Raad Heer-Hugowaard Hst Boek der Psalmen BEURSÜVERZIGHT Dinsdagmiddag 2 uur vergaderde bovenge noemde Raad ten raadhuize onder voorzitter schap van den Fdelachtbaren heer W. van Sloo- ten, burgemeester tevens secretaris. Aanwezig allen. De voor z. opent de vergadering met een woord van welkom, waarna de notulen der vorige ver gadering na voorlezing ongewijzigd worden goed gekeurd en vastgesteld. Ingekomen stukken: a. Van Ged. Staten goedkeuring van de wij ziging der politieverordening. Wordt voor kennisgeving aangenomen. b. Van het Fanfarecorps ,,Hugo", dankbetui ging voor de ontvangen toelage. c. Verzoek van de IJsclub ,,de Vriendschap'" om eene subsidie. Wordt afwijzend op beschikt. d. Van Ged. Staten goedkeuring van het raadsbesluit tot verhuring van eenige stukjes gemeentegrond. e. Verzoek van F. Dekker tot betaling van de kosten van geneeskundige hulp en kosten van ziekenhuisverpleging door het hem overko men ongeval. Na eene korte toelichting van den voorzitter, blijkt dat van de familie van adressant niet de minste medewerking kan worden verwacht. B. en W. stellen voor afwijzend te beschikken. De heer P. Kostelijk vraagt of deze zaak be handeld is geheel buiten de Invaliditeits- en On gevallenwet om. Het ongeluk is adressant over komen op weg naar zijn werk. 'tls zeer gemak kelijk het adres ter zijde te leggen, echter is Spr. er voor eene oplossing te verkrijgen door nader overleg met de familie. De voorz. deelt mede, dat door de Rijksverzeke ring, zelfs tot den Hoogen Raad van Arbeid toe deze zaak is onderzocht, echter de wet ver biedt ,dat uitkeering geschiedt bij ongevallen met de spoorwegen, het springen op een rijdenden trein is verboden. De heer v. d. Oord vindt het niet aangenaam, als de gemeente zich geheel er aan onttrekt. De heer Tromp zegt, dat toch een ieder in de gelegenheid is, zich te verzekeren, echter die personen bemoeien zich hiermede niet. Als goede wil aanwezig zou zijn en zij zelf ook iets zouden doen, zou het geheel iets anders zijn, dan zoo maar de rekeuingen aan de gemeente te sturen. Wetli. Kroon zegt, dat B. en W. het zeer on aangenaam vinden, indien dokter en ziekenhuis niet worden betaald. Dit geval is voor de ge meente ontzettend moeilijk en spr. durft gerusl te zeggen dat allen onsympathiek tegenover dit gezin staan. Spr. wil overleg, 'tls hard, het ie moeten zeggen, maar eventueele beloften zullen toch niet worden nagekomen. De heer K. v. Langen is van meening, dat als ze gewild hadden, zij toch iets hadden kunnen doen. Met de feesten hielden ze eene fietsenstal ling ,die ruim f200 heeft opgebracht en dit be drag toch buiten de verdiensten inkwam. Die voorz. zegt, dat allen onsympathiek er tegenover staan, omdat zij niets willen doen en er toch toe in staat zijn. De heer Kostelijk zegt, gehoord de besprekin gen en toelichtingen, tot de meening te zijn ge komen, dat de Raad niet alles moet doen. A Is de familie de helft zou bijdragen, dan kon de ge meente de andere helft betalen. Hierna wordt afwijzend op het verzoek be schikt en zal alsnog getracht worden eene re geling te treffen. f. Van Ged. Staten dankbetuiging voor de verleende bijdrage in de kosten van meubilee ring van het nieuwe Gouvernementsgebouw. Wordt voor kennisgeving aangenomen. g. Van Ged. Staten is de rekening over 1927 retour gezonden met enkele opmerkingen. Do voorz. deelt mede, dat bereids de wijzigin gen zijn aangebracht. Het eindbedrag is onge wijzigd gebleven. Voorgesteld wordt de rekening opnieuw vast te stellen. Aldus wordt besloten. h. Van de verschillende schoolbesturen ver zoeken tot verleenen van voorschotten ingevolge de L. O. Wet. Aldus wordt- besloten. i. Schrijven van P.E.N. inzake het plaatsen van een transformatorhuisje. Daar intusschen ant woord gezonden is, wordt na een langdurige ge- dachtenwisseling besloten het antwoord hierop af te wachten. j. Adres der Vereeniging tofbevordering van de verkrijging van onroerend goed door landar beiders. Ingevolge een adres der Vereeniging tot be vordering van de verkrijging van onroerend goed door landarbeiders te Heerhugowaard, gevestigd te Heerhugowaard, goedgekeurd bij Kon. Besluit van 5 'Febr. 1921, no. 51, en toegelaten bij' K.B. van 8 April 1921, no. 26, om een voorschot té mogen ontvangen uit de gemeentekas ten bedrage van f 3600, teneinde aan een landarbeider een plaatsje te doen verkrijgen, hebben wij' de ser uwen Raad het navolgende te adviseeren. Uit het verzoek én mede uit de bekomen in lichtingen is ons gebleken, dat de persoon G. Brink waarvoor een voorschot wordt aange vraagd, goed bekend staat, en aan de door de land axbeiders'wet gestelde eischen naar behooren voldoet; dat het landarbeidersplaatsje bestaat uit een plaatsje, gelegen in deze gemeente, sectie D' no. 629 met 1 Hj.A. 6 A.., 10 c.A., grond al hetwelk in goede conditie verkeert en het voor den prijs waarvoor een en ander kan worden ver kregen niet te duur en alleszins geschikt en behoorlijk in orde. De Gemeente-Opzichter heeft over de woning enz. een rapport gegeven, en ver klaart dat deze aan goede eischen voldoet. Waar dus op richtige wijze de uitvoering der landarbeiderswet wordt bevorderd, stellen B. en VV. voor het gevraagde voorschot ad f3600 aan bovengenoemde vereeniging te verleenen op voor waarden en conditiën, in het concept besluit aan gegeven, en tevens onder beding dat de gemeente van het Rijk onder evengenoemde voorwaarden eenzelfde voorschot ontvange. Conform het voorstel wordt besloten. Voorstel Burgemeester en Wethouders terzake intrekking verhaalsverordening pensioenbijdragen gemeente-ambtenaren. De voorz. deelt het navolgende mede: ,,Zooals uwen Raad bekend is, zijn per 1 Jan. 1930 de jaarwedden van Burgemeester, Secreta ris en Ontvanger gewijzigd, en is daarbij tevens de bepaling gemaakt, dat deze jaarwedden zui ver moeten worden genoten, en dus de eventueel geheven pensioenbijdragen aan den functionaris sen weder moeten worden teruggegeven. Reeds werd indertijd besproken, dat dit eene onbillijkheid tegenover de andere gemeenteamb tenaren moet genoemd worden ,daar dan met twee maten zou worden gemeten. Om deze redenen meenen wij Uwen Raad te moeten voorstellen, te besluiten, de verordening tot heffing van pensioensbijdragen door de ge meenteambtenaren, voor deze gemeente in te trek ken en aan alle andere gemeenteambtenaren, evenals de drie bo vengenoemden, vrijdom van pensioenbijdragen te geven. Deze vrijstelling zal aan de gemeente, gerekend over het jaar 1930 en volgende, aan inkomsten doen derven een bedrag van f921.25 gerekend over de ambtenaren Beerepoot, Bleijendaal, Bu ren, Groot, M. Mol, A. E. Kooij, C. v. d. Pal, J. de Jong, F. L. Spierings en benevens de ambte naren bij het G.Ei.B., welke tezamen f312. moeten bijdragen, hetgeen echter door het G.Ei.B. weer aan de gemeente wordt vergoed. Wanneer uwen Raad het in dezen met ons eens is .stellen wij u voor, 'het bovengenoemde be sluit te nemen en de ambtenaren der gemeente vrijstelling van pensioenbijdragen te geven. De heer Tromp betreurt het, dat voor de ver hooging in zulk een ongunstigen tijd plaats heeft. Nu echter ons opgedrongen is de hoogere ambte naren premievrij pensioen te verleenen, is hieraan de consekwentie verbonden, dat ook de lagere ambtenaren zulks genieten. De heer P. Kostelijk is van meening dat de salarissen toch niet afhankelijk moeten wordeD gesteld van de economische 'toestanden. De heer Tromp zegt bedoeld te hebben, dat de prijzen van de noodzakelijke levensbehoeften zich thans in dalende lijn begeven. Hierna wordt het voorstel met algemeene stem men aangenomen. Wijziging gemeentebegrooting dienst 1930. Conform de voorgestelde wijziging wordt al dus besloten. Hierna richt de heer Kostelijk het verzoek aan den voorz. eenige vragen te stellen inzake het teeltverbod ten opzichte va n de aardappel- wratziekte en inzake het woonwagenkamp. De heer Kostelijk zegt, nu binnenkort het planten een aanvang zal nemen, acht spr. het van belang tleze zaak nog eens onder de oogen 'te zien. De gemeente is door het daarstellen van het teelt- verbod, op den goeden weg, echter wil spreker nog verder gaan. Velen zijn niet in de gelegen heid de soorten, welke nu moeten wórden inge voerd, te krijgen. Spr. wenscht daarom, dat de gemeente als koopman zal.fungeeren door die soor ten tegen den kostenden prijs beschikbaar te stellen. Weth. Kroon verwondert er zich over, dat het geen rijkswet wordt, daar er op veel verzet wordt gestuit betreffende het niet t.eelen van de gevaarlijke soorten. Spr. acht de tuinbouwor ganisaties do aangewezen lichamen zich te belas ten met de verkrijgbaarstelling van plantgoed. Na eene korte gedachtenwisseling wordt voor gesteld de besturen der tuinbouworganisaties bij een te roepen om eene regeling te treffen. De heer Kostelijk merkt op, dat juist diegenen, die de bravo's teelen, grootendeels niet zijn aan gesloten ,daar het meeste gevaar schuilt in de kleine tuintjes en niet in de groote akkers. Dn teelt v&n bra.vo's is dit jaar verboden en de andere soorten ,o.m. Geldersche schotten het volgend jaar .waardoor een overgang wordt verkregen. Conform het voorstel wordt aldus besloten. De heer Kostelijk informeert naar den aanleg en onderhoud van het woonwagenpark en mode of nog dezen winter hiermede zal worden aange vangen. De voorzitter geeft hierop een nadere uiteen zetting van de plannen en zal binnenkort eenj aanvang met de werkzaamheden worden gemaakt. Niets meer aan 'de orde zijnde, volgt sluiting. Wiraterlezïngen te Broek op La^gendijk. (Slot). Van meer belang dan de indeeling is de struc tuur van de psalmen. In den oorspronkelijken vorm treft men in de psalmen ook coupletten, en in de coupletten strophen aan. Zoo eindigen de Ps. 42 en 43 met gelijkluidend keervers. Eenzelfde verschijnsel treft ge in Ps. 57, waar het zesde en twaalfde vers gelijklui dend, dus keerverzen zijn, alsmede in Ps. 10'7. De tweede psalm bestaat u,it vier coupletten. Het taaleigen der psalmen komt in onze verta ling niet uit, de oorspronkelijke vorm is niet in onze taal weer te geven. De eerste psalmberij ming in onze taal is die van Petrus Dathen, ze werden op Fransche wijze gezongen. De verbrei ding van de psalmberijming van Dathen is zeer vlug gegaan. Spreker leest uit deze berijming voor de Ps. 33:1, als proeve van goede berijming, als minder geslaagd Ps. 22:1; de onze van den laatsten psalm is veel mooier. Beter dan de berijming van Dlathen, was in vele opzichten die van Marnix van St. Aldegonde, welke laatste een dichter was in den waren zin des woords. Van ten Gate, die zich ook aan psalmberijming heeft gewaagd, leest spreker een mooi geslaagde proef voor, nl. die van Ps. 147. Gezongen wordt Ps. 150:1. In den zangbundel treft men veel beurtzangen aan ,b.v. Ps. 147 en 136. Als men ps. 136 onbe rijmd leest, voelt men wel den eigenaard igen vorm van dezen psalm aan. Het eerste gedeelte van elk vers werd in den tempel gezongen door solist, de andere helft door een koor. Zeer schoon is en vol wijding werd eertijds Ps. 134 gezongen. Déze psalm werd door de pelgrims gezongen bij het afscheid nemen van den tempel. Als zij afdaalden van Maria's heu veltop, waarop de tempel was jgebouwd, benijdden ze als 't ware de priesters, die op 'de heilige plaats mochten blijven. Looft, den Heere, alle gij knech ten des Heeren, gij die allen nachte in het huis des Heeren staat, zongen de pelgrims den pries ters toe, waarop dezen antwoordden met de ze gen bede: de Heere zegene u uit Sion, Hij die'den hemel en de aarde gemaakt heeft. Schoon is de 84ste psalm, eveneens een Jjeurt- zang. die gezongen werd tusschen pelgrims, hun kerend om te staan in den voorhof des tempels onbeantwoord door het tempelkoor. Spreker leest deze psalmen voor, duidelijk komt daardoor het karakter van beurtzang uit. Het slotkoor werd gezamenlijk gezongen. Z,eer teekenend is psalm 120. Om dien psalm goed te begrijpen, stelle men zich den koning voor, omgeven door het leger. Hij, de koning heeft behoefte, Gods aangezicht te zoeken, voor hij ten strijde trekt. Dte Levieten begroeten hem, daarna zingt het volk .Daarop zingt de koning: ,,Alsnu weet ik, dat de Heere zijn Gezalfde behoudt", de krijgs lieden zweren hem trouw, waarop het slotkoor invalt. ele psalmen dragen vreemde opschriften, die vaak muzikale aanduidingen zijn, b.v. „op de neginoth", beteekent snarenspel; „Schemenith", achtsnarig instrument; „alamoth" (ps. 46) meis jes- of sopraanstem. Het woord ,,sela" duidt zeer waarschijnlijk een rust aan, een pauze. Men spreke het woord dus bij het lezen van den psalm niet uit, doch wachte even. Over de schoonheid van den psalmbundel 1 aldus spreker zoude nog lang te spreken zijn. Hij is vol schoonheid, maar de sleutel om die te vatten ,ligt niet in 't verstand, doch in 't hart. Geldt dit van heel 't woord Gods, inzonderheid zouden we zeggen van de psalmen, die in 't hart der dichters is geboren, na inwerking van Gods Geest. Alleen als 't hart gestemd is als dat van de dichters .verstaan we het lied, dat zij dichtten. Zoo heeft Calvijn getuigd, in, den psalmbundel de innigste gedachten zijns harten vertolkt te hebben gevonden. Hoe talrijke christenen hebben het gebed van David in Ps. 51 tot het hunne gemaakt! Hoe vele doodsbedden zijn zacht gespreid, dooi de vertroostingen vaii Gods woord in Ps. 23? In den hemel wordt de psalmgeschiedenis ge schreven. Ook onze Heiland heeft den psalmbun del geliefd, heeft psalmen gezongen en met psalmwoorden gebeden. Als wij, door den Geest, ons zeiven hebben leeren zien als van God ver laten, maar aangenomen om der wille van den Gekruisigde, dan zullen we met dankbare har ten steeds meer ons verdiepen in die heerlijke psalmen en do vrucht zal zijn, dat als van verre stranden, een liefelijke vrede daalt in onze ziel. Gezongei^ wordt Gezang 96, waarna de ver gadering met dankzegging wordt -geëindigd. f! echtzaken ALKMAAR. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting 28 Januari. Uitspraken 20 Januari. Nico O. en Christiaan O., beiden te Hoorn. Bedricgelijke .handeling- bij een verkoop van bak kerij met woonhuis le i' 500 boete of 100 dagen, 2e vrijgesproken. Gerardus T. Castricum (ged.) diefstal onder verzwarende omstandigheden, 8 maanden gevan genis voorwaardelijk met 3 proefjaren en onder toezicht stelling. Lasisi» era Tpjinbouw BlE STTK0TO EMEST&TOFFEN. Bekeken we in 't voorgaande artikeltje de sal peter meststoffen thans willen we de ammoniak- mestsioffen eens nader bespreken. En dan komt daar- eerst de zwavelzure ammo niak voor in aanmerking. Deze meststof is zeker een der meest gebruikte. Ze wordt verkregen als een bijproduct bij de gas- en cokesfabricatie, maar daarnaast bestaan, zooals we reeds eerder bespra ken, kolossale fabrieken te Leuna (Merseburg) en Oppau, waar de luchtstikstof in ammoniak- vorm gebonden wordt. "Wanneer we nu de zwavelzure ammoniak be spreken uit het oogpunt van de plantenvoeding, dan zal het ons allereerst te doen zijn om een antwoord te krijgen op de Vraaghoe werkt deze meststof ten opzichte van de plant? Op deze vraag is tweeërlei antwoord mogelijk en wel wat de opneembaarheid betreft en wat de reactie betreft. Zwavelzure ammoniak is. gemakkelijk oplos baar. Dat wil nog niet zeggen, dat de planten het gemakkelijk en graag opnemen. Juist tegenover de stikstofhoudende meststof fen toonen de planten zich nogal kieskeurig. Ze nemen liever salpeter dan ammoniak o'f iets an ders. Ze kunnen, althans de meeste planten, wel ammoniak opnemen. Maar liever doen ze het niet. Ls er salpeter in den grond, dan zullen ze dit vlugger en vollediger opnemen. En nu toch maar ammoniak geven? Ja zeker. Want al weten we nn, dat de planten deze meststof niet graag op nemen, we weten ook iets "anders, n.l., dat in Jen grond die ammoniak geen onbelangrijke veran dering kan ondergaan. Daar leven toch massa's bacteriën en sommige van deze hebben het ver mogen de ammoniak in salpeter te veranderen. Dat is een zaak van beteekenis! Alleen het duurt een poosje. Het is niet zoo:: de ammoniak gestrooid de ammoniak is salpeter. Zeer ge leidelijk wordt die ammoniak veranderd. Daar is tijd voor noodig, en warmte! Ja, want de bactei- riën, die het hoogst nuttige werk verrichten doen dit slechts bij een bepaalde temperatuur. Als 't niet warm genoeg is, dap is het, of er geen leven in zit. Daardoor komt het ook al, dat men in 't vroege voorjaar aan een ammoniakbemesting zoo weinig heeft. Eierst wanneer de bacteriën wakker worden, begint de ammoniak te werken. Dat is zoo in 't begin van Mei, dikwijls heel wat later, soms ook heel wat vroeger. Dat ligt er maar aan welk weer het is. Heeft men een mooien warmen zomer, dan is er niet het minste bezwaar wat meer zwavelzure ammoniak uit te strooien. Maar wie weet dat in 't vroege voor jaar? 'tKan net zoo goed een koude, natte zomer worden, en dan merkt men van 'dat goedje een bitter klein beetje. Dan is men beter met salpeter. Zoo zien we ook hier weer, in hoe sterke mate het boerenbedrijf van het weer afhankelijk is. Zij weten dan ook wel, dat zonder den zegen van Boven niets hun gelukken zal en dat vertrou wen geeft hen ook de moed om maar élk jaar maar weer opnieuw verder te gaan. Uit wat we nu besproken hebben, is nu wel duidelijk geworden, dat ammoniak een langzaam werkende meststof is. Voor gewassen, die lang doorgroeien zooals suikerbieten en aardappelen is het dan ook een buitengewoon goede meststof. Ze is niet alleen goedkoop, maar wat men er al te veel van gestrooid heeft, blijft tot het vol gend jaar in den bouwvoor bewaard. Dat is met salpeter niet het geval, althans men mag daarop niet rekenen. Ten slotte nog iets over de reactie. De mest stof heeft zwavelzure ammoniak. Ze is dus be reid uit zwavelzuur en ammoniak. De ammoniak is voor de plant. Het zwavelzuur blijft in den grond. Dit is een sterk werkend zuur. En dus ligt de conclusie gemakkelijk vast te stellen; zwavelzure ammoniak is een zure meststof, een physiologisch zure meststof, die in zandgronden de bodemreactie derhalve in zure richting drijft. Daar, waar men een lagen kalktoestand heeft zal men geen zwavelzure ammoniak moeten ge bruiken. Heeft men op de zandgronden echter last van schurftige aardappels, dan zal men er genoegen van beleven. Voor de zeekleigronden kunnen ze zonder voor behoud het gebruik van deze meststof aanbeve len. Weliswaar werkt ze iets ontkalkënd, maar de meeste zeekleigronden hebben zoo'n enorme kalkvoorraad dat voor uitputting daarvan geen vrees behoeft te bestaan. S. De heeren H. Oyens en Z,n. te Amsterdam melden ons: Alleen de overtuiging dat een periode van lustelooze stilte het noodzakelijke doorgangssta dium is tot betere tijden, dat er op het oogenblik werkelijk geen gegronde redenen zijn tot over dreven enthousiasme, troosten de beursbezoekers met de grouwelijke verveling, waaraan zij ter vergaderplaats aan het Damrak zijn overgeleverd. Verleden week concurreerde de gedrukte stem ming van Wallstreet met de klaterhausse van BerlijnDeze week was de verhouding vrijwel omgekeerd. Als om een tastbare bevestiging te leveren van onze breedvoerige beschouwingen in het vorig overzicht, liet Berlijn af van den door niets gemotiveerden kooplust, en keerde tot de harde, weinig benijdenswaardige werkelijkheid terug, hetgeen over de geheele linie gevoelige reacties beteekende, Zulk een aftakeling was na tuurlijk voor 'Amsterdam het sein, om cr ook maar het bijltje bij neer te leggen. Zonder dat van ernstige koersverliezen sprake was, stagneer de de handel in de Amsterdamsche favorieten totaal. Menigeen vroeg zich af, wat er met de Margarine Unie nu weer aan de hand was, toen de koers zich verstoutte een vijftiental punten terug te loopen, vergetende, dat op of juist ter beurze stilstand achteruitgang was. In aand. Van Berkel manifesteerde zich weer moeilijk te plaat sen aanbod, toen de „vendeurs d'hier" hun blanke posities meerendeels hadden afgewikkeld. Philips Gloeilampen hielden zich met eenige moeite nog behoorlijk op vijfmaal pari, maar de speculatieve merites worden hier met den dag kleiner .hetgeen voor zulk een papier een factor van beteekenis is. Op de afdeeling der specialiteiten trok een verdere aftakeling van de beruchte kurkwaarden eenigszins de aandacht. Cultuurwaarden verliepen verdeeld. 'Rubber- aandeelen, met name aand. Amsterdam R.ubber, bleken nogal gevoelig door optimistischer ten dentie der termijnmarkt. Amerikaansche ver- bruiksramingen voor Januari ad. 30.000 tons openen overigens nog geen overweldigende ver schieten en wie nog niet het genoegen heeft hier aandeelhouder te zijn, kan nog wel eens zijn beurt afwachten totdat wat meer licht is doorge broken. Suikerwaarden bleven verwaarloosd, maar nog wonderwel op prijs, als men bedenkt, dat, naast dat lage prijsniveau thans positieve berichten nopens droogteschade doorkomen. Röninkl. Petroleum rijn, na de „sensatie" van het interim-dividend, al weer in hun winterslaap verzonken, nog gehandicapt door benzine-prijs- verlagingen in de Unie. Die befaamde Bostonaandee-len waren bijwijlen de topic of the day. Hoogst vermoedelijk houdt de in gang zijnde beweging verband met de be lendende asphaltlagen, omtrent welker exploi tatie echter nog geen nieuws bekend is. Wie in dit aandeel iets wil ondernemen, heeft stellig een fraaie kans, maar moet niet te veel redeneeren. Dat de Zaterdag een reactie toonde op begrijpe lijk winstaanbod beteekent voor het verdere ver loop heel weinig. Het eigenaardige karakter van dit papier maakt het slechts voor weinige kapi taalkrachtige speculanten geschikt. GGelijk gezegd is W,allstreet wat beter ge mutst. De verrassend goede kwartaalstaat der Bethlehem Steel Corp. was een zeer welkome stimulans, al worden in breede kringen deze cijfers cum grano salis, althans met eenig com mentaar, aanvaard. In Angelsaksische landen is een der meest geliefde kernspreukenA man may be down, but he is never out. En daarom is men nu wel geneigd om de uit talrijke bedrijfs takken onmiskenbaar slechte statistische publi caties alreeds in het koerspeil verdisconteerd te- achten. Wie in deze afdeeling iets wil onderne men, houde zich in ieder geval aan de oude, cou rante in Amerika populaire standaardwaarden. Het spreekt vanzelf, dat na een zoo geweldige- koersaderlating voor aankoop en dergelijk mate riaal veel is te zeggen, vooral door kapitaal krachtige lieden, die niet met alle geweld voor de laagste koersen willen koopen. Aand. Beth lehem Steel, U.S. Steel, General Electric, Sears Roebuck, General Motors, Am. Smelting, etc. hebben ook nu nog een breede markt, en het; zul len vooral deze soorten zijn, die in het bijzonder zullen profiteeren van een herleving der specu latieve sentimenten, die stellig niet dood zijn, maar slechts sluimeren, om bij gelegenheid weer met volle kracht te ontluiken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 4