Liefde en iisdaad een föut. Dat stroo en ook het klimmateriaal had al lang verwijderd moeten worden en ieder naar zijn specialen aard behandeld. D.w.z. het stroo had verbrand moeten zijn en de staken van het rijs- korst ontsmet. Dat is noodig, omdat beiden een haard van besmetting vormen, die a.s. jaar den oogst aanmerkelijk zal verminderen. De droge zo mer was buitengewoon gunstig voor de ontwikke ling van thrips, spint en bladluis, zooals elke kwee- ker heeft kunnen constateeren. Als de herfst na dert, gaan de thripslarven naar den bodem om er te overwinteren. Hiertegen helpt het diepomspitten van den grond. De spinnende mijt zoekt een schuilplaats aan den voet der boanenstaken en van het erwtenrijs. Daarom moet dit na van de stroorestanten ontdaan te zijn, ontsmet worden. Bij de boonenstaken kan me ngebruik maken van het „ontreinigende" vuur. door de ondereinden een kort oogenblik in den vlam te houden. Onderdompelen in een 5 pet. op lossing van kopervitriool of van een 15 pet. carbo- lineumoplossing heeft hetzelfde reusltaat. Ook het erwtenrijs wordt ermede besproeid. Deze behandeling klemt temeer, daar we dan te vens een aantal plantaardige parasieten dooden. Daar hebben we bijv. de roestziekten op boonen en op erwten (Uromy cis appendiculatus en U. pisi) de schuimziekte (Sclerotinia libertiana), het wit (Erysiphe communis), de onechte meeldauw (pero- nospera viciae) en het wit van de aardbeien (Sphae rotheca kumili) Van roest en schuim kunnen de sporen en ziektekiemen op het klimmateriaal over winteren. De laatstgenoemden overwinteren in het stroo, het blad of de peulen. Daarom moet dit worden ver brand en wel terstond na den oogst. Thans ligt er overal blad en stengelrommel op den grond ver spreid. waarvan a.s. voorjaar de besmetting kan en zal uitgaan. We ontleenen aan het verslag over den Landbouw in Nederland over 1928: In 18 van de 45 opgenomen landbouwgebieden werden negatieve resultaten verkregen, terwijl in verschillende andere gebieden de gemaakte winst zoo gering was, dat van een redelijk ondernemers- loon geen sprake kan zijn, of wel het in deze be drijven aangewende kapitaal vrijwel geen rente op gebracht heeft. De algemeene indruk, dien deze cij fers geven van den toestand van den landbouw is dan ook wel zeer somber. Niettemin zijn er een aantal gebieden waarin blijkbaar behoorlijke uit komsten zijn verkregen. In het meerendeel der be trokken gevallen hebben de cijfers slechts de uit komsten van een klein aantal bedrijven ten grond slag, zoodat daar weinig uit valt af te leiden. Plaatselijk Nieuws CPEiREITTECiLiUBi „OAEOILIA" DiE GANZENHOEDSTER. Zondag 24 en Dinsdag 26 November "werd ten locale van den heer C1. Vis te Oudkarspel, door bovengenoemde vereeniging de operette. „De Gan zenhoedster" opgevoerd. *Wij laten hier een uittreksel volgen. De rijke Campistrat is door tegenspoed met de appeloogst arm geworden. Ramon Gargas, een Spaansche reeder, begint Campistrat's doch ter .Denisette tot vrouw, omdat hij denkt dat zij een flinke bruidschat zal meebrengen. Cam- pistraat, die meent dat Gargas een zeer vermo gend man is, stemt, ondanks het protest -van zijn dochter, daarin toe, en dwingt Denisette, om met Gargas te trouwen. Als dan het huwelijk vol trokken is, lichten Campistrat en Gargas elkaar wederzijds in, met het gevolg dat Gargas ver dwijnt en zijn vrouw bij haar vader laat. Denisette had geweigerd met Gargas te trou wen omdat haar hart aan hdar neef Faarndat behoorde, die 7 jaar geleden om zijn slecht gedrag door Campistrat naar de koloniën was gezonden. FEUILLETON OF De Moord van Sainf-6uen. 104) i In het cabinet moesten zich ook bevinden de standaardmodellen van de nieuwe projectielen en de stukken van de veldmitrailleuse. De eerste waren nergens te vinden, de stukken tot de sa menstelling der mitrailleuse waren daarentegen wel aanwezig, doch Philips herinnerde zich eens- eensklaps, dat hij Claude Grivot eens had zien werken aan nieuwe stukken, toen het standaard model reeds voltooid was. Overtuigd, dat Grivot alles deed op last van den patroon, had hij _daar destijds niet verder over nagedacht, maar thans doorzag hij de ontzettende waarheid. Clau de en Robert Vernière waren elkanders mede plichtigen geweest bij het landverraad. Philippe viel, als vernietigd, op een stoel neder. Wat moest hij doen De misdaad ongestraft laten „Neen .duizendmaal neen, riep hij van zijn stoel opspringend uit. „Ik mag niet, als ik 't kan be letten, Duitschland laten profiteeren van de mis daad der beide landverraders. Hoe heb ik te han delen? Wacht, ik geloof, dat ik het weet. 't Is de chef van het Duitsehe spionnenstelsel te Parijs, die onderhandeld moet hebben met den spion Ro bert Vernière de brief in cijferschrift, dien ik hef> kunnen vertalen, duidt dat alleszins vol doende aan. Welnu, naar dien man ga ik 't eerst om hem door list als het daartoe nog tijd is datgene weer afhandig te maken, wat men hem heeft verkocht. Ka ni kdaarin nog slagen? - Zo uhet daarvoor niet reeds te laat zijn Laat ik bedaard blijven. Ik heb al mijn kalmte, al mijn geestkracht noodig. Ik moet met beleid te werk gaan," Hij bemachtigde zich van de teekeningen en de daarbij behoorende stukken, die hij op bet bureau gevonden had en stak alles bij zich. Sedert dien had men niets meer van hém gehoord, Simone de huishoudster van Campistrat heeft een dochter, Griotte, die zij echter verstoot en de ganzen laat hoeden, terwijl zei al haar liefde geeft aan Denisette, haar pleegdochter. Onverwacht komt de neef Farandol weer te rug. Griotte ziet hem en is terstond op hem ver liefd. Is de begroeting door Campistrat aanvankelijk niet bizonder hartelijk, wanneer hij van Farandol verneemt, dat deze een millioen heeft geërfd, verandert dit direct en omhelst hij zijn neef. Aan die erfenis is echter de voorwaarde verbonden dat Farandol moet trouwen met Denisette en wanneer ee nder partijen dit weigert of onmoge lijk maakt, dan vervalt diens deel in de erfenis. Compistrat, die geen groöter geluk kent dan rijk te zijn, laat Griotte voor zijn dochter door gaan, in de heimelijk everwachting, dat Farandol deze ganzenhoedster toch wel niet zal nemen, in welk geval hem de erfenis ten 'deel zal vallen. Deze toeleg mislukt echter, want Farandol is direct zoo opgetogen over zijn vermeende nicht, dat hij dadelijk den notaris gaat halen om de zaak in orde te brengen. Wanneer de notaris dan ver telt, dat Denisette's man, Gargas is gestorven, komt Campistrat tusschenbeide en vertelt de ware toedracht, Farandol is nu dus verplicht van Griotte af te zien krachtens het testament Denisette te trouwen. Aanvankelijk weigert hij, maar wanneer Denisette hem dan vertelt uit hun jeugdjaren, dan worden zij het eens. Griotte, die dit hoort, Wil zich dan verdrinken, omdat haar leven geen waarde meer heeft. In een zeer aan doenlijke scène tusschen haar en haar moeder, belooft deze te zullen helpen. Die hulp komt in den vorm van een 'bekentenis van Simone, dat zij in hun eerste levensjaar de kinderen heeft verwis seld en dan is Griotte de dochter van Campistat, en Denisette de dochter van Simone. Nu zouden de zaken dus weer veranderd moeten worden en zou Farandol toch nog met Griotte moeten trou wen. Griotte weigert dit en biedt haar hart en hand aan Munadel, de zoon van den ontvanger, die haar al geruimen tijd het hof maakt. Wanneer Farandol aan Campistrat voorstelt om de erfenis te deelen, hetwelk door den laatste wordt aange nomen, zijn alle partijen tevreden gesteld. Ziedaar de korte inhoud van een werkelijk mooie operette. De muzikale leiding was in han den van den heer H. Zaal en dit was weer uitste kend verzorgd. Hetzelfde kan gezegd worden van de tooneelaankleeding en de grime. Nu liog een enkel woord over" de spelers en speelsters. Wij zouden dan misschien kunnen vol staan met te zeggen dat er over het algemeen goed gespeeld werd. Maar is het niet zóó, dat de kritiek, geleverd door een buitenstaander, die tracht dat zoo objectief mogelijk te doen, van meer waarde is, dan eenige avonden van ernstig repeteeren Immers door zijn fouten te kennen, trachten deze te verbeteren. En wanneer men in het openbaar optreedt wil men trachten dit zoo correct mogelijk te doen. Wij willen direct erken nen dat een 'goede stem, en aanleg voor tooneèl niet altijd samengaan. Maar wat niet is kan wor den. 1 Nemen wij nu allereerst Griotte, die ons direct voor haar innam met'haar rustige en losse manie ren, die een zoo echt natuurlijk spel gaf. Haar kunnen wij gerust de ster van deze operette uitvoeringen noemen. En haar zang en haar spel waren verrukkelijk. Denisette moet zich veel meer geven. Haar lieve verschijning en haar goede stem beloven haar in „Caeeilia" een goede toekomst. Zij laat zich echter veel te weinig gaan. Wanneer zij bijvoorbeeld haar vader vertelt van haar JLiefde voor haar neef en zegt zjjn portret in haar hart te bewaren, dan is dat gewoonlijk niet de manier waarop een vrouw voor haar liefde vecht. Daar mag o.i. wel meer hartstocht tot uiting komen. D» moeilijke rol van Simone werd goed ver tolkt, Alleen wanneer zij haar fout beschrijft, hadden wij gaarne wat i be ter spel gezien. D$ zware rol van Campistrat werd goed ge zongen ,maar weinig doorleefd. Ook bij hem zagen wij gaarne wat meer uitdrukking. Wan neer een kind haar vader herinnert aan hun groo- te liefde voor elkaar en dan smeekt niet te wor den vergeten, mag er dan niet eens een hevige gemoedsaandoening plaats grijpen, welke tot ui ting komt ,in plaats van onbewogen te blijven staan ,waar men staat? Wij zijn er echter van overtuigd dat er iets .gehaperd heeft, want wij zij» de heer Blom veel beter gewend. Farandol was aanvankelijk een beetje onwen nig .later zat hij er goed in en speelde uitstekend. Muscadel leverde samen met Griotte oogen- blikken van subliem spel. Zijn mooie stem en zijn levendige manieren deden ons van zijn spel genieten. Jammer dat hij wel eens uit zijn rol viel, door in hetzelfde tooneel, twee verschillende manieren van spreken te bezigen. Dit is, hetgeen wij meenden van de hoofdrollen te moeten zeggen. Resumeeren wij nu het' een en ander, dan wil len wij gaarne bekennen, dat Caeeilia ons weer een paar genotvolle avonden heeft bezorgd. D'e dank van de vereeniging bij monde van haar voor zitter, na afloop aan den directeur, de heer Zaal, gebracht, was ook ten volle verdiend. Hem werd namens de vereeniging een prachtige bloemen mand overhandigd. Aan de vereeniging onzen dank voor het genotene, en tot de dames- en heeren-hoofdfiguren zouden wij willen zeggen, gaat niet op uw lauweren rusten, maar ga steeds voort het beste te geven wat in u is, en tot hen die dezen keer wenken kregen willen wij raden, laat u niet ontmoedigen door kritiek. Die voor het voetlicht verschijnt, kan kritiek verwachten, maar daar kunnen wij allen van leeren, meer dan van alle loftuitingen. Spant u in, leeft er in in uw rol alsof ge waarlijk de'figuur waart en wij twijfelen niet of het volgend jaar krijgen wij nog mooier spel. Volhard en overwint. Tenslotte nog een woord tot onze lezeressen en lezers. De operetteclub „Caeeilia" heeft gebrek! aan nieuwe leden, zij moet veel krachtiger wor den. Welnu, er zijn er onder u, vooral jongeren, velen met een goede stem, wij willen u raden sluit u aan bij die vereeniging, 'helpt mede, haar krachtiger te maken. Gij helpt niet alleen de ver eeniging, maar ook uzelve. Want het is meer dan zang en meer dan tooneelspel, het is zang en tooneelspel. Uw stem wordt daar geschoold onder de goede leiding van den heer Zaal en den heer Slikker zal u leeren alle voordeelen, die een tooneelspeler geniet, zuivere spraak en vrije en correicte manieren. Rechtzaken MEERVOUDIGE STRAFKAMER. ALKMAAR. Uitspraken in de zaken op 19 Nov. behandeld. Jb. BI. Verzetvonnis terzake mishandeling f60 boete of 60 dagen. Jan Hendr. B., Amsterdam I gedetineerd diefstal van een revolver en rijwie-/ len, 4 maanden gev. met aftrek voorarrest. Ger. Tr. Castricum, in voorarrest) diefstal met j inklimming, nader onderzoek gelast. S. 7. El. Amsterdam, hooger beroep overtreding motor- en rijwielwet, geen uitspraak. Adr. Corn. Bj. j Heemskerk, hooger beroepzaak, overtreding po- Toen ging hij de ateliers rond op de fabriek om overal de noodige order te geven, daarbij met j zorg vermijdend om Grivot te ontmoeten, want hij wist niet, of 't hem voor de tweede maal t zoju gelukken, zich zelf te beheerschen, als hij i die nlagen schurk zag. Met het rijtuig, dat hem op de fabriek had gebracht, reed hij weder naar Neuilly. terug. XXIX. Philippe de Nayle, we hebben het gezegd, was vast, besloten zich in verbinding te stellen met den chef van het Duitsehe spionnenstelsel te Parijs, maar wie was dat, waar had hij dien man te zoeken? ,,'tls haast onmogelijk," dacht Philippe, ,.dat ik bij papieren van mijn stiefvader niet het een of ander vind, dat mij op (den weg kan helpen.'' Daaro mjuist reed hij naar huis terug. Thuis gekomen, liep hij regelrecht naar het z.g. studeer vertrek van zijn stiefvader en deed aan den binnenkant de deur op slot, Zonder eenig gewe tensbezwaar, er kwam geen aarzeling te pas, wa.ar het zulk een booswicht gold en bovendien dc zaak, waarvoor "Philippe ijverde, rechtvaardig de alles, zonder eenig gewetensbezwaar zeggen we, beproefde hij, de neen na den ander, de sleu tels van zijn ring op* dé sloten van 'Roberts bureau. Er was er niet een die paste. Toen zijn handigheid als techincus te hulp roepend, vijfde hij een zijner sleutels, die hem het meest passend was voorgekomen, zoodanig af en bij, tot het hem ten slotte gelukte daarmede de lade te Ope nen, waarin gelijk hij wist, zijn stiefvader diens particuliere correspondentie opbewaarde. Hoe ge jaagd hij ook wezen mocht, stelselmatig nam hij den eenen brief na den anderen ter hand, tot hij eindelijk het volgende onder de oogen kreeg- „Mijnheer Vernière, in uw persoonlijk belang, in 't belang van de toekomst uwer fabriek en van de gerustheid uwer familie, wordt u uitge- noodigd, u zooispoedig mogelijk, des morgens'tus schen negen en tien,uur, te vervoegen in 't huis No. 4 van de rue de Verneuil. Draal niet met te voldoen aan deze uitnoodiging, waarvan gij al 't gewicht wel zult beseffen en ontvang hier bij mijn groeten. Baron Wilhelm Schwartz. Voor Philippe was ook dit raadsel opgelost. De Duitsehe naam, in verband met den inhoud des briefs, sprak duidelijk genoeg. Hij spoedde zich met zijn rijtuig naar de rue de Verneuil. Wilhelm Schwartz, altoos vroegtijdig bij de hand, zat de brieven na te lezen, hem des nachts van wege de Duitsehe ambass ade hem toege- dcn. Om tien uur belde Philippe bij hem aan en werd door een D'uitschen bediende te woord gestaan: „Wat verlangt mijnheer?" „Mijnheer den baron Schwartz te spreken," antwoordde Philippe, eveneens in het Duitsch. „Mijnheer de baron is afwezig," zeide de knecht, die strenge orders had om geen hem vreemde personen .toe te laten. „Voor mij niet," meende Philippe, die de aar zeling van den knecht wel had opgemerkt. „Wees zoo goed, den baro nte zeggen, dat ik hier ben vanwege mijnheer Robert Vernière, den indus trieel van Saint Ouen." De bezoeker werd in de antichambre gelaten en de huisheer'ontving het kaartje met den naam van „Philippe de Nayle" er op. Hij wist zeer goeyd ,dat Robert Vernière met de weduwe van den graaf de Nayle was gehuwd en liet Roberts stiefzoon bij zich komen. Zoo trad dan Philippe het cabinet van den attaché der Duitsehe ambassade binnen, voor het uiterlijk de bedaardheid zelve, en daar hij zijn oogen den kost gaf, had hij reeds dadelijk op den grond van oen half openstaande muurkast enkele stukken zien staan van de uit de fabriek van Saint Ouen afkomstige mitrailleuse. „Goddank, ik kom nog bijtijds!" prevelde hij in zich zelf. „Waaraan heb ik de eer van uw bezoek te dan ken, mijnheer de graaf?" vroeg Schwartz, die zijn dikk esigaar op het aschbakje had gelegd. ,V;U hebt mijn kaartje ontvangen, niet waar?" .JZieker, en ik weet ook dat u de stiefzoon zijt van den grooten industrieel Robert Vernière. Maar met dat al weet ik nog niet..." „De reden van mijn komst? Ik zal u zeggen. Ik kom hier namens mijn stiefvader en volgens zijn last een leelijke vergissing herstellen, een betreurenswaardige dwaling „Een vergissing, een dwaling?" herhaalde litreverordening te Uitgeest f 12 boete of 12 d. N. F. T„ Oudkarspel, hooger beroepvonnis niet aansluiten bij de waterleiding f 3 boete of 3d. Jac. K. Limmen, hooger heroep vonnis jachtwet vrijgesproken. Hendr. Ant. O., Noordschar- woude .mishandeling, voortgezette behandeling op 10 Dec. H. B. en J. O. G. Noordscharwoude, diefstal met inklimming ieder 3 maand. gev. voorw. met 2 jaar proeftijd en ondertoezicht. ge steld. (Wilhelmus D„ Wervershoof, misdr. art!. 250 wetb. v. strafr. J. S. W„ Helder, misdr. art. 249 wetb. v. strafrecht, vrijgesproken. De nieuwe najaarssnufjes? Eerst nog een gebruikt meubelstuk onder den hamer. Onze geachte lezers zullen zich mogelijk nog herinneren en zoo zij dit niet zullen, ze toch niet gestraft worden met 'n kind met 'n waterhoofd, dat op 15 October j.l. door onze rechtbank werd behandeld ee(n strafzaak tegen den schippers knecht Piet K., uit ICerkebuurt, gem. Harenkar spel, welke lieer werd verdacht in den nacht van 12 op 13 Augustus den slager Ci. J. Koning 'n veeg met een mes in zijn kersepit te hebben toege- kersepit, welke zaak toen werd aangehouden we gens het gemis van monsieur Arie Pancras, die zich toevallig op een buitenlandsche reis bevond. Inmiddels was de heer Arie gezond en wel te ruggekeerd in den kring zijner juiehende familie leden en kon heden'de plechtigheid worden voort gezet. De hoofdacteur in dit drama, Pieter K., thans bevorderd tot landbouwer, was eveneens behoorlijk present om evenals de vorige maal met, edele verontwaardiging de dubieuze'eer dezer be schuldiging af te wijzen, wel gaf hij toe in de landelijke estamine eenige kwestie met Koning te hebben gehad, doch aan het verder gebeurde op den dorpsweg, was Piet zoo onschuldig als een pasgeboren potlammetje. Hij was van mee ning, idat Koning hem die bloedige rol had toege dacht uit minder eingenomenheid met zijn dege lijke^ 'persoon, daar hij ook al rondverteld had, dat f iet bij een bewoner van Dirkshorn diens knusse voortuintje had vernield. Watide heer Arie Pancras die het geheele rel letje scheen te hebben meegemaakt en ook nog slager Koning eenigszins hardhandig had gelief koosd, (deze voelde er blijkbaar absoluut niets voor, .om het kruis van Piet op zijn schouders te nemen en gaf hij beslist te kennen, de mysterieuse messteek iniet te hebben toegebracht. De officier had evenwel al genoeg gehoord om zijn conclusie te trekken en zonder gewetenswroeging f 60 boe te of 60 dagen te vorderen. De bloednacht, niet van Venetië, maar van De Rijp. De goede gemeente de Rijp heeft nu toch einde lijk ook eens zijn door bloed gedrenkt messentrek - kersspectakelstuk, dank zij de jongste kermis- viering en wel in den 13 op 14 Septembernacht. Alstoen waren in het café van de Boer een aantal lustige jonge broeders bijeen, onder meer de 20- jarige notarisklerk Joh. Schokke en de 24-jarige landbouwersbediende Bernard G. Deze twee jo lige snaken knoopten een interessant gesprek aan over de bekoorlijkheden en minnaarsapprecia ties van een Rijper schoone, waarbij de notaris, n liebenswierdige Adonis, zoo ontactisch was tri- umphantelijk op te merken, dat onze rustieke Bernard als aanbidder bij dit bevallige knotje zelfs geen schijn van kans had. Natuurlijk smaak te jongeheer Bernard dit minder vleiend oordeel veel slechter dan een hondewoirst en het ver moedelijke gevolg was, dat eenigen tijd later, toen mijnheer Schokke zich met Bernard in de bij het café gelegen tuin had begeven, bij zijn terug komst in het café bloedend in den rug te zijn ge wond en onverwijld'ter behandeling bij den plaat- Schwartz. „Zoo is 't, mijnheer, maar gelukkig ook nog herstelbaar." „Waarom is mijnheer Vernière zelf niet ge komen „(Omdat hij heel onverwachts e>n op stel en sprong naar Engeland moest voor een aangelegen heid ,de fabriek betreffend. Hij rekende op mij om bij u als zijn plaatsvervanger op te treden. Mij is letterlijk niets onbekend mijnheer Schwartz van de onderhandelingen tusschen u en .niijn stief vader gevoerd... ik'ben van 't begin af de deelge noot van zijn geheimen geweest en u_ kunt op mij even goed rekenen als op hem." De baron knikte even met een fijn lachje van vorstandhouding: „Kom ter zake, mijnheer. Waarin bestaat de vergissing, de dwaling Waar om hebt u ze betreurenswaardig genoemd?" „Ze zo udat zoowel voor mijn stiefvader als voor u kunnen zijn, mijnheer, voor hem omdat 'ti ij werkelijk te goeder trouw heeft gedwaald en voor u, omdat mjan u'daarginds, als de fout werd ontdekt, wat onvermijdelijk gebeuren moest, zou gaan beschuldigen van pegligentie en onbekwaam heid." „Dat is veel gezegd, mijn jonge vriend!" riep de attaché uit, die zich niet op zijn gemak begon te voelen. „Toch niet te veel, mijnheer. Toen mijn stief vader u hier bezorgde de plannen en de toelich tingen ,die er bij behooren, welke hij, met de modellen der projectielen en die van de veld mitrailleuse, aan u had verkocht, heeft hij in de plaats van die, welke eerst onlangs door den minister van Oorlog, na de proefnemingen te Fontainebleau, waren goedgekeurd en geaccep teerd, u onze eerste, onze ontwerpplannen gege ven, die in de détails aanmerkelijk verschillen met de later verbeterde plannen." Philippe bracht de door hem meegebrachte teekeningen en toe lichtingen te voorschijn. „Ik breng u hiermede de goede papieren mede, met het verzoek die te willen accepteeren en mij dei andere, de waarde- looze, terug te willen geven, zoo u die althans nog niet hebt opgezonden naar Berlijn."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1929 | | pagina 4