TB Bi,
IJVER
Binnenlandsch Overzicht
Kamerkroniek
Buitenlandsch Overzicht
De wereld wordt'wel eens vergeleken met een
bijenkorf. De bijen krioelen en zwermen in nij
vere vlucht zoemend om den korf en luid bromt
de arbeid daarbinnen. Zpo gaat het in de wereld
ook. Alles krioelt er door elkaar en luid klinkt
het lied van den arbeid. En evenals 'in de bijen
korven is die arbeid verdeeld over velen. D(e
specialiseering van den arbeid heeft een buiten
gewoon groote hoogte bereid. Vroeger maakte één
man een werkstuk van begin tot eind, maar nu
gaat het door vele handen, die elk een onderdeel
van de gecompliceerde handelingen verrichten,
die noodig zijn om dat werkstuk te voltooien.
Dat is de efficiency, die veel onnoodige bewegin
gen heeft opgeheven.
Onnoodige bewegingen, dat is te zeggen, on-
noodig voor de perfectie van het bedrijf. D'e
open vraag is, of die bewegingen niet noodig
zijn voor de arbeiders. D;ie worden door het tot
in 't oneindige herhalen van steeds dezelfde
handgrepen zoo langzamerhand tot machines
Ouderwetsch aangelegde menschen vinden dat
alles erg jammer. Die meenen ,dat de moderne
wijze van werken afstompt, en ze verlangen terug
naar den tijd dat het werkstuk werd gemaakt
door één man. Ze meenen dat de moderne arbei
der 'jgeen lust meer kan hebben in zijn werk,
zonder welke lust hij ook niet goed werken
zal. Hoe ver zijn ze er naast! Gelukkig. Ook in
onzen tijd, in onzen vermechaniseerden, snellen
tijd bestaat er nog lust in den arbeid en ijver.
Het wordt als een wonder beschouwd, dat ze
nog bestaan, maar het is geen wonder. .Want als
je het goed bekijkt is het een onnatuurlijk iets,
als er geen werklust en ijver is. We zijn het er
allen over eens, dat de arbeid noodzakelijk is.
Zpnder arbeid geen leven. Nu is de arbeid ge
specialiseerd. Maar arbeid blijft het, ook al is
het nog zoo gering, en het doet zijn taak in
het groote geheel. Zonder die arbeid, dat geringe
deeltje, hokt het. Daarom is elke arbeid arbeid
voor het groote geheel, voor het heil van de
gemeenschap.
Er is geen mensch, die niet in zijn jeugd heeft
gedroomd van groote dingen, die hij zou doen,
als hij groot zou zijn. Ein zie, ieder mensch
lijk te ontkomen aan.... zichzelf, daar is het te
begrijpen, dat met betrekking tot den Oudejaars
avond door velen hierop geen uitzondering wordt
gemaakt. C"
De laatste slag van twaalvenMoge het mach
tige geluid, dat over de velden zal klinken, over
stad en land, rijke beloften inhouden, met be
trekking tot hetgeen het nieuwe jaar brengen
zal!!!
Dat er in de hedendaagsche wereld, ook in het
kleine wereldje, dat Nederland te aanschouwen
geeft, veel ongelukken gebeuren, wie zou het
willen ontkennen? En, het grobte aantal onge
vallen speciaal op verkeersgebied verklaart den
voortdurenden ijver, waarmee gestreefd wordt
naar voorkoming. In den Amsterdamschen Raad,
bij de begrootingsdiscussies is o.m. een vraag
opgeworpen betreffende de mogelijkheid het aan
tal overrijdingen door de trams zoo al niet ge
heel op te heffen, dan tenminste zooveel moge
lijk te beperken. In den Amsterdamschen Raad
werd n.l. gevraagd of het niet mogelijk zou zijn
do trams aan den voorkant van een inrichting
te voorzien, waardoor eventueele slachtoffers niet
overreden, maar als 't ware „opgeschept" of
langs den weg voortgeduwd zouden worden. Ook
in Engeland moet men meer speciaal voor auto's
met proeven inzake hierbedoelde reddingsmachi
nes bezig zijn. Het allerveiligste zal, uit den aard
der zaak zijn ,te zorgen, dat men niet door een
tram gegrepen wordt, want zelfs hét opgeschept
of langs den weg voortgeschoven worden kan 'zijn
bezwaren meebrengen. Eigenlijk zal missschien
als de hierbedoelde inrichting gevonden is, gezegd
kunne nworden: „dat is nu 't éi van Columbus".
Em. vermoedelijk zal ook vroeger wel meermalen
gedacht zijn aan de hierbedoelde wijze van op
scheppen en wegduwen. En dat het nog niet tot
een doelmatige inrichting van de trams gekomen
is wat betreft de beveiliging van het publiek
wijst er wel op, dat de theorie ook hier ge-
gemakkelijker is dan de' practische toepassing.
Of de „reddingsplank" om de beveiliging-in
richting zoo te noemen, altijd en overal succes
Te Groningen heeft een groote ramp plaats
gehad .Er ontplofte namelijk een ketel van een
sleepboot, waarbij vijf menschen het leven hebben
verloren en waarbij tal van huizen in de omge
ving van de plek des onheils tot puinhoopen
doet groote daden; hij werkt voor de gemeen- werden gemaakt. Als oorzaak'van de ontploffing
schap, mede van zijn werk hangt, al is het nog
maar zoo gering, de wereld af. Daarom ipet lust
en ijver aangepakt het werk dat wacht. En of
de taak groot is of klein, of men hoog ge
plaatst is of laag, of het werk met de handen
gedaan wordt of met het hoofd, bedenkt allen,
gij, arbeiders voor de gemeenschap, dat ook uw
arbeid onontbeerlijk is. Werkt dan met ijver.
Arbeid adelt.
Het oude jaar. Ter voorkoming
van ongelukken een inrichting om „op
te scheppen" of „weg te duwen".
D'e reddingsplank. Groote ramp te
Groningen. Clandestien opvoeren
van stoomdruk. De geldmiddelen
over November. De Nederlandsche
Staat „boert" niet kwaad.
Nog enkele dagen scheiden ons van de Jaars
wisseling. Ein, als die luttele dagen voorbij zijn,
staan we voor de beëindiging van een jaarkring,
gedurende welke wel voor ons allen bij afwis
seling lief ,en leed gebracht heeft. En, de mate
waarin ons dat lief 'ën dat leed in het afgeloopen
jaar werden toebedeeld, bepaalt misschien wel
in hoofdzaak de stemming van het gemoed, waar
in we ons zullen bevinden op het oogenblik, dat
de laatste slag van twaalven ons er weer aan
herinneren, dat uren dagen, maanden, jaren als
eenschaduw heenvliegen. Men kan het teerhartig
of weekhartig noemen, zoo men wil, maar de
laatste dag van het 'jaar, de laatste avond, zoo bij
uitste kgeschikt om in intiemen familiekring te
worden doorgebracht, ze geven ons een aparte
gewaarwording. Misschien deels' ook, omdat we
nu eenmaal der traditie getrouw, aan den oude
jaarsavond blijven vasthouden, als zijnde deze
de avond, waarop het ons menschen inzonderheid
voegt op den afgelegden weg terug te zien, den
weg waaro plief en leed ons deel was. Waarlijk,
'tzo.li toch niet al te veel zijn, wanneer we het
terugblikken op en het verzekeren van den af
gelegden weg bepaalden, uitsluitend tot één dag
des jaars, den laatsten! Eir zullen heel wat men
schen zijn, die het leven ernstig genoeg opne
men om ook buiten den officieel vastgestelden
mijlpaal om zich te verdiepenover wat „was"
en wat „is", even zoo goed als er zullen zijn,
voor wie de Oudejaarsavond, ondanks aloude tra
ditie een avond is precies zoo, als de overige
avonden van het jaar. Menschen, tot wie de be
ëindiging van een jaarkring (waarvan we dan
weten wat hij bracht, en het begin Van een nieu
wen waarvan we vrijwel niets weten) niets, maar
ook niets zegt, och, zouden het er inderdaad;
werd genoemd het vastzetten van de stoomklep
wat geschiedde, om in verband met het tegen
stroom opvaren op het Winschoterdiep, meer
stoom, te krijgen. Het gevolg was, dat er zich te
veel stoom ophoopte, waardoor ten slotte de
verschrikkelijke ontploffing plaats had- Naar
gemeld wordt is het vastzetten van de stoom
klep om meer stoom te krijgen, streng verboden
en strafbaar. Hier is vermoedelijk weer een daad
geschied, die hoe noodlottig op zichzelve ook
door de verschrikkelijke gevolgen, een waarschu
wing kan zijn voor anderen, die het er ook clan
destien wel eens op wagen den stoomketel aan
een veel hoogeren druk bloot te stellen, dan
waarop hij „beproefd" is.
Over de afgeloopen maand November hebben
de rijksmiddelen weer iets meer op gebracht dan
in de gelijknamige maand van het vorige jaar,
nl. bijna op een paar ton na vier millioen en het
accres over de eerste elf maanden is nu bijna
al zestien millioen grooter dan in het vorige jaar.
Te hoog genoemd blijken de inkomsten voor het
loopende jaar zeker niet geweest: immers, over
het tot aan December verloopen deel van het
jaar is ongeveer 32 jen een half millioen meer ont
vangen dan elf twaalfden van de raming. En
dezo toename van inkomsten is bereikt ondanks
de dalingen van de inkomstenbelasting en de be
lasting op het gedistilleerd. Als gewoonlijk ver
toont de staat van inkomsten een beeld van da
ling en van stijging: daling van dit en stijging
van dat, maar alles bij elkaar genomen leert de
opgave omtrent November alweer., dat de mid
delen ruim vloeien, over bijna de geheele linie,
dat dus de Nederlandsche staat wat men noemt
„goed boert", al moet dan tenslotte afgewacht
worden of er grond aanwezig is voor blijvend op
timisme ten opzichte van onze geldmiddelen.
Er is de laatste weken hard gewerkt en nog
vóór Kerstmis is men nog door de Rijksbegroo-
ting heengekomen. Misschien hierom wel heb
ben de Kamerleden zoo'n aardige kerstvacantie
gekregen. Eerst 11 Febr. 1930 zal. de Kamer
weer in openbare vergadering bijeen komen. Een
menigte onderwerpen van den meest verschil
lenden aard zijn er behandeld en het is haast
ondoenlijk in een klein bestek ook maar een iets
op volledigheid aanspraak makend verslag te ge
ven. W;e hopen, dat onze pogingen zullen luk
ken. In de eerste plaats dan betalen we allen
liefst zoo weinig mogelijk belasting en vooraf
ga de kennisgeving, dat een wetsontwerp tot
afschaffing der Verdedigingsbelasting II en van
bate van het Leeningfonds 1914, over te bren
gen naar de Inkomstenbelasting, ten einde Re
geering en Kamer in staat te stellen opheffing
van den suikeraccijns of vleeschaocijns te be
pleiten.
Met 5227 stemmen werd de begrooting '30
voor de Defensie aangenomen. Met veel activi
teit werd door den heer Marehant betoogd dat
neutraliteit in de toekomst niet bestaat. Al de
aangewende afbraakpogingen van vrijz.-demo
craten en sociaal-democraten ten spijt is de bei-
grooting dus toch aangenomen. Eene motie ter
Laan tot vermindering van het jaarlijksch contin
gent voor de militie ook reeds in 1930, en amen
dement ter Laan tot schrapping van een be
drag van f 1.150.000 voor den aanbouw van twee
onderzeeërs, beide werden verworpen. Daarnaast
kregen we nog moties-ter Laan, tot het heffen
van een noodregeiing door de mobilisatieslacht
offers in afwachting van het rapport der Com
missie Aalberse en tot het heffen van nood
maatregelen voor de niet in de wet opgenomen
mobilisatieslachtoffers. Ook deze moties kregen
van hetzelfde laken een pak. Daartegenover
werd art. 196 (geheime uitgaven) aangenomen
met 5126 stemmen. Opmerkelijk was, dat de
heer Floris Vos bij dez ebegrooting geheel inet de
vrijzinnig-democraten, sociaal-democraten en den
heer Wijnkoop meestemde.
Bij de begrooting van Defensie kwam voorts
nog ter sprake de kwestie der dubbelrangen
ee nsergeant-majoor bijv. krijgt het salaris van
sergeant, enz. De Minister was niet bereid aan
betrokkenen een salaris toe te kennen, verbonden
aan den hoogsten rang. Ten eerste zou dit 22 ton
kosten ,ten tweede zou dan een tractement ge
geven worden voor het werk, dat feitelijk niet
verricht werd. Voortaan zullen geen nieuwe be
noemingen in dubbelrangen plaats hebben.
De behandeling der begrooting van Onderwijs.
Kunsten en Wetenschappen werd voortgezet. Een
amendement van mej. Westerman om zich uit te
spreken, dat de Kamer de subsidieering van het
Theosophisch Lyceum te Naarden niet wil, werd
met5525 stemmen aangenomen.
Bij' het huishoudonderwijs waren de vrouwen
aan het woord. Ondanks den op hem uitgeoefen-
den drang zal de minister met geen suppletoire
begrooting tot subsidieering der nijverheidsscho
len komen. D© geuite verlangens inzake Eransch
o(p de Lagere school, Esperanto in de zevende
klasse en nieuwe schoolgeldregeling worden eerst
bij de algemeene beschouwingen na beëindigden
arbeid der Staatscommissie-Rutgers in overwe
ging genomen,
i Voor de bescherming van oude monumenten
voelt de Minister van Onderwijs, die tevens gaat
ove rde Kunst, veel. Zoo hebben het stadshuis
i te Veere, het slot Loewestein, de Cunera-toren
I te R'henen en het Prinsenhof, de doorloopende
belangstelling van den Minister Terpstra.
Op de kiesche zaak van s'teun aan levende kun
stenaars acht de minister het beter in het open
baar niet in te gaan.
De kwestie van invoering van den architecten-
titel zal de Minister met zijn ambtgenoot be
spreken.
D'e Minister van Waterstaat, de heer Reymer,
heeft voor het reces heel wat te verdedigen gehad
de Waterstaatsbegrooting, postbegrooting, thans
weer het Zuiderzeefonds, het Wegenfonds, en
de begrooting der Staatsmijnen.
Bij het droogleggen der Zuiderzee zijn ontzet
tende sommen gemoeid. Men begrijpe goed: tot
de drooglegging der geheele Zuiderzee is slechts
in beginsel besloten. Op het oogenblik gaat het
om afsluiting der Zuiderzee en de drooglegging
van het Wieringermeer. Bij een verdere doorzet
ting van "het grootsche plan zal van 'de ervaringen
opgedaan bij het Wieringermeer worden gebruik
gemaakt. Aanvankelijk zijn er groote tegenvallers
geweest, sindsdien is de ervaring der directie en
aannemers grooter geworden. Men sprak nog ter
loops over het in cultuur brengen en de uitgift
van den grond van het drooggelegd Wieringer
meer en over de positie der visschers. t
Ten aanzien van het Wegenfonds was minister
Reijmer van meening, dat voorbereiding en in
leiding der wegenverbetering inderdaad een beetje
omslachtig zij ngeweest.
Het staatsmijnbedrijf heeft met een ton deel
genomen in een nieuwe Limburgsche tricotage-
fabriek (N.V. Tricotagefabriek Treebeek). Het
advies van den Mijnraad, waarin kopstukken op
het gebied der industrie zitten, de heeren Waller
Delft, en Philips Eindhoven, was gunstig ge
weest en daarom had de minister in deze deelname
in het geheel geen bezwaar gezien. Van een prin
cipieele kwestie was geen sprake. Met deze ziens
wijze van den Minister was de heer Kersten het
heelemaal niet eens en sprak van een tricotage
zaak, terwijl ook van andere kanten veel afkeu
ring werd vernomen. Ten slotte wist minister
Reijmer zijn zin door te zetten. Met 5421 st.
verwierp de Kamer een amendement-Boon over
het betrokken art. 12 met f 100.000 te vermin
deren. f
11 Februari zullen de begrootingen van Ne-
derlandsch-Indië en Suriname, de winkelsluiting
de herziening der drankwet en de wegenwet aan
de orde worden gesteld.
m. die, betreffende voorziening in de werkloosheid
en het aardige of eigenaardige van het geval was,
dat meerdere partijen zich blijkens hun leuzen,
ijverig voornamen maatregelen te treffen om de
werkloosheid „danig" te beperken. Doch, het vinden
van een polossing van het zeer moeilijke probleem
blijkt achteraf toch minder gemakkelijk, dan alle
mogelijke betuigingen, dat er aan het groote euvel
van dezen tijd krachtig gewerkt moet worden, om
het zoo gauw en zoo goed mogelijk uit de wereld
te helpen. Als men iets belooft, moet men zijn be
loften houden of althans er ernstig naar sterven ze
te houden. Wij durven het niet op ons nemen te
beweren, dat de huidige Engelsche regeering niet
ernstig streeft. Maar, al wordt nu honderdmaal be
weerd: waar een wil is is een weg, theorie en prak
tijk zijn er twee en het hebben van een goeden wil,
den besten der wereld, zelfs is nog niet overal noch
altijd synoniem met „slagen." Dat ondervindt de
Labour-regeering o.a. met betrekking tot het werk
loosheidsvraagstuk. De Engelsche regeering heeft
verleden week in het Lagerhuis de gelegenheid ge
boden de maatregelen door minister Thomas ter
bestrijding van de werkloosheid te bespreken. En
bij die gelegenheid spraken ook partij genooten van
den genoemden minister, o.a. de oud-minister
Wheatley, die gaarne alle recht wou laten weder
varen aan de bedoelingen van minister Thomas,
maar die toch een waarschuwing meende te moeten
laten hooren en wel deze, dat alle gedane voorstel
len en maatregelen op de werkloozen zelf de
belanghebbenden in de eerste plaats dus niet
den minsten indruk hadden gemaakt. Van conser
vatieve zoowel als van liberale zijde werd de La-
bour-regeeering er op attent gemaakt, dat de plan
nen van minister Thomas slechts aan een zeer be
perkt aantal (in vergelijking met het groot egetal
werkloozen) werk zou verschaffen en dan nog niet
in eens, maar over een periode van eenige jaren.
Lloyd George, bijvoorbeeld merkte op, dat de uit
voering van Thomas' plannen slechts een vijftig
duizend menschen helpen zouden en dit cijfer vond
hij al bedroevend gering voor een regeering di„
zooals Lloyd George een half jaar eaan het be
wind was en al twee jaren vroeger geprofeteerd
had, dat zij aan het bewind zou komen en in ver
band daarmede dus al geruimen tijd had om haer
plannen ten opzichte van de werkloosheidbestrij-
ding voor te bereiden. Minister Thomas is op het
een en ander het antwoord niet schuldig gebleven
en o.m. wees hij er op, dat tenslotte „uitvoer" het
eenige niet kunstmatige en dus het afdoende mid
del was. En die uitvoer hangt weer nauw samen
met de industrie en de expansiemogelijkheden van
deze. Een der leden van het Lagerhuis moet groote
vroolijkheid verwekt hebben door een nochtans
goede bedoeling. Hij had namelijk een uitgebreid
wegenplan opgemaakt voor eenige gedeelten van
Engeland en dit ook in teekening gebracht. Maar,
de gezamenlijke teekeningen besloegen een zoo groo
te ruimte, dat de vloer van het Huis er mede te be
dekken was.
De finantieele toestand van Duitschland is al
sinds lang niet wat men noemt rooskleurig. De her
vormingsplannen van minister Hilferding zijn niet
bij allen in goede aarde gevallen, met name niet bij
den president van de rijksbank, dr, Schacht, die
eenigen tijd geleden reeds zijn waarschuwenden
stem heeft laten hooren. En nu doet zjch het feit
voor, dat de heer Schacht, feitelijk een ambtenaar
van het groote Duitsche rijk aan den minister de
wet voorschrijft en min of meer als finantieel dic
tator optreedt. Het zou zelfs waarschijnlijk geacht
worden, dat niet minister Hilferding, maar dr.
Schacht naar de Haagsche conferentie zal trekken
Waar dr. Schacht o.m. vooral op tegen heeft, dat
zijn de groote en onbeperkte buitenlandsche leenin
gen en minister Hilferding had dan óok weer zijn
plannen gebaseerd gedeeltelijk op buitenlandsch
crediet. Dr. Schacht is daartegen en hij is voor
groote spaarzaamheid van Duitschland zelf.
Dr. Schacht heeft een spoedontwerp ingediend,
dat voorschrijft, dat de schulden van het Rijk ten
deele gedelgd zullen worden door een bedrag van
450 millioen, dat voor het einde van het boek
jaar 1930 door spaarmaatregelen en nieuwe belas
tingen moet worden bijeengebracht. Niet alleen het
Duitsche rijk heeft zorgen van finantieelen aard,
ook in meer beperkten kring doen de geldzorgen
zich ernstig gevoelen. De finantien van de stad
Berlijn zijn het tegendeel van schitterend. Wat niet
wil zeggen, dat het Berlijnsche gemeentebestuur
niet vrijgevig is. Maar juist die vrijgevigheid is
wellicht oorzaak, dat met Berlijn is gebeurd, dat
zeker in de laatste tijden niet meer voorkwam, na
melijk, dat een stad als Berlijn zooveel als onder
curateele gesteld is. Als oorzaak va nde crisis wordt
o.m. aangegeven het feit, dat de Berlijnsche gemeen
teraad besloten heeft een bedrag van vijf en drie
kwart millioen uit te trekken als Kerstgift voor de
werkloozen. Ondanks de waarschuwingen van bur
gemeester Scholtz werd het desbetreffende voorstel
in den raad aangenomen. Nadat de gemeenteraad
zich verklaard had voor den maatregel ten behoe
ve van de werkloozen heeft burgemeester Scholtz
mededeeling gedaan van een schrijven van den re-
geeringscommissaris van Brandenburg in welk
schrijven aan het Berlijnsche gemeentebestuur ee
nige dringende wenken worden gegeven met betrek
king tot de Berlijnsche finantien en het beheer
daarvan en voor de loopende maand December
heeft de hierbedoelde regeeringscommissaris pre
cies aangegeven aan welke uitgaven de gemeente
zich zal hebben te houden. Wat misschien voor de
Berlijnsche vroede vaderen min of meer een onaan
gename zijde heeft en aanleiding is voor de ge
dachte: „we hebben te groot geleefd."
wel zoo velen zijn 'Misschien niet, al valt het de opcenten van den suiker accijns na ampele be-
T 1 j J J ri-ww^lVmnfrl pl llkp stvPTTimiIlÖ* WCPCl 3/3J1""
niet te ontkennen, dat de moderne tijd, met zijn
jachten en streven naar verandering, afwisseling,
naar het nieuwe zoo hier en daar wél een
beetje getornd heeft aan de intieme huiselijk
heid, waarmee onze vaderen den laatsten slag
van twaalven hebben afgewacht. Ein eigenlijk,
waar men zou mogen zeggen, dat bij vele men
sehen de neiging zich vertoont, zooveel moge-
spreking zonder hoofdelijke stemming werd aan
genomen. Een motie-Oud, die uitsprak, dat af
schaffing van den accijns op het! geslacht de voor
keur verdiende boven vermindering der Verde
digingsbelasting II werd met 4225 stemmen
verworpen en ee ngelijk lot onderging een amen
dement-Van Poll, strekkende om het bedrag van
IO1/2 millioen, dat zou komen te vervallen als
In Frankrijk is verleden jaar een echtpaar over
leden, Cognacq genaamd, dat bij uiterste wilsbe
schikking jaarlijksche prijzen heeft vastgesteld tot
steun van de met vele kinderen gezegende gezinnen
dat wi lhier zeggen: gezinnen met minstens 9
kinderen. Dieprijzen varieeren tlsschen vijf en twin
tig duizend en tienduizend francs. Ook dit jaar zijn
de prijzen weer uitgedeeld en aan het hoofd^van de
prijswinnaars staat het ouderpaar met vijftien kin
deren. Er wordt wel eens beweerd, dat het met den
kinderzegen in Frankrijk treurig gesteld Is, maar
op het platteland schijnt, naar men zeggen zou,
die kinderschaarschte nog zoo'n vaart niet te loo-
pen. Althans in een departement, het Seinedeparte
ment moet het aantal candidaten van de door het
echtpaar Cognacq beschikbaar geselde prijzen niet
minder dan duizend hebben bedragen. Als Frank
rijk het dus van zijn bevolking alleen van het
platteland hebben moest, zou het misschien nog
wel schikken.
Het werkloosheidsprobleem in Engeland.
Verkiezingsleuzen en inlossing der beloften.
Waar een wil is daar is een weg,
maar De plannen van minister
Thomas in het Lagerhuis besproken. 'n
Teekening op groote schaal. De Duitsche
finantien. Dr. Schacht's finantieele dic
tatuur. De Berlijnsche crisis. Onder
cuarteele gesteld. De Fransche kinder
zegen.
Tijdens de verkiezingen in Engeland werden als
gebruikelijk vele en velerlei leuzen aangeheven, 0.
'Zondag heeft in Duitschland de volksstemming
plaats gehad over het ontwerp Vhijheidswet van Hu
genberg c.s. Dat is het refenrendum inzake het
plan-Young, zooals men weet was het wetsontwerp
door den rijksdag verworpen. De Vrijheidswet van
Hugenberg haalde nog geen zes millioen stemmen
en is dus verre gebleven van de een en twintig mil
lioen, zijnde dit laatste de helft van de twee en
veertig millioen stemmen, die door de kiesgerechtig
den kunnen worden uitgebracht. Het Duitsche volk
heeft dus met groote meerderheid van stemmen
zich verklaard voor de tot hog toe door de Duit
sche regeering gevoerde buitenlandsche politiek,
welke ook aan het plan-Young heeft medegewerkt.
De Hugenbergers hebben dus het spel verloren.
Wat misschien de heeren. die in de partij van Hu-