lioosterklsem I i i Een verstuikte AKKER's te zeggen: er is door mijn collega en mij1 gestre den. Een mooi stuk van mijn leven is daar uit geleefd een leven tusschen de 30 en 40 jaar. Soms felle strijd, doch met genoegen en ple zier. Want nimmer is er één dag geweest, zoo fel kon de strijd niet zijn, dat wij elkander de? hand niet drukten tot afscheid. Dat teekent heit hooge peil van dat kleine gebouwtje. Ejn met dankbaarheid wil ik terugzien op datgene wat wij daar hebben gereikt. Tk hoop, mijnheer de Voorz., en raadsleden dat dat peil mede kan worden overgebracht. De heer Smit, raadslid, sprak: Mijnheer de Commissaris, Burgemeester, Da mes en Heeren, Op den heugelijken datum 31 Mei 1029, toen het besluit werd genomen voor aankoop van grond om over te gaan tot den bouw van een nieuw raadhuis, 'was ik de eenige tegenstander, enkel om finantieele reden. Mijn idee was, dat hét oude nog wel wat mee 'kon. Maar nu het nieuwe voltooid is, kan ik niet nalaten de gemeente nogmaals van harte geluk te wenschen in de hoop, dat van dit gebouw gezegd zal worden: „Dit is net raadhuis van de welvarende gemeen te Koedijk." De burgemeester van Alkmaar, Mr- Wendelaar, heeft, na het ontvangen der uitnoodiging de ope ning van heden bij te wonen, eens laten nagaan hetgeen de geschiedenis over Alkmaar en Koedijk vermeldt. Spr. wenscht .één feit naar voren te halen en hierbij even stil te staan. Het is nl. in 1730 gepasseerd, dat door de gemeente Alkmaar de Heerlijkheid Koedijk 'is aangekocht. Tot 1855 waren hierdoor de burgemeesters van Alkmaar Heer dezer Heerlijkheid. Spr. wenscht dit te iaemoreeren, dat het zoo merkwaardig is en in zulk een tegenspraak met hetgeen heden ten dage gebeurt. Deze Heerlijkheid werd toen gekocht voor f 5000, voor dien tijd werkelijk geen baga tel, doch de reden voor dezen aankoop is niet komen vast te staan en rijst het vermoeden, dat zulks uitsluitend is gedaan om de eer en de titel. - Spr. heeft dan ook wel eenige vrees,, dat het niet alleen is gedaan voor "het voordeel van Koedijk. Bestond er destijds een groot verschil tusschen de steden en het platteland, het verheugt spreker des te meer, dat die tegenstellingen thans niet meer bestaan en het platteland beseft, dat het de hulp van de steden noodig heeft, evenzoo omge keerd en is spr. overtuigd, dat de burgemeester van Koedijk hiervan doordrongen is. Voorts ver klaarde spr., dat Alkmaar steeds bereid is mede te werken aan die zaken, die het platteland kunnen bevoordeelen. Als blijk van deze woorden bood spr. namens het Gemeentebestuur van Alk maar een prachtige ets, voorstellende de Groote Kerk, aan. Be volgende spreker was de burgemeester van Hensbroek, de heer Kooiman, die den burgemees- te rdankte voor do invitatie. Spr. zeide bijzon der dankbaar hiervoor gestemd te zijn, daar er in zijn hart nog altijd een vonkje gloeit voor de ge meente waar hij zooveel jaren heeft gewoond en in het oude raadhuis 9 jaar als ambtenaar werk zaam is geweest. (Spr. acht dezen dag voor Koedijk zeer belangrijk, daar het nieuwe gebouw nood zakelijk was. Met de besfis wenschen voor de ge meente bood spr. eene vergrooting aan van het oude raadhuis in 1905. 0 De burgemeester van S.t. Pancras, de heer J Kroonenburg .feliciteert de gemeente met dit schoone gebouw en wijst er op hoe de belangen van Koedijk en S.t. Pancras nauw aan elkaar zijn verbonden, zoowel door de samenwerkende tuinbouwbevolking, mede door het feit dat -tit. Pancras als een wig in de gemeente Koedijk is gelegen. Voorts herinnert spreker aan de ver schillende gemeenschappelijke besluiten, zooals het besluit van het pad door de Daalmeer, zeer ten gerieve van de bewoners van het Z.uideinde indien zij naar het raadhuis moeten. 'Tot slot hoopt spr., dat het nieuwe gebouw tot zegen van de gemeente zal zijn,. De burgemeester van Sehoorl, Baron von Fri dagh was van meening, dat het gemeentebelang niet alleen goede arbeidsvoorwaarden voor de ambtenaren eischt, maai' tevens dat het gemeente bestuur behoorlijk gehuisvest moet zijn. Het oude antwoorden: Bernhardt, hij zal u verzoeken uit het rijtuig te stijgen en ge zult u met hem ver wijderen." ,,'tKan niet beter!" ,,Hebt ge begrepen?" ,,Och ,een kind zou 't begrijpen." ,,Dus tot vanavond, mijnheer Spavento." ,,Tot van avond, mijnheer Bernhardt." 'En de twee mannen scheidden. Toen de intendant in de loge trad, wendde de Nubisehe het hoofd tot hem om en "beval hem te naderen. ,,'tW.as met Spavento, dat ge zoo even spraakt?" 'vroeg zij op een toon, waarin een wei nig aandoening trilde. ,,Ja, madame," antwoordde Bernhardt. „Wat wilde hij?' Eenige oogenblikken onderhoud met mij." ,,Ein hebt ge ze hem beloofd?" Hedennacht moet ik hem in 't hotel brengen." Ejt ontstond eenig zwijgen. Misschien raadpleegde de Nubisehe bij zich zelve. ,,Goed," sprak zij eindelijk, ,,'twas trouwens vooruit te zien. Ontvang hem en doe vooral wat ik u aanbe- bevolen heb." Bernhardt boog zonder te antwoorden. Overigens gebeurde alles zooals tusschen Spa vento en den intendant overeengekomen was. Toen het rijtuig der Nubisehe zich van den Italiaanschen schouwburg verwijderde, volgde een gebouwtje voldeed al sinds lang niet aan de be scheiden eischen, die aan een raadhuis te platten- lande gesteld kunnen worden. Namens den Vleeschkeuringskring Sehoorl, alsmede namens den burgemeester van Warmenhuizen, de heer H. Nolet, bood spreker een aschbak met inscriptie aan voor de burgemeesterskamer. De burgemeester van Broek op Lan- gendijk, de heer P. Slot, was verheugd heugd over de uitnoodiging voor heden en ver heugde zich, dat en burgemeester en secreta ris èn gemeentebestuur thans een goede huisves ting bezitten. Vervolgens wijst spr. er op, dat er tusschen Koedijk en "Broek op Langendijk een zeer nauw contact bestaat door het tuinbouwbedrijf, ofschoon tot heden de liefde wel een beetje van één kant komt, omdat de Koedijkers steeds te Br. op Langendijk komen, niet alleen om die gemeente te veraangenamen maar om hunne pro ducten ter veiling te brengen. Spr. feliciteert! de gemeente hartelijk en biedt namens het ge meentebestuur een fraaie bloemenmand aan, ge paard gaande met 'de beste wenschen voor Koe dijk. De burgemeester van Bergen, Mr. H. Di. A. van Reenen, zeide met veel genoegen naar Koedijk 'te zijn gekomen om bij de opening van 'het nieuwe raadhuis tegenwoordig te zijn. Spr. releveert dat er tusschen beide gemeenten steeds een vlotte sa menwerking is geweest en hoopt, dat deze in de toekomst zoo zal blijven. Als blijk van sympathie bood spr. een vloei- drukker aan, hopende dat op deze vele corres pondentie betreffende de beide gemeenten zal worden afgevloeid. Hierna werd het woord gevoerd door: Den heer A. Schuur namens „Ons Belang" van het Zuideinde. Mevrouw de Hartog namens de handwerkver- eeniging „W.O.E." Den heer W. Butter namens de tuinbouwvereen ,,de West"; Den Eerw. heer Ds. Baar, als consulent der Ned. Herv. Kerk; Den heer K. Madderom namens'de IJsboeier- vereeniging Een heer P. Zwetsman namens dertien plaat selijke vereenigingen, Den Wethouder W. Visser namens de Coöp. Boerenleenbank; de Tuinbouwvereeniging „de West" en de Banne Koedijk; Den Eerw. heer Kapelaan W. v. Vugh't van Oudorp. Van den Zeereerw heer Pastoor, die om per soonlijke redenen verhinderd was aanwezig te zijn was een zeer hartelijk schrijven ingekomen, hetgeen de burgemeester alleraangenaamst had getroffen en op hoogen prijs stelde. De heer Stuffers, hoofd der school, dankte den heer Commissaris voor de hartelijke woorden tot hem gericht tijdens de aankomst van Z.Exc. Te vens dankte spreker namens de kinderen, den burgemeester, voor de hen geboden versnaperin gen. De burgemeester betuigde hierna tot ieder der sprekers zijn hartelijken dank voor het gespro kene, de geschenken en wenschen, waarna tot bezichtiging werd overgegaan. Van de door het gemeentebestuur aangeboden thé werd een druk gebruik gemaakt en bleef men nog eenige uren gezellig bijeen. Omstreeks 4 uur vertrok de heer Commissaris uitgeleide gedaan door den burgemeester. Koedijk heeft op waardige wijze de in gebruik neming van het nieuwe raadhuis herdacht en bij velen zal de herinnering aan dezen dag nog lang blijven voortbestaan. Vermelden wij nog, dat de zaal van den heer Jb. Groot feestelijk met groen en bloemen was versierd en een keurige aanblik bood. Het gebouw. Het nieuwe gebouw, wat thans verrozen is, aan den broeden 'weg langs het Noord-Hollandsch Kanaal, maakt een voornamen indruk en verhoogt het aspect der landelijke omgeving. In strakke lijn is het gebouw opgetrokken. Dgor den breeden hoofdingang komt men in de vestibule, die toe gang geeft tot de hal. coupé het tot het oogenblik toen het in de straat der Voorstad voor een prachtig hotel stil hield- De koetspoort opende zich op den roep van den koetsier, het rijtuig verdween, en op een af stand wachtte Spavento het vervolg van hei avontuur. Bernhardt was zeer nauwkeurig. Hoogstens een kwartier later vertoonde een man zich aan het portier der coupé en zéide: Spavento. Spavento antwoordde: Bernhardt, en terstond op het trottoir springend, volgde hij zijn gids op de hielen. Deze ging het hotel binnen door een 'dienstbo- dendeur, bereikte langs de koetshuizen het park aan de Champs Elysees belendde, en kwam einde lijk aan een paviljoen dat achter in het park' onder dicht geboomte verscholen was. Toen opende zich eene deur voor hem en hij kwam in een allerliefst klein salon, dat door een zacht getemperd lamplicht verlicht werd. Zoodra hij verscheen rees de intendant op van iden divan, waarop hij zat, en hem een stoel aanbiedend, noodigde hij hem een sigaar te nemen. Spavento liet zich niet noodigen. „Dit is ontwijfelbaar,' 'zei de intendant, den rook zijner sigaar naar het plafond opzendend, „het beste oogenblik van den dag. De meesters zijn ter rust, het dienstpersoneel slaapt, en men is zijn eigen meester, zijt ge niet van mijnei meé- ning, mijnheer Spavento?" „Vergun mij, mijnheer Bernhardt," antwoordde hij, ,,u te doen opmerken, dat ge nog minder te In de vestibule is een gedenkplaat aangebracht waarop met gouden letters de volgende vvQqrden staan gegrifd: „Tot den bouw van dit Raadhuis werd besloten 31 Méi 1929, onder het bestuur van: i P. KHvKERT, Burgemeester, H. VISSER, Wethouder. W. VISSER, Wethouder. M- MULDER, SSMIT, P. HART OCOMMANDEUR en A. GROEN, raadsleden. A. SLOOP, Secretaris, L. VISSER, Bouwkundige en Jb. GROOT, Gemeenteopzichter. De eerste steenlegging is geschiedt op 23 Sept. 1929 door Burgemeester P. KIKKERT De hal, die mét vloertegels is bedekt, geeft toegang tot de burgemeesterskamer, welke keurig is ingericht. Tevens is hier de ingang naar de Zuidzijde en de bodekamer. Aan de overzijde, links van den ingang bevindt zich de ruime secretarie, welke voorzien is van een parketvloer. Ook bevindt zich hier een'brand- vrije kluis met Lipsdeur, daarnaast het archief is gelegen. De oppervlakte der secretarie is 6X6 Meter. De trap opgaande, richten wij boven gekomen, onze schreden naar de Raadzaal, die eene afmeting heeft van 10X6 Meter, voorzien van een parket vloer De lambrizeering is opgetrokken van hooge triplexplaten in donker eiken kleur geschilderd, de muren in gele kleur. De tafel is in hoefijzervorm, waaromheen zwa re eiken zetels met groene kussens zijn gerang schikt. Op den zetel van den burgemeester prijkt het wapen der gemeente. De publieke tribune is door een hek van de zaal gescheiden en heeft een aparte toegangsdeur. Op deze etage bevindt zich nog eene zaal van gerin gere afmeting, welke dienst doet, voor kleine ver gaderingen. Boven deze etage is de zolder, waar de archief kasten een plaatsje hebben. Het geheele gebouw is electrisch verlicht en verwarmd. Aan het einde der hal bevindt zich een arres tantenlokaal, terwijl recht tegenover de trap een glas in loodraam is aangebracht, waarin het wa pen van Koedijk prijkt. (Door de aanbrenging van ramen op de juiste plaatsen, kan het daglicht in ruime mate bin- nenstroomen. Die bouwkundige, de heer C. Visser, heeft alle eer van zijn werk. Hij heeft een bouwwerk ont worpen, waarop de Koedijkers trotsch kunnen zijn. Een verstuikte enkel gaat niet „vanzelf" over en wanneer U het vooruitzicht niet toelacht nog maanden lang bij eiken stap door een pijnlijk gevoel en een hinderlijke stijfheid van het gewricht aan dien eenen misstap te worden her innerd, geef hem dan dadelijk een ver band met Akker's Kloosterhalscm. Met eenige dagen rust en vervolgens licht masseeren is de zaak dan bekeken en krijgt Ge het volle gebruik van Uw voet terug. En van pijn geen spoor meer. Groote pot 60 ct. Zeer groote pot f 1 „Geen Goud zoo goed." beklagen dan te benijden zijt." „Och!" zei de intendant op onverschilligen toon. „Uwe meesteres is jong..." „Ja ,maar in haar land zou zij oud zijn, ter wijl zij in Frankrijk nog voor een jonge vrouw kan doorgaan." „Hoe oud is zij dan wel?" „Tusschen de dertig en vijf en dertig." „Is zij mooi?" „Ja.' „Ook mild?" „Zooveel een intendant 'tkan verlangen.'' „Heerlijk, ik vermoedde het 'tis een goed huis!'" „Ik zeg niet neen, maar zie, mijnheer Spa vento, zoo ge wist wat hier somwijlen plaats heeft..." „Dat juist verlang ik te weten; verbaal mij." ,,'tls moeilijk. Ik ben zeker niet nauwgezetter als een ander, maar „Nu!" „Ik weet dat ik verkeerd doe met u die din gen te verhalen; maar gij zijt zoo mild jegens mij geweest, en uw hertog schijnt zulk' een edel man te zijn, dat het waarHjk misschien een plicht is, dien ik vervul." „Twijfel er niet aan, mijnheer Bernhardt, en geloof buitendien dat de mildheid van den hertog het daarbij niet zal laten." „Ge maakt mij verlegen." „Eir bestaat dan een geheim?" „Ja." „Een misslag, misschien een misdaad!" „Wie weet," antwoordde de intendant bevend en luisterend, als vreesde hij verrast te worden- En Spavento dichter naderende, voegde hij er bij de hand naar een hoek der kamer uitstrek kend. „Ge ziet die deur, niet waar?" „Zeker." „Welnu, in die kamer is iets, dab ik nooit heb kunnen aanschouwen zonder van afgrijzen te ver stijven." „Wat is het dan?" vroeg Spavento die onwil lekeurig zich overweldigd voelde door het tref fende van den toestand. De intendant legde een vinger aan zijne lippen. „Stil!' fluisterde hij geheimzinnig, „van die dingen moet men zacht spreken; aanstonds, wan neer wij zeker zijn dat de prinses mij niet, meer noodig heeft en zij ons niet kan overvallen, zal ik u de kamer binnenvoeren." „En wat zal ik daar zien „De geguillotineerde!" Ontsteld richtte Spavento zich op. Maar in hetzelfde oogenblik en door een zonderlinge sa menloop, klonken drie slagen tegen de deur welke Bernhardt had aangewezen. De twee mannen wis selden een verschrikten blik met elkaar. „Hebt ge gehoord?" vroeg Spavento met een niet zeer rustige stem. „Volkomen," antwoordde Bernhardt. „Wie kan dat zijn?" „Verroeren wij ons niet, laat ons stil zijn; en spoedig zullen wij weten waaraan ons te houden-""

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 4