Stemmingsbeeld m< Groentenland Vandaag (Maandag) had ik het genoegen, eens een kijkje te nemen aan de veiling te ^armen huizen. 'tls daar al net als aan den Langendijk, wat de prijzen der producten, en de stemming van bouwers en kooplui betreft. In één woord, down 'tis wel ee: uitheemsch woord, doch 't heeft zachtjes aan burgerrecht, zelfs onder ons, dood-, gewone menschjes, gekregen. Wel meen ik, dat men daar meer gelaten den toestand, waaraan toch niets te doen is, aan vaardt, terwijl aan den Langendijk min of meer sympthomen zich voordoen van de mopperziekte. Heusch, 'k meen het, aan den anders zoo gemoede lijken 'Langendijk is men niet in z'n hum; van daag wordt er te Broek en te Ziuidscharwoude door de plaatselijke tuinbouwvereenigingen jaar vergadering gehouden, en 't zou me heelemaal niet verwonderen, als er ook daar klaagtonen werden gehoord. N(u Valt het hard, daar niet van, eiken dag opnieuw te moeten zien, dat de kool in kwaliteit ondanks veel werken, achteruit gaat en voor 't product geen noemenswaardige vraag aanwe zig is. Maar ik had het over W,armenhuizen, waar ik getuige was van het volgende geval. Ook daar is de laatste dagen nog al wat kool gepakt (hoofdzakelijk Deensche witten) voor Overzee, zal ik maar zeggen. Aan een der nieuw gebouwde pakhuizen werd een motorschuit van de firma C. van Schoorl en Zoon geladen, een van die groote schuiten, aan den Langendijk zeer goed bekend. De lading bestond uit 600 manden, 'n peuleschil voor z'n schuit. De transportarbeiders zeiden al, toen de schuit afgeladen was:: ,,Als 't nu maar gaaf', daarbij doelend op het ondiepe vaarwater. Ze hadden goed.gezien, want het werd tobben. Alle man kwam er aan te pas, om de heelemaal niet diepliggende motorschuit van denwal te krijgen; men duwde met kloeten, maar dat hielp geen zier; toen trokken een man of tien aan touwen ,en zoowaar, met behulp van'de op volle kracht, draaiende motor bleek het mogelijk van wal te komen. Doch midden in de vaarsloot bleek er weer een. ondiepte aanwezig, 't vaartuig zat er zoo vast als een muur. Juist kwam er een' kleine met kool beladen motorboot en deze deed nog even een poging, de vastzittende schuit los te krijgen. 'tGaf geen zier. Natuurlijk had 't getob al heel wat tijd gevorderd, een artikel, waarvan schippers altijd een tekort hebben. Daarop werd een deel afgeladen in een vlet; toen werd weer een poging gewaagd en met een hoeraatje, van 10 man aan de lijn en onder het doffe poef-poef van den zwaren motor, schoot de boot los. Nog een lastige hindernis moest wor den gepasseerd; de brug, doch dank zij de kracht dadige hulp werd de brug-moeilijkheid overwon nen; voorbij de brug werd de vlet weer ontladen en eindelijk kon de van ongeduld popelende schip per zijn reis naar Rotterdam aanvaarden. Of hij vóór Schoorldam nog meer hinder heeft onder vonden, is mij onbekend. Warmenhuizers ver klaarden me, dat het zeer wel mogelijk was, dat de schipper nóg eens aan den grond zou komen te zitten, voor hij 't Kanaal zou hebben bereikt. Natuurlijk ben ik op kondschap uitgegaan. Wie zoo iets ziet, vraagt zich af, wat voor toe standen ^"ijn dat hier! Edoch, de menschen daar te Warmenhuizen zijn van de onhoudbaarheid dier toestanden terdege overtuigd. Er is kort ge- ledefn zelfs een baggermolen aan 't werk ge weest ongeveer f 3000 is al bestemd, om de vaar geul te verdiepen. Eendrachtig werkten Gemeente-, Polder- en Veilingsbestuur samen. Ook is door het veilings- bestuur al gewezen op "het feit, dat de uitdieping niet voldoende is geweest en moet "naar ik vernam het Gemeentebestuur reeds aan 't werk zijn, om verandering te krijgen, 'tls daar een zeer vasten ondergrond, de baggermachine kon er moeilijk werken. De schippers mogen foeteren, ik kan hen ech ter de verzekering geven, dat de bij 't geval be trokken besturen, om 't netjes officiéél te zeggen, diligent zijn. 'tKomt daar wel in orde, let maar eens op. Vandaag sprak ik een jongen bouwer, die de eerste koortsrillingen, voorboden van de „mop peraria-ziekte, danig onder de leden had. H'm, zei de anders bovenst-beste kerel, h'm, 't gaat niet goed met het U.C|.R.. Zoo zeg ik wat scheelt daar nu aan? "Wel, 't gaat den verkeerden kant uit, men wordt te precies, het product moet te scherp gesorteerd, te mooi geplaatst worden. Al kan je nu nog niet zeggen, dat de eisch'en overtollig zwaar zijn, toch heb ik zoo'n onbehagelijk vrees- gevoel over me. dat het al krapper wordt. Hoe is het met de uien gegaan vorig jaar Zoo" heb ik geantwoord heb je zoo'n angstgevoel. i 1 Zou het niet een zegen zijn, als Amerika wéér, als in '28 om uien kwam en zeg* 4 a f5' per 100 Kg. betaalde, laat nog staan per baal, wat nog beter was. Weet ge dan nog niet, dat we alléén door scherp op kwaliteit te sorteeren, nog eem kleine kans behouden, om in dat land nog iets af te zetten Doen we het niet, dan is het gevaar groot, zeer groot, dat de deur op plot gaat: En dan is Leiden in last. Ik -weet. het wel, dat de uien spotgoedkoop zijn. Edoch, van den Langendijk wordt er nog voor Overzee geladen, daar komt nog iets, zij het weinig, voor 't artikel terecht. Uit andere plaatsen is het artikel voor dat doel niet te ge bruiken. Weet men dat wel? Vraag het anders onzen exporteurs maar eens. Nieuwstijdingen ARRESTANT UIT DEN TREIN GESPRONGEN. Een 24-Jarige man, die op verzoek van den com missaris van politie van Bergen op Zoom te Ut recht was gearresteerd en werd overgebracht, zag Vrijdagmiddag kans even voor den Wouwschen over weg uit den trein tespringen. Hoewel hij zich daarbij nogal verwondde ging hij op de vlucht ir^ de richting van de Zanderijen. Zijn begeleider en eenige politiemannen gingen na aankomst van den trein te Bergen op Zoom hem direct achterna en reeds na een uurtje zat de overmoedige vluchteling weer veilig opgeborgen. 'T NIEUWE BANKBILJET VAN VIJFTIG GULDEN De directie van de Nederlandsche Bank brengt binnenkort een nieuw bankbiljet ter waarde van t' 50 in circulatie, waarvoor het ontwerp vervaardigd werd door den heer Jongert. Het ontwerpen van een bankbiljet is een taak, waarbij de eisch van moeilijke namaakbaarheid den ontwerper beperkt in zijn vrijheid. Alle hulpmidde len, die den driikker van het biljet ter beschikking staan, moeten door hem in het oog worden gehou den, naarmate de kennis van de beveiligingstech niek dezen dwingt voorschriften te geven. Boven dien stelt ook de Bank zelve nog eiscnen. Dienten gevolge heeft de ontwerper niet alleen rekening te houden met het formaat, papiersoort, de eigen schappen van het watermerk, tekstverdeeling, kiem en zoo meer, maar ook met de eigenschappen der toe te passen graphische methode. Van welke Beschouwingen de ontwerper bij de volvoering van zijn opdracht is uitgegaan vernemen wij uit een op verzoek der firma jon. Enschedé en Zonen, die het biljet drukte, ons toegezonden schrij ven: Het bankbiljet stelt eigenaardige problemen: het moet eenvoudig zjjn om vlug en blijvend in de ge dachte in te dringen; het moet tenminste één beeld bevatten, dat suggestief werkt op den beschouwer. Dit doordringende beeld moet zoo mogelijk bij aan dachtige bestudeering aan den beschouwer iets ver tellen. Geld is even vluchtig als machtig in onze samenleving. De machtsverhoudingen van heden worden door het geld uitgedrukt. Tot den bezitter van veel of weinig moet het sepreken van wijsheid, scherpzinnigheid en ingetogenheid. Het ontwerp van dit nieuwe biljet van vijftig gul den is zoo eenvoudig mogelijk gecomponeerd met den strikt noodzakelijken tekst en deze zoo dui delijk mogelijk en met het geëischte beeld. Het beeid, een kop, is zoo geteekend, dat het rhyt me van het biljet (een eisen van dezen tijd) ook in den kop doorgaat. De maatverhoudingen van let ters en ledige vakken gaan over den kop door. De beeltenis stelt voor: de wijsheid, gehelmd, dus strijd baar, zooals de Ouden haar voorstelden en op den helm de twee deugden: scherpzinnigheid (de uil) en ingetogenheid (het paardetoom.) De trekken van het beeld zijn onpersoonlijk (de Wijsheid is een ideaal.) De oogen zijn indringend, zoodat hun blik vlug bijblijft; zij liggen boven het midden van het biljet, waardoor beschadiging bij het vouwen is uitgesloten. De fond, waarop dit alles is geplaatst, vertoont een prettige bewogenheid; deze is in alle biljetten onveranderlijk en sluit daardoor een gemakkelijken namaak uit. Als onderwerp hiervoor zijn de waar decijfers 50 en de initialen van de Nederlandsche Bank (N. B.) gebruikt, door een eenvoudig motief afgewisseld. Het evenwicht van kop en opschrift over het geheele oppervlak van het biljet wordt gevonden door een onbewerkten cirkel voor het watermerk en eenige dunne lijnen, welke tevens de handtee- keningen van president en secretaris in een harmo nisch verband zullen vasthouden. Een simpele lijn grond in twee richtingen er onder maakt de kleur tot een waarlijk schoone harmonie. De uitvoering in plaatdruk maakt het biljet tot een zeer bijzonder drukwerk. Op de achterzijde gaat het rythme van den voor kant door, opgebouwd met dat, wat op een bank biljet geplaatst moet worden. Een groote plaats is hier ingeruimd aan de rozet, waarin het hoogste bereikt wordt in het registeren, een zaak van groote zorg en alleen mogelijk op de meest geperfection- neerde machines. De gebroken kleuren in het bil jet zijn noodig tegen fotografischen namaak. Het nieuwe biljet hoewel niet overrompelend door genialiteit van conceptie, ziet er inderdaad eenvou dig en smaakvol uit. De symbolische details in den helm van dend kop komen niet geheel tot hun recht in de uitvoering en zijn ook, in verband met het geheel, niet dadelijk verstaanbaar. Tekstverdeeling en kleur maken een goeden har- monischen indruk. (Algemeen Handelsblad.) EEN OPLICHTER. De pseudo-dokter, die dezer dagen ook elders aan het werk is geweest met gratis auto-tochten, heeft ook Arnhem met een bezoek vereerd meldt de „N. A. Crt." De man, die in Bussum woonachtig is, was Donderdag voorm. naar Hilversum teruggewandeld waar hij zich bij een garagehouder voorstelde als de heer B. uit Naarden. Daar dit een goedklinkende naam is, was de garagehouder beleefd en nam aan meneer naar Arnhem te laten brengen waar hij een paar dames moet afhalen, die naar Naarden moes ten. Des middags tegen twee uur reed de heer weg en bij den eersten tol bemerkte de chauffeur, dat de heer geen kleingeld bij zich had, want hij vroeg den tolbaas om een bankbiljet van drie honderd gulden kon wisselen, wat deze nipt kon, waarom mocht worden doorgereden, daar de tolbaas den chauffeur wel kende. Bij een volgende tol hetzelfde en toen ging het door naar Arnhem het doel der reis. Toen de chauf feur met zijn passagier op het Willemsplein aldaar was gekomen, gaf deze hem last even langs het po litiebureau te rijden want hij moest daar ook nog zijn. Zoo gezegd, zoo gedaan, op de Bovenbeekstr. stapte de heer uit, liep naar binnen als een goede bekende regelrecht naar boven, naar de recherche waar hij mededeelde zich aan oplichting te hebben schuldig gemaakt. Hij was voor de recherche geen onbekende, want hij werd vroeger hier al eens aan gehouden zoodat meneer geheel thuis was. Toen men den chauffeur een en ander mededeelde, zette deze groote oogen op en deed aangifte van oplich ting, terwijl hij aanbood zijn passagier dadelijk weer naar Hilversum te brengen. Nadat proces verbaal was opgemaakt ging de heer andermaal in de auto, doch thans onder geleide van een recher cheur die hem voor den Commissaris van politie te Hilversum zou brengen. Plaatselijk Nieuws OUDKARSPEL. Het aantal ingeschrevenen voor den dienst plicht dichting 1931, bedraagt 15. Van dit aan tal hebben 6 ingeschrevenen vrijstelling wegens broederdienst aangevraagd. BE ONDERLINGE KOLFWEUSTRIJD. Er is stellig geen streek in ons land*®waar het oud-Hollandsche kolfspel me"t zooveel ambi tie en animo wordt gespeeld dan hier, aan de Langedijk. De kolfsocieteiten van Oudkarspel, Noordschar- woude en Zuidscharwoude, verdeeld in A. en B.- klassen, hebben 't weer eens tegenover elkander opgenomen. In vreedzamen kamp gaat het hier -■eer om het meesterschap, voor welken wedstrijd de beste kolvers in beide klassen zijn gekozen. De uitslag van de verschillende ontmoetingen vindt men hieronder vermeld, waarbij wij doen opmerken, dat nog enkele slagen mdeten worden gespeeld voor de einduitslag bekend zal zijn. Fr wordt gekolfd in alle "kolfbanen nl. bij de heeren C. Vis, Jac. Bakker, L. Hop, (Concordia), P. Kramer en J. Reijper. „ONDER VRIENDEN": J. Schrieken 122 114 113 100 449 A. Eecen 136 116 143 153 548 O. Bakker 128 62 122 115 427 N. Quant 148 128 120 116 512 K. Kroon 116 94 108 318 Jac. Strijbis 113 109 111 72 405 763 623 7ir 556 =2659 „VRIENDENKRING" C. Langedijk 166 138 134 161 599 T. Pranger 131 134 130 146 541 G. Hop 159 109 123 107 498 P. Langedijk 121 124 135 124 504 C. Pranger 134 132 122 144 532 T. Kostelijk 125 117 121 94 457 836 754 765 776 =3131 „OP MAAT": li9 P. Molenaar 145 157 136 567 A. Berkhout 138 107 103 140 488 J. J. Reijne 128 97 118 117 460 K. de Boer 127 120 131 134 512 P. Glas 107 107 85 118 417 J. Zijp 70 112 129 129 440 715 672 723 774 =2884 „VOLHARDING": C. Vlug 141 125 124 140 530 P. Gelder 123 115 113 114 465 Jb. Gelder 136 92 118 97 443 P. F. Kat 135 112 125 98 470 S. Ton 82 83 133 129 427 J. Deutekom 105 91 111 123 430 722 618 724 701 =2765 „ONS GENOEGEN": C. Balder 113 90 117 99 419 F. Muileboom 103 123 125 118 469 Jb. Hopman 101 51 133 111 406 A. Moeijes 128 94 113 117 452 W. Kostelijk 111 87 157 134 489 P. Jes 113 112 109 126 460 669 557 754 705 =2685 „GEZELLIG SAMENZIJN" W. Kraakman 149 119 132 116 516 G. Mettes 147 134 152 136 569 D. de Lange 99 100 114 115 428- Jb. Zijp 73 118 112 121 424 Jn. Zijp 104 103 133 141 481 P. Beers 112 97 95 133 437 „VOLHARDING": C. Plakman F. Moeijes D. Plakman K. Kat C. Blokker L. Stokman „ONS GENOEGEN": D. Bakker Jn. Hink W. Bakker F. Blauw Sj. Maakal C. Olthoff 671 738 762 =2855 129 95 140 364 83 91 147 321 132 114 108 354 158 99 127 384 132 81 112 325 154 110 140 404 788 590 774 =2152 144 141 145 430 114 122 134 370 140 102 157 399 188 104 144= 436 147 117 155 419 76 121 111 308 809 707 846 =2362 „VRIENDENKRING": L. Dekker 198 127 165 490 J. Bakker 142 129 170 441 G. Deutekom 138 140 146 424 S. Timmerman 142 168 153 463 C. Kuiper 146 136 135 417 K. Langedijk 153 161 161 475 919 861 930 =2710 „OP MAAT": M. Vlug 180 141 191 512 P. Goet 167 186 133 486 A. Boon 137 114 185 436 P. van der Welle 146 96 145 387 C. Berkhout 177 160 166 503 P. Langedijk 158 130 123 411 965 827 943 =2735 „GEZELLIG SAMENZIJN": W. Kuin 158 132 129 419 Jac. de Wijs 182 141 145 468 P. Bruin 153 112 139 404 J. Bruin 150 152 153 455 Th. Vrolink 120 160 143 423 Jb. Kraakman 112 75 150 337 875 772 859 =2506 OUDKARSPEL. Zaterdag j.l. herdacht onze oudste ingezetene, Aafje Rol, Wed. Maakal, haar 92sten geboorte dag. De jarige, die vanaf de opening van het Tehuis voor Ouden van dagen aldaar wordt ver zorgd heeft deze dag in het genot eener goede gezondheid gevierd. Buiten haar familie kwa men vele belangstellenden haar de hand druk ken onder wie de burgemeester en echtgenoote. Hoewel haar gezondheid niets te wenschen over laat, kan zij niet meer loopen, doch haar gezicht en geestvermogens zijn uitstekend. D|e kranten leest zij dan ook eiken dag met graagte. In ons gesprek met de jarige gaf zij haar blijdschap te kennen over de belangstelling, welke haar ten deel viel en raakte zij niet uitgepraat over de uitstekende verzorging welke zij van moeder en vader Bruin geniet. OUDKARSPEL. Blijkens mededeeling van den Minister van Defensie zal het jaarlijksch onderzoek van de gewone dienstplichtigen der landmacht van de lichtingen 1918 en 1921, behoudens onvoorziene omstandigheden, in Juni as. plaats hebben. OUDIKARSPEL. Op 31 Maart 1930 zullen 3 dienstplichtigen) uit deze gemeente voor herhalingsoefeningen on-' der de wapenen moeten komen t. w. P. Kramer, W. P. Qua,x en D. Wagenaar, alle behoorende tot de lichting 1924. NOORDiSCIHAR WOUDiE. De Anti-Rev. K iesvereeniging hield gister avond haar jaarvergadering in de consistorie der Géref. kerk. Na opening door den Voorzitter, lezing der notulen. Daarna Jaarverslag van den Secretaris-Penningmeester. Hierna bestuursverkiezing, aftredend was de heer P. Slot. Daar deze echter nog maar een jaar-zit, wordt hij bij acclamatie herkozen. Daarna inleiding van den heer v. d. Ploeg over .Sociale verhoudingen". Op dit onderwerp volgt een breedvoerige discussie. Dte rondvraag levert niets op. Na dankgebed van den heer H. Reek', sluit de Voorzitter deze flink bezochte vergadering. Kinderverlamming Men spreekt van de besmettelijke kinderver lamming als van een nieuwe ziekte. Maar ze heeft ook vroeger meermalen het hoofd, we mo gen wel zeggen ,haar giftigen kop opgestoken en haar slachtoffers gemaakt. Vroeger kende of her kende men ziektegevallen niet zoo goed als te genwoordig; de bacteriologie is een der nieuwere wetenschappen en ook 'haar leer ove rbesmetting en bescherming er tegen. Ook 'had men niet de officieele opgaven va nziektegevallen in verschil lende landen, waardoor men thans den gang eener ziekte kan nagaan. Men kent nog niet aard en wijze van besmetting en de medische wetenschap staat nog vrij machteloos tegenover deze gevaar lijke ziekte. Zij kan alleen zoo goed mogelijk te gen het besmettingsgevaar waarschuwen 'en be schermen en de gevolgen der ziekte ,de verlam ming herstellen. De ziekte' komt vooral, maar niet uitsluitend onder kinderen voor. Men heeft eenige jaren geleden een ernstige epidemie in Japan gehad, waardoor ook vele volwassenen werden getrof fen en ook op IJsland heeft de ziekte heel wat angst en lijden veroorzaakt. In ons land komen i^u en dan eens enkele gevallen voor, in 1929.' zelfs vrij velen. De ziekte verspreidt zich grillig as een bliksemstraal. Men heeft verscheidene gevallen in de Zuidelijke provincie gehad maar ook in de provincie Groningen. Na ee nkoortsaanval openbaren zich de ver lammingsverschijnselen, vaak van ernstigen aard. Blijvende verlamming is dikwijls het gevolg er van .Te begrijpen is de vrees voor deze noodlot tige en geheimzinnige ziekte. Ein de medische wetenschap zal de menschheid een grooten dienst bewijzen, als zij de ziekte en haar sluipgangen heeft leeren kennen en daarna ons ook de mid delen weet te geven, om ons zoo goed mogelijk tegen haar te verdedigen. Meer nog dan ons land is België in het afge- loopen jaar door de zieekte geteisterd. Men heeft officieel het optreden der ziekte vrijwel ver zwegen of zelfs geloochend. Maar thans wordt de werkelijk onrustbarende uitbreiding ervan er kend. Volgens dr. Laruelle is de ziekte uit Ne derland de provincie Antwerpen binnen geko men ,waar in April het eerste geval werd medege deeld. De ziekte zette daarna haar weg dwars door België voort en komt thans ook in Noord Frankrijk voor. In België zijn, volgens dr. La ruelle 500 personen, grootendeels kinderen, door de ziekte getroffen. Ongeveer 5060 stierven. Twee derden bleven verder in mindere of meer dere mate verlamd. Waarschijnlijk zullen er 150 van hen ook wel later verlamd blijven. Zij zullen late rniet kunnen werken, althans niet voldoen de, om in hun onder hord te voorzien. Dat zal den staat in totaal 48 millioen francs kosten. Nog zulk een epidemie, verzekert dr. Laruelle, zou de staatsfinanciën in de war kunnen brengen. Dat. is echter niet het ergste. Wat een leed in een gezin ,als een kind niet oneer goed loopen kan of niet goed zijn handen gebruiken: eens sterk .lichamelijk minderwaardig is geworden. Het moet bij normale kinderen ten 'achter staan en de ouders maken zich terecht bezorgd over zijn toekomst. De som van al dit leed kan men niet in cijfers en francs uitdrukken. Dt. Lauruelle wil met ons/ land en andere lan den ,waar deze kinderverlamming voorkomt, een internationale actie organiseeren, om het gevaar te voorkomen of gezamenlijk te keeren.. Ondertusschen staan wij er machteloos tegen over. Me nkent immers met zekerheid den weg der besmetting niet. In elk geval kan men zijn kinderen verwijderd houden van gezinnen, waar de ziekte voorkomt, als dit in naaste omgeving het geval is. En verder is een van de beste mid delen tegen elke besmetting reinheid en nog eens reinheid op kleeding en vooral ook op lichaam. Water is een der eerste levensbehoeften, maar water voor uitwendig gebruik is een der beste wapenen vooral tegen besmettelijke ziekten. Het moest Voor kinderen een stalen wet zijn, de han den te wasschen, als zij thuis komen en zeker voordat zij eten gaan. Er is voortdurend een' leger van kleine, onzichtbare vijanden, die de plooien vari de huid als loopgraaf gebruiken en die we door water het best kunnen verdrijven. Ondertusschen moeten wij wachten en hopen, dat de wetenschap spoedig een sterk schild vindt, om ons tegen dezen gedüchten vijand onzer kin deren te beschermen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 6