ag 18 Haart 1930
Pierre Saccone
Officieele opening van het
Raadhuis te Koedijk.
i6>
De burgemeester van Koedijk, de Fd.Achtb.
heer P. Kikkert, sprak de volgende rede uit
Exe.! Dames en Heeren!
Het is mij een voorrecht u namens het gemeen
tebestuur van Koedijk hartelijk welkom te hee-
ten. In het bijzonder stellen wij op hoogen prijs
de tegenwoordigheid van Z.Eixc. den Commissaris
der Koningin in deze provincie. Wij waardeeren
het in hooge mate, dat p met uwe persoonlijk
heid luister hebt willen bijzetten aan deze plech
tigheid. Voorts verwelkom ik in het bijzonder
mijn ambtgenooten, heeren geestelijken der N. H.
gemeente alhier en der R.K. Parochie te Oudorp,
het kerkbestuur der Ned. Hprv. gemeente, de
vertegenwoordigers van het bestuur der Banne-
Koedijk, en die der besturen van de plaatselijke
vcreenigingen en de pers; het doet ons oprecht
genoegen, dat u zoo vriendelijk waart aan onze
uitnoodiging te willen, gevolg geven. Want he
den is het voor onze gemeente een dag van be-
teekenis. De inkt is nog versch op het papier,
waarop geboekstaafd is het afscheid van het oude
gebouwtje, waarin voorheen het bestuur der ge
meente zetelde en nu is het lang verheide oogen-
blik 'daar om het nieuw gebouwde Raadhuis in
gebruik te nemen. Het is niet slechts een eisch
van den laatsten tijd geweest die den Raad tot
dezon nieuwbouw deed besluiten. Meer dan 25
jaar geleden werd reeds de behoefte gevoeld aan
een waardiger en beter geoutilleerd raadhuis. In
hoofdzaak om "financieele redenen kwam het nim
mer 'tot daadzaken. En ik behoef hier voor de
ingewijden niet nader te definieeren, waarom het
oude raadhuis ook in het minst niet aan rede
lijke eischen voldeed. Naar onze meening kon het
dan ook moeilijk aanspraak op de benaming van
raadhuis maken. Ook was zulks niet af te leiden
van het interieur van het gebouw. Oorspronkelijk
was het bestemd voor Veldwachterswoning in de
eerste plaats, terwijl een klein gedeelte gesepa
reerd was ten dienste van het gemeentebestuur.
In 1902 heeft men oök de vertrekken van de
veldwaehterswoning erbij getrokken, de bedste
den en kasten werden er uit gesloopt, zoodat
daarna het geheel dienstbaar gemaakt kon worden
voor de nuisvesting der gemeente. Voorloopig was
zij aldus gered, doch het bleef behelpen en een'
afdoende en brandvrije verzorging van het voor
naamste archief heeft immer hoofdbrekens ge
kost. Op den duur bleek echter, dat er nog vele
gebreken aan 'het raadhuis waren, die niet dan
met belangrijke financieele offers te ondervangen
waren. Het archief van een kleine gemeente mo
ge, uit historisch oogpunt bezien, niet zoo be
langrijk zijn als hetzelve van een stad als Lei
den, naar verhouding zou een ramp als: die waar
door de genoemde plaats verleden jaar getroffen
is ten opzichte van het archief in het oude raad
huis onzer gemeente niet minder funeste gevol
gen hebben gehad. Behalve de vorengenoemde om
standigheid was een rustige manier van werken
uitgesloten. Een behoorlijke spreekkamer ontbrak,
de beschikbare ruimte te beperkt en zulks gaf
meermalen aanleiding tot onaangenaamheden. De
raadzaal was dienstbaar tot alles wat in betrek
king tot de gemeentelijke huishouding staat, zoo
dat ik hier niet nader behoef aan te voeren, dat
de overgang naar dit nieuwe gebouw een ware
verademing zal zijn. Immers de gemeente-admini
stratie heeft, zich sedert'de laatste 15 jaren ont
zaggelijk uitgebreid en nog steeds houdt de was
sende stroom aan. De gemeentebesturen dienen
hiertegen paraat te zijn en in staat de hieruit
voortvloeiende bemoeiingen naar behooren te kun
nen uitvoeren. Dit gebouw" leent zich primo tot
eem gestadige groei der* gemeente, secundo, om
lange jaren de hieraan vastzittenden toevloed van
bescheiden enz. te absorbeeren. Onvu eenig denk
beeld te geven nopens den groei der gemeente
noem ik eenige bevolkinscijfers: f
In het jaar 1860 telde de gemeente 932 inwo
ners, in het jaar 1880 1076, in ,1900 1086, in 1910
Gedenkschriften van een Commissaris
van Politie.
Het derde bedrijf eindigde overigens zonder iets
waardig, vermeld te worden.
Na de voorstelling ledigden zich de loges, de
gangen en trappen vulden zich en langzaam ver
wijderde zich het publiek door de uitgangen.
Raymond ging heen met den hertog.
In het gedrang zag hij Irene aan den arm van
haar vader en ditmaal vermengden hun blikken
zich weder in levendige uitstroomingenmaar
een ander voorwerp ging voorbij en wendde gebie
dend de aandacht van Raymond en die van den
hertog af
't AVas de Nubische.
Zij werd op korten afstand gevolgd door Bern
hardt, haar intendant.
Eenige schreden daar achter volgde c-pavento.
Den hertog voorbijgaande gaf Spavento dezen
een wenk. En die wenk beteekende: „Lw bevelen
zullen uitgevoerd worden. Hedennacht zuli ge
weten wie deze vrouw is."
I 1224, in 1920 1882 en in 1927 1967 inwoners,
i Dezie bevolkingsaanwas is in hoofdzaak ge-
legen in het feit, dat het karakter der gemeente,
economisch bezien, zich vanaf 1880 ongeveer ge-
j heel gewijzigd heeft. Voordien deed de gemeente
I haar naam eer aan, want men vond hier louter
veéhoudersbedrij ven en een grazende ,,koe" langs
den „dijk" was geen zeldzaam verschijnsel- Van
I lieverlede verdween het grasland en de grond
i werd zooals men dat hier wel noemt „zwart"
gemaakt. Deze evolutie heeft zich in betrekkelijk
i snel tempo voltrokken, want momenteel zijn de
veehouders bijna even zeldzaam als de bekende
raaf .Hier en daar ligt nog een stuk weiland als
en oase.in het land van koolleg nog eens kool.
Het tuinbouwbedrijf vormt momenteel het hoofd
middel van bestaan voor de burgerij. Zulks heeft
ten aanzien van haren maatschappelijken toe
stand in het algemeen vooruitgang gebracht.
I De geheele gemeente draagt hier het kenmerk
van. De opbrengst der tuinbouwproducten is ech
ter nogal wisselvallig. In de winters van 1927
1928 en 1928'29 b.v. verkreeg men zeer loo-
nende opbrengsten, 'terwijl het loopende seizoen
totnutoe echter niét meevalt. Hopenlijk komt er
nog een kentering teu goede. Om de wisselvallig
heid zooeven bedoeld nader aan te toonen noem
ik slechts de volgende cijfers: aan de Broeker
veiling werd door Koedijk in het seizoen 1923-'24
geveild tot een bedrag van f 303160, en 'in het
daarop volgend jaar voor f 706000. Het spreekt
wel vanzelf, dat zulks dikwijls een remmenden
invloed heeft gehad op tal van goede voorne
mens om een en ander ig het belang der gemeente
te verrichten. Ook de bouw van een nieuw raad
huis, bleef maar immer achterwege, vooral om
dat de financiën gedurende de laatste jaren in een
niet rooskleurigen toestand verkeerden. Geluk
kig echter is sedert 1927 een ommekeer ten goede
ingetreden, waardoor men de verhoudingsfactor
voor de inkomstenbelasting beduidend heeft kun
nen verlagen, zoodat onze gemeente momenteel
behoort bij de gemeenten met een dragelijken be
lastingdruk.
In verband met dit laatste noem ik:de volgende
cijfers: in 1926-'27 werd met een verhoudings-
factor van 1.6 een belastingopbrengst verkregen
van f 364431.29, terwijl in 1928-'29 met de fac
tor f 27000 verkregen werd, momenteel bedraagt
de factor 0.85, terwijl de geraamde opbrengst
f 28000 bedraagt.
Déze gunstige omstandigheden hielpen mede
den „Raad besluiten over te gaan tot den aan-'
koop van een bouwterrein en implicite tot den
bouw van een nieuw raadhuis. Op den 31 Mei
1929 werd definitief tot nieuwbouw besloten, den
25en September d.a.v. werd door mij den eer
sten steen gelegd en nu, na ongeveer een half
jaar staan we allen in het voltooide gebouw.
Exe-, dames en heeren, de officieele opening van
dit nieuwe raadhuis is voor onze gemeente alzoo
een heuglijk feit. U zal zich dit vooral levendig
kunnen indenken wanneer ik u verklaar, dat,
voor zoover dit althans door mij kon worden
nagegaan, dit gebouw het eerste nieuwe gebouw
de. raadhuis der gemeente is.
j En wanneer ik dan op dit oogenblik nog een
der vele goede besluiten wensch te releveeren die
in het oude raadhuis genomen zijn dan noem ik:
het besluit van den gemeenteraad om een nieuw
raadhuis te slichtenIk breng hulde aan den
Raad voor dit besluit-
Voor de uitvoering van hare plannen heeft de
gemeente de hand kunnen leggen op een harer
j ingezetenen, de heer L. Visser. Naar onze mee-
ning heeft de heer Visser met dit bouwwerk' ge-
toond een bekwaam bouwkundige te zijn. Op
vlotte wijze heeft hij zich van zijn taak gekwe
ten en de verschillende moeilijkheden het hoofd
1 geboden. Met onverdroten ijver en toewijding
I heeft hij zijn werk verricht. Wij wenschen u
geluk met de totstandkoming van dit bouwwerk,
dat geheel, uw ontwerp is, maar' vooral ben ik
IX.
Spavento. - Bernhardt.
Ziehier wat eigenlijk voorgevallen was tusschen
den intendant der Nubische en Spavento in de
pauze van het tweede bedrijf.
Terwijl de hertog en Raymond zich geheel
overgaven aan het aangenaam gesprek dat zij
aangeknoopt hadden, zwier fSpavento, begeerig
zijn meester te voldoen, om de loge der Nubische.
Op dat oogenblik was de jonge vrouw alleen,
en Spavento meende dat de intendant zich niet
voor langen tijd verwijderd had en spoedig zou
terugkomen Hij plaatste zich dus in afwachting
voor de deur der loge.
'tiWas niet lang. Nauwelijks waren eenige mi
nuten verstreken toen hij Bernhardt, geheel in 't
zwart gekleed, ernstig en deftig, éen fraaien wit
ten, behoorlijk gesteven das om den hals, ver
schijnen zag. Hij had zich zoo geposteerd, dat men
hem over 't lijf had moeten gaan om in de loge
te komen.
Argeloos naderde Bernhardt en zag Spavento
niet eerder dan toen hij voor 'hem! stond.
Hij zette een verwonderd gezicht.
Spavento boog en sprak op een toon vgn de
uiterste beleefdheid: „Vergeving, mijnheer, maar
heb ik niet de eer mijnheer Bernhardt voor mij
te zien?"
De intendant knipoogde en de onnoozelste ver-
er tiótsch op, dat ik dit mag zeggen tot een
der burgers van onze gemeente.'
Ook voor de aannemers van den bouw, de hee
ren den Das en 'Schuit te Bergen en den aanne
mer van het schilderwerk, de heer Bakker te
Alkmaar, heb ik niets dan lof. Ik' durf hier ver
klaren, dat zij met grooten ijver en nauwgezet
heid aan de opdracht hebben voldaan. Wij dan
ken u daar ten zeerste voor. Wianneer ik dan
hier ook nog een leverancierster wensch te noe
men, dan is dit de fabriek „Eik en Linden" te
Alkmaar, wier keurige afwerking van het raad-
zaalineubilair ongetwijfeld de aandacht zal trek
ken. Ook wensch ik in dit bestek niet te vergeten
de overige leveranciers en de arbeiders, die aan
dezen bouw naar hun beste krachten medegewerkt
hebben.
Moge dan dit nieuwe raadhuis een reeks van
jaren een sieraad wezen voor onze gemeente en
volkomen aan zijn doel beantwoorden; moge het
bij voortduring blijven het symbool van een een-
drachtigen geest tot samenwerking, hetwelk lei
den zal tot vermeerdering van welvaart in onze
gemeente.
Be heer Commissaris der Koningin zeide, gaar
ne te hebben voldaan aan het verzoek het raad
huis officieel te openen en verklaarde bij het
binnentreden van het gebouw ten zeerste te zijn
getroffen door het zingen van het heerlijke Wil
helmus' door de Schoolkinderen. Z.Exc. was ver
heugd over de ontvangst door den burgemeester,
wethouders en raadsleden, mede over de aan we
zgiheid van het zwakke geslacht. ZE.xc. zeide,
zeker de tolk van allen te zijn, door den bur
gemeester te complimenteeren voor zijne uiterst
belangwekkende rede. Spr. herinnerde zich nog
goed het kleine gebouwtje bij de verschillende
bezoeken aan wijlen den heer Kooiman en steeds
keerde Z.Eixc. dankbaar huiswaarts, niettegen
staande spr- zich thans verheugde over de tot
standkoming van het nieuwe raadhuis.
De burgemeester, aldus Z.E,xc., heeft in zijn
rede den Raad dank gebracht voor het hiertoe
genomen besluit, doch als er één is, die hiervoor
dank toekomt, is het zeer zeker de burgemeester,
die hiertoe de stoot gaf en ziet spreker in dit
gebouw een bewijs van diens activiteit,
i 'Z.Exc. hoopte, dat in dit raadhuis steeds kloe
ke, weloverwogen besluiten zullen worden geno
men.
j Met den wensch dat de gemeente Koedijk steeds
I moge groeien en bloeien en zich moge verheugen
in toenemende welvaart, verklaart Z-Exc. het
j gebouw tot zijn bestemming gewijd, (applaus).
I De heer db. Visser zeide als oudste wethouder:
J Als we nagaan, dat er voor ongeveer veertig
jaar terug al op gewezen is, dat er in Koedijk
wel eens een raadhuis mocht gebouwd worden en
zooveel jaar daarna dat nieuwe Raadhuis wordt
geopend, dan wil ik daarmee zeggen dat het zeker
'geen overtollige weelde is geweest, dat we in
den loop van het vorige jaar het besluit hebben
i genomen, tot de bouw van een nieuw raadhuis over
i te gaan. Belangrijke besluiten zijn er in de ruim
twintig jaar, die ik in het oude raadhuis heb
medegemaakt, genomen, Was ik twintig jaar te-
rug een van de jongste, thans ben ik met het
oude raadhuis het oudste raadslid geworden, Ou
dere leden hebben hun plaats moeten ruimen in
die jaren. Zoo gaat dat eenmaal in onze samen
leving. Ik zou dit ook willen zeggen van het oude
raadhuis: Gij hebt plaats moeten maken voor
een nieuw raadhuis, waarvan wij wel mogen zeg
gen, dat het vele jaren een sieraad voor de ge
meente zal zijn.
Ik wil eindigen met de gemeente te feliciteeren
met ons nieuwe raadhuis.
Hierna volgde de nestor van den Raad, de heer
M- Mulder met het volgende:
Mijnheer de Commissaris, Burgemeester, Da
mes en Heeren,
"Burgemeester, ik feliciteer u met de totstand
koming van het nieuwe raadhuis en hoop van
harte ,dat u met de ambtenaren van onze gemeen
te met. lust en enepgie moge arbeiden in het nieu
we gebouw.
Voorts ga ik nog even terug naar ons oude
raadhuisje, waar wij als raadsleden zijn binnen
gekomen en waar -weleens harde woorden zijn ge
vallen. Maar als wij vaneen gingen, dan drukten
wij elkaar de hand, ten teeken, dat het geen
persoonlijk maar algemeen belang gold. Van harte
hoop ik, burgemeester, dat dit in ons nieuwe
raadhuis ook zoo moge blijven.
hazing teekende zich op zijn gelaat.
„Bernhardt, 'ja, die ben ik," antwoordde hij met
eenige aarzeling, „zou ik het genoegen hebben bij
u bekend te zijn, mijnheer?"
j „Et zijn menschen, die men niet vergeet, wan-
I neer men hen eens gezien heeft?"
„En hebt ge mij gezien?"
j „Ja, te Milaan."
„Ha zoo!"
„Herinnert ge u?"
„Wacht even, ja, inderdaad, ik geloof... ge
heet Spavento."
En een onnoozele glimlach zweefde om de lip-
g>en van den intendant.
Mocht Spavento eenigen twijfel omtrent het
welslagen zijner poging gekoesterd hebben, op dit
oogenblik 'kon hij gerust zijn-
„Maar zulks zegt mij nog niet," hernam Bern
hardt, waaraan ik uw ontmoeting te danken
heb/
„Ik zal 't u zeggen, mijnheer, antwoordde
Spavento, „ik heb de eer in het gevolg te zijn
van den hertog van Palmarès, een evenzoo mild
als rijk edelman; nu verlangt de hertog dat ik
mij eenige oogenblikken met u zal onderhouden."
„Waarlijk! en om welke reden?"
,',0, dat zou misschien te veel tijd vorderen om
't u te verklaren, maar zoo ge mij een samen
komst wilt bepalen."
Tenslotte heeft de Raad gemeend als blijvende
herinnering aan dezon dag, aan te bieden een i'nkt-'
stel ,dat daarbij zullen worden geteekend de no
tulen, zijnde het verhandelde van den Raad en
dat het u, burgemeester en den Secretaris nog
vele jaren gegeven moge zijn, om deze te teekenen.
De heer A. Sloof, gemeentesecretaris, sprak
het volgende:
Excellentie, Dames en Heeren,
Als Secretaris dezer gemeente zij het mij ver
gund eenige woorden te spreken bij de opening
van dit nieuwe gebouw.
Dé stichting van een nieuw raadhuis, die zoo-
véle jaren eene onmogelijkheid scheen, is thans
volbracht.
Het nieuwe gebouw is verrezen op een naar
mijne meening zeer geschikte plaats in de ge
meente en straks bij de bezichtiging zult u met
mij moeten erkennen dat ook het inwendige van
het gebouw aan de moderne eischen voldoet.
Het behoeft thans niet meer voor te komen dat
fevraagd moet worden, waar 2ich het Raadhuis
evindt.
Ik wil de gemeente gelukwenschen met dit
gebouw en hoop nog tal van jaren als secretaris
in de thans zoo ruime Secretarie mijn werkzaam
heden in het belang der gemeente te verrichten.
Als blijk van waardeering hebben de ambtena
ren cn de bouwkundige gemeend een cadeau te
moeten aanbieden en is daarvoor uitgezocht een
oud-Hollandsch zitje" op de gang der eerste
verdieping.
Wij hopen dat dit geschenk nog tal van jaren
'op de aangewezen plaats zal prijken.
Het raadslid de heer P. Hart sprak als volgt:
Mijnheer de Voorz. als ik van de gelegenheid
gebruik maak om iets te zeggen, dan wil ik be
ginnen met onzen voorzitter het eerst te felici
teeren.
Omdat u het geluk heeft gehad deze dag te
beleven om voor ons het nieuwe Gemeentehuis te
open. Ik zeg; geluk gehad' Omdat uw ambtsvoor
ganger' ook telkens weer op hetzelfde aambeeld
heeft geslagen. Maar telkens afstuitte op de fi
nancieele onmogelijkheid. Niet omdat de noodza
kelijkheid niet werd gevoeld. Daarom wil ik den
schijn wegnemen, voor diegenen die zich tegen
standers gevoelen, als zou het een drijven van
onzen Burgemeester zijn geweest.
Veel heeft hij er voor gedaan, veel van zijn
zorgen zijn er aan besteed. Ik kan mij indenken,
dat er een stuk van zijn eigen leven in zit. Ik
gevoel dit uit eigen ervaring als voorz. der Wo
ningbouw. Daarom breng ik u hulde!
Het is mij een buitengewoon genoegen, dat
de bouwkundige van „Goed Wonen", ook de ar-
chiteét is van dit gebouw. En dat deze jonge
man, voortkomende uit het arbeidersgezin, in
staat is geweest om door zijn scheppenden arbeid
van dood materiaal, zoo'n mooi geheel heeft ge
maakt. Dit mag genoemd worden een eer voor
onze gemeente.
Ik heb gesproken over tegenstanders. In den
raad heb ik dit niet gevoeld, 1 stem tegen. Doch
onmiddellijk daarna heeft hij zich getoond een
ijverig medewerker. Ook voor dien tegenstander
hulde.
Maar hoe meer het Raadhuis in aanzien ver
rees, hoe meer ik tegenstanders ontdekte. Dit was
jammer, het had eerder moéten blijken, dan had
den wij voor- en 'tegenstanders tegen elkaar op
gewogen Ik maak mif sterk, dan waren zij zeer
zeker in grooten getale naar de voorstanders
overgeloopen, omdat de noodzakelijkheid van jaar
tot jaar toenam.
Maar de laatste dagen is mijn pessimisme
\veer verdwenen, en ben ik weer optimistischer
geworden op dit punt, want de groo'te medewer
king, die wij kregen van onze plaatselijke ver-
eenigingen, welke ook tegenstanders telde, was
van dien aard, dat alles werd gedaan om „de dag"
van vandaag tot een onvergetelijke te doen zijn.
Ook daarvoor hulde.
Als raadslid hoop ik dan ook, dat dit gemeente
huis, na overwonnen'tegenstand, wat eerst onbe-
rijkbaar scheen, een waardevol bezit der gemeen
schap mag zijn en het mag medewerken tot be
schaving van geest en gemoed en tot levensgeluk
van ons allen.
Maar wanneer ik het nieuwe toespreek en voor
het oude aan de overzijde geen woord over had,
zou ik veel verzuimen. Want daar aan de over
zijde ben ik voor een tiental jaren terug mijn
loopbaan begonnen om als raadslid de belangen
der gemeenschap vrijwillig te dienen. Ejn ik durf
i „Wanneer
„Wanneer ge wilt."
„Waar
„AVaar ge verkiest."
De intendant peinsde en terwijl hij peinsde
haalde Spavento uit zijn zak een portefeuille,
welke hij zochtkens en bedeesd in de hand van den
andere legde, die de portefeuille aannam zonder
den schijn te hebben gekrenkt te zijn door deze
poging tot omkooping, maar knikkend met het
hoofd, dat beteekende: „ik begrijp wat ge ver
langt."
Zijnerzijds dacht Spavento reeds: „Ziedaar een
schurk, met wien ik weinig moeite zal hebben."
„Welnu?" vroeg hij na een oogenblik.
„Welnu," antwoordde Bernhardt, „ik bewil
lig, maar er moeten eenige vormen in acht geno
men worden."
„Wel degelijk!"
Derhalve, hedenavond zoodra de komedie uit
is volgt gij het rijtuig mijner meesteres, na
uw 'koetsier bevolen te hebben, vijftig schreden
van het hotel stil te houden."
,,'tZal geschieden."'
„Baar zult ge wachten."
„Goed."
„Vervolgens, na een kwartier of halfuur, ik
ka n't niet precies bepalen, zal een man bij u
komen. Die man zal zeggen: Spavento, gij zult