijn gewonen tijd naar bed gegaan.
„Hoe laat was het toen?"
„Kwartier voor tienen."
„Weet je dat zeker?"
,,Ja. want ik had net op de klok gekeken."
„Heb je in den loop van den dag ook een of
meer vreemde, menschen in den tuin of in het
park gezien?"
„Niemand, mijnheer."
„Ben je, toen je in bed lag, dadelijk in slaap
gevallen
„Ja, want ik gevoelde mij erg vermoeid."
„'Maar hoe is 't dan te verklaren, kind, dat
je voor middernacht weer bent opgestaan, dat
je grootmoeder hebt gewekt en haar hebt meege
troond, met te zeggen, dat ze voor haar herstel
dadelijk bij mijn neef Henri komen moest? Hoe
is 't mogelijk, vraag ik u, dat je toen je groot
moeder hebt geleid naar de spoorbrug* van Cham-
piny
„Ikikik," stamelde het kind doodelijk
verschrikt, „heb ik dat gezegd, heb ik dat ge
daan
„Ja, ja Martha, zoo heb jij gehandeld, en
toen jelui daar op die spoorbrug1 stondt, is er een
man gekomen, die grootmoeder heeft opgepakt
en in de Marne heeft geslingerd."
„O, maar dat is niet waar!" riep het kind met
een gebaar van ontkenning uit; wat ik u gezegd
heb is de waarheid... ik ben niet uit het tuin
huisje geweest... ik heb geslapen..."
„Jij zegt, dat je het tuinhuisje niet hebt ver
laten, maar je was daar toch niet, toen Magloire
en zijn vrienden er grootmeder hebben terugge-
veroordeeling tot f 20 boete of 20
dagen volgens de regels van wet en recht plaats
vond.
Wel muzikaal, maar ïilet fijn van vormen.
Zonder eenige denkbare aanleiding werd op
5 Sept.. mevrouw Jannetje Blom. de presentabele,
echtgenoote van den heer Jacob Nelis te Helder
op hoogst onaangename wijze bejegend door ze
ker heer F. B„ 'n artist op de Harmonica, die
vermoedelijk dit instrument liefelijker bespeel
de dan zijn jammerlijk "ontstemd mondorgel. Heel
veel voordeel bracht deze solo hem niet op en
hij mocht den politierechter wel dankbaar zijn,
dat deze uit appreciatie voor de. instrumentale
kunst in 't algemeen en met inachtneming van
het geringe honorarium, dat musicus B. weke
lijks bijeen kan zamelen, de straf op slechts f 5
boete of 5 dagen bepaalde.
Dwaze en ongemotiveerde begeerlijkheid des
vleesehes.
De caféhouder Leeguster te Schellinkhout.
maakte op 17 Augustus 'n slippertje naar de
Hoornsehe kermis en bezocht daar een danstent,
alwaar hij een gekocht kistje sigaren zoolang*
neerzette, toen hij zich aan het edele dansver-
maak ging wijden, want 'n foxtrot te kuiten
flikkeren met een kistje lurken onder je arm,
is geen elegant gezicht. Maar toen hij ten slotte
weer verder trok, vergat hij het pakje mee te
nemen en werd dit geannexeerd door den kellner-
ehauffeur van de tent, Pieter B„ die tot beloo
ning voor zijn attentie voor andermans eigen
dom heden werd bedacht met f 25 boete of 25
dagen.
Met de beste voornemens bezield.
De reiziger in dienst der N.V. „Groots Zaad-
handel" te Enkhuizen, Wouter S„ had het als
zoodanig niet al te best versierd, en zich suc
cessievelijk toegeëigend een bedrag van f 300 van
bedragen, die hem door clientele ter afdraging
aan de firnia waren ter hand gesteld. Natuurlijk
werd hij de laan uitgestuurd en maakte hij boven
dien nog minder aangenaam kennis met den po
litierechter. Evenwel bleek heden dat de jonge
man door tegenspoeden in zijn thans Ontbonden
huwelijk de kluts was kwijt geraakt en thans
weejr met nieuwen moed hoopte het verloren
terrein weer te herwinnen. Hij vond daarin steun
van de reelasseering, van officier en politierech
ter en werd hij nu voorw. veroordeeld tot 2 maan
den met 2 proefjaren in welken tijd hij het toege
brachte nadeel besomd op f301.13 aan de firma
moet herstellen.
Een aangename begroeting, als je gezicht niet
voldoet.
In den winkel van den heer Adr. Vos te Eg-
mond aan Zee verscheen onlangs den driekwart
sikkeren Tïawlervisscher Gt-rrit Z„ die den niets
kwaads vermoedenden winkelier met dikke tong
mededeelde, dat zijn gezicht hem niet beviel en
ter nadere illustratie op dit onbevallige gezicht
met een stok een kwaadaardigen slag toegebracht.
De ontstelde winkelier, weinig gesticht over deze
onbeschofte dronkemansbrutaliteit, deed daarvan
aangifte en heden werd deze ongeroepen schoon;-
heidskeurmeester, die bovendien bij de politie
de groentevrouw, tot f25 boëte óf 25 dagen
veroordeeld.
Een minder prettige relatie.
i De heer Jacob .Janzen, schoenhandelaar te
Apeldoorn, die vermeende nog geld wegens gele
verde schoenen te moeten ontvangen van zekere
j juffrouw Trijntje K„ 'n 24-jarige mei Jan 'B.
gehuwde vrouw, vroeger te Apeldoorn, daarna
te Uitgeest en thans te Heemskerk woonachtig,
had die zwevende dame deswege per brief aange-
I maand, maar ontving echter in plaats van geld
een briefkaart, vol met bedenkelijke insinuaties,"
die den verbluften schoenenleverancier zoo wei
nig aanstond, dat hij onverwijld bij den commis
saris een klacht indiende wegens beleediging.
Derhalve stond de litteraire echtgenoote van den
grondwerker B. heden terecht en had gelegenheid
haar grieven tegen den lieer Z:„ welke echter een
zoo teere kwestie aanbelangde, (het ging hier over
verboden teederheid met gratis nieuwe schoen
tjes als opbrengst) dat we ons hierover in een
door ieder lid des gezins gelezen blad niet ver
der kunnen uitlaten. Niettemin stond des politie
rechters sympathie niet bepaald aan de zijde van
de schrijfster en werd zij tamelijk kras op haar
plaats gezet door een voorw. veroordeeling tot
2 maanden met '2 proefjaren, gedurende welken
proeftijd zij zich volkomen moet onthouden van
schriftelijke of mondelinge beleedigingen van den
hoer Jansen, daar zij 'anders gevaar loopt, dat de
2maanden deportatie naar den Ratsmolen zullen
worden ten uitvoer gelegd.
'n Goede tegenpartij voor Primo Carnero.
Een jeugdig te Hoorn woonachtig heer, voor
komende in het register van den Burg. Stand als
Hermanus O. is een pootige grove bonk en steu
nend op zijn kracht,.'n vechtersbaas met niet al
te verfijnde manieren, zooals bleek uit het feit,
dat hij in den laten avond van 7 September, met
een meisje vertoevend in het donkere Hoornsehe
plantsoen, dit lieve kind zoo onheusch behan
delde, dat een andere galante ridder, eveneens toe
vende onder het zoete juk van Amor, het niet
langer kon aanzien en tot den ruwen minnaar
eenige afkeurende woorden richtte. Deze inmen
ging werd echter door den robusten Manus niet
geapprecieerd en ontving den criticus C. L. Ap
pelman, lichamelijk ver de mindere, 'n opstopper,
dat hij direct den plantsoengrond zoende en wel
drie dagen lang met een wang als 'n halve kool
raap moest rondsukkelen. Het was echter heden
de politierechter, die met succes, niet door een
bokspartij, doch met de krachtige middelen van
het recht, de taak op zich nam, den knock out
getimmerden strijder voor de zwakke sekse vol
doening te geven door den groven heer Manus tot
f 20 boete, of 20 dagen te veroordeelen.
Verzachtende omstandigheden voeren tot
een mild vonnis.
I>c arbeider Hendrik V. te Abbekerk had op
10 September buurvrouw Dieuwertje Verbeek,
geboren v. Noord, 'n tamelijk bij de hande jonge
huismoeder, niet bepaald op haar 'praatmachine
gevallen, eenige klappen toegebracht en stond
daarvoor terecht. Maar het. bleek al spoedig dat
juffer Diewke onder de ruzie die zij met Henk's
moeder had, zich niet al te minzame uitdrukkin
gen had gepermitteerd, vooral met betrekking
tot het onechte kind van Henks zuster, zoodat
„Nietwaar Henri," ging de rechter voort, „jij
kent de praktijken dier magnetiseurs? Als jij
nu eens het kind in slaap bracht, zou zij u dan
niet even goed antwoorden
„[Neen .neen, ik wil ,het niet hebben," riep
Veronica Sollier: „men zou haar dooden, het
arme kind!"
„Madame Sollier heeft gelijk." verklaarde Hen
ri,. ,,l.k wil nu niet. bepaald zeggen, dat we, door
het kind onder den invloed te brengen, haar
dood zouden veroorzaken, maar we zouden in
elk geval het teederc gestel op een ongeoorloofde
wijze benadeelen. Martha mag niet gebiologeerd
of gemagnetiseerd worden ,het zou voor dat lie
ve' kind veel te gevaarlijk wezen, en ik vereenig
mij graag met haar grootmoeder, om mij tegen al
die dingen met hand en tand te verzetten..."
„Goed, goed," zeide Daniël Savanne, „van zulk
soort proeven zien 'wij onmiddellijk af en vol
gen andere wegen. O'Brien is de medeplichtige
van de moordenaars van Riehard Vernière. dat
is voor mij een onbetwistbare waarheid gewor
den. Als die ellendeling, wat niet te hopen is,
ons nog ontsnapt, zal Veronica Sollier, van haar
blindheid genezen, ons de booswichten aanwij
zen, die hem, den handlanger, ook tot die laatste
misdaden hebben aangezet. Laten we nu slechts
denken aan dit eene, om grootmoeder en klein
kind te beveiligen tegen nieuwe aanvallen van die
gewetenlooze bandieten. Luister eens goed, Ve
ronica Sollier! Ge zijt omringd, ge wordt ver
volgd door allervermetelste* vijanden, steeds de
zelfde. U moet, geloof me, het is 't verstan
digst hoe eer, hoe beter mijn villa verlaten.
Van avond nog brengt niijn neef Henri u naar
het gasthuis van Vingts, waar de operatie zal
gedaan worden door den u bekenden en eminenten
professor in de oogheelkunde. Martha blijft hier,
bij ons, onafgebroken bewaakt door mijn trou
wen Germaine, die haar, als mijn neef Henri
en ik, beiden afwezig mochten zijn, geen seconde
uit liet oog za-1 verliezen. M,et een man als Ger
maine tot bewaker valt er voor haar niets te
duchten. Dat neemt gij aan, niet waar?"
,,Ja, dat neem ik aan," antwoordde de blinde.
„Alles neem ik aan, wat er slechts toe dienen kan
om mijnheer Richard Vernière en om mij zelf
te wreken!"
„Hef rijtuig waarmede mijn vriend, de chef
der veiligheidspolitie, hier uit Parijs is gekomen,
staat nog altijd ter onzer beschikking. Daarmede
zal oogenblikkelijk mijn neef u naar Parijs .ge
leiden en naar 't gasthuis brengen. Doe 't onmid
dellijk, Henri, en laat alles een diep geheim
blijven...." Toen tot al de anderen: „Gij hebt het
gehoord, heeren, en jij ook, fMartha, 't is mijn
uitdrukkelijk verlangen, dat al het gebeurde,
zelfs voor wie u 't naast aan het hart ligt, een
diep geheim blijft!... Geen woord aan iemand,
'wie 't ook zij. Geen woord aan de dagbladen,
zich niets meer'herinneren, noch van hetgeen haar Niets— niets!— Ik verlang, dat iedereen ten
gelast werd te doen, noch hetgeen zij zelve ge- I volle overtuigd zij, dat Veronica en Martha bei-
daan heeft." den zijn verdronken in de Marne. Zet uw
bracht, die zij uit het water hadden gered."
„Ik weet het niet."
„Had iemand je misschien bevolen om tegen
middernacht grootmoeder te brengen naar de brug
van Champigny
„Niemand. Ik heb niemand gezien. Ik durf
het u bezweeren."
JEn hoe zijt ge zelf gekomen in het. huis.
waar men u gevonden heeft?"
Martha, in snikken losbarstend, antwoordde
bij herhaling, dat zij niets wist, zich niets her
inneren kon, en dat wat zij zelve had gezegd*
de waarheid was geweest.
De rechter wilde nog langer aanhouden, doch
zijn neet" voorkwam dat. Wat ik u bidden mag,
oom, martel dat arme kind niet langer. Zij kan
u niets anders antwoorden, dan zij reeds heeft
gezegd."
„Waarom niet?" vroeg Daniël Savanne ver
wonderd.
„Omdat zij. zooals mij uit alles blijkt, tegen
wil en dank heeft gehoorzaamd aan een ge
heimzinnige kracht, omdat zij onderworpen moet
zijn geweest aan een suggestie en zich bij het
ontwaken niets meer kan herinneren van wat
haar bevolen werd en yan-hetgeen, zij zelve, heeft
gedaan."
Al de heeren, die deze verklaring hadden aan
gehoord, zagen beurtelings Hënri Savanne en
elkander mét een zekere bevreemding aan, en
alleen de blinde vrouw was het, die Henri's
woorden terstond geloofde.
„Ik begrijp het!" riep zij uit. „het is alles het
werk geweest van den magnetiseur uit de rue
de la Victoire, het is alles het werk geweest
van O'Brien!"
„Van O'Brien," herhaalde Daniël Savanne op
staande, „van den medeplichtige der moordenaars
van Saint Ouen!"
„Het moet zoo zijn," zeide nu ook de inspecteur
Borthaut, die naar voren trad en op des rechters
tafel het valies neerlegde, dat door een der agen
ten gedragen was." „In hetzelfde huis waar wij
het kind hebben gevonden, dat een vrij groote
waarde aan bankpapieren bevat en verscheidene
brieven, aan den dokter O'Brien in de rue de
la Victoire te Parijs geadresseerd. Ik heb de
deuren van de kleine villa weder dicht gedaan
en als O'Brien de gelukkige gedachte mocht heb
ben, om daar terug te komen, zal hij in zijn eigen
huis worden gevangen als een rat, in den val,
want ik heb er twee van mijn agenten in achter
gelaten."
„Zeer goed," antwoordde Daniël, „we zullen
dit valies nauwkeurig onderzoeken." Daarop
zich weder tot zijn neef wendend: „Geloof jij
dus werkelijk, Henri, dat men dat kind eerst ge
hypnotiseerd heeft en daarna gesuggereerd,?"
„Ik heb daarvan de volstrekte overtuiging.
Op dit uur weder klaar wakker, kan Martha
toelaatbaar, dan toch begrijpelijk werd geacht en
hem dus slechts f 7 boete of 7 dagen werden op
gelegd.
"Alweer een meineedseaiididaat voor het
bruine booneninstituut.
In den nacht van 14 September werd het eer
zame echtpaar SchobnSchoon vader en moeder
heeten beiden Schoon, het is dus zonder twijfel
een dubbel schoone verbintenis, minder prettig
opgeschrikt door eenige landelijke nachtpitten,
die goed in d.e smeerolie gezet een bezoek brach
ten op Schoon's erf, met het te voorziene gevolg,
dat wcldr aeen glasruit rinkelde. Dit nachtelijk
drama speelde op den Ambachtsdijk te Harencar-
spel en thans stond als verdachte van- die rui-
tebrekerij terecht de bedienaar van den koegang
Piet K. uit Kerkebuurt, die echter met groote
afkeer de beschuldiging van de hand wees. Moe
der Schoon, geboren Schoon had hem evenwel
met zijn medenachtzwervers Hessing, Pancras en
de heer gebroeders Waij van Oudkarspel op en
bij het erf gezien, en roerde haar mondje op 'n
manier ,die respect afdwong. Volgens haar ver
klaring had Jaap Waij, 'n 43-jarige bietenkwee-
ker, die heelemaal niet in dit gezelschap jonge
edellieden van de mestvork thuis hoorde, gezegd,
dat hp 25 gulden uitloofde voor den held, die
bij Schoon een glasruit inmepte.
Daarop verscheen echter Arie Pancras, wiens
edel romeinsch gemodelleerd reukorgaan, meer
aan de Jodenbreestraat dan het Waarland teeken-
de ,ten tooneele en diens verklaring week zoo
angstwekkend af van zijn opgaven aan den veld
wachter Homan cum suis, dat de officier het ge
martel niet langer kon aanzien en niet alleen
procesverbaal verzocht tegen Arie, als staande
onder verdenking van meineed, maar ook, uit
vrees'van nog meer gekonkel; diens directe gevan
genneming.
Nu, Arie kreeg dan ook zijn verbaaltje aan
plus four, laatste Harenkarspeler coupe, doch
de gevangenhouding wenschte de politierechter
over te laten aan den Rechter-Commissaris, die
nu vriend Arie eensi nader over een en ander aan
den tand zal voelen.
Dut komt er van als de flapjes van f25
je op je rug groeien.
De heer .Jacob W. uit Oudkarspel, die in een
vlaag van millionairsovermoed dien rumoerigen
nacht op den Ambachtsdijk niet minder dan 25
pop had uitgeloofd voor den moedigen strijder
tegen Schoon's glasruiten, plukte thans de wrange
vruchten van deze verkwisting, aangezien hij
thans terecht stond wegens het opruien tot en
het plegen van een strafbaar feit. Vader Jacob's
lef was echter nu 'tot diep in zijn schoenen gezakt
enhij probeerde zich voor de bui te dekken, door
te beweren, dat hij in zoodanige mate was bene
veld, dat hij zich niets meer van het gebeurde
kon herinneren. Maar de verklaringen van moe
der Schoon en ook van den thans veel meer
mededeelzamen Arie Pancras waren hem te mach
tig. Hij kreeg een krasse vermaning van den offi
cier over zijn optreden op zijn leeftijd te pruimen,
en werd, wat nog erger was, tot f 30 boete of 30
dagen veroordeeld.
beide ooren open, mijn brave Magloire: Verwon
der u over niets, zeg niets, zelfs niet tegen uw
jonge vrouw, van al hetgeen gij misschien dezer
dagen zien of vernemen zult. Als ge daarentegen
iets hoort of ziet, waarbij ik belang mocht heb
ben, kom dan bij mij aan 't paleis van justitie,
ik zal u altijd dadelijk te woord staan."
„Heelemaal tot ,nw orders, mijnheer de rech
ter," antwoordde Magloire. „Tegen de heele bui
tenwereld zoo stom als een visch, dat is 't con
signe, niet waar Nu, (daarvan, dat bezweer ik u,
zal ik niet afwijken."
„Komaan ,nu voortgemaakt, mijn waarde Hen
ri!" gebood de rechter van instructie. „Madame
!Sollier omhels uw kleinkind, neem Henri's arm
'en laat dan de rest geschieden, zooals ik het
heb bepaald."
Weenend omhelsde Veronica haar kleinkind en
ging daarop heen, door Henri Savanne en Mag
loire begeleid.
Daniël Savanne, die al zijn ondergeschikten
de noodige bevelen gegeven had, liet Germaine
roepen en voegde hem toe:
„Ik ga naar de stad en weet niet, hoe lang
ik weg zal blijven u vertrouw ik onze lieve
.Martha toe dat zij geen voet buitenshuis
zette ,dat niemand haar te zien krijge. De heele
wereld moet denken, dat zij is omgekomen, dat
zij dood is. Begrijp je dat?"
„Mijnheer kan gerust vertrekken," antwoordde
de trouwe knecht, „ik zal waken over de kleine
of 't mijn eigen kind ware."
„Ga gerust met Germaine mede, lieveling,"
zeide Daniël Savanne. „Bewaakt door hem, hebt
ge geen enkel gevaar te duchten."
De kamerdienaar leidde Martha Sollier Weg.
De rechter van instructie, zich weder tot den
chef der veiligheidspolitie en tot den commis
saris van Jóinville wendend, ging aldus voort:
,,Zei de onderzoekingen met kracht voort, hee-
rer. Laat dien magnetiseur O'Brien gepakt en
geboeid worden als een wild dier. Ook 't huis,
waarin onze Martha heeft gevangen gezeten, moet
opnieuw in alle hoeken en gaten doorsnuffeld
worden. Berthaut neemt dat valies mede en be
zorg het in mijn cabinet op 't justitiepaleis.
Ik ben blijde, dat gij terug zijt, want ik heb
u hoog noodig. Wacht, ik geloof, dat ik maar
dadelijk met u mede zal gaan naar Parijs, want
ik moet den inhoud van dat valies met bedaard
hoofd daarginds onderzoeken.
In een oogenblik was de rechter gekleed om
uit te gaan. Hij begaf zich met den politie-inspec-
teur naar 't station, en gedurende den korten
spoorrit gaf hij hem nog een tal van instructies,
zoowel omtrent O'Brien, als omtrent de gevonden
registers bij den opvolger van den antiquair Du-
tac en het rijwiel, waarvan waarschijnlijk een
der misdadigers van Saint Ouen moest hebben
gebruik gemaakt om bij eene eventueele vervol
ging de politie en de justitie het spoor bijster
te maken.
Te Parijs ging Daniël Savanne niet dadelijk-
naar 't paleis van .justitie, maar naar de parti
culiere woning van den procureur der Republiek,