NIEUWE Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier No. 27 TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. 52. DINSDAG 4 MAART 1930 39e Jaargang IlitflavB: firma I. H. KEIZER. Redacteur 1. H. KEIZER.-Bttteei Moordschwouée. Jezus en ie moilerne mensch Aanranding bij Bennekom. DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSBAG DONDERDAG en ZATERDAG. ADVERTENTIEN Van 15 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. Winter lezingen te Broek op Langentfijk. Den 27ste Febr. jl. las de Weleerw. Heer Dis. Buffinga van Rotterdam over bovenstaand on derwerp in de Geref. kerk te Broek op Langen- dijk. In een van de boeken van de begaafde Zweed- sehe schrijfster Selma Lagerlof komt een schoone legende in betrekking tot den heiligen Kerst nacht voor. Een man, die met zijn jonge vrouw een schamele hut bewoond, gaat in den nacht er op uit om vuur te leenen, teneinde zijn echtgenoo- te, die moeder werd en het pasgeboren kind te verwarmen. In de verte ziet hij het schijnsel van vuur en gaat er op af; in de nabijheid gekomen, bemerkt hij, dat in het eenzame veld een herder waakt bij de kudde. Een drietal honden waken en nauwelijks bemerken ze den vreemde, of luide blaffend, met van kwaadheid gerezen haren, val len ze, de een próbeerend hem in het been. de tweede in de hand te bijten, terwijl de derdei den man naar de keel vliegt, hem aan. Fdoch, de tan den der honden sehaden niet, ze doen den man geen leed. Nog kan hij niet bij 't vuur komen, de schapen liggen er rondom en laten geen ruimte vrij. Hij ■stapt op de ruggen der dieren, die rustig bljjven liggen en komt zoo in de nabijheid van het vuur. De herder, door het geblaf gewekt, grijpt naar zijn met scherpen ijzeren haak voorzienen staf en slingert dien den indringer naar 'de borst. Edoch, het wapen treft niet. De man doet zijn verzoek en vraagt om vuur, wat de ruwe herder wel wil, doch niet durft weigeren. Neem het dan •maar. zegt de herder, die verwonderd toekijkt, want hoe zal de man vuur meenemen, waar hij geen schop of eenig ander gereedschap bij zich heeft? De vreemdeling loopt op het vuur toe en grijpt het aan niet de hand, zonder die te bran den en legt het in zijn mantel, die niet //er- schroeit. Hoogst verbaasd ziet de herder toe en kan niet zwijgen. Wat macht is het, die de hon den belet te bijten, de schapen kalm doet blijven liggen, de staf doet neervallen, en het vuur niet. doet schaden? vraagt de herder. Ik kan het niet zeggen luidt het bevreem dende antwoord als ge het zelf niet ziet. De verbaasde herder sluipt den man na, komt eindelijk ter plaatse, waar de moeder met hei kind neerliggen, in een leege stal. Daar ziet hij het ongedekte, naakte, pasgeboren kind in de koude stal en medelijden grijpt hem aan. Hij fteemt- een zachte lammerenvacht en dekt het kind warm toe. Daarop gebeurt het wonder, zijn oogen worden, geopend, zijn oor neemt hemelsche klanken waar, en hij ziet ze ook, een kring van engelen met harpen in de hand) die zingen van den geboren Heiland. Nu begrijpt hij de wonde ren zooeven bij zijn schapen gezien. Nu ziet hij overal engelen, in'de stal, bij de.rotsen in de om geving, iil de lucht, over den weg. Een juichende schare van niet te tellen hemelboden, en blij zinkt hij in dank en aanbidding neer voor God. Waar om deze legende verteld, vraagt ge misschien. Nog heden ten dage staat de mensch tegenover Christus als in de fabel is geschetst. Talloozen zijn als de herder vóór hij leerde zien, zij zien aa nHem niets bijzonders. Fn toch is weer nie mand los van Zijn figuur. Wat Hij,! de Zaligma ker is, kan niemand u naar waarheid volkomen zeggen. Hier geldt, wat de vuurzoekende man tot den herder zei: Ik kan 't niet zeggen, als ge hét zelf niet ziet. Wie Hem leerde kennen, isi Hij alles, wie Hem niet leerde kennen als de Zonde verliezer, dien is Jezus eigenlijk niets. De Chris tusfiguur scheidt de menschheid in twee helften. Be autijthèse is er, en blijft tot'het einde der da gen, omdat Christus er is. •Men komt tot Hem en verdeelt zich in twee groepen. Ook zijn er velen, die zich tegen Jezus stellen, die zeggen vóór Hem te zijn; 't.zijn dezul ken, die en de leer zuiver, nóchthans hun hart verre van Hem houden, 't Is in de praktijk van het leven niet zoo, dat de menschen zich beslist, vóór of beslist tegen Jezus verklaren. Zulke voor beelden zijn er zeker; gewezen kan worden op den feilen Christushater Friedrich Nietsche, die verklaart, dat Godsdienst en opium de beide, nar- cotica's, vloek en schandvlek tevens der mensch heid zijn. Tegenover Nietsche stellen we een da Costa, den Israëliet, die Jezus zijn wierook der aan bidding brengt in zijn overbekend: ,,Mijn Heiland, mijn Goël, mijn zondenvernie ler". 'tGaat zeker niet op. allen óf haters te noe men als Nietsche, dan wel in te deelen bij de aan bidders als da Costa was. Velen dwepen met Jezus, zijn zeer welwillend, vele richtingen houden zich met de Jezusfiguur bezig. Bestreeijders buigen voor Hem de knie. annexeeren Hem voor hun richting en partij, zelfs godloochenaars beroepen zich op Christus. Zijn naam zegt de Djüitsche schrijver Nau- jnann is niet uit te wisschen en leeft in de historie door het werk van velen.Alle groote figuren in de wereldgeschiedenis hebben zich met Jezus bemoeid, Paulus, Ambrosius, Augustinus, zij hebben voor Jezus alles veil gehad. Zonder Zijn persoon zijn mannen als Bonifacius, IIus, Luther, Zwingli Calvijn, Ignatius van Avola. Zinsendorf niet te begrijpen. 'nGroote geest als Pestalozzie, een denker als Sleiermacher, kunstenaars als Rafael, Bach en Mendelsohn, allen hebben zich bezig gehouden met den Christus. Paul Gerhard zegt dan ook, dat, er niets en niemand in onze cultuur zoo in 't centrum staat als Jezus Christus. Chamber lain schrijft men noemit deze eeuw onchristelijk, maar in de laatste zeventig jaar is meer aandacht aan Christus gewijd dan vroeger in eeuwen. Nim- mor is zooveel aandacht aan Hem geschonken, onuitwischbaar staat Zijn naam in de historie gerifd en Zijn gestalte verrijst waar ge het histo- rie-boek openslaat. Niet de kerk alleen plaatst den Heiland in j onzen gezichtskring, men houdt zich mei Hem I bezig, wijl men moet. En nu is het zeer Avel mogelijk, dat men zich veel met Christus bezig houdt en toch niets aan Hem heeft, en wel, omdat men Jezus niet wil zien, zooals Hij gezien wil worden, u.l. als een weg tot den Vader en als l redder van het zondaarshart. De juiste verhouding van een schuldig zon daar tegenover den Christus geeft het bekende gezang aan: I ,,Hoe zal ik U ontvangen Hoe wilt Gij zijn ontmoet enz. Alleen in den weg van zelfovergave en ver ootmoediging geeft God vrede in 't hart. Doch de vrede wordt niemands deel, zoo men Hem niet wil volgen, Zijn kruis niet wil opnemen. De christen vraagt voor alle dingen: wat zegt Jezus? In de' wereld stelt men de zaak anders, wat den ken wij er van, dat is de stelregel, de maatstaf, di édaar wordt gesteld en aangeilegd. En hoe men over Hem denkt, och, zoovele denkers, zoo vele voorstellingen. Meer dan 180 beelden heeft men zich van den Heiland gevormd. Renan uoeml Jezus een liberaal hervormer, Straus een voor vechter van het recht, Carley een held, Prudon en Kautsky, een sieiaal denker, Kant de verper soonlijking van de idee, Schopenhauer, de wils- rnensëh, T'olstoï maakt Hem tot een verweeke- lijkte persoonlijkheid, Dr. Lohner een beklagens waardige krankzinnige. Uit de massale voorstel lingen willgn we een viertal nader beschouwen- In de eerste plaats die van Kautsky en we stel len de vraag: is Jezus de grondlegger van de Sociaal-Democratie en van het Communisme Jezus zegt Kautsky is product van de toenmalige rampzalige economische verhoudingen. Hij teekent den toestand in Jeruzalem en Pa lestina en Jezus' dagen, waar eenerzijds de rijken troonden in hui; "paleizen, in weelde zich baadden, zich overgaven aan. wellusten, terwijl aan de an der ez'ijde een breede massa slaven zich kromden in harde dienstbaarheid. In dit milieu moest de klassenhaat wel ontbranden, en die haat heeft ook naar Kautsky meent het kind der ar moede Jezus vervuld. Spreekt Hij de armen niet zalig, en roept Hij het wee piet uit over de rijken Hij sprak immers vap de hongerigen, die verzadigd, van dorstigen, wier dorscht gelescht zou worden. Hij riep het uit: weent gij lachers, en die lachers waren stellig de bezitters. Lukas heeft stellig beter "kijk op Jezus gehad dan Matheus, de eerste sprak de armen zalig zonder meer ,de tweede verzwakt deze uitspraak, dooi de bijvoeging „van geest". Waarschijnlijk is dit zegt Kautsky, een concessie aan de opkomende bourgeoisie, in elk geval vertolkte Matheus geen Jezus taal. Het 'privaat bezit loochent Jezus, hij verbiedt erfenissen te deelen. De eisch aan den rijken jongeling is zeer leerzaam: verkoop alles wat g» hebt. Zelf heeft Jezus geen woon plaats,* is een proletariër, die van de aren des velds leeft, De eerste christengemeente is een communistische gemeenschap geweest. De groote propagandist en agitator Jezus kon niet onopge merkt blijven, de kapitalisten vreezen Hem. Hij is als offer van Zijn overtuiging gevallen. Dat het christendom in zijn dagen welig tierde, is geen wonder, het moest gedijen, waar een slaven dom bestond, dat gekruisigd werd om een gril van den meester. Zoo is de voorstelling van Kautsky- Een ander beeld van Jezus geeft het Spiritis me. *dat aan geestencorrespondentie gelooft, wel ke correspondentie plaats "heeft door begaafde personen, mediums geheeten. 'Het contact met de geestenwereld is kenbaar door diverse verschijn selen, als het open- en dichtgaan van deuren en venters, door stoelen- en tafeldans. Hoog begaaf de mediums krijgen inzicht in verborgenheden, en worden clair-voyant, d.w.z. helderziend. Zulk een hoog begaafd medium nu is naar Spiritische voorstelling Jezus. Ziet Hij Natanaël niet onder den vijgeboom Kent 'hij de goede en booze gees ten niet? Zijn wonderen, Zijn genezingen en verschijnin gen na Zijn dood zijn dan ook niet anders dan spiritistische seanoes geweest. (Wordt vervolgd). Nieuwstijdingen BE V ER;M OiE;D;EL,IJKE BiABlER GEARRESTEERIjl Zaterdagavond heeft de politie gearresteerd den 34-jarigen handelaar in breimachines J. Hoek te Ede. onder verdenking van den moordenaar te zijn in de afschuwelijke misdaad te Bennekom. Hij i.s ter confrontatie naar Bennekom gebracht en daar geconfronteerd met mejuffr. Boerwinkel!,, die den man'pertinent als den dader heeft erkend, ■poek ontkende, koud en cynisch. Diep gaat de gefieele streek van Ede, Beune- Kom, Wolfheze en Arnhem gebukt onder het leed en de verslagenheid, die het drama te Bennekom er hebben gebracht, aldus wordt aan het „H.bld." gemeld. Te Ede, waar op Zaterdagavond de geheele be volking gaat winkelen, vormden zich telkens groepen om de misdaad te bespreken, Te Benne kom, waar de weduwe Boerwinkel in het centrum van de plaats woont, staat het voortdurend zwart van nieuwsgierigen voor haar huis. Haar dochter, de 21-jarige Annie, die Donderdagmiddag aan den moordenaar wist te ontsnappen, mag op last van den dokter in het geheel geen bezoek ontvan gen ,want zij is zeer overspannen. Maar politie el) justitie-ambtenaren gingen 3e laatste dagen af en aan, en telkens werden haar portretten en Signalementen van verdachten géloond. Telkens als dan een auto te Bennekom vcor het huis vau de weduwe Boerwinkel stilhield, groepten de dorpelingen ër samen. De verhooien en onderzoekingen hebben de po litie- en justitie-autoriteiten tot de overtuiging gebracht, dat het relaas van het misdrijf, gelijk mej. Boerwinkel dat gegeven heeft, juist is. In totaal werd 'een belooning van flÖOO voor de opsporing van den moordenaar aangeboden, n.l. f 500 door de justitie en f 500 3oor de ge meente Ede. Verdere bijzonderheden. Het „N. v. cl. D'." meldt nog: Gedurende twee dagen zijn velen in actie ge weest om de Edesche politie te helpen bij haar opsporingswerk. Uit alle richtingen kwamen aan wijzingen, die echter telkens weer op dood spoor uitliepen. Zondagmorgen stónd oen systematisch onderzoek op het. programma. Met behulp van de Rijkspolitie te Arnhem, Oosterbeek, Wageningen, Bennekom en Biarneveld zou een groote denkbeel dige driehoek, ingesloten door den weg Ede-Ben- nekom, den spoordijk en een gebied bij Renkum, worden afgezocht. Tot Zaterdagavond 9 uur het bericht kwam. dat de dader was aangehouden. De politie gaat steeds de lijst van haar goede bekenden na, die zij in staat acht een bepaalde misdaad te plegen. Zoo had zij reeds haar oog la ten vallen op den 34-jarigen Jan Hoek, wonende Kolkakkerweg te Ede, van beroep handelaar in breimachines, maar eigenlijk een manusje van alles, die o.a. ook als advertentiecolporteur op trad. Hij is gehuwd en vader van één kind en geboortig uit D.wingelo (Dir.) Hij is al eerder vóór 5 jaren, wegens eene aanranding tot 15 maanden gevangenisstraf veroordeeld. Na het misdrijf vond de politie niet dadelijk' aanleiding tegen hem handelend op te treden, omdat het signalement niet geheel met het zijne klopte Hoek heeft n.l. grijze en geen blauwe oogen.» Voorts was de politie aanvankelijk over stelpt met allerlei aanwijzingen tegen anderen, die eerst in aanmerking kwamen voor een serieus onderzoek. Dat Hoek 'zich vrij veilig voelde, mo ge blijken uit het feit, dat hij zich na dén moord onder de groepjes menschen mengde, die den moord bespraken en met hen aan de verhalen en gissingen deelnam. De politie begaf zich Zaterdag naa rzijn woning om te vragen, of hij zich voor een onderhoud op het bureau wilde melden. Zijn vrouw antwoordde, dat hij er niet was, en de po litie, die nog geen vermoeden had, den dader op het spoor te zijn, zag geen aanleiding om dade lijk in te grijpen. Zij liet de boodschap achter, dat hij zich in den loop van den dag' moest mel den. Toen hij niet verscheen, werd dit bevel later op den dag herhaald. Indien Hoek er tegen op zag naar het bureau te Ede te komen, kon hij' zich ook wel melden bij de politie te Bennekom, zoo was Die arrestatie. Tegen den avond begaf Hoek zich ten slotte naar de woning van een agent en kort daarop werd hij dooi inspecteur Hulsman, die met het onderzoek belast is, in dienS auto vergezeld van eënige agenten, naar* Bennekom vervoerd, ten ein de geconfronteerd te worden met mej. Boerwinkel. Hoek toonde zich zeer kalm en verklaarde reeds bij voorbaat niets met het gebeurde te maken te Rebben; men zou een vergeefsehe reis maken. Mej. Boerwinkel, die Zaterdag naar de woning van haar moeder was teruggekeerd, had in de afgeloopen twee dagen reeds een groot aantal personen voor zich gezien, van wie zij echter niet kon verklaren, dat een de dader was. Toen Hoek voorgeleid werd, ontstelde zij hevig en gilde: „Oh. daar is hij!" De herkenning was direct en pertinent. Toen Hoek daarop zeideJ ,.Ik ben onschuldig,herkende zij hem opnieuw aa.ii zijn stem. Hoek bleef zeer rustig. Mej. Boer winkel viel, toen hij uit de woning was geleid in onmacht. Intusschen had de politie veel moeite Hoek' in de auto te krijgen en zij moest met de revolver in de vuist zich een weg tusschen de verzamelde menigte banen. Inmiddels waren het parket uit Arnhem eii dr. Hesselink gearriveerd en werd huiszoeking ge daan in de woning van Hoek, waarbij de z g. stille getuigen te voorschijn kwamen. De dader had volgens de verklaringen van mej. Boerwinkel een oud grijs pak aan. In de woning werd een oude grijze jas en vest gevon den, waarop dr. 'Hesselink dadelijk verschillende versche bloedvlekken aantrof. Be broek werd niet gevonden. Ook werd een overjas gevonden, die pas uitgewasscben was. De kleedingstukken zul len in het laboratorium van dr. Hesselink nader onderzocht worden. Hoek's alibi. 'Hoek gaf bij zijn verhoor toe omj 2 uur op den moorddag uit zijn woning te zijn gegaan,, hetgeen buren gezien hebben. Hij zegt in Heelsum ver toefd te hebben, waar hij verschillende winke liers bezocht heeft. Het parket is daarom naar Heelsum vertrókken, om dit „alibi" te onderzoe ken. Overigens is de politie er zeker van, den dader in handen te hebben. Hij zal eerst in den loop van de week naar Arnhem worden overge bracht. Groote woede van het publiek. Toen Zaterdagavond te Bennekom bekend werd, dat mej. Boerwinkel den aangehoudene Jan Hoek, pertinent herkend had. stroomde het publiek voor haar woning samen. Fr was voldoende politie aan wezig, zoodat de twee agenten, die hem geboeid uit het huis naar het politie-bureau gelèidden, hem voldoende konden beschermen tegen de woede van het publiek. Eien der agenten trok zijn re volver om ruim baan te maken, waardoor 't ge lukte den verdachte vlug in de auto te duwen en weg te rijden. De vreeselijkste verwenschingen werden hem nageschreeuwd. Het publiek brulde als het ware. Ook te Ede stroomde het publiek naar het politiebureau, toen men Hoek daarheen had over gebracht. Er werd geroepen: „Laat hem maar los, wij zullen hem wel verhoor en!" Cok zijn vrouw werd door justitie en politie aan een verhoor onderworpen. Enkele uitlatin gen schijnen niet volkomen te kloppen. Zondagmiddag brachten duizenden menschen een bezoek aan de plaats van de aanranding. Het getuigenverhoor. Het onderzoek in de moordzaak te Bennekom wordt nog met kracht voortgezet. Van alle kan ten komen getuigen, die den verdachte bij con frontatie herkennen als den persoon, die zich om streeks den tijd, dat het misdrijf is gepleegd, in de onmiddellijke omgeving bevond. Voor het bureau van politie te Ede, waar in specteur Hulsman het getuigenverhoor leidt, ston den honderden menschen, die het komen en gaan der getuigen met nieuwsgierigheid volgen. Aller lei geruenten doen de ronde en de een weet het al beter dan de ander. Zoo zou de verdachte o.a. hebben verklaard, op den moorddag te half vier 's middags te zijn thuisgekomen. Een buurman deelde echter mede, dat hij om vijf uur nog niet thuis was. Voorts zou verdachte beweerd hebben, "dat zijn vrouw dien middag niemand heeft ontvangen, terwijl dez edaarentegen zou hebben verklaard juist be zoek van een buurvrouw te hebben gehad. Het. onderzoek is echter nog niet afgeloopen. Cc onderzoekingen van dr. Hesselink. Uit Arnhem meldt onze correspondent, dat het onderzoek van den gerechtelijken scheikundige dr. Hesselink aangetoond heeft, dat er op de grij ze jas en het vest van den verdachte geen) bloed vlekken aanwezig waren. Er is wel een andere aanwijzing ten nadeele van Hoek gevonden. Deze heeft zijn lang uitblij ven op zijn. fietstocht naar Heelsum verklaard door te vertellen dat hij telkens een ventiel van een der fietsbanden van een hieuw slangetje moest voorzien. Dr. Hesselink heeft die ventiel onder zocht en vastgesteld, dat het slangetje daar min stens eenige maanden op had gezeten. Het mes waarmede de misdaad is gepleegd, werd nog niet gevonden. BELANGRIJKE GETUIGENVERKLARING. (PER TELEFOON). Bij de politic te Ede heeft zich hedenmorgen «en getuige gemeld, die verklaarde beide meisjes met den verdachte precies om 4 uur te hebben gezien, toen zij met zijn drieën naast elkaar in het boscli zaten. Hoewel hij iets verdachts meende te merken^, kwam hij niet dicht bij het drietal,, doch maakte zich snel uit de voeten, daar hij aan het stroopen was. Tie politie acht deze aanwijzing van groot be lang, daar het juiste tijdstip van den, moord hier door wordt vastgesteld. Bieze getuige zal hedenmiddag geconfronteerd worden met nicj. Boerwinkel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 1