Een Winternacht
WII
Levenswijsheid
Pluimveeteelt
WENKEN BIJ DE AFLEVERING VAN EEN PRIMA
EI.
1. Raap eiken dag de eieren. In den zomer 2 of
3 maal per dag.
2. Zorg voor een voldoend aantal legnesten.
3. Plaats de nesten op een schoone, droge plaats
in het hok.
4. Denk aan zuiver droog strooisel in de nesten.
Haksel, hooi, stroo krullen of zaagsel.
5. Maak de nesten, wanneer die besmeurd worden
door gebroken eieren of iets anders, dadelijk schoon
6. Sluit de legnesten des avonds. Het zijn geen
bedjes.
7. Houd de hokken zindelijk. Verwijde rde mest
tweemaal per week.
8. Zorg steeds voor droog strooisel, op den grond
stroo, haksel of turfmolm, op den mestvloer zand
of turf strooisel.
9. Bewaar de eieren op zindelijk, droge, frissche,
mestvrije plaatsèn.
10. Leg de verzamelde eieren bij elkaar, zonder
iets ertusschen.
Eieren nemen spoedig smaak of reuk van andere
stoffen over.
11. Bewaar de eieren nooit in de hokken.
12. Zorg er voor dat de eieren altijd droog blij
ven.
13. Lever elke week alle goede eieren af.
14. Houd kneuzen, kleintjes, vuile en misvormde
eirene voor eigen gebruik.
15. Verpak bij verzending in kisten de eieren alle
tegelijk vlak voor het versturen.
16. Gebruik nooit vochtige, vuile of beschimmelde
kartons.
17. Wasch kippeneieren nooit af.
18. Lever nooit weggelegde eieren of eieren uit
gevonden nesten.
19. Plaats broedsche en zieke kippen afzonderlijk
20. Schouw zoo mogelijk voor de aflevering de
eieren.
PLUIMVEEHOUDERS, uw eigen belang eischt stip
te opvolging van bovenstaande wenken.
Houd u bovendien aan de voorschriften van uw
organisatie of afnemer.
AFSCHEID VAN SINTERKLAAS.
Bezoeker: „Waarom zenden ze niet om de brand
weer van de naburige stad?"
Boerenkinkel: „Dat is ie, onze is nog niet aange
komen."
(Passing Show.)
Een Pessimist.
In een bepaalde streek van Texas had het in geen
maanden geregend, doch men had een aaneenscha- I
keling van stoffige, winderige dagen achter den
rug. Op zekeren dag hielden twee spoorwegarbei- j
ders een gesprek op straat en een hunner maakte I
de opmerking:
„Het ziet er aan den hemel net naar uit, alsof i
er een donderbui komt opzetten ik geloof, dat
wij vanavond een flinke regenbui krijgen."
„Loop heen' zei de ander, „dat is een ledige goe
derenwagon, die naar het Westen loopt, om gevuld
met zand terug te komen."
Zeer harde tijden moet men met nog harder wil
en groote vastberadenheid onder de oogen zien.
De man, die slechts van dennenhout en stroo is ge
maakt is tegen niets bestand in tijden van beproe
ving. Wij moeten eikenhout en ijzer in ons hebben
Geen succes is dien naam waard, tenzij het ver
kregen wordt door eerlijke vlijt, en door moedig
en volhardend worstelen met de wisselingen van
het lot.
Hoe eerlijker en gestrenger gij u zei ven beoor
deelt, des te rechtvaardiger en milder zult ge zijn
jegens anderen.
De kennis van het geluk wordt verworven door
het leeren beheerschen van onze gedachten en
door het putten van die gedachten uit bronnen van
gezond leven.
De eer is het uiterlijk geweten en het geweten is
de innerlijke eer.
Zij, die door edele gedachten vergezeld gaan, zijn
nooit alleen.
Kleine zaken te verwaarloozen is niet de weg, om
groote te volbrengen.
Een ziel zonder gedachten, moet evenals een huis
zonder bewoners-spoedig in verval geraken.
Niemand heeft het ideaal in zij nhand, maar wee
hem, die het uit het oog verliest.
Schoon 't haantje van vernuft
Soms moet koning kraaien,
Moogt gij 't haantje in de borst
Nooit den nek omdraaien.
Ach, de onschuld heilig! Wees met kinderen nauw-
Uw scherts zij vroolijk, nooit lichtvaardig,
De lelie is zoo ras besmet.
„Is Dora nog naar het bal geweest?
„Het zal wel. Haar meeste kleeren zijn thuis."
(Passing Show.)
LEF EN ONDERNEMINGSGEEST
Werk door en woeker met uw uren,
Spaar gaaf noch kracht
Straks daalt de nacht,
De roest verslijt nog meer dan 't schuren.
De goede Sint, die brave man
Heeft weer zijn werk volbracht.
Talloos velen, jong en oud,
Zijn door hem bedacht.
Velen heeft hij blij gestemd,
Dankbaar en tevreden;
Had hij zelf, de goede Sint,
Ook tot blijdschap reden?
Wel, de Sint was wat ontstemd,
Werd er niet verteld,
Dat hij hier per vliegtuig kwam?
Hij per vliegtuig? Is zijn boot
Dan niet goed genoeg?
Daarmee kwam hij nooit te laat,
En ook nooit te vroeg.
Immer was hij hier op tijd,
Naar het oud fatsoen,
In zijn stoomboot over zee,
Zal het nooit anders doen.
In een auto rijdt hij rond,
Heeft men ook beweerd.
Niet meer over daken hoog
Met zijn witte peerd.
En ook dit heeft hem bedroefd,
En het deed hem vragen:
„Waarom zou ik, oude man,
M^ in een auto wagen?"
'k Moet toch op de daken zijn,
In den schoorsteen kijken?
Neen, de auto zou me vast
Bij mijn werk niet lijken.
Heusch, de Sint was, toen hij ging,
Lang niet in zijn schik,
En hij stapte op de boot
Met een droeven blik.
„Piet" zei hij, „we gaan naar huis,
Neem de koffer, vlug!
Als het niet verandert hier,
Kom ik'nooit terug!"
FOREST.
Terwijl zij zich aan de dekens vasthield en vlug
ademhaalde, keek zij met groote oogen, zooals een
ter dood veroordeelde naar de verschijning van den
dood kijkt.
Vervolgens, waggelend op haar voeten en haar ar
men in de lucht heffend, uitte zij een allertreu
rigste jammerklacht, vol schrik en vreeselijke wan
hoop.
„Vader! Vader!"
Het was een hemelsche goedertierenheid dat zij
op dat oogenblik haar verstand niet verloor.
Haar oogen stonden zonder tranen, haar hart
was koud als ijs. Zij, was door een moordende slag
ongevoelig geworden. Alles wat zij doen kon, was
de zwakke en jammerende klacht te uiten: „Vader!
Vader!" Langzamerhand begon de werkelijkheid
tot haar door te dringen.
Haar hart was gebroken, gansch en al vervuld
door een hevigen en vreeselijken schrik. Niet alleen,
dat zij het eenige wezen, waarvan zij op de wereld
hield, verloren had, maar zij had hem door zulk
een ongelukkigen en vreeselijken samenloop van
omstandigheden geheel verloren. Hij was vermoord
geworden in de volle kracht van zijn leven; en,
alsof dat al niet groot verdriet genoeg was, had
de wreedheid van het lot den moordenaar naar
haar huis gebracht. Het lot had zijn leven in haar
handen gesteld en had alles dusdanig in lekaar ge
zet, dat zij de nman verzorgd had, dien zij had moe
ten haten.
Het was allerverschrikkelijkst.
Zelfs haar geloof in God was aan het wankelen
gebracht. Hoe konden er als. er een liefhebbende
Vader in den hemel was, zuike dingen gebeuren?
Zij haatte zich. zelf zij haatte de geheele we
reld.
O, als zij het geweten had als'zij het maar
geweten had.
Zij stelde zich alles voor. Zij zag alles, zooals het
gebeurd Was. Zij zag den eenzamen man onder de
sterren staan, wachtende, misschien aan zijn kind
„Gij zijt te jong" zei iemand die een advertentie j
had geplaatst voor fabrieksbaas te Manchester, na
dat hij den sollicitant slechts even had opgenomen.
„Vier jaar geleden placht men dat als een bezwaar
aan te voeren'" antwoordde Robert Owen, „maar j
thans had ik dat niet verwacht."
,Hoe vaak zijt gij in de week dronken?"
„Ik ben nog nooit va nmijn leven dronken ge-
weest" zei Owen, terwijl hij een kleur kreeg,
j „Wat voor salaris vraagt ge?"
„Driehonderd pond per jaar."
„Wel ik heb ik weet niet hoeveel sollicitanten
i hier gehad vanmorgen, en al wat zij vragen, is 1
samen nog niet zooveel als wat gij hebben wilt."
i „Wat de anderen ook vragen, ik kan het niet min
der doen. Ik maak driehonderd pond in mijn ei
gen zaak." i
De jonge man, die nooit in een groote katoenfa-
bliek werkzaam was geweest, werd de directie toe-
1 vertrouwd van een fabriek waarin vijfhonderd ar
beiders werkten. Door des nachts machines, katoen
en verschillende wijze van bewerking te bestudee-
i ren, was hij na korten tijd meestér van elk onder -
deel der zaak en was hij weldra de eerste in zijn
I vak te Manchester.
Wetenswaardigheden
WEET GIJ r ?-?
dat de export van radio-artikelen in Oct.
1928 ƒ2.391.000 en in Oct. 1929 ƒ8.863.0.00 dus bij-
na viermaal zooveel bedroeg? en
dat de export van Gloeilampen eveneens
over het zelfde tijdvak is gestegen van 1.909!000 1
gulden tot ƒ2.554.000? en
dat Clemenceau heeft gezegd, dat er nie
mand meer voor het oorlogvoeren te vinden zou
zijn, wanneer ze gezien hadden wat hij gezien heeft
dat er per dag ongeveer 1.150.000 000 stuks
banderollen voor sigaren worden verstrekt welke
aan belasting 32.000.000opbrengen?
denkende, dat ver weg was. Dan den woesten vij
and, die als een wild beest door dé duisternis sloop
en achter hem aankwam als een moordenaar-,
hem bijna dopdende voordat hij een kreet kon ui-
ten.
Zij zag niet alleen dit maar meer.
Zij zag het stervende gelaat dat naar de sterren
keek, de zwakke handen, die zich aan den moor
denaar vastklemden. Zij hoorde de laatste woorden
De treurige boodschap, uitgesproken door de stem,
die zij zoo goed kende.
En de moordenaar lag daar op haar vader's
bed, daar door haar medelijden gebracht, ten twee
de male door haar zorgen' van een ellendigen dood
gered.
Zij liep wankelend weer naar het bed, en keek
op hemneer, met samengeknepen lippen en een
doodsbleek gezicht. Haar heele ziel verzette er zich
tegen hem nog-hier te houden. Zij verlangde er
naar om hem van bed te trekken en hem in de
koude sneeuw te jagen.
Op een stoel naast zijn bed lag zijn zwaard. Zij
Zag het een wilde gedachte ging door. haar
hoofd hem te dooden, terwijl hij sliep, hem
dooden zooals hij haar vader gedood had.
Toen die gedachte bij haar opkwam voelde zij dat
zij het kon doen. Het zou rechtvaardig zijn, dacht
zij. O, kon zij maar wraak op hem nemen en dan
sterven.
Intusschen ging de ademhaling van dén Duit-
scher moeilijker. Terwijl hij zijn oogen half opende
en weer sloot en zijn hoofd onrustig heen en weer
bewoog, scheen hij met den een of anderen inwen-
digen pijn te kampen te hebben. Zijn rechterhand
die op het dek lag, opende en sloot z,ich met een
krampachtige beweging. Hij mompelde zachtjes
alsof hij in zich zeiven sprak.
Het was goed, dat hij buiten kennis was, dat hij
de uitdrukking op het gezicht van het meisje niet
zien kon een blik, waarin wreedheid en mede
lijden vrees en verdriet te lezen stonden.
Was hij stervende, vroeg Blanche zich af. Ja, God
was toch goed hij moest stervende zijn.
Bovendien had zij zijn leven in haar handen. Zij
had maar stil te staan, geen hand uit te steken,
dan was haar vader gewroken. Wat zij reeds gedaan
had, had Zij in haar blindheid gedaan, maar het
Hij gebruikt den tijd slecht, die steeds op goede
tijden wacht.
De grootste dwazen zijn gewoonlijk de grootste
verkwisters.
Succesvolle leiding bepaalt zich In hoofdzaak tot
drie dingen:
1. Het vertrouwen van het publiek krijgen en
behouden.
2. Behoorlijke en rechtvaardige behandeling van
empeloyé's.
3. Winst maken voor de eigenaars (aandeelhou
ders) der zaak.
Partoon tot sollicitant: „,Ik heb iemand noodig
die „neen" kan zeggen als ik onzin praat. Kunt u
dat?
Sollicitant: „Neen."'
Een welopgevoed man: „Hij, die alles weet om
trent iets en iets omtrent alles."
Theorie moge iemands verwachtingen doen stij
gen, maar praktijk doet zijn loon stijgèn.
ZILVER POETSEN.
Vertrekkende meid (na een buitengewoon korte
niest)„Ik hobp dat u mijn brieven zult nazenden"
Mevrouw: „Natuurlijk, wanneer er ruimte genoeg
op de enveloppe is."
Eenzaam en alleen.
„Zeg eens Marie, maakte het reizende wilde bees
tenspel goede zaken in de stad?"
„Ach, lieve, praat er niet van. Op de galerij zat
een jongen, die spektakel maakte, omdat hij zijn
geld terugverlangde, daar hij bang was om alleen
te zitten.
Kos*t en bondig
VOOR EN UIT DE ZAKENWERELD.
Zilver is een duur metaal en het krast heel gemak
kelijk, vandaar dat het ook altijd voorzichtig be
handeld moet worden.
Zilver is te herkennen aan het merkje. Dat is
voor groote voorwerpen, bv. lepels, en vorken een
leeuw, voor kleine voorwerpen, bv. theelepeltjes,
vingerdoekringetjés, een dolkje.
Zilver wordt gauw leelijk door zoyten en wanneer
er eieren mee gegeten worden dan krijgt het een
roodbruine aanslag.
Iedere dag wordt het zilver afgewasschen in warm
zeepsop, flink afgedroogd met een zachte doek.
Neem een paar voorwerpen in de hand en wasch
ze af. "Wordt alles eerst in het water gegooid, dan
is de kans van krassen veel grooter, het zilver krijgt
da neen doffe glans. Komt er een aanslag op, dan
moet het gepoetst worden. Hiervoor wordt dan ge
bruikt fijn krijt (er mogen geen harde stukjes in
zitten). 10 cent per ons. Dit wordt aangemaakt
met spiritus tot een dun papje. Hiermede wordt
het voorwerp stevig ingewreven in een richting.
Daarna wordt het met een zacht doekje zoolang
nagewreven tot er geen 'zwart meer afkomt. Vuile
werkjes worden meestal door deze behandeling
niet schoon en daarvoor neemt men dan wat geest
van salmiak. Haal nooit het vuil er met een speld
of ander scherp voorwerp uit, maar gebruik bv. 'n
lucifershoutje waar een puntje aangeslepen wordt.
Alle voorwerpen die met eten in aanraking komen
moeten na het poeder even afgewasschen worden.
Voor siervoorwerpen bv. vaasjes kan ook oliëne
of slaolie gebruikt worden. Oliëne is een vette vloei
stof die goedkooper is dan slaolie. Ze is bij den dro
gist te krijgen. Wrijf het voorwerp stevig met wat
oliëne of slaolie in. Gebruik vooral niet te veel,
daar dan het zilver een blauwachtigen glans krijgt
die moeilijk weg is te krijgen. Om zeker te zijn dat
al het vet weg is wordt het nadat het uitgewreven
is nog nagedaan met roodaarde. Dit is een rood poe
der, dat eerst even in het doekje wordt gewreven
moet worden, daar het wel eens kan gebeuren dat
er harde stukjes in zitten. Het zilver op deze ma-
I nier onderhouden behoudt beter de donkere glans
j dan wanneer het gepoetst wordt met krijt en spi-
i ritus.
j Moet er veel zilver ineens schoongemaakt worden,
dan zou poetsen te veel tijd nemen. Het wordt dan
uitgekookt op den aluminiumplaat. Deze plaat is
I van zuiver aluminium die zoo te krijgen is. Neem
een pan of bakje, waar op den bodem een doek
1 komt te liggen, voor het krassen van het zilver,
Leg daarop de plaat waarop het zilver ligt. Er komt
dan zooveel water bij tot alles onderstaat en soda
(op 1 1. water 1 schep soda). Zet dit op en laat
dit 3 minuten goed doorkoken. Borstel het dan da-
1 delijk met een borsteltje met zeep af, spoel het af,
droog het en wrijf het na met een zachte doek.
1 Pluimveeteelt.
Wanneer ieamnd een eigen zaak opricht, is het
eenige ding, dat hij noodig heeft, kapitaal. Dit be-
teekent niet kapitaal in den vorm van guldens.
Een idee is kapitaal. Ervaring is kapitaal. Natuur
lijk is eenig geld noodig, omdat geld een gereed
schap van den handel is. Doch belangrijker dan
geld is een idee, belangrijker dan geld is erva
ring..
was nog niet. te laat om haar slechte daad om hem
te beschermen en te verplegen, weer goed te maken
Weer uitte zij een wanhopende kreet, vervolgens
liep zij naar de andere kamer, terwijl zij haar ge
zicht met haar handen bedekte en viel toen jam
merend op haar knieën.
Niet om te bidden. Zij kon niet bidden. Niet om
te schreien. Haar oogen waren brandend droog. Zij
beefde als van koude en jammerde nog eens en nog
eens „Vader! Vader!"
Zij kon buiten den wind hooren huilen. Bijna
niet wetende wat zij deed, stond zij op en opende
het venster. De koude wind blies naar binnen,
groote sneeuwvlokken vlogen in de kamér en glin
sterden in het schemerachtige licht.
Zich aan het raamkozijn vasthoudend, boog zij
zich het raam uit en keek in den nacht naar bui
ten. En de sneeuw viel óp haar hoofd, terwijl de
wind haar goudblonde haren verwarde. Toch bleef
zij met een wanhopige bleek in de duisternis sta
ren.
Zij kon het steunen en zuchten in de boomtop
pen hooren en nu en dan hoorde zij het grommen
van de zee in de nabijheid.
En het. bleef sneeuwen. De sneeuw lag dik op
haar gezicht en haren. Ze smolt langzamerhand
en liep langs haar hals naar beneden.
Hoor!
Een zwakke kreet als 'om hulp kwam van de zie
kenkamer.
Zij schrok, maar bleef op haar plaats staan.
Na enkele oogenblikken werd het roepen her
haald, maar nog bewoog zij zich niet.
Zij keek naar den donkeren hemel. Haar vader
was daar, ergens boven die donkere wolken. O,
mocht zij maar naar hem toegaan kon hij van
uit de schaduwen van het graf haar een teeken
geven en bij zich roepen.
Zij dacht aan de- gelukkige uren, die zij same.
beleefd hadden en aan zijn groote goedheid. O, dat
hij, die zoo lief en zacht was geweest zulk een
wreede dood had moeten sterven. Zij had het be
ter kunnen verdragen dacht zij/als hij op andere
wijze was gestorven. Maar zoo om te komen, zoo
verraderlijk en wreed gedood te worden God
wist, dat het teveel voor haar was omi te dragen.
Zij keerde zich va nhet open venster af en liep
Nerveus violist (wanneer de pianist het, prelude
brillant heeft gespeeld)„Een oogenblik je, ik heb
mijn strijkstok vergeten.'
(Passing Show.)
langzaam terug naar de ziekenkamer. Bij de deur
bleef zij roerloos staan en staarde naar binnen.
De man was van houding veranderd en met de
beide armen boven zijn hoofd lag hij achterover,
terwijl het kussen op den grond gevallen was. Z]jn
mond was half geopend en zijn oogen keken naar
Blanche.
Zij zag dat hij gedeeltelijk zijn bewustzijn te
ruggekregen had en hij haar herkende. Was het
verbeelding of riep hij haar met zwakke stem
doch doordringend.
Zij stond daar als uit steen gehouwen toen
door plotselinge ingeving en de oogen op hem ge
richt, kuste zij het medaillon dat nog in haar hand
lag.
Hij sloeg haar gade en schéén te begrijpen.
Maar het volgend oogenblik wendde hij zijn cogen
af en ging een kramp door -zijn lichaam. Hoe doods
bleek zag zijn gezicht er uit in het zwakke schijnsel
van het nachtlicht.
Blanche bewoog zich niet, hoewel het haar toe
scheen dat zijn laatste oogenblik gekomen was.
noch verzachtte haar gezicht zich tot medelijden.
Maar toen hij hijgde naar adem, wendden haar
oogen zich onwillekeurig naar den schoorsteen
mantel, waarop het glas water en het drankje'van
den dokter stond. Zij herinnerde zich de woorden
van den dokter: „Als u hem plotseling ziet inzin
ken, verdubbel dan de druppels, geef hem er twin
tig, tot hij weer .even gemakkelijk ademhaalt als
hij nu doet."
Ja, God was rechtvaardig. Zijn leven was in haar
handen. Zij behoefde geen daadwerkelijk wraak
te nemen, zij had maar rustig naast hem te staan
om hem te zien sterven, wetende, dat door te ge
hoorzamen aan de instructies van den dokter, zij
hem kon redden.
De kleine klok in de aangrenzende kamer sloeg
één. Bijna een uur was er verloopen, sedert zij de
laatste maal het drankje gegeven had. Haar wraak
was reeds begonnen. Hij ging achteruit en zij had
geen hand uitgestoken.
Plotseling, als door een hemelsche ingeving, meen
de zij de stem van haar vader te hooren, die tot
haar ziel sprak.
Wordt voortgezet.