Het Winkelwerktijdanbesluit.
Uit den Omtrek
Laat het zoover
niet komen met uw
Rhevmatiek
Gebruik dus tijdig
Kloosterbalsem
Provinciale Commissie
Op 1 Januari treedt het Koninklijk Besluit van'
13 Juni 1929, Staatsblad 313, het zgn. Werktijden
besluit voor winkels in werking. Onder „winkels"
verstaat de arbeidswet alle open of besloten ruim
ten, waar voorwerpen of stoffen aan het publiek
in het klein plegen verkocht te worden. Ook zgn.
„vliegende winkels" zijn aan de bepalingen van het
Winkel werktijdenbesluit onderworpen, voor zoover
zij langer dan een week worden gedreven of worden
gehouden in een pand, dat reeds vroeger als winkel
in gebruik was.
Met den winkel wordt geacht een geheel uit te
maken de in hetzelfde gebouw of op het bijbehoo-
rende terrein zich bevindende ruimten, waar voor
werpen of stoffen worden bewaard voor verkoop
in den winkel. De hoofdinhoud der bepalingen,
waarmede de winkeliers met ingang van 1 Januari
a.s. rekening hebben te houden, is als volgt:
Werktijd per week
De werktijdbepalingen zijn niet van toepassing op
winkels in de eigen woning van het hoofd of den
bestuurder der onderneming, die zijn bedrijf uit
oefent zonder hulp van anderen dan van zijn echt-
genoote, en bloe^- of aanverwanten tot den der
den graad inbegrepen, die bij hem inwonen. Hierop
bestaat één uitzondering, nl. dat jeugdige personen
in een kapperswinkel ook in een familiezaak niet
tusschen 20 en 8 uur mogen werken.
De werktijd der winkelbedienden, door de wet
„arbeiders' geheeten, mag per week normaal niet
langer dan 53 uur bedragen. Alleen bij overwerk of
in bijzondere perioden (zie hieronder onder feest
dagen) kan daarvan worden afgeweken.
Werktijd per dag.
De dagelijksche werktijd is gesteld op hoogstens
9Va uur per dag en moet liggen:
a. voor personen beneden 18 jaar tusschen des
voormiddags 8 en namiddags 8 uur.
b. voor personen van 18 jaar en ouder tusschen
voormiddags 6 en namiddags lO'/s uur (nacht
arbeid is verboden.)
Indien echter bij gemeentelijke verordening een be
paald sluitingsuur geldt, wordt voor personen van
18 jaar en ouder het einde van den werktijd gesteld
op een half uur na dat sluitingsuur, doch niet later
dan tot 11 uur des avonds.
Werktijd op Zaterdag.
De werktijd des Zaterdags mag voor mannelijke
kappersbedienden boven 18 jaar 12 uur, voor alle
andere bedrijven 11 uur per bediende (alleen per
sonen boven 18 jaar) bedragen, met inachtneming
van het weekmaximum
Uit het vorenstaande vloeit voort, dat de 53-uri-
ge werkweek bijv. als volgt kan worden verdeeld:
4 dagen van 9 uur per dag.
1 dag van 6 uur.
1 dag van 11 uur.
Zondagsarbeid.
Zondagsarbeid is verboden voor jeeugdige perso
nen, t. w. winkelbedienden beneden den leeftijd van
18 jaar. Uitzonderingen op dit verbod zijn (behalve
voor Israëlieten, Sabathisten en dergelijken) niet
toegelaten.
Voor winkelpersoneel opder dan 18 jaar geldt
het verobd niet. (Zie daaromtrent hieronder: We
kelijksche rustdag.)
Regeling voor algemeene Feestdagen
Wanneer in een winkel op Hemelvaartsdag op 15
Augustus en 1 November geen arbeid wordt verricht
is toegestaan, dat door personen van 18 jaar en
ouder op den dag, voorafgaande aan Hemelvaarts
dag, op 14 Augustus en 31 October gedurende ten
hoogste 11 uur wordt gewerkt. Voor personen van
18 jaar en ouder mag bovendien de werktijd in die
week 62 uur bedragen. Voor bloemwinkels, brood-,
koek- en banketbakkerijen bestaan eenige afwij
kende bepalingen met het oog op St. Nicolaas en
Kerstmis, welke echter voor het eind 1930 eenigs-
zins zullen worden herzien. O.a. ligt het ook in het
voornemen, voor vischwinkels op Vrijdag een lan-
geren werktijd toe te staan, mits het weekmaximum
niet wordt overschreden en voor slagerswinkels en
winkels van vleeschwaren een 11-urigen werkdag
op 31 December.
RUSTTIJDEN.
a. Wekelijksche rustdag.
Aan alle, in winkels werkzame arbeiders moet
een wekelijksche, onafgebroken rusttijd worden ge
geven van ten minste 32 uur. Deze behoeft niet
altijd op Zondag te vallen, daar zooals reeds is
opgemerkt bij het Winkeltij denbesluit Zondags
arbeid in het algemeen niet is verboden.
Eenmaal per drie weken moet voor de arbeiders
van 18 jaar en ouder, die op Zondag werken, de ge
noemde rusttijd van 32 uur echter wel een Zondag
kijn. Sluit deze rusttijd aan op den vrijen middag
per week, die iederen bediende gegeven moet wor
den (zie hieronder sub B) dan moet de rusttijd
tenminste 41 uur per week bedragen.
b. Wekelijksche halve vrije dag.
Behalve de zooeven geneomde wekelijksche rust
tijd van 32 uur mag een arbeider in een winkel op
één dag per week geen arbeid verrichten vóór of
na 1 uur des namiddags.
c. Nachtrust.
Tusschen het einde van den arbeid op een dag en
den aanvang van den arbeid op den volgenden dag
moet voor personen van 18 jaar en ouder een on
afgebroken rusttijd liggen van tenminste 11 uur.
Rustpauzen.
Wanneer 6 uur of langer daags wordt gewerkt,
moet iederen bediende na elke 51/2 uur arbeid een
rusttijd va neen half uur worden gegeven. Eindigt
de arbeid echter na 6 uur 's-avonds, dan moet al
thans VI2 uur rust worden gegeven tusschen ll1,'j
uur des voormiddags en 31/2 uur des namiddags. (Er
is een herziening van het besluit in voorbereiding
krachtens welke deze regeling niet zal gelden voor
de dagen, waarop in een plaats een jaarmarkt ge
houden wordt en bovendien niet op de dagen, dat
de winkelbediende zijn hal ven vrijen dag bekomt
en dien dag zijn arbeid niet vóór 12 uur des mid
dags aanvangt en tevens niet na 7 uur des namid
dags eindigt. In die gevallen kan met den normalen
rusttijd van V2 uur na elke 5V2 uur arbeid worden
volstaan.
Voorts kan het Districtshoofd toekenning van an
dere of langere rusttijden dan hierboven genoemd,
eischen.
Verder worde in acht genomen, dat rusttijden van
minder dan een kwartier als werktijd gerekend wor
Kinderarbeid.
Een kind beneden 14 jaar of nog leerplichtig mag
in een winkel geen arbeid verrichten. Dit verbod
geldt ook voor loopwerk.
Schoonmaken van winkels.
Personen van 18 jaar en ouder, die in een on
derneming geen anderen arbeid verrichten dan het
schoonmaken van lokalen enz. mogen die taak op
alle werkdagen tot 11 uur n.m. in winkels verrich
ten.
Afhelpen van klanten.
Het bedienen vandegenen, die bij het sluiten van
den winkel reeds daarin aanwezig waren, is nog
toegestaan, doch niet langer dan een half uur na
het op de arbeidslijst aangegeven tijdstip van ein
de van den arbeid, noch langer dan een half uur
na het normale sluitingstijdstip van den winkel,
een en ander op voorwaarde, dat in geen geval na
11 uur n.m. arbeid mag worden verricht.
Overwerk.
Indien in een winkel een opeenhooping van werk
voorkomt, of zich aldaar bijzondere omstandigheden
voordoen, kan het Districtshoofd (of in beroep de
Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid) afwij
kingen van het Winkel werktijdenbesluit en ook ver
lenging van den arbeid (doch alleen voor perso
nen boven 16 jaar) toestaan, mits wordt in acht
genomen, dat een jeugdig persoon niet langer ar
beid verricht dan 10 uur per dag en 55 uur per week
§n een man en een vrouw niet langer dan 11 uren
per dag en 62 uren per week.
Filiaalhouders.
De bepalingen van het Winkelwerktijdenbesluit
zijn van toepassing op zign. filiaalhouders, die dus
een winkel beheren, behoorende tot een onderne
ming, waarvan zij niet het hoofd of de bestuurder
zijn, met dien verstande echter, dat de werktijdbé-
palingen voor dengene, die aan het hoofd staat
van den winkel of het filiaal, alleen dan niet gel
den, wanneer hij uitsluitend of in hoofdzaak met
de leiding van den winkel of van een afdeeling
daarvan is belast, of wanneer, behalve het hoofd,
ten minste 3 personen in den winkel arbeid plegen
te verrichten. Die bepalingen blijven echter steeds
van toepassing op al degenen (familie of vreemden
die hem bij den verkoop assisteeren.
Afdeelingschefs.
Eveneens zijn vrijgesteld de chef de bureau, het
hoofd van administratie, de hoofdboekhouder en
de afdeelingschef, voor zoover zij aan het hoofd
staan en de leiding hebben over arbeiders, werk
zaam aan de administratie, de correspondentie of
de boekhouding der onderneming; verder de maga
zijnmeester en de expeditiechef, indien hun arbeid
uitsluitend of in hoofdzaak bestaat in het houden
van toezicht op de magazijnen bij de expeditie of
bij de ontvangst van goederen en zij verantwoorde
lijk zijn voor de goede orde in de magazijnen en
voor 'de daar aanwezige goederen en stoffen in al
deze gevallen evenwel onder voorwaarde dat in het
arbeidsregister bij hun naam vermeld is, welken
werkkring als bovengenoemd zij verrichten.
Het districtshoofd der Arbeidsinspectie kan bo
vendien bij bijzondere vergunning bepaalde perso
nen met een afdeelingschef gelijk stellen en dus
van de werking van het Winkelwerktijdenbesluit
vrijstellen. Bij weigering kan de werkgever bij den
minister van Arbeid, Handel en Nijverheid in be
roep gaan. De verleende gelijkstelling kan steeds
worden ingetrokken.
Vervanging bij ziekte.
De werktijdbepalingen zijn evenmin va ntoepas-
sing op den arbeid van den persoon, die bij ziekte
van het hoofd of den bestuurder der onderneming
dezen vervangt gedurende die vervanging, mits van
de vervanging on verwijd aan het Districtshoofd
is kennis gegeven.
Bewakingsdiensten.
De man, die uitsluitend of in hoofdzaak met bewa
kingsdiensten van winkels en magazijnen is belast,
mag zulks doen gedurende ten hoogste 12 uur per
dag en 72 uur per week. Hij moet echter in 8 achter
eenvolgende weken tenminste 2 Zondagen vrij zijn
Tusschen het begin en het einde van den bewa
kingsdienst moet een tijdruimte van ten hoogste 12
uur liggen. Vóór en na iederen bewakingsdienst
moet hem een rusttijd van tenminste 11 uur wor
den gegeven.
Israëlitische winkels en feestdagen
Voor Israëlitische winkels en voor personen, die
tot een kerkgenootschap behooren, dat den weke-
lijkschen rustdag op den 7den dag viert, geldt in 't
algemeen, dat de wekelijksche rusttijd minder dan
32 uur mag bedragen, doch niet minder dan 26 uur
De regeling van den werktijd in weken, waarin Is
raëlitische feestdagen vallen, zal vermoedelijk nog
eenigszins worden aangevuld, teneinde bétere aan
sluiting te vinden bij de kalenderperioden, die kun
nen voorkomen.
Barbiers- of kappersondernemingen
De algemeen voor winkels geldende bepalingen
zijn ongeveer gelijkluidend voor barbiers- en kap
persondernemingen.
Op Zaterdag, op den dag, voorafgaande aan He
melvaartsdag, op 14 Augustus, 31 October en 24 De
cember, mag door een man van 18 jaar of ouder,
indien genoemde dagen werkdagen zijn, worden ge
werkt hoogstens 12 uur per dag tusschen vm. 6 uur
en nm. 11 uur, echter hoogstens 53 uur per week.
Op de genoemde dagen kan worden volstaan met Arbeidsregister.
een rusttijd van ten minste een half uur na elke
5 uren arbeid; de lange rust van VU uur behoeft
op die dagen niet te worden toegekend.
Ten behoeve van tooneelvoorstellingen mag door
een persoon van 18 jaar of ouder tot 11 uur nm.
kappersarbeid worden verricht.
Arbeidslijsten.
De werk- en rusttijden van winkelpersoneel moe
ten nauwkeurig zijn aangegeven op een arbeidslijst
Alleen de barbiers- en kappersondernemingen be
zitten hier voarwardelijk wat meer vrijhied. De ar
beidslijsten moeten worden opgehangen in den win
kei, terwijl een aangehecht afschrift moet worden
gezonden aan het Districtshoofd der Arbeidsinspec
tie door afgifte tegen gestempeld ontvangbewijs
aan het loket ten postkantore.
Indien verschillende werk- en rusttijdregelingen
gelden, behoort voor elke regeling een afzonderlij
ke lijst te worden ingevuld.
De werktijdregeling mag ook vervat worden in 'n
overzichtelijken werkrooster, waarvan het Districts
hoofd eventueel den vorm kan vaststellen.
De formulieren-arbeidslijst zijn tegen geringe
betaling verkrijgbaar aan alle postkantoren.
Het hoofd of de bestuurder van een winkel is
verplicht een arbeidsregister aan te houden, waarin
o.m. moeten zijn vermeld de namen van het perso
neel en het nummer van het blad der arbeidslijst
waarop hun werk- en rusttijden zijn aangegeven.
Deze registers kunnen worden besteld aan alle
postkantoren en zijn o.m. verkrijgbaar in verschil
lende boekwinkels, bij de fa. Samson te Alphen a.
d. Rijn, Erven Tijl te Zwolle, enz.
Arbeidskaart.
Het hoofd of de bestuurder is verplicht, in het
bezit te zijn van een arbeidskaart van in zijn dienst
zijnde personen van 14 tot en met 17 jaar en van
gehuwde vrouwen. Dit geldt ook voor loopjongens
en loopmeisjes. Deze kaarten worden kosteloos ver
strekt ter gemeente-secretarie van de plaats van
inwoning van de(n) werknemer (ster.)
(Arbeidskaarten voor hen, die buiten Nederland
wonen, worden afgegeven ter secretarie der gemeen
te, waar de persoon arbeid verricht.)
HEERHUGOWAARD.
Als naar we hopen, blijvend gevolg der viering
van het Derde Eeuwfeest is in het leven geroepen
een Huisvlijtvereeniging. De destijds reeds aange
wezen commissie van voor bereiding heeft eenige
weken terug een vergadering gehouden van belang
stellenden met het gevolg dat een voorloopig be
stuur werd gekozen en een aantal personen zich
bereid verklaarden door persoonlijk bezoek leden te
werven. Woensdag avond werd nu in het lokaal
van den heer Wester 'n vergadering gehouden voor
de vaststelling van een reglement en de verkiezing
van een definitief bestuur. Na een woord van wel
kom door den voorz., van het voorloopig bestuur,
den heer C. Hartog, werd in het kort weergegeven
wilt aan deze vergadering was voorafgegaan inza
ke de voorbereiding. Over het succes mag men ze
iler tevreden zijn, aangezien ruim 500 leden kon
den worden ingeschreven met een gezamenlijke con
tributie van ƒ200 (de minimum contributie be
draagt 25 ct.) terwijl een bedrag van 50 beschik
baar werd gesteld door de verlotingscommissie ter
bestrijding de roprichtingskosten. In een kort
woord werd door spr. nog gewezen op het aangena
me en nuttige der beoefening van huisvlijt waarna
de vergadering voor geopend werd verklaard.
Overgegaan werd tot voorlezing van een door het
voorloopig bestuur ontworpen reglement, hetwelk
daarna artikelsgewijze werd behandeld. Dit liep ta
melijk vlug va nstapel, aangezien men zich met ver
schillende artikelen geheel kon vereenigen. De be
sprekingen leidden tot enkele wijzigingen enaanvul-
lingen. Zoo werd het wenschelijk geacht reglemen
tair vast te leggen, dat hier schoolgaande kinderen
van elders gelijkgerchtigd zullen zijn met de school
jeugd van Heerhugowaard. Werd voorgesteld het
bestuur uit 7 leden te doen bestaan, aangenomen
werd dit te brengen op 9, met het oog op de uit
gestrektheid der gemeente. Verder werd besloten
het stemrecht reeds te verleenen aan 16-jarigen,
aan ten minste 40 leden het recht te geven de uit
schrijving eener ledenvergadering te eischen in-
plaats van aan 20. Mede werd opgenomen de wijze
van stemming. Teneinde de leden tot werkzaamheid
aan te sporen, werd bepaald, dat voor mededinging
alleen in aanmerking kunnen komen voorwerpen
door leden vervaardigd of bewerkt in het jaar voor
afgaande aan dat, waarin de tentoonstelling wordt
gehouden. Het ligt in de bedoeling jaarlijks een
tentoonstelling te houden. Het reglement werd in
zijn geheel aangenomen. Naar aanleiding eener des
betreffende vraag werd geantwoord, dat de inzen
dingen zoo mogelijk zullen worden verzekerd tegen
brand- en waterschade. Bij de nu volgende bestuurs
verkiezing werden gekozen de dames: S. B. Maas,
mevr. A. Bommezij-Schaak, mevr. A. van Schaik-
Kathmann, mevr. H. van Slooten-Jonker, mej. A.
Vreecker en de heeren C. Hartog en J. Liefhebber,
vormend het voorloopig bestuur, benevens nog me
vr, Spierings en de heer H. Hoogland. Allen nemen
de benoeming aan.
De voorz. hoopte op een zeer ruime deelname aan
de eerstkomende tentoonstelling, op aller medewer
king voor het toetreden van nieuwe leden teneinde
de vereeniging zoo sterk mogelijk te maken.
Hierna werd nog van gedachten gewisseld over
een te houden cursus. Voorloopig zal dit nog niet
geschieden door de vereeniging.
Moch iemand echter lust hebben den cursus te
geven, dan is een verlicht en verwarmd lokaal
beschikbaar in het oude raadhuis.
Hierna wordt tot sluiting overgegaan waarbij de
voorz. niet alleen dankt voor de opkomst doch te
vens voor de aangename samenwerking.
Land- en Tuinbouw
NOG EENS „BLAUW"
BIJ AARDAPPELEN.
Er zijn enkele onderwerpen op het gebied van land
en tuinbouw waarop niet genoeg de aandacht ge
vestigd kan worden van de belanghebbenden. Dit
is o.a. het geval met „Blauw" bij aardappelen, een
verschijnsel, dat zich in de laatste jaren in steeds
grootere mate voordoet, zeer ten nadeele van de
tuinbouwers, omdat aardappelen met „blauw" bij
na geen handelswaarde hebben.
De eigenlijke oorzaak van „blauw" is nog niet
met zekerheid bekend, doch de ervaring heeft reeds
geleerd, dat gebrek aan kali, het optreden van
„blauw" zeer in de hand werkt, terwijl een flinke
kalibemsting, ook op onze kleigronden, remmend
werkt. Ook dit jaar is in verschillende deelen van
ons land het voorkomen van „blauw" vrij sterk tot
uiting gekomen. Voor een deel wordt dit toegeschre
ven aan de droogte, waardoor de bodemkali slecht
heeft gewerkt en dus haar nuttige werking ten op
zichte van „blauw" niet tot haar recht is geko
men. Toch wijst ook dit jaar op den invloed van de
kalibemesting, ondanks de droogte. Het is ons be
kend, dat o.a. op het Centrale proefveld te Hedel,
de met kali bemeste aardappelen hard en mooi
gaaf waren, terwijl de niet met kali bemeste spons
achtig waren en in hooge mate „blauw" vertoon
den.
Wij raden naast fosforzuur en stikstof vooral de
kalibemesting niet te vergeten. Een gift van 400
tot 700 kilogram kalizout 40 pCt. per H_A. (deze stof
uiterlijk begin Januari uit te strooien met het oog
op het chloorgehalte) of 500 tot 1000 kilogram pa
tentkali of 250 tot 500 kilogram zwavelzure kali (de
ze beide stoffen kunnen later worden aangewend,
tot tegen het poten) zal in vele gevallen het blauw
sterk verminderen, zoo niet geheel verdwijnen.
Ir. Dewez te Breda schrijft: „Van meerdere zij
den vernamen wij en zelf hebben wij ons reeds
van enkele gevallen kunnen overtuigen dat ook
dit jaar het blauw op de kleigronden in ons ambts
gebied sterk optreedt. Bij het nagaan der proefvel
den vonden wij in enkele gevallen de opmerking
bijgeschreven: „de aardappelen van het perceel
zonder kali waren sterk „baluw."
De heer J. Knollema te Slochteren zegt in de
Veldbode van 9 Februari 1929 „In 1925 verbouwde
ik op een perceel lichten kleigrond bravo-aardappe
len met een bemesting van 3 baal kalizout 40 pCt.,
vroeg in den herfst aangewend, plus het noodige
fosforzuur en stikstof. De aardappelen bleken na
rooiing totaal ongeschikt voor tafelgebruik, alles
was „blauw" Ze zijn dan ook voor veevoer gebruikt
Dit voorjaar (1928) was hetzelfde perceel weer voor
aardappelen bestemd en daar ik hierop gaarne mijn
aardappelen bravo's voor eigen gebruik wilde ver
bouwen heb ik er een zeer zware kalibemesting op
gebracht: 10 baal patentkali per H.A. En nu is het
resultaat verrassend: Geen enkele blauwe, alles
prima consumptie-aardappelen. Hieruit blijkt, dat
een kalibemesting „blauw" worden der aardappelen
voorkomt, maar tevens kunnen wij hieruit zien, dat
een vrij groot kwantum kali moet worden aange
wend.
Dr. Oortwijn Botjes te Oostwold (Fr.) zegt: „Niet
het kaligebrek moet als oorzaak van het „blauw"
worden aangemerkt, maar het toedienen van kali
is te beschouwen als het middel, waardoor het
blauw worden bij die soorten, die dit euvel vertoo-
nen, kan worden tegengegaan.
Verschillende uitspraken van vooraanstaande per
sonen op land- en tuinbouwgebied bevestigen bo
venstaande mededeelingen, die met nog tal van
andere zijn te vermeerderen. P.
Wacht toch niet t<V r'at Uw handen
voor goed krom en misvormd
zijn.Wachttochniettotdatgealseen
stumper door de kamer strompelt.
Rheumatiek wordt veroorzaakt
door ziektestoffen, die zich op de
pijnlijke plaatsen gaan vastzet
ten. Wrijven met AJkker's Kloos
terbalsem voorkomt dat gevaar.
Onze jl. gehouden inventarisatie van Stapelpro
ducten van de bij den Noordhollandschen Bond
van Veilingen aangesloten veilingen, toont aan, dat
op 14 December jl. nog aanwezig zijn:
43871/2 wagons roode kool 1798 wagons gele
kool, 5045 wagons deensche witte kool, 753V2 wagons
uien en 268 wagons peen, totaal 12252 wagons pro
ducten, de wagons berekend op 10.000 kilogram.
Op 15 December 1928 waren aanwezig:
3625 wagons roode kool, 2561/a wagons gele kool,
30751/, wagons deensche witte kool, 392 wagons
uien en 163 wagons peen, totaal 9817 wagons pro
ducten.
Blijkens deze telling zijn dus heden meer aanwe
zig 7621/a wagons roode kool, minder aanwezig 7631/,
wagons gele kool, meer aanwezig 1969V2 wagons
deensche witte kool, 361V2 wagons uien, 105 wa
gons peen en totaal meer aanwezig 2435 wagons
producten.
Levenswijsheid
De ware roeping van den mensch is het komen
de geslacht beter te maken dan hij zelf was.
.■.si
Er is maar één zeker rekenen: op niets zekers
te rekenen,
fep"' -
Deluchtballon stijgt, wanneer hij opgeblazen
wordt, de menschen worden opgeblazen als ze stij
gen.
\.svj*v :-■■■■■ ■- --^s
Goed denken is nog zoo gemakkelijk niet.
Besef dat uwe talenten u geschonken zijn, om ze
te gebruiken tot een zegen, niet alleen voor u zelf
maar ook voor anderen.
Tegenspoed kan talenten aan het licht brengen,
die voorspoed zou hebben doen slapen.
Ho emeer ge weet, des te meer kunt ge uzelven
en wat u behoort sparen en hoe meer werk gij
doen kunt met minder inspanning.
Die inziet dat hij dwaalt, gaat naar de waar
heid streven. Die merkt: ik ben onwijs moet
pogen wijs te leven.
Het wantrouwen dat men koestert tegenover een
hoogere aandrift is meestal niet een eerlijke twij
fel maar een schuldige minachting ervan.
Het waarachtig schoone wordt bij iederen nieu
wen aanblik schooner dat wat enkel interessant is,
verliest bij herhaalde beschouwing in schoonheid.
Die drie duim wast in waardigheid,
Schiet drie el in hoovaardigheid.