SPORT EN WEOSTRIJBEN Be dokteravrouw als ehauffeuse oïEien verboden weg bereden en een sulky in den grond geboord. Voor den kantonrechter stond vrijdag terecht mevrouw Laetitia Hendrika iSch., eehtgenoote van Dr. H. H. te Schoorl, welke dame op> 1 Septem ber j.l. met een door haar bestuurd 4-wielig motorrijtuig niet alleen den voor alle automobiel- verkeer afgesloten Omloopweg bereed, doch op den zeer smallen en wegens een langs den weg berm loopende beek tamelijk gevaarlijken weg een voor haar rijdende sulky, door een harddra ver bespannen en bestuurd door den hulppikeur, in dienst van den heer Witteveen, den heer Ar ie Koor tens 'te passeeren, met gevolg dat een aan rijding plaats had, de heer Koortens van "het voer tuig tuimelde en de sulky belangrijke schade bekwam. Het was gelukkig, dat de harddraver zeer mak was en de heer Koortens nog bezijden het autowiel viel, anders was een groot ongeluk niet uitgebleven.. De zaak scheen onderling niet geschikt te kunnen worden, zoojlat tenslotte nog aangifte waS' geschied. Mevrouw H., hoewel de materieele schade in hoofdzaak toegevende, was het niet eens met en kele uitdrukkingen in de dagvaarding, onder meer dat zij roekeloos zou hebben gereden, wat door haar beslist werd ontkend. Zij reed zeer kalm en betwijfelde, of de schade aan de sulky en de val van getuige Koortens veroorzaakt wa ren door een aanrijding, doch veronderstelde ver dachte, dat een en ander het gevolg was van het plots op zij springen van het verschrikte paard. De heer Koortens, toegevende dat de snelheid van de auto zeer gering was, beweerde echter dat de auto een wiel van de sulky had geraakt, waardoor dit omsloeg en Koortens deed vallen Het wiel van de auto had zijn schouder nog ge raakt, doch Dr. Heringa, tot wien hij zich had gewend, kon niets abnormaals ontdekken. De plaatselijke toestand is zeer ongunstig voor het rij vei keer, vandaar dat de weg voor auto's is verboden. De reeds smalle weg, die niet toelaat, dat 2 wagens elkaar passeeren, wordt bovendien nog meer versmald doch een dichte haag, wier takken over den wegberm hangen. Indien echter mevrouw H. nog even met voorbijrijden had ge wacht, had een meer gunstige gelegenheid be staan bij de damhekinsnijding bij het land van mej. de wed. Tasse. Aan mevrouw H-, die behalve overtreding van art. 22 der motor- en rijwielwet ook nog terecht stond ter zake het overtreden van het wegver- bod, vroeg den ambtenaar: En berijdt u nog steeds dien verboden weg? Na het gebeurde niet meer, gaf mevrouw ben antwoord. De heer P. (S,trooker, rijksveldwachter te gehoor 1. die een, schetskaart had ..vervaardigd ter verduidelijking van het gebeurde, gaf op de vraag van den kantonrechter, hoe verdachte bekend stond als autobestuurster ten antwoord: Goed, meneer. De ambtenaar, die in zijn requisitoir deed uit komen, dat hier wel degelijk roekeloos was ge reden daar de qualificatie „roekeloos" niet uit sluitend behoeft te worden toegepast op snel rijden, requireerde wegens overtreding van artikel 22 tegen mevrouw Dt. H. f 80 boete of 80 dagen en wegens het rijden op een afgesloten weg, wat haar op de gebruikelijke wijze was bekend ge worden, niet minder dan f 20 boete of 20 dagen. De kantonrechter, direct uitspraak doende, ver- eenigde zich volkomqn met de definitie van de aanduiding roekeloos en 'veroordeelde mevrouw H- ter zake het eerste tenlaste gelegde feit toi f60 boete of 60 dagen, doch vermeenende dat in het wettelijk verband geen tweede veroordee ling mogelijk kon Zijn, (wat de ambtenaar kenne lijk niet met mr. Bastert e,ens was) sprak haar van het tweede ten laste gelegde feit, het berijden van den omloop, vrij. Een getuige die inet koorts! te bed lag. Een 20-jarig chauffeur, de heer Karei S. te Alkmaar, die reeds eenige malen als getuige was opgetreden in- een aanrijdingszaak met hinder nissen .contra een verhuisautochauffeur, zekeren Engelburg uit Amsterdam, wiens wagen bij het beeld van Mevr. Bosboom Touissant in botsing kwam met een wielrijder, in casu den heer Salo mons uit Heiloo, was op 19 November opnieuw opgeroepen, ten einde als getuige voor de meerv. strafkamer, welke collega bedoelde zaak in hooger beroep zou behandelen, te verschijnen. De heer S. was echter niet verschenen en had ook niets van zich doen hooren, zoodat hij nu zelj in onge legenheid kwam en tegen hem terzake het niet voldoen aan eenige verplichting als getuige (art. 444 wetb. v. strafr.) een strafvervolging werd ingesteld. De heer iS. verscheen thans zelf als ver dachte en deelde mede, ernstig ziek te zijn ge weest destijds. Hij lag met zware koortsen te bed en Was absoluut niet gedisponeerd om aan die strafzaak te denken. Zijn ouders hadden hem ook niet herinnerd aan de dagvaarding en was dus een kennisgeving met overlegging van een genees kundige verklaring achterwege gebleven. Natuur lijk kon een dergelijk verzuip, dat hinderlijk was voor den goeden gang der gerechtelijke za ken niet ongestraft blijven, doch de kantonrech ter was bereid rekening te houden met de ver zachtende omstandigheden en veroordeelde den delinquent tot slechts 5 gulden boete of 5 dagen. 'Be handhaver der wet zelf in overtreding. De rijzige Heer B- J. E. M,„ burgemeester van Oude Niedorp, reed in den avond van 2 Jan. op weg naar zijn heiraath toe langs de kanaal kade te Alkmaar, in zijn vierwielig motorrijtuig met de koplampen op volle sterkte, hetgeen niet ontging aan den bij de Friesche brug met de ver keersregeling belasten politieagent, die dan ook plichtmatig procesverbaal opmaakte, want vorst of bedelaar, voor de wet zijn allen gelijk, zegt men. De heer Burgemeester stond dan ook nu in optima forma terecht en voerde ter zijner ver dediging 3 redenen aan primo, dat de batterij! zijner kleine lampen was versleten en deze alzoo onvoldoende lichtsterkte hadden op een donkeren weg met vele zijwegen als de Kanaalkade, secun- do dat hij vermeend had dat de Kanaalkade niet behoorde onder de bebouwde kom der gemeente en tertio, dat iedere aanwijzing dienaangaande op bedoelden weg, ook niet wat betrof de maxi mum snelheid ontbrak. D'e heer ambtenaar lichtte daarop in zijn re quisitoir den burgemeester wat beter in en be toogde, dat in de eerste plaats de bebouwde kom- verlichting in orde had moeten zijn en het voorts niet door de wet werd voorgeschreven, dat' iederé weg zou moeten zijn voorzien van de door den burgemeester bedoelde, de gemeentelijke schoon heid toch al niet verhoogende borden. Het was voldoende dat dergelijke kennisgevingen aanwezig waren bij den ingang van de gemeente, in dit geval aan de voorzijde van het. kanaal, nabij de Friesche brug, Gevorderd werd f7 boete of 7 da gen, welke straf door den heer kantonrechter goedgunstig werd gewijzigd in f 3 boete of 3 d. Wettelijk nog niet voldoende ingeburgerd. Een te Alkmaar wonend en werkend arbei der, de heer H. v. d. V., was op 8 Januari in conflict gekomen met de gemeentelijke politie verordening, waarin o.m. wordt voorgeschreven, dat het smalle Yerdronkenoord slechts in één voorgeschreven richting mag worden bereden. De heer v. d. V. nu, reed ook wel in één richting, doch helaas in de verkeerde, zoodat hij, nu dat het feit ambtelijk was geconstateerd, de gebrui kelijke convocatie in ontvangst had te nemen. De overtreder, heden terecht staande, erkende de telastelegging, doch excuseerde zich met te zeggen, dat hij, uit Hoorn komende, nog slechts een half jaar burger van Alkmaar mocht worden genoemd en zich 'nog niet voldoende op de hoogte had gesteld van hetgeen hier wel of niet geoorloofd Was. De kantonrechter kon zich zulks indenken en legde geen hoogere boete op» den was indirect oorzaak, dat de heer Alex .Q., Die arbeidswet is gelijk aan een onzichtbare mollenklem. De welwillendheid zijner vriendelijke huurlie den was indirect oorzaak, dat de heer Alex V., parapluiehandelaar en reperateur te Alkmaar, heden als verdachte voor den kantonrechter moest verschijnen. De heer Q. namelijk heeft niet de be schikking over een loopknecht, daar de parapluie- reparatie hem niet veel meer legt dan wind. en als hij nu zelf geen gelegenheid heeft, 'de gerepe- reerde regenschermen te bezorgen, maakt hij ge bruik van de gratis diensten van zijn buurlui's Een'onverwijld onderzoe'kwas voldoende op de duidelijkste wijze 'te erkennen, dat het door vader Michel gevonden been het been van een man was, en bijgevolg deze ontdekking, in stede van aan het reeds aangevangen gerechtelijk on derzoek een nieuw steunpunt te leveren, een nieu we misdaad verried, die niet minder geheimzinnig dan de eerste, maar misschien er geheel afgeschei den van was. Wat eenigen schijn van waarheid aan deze laatste veronderstelling geven kon was dat de moordenaars van den man en die der vrouw blijkbaar een verschillende manier van ontleding' van hun slachtoffer gebezigd hadden. Zoo was het niet te betwijfelen dat de arm der vrouw met geweld uit den romp gerukt was geworden, want het vleesch was afgrijselijk gescheurd bij 'het sleutelbeen; daarbij moest, de uitstekende hoek 'van het schouderblad bij het leven of kort na den dood verbrijzeld zijn ge worden, en de samentrekking der spieren, zoo mede de kwetsuren van het vel bewezen zoowel de ruwheid als de onervarenheid van den ont- leder. 't Was niet hetzelfde geval met het been van den man, dat zekerlijk door een bekwaam ontleedkundige bewerkt was geworden. Zorgvul dig, zelfs netjes, zou men kunnen zeggen, was het vleesch doorgesneden. Men zag dat het scherp lemmet van een ontleedmes met schranderheid, ja met beleid over den hals van het dijbeen ge gaan was. Het been was overigens ongeschon den en getuigde van een groote handigheid van dengene die geopereerd had. Al deze zonderlingheden werden zorgvuldig door den aits aangewezen, en de jxilitie hield zich bezig met, partij te trekken van het haar meege deelde. 'Maar juist toen zij zich gereed maakte het volhardend werk harer navorschingen voort te zetten bracht Lefiot, die onbetwistbaar de ijverig ste en schranderste van al de agenten was, aan het parket een nieuwe inlichting, die naar alle waarschijnlijkheid het onderzoek moest bevor deren. Lefiot had inderdaad vernomen dat een student, Ludovic Malon geheeten, sinds drié dagen uit het Quartier Latin was verdwenen met zijne minnares, een jonge vrouw,bekend onder den naam van Heloïse Brochon. III. Heloïse en Ludovie. Ludovic was een fraai, rijzig, vierentwintig jarig jongeling, goed bekend in de Racinestraat en zeer geacht aan de geneeskundige school. Nooit 'zag men hem de bierhuizen en de pu blieke danshuizen bezoeken. Schier uitsluitend aan zijne studiën overgegeven, leefde hij afgezon derd, woonde vlijtig de lessen bij en maakte zich voor net examen gereed mét de volharding van een jongman die vooruit wil komen. Overigens behoorde hij tot een bescheiden burgerlijke fami lie in Dauphiné en had zins vroeg begrepen dat hij slechts van zijn eigen inspanning de verwe zenlijking te verwachten had der droomen van fortuin en roem, waarmede hij zich dikwerf in de eenzaamheid zijner studiën vleide., Hij had slechts weinig vriénden hoogstens eenige kennissen, zooveel men wist en boven dien verkeerde hij er nauwelijks mee. Slechts nu en dan zag men in de straat Racine een mooie jonge vrouw komen, die naar zijn dakkamertje opklom. Zij was 'eenvoudig, maar met smaak ge- oudsten zoon, om bedoelde parapluies aan de adressen te bezorgen. Op 1 Febr. echter was de oudste zoon, een bereidwillige jongen en veej£e- i lovende journalist, niet beschikbaar en was de familie zoo goed een jonger broertje met de be- j zorging te belasten. Helaas echter had deze jon- geling nog niet den wettelijken leeftijd bereikt, j welke ongunstige omstandigheid echter zelfs in de afgelegen v. id. Meijstraat aan het scherp speurend oog van ©en politieagent niet ontging. E|venwel werd heden door ambtenaar en 'kanton rechter toegegeven, dat de vaderlijke zorg van den Staat wel eens hinderlijk kan zijn, doeh er mag niet verzuimd worden ernstig op deze overtredingen te letten. De gerequireerde en op gelegde straf bedroeg echter slechts f 1 boete of 1 dag, zoodat de heer Q. van de milde stem ming der wetehandhavers vermocht te profitee- ren. Moeders kindermeisje en zijn stndieën "benadeeld. Het oudste leerplichtige zoontje Rein van mej. Neeltje P., geboren B. te Alkmaar, moet op de kleine kinderen passen als zijn ziekelijke moeder zich op dokters spreekuur bevond. Deze traveste rol werd ook op 25 November door hem vervuld, doch daar moeder toen blijkbaar ver zuimde permissie tot schoolverzuim te verzoe ken, moest zij heden terecht staan wegens over treding der leerplichtwet en werd dienovereen komstig veroordeeld tot f 3 boete of 3 dagen. Ongediplomeerde rijkunst- De 19-jarige monteur Petrus K., in dienst als monteur bij den garagehouder Mienisma te St. Pancras, werd op 5 Februari te Oudorp als be stuurder van een auto gesnapt omdat hij geen rijbewijs kon toonen. Heden voor dit gemis te recht staande, beweerde hij wel te kunnen rij den, doch geen kapitaal te bezitten zich een rijbewijs aan te schaffen. Zijn patroon wenschte die kosten niet te dragen. Op bedoelden datum was hij alleen thuis en kreeg men een spoedop dracht voor een taxi met bestemming Alkmaar. Hij had het er toen maar op gewaagd met bo vengemeld noodlottig gevolg. Gewaarschuwd werd tegen het nemen van dergelijke dubieuze proeven in het verschalken van de wetscontro- leurs en opgelegd f 3 boete of 3 dagen. i FietsrijVlen zonder minstens een hand aan 't stuur streng verboden. t De 19-jarige kantoorbediende Ter V., getooid met den hoogst welluidenden naam Fgidius, had zich op 6 Februari, berijdend den Kennemer straatweg te Alkmaar, op de hierboven omschre ven en aldaar gevaarlijk geachte manier op het rijwiel voortbewogen. Dus maakte hij nu zijn op wachting bij den kantonrechter en gaf dezen de toelichting dat hij op deze wijze zijn verstijfde handen had willen warmen. Dit. verwarmings systeem bleek evenwel in het gegeven geval niet voordeelig, daar het jonge mensch, dat nog on bekendheid met de wet vruchteloos tot verschoo ning aanvoerde, werd veroordeeld tot f3 boete of 3 dagen. Waar echter deze methode van fiets- rijden nog dikwerf hier ter stede wordt toeg- past, willen wij Hog even met nadruk er op wij zen, dat zulks in Alkmaar bij politieverorde ning is verboden op straffe bij de verordening bepaald. Oud, arm eerzuchtig en eerlijk en toch in aanzien. De 66-jarige kistjesventer Eivert Dl. uit Zaan dam had zichop 8 Februari begeven naar de Rijp, dat hij geregeld bezoekt, zonder tot dus ver te zijn 'gehinderd. Doch op gemelden datum was het misère, daar hij als hebbende geen ver gunning hebbend, werd geverbaliseerd. De oude man stond heden terecht en klaagde: ik heb toch eerlijken handel, ik ben toch geen bedelaar. Wer ken kan ik niet meer en ik moet toch leven. Moet ik. dan verhongeren? Zie vergunning te krijgen, adviseerde de kantonrechter. Die krijg ik vast niet, antwoordde de man mistroostig, ik ben in 1918 uit Dultschland gekomen. Daar heb ik als soldaat dienst gedaan tot ze me niet meer noodig hadden, 't Was wel 'n zielig geval maar de kantonrechter kon er ook al niet veel meer aan doen dan de straf niet zwaarder te maken dan f 1.50 boete of 1 dag. kleed, zoodat zulks sterk afstak bij de opzich tige toiletten der hetaren van de buurt. 't Was Heloise Brochon. Zij was twintig jaar oud en woonde in de straat La Bruyère. Omdat zij Ludovic bemin de, verliet zij eens in de week de woelige streek van den rechteroever om eenige uren in de straat Racine te komen doorbrengen. Wat Ludovie betreft, deze bevredigde zich er mee bemind te worden. Een wezenlijke, ernstige liefde had zijn toekomst kunnen benadeelen en tot hiertoe had hij mét veel standvastigheid zijn hart verdedigd. Sedert lang mitsdien bepaalden de betrekkin gen tusschen beide jongelieden zich bij deze weke- lijksche samenkomsten. De jonge vtouw wilde niet onvoorzichtelijk meer vragen Ban men haar bood, terwijl Ludovic 'deze verkeering als een soort van zedelijke fotenel beschouwde, waarbij zijn geest een heilzame afleiding vond. De portier van het huis waarin Ludovic Malon woonde, was de eerste die van de verdwijning des jongelings kennis gaf. Reeds sinds drie dagen was de student niet thuis gekomen, toen de slechte geruchten die in Parijs liepen ter ooren van den 'portier kwamen. B;e samenhang hiervan met die verdwijning kw,am den portier opmerkelijk voor en hij sprak er zoo veel en zoo druk over mét hen, die naar hem wilden luisteren, dat zijn loge eindelijk be zocht werd door al de verslaggevers van dien tijd en Lefiot zelf op zijne beurt dit nieuwe spoor ging onderzoeken. Tot op dit oogenblik betrof het slechts den student maar het was van belang te weten of ook de jonge vrouw le gelijkertijd verdwenen was en of zij, in tegenover gesteld geval, niet Bi. T. iS. 1 behoudt haar kans en wtnfc met groote cijfers (73) van Schinkelhaven. Deze, voor het eerste elftal zoo belangrijke wedstrijd, bad menige supporter er toe gebracht het elftal te vergezellen, om zijn elftal te zien... Ja, wat? Toen nog een open vraag, en mét ge mengde gevoelens werd de reis naar Amsterdam aanvaard. Bij aankomst aldaar bleek alras dat 't terrein in een allesbehalve gunstigen toestand verkeer de, maar na wederzijdsch overleg werd besloten toch te spelen, waar men, althans wat Di.T.S. betreft, geen berouw over behoeft te hebben. Met flinke, door niemand wel verwachte cij fers, heeft D.T.Sl. zich over Schinkelhaven de meerdere weten te toonen. In den beginne zag het er echter niet naar uit. Sichinkelhaven beves tigde toen onze meening, dat het een elftal heeft, waarmede terdege rekening moet worden gehou den. Tot tweemaal toe namen zij de leiding, iets wat zij in die periode volkomen verdienden, daar zij een uitstekend spel vertoonden. Zij maakten echter deze fout, dat zij het samenspel te ver doorvoerden, en hoewel 'hierdoor menigmaal ge vaarlijke situaties voor de D.-veste ontstonden, wist onze verdediging toch steeds 't gevaar te bezweren, en toen de stand dan ook weer gelijk was, hadden de Dieetjes zich reeds dermate aan de terréinsomstandigheden aangepast, dat we voor her verdere verloop er 't beste van konden ver wachten. Deze hoop bleek niet ijdel, daar met de rust onze jongens een 42 voorsprong hadden, wat noodig zoo zijn moest, daar ze in de tweede helft tegen den schuin over het veld staanden wind moesten optornen. Maar aan de toen nog heerschende onzekerheid werd spoedig een einde gemaakt-, en geleidelijk voerden de Deetesj den stand op. Beide elftallen waren even sterk, maar de snelle D.-voorhoede wist van de haar geboden kansen profijt te trekken, iets wat de .3,-voor-' waartsen, door te lang treuzelen en zwEkk schie ten niet konden. Kansen was ook dezen middag weer in goede conditie, hij hoede zich echter voor noodeloos gebruik maken van zijn beenen en voor het maken van onnoodige capriolen. Kroon en v. Dijk kweten zich zoo goed zij konden van hun niet gemakkelijke taak. De mid dellinie, waarin ook Langedijk weer 'present was, vervulde haar taak uitstekend. Tenslotte de voor hoede, waarin S. Kuiper op de linksbuitenplaats zijn broer als invaller verving, kan op een alles zins goeden wedstrijd terug zien. Door zeer snelle aanvallen schepte zij zich de kansen, waarvan dan dankbaar werd geprofiteerd. (D(e wedstrijd. Onder leiding van Meerman, een goed fluit- tist, wordt afgetrapt en direct zitten de gas!t- heeren voor de D.-veste. Het duurt niet zoo lang, of na een schermutseling nemen zij de leiding. Nog geen 2 min. daarna scoort Eiecen echter den gelijkmaker. [Met een mooien kopbal geeft de linksbinnen van S. zijn club opnieuw de leiding. De aanvallen van Di. worden nu ge vaarlijker, en het is weer Fiecen, die van de hem geboden kans profiteert en opnieuw gelijk maakt. De Di.-aanvallen zijn door de groote snelheid uiterst gevaarlijk en slechts met groote moeite kunnen de 3.-backs deze voorloopig weerstaan. Dan is het 'Kuis, die handig doorbreekt, enH hoewel zwaar gehinderd, Di. de leiding geeft, 'Eiecen volgt zijn voorbeeld, en neemt no. 4 voor zijn rekening, met welken stand gedraaid wordt. - De tweede helft is circa 10 minuten oud, als Kos den hem toegespeelden bal weet te bemach tigen en met teen ha.rd schot ten 5e male scoort, De gastheeren doen véle pogingen om den achter stand te verkleinen, wat hen echter eerst gelukt, als hun heiligdom reeds 7 maal is doorboord. Voordien hadden in het g.-elftal eenige onge vallen plaats, en moesten keeper en links-half uitvallen, zoodat zij het laatste kwartier met 9 man verder speelden. Deze ongevallen waren geheel aan S. zelf te wijten, en geen 'der» D'.-spe lers had hierin ook maar ©enigszins de hand. Het einde kwam dus met een 91 zege, en zal dus de laatste wedstrijd tegen Oranje-Zwart de beslissing moeten brengen of D. al of niet voor den kampioenstitel in aanmerking komt. eenige nuttige inlichtingen omtrent het lot van haar minnaar geven *kon. Lefiot begaf zich onmiddellijk naar de straat La Bruyère.'En vermits Heloise daar zeer be kend was, viel 't hem niet moeilijk zich haar woonplaats te doen aanwijzen- 'Zij woonde op de derde verdieping van no. 22. De politiebeambte klom de trap naar de woning op, maar vond ze gesloten. Tevergeefs schelde hij verscheidene malen. Niemand antwoordde, en niets bewoog zich binnen. V. Stellig was de jonge vrouw afwezig, en eenigs zins teleurgesteld wilde hij weer naar beneden gaan, toen de deur van het tegenoverliggend ap partement geopend werd en een vrouw op den drempel verscheen. 'tWas een jonge vrouw in een ruimen netel- doeksehen peignoir (morgenjapon), de oogen een weinig slaperig, het haar min of meer in de war. Den agent toelachend vertoonde zij hem een dubbele rij schitterende tanden. „Ge verlangt Heloise te spreken?" vroeg de mooie deern. „ja, madame," antwoordde Lefiot. „En men heeft u niet geantwoord?" ,,Zij is waarschijnlijk uit „Ik geloof ja— ik ben hare vriendin en zoo het iéts is dat men haar zeggen "kan, wil' ik a'lfl zij thuis komt Lefiot maakte zich als agent bekend, verklaar de met weinige woorden de reden van zijn bezoek en sprak over de ongerustheid, welke de, dezer dagen plaats gehad hebbende gebeurtenissen ten aanzien van mejuffrouw Hploise Brochon konden verwekken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 6