VAN NELLE'S
OTTO FINKENSIEPER,
Voor f 40,--
NAAIMACHINE
Deze maand is het 10 jaar geleden
1.1. v b. A. SPAANDER Co.,
GEBROKEN THEE
WILT GIJ HET BESTE VOOR UW BABY
Fa. WILL. VAN VUURE,
HYPOTHEKEN
Nijverheid en Handel.
in alle
moderne
kleuren
Tel. 517
Tandarts Dr.STEHR.
A. ten
danken wij ons succes!
dan een
Matrasje en
Kussentje
f 1.75
Mient 15, io. Steemetibrug, Alkmaar.
Effecten
Hoornsche Credief
en Effectenbank N.V.
ALKMAAR, HOORK, SCHAGEN,
Oude Gracht 297 Dal 8 Marktplein 92
1
IN VERBAND
MET
DE
PRIJSDALING
VAN 1VIIDDEL
EN LAGERE
KWALITEITEN
ZIJN ONZE ONDERSTAANDE MERKEN
ALS VOLGT
IN PRIJS
VERLAAGD:
PRISMA
J34^CTS. THANS 32
CTS.
PER ONSPAKJE
KUBUS
30
tl
II II
DISCUS.
-
28
II
GOEDKOOPE
EN)j^r
25
II
GOEDE SOORTEN
22
1»
•I II
VRAAGT UWEN WINKELIER.
Beiergf
wêmbm*
Verleent Oredieten voer Landbouw,
Oaposito's
ïafe Oeooslt
J
Dr. Nicolaas Tulp
1593-1674
ZIEKENHUISVERPLEGING.
BARAKKENVERPLEGING
OPERATIEKOSTEN EN
KOSTEN VAN VERVOER NAAR HET ZIEKENHUIS
kunt U verzekeren in alle klassen van verpleging:
bij de
Ziekteverzekering
„Dr. üicoiaas Tulp"
Directie: J. H. WAGENAAR.
Alkmaar
Fnirisen llf-113
GEVESTIGD TE ALKMAAR STATIONSWEG 56, -r- TEL. 63.
Maximum te verzekeren verpieegtijd 56 dagen.
DE VERZEKERING VOOR ALLE STANDEN.
Vaste premie. Vrije keuze van' ziekenhuis. Vraagt nog heden tarieven.
Agent te Broek op Langendijk: JN. DE RUITER, SLUISKADE.
Alkmaar, Bergerweg 16,
TELEFOON 351
tegenover de Ambachtschool.
Is iederen Donderdag van 1a uur in
OU DtR A RSPEL, No. 351, ten huize
.Wed. K. DE GEUS te spreken.
een pracht van een
met afsluitkap en alle toebehooren.
Ook in huurkoop.
Eerste Alkmaarsche .Naaimachine
handel
A. HILDEIUNG,
Zaadmarkt 66—68. Tel. 236.
Speciale inrichting voor reparatie.
Prima kwaliteiten tegen
de laagste prijzen.
Vraagt offerte.
BROEK OP LANGENUIJK
Telefoon 48.
Zuiver witte, zeer fijne
Gegoten Stucadoorkalk
(witkalk)
Verkrijgbaar in kuipen
van 3lk H.L. en >:2 H.L.
N.v. w. F. Stoel Zoon's
Bouwmateriaalbedrijf
Alkmanr.
g"BIBaMBifc:*am' HUM—II
dat wij onder nieuwe leiding dit pand betrokken.
Door steeds toonaangevend te zijn, onze klanten
keurig te bedienen en 't leveren van prima waar
mm tegen CONCURREERENDE PRIJZEN mm
Wij zullen paraat blijven, steeds 't nieuwste brengen
en vertrouwen verder op de gunst en recommandatie
■H van onze nu gevestigde clientèle hhhmbmhb
ZIE ONZE NIEUWE MODELLEN IN DE ETALAGE.
Langestraat Alkmaar
Speciaal adres voor prima Heeren-Confectie, Maatwerk en Modeartikelen
danken aan iets, dat men niet alle dagen ont
moet. D,e een kent hier den ander, maar u kent
men niet. Vervolgens ziet ge er zeer goed uit;
elegant, jong, voornaam, maar eenvoudig en met
smaak gekleed, blijkbaar behoort ge niet tot het
gemeen en ik durf wedden dat meer dan eene
vrouw 't op dit oogenblik betreurt, dat ge niet
vicomte of markies Raymond heet."
„Tk 'ben dus een soort van raadsel?"
Geraden, en de wereld, verzot op raadsels,
is geheel bereid de sphinxen te aanbidden.'
„Ge verheerlijkt mij!"
De hertog glimlachte vriendelijk.
„Maar wees op uw hoede," haastte hij zich
er bij, te voegen„men moet niet veel staat
Dnaken op t vooringenomenheid. Wij weten wat
ze waard en hoe lang van duur ze is; want allen
hebben wij ze beurtelings uitgelokt en ge kunt
zien wat er thans van overgebleven is."
,,'tls tenminste een heerlijke herinnering, waar
aan men. zich met vermaak kan overgeven."
„Een bitter vermaak, waarde Raymond, en
zie, oordeel zelf. Nog gisteren had dit gezelschap
slechts blikken en 'toejuichingen voor de dwaas
heden van den armen Henri de Poll. Welnu, zeg
mij. wie thans, nu zijne loge ledig is, aan hem
denkt en zijne afwezigheid opmerkt?"
„Maar dat is afschuwelijk."
,,'tls eenvoudig logisch."
ii(; uojoSjaA Sipaods ooz uoraq op si moaenAv u;j'*
„Voor twee even goede redenen: de eerste is,
omdat hij hier niet is, de tweede omdat hij ge
ruïneerd is."
„GeruïneerdIs 't mogelijk?"
„Ik weet er niets vaai, maar men zegt het, en
dat is voldoende om zich terug te trekken!
„Welk een wereld, mijnheer de hertog!
„Och! gfe-zult er u naar schikken, ondertusschen
is 't het voorzichtigste, wanneer men er in komt,
zich van dat trievoudig brons, waarvan Horatius
spreekt, te omgeven en te zorgen dat geenerlei
verrassing het beschadigen kan."
„Ik hoop, mijnheer de hertog, dat wat ge zegt,
slechts op de mannen van toepassing is.
„Vooral is 't op.de vrouwen van toepassing,
vriend, voornamelijk tegen haar moet men gewa
pend zijn."
Raymond maakte een beweging als geloofde
hij niet aan zooveel slechtheid en, werktuigelijk,
als om tegen de denkbeelden van den hertog te
protesteeren, zocht h ijmet zijn blik de loge van
mijnheer Guillemot.
Was het aantrekkingskracht, was er een mag
nétische vloeistof die uit de loge van Een hertog
naar die van den industrieel ging, was het een
voudig toeval; hoe het zij, Raymonds blik ont-
moette die van Irene en beide jongelieden bloos
den ieder zijnerzijds.
Met een snelheid van bevatting, die aan het
wonderbare grensde, nam de hertog alles waar.
Irenes beweging en die van Raymond ontsnapten
hem niet en hij was er schier van versteld.
Maar 'twas slechts een weerlicht en schier
terstond hernam hij weder zijn vriendelijke
kalmte.
„Nu, nu!" riep hij vroolijk, ,;mij dunkt, waarde
Raymond, dat ge voor een pas aangekomene uwe
genegenheid zeer goed weet te plaatsen."
„Ik! mijne genegenheid!" herhaalde de jonge
ling, wiens blos nog niet verdwenen was.
„Nu goed," zei de hertog, „ik ben misschien
onbescheiden," maar kan toch niet nalaten u ge
luk te wenschen. Van al de hier tegenwoordig
zijnde dame» is mejuffrouw Irene onbetwistbaar
de bekoorlijkste en deugdzaamste."
„Ik verzeker u..."
„En wat kwaad zou daarin gelegen zijn! Ge
loof vrij dat ik evenmin als gij eenig gewicht
hecht aan dat wisselen van lonken, die niets an
ders dan visitiekaartjes zijn van het eene aan het
andere hart. Overigens is dat meisje inderdaad
bekoorlijk en met haar helderen blik, rooskleu
rige lippen, heerlijke schouders en haren, ge
schapen om een markiezenkroon te dragen.
Op zijne beurt zag Raymond den hertog met
een spottenden blik aan.
„Ziedaar dus eene vrouw, die genade in uw
oogen vindt!" zeide hij.
„Zij is zeventien jaar oud, geloof ik," hernam
de hertog, maar zie, ik weet niet waarom, maar
't,is steeds mijn gedachte geweest, dat het arme
kind niet. bestemd is om lang te leven."
„Wat zegt. ge?"
„Ongeveer een maand geleden was zij zeer
zwak en bleek als zij glimlachte was haar glim
lach treurig, zoodat zij op dengene die haar zag
een smartelijken indruk maakte.
„Ziet ge hoe frisch zij hedenavond is; hoeveel
leven in haar oogen, welk een teedere glimlach'"
„Dat is waar, mijn vriend; maar jk! die op den
lxodem der dingen 2ie, herinner mij steeds de
woorden van den dokter die haar behandelt."
„Wat zeide hij?'
„O., een doktersuitspraak: wreed, maar bar-
baarseh waar. Hij zeide, die Irene nu huwde zou
stellig een goede zaak doen."
Waarom?"
„Omdat het arme meisje binnen twee jaren
niet meer van deze wereld zal zijn."
Raymond voelde een ijskoude rilling door zijn
leden loopen en werd plotseling peinzend on
treurig.
'tWas de eerste maal dat hij Irene zag, den
vorigen dag wist hij nog niet dat. zij bestond; en
na dezen avond zou hij haar misschien nooit meer
weerzienevenwel söheen het hem als had zij
he<m iets ontnomen, als zou haar beeltenis dik
werf in zijn droomen oprijzen, en een soort van
oproer ontstond in zijn' hart, wanneer hij er aan
dacht dat het arm bekoorlijk wezen'tot een aan
staande^ dood bestemd was.
„Wat," zei plotseling de hertog, die hem met
belangstelling gade sloed, „zouden die woorden,
welke ik gezegd heb, u treurig maken? Hadt
ge dan waarlijk een plan op dat meisje gemaakt
„Ik!" riep Raymond haastig; „indien ik zulk
een gedachte had gehad, zou ik ze spoedig laten
varen, uit vrees dat men mijne verliefdheid van
geldzucht zou beschuldigen."
„Goed zoo."
„Tvlaar er is iets dat mij misschien meer treft
dan dit alles."
„Wat?"
„Vergunt ge m iju alles te zeggen?"
„Ik verzoek 't u."
„Van den dag af toen ik de eer had u te ont
moeten, gevoelde ik voor u, mijnheer te hertog,
de levendigste sympathie, ja,, ik mag er bijvoegen,
de oprechtste vriendschap. Maar ge kunt niet ge-
looven hoeveel ik lijd en in welken graad ik! mij
soms gekwetst gevoel, wanneer ik u met zooveel
lichtzinnigheid en verachting hoor spreken over
alles wat ik tot heden als heilig1 heb beschouwd,
namelijk de liefde, de vriendschap, de eer, als
zijnde de eenige gevoelens waaraan ik mijn leven
wil hechten. En zoudt ge waarlijk denken zooals
ge spreekt, mijnheer de hertog? of is 't niet veel
eer een soort van gemaaktheid, een zékere manier
van spreken, welke gij te baat neemt «mf u te vrij
waren legen de verrassingen, waarover ge mij
zooeven onderhield
Terwijl de jongeling sprak, had de heartog niet
opgehouden met de meeste aandacht naar hem te
luisteren, en toen hij gesproken had, zag hij hem
lang in de oogen.
„Ik zou veel te antwoorden, hebben op uwe
vraag," zeide hij, „maar 'tis hier noch de plaats,
noch het oogenblik voor zulk een gesprek; verleen
mij dus eenige dagen uitstel, waarde Raymond,
en ik beloof u in dat tijdsverloop u de voldoenste
verklaringen over dat onderwerp te zullen bezor
gen.' Buitendien," voegde de hertog er bij, „hebt
ge mij hedenavond uw gezelschap geschonken;,
en ik hoop dat wij te zamen dezen nacht zullen
doorbrengen."
„Waarheen wilt ge mij dan brengen?"
„Bij Mousseline."
„Wat daar te doen?"
„Ge weet reeds wat men daar doet wanneer
er geen gezelschap is. Nu zult ge vernemen wat
er omgaat als er bezoek is."
Raymond knikte toestemmend en wendde zich
naar het tooneel, waar de opera voortgespeeld
werd.
(Wordt vervolgd).