POSTZEGELS EN BRIEFKAARTEN TEN BATE VAN HET MISDEELDE KIND. GEDURENDE DEZE MAAND TOT 9 JANUARI 1930. dchelijkheid hiervoor werd te kennen gegeven, in Mei eene buitengewone vergadering zou plaats hebben, speciaal ter behandeling van dat onder werp. i Nadat voor en na die vergadering verschillende bijeenkomsten met de Handelaren zijn gehouden, was men ten slotte overeengekomen een z.g.n. fonds te vormen, verkregen door heffing van een vastgesteld bedrag per wagon, waaruit de geleden schade, tengevolge van ziekte, aan den kooper gedeeltelijk zou kunnen worden vergoed. Toen evenwel de overeenkomst zou worden ge maakt, de regelen daarvoor zouden worden vast gesteld en vastgelegd, stuitte men op enkele bezwaren en wel zoo, dat van de fondsvorming niets is gekomen. .Wij willen hopen, dat door de tuinders zei ven, door het toepassen van bestrijding der zoo gevreesde ziekte, het optreden daarvan tot een minimum kan worden beperkt. Hoewel er voor uw bestuur steeds zeer veel belangrijke en gewichtige vraagstukken de aan dacht vragen hadden wij toch ook aangename tijdstippen mee te maken, zooals de opening van het nieuwe véilingsgebouw te Warmenhui zen, dat te Bussum, uitbreiding van gebouwen complexen bij anderen, enz. In dit jaar zijn gehouden een Algemeene Ver gadering, de Jaarvergadering, 7 Bestuursverga deringen en bovendien verschillende Commissie vergaderingen met verschillende belanghebben den. -r 1 ---Bestuur kwam geen verandering, omdal de aftredende leden, de heeren Di. Koolhaas, Th. Boogje en W. Gutker weer werden herkozen. Het getal aangesloten veilingen is dit jaar met eenvermeerderd, door het toetreden van de Exportveiling te Beverwijk, waardoor het aantal leden is gestegen tot 35, terwijl bovendien weldra de veiling te Hoofddorp, die j.l. weer is opge richt, als lid zal worden ingeschreven. De keuring van pootaardappelen is, in overleg met verschillende keuringscommissies, belangrijk uitgebreid, doch met den verkoop daarvan, zoo wel over als naast ons veilingsverband, gaat het niet rooskleurig. Evenals vorige malen, komt het mij ook nu weer gewenscht voor in dit verslag een overzicht te geven van den stand der Provinciale tuinders- oorschotten. Tot heden zijn totaal afgelost 309 orscno.tten, tot een bedrag van f 170895. wijl het bedrag der gedeeltelijke aflossingen 'raagt f44704.zoodat in totaal is afgelost bedrag van f 215599.—. Ten nadeele van de incie zijn geheel of gedeeltelijk afgelost 46 chotten tot een bedrag van f29260.waar de Provincie heeft betaald f 22799.681/0'. loopende zijn 239 voorschotten tot een be an f94455.77. el deze schuld aan de Provincie elk jaar jk minder wordt, zou, het ons zeker allen im verheugen, indien binnen korten tijd 1 worden afbetaald, want ook dan zal uinbo.uw in haar geheel' goed 'gaan. gewoonte wordt in ons verslag vermeld, kantoor is gevestigd in het „Landbouw- ■kplein te Alkmaar, kamer 10. •heen zijn de vastgestelde kantoordagen g en Zaterdag van T012 uur en van terwijl bovendien uw Secretaris ook dagen veel aanwezig is, doch voor bezoeken op andere dagen zal het .Lschelijk zijn dit vooraf aan te kondigen. 1 de telefoonnummers zijn hetzelfde geble- n.l. kantoor 208 en woonhuis 866. Aan het einde van dit verslag wil ik den vensch uitspreken, dat wij in de naaste toe komst minder zullen hebben te lijden/van allerlei belemmeringen bij den uitvoer en 'dat de gelde lijke belooning evenredig moge zijn aan. denwioes- ten ijver en vlijt, den Tuinbouwers in het alge meen eigen. De Secretaris der Prov. Commissie uit de''Veilingen in Noordholland. WILLEM BALK. Het verslag wordt hierna aldus vastgesteld. 1 Bindrekening van het Boekjaar 19281929. De balans op 30 Juni 1929 sluit in activa en passiva op een bedrag ad f36109.52; de exploi tatierekening op f 5977.13. Namens de P'rov. Commissie is de rekening nagezien door de heeren J. P. Nijssen, Th. Roos je en Jb. van Baarzen, namens de commissie uit de Veilingen door de heeren J. A. Woelders en W. Rustenburg en door den accountant van het Centraal Bureau, de heer W, G. Toma. De rekening is in volkomen orde bevonden. Door den heer Rustenburg wordt mondeling verslag uitgebracht en verklaart, mede namens de heer Wolders de rekening geheel aecoord te hebben bevonden. Spr. brengt ook namens den heer Woelders, den heer Balk hartelijk dank voor zijn accuraten arbeid en verzoekt de ver gadering door applaus hiermede in te stemmen, waaraan door alle aanwezigen gevolg wordt ge geven. De voorz. dankt de Commissie, inzonder den rapporteur voor hare werkzaamheden en stelt voor de rekening goed te keuren op de bovenver melde cijfers. In verband hiermede stelt de voorzitter aan de orde Vaststelling contributie 19291930. Het bestuur stelt voor de contributie te bepalen o|» J/40. pCt. van den omzet, met een minimum van f 10. De voorzitter deelt mede, dat het bestuur een verhooging van 1/50 op 1/40 pCt. te moeten voor stellen, 'mede ten gevolge der demonstratiebe- j drijven, welke verliezen hebben afgeworpen me de door de lage prijzen. Hiern#. worden de beide voorstellen aange- nomen. Voorts merkt de voorzitter op, dat de tevens-' gecontroleerd door den accountant van het Cen traal bureau, daar dé vereeniging, stèeds toene- mende in omvang, ook steeds meer besognes met zich medebrengt en een accountantscontrole zeer aan te bevelen is. Vaststelling der Begrooting voor 1929'30. De begrooting, sluitende in ontvangsten en uitgaven op een bedrag van f 6300, wordt hierna Bestuursverkiezing. Wegens periodiek aftreden van de leden: de heeren P. Slot en Jan Ootjers. De voorzitter deelt mede, dat aan den spreker van hedenmiddag verzocht is, spoedig aan het woord te mogen komen, met het oog op den tijd van vertrek. Spreker verleent hierop het woord aan ir. van Poeteren en zal de stemming intus- schen voortgang kunnen hebben. Als stemop- nemers worden aangewezen de heeren Burgman, Kliffen en Koolhaas. Inleiding. Over de aardappelwratziekte in verband met de circulaire van de Algem. Vereen, voor bloem bollencultuur, te houden door den heer ir. van Poeteren, hoofd van den Plantenziektenkundi- gen Dienst, te Wageningen. Spr. verklaart met genoegen de uitnoodiging om een «inleiding als bovenomschreven te hou den, met genoegen te hebben aangenomen, om dat de aanwezigen allen belang hebben bij dit onderwerp. Reeds in 1925 heeft spr. met de Vereen, voor Bloembollencultuur besprekingen gevoerd betreffende het nemen van maatregelen tegen de wratziekte welke niet alleen de aard appelen maar ook de bloembollen in casu de tul pen betreft. Voor verschillende landen bestaan het verbod van invoer van besmette aardappe len zelfs worden door Denemarken en Zweden nog verder gegaan en geldt dit verbod ook voor bloembollen en wordt den eiseh gesteld, dat deze producten niet mogen ingevoerd worden uit een besmei gebied, waarvoor zelfs een kring van 1 K.M. berekend wordt. De wratziekte is voor Iden handel dus van véél grooter invloed, als aanvankelijk werd vermoed. Een middel om deze ziekte te bestrijden is er niet, de ziekte zit niet in de aardappelen of de bollen, doch in den grond. Het geldt hier dus te voorkomen dat de grond wordt besmet. Vele malen komt het. voor, d§,t de ziekte er is, alvorens de kenteekenen zich openbaren, hetgeen dikwerf pas na een jaar is te constateeren. Om de ziekte te voorkomen, is maar eene mogelijk heid en wel die soorten te telen, die absoluut onvatbaar zijn. Zoo kan voor de Bravo, die het meest vatbare is, "de Bevelander geteeld worden, welke een jaar goede plaatsvervanger is. Ook de Zeeuwsche blauwe. Beentje en nog enkele an dere soorten, zijn er zeer vatbaar voor. Het Het grootste gevaar is gelegen in de late teelt. Iln de kleine perceelen, zooals die van spoorweg arbeiders,. welkelangs den spoorlijn zijn selegen, komt de ziekte veel meer voor als in de groote, omdat daarop ieder jaar hetzelfde voort wordt geteeld. Een verordening van gemeentewege zou hieraan een einde kunnen maken en "kuntnen de organisaties prachtige steun hieraan verleenen. door moreelen dwang enz. Nu wordt er wellicht gezegd, dat een ander soort, hetwelk minder vat baar is, ook minder opbrengt, echter zijn die soorten het meest wenschelijk. en wordt hier mede betrekkelijk een premie betaald om het gevaar af te koopen. De Bevelander is een zeer goede aardappel voor particulier gebruik en in dien voldoende pootgoed hiervan- aanwezig is, zal de bravo hierdoor meer en meer verdwij nen. Zelfs wordt van Rijkswege een toeslag voor dit pootgoed gegeven. Be vroege soorten ver- keeren in een minder gunstig geval, daar nog geen andere soorten hiervoor zijn en wordt nog steeds getracht deze te vinden. Uiterste voorzich tigheid is aanbevolen voor het lange laten staan van vroege soorten. Spr. hoopt, dat een ieder overtuigd zal zijn van het gevaar en dat door een ieder krachtig zal worden medegewerkt tot het weren van deze gevreesde ziekte. De voorzitter dankt den heer van Poeteren voor de behandeling van dit onderwerp hetwelk in Noord-Holland buitengewoon belang inboe zemt Spr. betreurt het echter, dat een dusdanig verzoek aangaande eene verordening tegen de ziekte van de vereeniging voor Bloembollencul tuur is uitgegaan, vooral nu ook de tulpenteelt in deze streek meer en meer wordt opgevoerd door de aardappelentelers. Inzonder betreurt spr. het feit, dat de organi satie in-deze niet is gekend. Niettegenstaande zal alles in fc-yt werk worden gesteld om de ziekte te weren.' "De heer Schoenmaker zegt, dat door den heer v. Poeteren deze zaak al reeds eenige jaren ge leden is besproken, waarvan de uitwerking niet is uitgebleven. Spr. stelt nu de vraag', wat of thans in eigen kring van Bloembollencultuur is gedaan. L De heer v. Poeteren acht het niet gewenscht deze vereeniging in het geding te brengen, doch te blijven bij het onderwerp en wel het mogelijke gevaar dezer ziekte voor Noordholland en die maatregelen te treffen om het vrij accuut ge vaar te ontloopen. De heer Schoenmaker zegt zich duidelijker te zullen uitdrukken door de vraag: „Wordt er iets gedaan voor de tulpen, die uil andere deelen van het land komen De heer v. Poeteren zegt, dat pootgoed uit andere streken zeker gevaar op kunnen leveren. Indien de ziekte op een of andere grond wordt geconstateerd, zorgt de Plantenziektenkundigen «ienst er wel voor, dat gëen vervoer plaats hdt, echter is dit een ander geval, waar het j jbetreft willekeurige gronden, zoo als-die van spoor "Beambten. In ieder geval is het percentage van besmette gronden zeer klein. Overbrenging der ziekte door tulpen acht spr. zeer gering, zulks is practisch wel mogelijk indien er nog grond aan de tulpenbol voorkomt, ofschoon die zeer weinig voorkomt. Met aardappelen is de kans 1 grooter, daar hieraan altijd veel meer grond zit. Dit onderwerp acht spr. belangrijk genoeg,, daar j door het pootgoed de besmetting kan worden overgebracht. De heer Valstar zegt dat het bestuur alreeds in 1925 een bedrag van f 1000 beschikbaar heeft i gesteld voor dengene, voor het vinden van een soort, welke het minst vatbaar is. Dit was al i voordat door den heer v. Poeteren met Bloem- bollencultuur besprekingen voerde. Het bestuur I heeft dus niet stil gezeten. In 1927 is gebleken j dat geen resultaat werd bereikt, ofschoon dit bedrag toch zeker niet te versmaden is. De op merking van den inleider dat het Rijk steun Verdient is niet geheel juist. Er wordt niet wat gedaan, maar jammerlijk genoeg, niet voldoende. Spreker is er van overtuigd, dat als op deze manier wordt voortgegaan en, zoo voortgesukkeld wordt, alles zal verzieken. Spr. maakt zich onge- ru st,dat over 5, 6 of 7 jaren alles besmet is, uitvoer zal dan niet meer mogelijk zijn, dat is de fatale geschiedenis. Het teelen van 'bravo's omvat 1/10 pCt. van hetgeen over Noordhol land geteeld wordt. Veel is dit dus niet. Vol gens den heer van Poeteren kan de ziekte al in Juli optreden, zulks geeft geen rust. Als men de kaart van Nederland beziet, waaróp de besmette gedeelten zijn aangeduid, dan stelt spr. de vraag of het niet mogelijk is hierin verbetering te brengen. Spr. vraagt de mogelijkheid de ziekte niet te constateeren, al is deze er niet, want de toestand is thans zoo, dat met een pet vol aard appelen heel Noordholland zieke aardapeplen heeft. De buitenlander moet niet langer in de kaart worden gespeeld. Moeten wij dan precies zeggen hoe het is? In Engeland en Buitschland heerscht. de ziekte in nog ergere mate dan hier te lande, van Z,weden en Denemarken meent spr. van niet. Het is wen schelijk dat er bedragen beschikbaar wordèn ge steld om de kaart te verbeteren. Als spr. een stukje grond had, waarop de ziekte voorkwam, zo uspr. hierover een betonnen plaat willen leg gen. Volgens de kaart van 1928 komt de ziekte niet voor in Zeeland, Friesland en de Noorde lijke punt van Noordholland, doch indien zoo wordt doorgegaan, zal alles ziek worden. Er moet dus wat gebeuren. Aan de venijnige hande ling van het buitenland moet een einde wor den gemaakt door krachtige samenwerking met den Plantenziektenkundigen Dienst. Ir. v. Poeteren zegt, dat de reden, dat geen, overle gis gepleegd met de organisatie, is, dat zeer voorzichtig gehandeld moét worden. Door omstandigheden, die zich toen voordeden, heeft Spr. zich in verbinding gesteld met Bloembol- lencultuur Het moest ook niet aan de groote klok worden gehangen. Ook moet rekening wor den gehouden dat er streken zijn die niet vat baar zijn voor het treffen van maatregelen. Wat betreft Zweden, zoo werd in 1913 op 3 perceelen de ziekte geconstateerd. Van het eene werd 'bosch gemaakt, van het tweede weer wat anders en het derde werd uit het oog verloren. In 1924 kon gezegd- worden, dat er geen wrat ziekte meer was. Plotseling openbaarde de ziek te zich over geheel Zuid-Zweden. Ook in Noor wegen is hetzelfde voorgekomen. In Zweden heeft men de zaak verkeerd bekeken, evenzoo in Bel gië. De kwestie is, dat de zaak heel rustig moet worden beschouwd. Een geweldig wratziektejaar in het buitenland zou ons beter in de kaart spelen, ofschoon dan ook hier te lande de ziekte hevig zo uzijn. Omtrent het niet bekend maken van een besmet perceél zijn groote bezwaren ver bonden, want als er dan iets uitlekt en de bom barst, dan barst die goed en krijgt heel Neder land de klap. Spr. wil de vraag van den. heer Valstar met een wedervraag beantwoorden. Als men een buitenlandsche regeering inlichtingen vraagt, welke verklaring zou dan een ieder af leggen. Spr. vraagt aan de vergadering: „Als menséhen wat zou dan uw antwoord zijn?" Ik weet voor mij wel wat ik zou verklaren, hoe uw antwoord is, kan' mij niets schelen, doch het geldt hier de betrouwbaarheid, welke in gevaar gebracht zou kunnen worden. De voorz. zegt uit het gesprokene van den heer Valstar niet te hebben begrepen dat er niet juist moet worden gehandeld. Allerminst zou zulks de bedoeling ook van spr. zijn. Wel heeft Spr. er uit opgemaakt, dat door krachtige sa menwerking veel bereikt kan worden. Het be stuur heeft gemeend, deze zaak als punt op de agenda te moeten plaatsen, daar het een bran dende kwestie geldt mede door de circulaire van )Bloembollencultuur aan de geme3entebesturen. Spr. zou gaarne 11a voorlichting de houding be palen voor de toekomst. In publiciteit ziet spr. wel eenig gevaar. Als organisatie is het wel zaak te trachten de bravo er uit te krijgen, hier mede zijn wij er nog niet, daar alle vroege soor ten vatbaar zijn. Met verordeningen zal niet veel worden bereikt. Er moet krachtig doorge gaan worden met steunverleening en in eigen kring sterk propageeren om al de vatbare soor ten uit 'te bannen, misschien zal 'later de hulp van het Rijk ingeroepen worden voor eene ver ordening, echter beteekent zulks dan een ingrij pen in het particulier initiatief. De heer Ootjers zegt dat de weg reeds doof den voorz. is aangewezen. Het wratziektevraag- stuk is ernstig. Het maken van verordeningen is een paskwil, want het ligt op 'den weg van de tuinbouworganisaties 'om te trachten met hulp ■van den Plantenziektenkundigen dienst de on vatbare soorten in te burgeren. Niet alleen de bravo is vatbaar, maar ook de Zeeuwsche Blauwe. W(at betreft de vroege soorTen zal alles in heti werk 'dienen te worden gesteld om die soorten I te vervangen. Indien de goede soorten zijn inge- voerd ,dan eerst zal eene verordening in te voe- j ren zijn. i De heer Valstar zou het buitengewoon toe- juichen als een ieder doet, wat hij kan. Spr. i zou ook op het gebied van eerlijkheid geen haar te kort willen schieten, maar op practische gron den met de Hollandsche soliditeit de ziekte tot het minste terug willen dringen. Be heer Hazeloop wil de illusie onmiddellijk wegnemen, dat de Plantenziektenkundigen 'dienst iets zou ontgaan. Getracht moet worden de eer ste verschijnselen zoover mogelijk van ons fa te houden. Een teeltverbod zou een 'te groote stagnatie in de bedrijven veroorzaken en ziet! spr. in eene verordening weinig heil. Echter moet getracht worden de onvatbar.e late soorten in te voeren, waaraan 'de tuinbouworganisaties veel kunnen bijdragen. Voor de particuliere teelt kan evenwel een veror dening in het leven worden geroepen. Reeds is er pootgoed van onvatbare soorten verkrijgbaar en kunnen dus de organisaties reeds dezen winter die soorten probeeren. De heer Hoeben zag gaarne tot uitvoering der plannen een comm. benoemd uit de cetrale comm., den Plantenziektenkundigen Dienst en de Algem. Vereen, van Bloembollencultuur, welke advies zal uitbrengen. De heer Mak zegt dat het veel zal afhangen hoe groot de kring om de besmette gedeelten door de buitenlandsche regeeringen getrokken worden. Ir van Poeteren adviseert niet al te tam, doch ook niet al te streng op te treden. Groote hoeveelhe den pootgoed der onvatbare soorten zullen moeten worden aangekocht en zal een ieder moeten ge waarschuwd worden dat na 1930 geen bravo's meer mogen worden geteeld. De voorz. acht de benoeming eener comm. niet gewenscht, daar de organisatie er toch is. Spr. heeft getracht een conclusie te trekken uit de besprekin gen, waaraan op aanwijzing van den heer Valstar een kleine aanvulling wordt toegevoegd. De conclu sie luidt als volgt: „De vergadering gehoord de behandeling van het ondrwerp der wratziekte in de aardappelen en ge hoord de besprekingen, welke daarop 2jjn gevolgd, besluit: de aardappelsoorten Bravo, Kampioen, en de Wet en eventueel nog minder voorkomende maar niet temin eevn vatbare soorten in teeltkringen te ver vangen door andere soorten; Het bestuur uit te noodigen stappen te doen om uit te zien naar middelen om onvatbare soorten beschikbaar te stellen; tenslotte te pogen deze drie soorten ook te helpen verwijderen bij particulieren buiten onze organi satie; verder krachtig te steunen de middelen, welke worden aangewend om onvatbare soorten te ver krijgen en tenslotte in samenwerking met den Plantenziektenkundigen Dienst al die middelen aan te wenden, die aan de bestrijding van de aardappel wratziekte dienstbaar kunnen zijn. Met algemeene stemmen wordt deze conclusie goedgekeurd. Hierna wordt de uitslag der stemming bekend gemaakt waaruit blijkt dat de beide aftredende heeren met algemeene stemmen zijn herkozen. Beide heeren nemen de herbenoeming aan. De heer Ootjers feliciteert de vereeniging met de herkiezing van den voorzitter en verheugt zich daarover, dat de heer Slot teruggekomen is op zijn besluit om af te treden. (Applaus. 1 De voorz. deelt mede voor den aandrang der medebestuursleden te zijn gezwicht efi hierdoor de benoeming alsnog voor 1 jaar te hebben aanvaard. De voorz. brengt hierna een onderwerp ter spra ke, hetwelk niet op de agenda is vermeld. Door het Uitvoer-Controle-Bureau en door Koophandel is de wenschelijkheid geuit een betere sorteering va nde aardappelen in te voeren. Eeveneens was hierop aangedrongen door den bond van exporteurs Door het bestuur is reeds in Juli een betrekkelijk vage circulaire aan de leden rondegzonden, waarin reeds gezegd werd, dat er iets gebeuren moet. Het Bestuur achtte de wintervergadering hiervoor het aangewezen tijdstip en stelt voor de maten voor de geelvleezige aardappelen te stellen als volgt: Drielingen 2836 m.m. Middelbare 3655 m.m. Grove vanaf 53 m.m. Voor de witvleezigen het minimum te bepalen op 40 m.m. Koophandel stelt voor: Drielingen 30—35 m.m. Middelbare 35—45 m.m. Grove vanaf 45 m.m. De Bond van Exporteurs wenscht de volgende maten: Geelvleezige aardappelen: Drielingen 3040 m.m. Middelbare 4055 m.m. Grove 55 m.m. en hooger. Witvleezige boven 45 m.m. De heer Wagenaar verdedigde het voorstel van Koophandel daar de maat 2836 naar beneden, voorgesteld door het bestuur voor pootgoed te klein is en zal er hierdoor te veel pootgoed komen en te weinig worden overgehouden voor export, terwijl er meer geld voor wordt gemaakt indien de soort grover is. Spr. meent daarom dat de maat 30 m.m. niet lager moet worden gesteld. De heer S. de Boer is van meening, dat de maten van Koophandel een zeer mooie sorteering vormen zoowel voor pootgoed, als voor consumptie als voor den export. Echter acht spr. het wenschelijk dat de maat voor drielingen in de maand Juni wordt ge steld op 2835 m.m. en in Juli op 3035 m.m. Na eenige discussie meent de voorz. dat het zeer moeilijk is om thans een beslissing te nemen en stelt voor het bestuur te machtigen in Mei of eer der een vergadering te beleggen met afgevaardig den van Koophandel en den bond van Exporteurs om overeenstemming te bereiken. Aldus wordt besloten. Rondvraag. De voorz. dankt de pers voor hare tegenwoordigheid De heer Schoenmaker dringt er op aan pogingen aan te wenden tot het verkrijgen van verlaagde spoorwegtarieven voor grove producten. De heer Rustenburg wijst er op, dat er nog lang niet overal het verplicht veilen wordt nagekomen. Spr. dringt aan op het nemen van strenge maat regelen. De voorz. zegt toe dit nog eens nader onder de oogen te zullen zien. De heer Sieuwerts vraagt naar de vooruitzichten van de vroege aardappelteelt. De voorz. zegt zich niet aan voorspellingen te wagen. De jaren 1927 en 1928 waren best en al was 1929 slecht, meent spr., dat er nog geen bezorgdheid behoefde te bestaan. Een der oorzaken moet gezocht worden in het gelijktijdig op de markt brengen van producten uit andere landen. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorz. de vergadering met een woord van dank voor de on dervonden medewerking.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 2