De Jaarvergadering van de Provinciale Commissie Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier No. I DONDERDAG 2 JANUARI 1930 39è Jaargang Uitgave: Firma J. H. KEIZER. Redacteur I. H. KEIZER. Bureel Naordscharwoude. TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. NIEUWE LANGEDIJKER C0URM1 DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG DONDERDAG en ZATERDAG. Abonnmentsprij s per 3 maanden 1.15. ADVERTENTIEN Van 15 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent. Maandagmiddag 'half twee hield bovengenoem de Commissie hare jaarvergadering in het Land bouwhuis te Alkmaar. Opening. D'e voorzitter, de heer P. Slot, opent de ver gadering met de volgende rede: Mijne Heeren, Mocht ik onze vorige jaarvergadering openen met eene rede, welke in zeer opgewekte stemming was gesteld, thans is mij dat voorrecht helaas niet gegund. Was er ten vorige jare blijdschap over heel de linie in al de takken van onzen tuinbouw over de verkregen resultaten, thans beluisteren wij een geheel andere toon, en "ik mag niet nalaten in mijn openingswoord ook deze dingen naar voren te brengen. In verband met de behandeling van ons zeven de punt op de agenda en speciaal ter wille van den geaehten inleider, den héér v. Poeteren, zal ik ditmaal slechts, een kort woord zeggen, maar nog aangenamer zou het mij zijn,' indien ik in het geheel niets zou behoeven 'te zeggen. Immers valt er over het bijna afgeloopen jaar weinig te roe men. Weinig te roemen misschien bij den landbouw, maar inzonderheid weinig te roemen bij onzen tuinbouw. Zonderen wij de stookbedrïjven, de ver warmde. glasbedrij'ven uit, dan is er werkelijk reden om de financiëele resultaten van dit jaar bij den tuinbouw zeer slecht te noemen. Rauwelijks behoef ik eên o_psomming en uit eenzetting te geven over "de verschillende pro ducten, want eenzelfde lot treft bijna de geheele teelt, hoe onderscheiden' de producten ook zijn. Van de enkele producten die nog een gunstige uitzondering maken, mag zeker de aardbei wor den genoemd, .waarvan de prijs de minder gun stige oogst goed maakte; ook over de kasdruiven welke teelt in sommige streken van onze pro- mige streken van onze provincie nog al van be- teekenis wordt, valt niet te klagen. Overigens mag over het algemeen niet worden geklaagd over hetgeen er groeide, wel over de financieele opbrengst. Bijna alles was goedkoop, sommige producten zelfs zeer buitengewoon. Het wachten was, als het met eene niet ging, op het andere, als de- voorvrucht niet loonde zag men met belangstelling uit naar de tweede teelt, maar ook dat was tevergeefs; zeer juist werd het door een ouden baas getypeerd, toen hij zeide: „het is het jaar niet." De cijfers van onze veilingomzetten zullen over enkele dagen wel aantoonen dat er dit jaar slechte zaken zijn gedaan. En dat is zeer jammer. Het is van algemeene bekendheid dat er in ons vak hard wordt gewerkt. Indien niet onze tuinbouwer met noesten vlijt zijn vak beoefent, dan weet hij bijna vooruit dat hij er niet komt. Moge er de laatste jaren al eenige verbetering zijn gekomen op dit gebied, harde onvermoeide arbeid is de grondslag van ons bedrijf. En dan bij het einde van het jaar niet rond te kunnen komen ,dat is wel hard. Vroeger jaren ging dat nog iets beter; dan werden er bij al den harden arbeid, bij slechte tijden nog zooveel dingen ont zegd en werd dan nog zooals men dat uitdruk te „de tering naar de nering gezet", dat wou dan zooveel zeggen, dat men soms afstand deed van de meest gewone levensbehoeften om er toch maar te komen. Nu wil ik niet beweren dat er nu maar op los geleefd wordt, wie de tuinbouw kent zal mij wel dadelijk willen toegeven, dat daarvoor heel weinig gelegenheid is ook, maar toch is er in die alles-overtreffende zuinigheid welke men in tuinbouwkringen zichzelf vroeger wel oplegde, eenige verandering gekomen. En dat mogen we, naar ik meen toejuichen. Dat er als het eventjes kan iets ruimer geleefd wordt, kan ik niet betreuren. Dat onze nachtarbeid goeddeels is afgeschaft en voor.het meerendeel van het jaar onze tuinbouwers nu ook een. meer redelijken arbeidsdag hebben, wief zou zich daar over niet verheugen. We zijn over het algemeen niet gesteld op een werkdag door de Overheid bepaald, aangezien ons vak zich daarvoor niet leent. De eene dag kunnen we werken en de andere weer niet door weersomstandigheden of wat ook; licht te begrijpen is het dan ook dat we geen gelijk gesneden arbeidsdagen kunnen hebben; als we de tuinbouw voorgoed de grond in willen boren, dan moeten we zoöiets bevorde ren. Maar dat we op een meer redelijken arbeids dag natuurlijker wijze zijn gekomen, dat is zeer te waardeeren. Da uwordeu er verder in ons be drijf veel hoogere arbeidsloonen uitgekeerd, iets wat op zichzelf ook van harte is toe te juichen, i maar het moet toch Inaar uit het bedrijf komen j en verder zijn over het algemeen de bedrijfsbe- I noodigdheden ook geweldig verhoogd, wat alte- maal redenen zijn, waardoor een slecht jaar niet j zoo goed kan worden verdragen dan in vroegere I tijden. t 1 We genieten dan wel de eer dat onze zwarig heden onder de öogen worden gezien en besproken tot zelfs in 's lands raadszaal toe, maar ik acht. dat een twijfelachtige eer, ik ben ook in dit geval maar liefst «onbesproken, 't Lijkt mij ook nog niet zeer voor de hand liggend, dat vandaar uit veel verbetering zal worden gebracht. Wel geteld meende een bepaald overzichtschrij- ver van de Tweede Kamer,, dat bij de landbouwbe- groöting 14 doctoren waren toegesneld, om de j diagnose der ziekte vast te stellen, maar veel verwachting had genoemde heer van de resulta- ten niet, en ik ook niet. Naar ik meen, heb ik j vroeger al eens gezegd, dat in de verhalen van I „duizend en een nacht" het „Sesam open u", I slechts, had te weerklinken en de deur van de grot met goud en edelgesteente opende zich, maar zoo gaat het met de eventueéle verheffing van tuin- en landbouw niet. Dat wil niet zeggen, dat wij alles maar lijdzaam hebben aan fe zien en af te wachten. Integendeel mag deze toestand ons aansporen om met verhoogde energie ons vak te beoefenen en verder bezig te zijn om datgene uit den weg te ruimen wat belemmerend werkt en ook op te bouwen wat ons maar eenigszins ten goede kan komen. Als zoodanig hebben wij het op j>rijs te stellen dat onze arbeid ten bate van ons bedrijf, ten bate van den afzet van onze artikelen in de Tweede Kamer worden genoemd niet alleen, maar dat er oök werd aangedrongen bij onze Regee ring om ons daarbij te steunen en te helpen. Ge zult begrijpen, wat ik hierbij op het oog heb. Onze schetterende inzending op de tentoonstel ling te Keulen, werd door den heer Lovink niet alleen geprezen, ma,ar óok werd zeer terecht door hem betoogd, dat wij daarin een sterk bewijs leverden van onze innerlijke kracht, door zoo iets zelf te bekostigen, en dat hij er daarom bij den Minister te meer op aandrong om dergelijke zaken krachtig de behulpzame hand te bieden. Ik beu hierbij meteen gekomen op den arbeid onzer organisatie in het afgeloopen jaar. Met genoegen kan ik daarbij constateeren dat inzon derheid voor onze reclame niet alleen krachtig wordt gewerkt, maar dat wij daarmee ook succes hebben. Niet alleen ons uitkomen in Keulen is daarvan het bewijs maar de campagne in Rijn land en W.estfalen gevoerd, heeft zeer de aan dacht getrokken. Zieer zeker zal hiermede krach tig worden doorgezet. Ten opzichte van de voorbeeldbedrijven, moet ik voor wat de financieele uitkomsten betreft, dezelfde klaagtoon laten hooren als boven. Tengevolge der abnormale lage prijzen, zijn deze bedrijven een Schadepost, die naar wij hopen en vertrouwen voor het overgroote deel door de Provincie zullen worden gedekt. Ten opzichte van dc zaadteelt in Italië zijn we nu zoover dat van een bepaalde soort, de tussehensoort reuzenbloemkoolzaad, voldoende aan de kweekers kan worden verstrekt. Eiventueele op- of aanmerkingen hierover zal uw bestuur gaarne ter harte nemen. Allicht is verbetering nog aan te brengen; maar ik meen stellig, dat wij op den goeden weg zijn. Ik mag mij thans niet veroorlooven breeder op deze onderwerpen in te gaan. I De controle op den uitvoer van onze producten is in het afgeloopen jaar weer een stap verder gekomen. De uitvoerwet is tot stand gekomen en het ligt in de bedoeling der regeering voor die artikelen maatregelen te nemen, welke zich er eenigszins voor leenen en zulks in overleg mat de belanghebbende organisaties. Meer kan ik op 't oogenblik nog niet zeggen, piaar het lijkt mij toe, dat deze zaak zich in de goede richting beweegt.. Hoofdzaak zal voor onze tuinbouw zijn en blijven het aanbieden van een goed product, het welk in elk opzicht goed is verzorgd. Alle con currentie in het buitenland Tiunnen we dan het hoofd bieden en ook in dit voor onze Noordhol- landsche tuinbouw magere jaar is dit ons eenige gezichtspunt. Don moge er 'tegenslag zijn in ons bedrijf, hoe onaangenaam dat ook zij op zich zelf, reden tot ontmoediging geeft dat niet, we weten het reeds lang, ons bedrijf gaat op en neer. In afhanke lijkheid "van des Hoogsten Zegen gaan wij dus weer verder, doende wat onze hand vindt om te doen ter verbetering van ons bestaan. Ik heet al de heeren bestuursleden en afge vaardigden welkom in deze vergadering. Ook on ze gasten de heeren Valstar en Niemöller, voor zitter en secretaris van onzen landelijken bond, de heeren Hazeloop en Rietsema, Rijkstuinbouw- oonsulenten in onze Provincie, heet ik welkom in ons midden. We kunnen als steeds bogen op j een aangename samenwerking met hen. Ten slot- 1 te begroeten wij in ons midden den heer van Poeteren, het hoofd van den Plantenziekten- kundigen Dienst, die in deze vergadering het onderwerp „wratziekte in de aardappelen" zal behandelen. De hoop uitsprekende dat de arbeid ook van deze vergadering moge zijn in het belang van onzen tuinbouw en van ons veilingswezen, open ik deze vergadering. Notulen. Hierna worden de notulen der vorige verga dering van d.d. 19 Dcc. 1928 door den secretaris, den heer W. Balk, voorgelezen, welke onder dankzegging aan den samensteller, ongewijzigd worden goedgekeurd en vastgesteld. HET JAAPVER&LAG. (Tweede gedeelte). Niet minder belangrijk was de deelname aan de tentoonstelling te Utrecht, gehouden tijdens de opening van een nieuw veilingsgebouw aldaar, waar wij aan de duizenden bezoekers met een keurig verzorgden stand van speciaal Noord-Hol- landsche producten, hebben laten zien wat' Noord- Holland voortbrengt. Men heeft het zelf gezien, of in verschillende bladen, ook in de vakbladen, kunnen lezen, het succes aldaar met deze inzen ding bereikt. Hoewel voor ons van minder belang, hebben wij toch op de tentoonstelling te Medemblik getracht door middel van reclameplaten en het verspreiden van de receptenboekjes, het publiek tot meerder georuik van groenten en fruit aan te sporen. 1 Zooals bekend, strekt de steun van de Provini- cie zich ook verder uit, door de stichting van drie demonstratie-bedrijven en door de stookinrich tingen op de Proeftuinen te Alkmaar en te Hoorn Van deze laatste is het mogelijk plantenmateriaal te bekomen en voor de demonstratie-bedrijven èn voor particulieren, die zelf niet over eene dergelijke inrichting beschikken. De geldelijke resultaten van de demonstratie- bedrijven zijn jammer genoeg, niet gunstig ge weest. De eenigszins verlate cultuur, door te genspoed bij het bouwen der kassen, heeft daar op invloed gehad, maar in hoofdzaak zijn de minder goede geldelijke resultaten ook te wijten aan de te lage prijzen der tomaten. Voordien was de cultuur ook uit de onverwarmde kassen zeer bevredigend, zelfs heel goed te noemen. Door de in het algemeen zeer loonende teelt op Üen kou den grond, in warme landstreken» is die teelt daar geweldig uitgebreid en het is juist die productie welke gelijk met de onze uit onverwarmde kas sen, aan de markt komt. Hoewel' de bedrijven niet zijn gesticht uit een oogpunt van winst te maken, doch vooral om te. demonstreeren, hoe deze niteuwe culturen moeten worden beoefend, hebben deze bedrijven, als voorbeeld, zeer veel npt gesticht}, omdat zij door velen worden bezocht" om de be handeling der planten te leeren. Een andere belangrijke cultuuraa*gelegenheid, n.l. de teelt van reuzenbloemkoolzaad in Italië, heeft ook dit jaar weer teleurstelling gegeven. Van beide soorten, door ons genoemd, no. 5 en no. '12, in de cultuur bekend als kortbeen en tus sehensoort, was de hoeveelheid zaad voor den oogst van 1928, weer zeer gering. Dit viel te betreuren, omdat het product uit dit zaad ver kregen, zoowel wat betreft vaai no. 5 als die van no. 12, uitstekend genoemd kan worden. Door de geringe hoeveelheid hebben wij het bekomen zaad weer spaarzaam onder 'de verschil lende veilingen moeten verdeelen. Bij de opstelling van dit verslag is het moge lijk het resultaat van het Ie bekomen zaad voor het oogstjaar 1930 vrij juist te kennen en is het verblijdend te kunnen vermelden, dat, wat no. 12 betreft, een groote hoeveelheid zaad voor ons is geoogst, meer zelfs dan door ons werd verlangd. Jammer evenwel, dat van no. 5 de kortbeen, niet hetzelfde kan worden gezegd. Do zaadteelt van die soort heeft tengevolge van de strenge koude ook in Italië, zoodanig geleden, dat hiervan weer eene kleine hoeveelheid beschik baar is. Wat de Zilvernep betreft, zullen wij voor de teelt in 1930 eene hoeveelheid bekomen, die het nemen van proeven op groote schaal mogelijk maakt. v Met de soort Le Ccrf zijn wij met de proef, in Italië zaad .te telen, niet gelukkig, ook mede ten gevolge van de aldaar geheerseht hel? berifr''/'vide- Het onderzoek naar goede, betere soorten aard beien is nog in vollen gang en kunnen toog geen resultaten worden vermeld. Evenals vorige jaren is ten ojpzichte van an dere cultuur-vraagstukken, ons kantoor veel ge raadpleegd en met medewerking der Consulenten vaa konder dé oogen gezien en voorlichting ge geven. Een ander, zeer belangrijk vraagstuk, is ook geworden het voorkomen of bestrijden der wrat ziekte in de aardappelen. Het onderzoek op den proeftuin te Hoorn, n.l. het bekomen van wrat- ziektevrije soorten, i§ aldaar in' vollen gang. Men tracht aldaar door zaaiing nieuwe soorten te be komen, die, naast het bezitten van alle voor ons gewenschte eigenschappen die men aan een soort kan, neen moét stellen, ook onvatbaar-zijn voo*" wratziekte. Door hare belangrijkheid vermeld ik hierom ook nog eens de cijfers van de inventarisatie Stapelproductendoor eenige controle d? blijkt ons, dat de opgaven der voorraden o tijdstippen vrij nauwkeurig zijn opgegeven. Bij de eerste inventarisatie, evenals vo< gehouden op 15 December, waren aanwezig wagons roode kool, 2561i/a wagons gele 30751/2 wagons Dóensche witte 392 wag£ en 163 wagons peen, totaal 9817' wagons de wagons berekend^ a 10.000 Kg. 1- In 1927 waren op dat tijdstip aanwerk wagons product, zoodat in 1928 op di®£ datum 2763 wagons meer aanwezig war(j Op 15 Eebruari 19:29, de-ite inventariïn- hetzelfde seizoen, waren nog aanwez' wagons roode, 1525 wagons geel, 16a 'n Dcénsche witte, 161 wagons uien en ]eura peen, totaal 53351/2 wagons of verm 44811/2 wagons. Op 15 Eebruari 1928 bedroeg de t< raad 3366i/2 wagons, waaruit blijkt, da voorjaar op hetzelfde tijdstip, nog 1969 v produet meer aanwezig was. j Hoewel de voorraden ook afhangen van n. of mindere uitplant van dat product, kan even wel veilig worden gezegd, dat deze meerdere voorraad mede het gevolg" was van goeden oogst. Dat men zich over den redelijken afzet van die groote voorraden wel eenigszins bevreesd maakte voor lage prijzen, is begrijpelijk, maar evellals de laatste jaren, is ook nu Weer gebleken, dat de vraag naar ons product en de daarmede verband houdende te maken prijs, lang niet af hangt van de voorraden in ons land. Wij hangen met de meeste, zoo niet met alle producten, af van de vraag in het buitenland. Is daar de oogst en de economische toestand niet rooskleurig, dan bepaalt dat in hoofdzaak dén te maken prijs voor het onze. Wij hebben het gezien met onze vroege aardap- pele ndit jaar. De vraag en de prijs heeft zich geregeld naar andere omstandigheden; niet naar onzen voorraad, maar die bij anderen, hetzij bij die van onze afnemers, of bij die, welke op het zelfde tijdstip met hetzelfde product de markten van onze afnemers overvoeren. Ook dit jaar hebben de betalingen aan de vei lingen geen stoornis gegeven, tenminste van onzen inlichtingendienst is geen gebruik gemaakt. Wel werd onze tusschenkomst wel eens ingeroepen voor kleine geschillen, die als regel bevredigend konden worden opgelost. Van de zoo gevreesde ziekte in de aardappelen zijn wij gelukkig vrij gebleven. Het is van alge meene bekendheid, dat door het optreden der ziekte de handel, zoo niet wordt stopgezet, dan toch veel stoornis, afkeuringen en schade berok kent aan beide partijen, zoowel aan aanvoerders als aan koopers. Van beide kanten, zoowel van den Fxporteursbond als van ons Bestuur, is ge tracht eene regeling te treffan, welke al te groote schade aan beide partijen zou kunnen voorkomen. Het'stopzetten van alle veilingen, waarover in de jaarvergadering van het vorige jaar breed voerig is gesproken, leverde zooveel bezwaren op en scheen niet uitvoerbaar. Toen werd ten slot te besloten, dat, nadat de aangesloten veilingen dit onderwerp op hare jaarvergaderingen zouden behandelen, en dat dan daarna, indien de wen-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 1