TB Bi, IJVER Binnenlandsch Overzicht Kamerkroniek Buitenlandsch Overzicht De wereld wordt'wel eens vergeleken met een bijenkorf. De bijen krioelen en zwermen in nij vere vlucht zoemend om den korf en luid bromt de arbeid daarbinnen. Zpo gaat het in de wereld ook. Alles krioelt er door elkaar en luid klinkt het lied van den arbeid. En evenals 'in de bijen korven is die arbeid verdeeld over velen. D(e specialiseering van den arbeid heeft een buiten gewoon groote hoogte bereid. Vroeger maakte één man een werkstuk van begin tot eind, maar nu gaat het door vele handen, die elk een onderdeel van de gecompliceerde handelingen verrichten, die noodig zijn om dat werkstuk te voltooien. Dat is de efficiency, die veel onnoodige bewegin gen heeft opgeheven. Onnoodige bewegingen, dat is te zeggen, on- noodig voor de perfectie van het bedrijf. D'e open vraag is, of die bewegingen niet noodig zijn voor de arbeiders. D;ie worden door het tot in 't oneindige herhalen van steeds dezelfde handgrepen zoo langzamerhand tot machines Ouderwetsch aangelegde menschen vinden dat alles erg jammer. Die meenen ,dat de moderne wijze van werken afstompt, en ze verlangen terug naar den tijd dat het werkstuk werd gemaakt door één man. Ze meenen dat de moderne arbei der 'jgeen lust meer kan hebben in zijn werk, zonder welke lust hij ook niet goed werken zal. Hoe ver zijn ze er naast! Gelukkig. Ook in onzen tijd, in onzen vermechaniseerden, snellen tijd bestaat er nog lust in den arbeid en ijver. Het wordt als een wonder beschouwd, dat ze nog bestaan, maar het is geen wonder. .Want als je het goed bekijkt is het een onnatuurlijk iets, als er geen werklust en ijver is. We zijn het er allen over eens, dat de arbeid noodzakelijk is. Zpnder arbeid geen leven. Nu is de arbeid ge specialiseerd. Maar arbeid blijft het, ook al is het nog zoo gering, en het doet zijn taak in het groote geheel. Zonder die arbeid, dat geringe deeltje, hokt het. Daarom is elke arbeid arbeid voor het groote geheel, voor het heil van de gemeenschap. Er is geen mensch, die niet in zijn jeugd heeft gedroomd van groote dingen, die hij zou doen, als hij groot zou zijn. Ein zie, ieder mensch lijk te ontkomen aan.... zichzelf, daar is het te begrijpen, dat met betrekking tot den Oudejaars avond door velen hierop geen uitzondering wordt gemaakt. C" De laatste slag van twaalvenMoge het mach tige geluid, dat over de velden zal klinken, over stad en land, rijke beloften inhouden, met be trekking tot hetgeen het nieuwe jaar brengen zal!!! Dat er in de hedendaagsche wereld, ook in het kleine wereldje, dat Nederland te aanschouwen geeft, veel ongelukken gebeuren, wie zou het willen ontkennen? En, het grobte aantal onge vallen speciaal op verkeersgebied verklaart den voortdurenden ijver, waarmee gestreefd wordt naar voorkoming. In den Amsterdamschen Raad, bij de begrootingsdiscussies is o.m. een vraag opgeworpen betreffende de mogelijkheid het aan tal overrijdingen door de trams zoo al niet ge heel op te heffen, dan tenminste zooveel moge lijk te beperken. In den Amsterdamschen Raad werd n.l. gevraagd of het niet mogelijk zou zijn do trams aan den voorkant van een inrichting te voorzien, waardoor eventueele slachtoffers niet overreden, maar als 't ware „opgeschept" of langs den weg voortgeduwd zouden worden. Ook in Engeland moet men meer speciaal voor auto's met proeven inzake hierbedoelde reddingsmachi nes bezig zijn. Het allerveiligste zal, uit den aard der zaak zijn ,te zorgen, dat men niet door een tram gegrepen wordt, want zelfs hét opgeschept of langs den weg voortgeschoven worden kan 'zijn bezwaren meebrengen. Eigenlijk zal missschien als de hierbedoelde inrichting gevonden is, gezegd kunne nworden: „dat is nu 't éi van Columbus". Em. vermoedelijk zal ook vroeger wel meermalen gedacht zijn aan de hierbedoelde wijze van op scheppen en wegduwen. En dat het nog niet tot een doelmatige inrichting van de trams gekomen is wat betreft de beveiliging van het publiek wijst er wel op, dat de theorie ook hier ge- gemakkelijker is dan de' practische toepassing. Of de „reddingsplank" om de beveiliging-in richting zoo te noemen, altijd en overal succes Te Groningen heeft een groote ramp plaats gehad .Er ontplofte namelijk een ketel van een sleepboot, waarbij vijf menschen het leven hebben verloren en waarbij tal van huizen in de omge ving van de plek des onheils tot puinhoopen doet groote daden; hij werkt voor de gemeen- werden gemaakt. Als oorzaak'van de ontploffing schap, mede van zijn werk hangt, al is het nog maar zoo gering, de wereld af. Daarom ipet lust en ijver aangepakt het werk dat wacht. En of de taak groot is of klein, of men hoog ge plaatst is of laag, of het werk met de handen gedaan wordt of met het hoofd, bedenkt allen, gij, arbeiders voor de gemeenschap, dat ook uw arbeid onontbeerlijk is. Werkt dan met ijver. Arbeid adelt. Het oude jaar. Ter voorkoming van ongelukken een inrichting om „op te scheppen" of „weg te duwen". D'e reddingsplank. Groote ramp te Groningen. Clandestien opvoeren van stoomdruk. De geldmiddelen over November. De Nederlandsche Staat „boert" niet kwaad. Nog enkele dagen scheiden ons van de Jaars wisseling. Ein, als die luttele dagen voorbij zijn, staan we voor de beëindiging van een jaarkring, gedurende welke wel voor ons allen bij afwis seling lief ,en leed gebracht heeft. En, de mate waarin ons dat lief 'ën dat leed in het afgeloopen jaar werden toebedeeld, bepaalt misschien wel in hoofdzaak de stemming van het gemoed, waar in we ons zullen bevinden op het oogenblik, dat de laatste slag van twaalven ons er weer aan herinneren, dat uren dagen, maanden, jaren als eenschaduw heenvliegen. Men kan het teerhartig of weekhartig noemen, zoo men wil, maar de laatste dag van het 'jaar, de laatste avond, zoo bij uitste kgeschikt om in intiemen familiekring te worden doorgebracht, ze geven ons een aparte gewaarwording. Misschien deels' ook, omdat we nu eenmaal der traditie getrouw, aan den oude jaarsavond blijven vasthouden, als zijnde deze de avond, waarop het ons menschen inzonderheid voegt op den afgelegden weg terug te zien, den weg waaro plief en leed ons deel was. Waarlijk, 'tzo.li toch niet al te veel zijn, wanneer we het terugblikken op en het verzekeren van den af gelegden weg bepaalden, uitsluitend tot één dag des jaars, den laatsten! Eir zullen heel wat men schen zijn, die het leven ernstig genoeg opne men om ook buiten den officieel vastgestelden mijlpaal om zich te verdiepenover wat „was" en wat „is", even zoo goed als er zullen zijn, voor wie de Oudejaarsavond, ondanks aloude tra ditie een avond is precies zoo, als de overige avonden van het jaar. Menschen, tot wie de be ëindiging van een jaarkring (waarvan we dan weten wat hij bracht, en het begin Van een nieu wen waarvan we vrijwel niets weten) niets, maar ook niets zegt, och, zouden het er inderdaad; werd genoemd het vastzetten van de stoomklep wat geschiedde, om in verband met het tegen stroom opvaren op het Winschoterdiep, meer stoom, te krijgen. Het gevolg was, dat er zich te veel stoom ophoopte, waardoor ten slotte de verschrikkelijke ontploffing plaats had- Naar gemeld wordt is het vastzetten van de stoom klep om meer stoom te krijgen, streng verboden en strafbaar. Hier is vermoedelijk weer een daad geschied, die hoe noodlottig op zichzelve ook door de verschrikkelijke gevolgen, een waarschu wing kan zijn voor anderen, die het er ook clan destien wel eens op wagen den stoomketel aan een veel hoogeren druk bloot te stellen, dan waarop hij „beproefd" is. Over de afgeloopen maand November hebben de rijksmiddelen weer iets meer op gebracht dan in de gelijknamige maand van het vorige jaar, nl. bijna op een paar ton na vier millioen en het accres over de eerste elf maanden is nu bijna al zestien millioen grooter dan in het vorige jaar. Te hoog genoemd blijken de inkomsten voor het loopende jaar zeker niet geweest: immers, over het tot aan December verloopen deel van het jaar is ongeveer 32 jen een half millioen meer ont vangen dan elf twaalfden van de raming. En dezo toename van inkomsten is bereikt ondanks de dalingen van de inkomstenbelasting en de be lasting op het gedistilleerd. Als gewoonlijk ver toont de staat van inkomsten een beeld van da ling en van stijging: daling van dit en stijging van dat, maar alles bij elkaar genomen leert de opgave omtrent November alweer., dat de mid delen ruim vloeien, over bijna de geheele linie, dat dus de Nederlandsche staat wat men noemt „goed boert", al moet dan tenslotte afgewacht worden of er grond aanwezig is voor blijvend op timisme ten opzichte van onze geldmiddelen. Er is de laatste weken hard gewerkt en nog vóór Kerstmis is men nog door de Rijksbegroo- ting heengekomen. Misschien hierom wel heb ben de Kamerleden zoo'n aardige kerstvacantie gekregen. Eerst 11 Febr. 1930 zal. de Kamer weer in openbare vergadering bijeen komen. Een menigte onderwerpen van den meest verschil lenden aard zijn er behandeld en het is haast ondoenlijk in een klein bestek ook maar een iets op volledigheid aanspraak makend verslag te ge ven. W;e hopen, dat onze pogingen zullen luk ken. In de eerste plaats dan betalen we allen liefst zoo weinig mogelijk belasting en vooraf ga de kennisgeving, dat een wetsontwerp tot afschaffing der Verdedigingsbelasting II en van bate van het Leeningfonds 1914, over te bren gen naar de Inkomstenbelasting, ten einde Re geering en Kamer in staat te stellen opheffing van den suikeraccijns of vleeschaocijns te be pleiten. Met 5227 stemmen werd de begrooting '30 voor de Defensie aangenomen. Met veel activi teit werd door den heer Marehant betoogd dat neutraliteit in de toekomst niet bestaat. Al de aangewende afbraakpogingen van vrijz.-demo craten en sociaal-democraten ten spijt is de bei- grooting dus toch aangenomen. Eene motie ter Laan tot vermindering van het jaarlijksch contin gent voor de militie ook reeds in 1930, en amen dement ter Laan tot schrapping van een be drag van f 1.150.000 voor den aanbouw van twee onderzeeërs, beide werden verworpen. Daarnaast kregen we nog moties-ter Laan, tot het heffen van een noodregeiing door de mobilisatieslacht offers in afwachting van het rapport der Com missie Aalberse en tot het heffen van nood maatregelen voor de niet in de wet opgenomen mobilisatieslachtoffers. Ook deze moties kregen van hetzelfde laken een pak. Daartegenover werd art. 196 (geheime uitgaven) aangenomen met 5126 stemmen. Opmerkelijk was, dat de heer Floris Vos bij dez ebegrooting geheel inet de vrijzinnig-democraten, sociaal-democraten en den heer Wijnkoop meestemde. Bij de begrooting van Defensie kwam voorts nog ter sprake de kwestie der dubbelrangen ee nsergeant-majoor bijv. krijgt het salaris van sergeant, enz. De Minister was niet bereid aan betrokkenen een salaris toe te kennen, verbonden aan den hoogsten rang. Ten eerste zou dit 22 ton kosten ,ten tweede zou dan een tractement ge geven worden voor het werk, dat feitelijk niet verricht werd. Voortaan zullen geen nieuwe be noemingen in dubbelrangen plaats hebben. De behandeling der begrooting van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen werd voortgezet. Een amendement van mej. Westerman om zich uit te spreken, dat de Kamer de subsidieering van het Theosophisch Lyceum te Naarden niet wil, werd met5525 stemmen aangenomen. Bij' het huishoudonderwijs waren de vrouwen aan het woord. Ondanks den op hem uitgeoefen- den drang zal de minister met geen suppletoire begrooting tot subsidieering der nijverheidsscho len komen. D© geuite verlangens inzake Eransch o(p de Lagere school, Esperanto in de zevende klasse en nieuwe schoolgeldregeling worden eerst bij de algemeene beschouwingen na beëindigden arbeid der Staatscommissie-Rutgers in overwe ging genomen, i Voor de bescherming van oude monumenten voelt de Minister van Onderwijs, die tevens gaat ove rde Kunst, veel. Zoo hebben het stadshuis i te Veere, het slot Loewestein, de Cunera-toren I te R'henen en het Prinsenhof, de doorloopende belangstelling van den Minister Terpstra. Op de kiesche zaak van s'teun aan levende kun stenaars acht de minister het beter in het open baar niet in te gaan. De kwestie van invoering van den architecten- titel zal de Minister met zijn ambtgenoot be spreken. D'e Minister van Waterstaat, de heer Reymer, heeft voor het reces heel wat te verdedigen gehad de Waterstaatsbegrooting, postbegrooting, thans weer het Zuiderzeefonds, het Wegenfonds, en de begrooting der Staatsmijnen. Bij het droogleggen der Zuiderzee zijn ontzet tende sommen gemoeid. Men begrijpe goed: tot de drooglegging der geheele Zuiderzee is slechts in beginsel besloten. Op het oogenblik gaat het om afsluiting der Zuiderzee en de drooglegging van het Wieringermeer. Bij een verdere doorzet ting van "het grootsche plan zal van 'de ervaringen opgedaan bij het Wieringermeer worden gebruik gemaakt. Aanvankelijk zijn er groote tegenvallers geweest, sindsdien is de ervaring der directie en aannemers grooter geworden. Men sprak nog ter loops over het in cultuur brengen en de uitgift van den grond van het drooggelegd Wieringer meer en over de positie der visschers. t Ten aanzien van het Wegenfonds was minister Reijmer van meening, dat voorbereiding en in leiding der wegenverbetering inderdaad een beetje omslachtig zij ngeweest. Het staatsmijnbedrijf heeft met een ton deel genomen in een nieuwe Limburgsche tricotage- fabriek (N.V. Tricotagefabriek Treebeek). Het advies van den Mijnraad, waarin kopstukken op het gebied der industrie zitten, de heeren Waller Delft, en Philips Eindhoven, was gunstig ge weest en daarom had de minister in deze deelname in het geheel geen bezwaar gezien. Van een prin cipieele kwestie was geen sprake. Met deze ziens wijze van den Minister was de heer Kersten het heelemaal niet eens en sprak van een tricotage zaak, terwijl ook van andere kanten veel afkeu ring werd vernomen. Ten slotte wist minister Reijmer zijn zin door te zetten. Met 5421 st. verwierp de Kamer een amendement-Boon over het betrokken art. 12 met f 100.000 te vermin deren. f 11 Februari zullen de begrootingen van Ne- derlandsch-Indië en Suriname, de winkelsluiting de herziening der drankwet en de wegenwet aan de orde worden gesteld. m. die, betreffende voorziening in de werkloosheid en het aardige of eigenaardige van het geval was, dat meerdere partijen zich blijkens hun leuzen, ijverig voornamen maatregelen te treffen om de werkloosheid „danig" te beperken. Doch, het vinden van een polossing van het zeer moeilijke probleem blijkt achteraf toch minder gemakkelijk, dan alle mogelijke betuigingen, dat er aan het groote euvel van dezen tijd krachtig gewerkt moet worden, om het zoo gauw en zoo goed mogelijk uit de wereld te helpen. Als men iets belooft, moet men zijn be loften houden of althans er ernstig naar sterven ze te houden. Wij durven het niet op ons nemen te beweren, dat de huidige Engelsche regeering niet ernstig streeft. Maar, al wordt nu honderdmaal be weerd: waar een wil is is een weg, theorie en prak tijk zijn er twee en het hebben van een goeden wil, den besten der wereld, zelfs is nog niet overal noch altijd synoniem met „slagen." Dat ondervindt de Labour-regeering o.a. met betrekking tot het werk loosheidsvraagstuk. De Engelsche regeering heeft verleden week in het Lagerhuis de gelegenheid ge boden de maatregelen door minister Thomas ter bestrijding van de werkloosheid te bespreken. En bij die gelegenheid spraken ook partij genooten van den genoemden minister, o.a. de oud-minister Wheatley, die gaarne alle recht wou laten weder varen aan de bedoelingen van minister Thomas, maar die toch een waarschuwing meende te moeten laten hooren en wel deze, dat alle gedane voorstel len en maatregelen op de werkloozen zelf de belanghebbenden in de eerste plaats dus niet den minsten indruk hadden gemaakt. Van conser vatieve zoowel als van liberale zijde werd de La- bour-regeeering er op attent gemaakt, dat de plan nen van minister Thomas slechts aan een zeer be perkt aantal (in vergelijking met het groot egetal werkloozen) werk zou verschaffen en dan nog niet in eens, maar over een periode van eenige jaren. Lloyd George, bijvoorbeeld merkte op, dat de uit voering van Thomas' plannen slechts een vijftig duizend menschen helpen zouden en dit cijfer vond hij al bedroevend gering voor een regeering di„ zooals Lloyd George een half jaar eaan het be wind was en al twee jaren vroeger geprofeteerd had, dat zij aan het bewind zou komen en in ver band daarmede dus al geruimen tijd had om haer plannen ten opzichte van de werkloosheidbestrij- ding voor te bereiden. Minister Thomas is op het een en ander het antwoord niet schuldig gebleven en o.m. wees hij er op, dat tenslotte „uitvoer" het eenige niet kunstmatige en dus het afdoende mid del was. En die uitvoer hangt weer nauw samen met de industrie en de expansiemogelijkheden van deze. Een der leden van het Lagerhuis moet groote vroolijkheid verwekt hebben door een nochtans goede bedoeling. Hij had namelijk een uitgebreid wegenplan opgemaakt voor eenige gedeelten van Engeland en dit ook in teekening gebracht. Maar, de gezamenlijke teekeningen besloegen een zoo groo te ruimte, dat de vloer van het Huis er mede te be dekken was. De finantieele toestand van Duitschland is al sinds lang niet wat men noemt rooskleurig. De her vormingsplannen van minister Hilferding zijn niet bij allen in goede aarde gevallen, met name niet bij den president van de rijksbank, dr, Schacht, die eenigen tijd geleden reeds zijn waarschuwenden stem heeft laten hooren. En nu doet zjch het feit voor, dat de heer Schacht, feitelijk een ambtenaar van het groote Duitsche rijk aan den minister de wet voorschrijft en min of meer als finantieel dic tator optreedt. Het zou zelfs waarschijnlijk geacht worden, dat niet minister Hilferding, maar dr. Schacht naar de Haagsche conferentie zal trekken Waar dr. Schacht o.m. vooral op tegen heeft, dat zijn de groote en onbeperkte buitenlandsche leenin gen en minister Hilferding had dan óok weer zijn plannen gebaseerd gedeeltelijk op buitenlandsch crediet. Dr. Schacht is daartegen en hij is voor groote spaarzaamheid van Duitschland zelf. Dr. Schacht heeft een spoedontwerp ingediend, dat voorschrijft, dat de schulden van het Rijk ten deele gedelgd zullen worden door een bedrag van 450 millioen, dat voor het einde van het boek jaar 1930 door spaarmaatregelen en nieuwe belas tingen moet worden bijeengebracht. Niet alleen het Duitsche rijk heeft zorgen van finantieelen aard, ook in meer beperkten kring doen de geldzorgen zich ernstig gevoelen. De finantien van de stad Berlijn zijn het tegendeel van schitterend. Wat niet wil zeggen, dat het Berlijnsche gemeentebestuur niet vrijgevig is. Maar juist die vrijgevigheid is wellicht oorzaak, dat met Berlijn is gebeurd, dat zeker in de laatste tijden niet meer voorkwam, na melijk, dat een stad als Berlijn zooveel als onder curateele gesteld is. Als oorzaak va nde crisis wordt o.m. aangegeven het feit, dat de Berlijnsche gemeen teraad besloten heeft een bedrag van vijf en drie kwart millioen uit te trekken als Kerstgift voor de werkloozen. Ondanks de waarschuwingen van bur gemeester Scholtz werd het desbetreffende voorstel in den raad aangenomen. Nadat de gemeenteraad zich verklaard had voor den maatregel ten behoe ve van de werkloozen heeft burgemeester Scholtz mededeeling gedaan van een schrijven van den re- geeringscommissaris van Brandenburg in welk schrijven aan het Berlijnsche gemeentebestuur ee nige dringende wenken worden gegeven met betrek king tot de Berlijnsche finantien en het beheer daarvan en voor de loopende maand December heeft de hierbedoelde regeeringscommissaris pre cies aangegeven aan welke uitgaven de gemeente zich zal hebben te houden. Wat misschien voor de Berlijnsche vroede vaderen min of meer een onaan gename zijde heeft en aanleiding is voor de ge dachte: „we hebben te groot geleefd." wel zoo velen zijn 'Misschien niet, al valt het de opcenten van den suiker accijns na ampele be- T 1 j J J ri-ww^lVmnfrl pl llkp stvPTTimiIlÖ* WCPCl 3/3J1"" niet te ontkennen, dat de moderne tijd, met zijn jachten en streven naar verandering, afwisseling, naar het nieuwe zoo hier en daar wél een beetje getornd heeft aan de intieme huiselijk heid, waarmee onze vaderen den laatsten slag van twaalven hebben afgewacht. Ein eigenlijk, waar men zou mogen zeggen, dat bij vele men sehen de neiging zich vertoont, zooveel moge- spreking zonder hoofdelijke stemming werd aan genomen. Een motie-Oud, die uitsprak, dat af schaffing van den accijns op het! geslacht de voor keur verdiende boven vermindering der Verde digingsbelasting II werd met 4225 stemmen verworpen en ee ngelijk lot onderging een amen dement-Van Poll, strekkende om het bedrag van IO1/2 millioen, dat zou komen te vervallen als In Frankrijk is verleden jaar een echtpaar over leden, Cognacq genaamd, dat bij uiterste wilsbe schikking jaarlijksche prijzen heeft vastgesteld tot steun van de met vele kinderen gezegende gezinnen dat wi lhier zeggen: gezinnen met minstens 9 kinderen. Dieprijzen varieeren tlsschen vijf en twin tig duizend en tienduizend francs. Ook dit jaar zijn de prijzen weer uitgedeeld en aan het hoofd^van de prijswinnaars staat het ouderpaar met vijftien kin deren. Er wordt wel eens beweerd, dat het met den kinderzegen in Frankrijk treurig gesteld Is, maar op het platteland schijnt, naar men zeggen zou, die kinderschaarschte nog zoo'n vaart niet te loo- pen. Althans in een departement, het Seinedeparte ment moet het aantal candidaten van de door het echtpaar Cognacq beschikbaar geselde prijzen niet minder dan duizend hebben bedragen. Als Frank rijk het dus van zijn bevolking alleen van het platteland hebben moest, zou het misschien nog wel schikken. Het werkloosheidsprobleem in Engeland. Verkiezingsleuzen en inlossing der beloften. Waar een wil is daar is een weg, maar De plannen van minister Thomas in het Lagerhuis besproken. 'n Teekening op groote schaal. De Duitsche finantien. Dr. Schacht's finantieele dic tatuur. De Berlijnsche crisis. Onder cuarteele gesteld. De Fransche kinder zegen. Tijdens de verkiezingen in Engeland werden als gebruikelijk vele en velerlei leuzen aangeheven, 0. 'Zondag heeft in Duitschland de volksstemming plaats gehad over het ontwerp Vhijheidswet van Hu genberg c.s. Dat is het refenrendum inzake het plan-Young, zooals men weet was het wetsontwerp door den rijksdag verworpen. De Vrijheidswet van Hugenberg haalde nog geen zes millioen stemmen en is dus verre gebleven van de een en twintig mil lioen, zijnde dit laatste de helft van de twee en veertig millioen stemmen, die door de kiesgerechtig den kunnen worden uitgebracht. Het Duitsche volk heeft dus met groote meerderheid van stemmen zich verklaard voor de tot hog toe door de Duit sche regeering gevoerde buitenlandsche politiek, welke ook aan het plan-Young heeft medegewerkt. De Hugenbergers hebben dus het spel verloren. Wat misschien de heeren. die in de partij van Hu-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1929 | | pagina 3