Nouveauté's
AGENDA
Nieuwstijdingen
„DE MAN DOOR WIEN DE OORLOG
BEGON."
Zooals te begrijpen is valt er nog al wat ontstem
ming en verontwaardiging te constateeren bij het
vernemen van het bericht uit Belgrado, volgens het
welk op de plek aan de Miljaska-kade te Serajewo
waar op 28 Juni 1914 aartshertog Frans Ferdinand
en zijn gemalin werden vermoord op 2 Februari a.s.
een standbeeld zal worden onthuld voor den moor
denaar Gavrilo Princip.
Toen Serajewo Joegoslavisch werd lieten de nieu
we autoriteiten het monument ter plaatse dat voor
den aartshertog en zijn vrouw was opgericht afbre
ken en brachten een gedenkplaat voor Princip aan,
die later evenwel bedekt werd. Het stoffelijk over
schot van Princip (die tijdens den oorlog in een
©ostenrijksche militaire strafgevangenis stierf)
werd in vredestijd door de Serviërs naar Serajewo
gebracht waar de nationalistische bonden het elk
jaar eer komen bewijzen zonder dat echter daar
af de officieele macht deelneemt.
Thans wordt echter aangekondigd dat de ont
hulling van het monument voor den man door wien
de oorlog begon zal worden bijgewoond door alle
plaatselijke patriottische vereenigingen en dat er
groote toebereidselen worden getroffen. Het „Neue
Wiener Tageblatt" wijst op het onbevredigende
van zulke vertooningen en legt er nadruk op, hoe
gemakkelijk de idee in radicale jeugdige hoofden
kan postvatten, dat een „bevrijdingsdaad a la Prin
cip' een fraai ding zou zijn om ook tegenwoordig
uit te halen.
DE GESTOLEN LEGIMITATIEPAPIEREN.
Een geraffineerd brutale diefstal.
Uit Weesp wordt bemeld:
In verband met de zaak der gestolen legitimatie
papieren waarvan de thans te Middelburg gevangen
gehouden W. verdacht wordt, hebben wij een bezoek
gebracht aan den rechtmatigen eigenaar dier papie
ren, den heer J. C. W. V., die tegenwoordig te den
Haag woont, teneinde van hem te vernemen, op wel
ke wijze hij destijds zijn papieren kwijt raakte.
Uit het verhaal dat de heer V. ons deed blijkt
wel, op welk een geraffineerd brutale wijze de pa
pieren, welke door de politie op W. gevonden wer
den, reeds in het jaar 1923 aan den heer V. waren
ontvreemd.
Wij laten thans genoemden heer V. even aan het
woord:
„Den 14en Januari 1923 vertrok ik van Haarlem
naar Antwerpen en was toen in het bezit van een
zg. wereldpas. Zaterdag 20 Januari d.a.v. bevond ik
mij in het café „het Zwaantje" te Hoboken (Ant
werpen.) Terwijl ik daar een glas wijn dronk kwam
o.a. de nu gearresteerde W. binnen, die, toen hij
hoorde, dat ik een Hollander was, mij een glas wijn
offreerde. Ik zeide, dat hij dat ook wel van mij kon
krijgen. Wij dronken toen samen een glas wijn en
toen hij .hoorde dat ik in België een betrekking
zocht, zei hij, voor mij iets goeds te Mechelen te
weten, doch dan moest ik des avonds nog daar
heen gaan, waartoe ik mij dadelijk bereid ver
klaarde.
„Ongeveer kwart voor vijf ontmoetten W. en ik
elkaar weer in dat café en toen zeide hij mij aan
zijn vrouw te willén voorstellen, die zich niet ver
af bevond. Wij gingen naar buiten en troffen in
derdaad voor het perceel Kerkstraat 61 een vrouw
aan, blootshoofds met een omslagdoek om den hals.
De man stelde mij deze vrouw voor als zijn echtge-
noote. Later is mij gebleken dat dit onwaar was,
daar W.'s vrouw en 4 kinderen te Dordrecht woon
den.
„W. stélde toen voor, dat wij gezamenlijk voor
zijn rekening nog een glas wijn zouden drinken,
dan zou hij mij tegelijkertijd nauwkeurig vertellen
waarik in Mechelen wezen moest.
„Terwijl wij in dit café plaats namen gingen W. en
de vrouw zoo zitten maar dit is mij later pas dui
delijk geworden dat zij zich gemakkelijk kon
verwijderen zonder door mij gehinderd te worden.
Toen de glazen wijn voor ons stonden, welke door
W. besteld waren, voedge hij de vrouw toe: ..Deze
meneer is ook Hollander en hij heeft een nieuw srt.
paspoort. Daarop zich tot mij wendende vroeg hij
Mag ik het haar even laten zien?"
„Ik had geen kwaad vermoeden aldus vertelde
de heer V. verder en stelde het den man ter
hand, die het dadelijk aan de vrouw ter hand stel
de. Maar vlugger dan ik het u vertellen kan, waren
beiden opgestaan en zonder een woord te spreken
naar de deur gesneld. Onmiddellijk begreep ik in
een val geloopen te zijn. Ik sprong op en wilde den
dief van mijn pas achterna doch op hetzelfde oo-
genblik werd ik vastgegrepen door de caféhoudster,
daar W den wijn besteld had maar nog niet betaald
Nu liet men mij niet heengaan voor ik het bestelde
verrekend had en ik behoef u wel niet te zeggen
dat, toen ik op straat kwam, W. en de vrouw ner
gens meer te zien waren.
„Ik heb politie in den arm genomen, die zich
eerst nog in het café moest komen overtuigen, of
alles zich had toegedragen, zooals ik verteld had.
Gelukkig waren er verschillende bezoekers, die ge
tuigden, op welke wijze een en ander zich had af
gespeeld. Daarna heb ik er nooit meer iets van
gehoord, totdat ik het bericht van W.'s confrontee
ring met mijn broer in Weesp in de courant las, en
begreep dat men den deugniet eindelijk te pakken
had.
„Waarom was die W. zoo op uw paspoort gesteld,
denkt u?" wilden wij nog gaarne weten, waarop de
heer V. ons antwoordde: „Omdat hij toen nog 18
maanden gevangenisstraf te goed had maar dat heb
ik alles nu pas gehoord. Daar volgens mijn persoons
beschrijving ik ongehuwd was en dat op de pas ver
meld stond, moest W., toen hij met zijn wettige
vrouw en kinderen in Middelburg geconfronteerd
werd, dezen wel verloochenen."
Nog deelde de heer V. ons mede, aan den burge
meester van Haarlem destijds geschreven te hebben
wat er was voorgevallen, waarna hij opnieuw in 't
bezit werd gesteld van een bewijs van Nederlan
derschap.
„Ik was echter met mijn papieren niet gelukkig
vervolgde de heer V. hetgeen u uit het volgen
de zal blijken: „In de maand Mei van het jaar '26
had ik met een Francaise in het café „het Huwelijks
bootje" in Antwerpen een glas wijn gedronken en
toen wij weer op straat stonden offreerde zij mij
een cigarette. Nog maar een paar trekjes had ik
gedaan, toen ik een zonderlinge gewaarwording ge
voelde.
„Hoewel ik niet ben neergevallen, heb ik toch 'n
paar minuten niet geweten wat er met mij gebeur
de. Toen ik weer helder kon denken, was de Fran
caise verdwenen maar tevens miste ik nftijn papie
ren, mijn brieven en 170 francs. Alleen mijn huis
sleutel was zij zoo vriendelijk geweest niet meer te
riemen.
Wij vernamen voorts, dat de heer V. inmiddels
reeds door den rechtercommissaris te Middelburg
inzake de gestolen papieren gehoord is. Bij die ge
legenheid werd hij ook geconfronteerd met W., die
nog durfde volhouden, dat hij J. C. W. V. was, niet
tegenstaande degene, voor wien hij zich 7 jaren
lang had uitgegeven thans in levende lijve voor j
hem stond.
Toen de heer V. tot W. zeide: „Maar man, jij I
weet toch heel goed dat wij samen in café „het
Zwaantje" wijn gedronken hebben, en dat jij mij
later mijn papieren ontstolen hebt?" gaf de ander
geen antwoord. Bij het verhoor, beging W. de on
handigheid door op de vraag of hij niet met een
vrouw in het café te Antwerpen wijn had gedron
ken, te antwoorden: niet met die vrouw. Toen de
rechter-commissaris hem daarop toevoegde: Dus je
bent er toch geweest" ga fde man wederom geen
antwoord.
Nadat W. eerst weer naar de gevangenis was te
ruggebracht en kort daarop weer voor den rechter
commissaris werd geleid, bekende hij tenminste,
met den heer V. samen in Antwerpen in 1923 een
glas wijn gedronken te hebben. Maar meer was er
voor het oogenblik niet uit hem te krijgen.
Tijdens dit verhoor werd W. ook gevraagd zijn
handteekening te plaatsen. Op hetzelfde blad pa
pier had de heer J. C. W. V. even te vorÊri zijn
handteekening gezet. Blijkbaar begreep hij dat er
een val voor hem werd opgezet (het plaatsen van
een valsche handteekening) want hij teekende niet
met den naam van dengene, dien hij steeds voorgaf
te zijn, maar tot verbazing van degenen, die hier
bij tegenwoordig waren dreef hij de onbeschaamd
heid zoo ver o mte teekenen: „Jan de Onbekende.'
Hierover toonde de rechter commissaris zich zoo
verontwaardigd, dat hij den directeur de rstrafge-
vangenis opdroeg W. disciplinair te straffen (eenige
dagen op water en brood te zetten.)
Ten slotte deelde men ons nog mede, dat door de
rijksrecherche inzake deze aangelegenheid in Bel
gië een nader onderzoek wordt ingesteld, waarbij de
heer C. J. W. V. nog verschillende aanwijzingen zal
moeten geven.
INBRAKEN.
In den nacht van Zaterdag op Zondag is bij af
wezigheid der bewoners ingebroken in de lunch
room „Anneta" te Velsen. In de achter de lunch
room gelegen woning, van den heer A. R., bevond
zich een geldkistje, dat de inbrekers buit maak
ten. Het hield ongeveer f 4000 in benevens een aan
tal voor de dieven waardelooze documenten. De die
ven hebben blijkbaar geweten zegt de „Crt." dat R.
niet thuis was, hetgeen voor de politie aanleiding
is een bepaald spoor te volgen. De eigenaar was te
gen inbraak verzekerd.
Zondagnacht heeft in de R. K. kerk van het
Heilige hart te Roermond een brutale inbraak
plaats gehad. Om half vier des morgens bemerkte
de stoker der kerk dat er was ingebroken. Hij waar
schuwde de politie, die spoedig ter plaatse was en
een onderzoek instelde. In de sacristie werd op een
handdoek een "bedrag aan f 200 aan kleingeld ge
vonden dat uit de offerblokken was gehaald. Blijk
baar heeft de dief overhaast de vlucht moeten ne
men zonder zich den tijd te gunnen den buit mee
te nemen. Door een raam had men zich toegang
verschaft terwijl uit een der deuren op ruwe wijze
een paneel was weggeslagen. Op de brandkast wer
den geen sporen van geweld aangetroffen.
KOEIEN VERGIFTIGD.
Te Diffelen (Ov.) zijn bij een landbouwer twee
koeien ziek geworden waarvan er een stierf en een
ander voor f30 moest worden verkocht. Hoogstwaar
schijnlijk kan men hier van vergiftiging spreken.
W. had namelijk bij een schilder een vat gekocht, I
waarvan hij meende dat het lijnolie had bevat,
doch in werkelijkheid was er vernis in geweest. De
landbouwer had dit vat door midden gezaagd en er
een voedertobbe van gemaakt. Aan den raad, het
eerst uit te branden had hij geen gevolg gegeven.
FRAUDE BIJ WERKLOOZENONDERSTEUNING.
Bij de afdeeling „Kerkrade" van den Neutralen I
Bond van Bouwvakarbeiders is een fraude geconsta
teerd met betrekking tot de uitbetaling van werk-
toozen-ondersteuning. Het betrof nl. den penning
meester van de afdeeling zelf, die werkloosheids-
gelden zou hebben ontvangen voordat hij daartoe 't
recht had en zonder dat hij dagelijks op den werk-
loosheidsstaat heeft geteekend. i
GEZELSCHAPSREIZEN.
De Nederlandsche Spoorwegen zullen met ingang
van 1 Februari aan gezelschappen van 100 en meer
personen, reizende op gezelschapsbiljetten voor vol
wassenen in binnenlandsch verkeer, een extra-prijs
verlaging toestaan en wel tot 31 December 1930.
Deze extra korting zal bedragen 5 procent van den
prijs voor de eerste 100 deelnemers 10 procent van
den prijs voor deelnemers van 100 tot en met 150
15 procent voor den prijs van deelnemers van 150
en daarboven.
GASVERSTIKKING.
In verband met de hardnekkige geruchten te Am
sterdam in de wereld van den Zeedijk en omstreken
als zou het overlijden van den man in die kringen
bekend als „bleeke Willem" die door gasverstikking
om het leven kwam niet zijn „toegegaan met rechte
dingen" heeft de politie een ernstig onderzoek in
gesteld.
In die geruchten werd verband gezocht tusschen
het verdwijnen van f65000 van een kantoorlooper
op het Koningsplein en het tragisch verscheiden.
Het ondefzoek betreffende een en ander is nog riiet
geëindigd.
Zaterdagmorgen werden door justitie en politie
in verschillende huizen der stad huiszoekingen ge
daan.
Om het belang der zaak niet te schaden kon aan
gaande het resultaat niets worden medegedeeld
ZIGEUNERS.
Vrijdagavond zijn onder geleide van rijks- en ge
meentepolitie 35 zigeuners van Duitsche nationali
teit die geruimen tijd in Nederland hadden vertoefd
te Weert aangekomen.
Zaterdagmorgen ging het transport naar Venlo
waar het volkje over de grens zou worden gezet.
STORMSCHADE OP BORKUM.
Op Borkum heeft een regeeringscommissie de
schade opgenomen door de jongste stormen aan de
kust van het eiland aangericht. Die schade blijkt
zeer groot te zijn, daar verschillende zeeweringen
zijn weggeslagen en het strand veel smaller is ge
worden. De commissie is dan ook tot de slotsom ge
komen dat de huidige beschermingsmaatregelen te
eenenmale onvoldoende zijn en zij acht dit te be
denkelijker daar het eiland voor de kust van Oost-
Friesland een natuurlijke verdediging tegen storm
schade vormt.
De commissie heeft de Pruisische regeering daarom
in overweging gegeven onverwijld doeltreffende
maatregelen te nemen.
WERVELSTORMEN.
De bocht van Gibraltar is dezer dagen door hef
tige wervelstormen geteisterd. Het Spaansche ka
belschip „Amber" ontging ternauwernood het lot
van het Engelsche stoomschip „Swainby" dat door
den storm aan land gedreven werd. De storm heeft
overal groote schade aangericht. Telegraaf-telefoon
en electriciteitskabels zijn op vele plaatsen ver
nield.
EEN HEEL DORP IN OPSCHUDDING.
Een dorp nabij St. Etienne is in opschudding ge
bracht door een verkeerde medische diagnose. Er
werd daar in een barak namelijk een Arabier ver
pleegd die volgens een schriftelijke verklaring van
een geneesheer te Rive-de-Gier lijdende was aan
pest. In verband hiermede werd de man in een af
gelegen barak geplaatst welke met militairen werd
bewaakt.
Verschillende dorpsbewoners hadden zich bij het
gerucht dat in het dorp een pestlijder verpleegd
werd, zoo opgewonden, dat een poging werd gedaan
den schildwacht te overrompelen en de barak in
brand te steken. Door krachtig optreden van de
militaire politie kon een en ander voorkomen wor
den.
Twee geneesheeren uit St. Etienne die den patient
voorts onderzochten, verklaarden ten slotte, dat hij
niet aan pest lijdende was. Toen dit in het dorp be
kend werd keerde de rust terug.
Ger. Meisjes Ver. „Ten arbeid geroepen" Afd. A.,
Broek op Langendijk.
Agenda voor Vrijdag 31 Januari.
Beantwoording <der vragen van art. 37 der Gel.
Bel.
Ma Balder M. O. "schets 41 „De vrouw in dienst
der barmhartigheid" B.
N. Buijze, Voordrachrt.
Ger. M.V. „Laat ons goeddoende niet vertragen".
Birkshorn.
Agenda, voor Vrijdag 31 Jan. a.s'.
M. Doekes, Gel. bel. Art. 13.
R. van Laar. O.pvoedk'. B. en BI. 1 (Maart1 '28.
O. van Laar. Voordracht.
Wij étaleeren
heden
in Voorjaarshoeden
ZIET ETALAGES