kool zou dan komen voor rekening van den koo-
per.
Dat was echter een maatregel waer „Koophandel"
niet ln wilde treden.
Door het bestuur is toen besloten om maar nog
wat te wachten, want in dien tijd was er geen ran-
dige kool.
m het begin van den vorigen zomer ging het ook
goed, maar op een gegeven moment werd de kool
zoo randlg, aat de zuurkoolfabrikant ze niet meer
wilde gebruiken.
Door een koopman werd in die dagen een party
kool gekocht, die bijzonder randig was, maar deze
nam de party en is er gezegd, dat men hierover in
den Vierbond zou spreken.
Op een gehouden by eenkomst bleek, dat er een
veiling was, waar 1 kooi op de 1000 kilo werd door
gesneden en de aangevoerde party' op dat beeld
werd verkocht.
Ook deze regeling is toen door ons aangenomen,
maar wy heboen net de tuinders vrywinig laten
doen.
Wanneer er een tuinder was die zyn kool sneed,
dan was dat het beeld waarop werd verkocht en kon
de kooper daarop niet meer reclameeren.
Was er echter een tuinder, die niet verkoos te
snyden, dan droeg hy zeil de risico, wanneer de
koopman op de gekochte party reclameerde.
Wy kunnen toen van den koopman niet verlan
gen dat hy zoo maar voetstoots gaat koopen.
Om deze redenen meent het bestuur dan ook, de
bestaande soepele regeling te moeten handhaven.
De heer ZWETSMaN Jr. (Koedijk) meent, dat
ook aan deze regeling bezwaren zyn verbonden.
Den eenen dag zal men een goede kool snyden en
den anderen dag niet.
Spr. vindt dat het echter een eigenaardigen in
druk geeft, dat een genomen besluit, om de gesne
den kool voor rekening van den koopman te doen
komen, niet is uitgevoerd, alleen omdat „Koophan
del" er niet aan wilde.
Ik meen dat de L.G.C. toch krachtig genoeg is,
om een dergeiyk besluit uit te voeren, ook al wil
een ander dat niet.
Ook heb ik opgemerkt, dat de ongesneden kool
aan de L. G. C. met de gesneden kool by den
Noordermarktbond in prys verschilde.
Toén is door het bestuur het betreurenswaardig
besluit genomen om de kool weer te snyden. Maar
ik biyf beweren, dat dit geen zuiver beeld geeft van
de aangevoerde party.
De VOORZ. antwoordt dat de heer Zwetsman niet
juist is. Het snyden van de kool was geheel vrywil-
lig. En deze gesneden kool kunnen wy toch niet
zoo maar in de schoenen schuiven van „Koop
handel.'
wy kunnen toch geen gesneden kool verkoopen
zonder medewerking van „Koophandel."
De regeling werd zoo soepel toegepast, dat daar
tegen niet valt te ageeren.
Ik geef toe dat met 1 gesneden kool geen beeld
van de geheele party wordt gegeven, maar toch
wordt eenigszins een beeld gegeven.
De heer ZWETSMAN Jr. (Koedyk) biyft beweren
dat 1 kool op de 1000 kilo geen beeld geeft. Spr. zou
willen besluiten, dat geen witte kool wordt gesneden
en randigheid niet als koopvernietigend zal worden
aangemerkt.
De VOORZ. zegt, dat het bestuur de 'regeling
van het vorig jaar wenscht te handhaven.
De afdeeling Koedyk vraagt stemming, en met
926 tégen 383 stemmen en 100 stemmen blanco
wordt het prae-advies door de vergadering aan
genomen.
PAUZE.
Inmiddels is het half een geworden, het aange
kondigde tijdstip, waarop de voorz. de vergadering
wenschte te schorsen om in het andere lokaal in
deze gemeente den gemeenschappelijken maaltyd
te gebruiken.
Onder een vriendelijk zonnetje wordt naar het
naby gelegen lokaal gewandeld en wordt het oog
by het binnentreden bekoord door de helder witte
tafels, waarop groen met kwistige hand is aange
bracht.
Overal is keurig voor gezorgd, Op de verschillen
de af deelingen zyn aanwyzingen aangebracht voor
welke afdeeling dit gedeelte is bestemd, en wy ne
men plaats aan het gedeelte voor de gasten 'ge
reserveerd.
De bedienden staan gereed om de ongeveer twee
honderd aanwezigen van het zoo noodige te voor
zien, en onderwyi wordt de korte spanne tyds van
wachten gekort door gezelligen kout en vrooiyke
muziek.
Onwillekeurrig kwam ons het koorlied in de ge
dachten, dat begint met:
„Johan!"
„Meneer!"
„Wat is het menu?"
„tk zal het u zeggen."
Natuuriyk werd het ons niet gezegd, maar de
rappe handen van de bediendenschaar ende
alras leege borden na het gebruiken van de soep,
deden ons spoedig de spyskaart kennen.
Er is kosteiyk gezorgd voor allen, die een dag
met de LG.C. op vergadering waren.
Nadat de hongerige magen zyn gespyzigd, is het
de VOORZ. die onder harteiyke woorden den kas
telein dank brengt namens de L.G.C. voor het koste-
ïyk toebereide maal en de bedienden voor de wijze
waarop zy by na twee honderd menschen in zoo
korten tyd van het maal hebben voorzien.
Een woord waarmede alle aanwezigen door een
hartelijk gemeend applaus instemden.
Nadat nog gelegenheid is gegeven voor het uit
spreken van het dankgebed, verlaten allen deze
zaal om zich te kwart over twee weder te vereeni
gen in het vergaderlokaal.
DE VOORTZETTING DER VERGADERING.
Vervolg van de voorstellen.
Van de „West" te Koedijk.
De „West" stelt voor de bepalingen voor het
onder het veilen van U.C.B. te bespreken.
De heer ZWETSMAN Jr. (Koedyk) zegt in zyn
bespreking dat het onder het U.CB.-merk veilen
weinig in den prys tot uiting komt. Spr. vraagt dan
aan welke bepalingen het product moet voldoen
om geveild te worden onder U.C.B. Er moet meer
regel in gebracht worden.
Spr. wenscht dit, omdat de eene firma hooger
eischen stelt dan de andere.
De VOORZ. antwoordt hierover met genoegen iets
te willen zeggen, omdat het een onderwerp is dat de
algemeene en volle belangstelling heeft.
Spr. had ajs veilinglelder meer standjes verwacht
over het veilen onder het U.C.B. dan hij gehoord
heeft.
Eensdeels is het waar dat het thans willekeu
rig is ingevoerd.
Was het voor de andere producten al reeds lang
van kracht, tot op den dag van de invoering werd
er voor de winterkool niet op gelet. De handel
had het nog niet verlangd en er werd nog maar
sporadisch voor het U.C.B. aangevoerd.
De verplichting is echter zoo soepel mogelyk op
gelegd.
De verplichting werd opgelegd, omdat een koop
man goede kool moest hebben, die onder een ver
klaring moest kunnen worden verzonden.
Oogenschyniyk kocht hy goede kool, maar by
het lossen bleek dat de gekochte kool'de verklaring
niet waard was.
Toen hebben wy de zaak aangepakt, om in het ver
volg onder het U.C.B. te veilen.
In de eerste dagen was het een verrassing en
heeft de tongen nogal wat in beweging gebracht.
Maar het invoeren en het veilen werden zoo soe
pel Ingepikt, dat het byna vrywillig was.
Ik had daarom een standje verwacht, omdat het
vorig jaar een ander besluit genomen was.
De prysuitdrukking was wel te zien by de deen-
sche witte. By de gele kwam het nog meer tot
uiting dat men met het U.C.B. meer geld maakte,
terwijl het met rood hetzelfde was.
Dit was ons eenigste redmiddel. Wy moeten kun
nen laden onder controle.
En zie nu een3 goed.
Ziet men tegenwoordig nog wel eens twee vaar
tuigen naast eikaar liggen, die door elkaar verla
den worden?
Ziet men nog wel eens een koopman die minder
goede en goeae kool door elkander doet.
Hy vervoert ze tegenwoordig byna even z,uiver
als wij ze aanvoeren.
Het U.C.rs.-merk is onze winst, is ons be
houd.
Daarom is het een mooi begin dat het door de
L.G.C. is ingevoerd.
Reeds twee en een halve maand gaat het nu on
der het U.C.B. en zeker niemand heeft er teleur
stelling by ondervonden.
Wat er venangt wordt hiervoor wordt zoo soe
pel mogeiyk opgevat.
En wat de kwaliteit betreft, het begrip van goe
de kool kennen we allen.
Dat is kooi, die we onder het U.C.B. kunnen ver
zenden.
Ik hoop dat we er binnenkort toe kunnen over
gaan om alles onder het U.C.B. te veilen.
Wy moeten controle hebben op alle verladingen
en alle producten.
Over dit vraagstuk verlangt niemand verder het
woord.
Van de „West" te Koedyk.
De „West" stelt voor om na 31 December geen
bonnen meer-te verstrekken.
Toelichting.
De „West" acht uitvoering van het verleden jaar
genomen besluit gewenscht.
Prae- advies van het bestuur.
Het bestuur is van meening, dat het uitvoeren
van het besluit „geen bonnen meer" als eenling
zeer onvoorzichtig zijn zou, omdat gezien den aan
voer, de koopman niet voldoende op de veiling kan
koopen, en wij dan in allerlei moeilijkheden zouden
komen.
Hieraan wordt toegevoegd het voorstel van:
„De Tuinbouw" te Sint Pancras.
Het besluit der algemeene vergadering van 1929
„na 1 Januari geen bonnen meer" worde direct uit
gevoerd.
Toelichting.
„De Tuinbouw" is van meening, dat er sinds ver
leden jaar niets is veranderd in de verhouding
van de L.G.C. tegenover den Vierbond, begrijpt
daarom niet waarom 't bestuur L.G.C. verleden jaar
volkomen met het voorstel accoord ging en thans
bezwaren maakt.
Prae-advies van het Bestuur;
Zie prae-advies op het voorstel van de „West."
De VOORZ. meent aat dit al zeer breedvoerig is
besproken by het punt van den Vierbond.
Het in het prae-advies gen&emde bezwaar is er,
waaraan we niet ontkomen kunnen of we moeten
het als L.G.C. alleen gaan uitvoeren.
In het jaarverslag staan de bonnen die in Decem
ber zyn uitgegeven. En dat is een belangryk aan
tal. In Januari zajn er bonnen uitgegeven voor 13
wagons roode kool, 8 wagons gele kooi en 5 wagons
witte kool, in totaal 26 wagons van de 600 wagons
die aangevoerd zyn.
In Eeoruari zyn uitgegeven bonnen voor 20 wa
gons roode kool, 12 wagons gele kool, en 26 wagons
witte kool duS totaal 58 wagons van de 800 ver-
zondene.
Wanneer we deze cyfers bezien, dan kunnen we
niet anders zeggen, dan dit een belangrijk kwan
tum is voor aanvuhing.
Mijn ondervinding is dan ook deze, dat we in
moeiiykheden zullen komen, wanneer we geen bon
nen meer gaan uitgeven.
Wel hebben wy gehandhaafd om na Maart geen
bonnen meer te verschaffen maar toen is er veel uit
de hand verkocht, buiten het betaalkantoor om.
Wanneer m,en geen bonnen meer wenscht af te
geven, dan Zullen de tuinders in de maanden De
cember en Jaunrai met een zeker kwantum van
hun producten moeten komen aan de velling.
De heer MADDEROM (Sint Pancras) is van mee
ning dat men met de bonnen achteruit is gegaan.
De voorz. spreekt erover alsof ze niet gemist kun
nen worden. Dat was indertyd met de vroege roo
de kool ook zoo.
Maar het is nog nooit zoo best gegaan als met het
verplicht veilen. Wanneer de bonnen worden afge
schaft, is het myn overtuiging, dat er zat kooi te
koop is aan de veiling en de koopman aan zjjn be-
noodigde kwantum zal toekomen. Tevens is spr.
van oordeel, dat dan de pryzen ook hooger zullen
zyn dan thans het geval is.
(Applaus.)
De VOORZ.: Er wordt maar op een kleine plek
gestampt. Er zyn nog zooveel anderen die het niet
gedaan hébben.
Nu mag men overtuigd zyn, dat men voldoende
kool zal aanvoeren, maar als de prys den tuinders
niet aanstaat, dan komen ze niet.
De heer BAKKER (Sint Pancras) zegt, dat meer
dan eens 5 tot IU wagorts op de veiling worden aan
gevoerd, maar byna nooit worden ze gekocht voor
export. Dan woraen ze in de goot opgelegd.
De heer HOOGLAND (Bestuur) zegt, dat toen hy
het voorstel in zyn vereeniging zag, by hem üe
gedachte op kwam, dat de L.G.C. voldoende macht
oezat om het voorstel aan te nemen en uit te
voeren. De voorz. zegt, dat het moeilyk buiten den
vierbond valt uit te voeren, daar anders moeilijk
heden kunnen worden verwacht.
Ik heb my ook afgevraagd, waar die moeiiykhe
den in zullen bestaan.
Zuilen de menscnen hun kool gaan veilen by
den Noordermarktbond?
Is de leiding bang, dat de handel zyn orders
gaat plaatsen' by uen Noordermarktbond, omdat
net daar maxkelyker zal zyn dan by ons?
Ik ben van meening dat men dan te ver gaat
in zyn angst.
Ik ben er niet zoo bang voor, dat men van het
Noo:reinde van Koedyk of van Zuidscharwoude di
rect naar den Noordermarktoond zal gaan.
Dat hebben we gezien met net invoeren van het
U.C.B.
Wel kwam er actie, maar men bleef by de L.G.C.
Ik heb de overtuiging gekregen dat stryd is te
wachten met „Koophandel" wanneer de bonnen niet
meer worden gegeven.
Maar wanneer we dan terug gaan in de geschie
denis onzer organisatie, dan merken we, dat wat
thans zoo gewoon is, niet is verkregen dan na har
den stryd.met Koophandel.
Dat hebben we gezien aan het veilen van de zo-
merproducten.
Aan het afschaffen van de toetallen.
^.an het niet meer lossen aan het station te Noord-
scharwoude en Heerhugowaard.
Aan het invoeren van de contante betaling.
En het was wyien den heer R. Slot, eem der groot
ste tegenstanders van de contante betaling, die la
ter gezegd heeft, dat juist de invoering van de
contante betaling een der hoofdoorzaken was van
de uitbreiding van zyn zaak.
En zou het met de afschaffing van de bonnen
niet hetzelfde gaan?
Zou het de zaak niet zeer vergemakkeiyken?
Nu laat de heer de Boer een ander geluid hooren j
dan twee jaar terug.
Als hy tegenstand van den handel verwacht, zou
ik hem willen vragen: Zou de handel het niet als
een vergemakkehjking kunnen aanvoelen?
De VOORZ. antwoordt, dat de handel niet liever
wil dan op de veiling koopen, wanneer wy maar
zorgen voor voldoende producten.
Dan behoeft er geen vrees te bestaan dat de men
schen naar een andere veiling zullen gaan.
Wel echter zal de handel worden verlegd, wan-
i neer er niet genoeg wordt aangevoerd.
Tegen den stryd met den handel zou het bestuur
niet opzien, wanneer wy maar op onze menschen
konden rekenen.
Dan was de stryd, voordat we waren begonnen,
reeds gewonnen.
Maar zoolang er niét genoeg op de veiling wordt
aangevoerd is de handel er tegen de bonnen weg
te aoen.
Ik ben een vurig voorstander van alles veilen.
De veiling is het systeem. Daar alleen kan men zyn
goed vernoopen en wordt de hoogste prys verkre
gen. Maar uan moet er ook geen geiegenneid zyn
om by ae menschen te koopen. Maar overal kan ae
hanael nog terecht. De menschen zyn er nog niet
rijp voor.
De neer ZWETSMAN Jr. (Koedyk) zegt er een
voorstander van te zyn van de oonnen onmiddeiiyK
weg. Het Kan niet anuers aan druaKen op den prys.
Een groote noeveeineid is door u voorgelezen van
aigegeven bonnen, en dat is voor mij een reoen te
meer om geen oonnen meer te geven.
Wanneer net oestuur niet op zyn menschen re
kenen kan, aan zou men niets meer kunnen uit
voeren.
Voor den export naar Amerika zyn er ruim bon
nen axgegeven en toen ging ae prys omnoog. Wan
neer er geen Donnen waren algegeven zou er min
der weg zyn gegaan, maar de prys zou nog hooger
zyn geweest.
Wanneer we den Noordermarktbond hierop wy-
zen, aan Kunnen we aaar zeker op medewerking re
kenen, ornaat aaar in zeer beperkten zin bonnen
zyn afgegeven.
Een rt aagen terug was het bonnen afgeven aan
den Nooraermarktbond veel minaer dan nier.
Wanneer wy nu Desiuiten om geen bonnen meer
te geven, dan is dat in net belang van de veiling,
en aan zal er ook grooter aanvoer komen.
De neer WAGENaAR (Koophandel) zegt, dat het
zooiangzamerhand den keel begint uit te hangen,
om maar steeas over hetzelfde onderwerp te praten
Als ik my niet vergis, stond het drie jaar terug ook
al op de agenda.
Wanneer in het begin van het seizoen, de aanvoer
niet beter geregeld wordt en er meer goede kool
aan de veiling komt, dan kan de handel het niet
zonder bonnen stellen.
Want er is altyd gelegenheid om uit de hand te
koopen en niet 'over het betaalkantoor te gaan.
Ook geloof ik dat er een nog betere prijs voor
Amerika zou zyn gemaakt, wanneer er met zoo
veel minderwaardige kwaliteit aan de veiling was
aangevoerd. Nu werd er niet meer gemaakt voor
de kool, omdat er niet onder het U.CJB. wordt ge
veild en er veel slechte kool naar Amerika is ge
zonden.
En ook op Koedyk zyn er menschen die kool uit
de hand verkoopen op oonnen en zelfs zonder naar
de bonnen te vragen.
Wy kunnen met zonder bonnen, tenzy in het
begin van het seizoen meer goede kool wordt aan
gevoerd.
In November was de prys even hoog als nu en
kon er toen dus best meer goede kool zyn aan
gevoerd.
Wanneer er geen bonnen meer worden gegeven,
zal dit zeker uitioopen op een donflict met Koop
handel Koophanaei heeft zich aan de veiling aan
gepast. Maar wanneer er in den aanvang niet meer
wordt aangevoerd, dan kunnen de bonnen niet weg.
In het begin van het seizoen is er veel minder
waardige kool naar Duitschland gestuurd, met als
gevolg dat men daar zeide, dat men evengoed de
ïnlanüsche kool kon koopen, al was ze dan mis
schien iets minder gesorteerd.
Dat is het groote kwaad van het veilingsysteem.
De menschen zelf hebben zich nog niet aangepast.
Spr. zou daarom sterk willen ontraden de bonnen
af te schaffen mits in het begin van het seizoen
meer goede kool wordt aangevoerd.
De VOORZ. zegt, dat dat woorden zijn, waaraan
men een lesje kan nemen.
De heer. TROMP (Bestuur) zegt, dat het zyn
vaste overtuiging is, dat men van de bonnen af
raakt.
We kunnen op de leden aan of we kunnen het
niet. En wanneer we geen pressie .op de leden kun
nen uitoefenen, dan kunnen we het wel vry geven
ook.
Wanneer er nog bestuursleden van vereenigingen
worden gevonden, die hun geheele party zoo ver
koopen en een week nemen voor levering, dan ben
ik zoo vry te adviseeren er radicaal een einde aan
te maken en de bonnen af te schaffen.
De VOORZ. antwoordt, dat wanneer de bonnen
weg gaan er veel werk zal koiyen voor de plaatse-
lyke besturen. Meer dan eens is er gevraagd, geef
u bekende feiten aan, die kunnen achterhaald wor
den en het strekt tot leering.
De heer KRAMER (Zuidscharwoude) is van oor
deel dat men de zaak niet moet forceeren. Het
vorig jaar bestond reeds de gdachte dat er strub
belingen zouden ontstaan.
Wanneer we onze blikken laten gaan over de af-
deelingen dan bemerken we dat er een strooming is
voor en een strooming tegen afschaffing.
En zou men nu een referendum gaan houden on
der de leden dan zou de zaak worden geforceerd.
Laat het langzamerhand groeien. Laten we aan de
veiling verschynen. Laten we zoo weinig mogelijk
uit de hand verkoopen.
Er moet dan ook geen besluit genomen worden,
waarvan later moet biyken dat het in de praktyk
niet uitvoerbaar is.
De heer ZWETSMAN (Koedyk) meent het vol
ste recht te hebben thans nog iets te mogen zeggen
Het is myn vaste overtuiging dat het afbreuk
doet aan de verzending naar Amerika, wanneer er
niet onder het U.C.B. wordt geveild.
En wanneer nu de bonnen blyven bestaan, dan
is er ook minder controle op datgene wat er naar
Amerika wordt verzonden.
Al ben ili een vurig tegenstander van de bonnen,
toch maak ik er gebruik van, omdat anders een an
der het wel doet.
Ik meen daartoe het volste recht te hebben.
Door het aigeven van bonnen werken we in de
hand, dat iemand al zyn kool kan verkoopen, zon
der straibaar te zyn.
De VOOKZ. zegt, dat het nu niet erger moet
worden. Door den heer Zwetsman wordt kool ver
kocht zonaer dat er door den koopman om wordt
gevraagd. Dat doe ik niet en anderen doen het niet.
Wat net laatste betreft, dat moet in de menschen
zitten. En wanneer dat er in zit, dan komen we
klaar.
De heer ZWETSMAN (Koedyk) zegt, dat er 157
wagons op bonnen zyn verkoent, dat is 4 procent
We kunnen de bonnen dan ook gerust afschaffen,
want met de bonnen komen we er toch niet.
Daarom: weg met de bonnen.
De heer BALDER (Groentecultuur) vraagt of 4
procent nu zoo veel is, om daarvoor de organisatie
in de waagschaal te stellen.
De heer HOOGLAND (Sint Pancras) is van mee
ning, dat wanneer de tyd er nu nog niet ryp voor
is, hij dat nooit zal worden. Spr. wil het nu voor
een jaar probeeren.
De heer WAGEN AAR (Kooph.) zegt geen plei
dooi te houden voor de bonnen. De handel is zelfs
niet gesteld op de bonnen, wanneer jullie maar
zorgen dat de kool er is.
De heer ZWETSMAN Sr. (Koedijk) zegt, dat hem
in gedachten komt het besluit tot het verplicht vei
len van de producten, hetgeen soepel zou worden
toegepast. En het is soepel toegepast door de bon
nen.
Spr. vreest er' voor dat men door de bonnen den
zelfden toestand van voor tien jaar terug zal kry-
gen. Men is er haast aan toe.
Ook deze spr. raadt aan de bonnen af te schaf
fen.
De VOORZ. zegt dat velen hun stem voor afschaf
fing laten hooren. Maar wanneer zy er nu streng de
hand aan houden en de leden gaan voor met het
aanvoeren van meer en beter goed, dan winnen we.
Hy moet dan ook ten sterkste ontraden deze voor
stellen aan te nemen.
Thans worden deze voorstellen in stemming ge
bracht en verworpen met 703 tegen 626 stemmen
en 100 stemmen blanco.
De VOORZ.: Het verheugt my ten zeerste dat er
626 stemmen voor afschaffing zyn uitgebracht,
omdat ik hieruit meen te mogen constateeren, dat
we binnen afzienbaren tyd van de bonnen af zyn
en de koopman met zyn bonnen niet meer terecht
kan.
De heer ZWETSMAN „Jr. (Koedyk) vraagt nog
aan het bestuur in overleg met den Vierbond de
bonnen weg te werken.
De VOORZ. Wanneer er een voorstel uit de Vier
bond wordt gedaan, aan de L.G.C. dan zal het be
sluit van het vorig jaar worden gehandhaafd.
Van de „West" te Koedyk.
„De West" stelt voor om te komen tot een onder
linge koolverzekering tegen brandschade, uitgaande
van de L.G.C.
Toelichting.
,„De West" is van oordeel, dat een onderlinge kool
verzekering van uit de L.G.C. voor de leden een
groot voordeel is.
Prae-advies van het bestuur.
Wanneer blykt, dat meerdere vereenigingen hier
aan willen meedoen, acht het Bestuur het 't best,
dat uit die vereenigingen een commissie wordt ge
vormd welke de zaak onderzoekt en uitvoert.
De VOORZ zegt, dat weder geheel iets nieuws is.
Koedijk is van oordeel dat de premie van de Maat-
schappy te hoog is en men goedkooper particulier
kan werken.
Spr, meent ook dat men onderling veel goed
kooper terecht kan.
De vraag is nu of ed animo er is en of iedere
vereeniging een commissielid wil aanwijzen om de
zaak uit te voeren. Anders zou het alleen door het
Bestuur moeten worden gedaan, hetgeen weer meer
werk medebrengt.
Daarom gevoelt het bestuur er meer voor om uit
iedere vereeniging een commissielid aan te wyzen.
De heer VISSER (Bestuur) zegt, dat er by hem
op Koedijk een strooming is die het by de Maat-
schappy zoo duur vindt. Wel is er door een Brand
verzekering een nieuw stelsel aangeboden, die zegt,
wanneer men ieder jaar bij ons verzekert, dan is
dat gemakkelyk en betaalt men f 1 per wagon. By
brand zal dan de kool tegen marktwaarde worden
vergoed.
Spr, geeft dan een berekening waaruit blykt, dat
men bij verzekering van 10 wagons een premie be
taalt van f 10 voor een waarde van f 1250 per jaar.
Dat is zeker een hoog bedrag.
Wanneer er nu plaatseiyke commissieleden wor
den aangewezen, dan zal er veel kool worden aan
gegeven en zoo men die dan collectief gaat onder
brengen by een maatschappy, dan zal men zeker
veel goedkooper klaar zyn.
De VOORZ. herhaalt, dat het nu de vraag is, of
er animo bestaat onder de leden. De comm. zou een
statistiek moeten maken voor welk bedrag aan kool
er in de laatste 10 jaar is verbrand en dan zal men
zeker tot een klein kapitaal komen.
Onderling zal men dus zeker zeer goedkoop kun
nen werken. Het zal zoo ongeveer gaan als by de
veefondsen.
De heer ZWETSMAN Sr. (Koedyk) is van oordeel
dat zoolang er door een klein aantal wordt deelge
nomen het niet makkelyk zal gaan, maar men zal
er eenige jaren over moeten doen.
Deze kwestie zal door de afgevaardigden in hun
vereeniging worden gebracht.
Van „De Toekomst" te Zuidscharwoude.
Dat het bestuur der L.G.C. zal onderzoeken in
hoeverre? het mogelijk is om te komen tot ,het vor
men van een fonds tot pensionneering de rtuinders
Het tracht dit doel te bereiken:
le. Het onderzoekt hoeveel georganiseerde tuin
ders, de aangesloten vereenigingen tellen.
2e. Hoeveel tuinders jaarlyks zouden afvloeien,
wanneer het pensioen werd uitgekeerd na 15 jaar
georganiseerd tuinder te zyn geweest.
3e. Daarna schryft het bestuur een prijsvraag
uit voor diegenen, die met het beste voorstel komt,
hetwelk tot uitvoering kan worden gebracht.
Prae-advies van het bestuur.
Zie het prae-advies by het vorige punt van de
De VOORZ. zegt, dat men meent, dat ook hier
voor een commissie noodig is, om deze aangelegen
heid te onderzoeken of er animo voor is.
En wanneer we het trachten te doen, weten we
vooruit dat het geld zal kosten.
Onwillekeurig gaan de gedachten terug naar 1909,
toen de Vrywiliige Tuinbouwverzekering werd opge
richt tegen ongevallen van de arbeiders, die men in
dienst had.
e Ook toen is men rond gegaan, en het is heel
goed geloopen.
Toen men later de patroonsverzekering er by wil
de hebben, die dan verzekerd zouden zijn in en
buiten dienst, werd er door de tuinders haast geen
gebruik van gemaakt. Daarom meenen wij goed te
doen, deze zaak bij de vereenigingen te brengen.
Wanneer het blykt, dat er velen zyn, die er voor
gevoelen, dan kan men weer by elkaar komen.
Is het voor de tuinders iets nieuws, voor de melk
veehouders is het niet nieuw, daar deze zich reeds
voor een groot gedeelte verzekerd hebben.
De heer KRAMER (Zuidscharwoude) 'brengt in
de allereerste plaats aan zyn vereeniging een woord
van dank, dat zij hem in de gelegenheid heeft ge
steld, dit punt te kunnen verdedigen en dank aan
net bestuur, dat hy het kan verdedigen.
Wanneer we dan zoo vervolgt spr. eens na
gaan wat er in den lande gebeurt, dan is er geen
categorie van menschen of men streeft naar verze
kering voor een rustigen ouden dag.
En daarby moet niet vergeten worden dat in de
ze maatschappij byna geen gelegenheid is voor ka
pitaalvorming.
Echter wil ik ter verduidelyking zeggen, dat het
verre van mij is, om aan dit onderwerp eenige po
litieke beteekenis of strekking te verbinden.
Ik ben op de gedachte van deze pensionneering
gekomen door de aanbieding van een circulaire in
verband met de ziekteverzekering.
Alles wordt voor den arbeider gedaan en dan
vraagt men wel eens: wie zorgt er nu voor ons.
En juist daarom dunkt-my, dat een onderzoek ter
bestudeering van dit vraagstuk niet te veel ge
vraagd is.
En zou er nu zelfs geen geld zy» voor het doen
van dit onderzoek.
In myn eigen vereeniging heb ik voorbeelden ge
noemd en gezegd: dat is nu het lot van den ouden
tuinder.
Wanneer hy zoover is, dan heeft hij voor zich
een duisteren ouden dag.
Spr. eindigt met in vier dichtregelen de vergade
ring er op te wyzen, dat van haar de beslissing in
deze moet komen, en ten goede kan worden geno
men.
De VOORZ. antwoordt niet gezegd tg hebben, dat
er geen geld voor was, maar ik heb gezegd, wy
weten dat dit geld kost.
De medewerking moeten wy verkrygen door het
werken van een commissielid in iedere vereeniging
Van de H.A.V. Bank uit Schiedam heb ik hier
een prachtaanbieding voor my liggen, welke mis
schien voor de commissie als basis zou kunnen
dienen.
Zoo staat hier in de verzekeringsvoorwaarden, dat
om een pensioen te genieten van f 1000 in het jaar