SPORT EN WEOSTRIJBEN
Be dokteravrouw als ehauffeuse oïEien
verboden weg bereden en een sulky in
den grond geboord.
Voor den kantonrechter stond vrijdag terecht
mevrouw Laetitia Hendrika iSch., eehtgenoote van
Dr. H. H. te Schoorl, welke dame op> 1 Septem
ber j.l. met een door haar bestuurd 4-wielig
motorrijtuig niet alleen den voor alle automobiel-
verkeer afgesloten Omloopweg bereed, doch op
den zeer smallen en wegens een langs den weg
berm loopende beek tamelijk gevaarlijken weg
een voor haar rijdende sulky, door een harddra
ver bespannen en bestuurd door den hulppikeur,
in dienst van den heer Witteveen, den heer Ar ie
Koor tens 'te passeeren, met gevolg dat een aan
rijding plaats had, de heer Koortens van "het voer
tuig tuimelde en de sulky belangrijke schade
bekwam. Het was gelukkig, dat de harddraver
zeer mak was en de heer Koortens nog bezijden
het autowiel viel, anders was een groot ongeluk
niet uitgebleven.. De zaak scheen onderling niet
geschikt te kunnen worden, zoojlat tenslotte nog
aangifte waS' geschied.
Mevrouw H., hoewel de materieele schade in
hoofdzaak toegevende, was het niet eens met en
kele uitdrukkingen in de dagvaarding, onder
meer dat zij roekeloos zou hebben gereden, wat
door haar beslist werd ontkend. Zij reed zeer
kalm en betwijfelde, of de schade aan de sulky
en de val van getuige Koortens veroorzaakt wa
ren door een aanrijding, doch veronderstelde ver
dachte, dat een en ander het gevolg was van
het plots op zij springen van het verschrikte
paard.
De heer Koortens, toegevende dat de snelheid
van de auto zeer gering was, beweerde echter
dat de auto een wiel van de sulky had geraakt,
waardoor dit omsloeg en Koortens deed vallen
Het wiel van de auto had zijn schouder nog ge
raakt, doch Dr. Heringa, tot wien hij zich had
gewend, kon niets abnormaals ontdekken.
De plaatselijke toestand is zeer ongunstig voor
het rij vei keer, vandaar dat de weg voor auto's
is verboden. De reeds smalle weg, die niet toelaat,
dat 2 wagens elkaar passeeren, wordt bovendien
nog meer versmald doch een dichte haag, wier
takken over den wegberm hangen. Indien echter
mevrouw H. nog even met voorbijrijden had ge
wacht, had een meer gunstige gelegenheid be
staan bij de damhekinsnijding bij het land van
mej. de wed. Tasse.
Aan mevrouw H-, die behalve overtreding van
art. 22 der motor- en rijwielwet ook nog terecht
stond ter zake het overtreden van het wegver-
bod, vroeg den ambtenaar: En berijdt u nog
steeds dien verboden weg? Na het gebeurde niet
meer, gaf mevrouw ben antwoord.
De heer P. (S,trooker, rijksveldwachter te
gehoor 1. die een, schetskaart had ..vervaardigd ter
verduidelijking van het gebeurde, gaf op de vraag
van den kantonrechter, hoe verdachte bekend
stond als autobestuurster ten antwoord: Goed,
meneer.
De ambtenaar, die in zijn requisitoir deed uit
komen, dat hier wel degelijk roekeloos was ge
reden daar de qualificatie „roekeloos" niet uit
sluitend behoeft te worden toegepast op snel
rijden, requireerde wegens overtreding van artikel
22 tegen mevrouw Dt. H. f 80 boete of 80 dagen
en wegens het rijden op een afgesloten weg, wat
haar op de gebruikelijke wijze was bekend ge
worden, niet minder dan f 20 boete of 20 dagen.
De kantonrechter, direct uitspraak doende, ver-
eenigde zich volkomqn met de definitie van de
aanduiding roekeloos en 'veroordeelde mevrouw
H- ter zake het eerste tenlaste gelegde feit toi
f60 boete of 60 dagen, doch vermeenende dat
in het wettelijk verband geen tweede veroordee
ling mogelijk kon Zijn, (wat de ambtenaar kenne
lijk niet met mr. Bastert e,ens was) sprak haar
van het tweede ten laste gelegde feit, het berijden
van den omloop, vrij.
Een getuige die inet koorts! te bed lag.
Een 20-jarig chauffeur, de heer Karei S. te
Alkmaar, die reeds eenige malen als getuige was
opgetreden in- een aanrijdingszaak met hinder
nissen .contra een verhuisautochauffeur, zekeren
Engelburg uit Amsterdam, wiens wagen bij het
beeld van Mevr. Bosboom Touissant in botsing
kwam met een wielrijder, in casu den heer Salo
mons uit Heiloo, was op 19 November opnieuw
opgeroepen, ten einde als getuige voor de meerv.
strafkamer, welke collega bedoelde zaak in hooger
beroep zou behandelen, te verschijnen. De heer
S. was echter niet verschenen en had ook niets
van zich doen hooren, zoodat hij nu zelj in onge
legenheid kwam en tegen hem terzake het niet
voldoen aan eenige verplichting als getuige (art.
444 wetb. v. strafr.) een strafvervolging werd
ingesteld. De heer iS. verscheen thans zelf als ver
dachte en deelde mede, ernstig ziek te zijn ge
weest destijds. Hij lag met zware koortsen te bed
en Was absoluut niet gedisponeerd om aan die
strafzaak te denken. Zijn ouders hadden hem ook
niet herinnerd aan de dagvaarding en was dus
een kennisgeving met overlegging van een genees
kundige verklaring achterwege gebleven. Natuur
lijk kon een dergelijk verzuip, dat hinderlijk
was voor den goeden gang der gerechtelijke za
ken niet ongestraft blijven, doch de kantonrech
ter was bereid rekening te houden met de ver
zachtende omstandigheden en veroordeelde den
delinquent tot slechts 5 gulden boete of 5 dagen.
'Be handhaver der wet zelf in overtreding.
De rijzige Heer B- J. E. M,„ burgemeester van
Oude Niedorp, reed in den avond van 2 Jan.
op weg naar zijn heiraath toe langs de kanaal
kade te Alkmaar, in zijn vierwielig motorrijtuig
met de koplampen op volle sterkte, hetgeen niet
ontging aan den bij de Friesche brug met de ver
keersregeling belasten politieagent, die dan ook
plichtmatig procesverbaal opmaakte, want vorst
of bedelaar, voor de wet zijn allen gelijk, zegt
men. De heer Burgemeester stond dan ook nu
in optima forma terecht en voerde ter zijner ver
dediging 3 redenen aan primo, dat de batterij!
zijner kleine lampen was versleten en deze alzoo
onvoldoende lichtsterkte hadden op een donkeren
weg met vele zijwegen als de Kanaalkade, secun-
do dat hij vermeend had dat de Kanaalkade niet
behoorde onder de bebouwde kom der gemeente
en tertio, dat iedere aanwijzing dienaangaande
op bedoelden weg, ook niet wat betrof de maxi
mum snelheid ontbrak.
D'e heer ambtenaar lichtte daarop in zijn re
quisitoir den burgemeester wat beter in en be
toogde, dat in de eerste plaats de bebouwde kom-
verlichting in orde had moeten zijn en het voorts
niet door de wet werd voorgeschreven, dat' iederé
weg zou moeten zijn voorzien van de door den
burgemeester bedoelde, de gemeentelijke schoon
heid toch al niet verhoogende borden. Het was
voldoende dat dergelijke kennisgevingen aanwezig
waren bij den ingang van de gemeente, in dit
geval aan de voorzijde van het. kanaal, nabij de
Friesche brug, Gevorderd werd f7 boete of 7 da
gen, welke straf door den heer kantonrechter
goedgunstig werd gewijzigd in f 3 boete of 3 d.
Wettelijk nog niet voldoende ingeburgerd.
Een te Alkmaar wonend en werkend arbei
der, de heer H. v. d. V., was op 8 Januari in
conflict gekomen met de gemeentelijke politie
verordening, waarin o.m. wordt voorgeschreven,
dat het smalle Yerdronkenoord slechts in één
voorgeschreven richting mag worden bereden. De
heer v. d. V. nu, reed ook wel in één richting,
doch helaas in de verkeerde, zoodat hij, nu dat
het feit ambtelijk was geconstateerd, de gebrui
kelijke convocatie in ontvangst had te nemen.
De overtreder, heden terecht staande, erkende
de telastelegging, doch excuseerde zich met te
zeggen, dat hij, uit Hoorn komende, nog slechts
een half jaar burger van Alkmaar mocht
worden genoemd en zich 'nog niet voldoende op
de hoogte had gesteld van hetgeen hier wel of
niet geoorloofd Was. De kantonrechter kon zich
zulks indenken en legde geen hoogere boete op»
den was indirect oorzaak, dat de heer Alex .Q.,
Die arbeidswet is gelijk aan een onzichtbare
mollenklem.
De welwillendheid zijner vriendelijke huurlie
den was indirect oorzaak, dat de heer Alex V.,
parapluiehandelaar en reperateur te Alkmaar,
heden als verdachte voor den kantonrechter moest
verschijnen. De heer Q. namelijk heeft niet de be
schikking over een loopknecht, daar de parapluie-
reparatie hem niet veel meer legt dan wind. en
als hij nu zelf geen gelegenheid heeft, 'de gerepe-
reerde regenschermen te bezorgen, maakt hij ge
bruik van de gratis diensten van zijn buurlui's
Een'onverwijld onderzoe'kwas voldoende op
de duidelijkste wijze 'te erkennen, dat het door
vader Michel gevonden been het been van een
man was, en bijgevolg deze ontdekking, in stede
van aan het reeds aangevangen gerechtelijk on
derzoek een nieuw steunpunt te leveren, een nieu
we misdaad verried, die niet minder geheimzinnig
dan de eerste, maar misschien er geheel afgeschei
den van was. Wat eenigen schijn van waarheid
aan deze laatste veronderstelling geven kon was
dat de moordenaars van den man en die der
vrouw blijkbaar een verschillende manier van
ontleding' van hun slachtoffer gebezigd hadden.
Zoo was het niet te betwijfelen dat de arm
der vrouw met geweld uit den romp gerukt
was geworden, want het vleesch was afgrijselijk
gescheurd bij 'het sleutelbeen; daarbij moest, de
uitstekende hoek 'van het schouderblad bij het
leven of kort na den dood verbrijzeld zijn ge
worden, en de samentrekking der spieren, zoo
mede de kwetsuren van het vel bewezen zoowel
de ruwheid als de onervarenheid van den ont-
leder. 't Was niet hetzelfde geval met het been
van den man, dat zekerlijk door een bekwaam
ontleedkundige bewerkt was geworden. Zorgvul
dig, zelfs netjes, zou men kunnen zeggen, was
het vleesch doorgesneden. Men zag dat het scherp
lemmet van een ontleedmes met schranderheid,
ja met beleid over den hals van het dijbeen ge
gaan was. Het been was overigens ongeschon
den en getuigde van een groote handigheid van
dengene die geopereerd had.
Al deze zonderlingheden werden zorgvuldig
door den aits aangewezen, en de jxilitie hield zich
bezig met, partij te trekken van het haar meege
deelde.
'Maar juist toen zij zich gereed maakte het
volhardend werk harer navorschingen voort te
zetten bracht Lefiot, die onbetwistbaar de ijverig
ste en schranderste van al de agenten was, aan
het parket een nieuwe inlichting, die naar alle
waarschijnlijkheid het onderzoek moest bevor
deren.
Lefiot had inderdaad vernomen dat een student,
Ludovic Malon geheeten, sinds drié dagen uit
het Quartier Latin was verdwenen met zijne
minnares, een jonge vrouw,bekend onder den
naam van Heloïse Brochon.
III.
Heloïse en Ludovie.
Ludovic was een fraai, rijzig, vierentwintig
jarig jongeling, goed bekend in de Racinestraat
en zeer geacht aan de geneeskundige school.
Nooit 'zag men hem de bierhuizen en de pu
blieke danshuizen bezoeken. Schier uitsluitend
aan zijne studiën overgegeven, leefde hij afgezon
derd, woonde vlijtig de lessen bij en maakte zich
voor net examen gereed mét de volharding van
een jongman die vooruit wil komen. Overigens
behoorde hij tot een bescheiden burgerlijke fami
lie in Dauphiné en had zins vroeg begrepen dat
hij slechts van zijn eigen inspanning de verwe
zenlijking te verwachten had der droomen van
fortuin en roem, waarmede hij zich dikwerf in
de eenzaamheid zijner studiën vleide.,
Hij had slechts weinig vriénden hoogstens
eenige kennissen, zooveel men wist en boven
dien verkeerde hij er nauwelijks mee. Slechts nu
en dan zag men in de straat Racine een mooie
jonge vrouw komen, die naar zijn dakkamertje
opklom. Zij was 'eenvoudig, maar met smaak ge-
oudsten zoon, om bedoelde parapluies aan de
adressen te bezorgen. Op 1 Febr. echter was de
oudste zoon, een bereidwillige jongen en veej£e-
i lovende journalist, niet beschikbaar en was de
familie zoo goed een jonger broertje met de be-
j zorging te belasten. Helaas echter had deze jon-
geling nog niet den wettelijken leeftijd bereikt,
j welke ongunstige omstandigheid echter zelfs in
de afgelegen v. id. Meijstraat aan het scherp
speurend oog van ©en politieagent niet ontging.
E|venwel werd heden door ambtenaar en 'kanton
rechter toegegeven, dat de vaderlijke zorg van
den Staat wel eens hinderlijk kan zijn, doeh
er mag niet verzuimd worden ernstig op deze
overtredingen te letten. De gerequireerde en op
gelegde straf bedroeg echter slechts f 1 boete
of 1 dag, zoodat de heer Q. van de milde stem
ming der wetehandhavers vermocht te profitee-
ren.
Moeders kindermeisje en zijn stndieën
"benadeeld.
Het oudste leerplichtige zoontje Rein van
mej. Neeltje P., geboren B. te Alkmaar, moet
op de kleine kinderen passen als zijn ziekelijke
moeder zich op dokters spreekuur bevond. Deze
traveste rol werd ook op 25 November door hem
vervuld, doch daar moeder toen blijkbaar ver
zuimde permissie tot schoolverzuim te verzoe
ken, moest zij heden terecht staan wegens over
treding der leerplichtwet en werd dienovereen
komstig veroordeeld tot f 3 boete of 3 dagen.
Ongediplomeerde rijkunst-
De 19-jarige monteur Petrus K., in dienst als
monteur bij den garagehouder Mienisma te St.
Pancras, werd op 5 Februari te Oudorp als be
stuurder van een auto gesnapt omdat hij geen
rijbewijs kon toonen. Heden voor dit gemis te
recht staande, beweerde hij wel te kunnen rij
den, doch geen kapitaal te bezitten zich een
rijbewijs aan te schaffen. Zijn patroon wenschte
die kosten niet te dragen. Op bedoelden datum
was hij alleen thuis en kreeg men een spoedop
dracht voor een taxi met bestemming Alkmaar.
Hij had het er toen maar op gewaagd met bo
vengemeld noodlottig gevolg. Gewaarschuwd
werd tegen het nemen van dergelijke dubieuze
proeven in het verschalken van de wetscontro-
leurs en opgelegd f 3 boete of 3 dagen. i
FietsrijVlen zonder minstens een hand aan
't stuur streng verboden. t
De 19-jarige kantoorbediende Ter V., getooid
met den hoogst welluidenden naam Fgidius, had
zich op 6 Februari, berijdend den Kennemer
straatweg te Alkmaar, op de hierboven omschre
ven en aldaar gevaarlijk geachte manier op het
rijwiel voortbewogen. Dus maakte hij nu zijn op
wachting bij den kantonrechter en gaf dezen de
toelichting dat hij op deze wijze zijn verstijfde
handen had willen warmen. Dit. verwarmings
systeem bleek evenwel in het gegeven geval niet
voordeelig, daar het jonge mensch, dat nog on
bekendheid met de wet vruchteloos tot verschoo
ning aanvoerde, werd veroordeeld tot f3 boete
of 3 dagen. Waar echter deze methode van fiets-
rijden nog dikwerf hier ter stede wordt toeg-
past, willen wij Hog even met nadruk er op wij
zen, dat zulks in Alkmaar bij politieverorde
ning is verboden op straffe bij de verordening
bepaald.
Oud, arm eerzuchtig en eerlijk en toch
in aanzien.
De 66-jarige kistjesventer Eivert Dl. uit Zaan
dam had zichop 8 Februari begeven naar de
Rijp, dat hij geregeld bezoekt, zonder tot dus
ver te zijn 'gehinderd. Doch op gemelden datum
was het misère, daar hij als hebbende geen ver
gunning hebbend, werd geverbaliseerd. De oude
man stond heden terecht en klaagde: ik heb toch
eerlijken handel, ik ben toch geen bedelaar. Wer
ken kan ik niet meer en ik moet toch leven.
Moet ik. dan verhongeren? Zie vergunning te
krijgen, adviseerde de kantonrechter. Die krijg
ik vast niet, antwoordde de man mistroostig, ik
ben in 1918 uit Dultschland gekomen. Daar heb
ik als soldaat dienst gedaan tot ze me niet meer
noodig hadden, 't Was wel 'n zielig geval maar
de kantonrechter kon er ook al niet veel meer aan
doen dan de straf niet zwaarder te maken dan
f 1.50 boete of 1 dag.
kleed, zoodat zulks sterk afstak bij de opzich
tige toiletten der hetaren van de buurt.
't Was Heloise Brochon.
Zij was twintig jaar oud en woonde in de
straat La Bruyère. Omdat zij Ludovic bemin
de, verliet zij eens in de week de woelige streek
van den rechteroever om eenige uren in de straat
Racine te komen doorbrengen.
Wat Ludovie betreft, deze bevredigde zich er
mee bemind te worden. Een wezenlijke, ernstige
liefde had zijn toekomst kunnen benadeelen en
tot hiertoe had hij mét veel standvastigheid zijn
hart verdedigd.
Sedert lang mitsdien bepaalden de betrekkin
gen tusschen beide jongelieden zich bij deze weke-
lijksche samenkomsten. De jonge vtouw wilde niet
onvoorzichtelijk meer vragen Ban men haar bood,
terwijl Ludovic 'deze verkeering als een soort
van zedelijke fotenel beschouwde, waarbij zijn
geest een heilzame afleiding vond.
De portier van het huis waarin Ludovic Malon
woonde, was de eerste die van de verdwijning des
jongelings kennis gaf. Reeds sinds drie dagen
was de student niet thuis gekomen, toen de
slechte geruchten die in Parijs liepen ter ooren
van den 'portier kwamen.
B;e samenhang hiervan met die verdwijning
kw,am den portier opmerkelijk voor en hij sprak
er zoo veel en zoo druk over mét hen, die naar
hem wilden luisteren, dat zijn loge eindelijk be
zocht werd door al de verslaggevers van dien
tijd en Lefiot zelf op zijne beurt dit nieuwe
spoor ging onderzoeken.
Tot op dit oogenblik betrof het slechts den
student maar het was van belang te weten of
ook de jonge vrouw le gelijkertijd verdwenen
was en of zij, in tegenover gesteld geval, niet
Bi. T. iS. 1 behoudt haar kans en wtnfc met
groote cijfers (73) van Schinkelhaven.
Deze, voor het eerste elftal zoo belangrijke
wedstrijd, bad menige supporter er toe gebracht
het elftal te vergezellen, om zijn elftal te zien...
Ja, wat? Toen nog een open vraag, en mét ge
mengde gevoelens werd de reis naar Amsterdam
aanvaard.
Bij aankomst aldaar bleek alras dat 't terrein
in een allesbehalve gunstigen toestand verkeer
de, maar na wederzijdsch overleg werd besloten
toch te spelen, waar men, althans wat Di.T.S.
betreft, geen berouw over behoeft te hebben.
Met flinke, door niemand wel verwachte cij
fers, heeft D.T.Sl. zich over Schinkelhaven de
meerdere weten te toonen. In den beginne zag
het er echter niet naar uit. Sichinkelhaven beves
tigde toen onze meening, dat het een elftal heeft,
waarmede terdege rekening moet worden gehou
den. Tot tweemaal toe namen zij de leiding, iets
wat zij in die periode volkomen verdienden, daar
zij een uitstekend spel vertoonden. Zij maakten
echter deze fout, dat zij het samenspel te ver
doorvoerden, en hoewel 'hierdoor menigmaal ge
vaarlijke situaties voor de D.-veste ontstonden,
wist onze verdediging toch steeds 't gevaar te
bezweren, en toen de stand dan ook weer gelijk
was, hadden de Dieetjes zich reeds dermate aan
de terréinsomstandigheden aangepast, dat we voor
her verdere verloop er 't beste van konden ver
wachten. Deze hoop bleek niet ijdel, daar met
de rust onze jongens een 42 voorsprong hadden,
wat noodig zoo zijn moest, daar ze in de tweede
helft tegen den schuin over het veld staanden
wind moesten optornen. Maar aan de toen nog
heerschende onzekerheid werd spoedig een einde
gemaakt-, en geleidelijk voerden de Deetesj den
stand op. Beide elftallen waren even sterk, maar
de snelle D.-voorhoede wist van de haar geboden
kansen profijt te trekken, iets wat de .3,-voor-'
waartsen, door te lang treuzelen en zwEkk schie
ten niet konden. Kansen was ook dezen middag
weer in goede conditie, hij hoede zich echter voor
noodeloos gebruik maken van zijn beenen en voor
het maken van onnoodige capriolen.
Kroon en v. Dijk kweten zich zoo goed zij
konden van hun niet gemakkelijke taak. De mid
dellinie, waarin ook Langedijk weer 'present was,
vervulde haar taak uitstekend. Tenslotte de voor
hoede, waarin S. Kuiper op de linksbuitenplaats
zijn broer als invaller verving, kan op een alles
zins goeden wedstrijd terug zien. Door zeer snelle
aanvallen schepte zij zich de kansen, waarvan dan
dankbaar werd geprofiteerd.
(D(e wedstrijd.
Onder leiding van Meerman, een goed fluit-
tist, wordt afgetrapt en direct zitten de gas!t-
heeren voor de D.-veste. Het duurt niet zoo
lang, of na een schermutseling nemen zij de
leiding. Nog geen 2 min. daarna scoort Eiecen
echter den gelijkmaker. [Met een mooien kopbal
geeft de linksbinnen van S. zijn club opnieuw
de leiding. De aanvallen van Di. worden nu ge
vaarlijker, en het is weer Fiecen, die van de hem
geboden kans profiteert en opnieuw gelijk maakt.
De Di.-aanvallen zijn door de groote snelheid
uiterst gevaarlijk en slechts met groote moeite
kunnen de 3.-backs deze voorloopig weerstaan.
Dan is het 'Kuis, die handig doorbreekt, enH
hoewel zwaar gehinderd, Di. de leiding geeft,
'Eiecen volgt zijn voorbeeld, en neemt no. 4 voor
zijn rekening, met welken stand gedraaid wordt. -
De tweede helft is circa 10 minuten oud, als
Kos den hem toegespeelden bal weet te bemach
tigen en met teen ha.rd schot ten 5e male scoort,
De gastheeren doen véle pogingen om den achter
stand te verkleinen, wat hen echter eerst gelukt,
als hun heiligdom reeds 7 maal is doorboord.
Voordien hadden in het g.-elftal eenige onge
vallen plaats, en moesten keeper en links-half
uitvallen, zoodat zij het laatste kwartier met
9 man verder speelden. Deze ongevallen waren
geheel aan S. zelf te wijten, en geen 'der» D'.-spe
lers had hierin ook maar ©enigszins de hand.
Het einde kwam dus met een 91 zege, en
zal dus de laatste wedstrijd tegen Oranje-Zwart
de beslissing moeten brengen of D. al of niet
voor den kampioenstitel in aanmerking komt.
eenige nuttige inlichtingen omtrent het lot van
haar minnaar geven *kon.
Lefiot begaf zich onmiddellijk naar de straat
La Bruyère.'En vermits Heloise daar zeer be
kend was, viel 't hem niet moeilijk zich haar
woonplaats te doen aanwijzen-
'Zij woonde op de derde verdieping van no. 22.
De politiebeambte klom de trap naar de woning
op, maar vond ze gesloten. Tevergeefs schelde
hij verscheidene malen.
Niemand antwoordde, en niets bewoog zich
binnen. V.
Stellig was de jonge vrouw afwezig, en eenigs
zins teleurgesteld wilde hij weer naar beneden
gaan, toen de deur van het tegenoverliggend ap
partement geopend werd en een vrouw op den
drempel verscheen.
'tWas een jonge vrouw in een ruimen netel-
doeksehen peignoir (morgenjapon), de oogen een
weinig slaperig, het haar min of meer in de war.
Den agent toelachend vertoonde zij hem een
dubbele rij schitterende tanden.
„Ge verlangt Heloise te spreken?" vroeg de
mooie deern.
„ja, madame," antwoordde Lefiot.
„En men heeft u niet geantwoord?"
,,Zij is waarschijnlijk uit
„Ik geloof ja— ik ben hare vriendin en zoo
het iéts is dat men haar zeggen "kan, wil' ik a'lfl zij
thuis komt
Lefiot maakte zich als agent bekend, verklaar
de met weinige woorden de reden van zijn bezoek
en sprak over de ongerustheid, welke de, dezer
dagen plaats gehad hebbende gebeurtenissen ten
aanzien van mejuffrouw Hploise Brochon konden
verwekken.