Raad Heer-Hugowaard
Hst Boek der Psalmen
BEURSÜVERZIGHT
Dinsdagmiddag 2 uur vergaderde bovenge
noemde Raad ten raadhuize onder voorzitter
schap van den Fdelachtbaren heer W. van Sloo-
ten, burgemeester tevens secretaris.
Aanwezig allen.
De voor z. opent de vergadering met een woord
van welkom, waarna de notulen der vorige ver
gadering na voorlezing ongewijzigd worden goed
gekeurd en vastgesteld.
Ingekomen stukken:
a. Van Ged. Staten goedkeuring van de wij
ziging der politieverordening.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
b. Van het Fanfarecorps ,,Hugo", dankbetui
ging voor de ontvangen toelage.
c. Verzoek van de IJsclub ,,de Vriendschap'"
om eene subsidie.
Wordt afwijzend op beschikt.
d. Van Ged. Staten goedkeuring van het
raadsbesluit tot verhuring van eenige stukjes
gemeentegrond.
e. Verzoek van F. Dekker tot betaling van
de kosten van geneeskundige hulp en kosten
van ziekenhuisverpleging door het hem overko
men ongeval.
Na eene korte toelichting van den voorzitter,
blijkt dat van de familie van adressant niet de
minste medewerking kan worden verwacht. B.
en W. stellen voor afwijzend te beschikken.
De heer P. Kostelijk vraagt of deze zaak be
handeld is geheel buiten de Invaliditeits- en On
gevallenwet om. Het ongeluk is adressant over
komen op weg naar zijn werk. 'tls zeer gemak
kelijk het adres ter zijde te leggen, echter is Spr.
er voor eene oplossing te verkrijgen door nader
overleg met de familie.
De voorz. deelt mede, dat door de Rijksverzeke
ring, zelfs tot den Hoogen Raad van Arbeid
toe deze zaak is onderzocht, echter de wet ver
biedt ,dat uitkeering geschiedt bij ongevallen
met de spoorwegen, het springen op een rijdenden
trein is verboden.
De heer v. d. Oord vindt het niet aangenaam,
als de gemeente zich geheel er aan onttrekt.
De heer Tromp zegt, dat toch een ieder in de
gelegenheid is, zich te verzekeren, echter die
personen bemoeien zich hiermede niet.
Als goede wil aanwezig zou zijn en zij zelf ook
iets zouden doen, zou het geheel iets anders
zijn, dan zoo maar de rekeuingen aan de gemeente
te sturen.
Wetli. Kroon zegt, dat B. en W. het zeer on
aangenaam vinden, indien dokter en ziekenhuis
niet worden betaald. Dit geval is voor de ge
meente ontzettend moeilijk en spr. durft gerusl
te zeggen dat allen onsympathiek tegenover dit
gezin staan. Spr. wil overleg, 'tls hard, het ie
moeten zeggen, maar eventueele beloften zullen
toch niet worden nagekomen.
De heer K. v. Langen is van meening, dat als
ze gewild hadden, zij toch iets hadden kunnen
doen. Met de feesten hielden ze eene fietsenstal
ling ,die ruim f200 heeft opgebracht en dit be
drag toch buiten de verdiensten inkwam.
Die voorz. zegt, dat allen onsympathiek er
tegenover staan, omdat zij niets willen doen en
er toch toe in staat zijn.
De heer Kostelijk zegt, gehoord de besprekin
gen en toelichtingen, tot de meening te zijn ge
komen, dat de Raad niet alles moet doen. A Is de
familie de helft zou bijdragen, dan kon de ge
meente de andere helft betalen.
Hierna wordt afwijzend op het verzoek be
schikt en zal alsnog getracht worden eene re
geling te treffen.
f. Van Ged. Staten dankbetuiging voor de
verleende bijdrage in de kosten van meubilee
ring van het nieuwe Gouvernementsgebouw.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
g. Van Ged. Staten is de rekening over 1927
retour gezonden met enkele opmerkingen.
Do voorz. deelt mede, dat bereids de wijzigin
gen zijn aangebracht. Het eindbedrag is onge
wijzigd gebleven.
Voorgesteld wordt de rekening opnieuw vast
te stellen.
Aldus wordt besloten.
h. Van de verschillende schoolbesturen ver
zoeken tot verleenen van voorschotten ingevolge
de L. O. Wet.
Aldus wordt- besloten.
i. Schrijven van P.E.N. inzake het plaatsen
van een transformatorhuisje. Daar intusschen ant
woord gezonden is, wordt na een langdurige ge-
dachtenwisseling besloten het antwoord hierop
af te wachten.
j. Adres der Vereeniging tofbevordering van
de verkrijging van onroerend goed door landar
beiders.
Ingevolge een adres der Vereeniging tot be
vordering van de verkrijging van onroerend goed
door landarbeiders te Heerhugowaard, gevestigd
te Heerhugowaard, goedgekeurd bij Kon. Besluit
van 5 'Febr. 1921, no. 51, en toegelaten bij' K.B.
van 8 April 1921, no. 26, om een voorschot té
mogen ontvangen uit de gemeentekas ten bedrage
van f 3600, teneinde aan een landarbeider een
plaatsje te doen verkrijgen, hebben wij' de ser
uwen Raad het navolgende te adviseeren.
Uit het verzoek én mede uit de bekomen in
lichtingen is ons gebleken, dat de persoon G.
Brink waarvoor een voorschot wordt aange
vraagd, goed bekend staat, en aan de door de
land axbeiders'wet gestelde eischen naar behooren
voldoet; dat het landarbeidersplaatsje bestaat uit
een plaatsje, gelegen in deze gemeente, sectie D'
no. 629 met 1 Hj.A. 6 A.., 10 c.A., grond al
hetwelk in goede conditie verkeert en het voor
den prijs waarvoor een en ander kan worden ver
kregen niet te duur en alleszins geschikt en
behoorlijk in orde. De Gemeente-Opzichter heeft
over de woning enz. een rapport gegeven, en ver
klaart dat deze aan goede eischen voldoet.
Waar dus op richtige wijze de uitvoering der
landarbeiderswet wordt bevorderd, stellen B. en
VV. voor het gevraagde voorschot ad f3600 aan
bovengenoemde vereeniging te verleenen op voor
waarden en conditiën, in het concept besluit aan
gegeven, en tevens onder beding dat de gemeente
van het Rijk onder evengenoemde voorwaarden
eenzelfde voorschot ontvange.
Conform het voorstel wordt besloten.
Voorstel Burgemeester en Wethouders terzake
intrekking verhaalsverordening pensioenbijdragen
gemeente-ambtenaren.
De voorz. deelt het navolgende mede:
,,Zooals uwen Raad bekend is, zijn per 1 Jan.
1930 de jaarwedden van Burgemeester, Secreta
ris en Ontvanger gewijzigd, en is daarbij tevens
de bepaling gemaakt, dat deze jaarwedden zui
ver moeten worden genoten, en dus de eventueel
geheven pensioenbijdragen aan den functionaris
sen weder moeten worden teruggegeven.
Reeds werd indertijd besproken, dat dit eene
onbillijkheid tegenover de andere gemeenteamb
tenaren moet genoemd worden ,daar dan met twee
maten zou worden gemeten.
Om deze redenen meenen wij Uwen Raad te
moeten voorstellen, te besluiten, de verordening
tot heffing van pensioensbijdragen door de ge
meenteambtenaren, voor deze gemeente in te trek
ken en aan alle andere gemeenteambtenaren,
evenals de drie bo vengenoemden, vrijdom van
pensioenbijdragen te geven.
Deze vrijstelling zal aan de gemeente, gerekend
over het jaar 1930 en volgende, aan inkomsten
doen derven een bedrag van f921.25 gerekend
over de ambtenaren Beerepoot, Bleijendaal, Bu
ren, Groot, M. Mol, A. E. Kooij, C. v. d. Pal,
J. de Jong, F. L. Spierings en benevens de ambte
naren bij het G.Ei.B., welke tezamen f312.
moeten bijdragen, hetgeen echter door het G.Ei.B.
weer aan de gemeente wordt vergoed.
Wanneer uwen Raad het in dezen met ons eens
is .stellen wij u voor, 'het bovengenoemde be
sluit te nemen en de ambtenaren der gemeente
vrijstelling van pensioenbijdragen te geven.
De heer Tromp betreurt het, dat voor de ver
hooging in zulk een ongunstigen tijd plaats heeft.
Nu echter ons opgedrongen is de hoogere ambte
naren premievrij pensioen te verleenen, is hieraan
de consekwentie verbonden, dat ook de lagere
ambtenaren zulks genieten.
De heer P. Kostelijk is van meening dat de
salarissen toch niet afhankelijk moeten wordeD
gesteld van de economische 'toestanden.
De heer Tromp zegt bedoeld te hebben, dat
de prijzen van de noodzakelijke levensbehoeften
zich thans in dalende lijn begeven.
Hierna wordt het voorstel met algemeene stem
men aangenomen.
Wijziging gemeentebegrooting dienst 1930.
Conform de voorgestelde wijziging wordt al
dus besloten.
Hierna richt de heer Kostelijk het verzoek
aan den voorz. eenige vragen te stellen inzake
het teeltverbod ten opzichte va n de aardappel-
wratziekte en inzake het woonwagenkamp.
De heer Kostelijk zegt, nu binnenkort het
planten een aanvang zal nemen, acht spr. het van
belang tleze zaak nog eens onder de oogen 'te zien.
De gemeente is door het daarstellen van het teelt-
verbod, op den goeden weg, echter wil spreker
nog verder gaan. Velen zijn niet in de gelegen
heid de soorten, welke nu moeten wórden inge
voerd, te krijgen. Spr. wenscht daarom, dat de
gemeente als koopman zal.fungeeren door die soor
ten tegen den kostenden prijs beschikbaar te
stellen.
Weth. Kroon verwondert er zich over, dat
het geen rijkswet wordt, daar er op veel verzet
wordt gestuit betreffende het niet t.eelen van
de gevaarlijke soorten. Spr. acht de tuinbouwor
ganisaties do aangewezen lichamen zich te belas
ten met de verkrijgbaarstelling van plantgoed.
Na eene korte gedachtenwisseling wordt voor
gesteld de besturen der tuinbouworganisaties bij
een te roepen om eene regeling te treffen.
De heer Kostelijk merkt op, dat juist diegenen,
die de bravo's teelen, grootendeels niet zijn aan
gesloten ,daar het meeste gevaar schuilt in de
kleine tuintjes en niet in de groote akkers. Dn
teelt v&n bra.vo's is dit jaar verboden en de andere
soorten ,o.m. Geldersche schotten het volgend
jaar .waardoor een overgang wordt verkregen.
Conform het voorstel wordt aldus besloten.
De heer Kostelijk informeert naar den aanleg
en onderhoud van het woonwagenpark en mode
of nog dezen winter hiermede zal worden aange
vangen.
De voorzitter geeft hierop een nadere uiteen
zetting van de plannen en zal binnenkort eenj
aanvang met de werkzaamheden worden gemaakt.
Niets meer aan 'de orde zijnde, volgt sluiting.
Wiraterlezïngen
te Broek op La^gendijk.
(Slot).
Van meer belang dan de indeeling is de struc
tuur van de psalmen. In den oorspronkelijken
vorm treft men in de psalmen ook coupletten,
en in de coupletten strophen aan.
Zoo eindigen de Ps. 42 en 43 met gelijkluidend
keervers. Eenzelfde verschijnsel treft ge in Ps.
57, waar het zesde en twaalfde vers gelijklui
dend, dus keerverzen zijn, alsmede in Ps. 10'7.
De tweede psalm bestaat u,it vier coupletten.
Het taaleigen der psalmen komt in onze verta
ling niet uit, de oorspronkelijke vorm is niet
in onze taal weer te geven. De eerste psalmberij
ming in onze taal is die van Petrus Dathen, ze
werden op Fransche wijze gezongen. De verbrei
ding van de psalmberijming van Dathen is zeer
vlug gegaan. Spreker leest uit deze berijming
voor de Ps. 33:1, als proeve van goede berijming,
als minder geslaagd Ps. 22:1; de onze van den
laatsten psalm is veel mooier.
Beter dan de berijming van Dlathen, was in vele
opzichten die van Marnix van St. Aldegonde,
welke laatste een dichter was in den waren zin
des woords.
Van ten Gate, die zich ook aan psalmberijming
heeft gewaagd, leest spreker een mooi geslaagde
proef voor, nl. die van Ps. 147.
Gezongen wordt Ps. 150:1.
In den zangbundel treft men veel beurtzangen
aan ,b.v. Ps. 147 en 136. Als men ps. 136 onbe
rijmd leest, voelt men wel den eigenaard igen
vorm van dezen psalm aan.
Het eerste gedeelte van elk vers werd in den
tempel gezongen door solist, de andere helft
door een koor. Zeer schoon is en vol wijding werd
eertijds Ps. 134 gezongen. Déze psalm werd door
de pelgrims gezongen bij het afscheid nemen van
den tempel. Als zij afdaalden van Maria's heu
veltop, waarop de tempel was jgebouwd, benijdden
ze als 't ware de priesters, die op 'de heilige plaats
mochten blijven. Looft, den Heere, alle gij knech
ten des Heeren, gij die allen nachte in het huis
des Heeren staat, zongen de pelgrims den pries
ters toe, waarop dezen antwoordden met de ze
gen bede: de Heere zegene u uit Sion, Hij die'den
hemel en de aarde gemaakt heeft.
Schoon is de 84ste psalm, eveneens een Jjeurt-
zang. die gezongen werd tusschen pelgrims, hun
kerend om te staan in den voorhof des tempels
onbeantwoord door het tempelkoor. Spreker leest
deze psalmen voor, duidelijk komt daardoor het
karakter van beurtzang uit. Het slotkoor werd
gezamenlijk gezongen.
Z,eer teekenend is psalm 120. Om dien psalm
goed te begrijpen, stelle men zich den koning
voor, omgeven door het leger. Hij, de koning
heeft behoefte, Gods aangezicht te zoeken, voor
hij ten strijde trekt.
Dte Levieten begroeten hem, daarna zingt het
volk .Daarop zingt de koning: ,,Alsnu weet ik,
dat de Heere zijn Gezalfde behoudt", de krijgs
lieden zweren hem trouw, waarop het slotkoor
invalt.
ele psalmen dragen vreemde opschriften, die
vaak muzikale aanduidingen zijn, b.v. „op de
neginoth", beteekent snarenspel; „Schemenith",
achtsnarig instrument; „alamoth" (ps. 46) meis
jes- of sopraanstem. Het woord ,,sela" duidt zeer
waarschijnlijk een rust aan, een pauze. Men
spreke het woord dus bij het lezen van den
psalm niet uit, doch wachte even.
Over de schoonheid van den psalmbundel 1
aldus spreker zoude nog lang te spreken zijn.
Hij is vol schoonheid, maar de sleutel om die te
vatten ,ligt niet in 't verstand, doch in 't hart.
Geldt dit van heel 't woord Gods, inzonderheid
zouden we zeggen van de psalmen, die in 't hart
der dichters is geboren, na inwerking van Gods
Geest.
Alleen als 't hart gestemd is als dat van de
dichters .verstaan we het lied, dat zij dichtten.
Zoo heeft Calvijn getuigd, in, den psalmbundel
de innigste gedachten zijns harten vertolkt te
hebben gevonden. Hoe talrijke christenen hebben
het gebed van David in Ps. 51 tot het hunne
gemaakt!
Hoe vele doodsbedden zijn zacht gespreid, dooi
de vertroostingen vaii Gods woord in Ps. 23?
In den hemel wordt de psalmgeschiedenis ge
schreven. Ook onze Heiland heeft den psalmbun
del geliefd, heeft psalmen gezongen en met
psalmwoorden gebeden. Als wij, door den Geest,
ons zeiven hebben leeren zien als van God ver
laten, maar aangenomen om der wille van den
Gekruisigde, dan zullen we met dankbare har
ten steeds meer ons verdiepen in die heerlijke
psalmen en do vrucht zal zijn, dat als van verre
stranden, een liefelijke vrede daalt in onze ziel.
Gezongei^ wordt Gezang 96, waarna de ver
gadering met dankzegging wordt -geëindigd.
f! echtzaken
ALKMAAR.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting 28 Januari.
Uitspraken 20 Januari.
Nico O. en Christiaan O., beiden te Hoorn.
Bedricgelijke .handeling- bij een verkoop van bak
kerij met woonhuis le i' 500 boete of 100 dagen,
2e vrijgesproken.
Gerardus T. Castricum (ged.) diefstal onder
verzwarende omstandigheden, 8 maanden gevan
genis voorwaardelijk met 3 proefjaren en onder
toezicht stelling.
Lasisi» era Tpjinbouw
BlE STTK0TO EMEST&TOFFEN.
Bekeken we in 't voorgaande artikeltje de sal
peter meststoffen thans willen we de ammoniak-
mestsioffen eens nader bespreken.
En dan komt daar- eerst de zwavelzure ammo
niak voor in aanmerking. Deze meststof is zeker
een der meest gebruikte. Ze wordt verkregen als
een bijproduct bij de gas- en cokesfabricatie, maar
daarnaast bestaan, zooals we reeds eerder bespra
ken, kolossale fabrieken te Leuna (Merseburg)
en Oppau, waar de luchtstikstof in ammoniak-
vorm gebonden wordt.
"Wanneer we nu de zwavelzure ammoniak be
spreken uit het oogpunt van de plantenvoeding,
dan zal het ons allereerst te doen zijn om een
antwoord te krijgen op de Vraaghoe werkt deze
meststof ten opzichte van de plant? Op deze
vraag is tweeërlei antwoord mogelijk en wel wat
de opneembaarheid betreft en wat de reactie
betreft.
Zwavelzure ammoniak is. gemakkelijk oplos
baar. Dat wil nog niet zeggen, dat de planten
het gemakkelijk en graag opnemen.
Juist tegenover de stikstofhoudende meststof
fen toonen de planten zich nogal kieskeurig. Ze
nemen liever salpeter dan ammoniak o'f iets an
ders. Ze kunnen, althans de meeste planten, wel
ammoniak opnemen. Maar liever doen ze het niet.
Ls er salpeter in den grond, dan zullen ze dit
vlugger en vollediger opnemen. En nu toch maar
ammoniak geven? Ja zeker. Want al weten we
nn, dat de planten deze meststof niet graag op
nemen, we weten ook iets "anders, n.l., dat in Jen
grond die ammoniak geen onbelangrijke veran
dering kan ondergaan. Daar leven toch massa's
bacteriën en sommige van deze hebben het ver
mogen de ammoniak in salpeter te veranderen.
Dat is een zaak van beteekenis! Alleen het
duurt een poosje. Het is niet zoo:: de ammoniak
gestrooid de ammoniak is salpeter. Zeer ge
leidelijk wordt die ammoniak veranderd. Daar is
tijd voor noodig, en warmte! Ja, want de bactei-
riën, die het hoogst nuttige werk verrichten doen
dit slechts bij een bepaalde temperatuur. Als
't niet warm genoeg is, dap is het, of er geen
leven in zit. Daardoor komt het ook al, dat men
in 't vroege voorjaar aan een ammoniakbemesting
zoo weinig heeft. Eierst wanneer de bacteriën
wakker worden, begint de ammoniak te werken.
Dat is zoo in 't begin van Mei, dikwijls heel
wat later, soms ook heel wat vroeger. Dat ligt
er maar aan welk weer het is. Heeft men een
mooien warmen zomer, dan is er niet het minste
bezwaar wat meer zwavelzure ammoniak uit te
strooien. Maar wie weet dat in 't vroege voor
jaar? 'tKan net zoo goed een koude, natte zomer
worden, en dan merkt men van 'dat goedje een
bitter klein beetje. Dan is men beter met salpeter.
Zoo zien we ook hier weer, in hoe sterke mate
het boerenbedrijf van het weer afhankelijk is.
Zij weten dan ook wel, dat zonder den zegen van
Boven niets hun gelukken zal en dat vertrou
wen geeft hen ook de moed om maar élk jaar
maar weer opnieuw verder te gaan.
Uit wat we nu besproken hebben, is nu wel
duidelijk geworden, dat ammoniak een langzaam
werkende meststof is. Voor gewassen, die lang
doorgroeien zooals suikerbieten en aardappelen
is het dan ook een buitengewoon goede meststof.
Ze is niet alleen goedkoop, maar wat men er
al te veel van gestrooid heeft, blijft tot het vol
gend jaar in den bouwvoor bewaard. Dat is met
salpeter niet het geval, althans men mag daarop
niet rekenen.
Ten slotte nog iets over de reactie. De mest
stof heeft zwavelzure ammoniak. Ze is dus be
reid uit zwavelzuur en ammoniak. De ammoniak
is voor de plant. Het zwavelzuur blijft in den
grond. Dit is een sterk werkend zuur. En dus
ligt de conclusie gemakkelijk vast te stellen;
zwavelzure ammoniak is een zure meststof, een
physiologisch zure meststof, die in zandgronden
de bodemreactie derhalve in zure richting drijft.
Daar, waar men een lagen kalktoestand heeft
zal men geen zwavelzure ammoniak moeten ge
bruiken. Heeft men op de zandgronden echter
last van schurftige aardappels, dan zal men er
genoegen van beleven.
Voor de zeekleigronden kunnen ze zonder voor
behoud het gebruik van deze meststof aanbeve
len. Weliswaar werkt ze iets ontkalkënd, maar
de meeste zeekleigronden hebben zoo'n enorme
kalkvoorraad dat voor uitputting daarvan geen
vrees behoeft te bestaan. S.
De heeren H. Oyens en Z,n. te Amsterdam
melden ons:
Alleen de overtuiging dat een periode van
lustelooze stilte het noodzakelijke doorgangssta
dium is tot betere tijden, dat er op het oogenblik
werkelijk geen gegronde redenen zijn tot over
dreven enthousiasme, troosten de beursbezoekers
met de grouwelijke verveling, waaraan zij ter
vergaderplaats aan het Damrak zijn overgeleverd.
Verleden week concurreerde de gedrukte stem
ming van Wallstreet met de klaterhausse van
BerlijnDeze week was de verhouding vrijwel
omgekeerd. Als om een tastbare bevestiging te
leveren van onze breedvoerige beschouwingen in
het vorig overzicht, liet Berlijn af van den door
niets gemotiveerden kooplust, en keerde tot de
harde, weinig benijdenswaardige werkelijkheid
terug, hetgeen over de geheele linie gevoelige
reacties beteekende, Zulk een aftakeling was na
tuurlijk voor 'Amsterdam het sein, om cr ook
maar het bijltje bij neer te leggen. Zonder dat
van ernstige koersverliezen sprake was, stagneer
de de handel in de Amsterdamsche favorieten
totaal. Menigeen vroeg zich af, wat er met de
Margarine Unie nu weer aan de hand was, toen
de koers zich verstoutte een vijftiental punten
terug te loopen, vergetende, dat op of juist ter
beurze stilstand achteruitgang was. In aand. Van
Berkel manifesteerde zich weer moeilijk te plaat
sen aanbod, toen de „vendeurs d'hier" hun blanke
posities meerendeels hadden afgewikkeld.
Philips Gloeilampen hielden zich met eenige
moeite nog behoorlijk op vijfmaal pari, maar de
speculatieve merites worden hier met den dag
kleiner .hetgeen voor zulk een papier een factor
van beteekenis is.
Op de afdeeling der specialiteiten trok een
verdere aftakeling van de beruchte kurkwaarden
eenigszins de aandacht.
Cultuurwaarden verliepen verdeeld. 'Rubber-
aandeelen, met name aand. Amsterdam R.ubber,
bleken nogal gevoelig door optimistischer ten
dentie der termijnmarkt. Amerikaansche ver-
bruiksramingen voor Januari ad. 30.000 tons
openen overigens nog geen overweldigende ver
schieten en wie nog niet het genoegen heeft hier
aandeelhouder te zijn, kan nog wel eens zijn
beurt afwachten totdat wat meer licht is doorge
broken.
Suikerwaarden bleven verwaarloosd, maar nog
wonderwel op prijs, als men bedenkt, dat, naast
dat lage prijsniveau thans positieve berichten
nopens droogteschade doorkomen.
Röninkl. Petroleum rijn, na de „sensatie" van
het interim-dividend, al weer in hun winterslaap
verzonken, nog gehandicapt door benzine-prijs-
verlagingen in de Unie.
Die befaamde Bostonaandee-len waren bijwijlen
de topic of the day. Hoogst vermoedelijk houdt
de in gang zijnde beweging verband met de be
lendende asphaltlagen, omtrent welker exploi
tatie echter nog geen nieuws bekend is. Wie in dit
aandeel iets wil ondernemen, heeft stellig een
fraaie kans, maar moet niet te veel redeneeren.
Dat de Zaterdag een reactie toonde op begrijpe
lijk winstaanbod beteekent voor het verdere ver
loop heel weinig. Het eigenaardige karakter van
dit papier maakt het slechts voor weinige kapi
taalkrachtige speculanten geschikt.
GGelijk gezegd is W,allstreet wat beter ge
mutst. De verrassend goede kwartaalstaat der
Bethlehem Steel Corp. was een zeer welkome
stimulans, al worden in breede kringen deze
cijfers cum grano salis, althans met eenig com
mentaar, aanvaard. In Angelsaksische landen is
een der meest geliefde kernspreukenA man
may be down, but he is never out. En daarom is
men nu wel geneigd om de uit talrijke bedrijfs
takken onmiskenbaar slechte statistische publi
caties alreeds in het koerspeil verdisconteerd te-
achten. Wie in deze afdeeling iets wil onderne
men, houde zich in ieder geval aan de oude, cou
rante in Amerika populaire standaardwaarden.
Het spreekt vanzelf, dat na een zoo geweldige-
koersaderlating voor aankoop en dergelijk mate
riaal veel is te zeggen, vooral door kapitaal
krachtige lieden, die niet met alle geweld voor
de laagste koersen willen koopen. Aand. Beth
lehem Steel, U.S. Steel, General Electric, Sears
Roebuck, General Motors, Am. Smelting, etc.
hebben ook nu nog een breede markt, en het; zul
len vooral deze soorten zijn, die in het bijzonder
zullen profiteeren van een herleving der specu
latieve sentimenten, die stellig niet dood zijn,
maar slechts sluimeren, om bij gelegenheid weer
met volle kracht te ontluiken.