Eien in het nadeel van verdachte beslist meeningsversehil. Heden werd met het hooren van veldwachter Bleijendaal van Oudorp, de kwestie, die ontstaan was tegen den vrachtauto-chauffeur Cornelis de Groot, die zich met een te zwaar belaste auto, er waren opgestapeld een aantal volle zakken met een totaal gewicht van 2000 Kg., waarbij nog moest worden gevoegd het wagengewicht 1314, had gewaagd in de Burgen Bosstraat te Oudorp, alwaar zulks op duidelijk kenbare wijze overeen komstig de voorschriften is verboden. De veld wachter overlegde een afschrift van de verorde ning, en aan de hand van die verordening en het gewicht van den last, die in ieder geval meer dan 2000 Kg- boven de asbelasting bedroeg, werd de heer C. de Gr., die de bewoordingen der ver ordening geheel anders en ïn zijn voordeel inter preteerde, veroordeeld tot f 8 boete of 8 dagen. Veroordeelde gaf de toezegging in hooger beroep, in dit geval cassatie te zullen gaan. Elen aanrijding die niet erkend werd. Kien ontkentenis in dergelijke gevallen is geen zeldzaamheid en de 36-jaxige landbouwer uit Fig- mond Binnen, de heer H. G., maakte ook ijverig gebruik van dit recht, toen hij terecht stond we gens een op 13 November aan den Middelweg te Heerhugowaard gepleegde aanrijding, hem thans bij dagvaarding ten laste gelegd. De heer G. zou toen als bestuurder van een vrachtauto roekeloos achteruit rijdend, in botsing gekomen zijn met een voorbijrijdend vierwielig motorrijtuig, be stuurd door den landman P. V. uit de Stolpen, gem. Zijpe. De heer Veeken met zijn medepassa gier, de heer Th. Wijnker van den Boschweg te Het Zand, als getuige gehoord, beweerde dat ver dachte, die gedeeltelijk met het voorgedeelte op een zijweg of brug stond, rechts van den weg, maar zoodat het achtergedeelte zichtbaar was, eensklaps zonder teeken of signaal te geven, achteruit was gaan rijden, zoodat een aanrijding niet meer te voorkomen was en de wagen van Veeken belangrijk werd beschadigd. e De heer G ontkende evenwél alle schuld. Hij had zijn voornemen om achteruit over een brug getje, dat toegang gaf tot een boerenerf, uit vrees voor de toenemende duisternis laten varen en was voornemens die manoeuvre vooruit rijdend te herhalen. Na dus te zijn teruggekeerd en rechts van den weg een standplaats te hebben ingeno men, had hij zich vooraf vergewist of de weg vrij was en niets opgemerkt. Voorts kwam ver dachte met een rapport van de verzekering die blijkbaar op eigen houtje een instructie had inge steld, waarop 4 getuigen voorkwamen, die in het voordeel van verdachte waren gehoord. De kan tonrechter wees echter begrijpelijk dit verslag waarop ook nog ceii schitskaart. voorkwam, van de hand. Het betrof hier geen zaak van de ver zekering, doch het ging tusschen het openbaar ministerie en den verdachte. Het was hier een strafzaak en geen onderzoek voor schaderegeling. Niettemin werd het noodig geacht nog eenige getuigen, opgegeven door beide partijen, terwille van de onpartijdigheid van het onderzoek te hoo ren en werd alzoo de zaak voor onbepaalden tijd uitgesteld. Hel verboden afzakkertje in de keuken- In den nacht van 71 op 18 Jan. werd door hoofdagent Murbus te Alkmaar waargenomen, dat zich in de keuken van een verlofgelegenheid geëxploiteerd door den heer Th. K., welke'keuken doo reen deur met het verloflokaal in verbinding staat, zich lang na sluitingstijd bezoekers op hielden, die daar consumptie genoten. 'Voorts hoorde geldklank cn zag hij zilver blinken. De aanwezigen bleken, behalve den caféhouder, te zijn een paar hotelhouders uit Eigmond aan Zee, met wien de heer I\ dien middag uit was ge weest ter bespreking van een feestelijke viering van het 25-jarig bestaan van den bond van ver gunninghouders te Eg-mond aan Zee. Na die con ferentie had de heer II., exploitant van Trompen berg, aldaar met een collega de 'Vr. het hotel Belleon exploiteerend en thans handelsreiziger te Amsterdam, samen met zijn auto den heer K. -weer veilig thuisgebracht en waren de heeren in de keuken onder het genot van een fijne" flesch nog wat gezellig blijven naboomen. Het door hen achtergelaten geld was geen betaling iVaarom was 'Bernhardt politieagent geweest? Wat was de ten minste onwaarschijnlijke histo rie van den geguillotineerde, waarvan hij gespro ken had. Wat was eindelijk in de verborgenheid te zoeken? Nu richtte Spavento's blik zich op de deur der kamer va» den doode, en kon er zich' niet meer van afwenden. Daar was de oplossing van het raadsel, efn een brandende begeerte er binpen te gaan overweldigde hem. Werktuigelijk naderde hij de deur en zijne hand zocht ze te openen. 'Zonderling, de sleutel was in het slot. Spavento aarzelde en rildts als van angst. Hij was evenwel moedig; maar de omstandigheden waarin hij zich bevond, waren buitengewoon, «en moediger dan hij zouden misschien gebeefd hebben. Eindelijk vermande hij zich en draaide den sleutel om. Die deur opende zich. Aanvankelijk zag hij niets. Een- aan het pla fond hangende lamp wierp slechteen zwak', en eenigszins grafkelderachtig licht in do kamer. M.aar langzamerhand gewende zijn ge zicht zich aan deze halve duisternis en hij kon eenige voorwerpen onderscheiden. In haar geheele hoogte was de kamer met zwart fluweel behan gen ,ter rechter en ter linker zijde stond een bid bank, achter in de kamer bevond zich een groot ivoren ltTuis in een ebbenhouten lijst. En in het midden, een doodkist met glazen deksel, door 'twelk men het inwendige zien kon- Hoeveel zelfbeheersching Spavenio. ook bezat was hij toch óp dat oogenblik onder een geweldige aandoening en eenige seconden lang was hij be- geweest van het genotene, doch bedoeld als een gratificatie voor het kamer en keukenmeisje. Al dus verklaarden heden deze heeren, toen zij als getuigen in deze strafzaak tegen den niet ver schenen heer K„, betreffende overtreding artikel 50 no. 2 der drankwet gehoord werden. Zoowel door kantonrechter als ambtenaar werd echter deze afgifte van geld beschouwd als beta ling en gold het hier wel degelijk een ontduiking van de drankwet, waaraan, aldus de kantonrech ter, de heer Hdie als hotelhouder een reputatie heeft op te houden, niet had moeten-medewerken. Wat de heer K, betrof, deze was vólgens dooi den Hoofdagent verstrekte inlichtingen, nog wel nimmer te voren veroordeeld, doch de politie meende, op grond van zekere gegevens, bijzonder op hem het oog te moeten houden, vandaar dan ook die speciale controle in den nacht van IT op 18 Januari. Gevorderd werd f40 boete of 40 dagen cn verdachte bij afwezigheid veroordeeld tot f 25 boete of 25 dagen. ARB ONDtlSSEMENTSR ECflTB A NK. ALKMAAR. Meervoudige strafkamer. Zitting van 18 Maart. Uitspraken 11 Maart. J. en C. K„ Zuidscharwoude,- mishandeling, ieder f 20 boete of 20 dagen. Joh. Fr. Ph. iSch. Warmenhuizen, verduistering in dienst der Posterijen, nadere instructie gelast. Martinus K., Anna Paulowna. Hooger beroep veroordeeling wegens overtreding van art. 6, 'Mo tor- en Rijwielwet f 30 boete of 3 dagen. J. van Wl, Helder, gedetineerd, misdrijf art. 249 wetb. van strafrecht, 2 jaar gevangenisstraf. Zitting 4 Maart. Willem P. visscher Urk, visi tatieweigering f 50 boete of 50 dagen. Adieu, wij moeten elkander groeten. Alvorens het geheim der uitspraken was ont huld en een nieuwe zittingsrol in de justitieel» kunstspelpiano was ingestoken, werd mr. Mul ler ,lid van het edelachtbaar college, die benoemd was in gelijke functie bij de rechtbank te Am sterdam, welke benoeming zoowel magistraal als financieel een vooruitgang kon genoemd worden, nog eens hartelijk en waard eer end toegesproken door den fung. president mr. I.«edeboer en den substituut-officier mr. v. "d. Feen de Lille, die beiden met zeer veel appreciatie de 14-jarige loopbaan van dezen Techter, sinds 1922 ook aange steld als politierechter, herdachten en hem in zijn verdere ambtsvervulling al wat goed en zegen rijk was, van harte toemenschten. Natuurlijk bleef de gehuldigde ambtgenoot niet in gebreke, zijn hartelijken dank te betuigen voor de ondervonden sympathie en ontvangen vriende lijke wenschen. De bareil die huiseljjk geluk en welvaart breekt, wordt door drankmisbruik gekweekt Reeds 23 jaar was de 43-jarige Nicolaas W. te Helder bij' de firma Grunwaldt als koetsier en bedienaar van de petroleumtankwagen in betrek king geweest en 'hij genoot zoowel bij de patroons als de klanten het volste vertrouwen. Er werd zelfs niet aan gedacht op zijn handelingen eenige controle uit te oefenen en men liet hem volko men vrijheid. Mieschien werd zoo nu en "dan wél eens bespro ken ,hoe luisterrijk het 25-jarig jubileum van Ni colaas trouwe dienstvervulling zou worden ge vierd met feestklanken, bloemenhulde en de ge bruikelijke enveloppe, doch helaas, eensklaps werd de illusie wreed verstoord en verbleekte het aure ool van dienstijver en eerlijkheid, dat om de sla pen van den getrouwen dienaar zweefde. Die firma kwam eensklaps tqt de droevige ontdekking, dat die trouwe knecht hen sinds eenige jaren schan delijk had bedrogen door het vervalschen van af leveringsbriefjes, waardoor het hem mogelijk werd een niet onbelangrijk bedrag van 'iedere leverantie aan de winkeliers in eigen zak te steken. Fax dat niet om aan zijn huisgezin meerdere welvaart te verschaffen, doch in hoofdzaak om aan zijn drank- lust te voldoen en mét zijn valsehc vrienden goe de sier te makeh. Natuurlijk was 'de trouwe die naar van zijn voetstuk getuimeld. Ontslag volgde en heden stond de man terecht wegens valsch- sluiteloos .verward, niet durvende naderen of te rugtreden. Maar zijne nieuwsgierigheid was sterker dan al zijne vrees. Hij deed nog twee schreden, boog zich over de doodkist en zag! De uitwerking bleef niet uit; schier oogenblik- kclijk richtte hij zich met een kreet op. i Het lijk was daar! Maar het was geen gewoon lijk en zooals de gebruikelijke bewerking van het balsemen ons vertoont; aan dit lijk ontbrak het hoofd, en zoo wel de armen als de beenen schenen er bij gelegd, na er met geweld van losgemaakt te zijn. Spavento voélde van afgrijzen zijn hoofdharen te berge rijzen, terwijl een ijskoud zweet zijn slapen bevochtigde. ,,Wat beteekent dat?" stamelde hij met eene in zijn keel stikkende stem. E«n door een dringende belangstelling aange spoord boog hij opnieuw op de doodkist neer, en beschouwde nog aandachtiger het zonderling lijk dat liij onder zijn oogen had. Hij had zich niet bedrogen. Wat hij gezien had, had hij goed gezien. Al de bijzonderheden welke hij opgemerkt had bestonden werkelijk- Er was geen twijfel mogelijk. De tastbare, vreeselijke werkelijkheid verhief zich voor 'hem, en zijn over spannen geest zocht 'de verklaring van die ake lige tentoonstelling. Plotseling maakte hij eene verschrikte beweging, klemde zich aan den rand der doodkist, om niet te vallen, en slaakte een rauwen, onverstaanbaren vloek. heid in geschrifte met gebruikmaking daarvan, waardoor geldelijk' nadeel voor de firma Grun waldt was ontstaan. De omstandigheidTMat de door hem bediende winkeliers een vermindering van provisie constateerden, omdat de koetsier op zijn volgbriefejes minder opgaf dan geleverd werd. was oorzaak, dat zijn knoeierijen aan het daglicht kwamen. Hoewel te laat, zag de man nu wel in, hoe schandelijk hij het. in hem gestelde vertrouwen had misbruikt :en trachtte hij door aansluiting bij het Leger des Heils, geheelont- houdersvereeniging en een rouwmoedige erkente nis op de zitting van zijn goeden wil tot verbete ring blijk te geven. Het. is hem inmiddels weer gelukt, tijdelijk althans, tegen een redelijke bezol diging, weer aan 't. werk te komen. De reclassee- ring bleek hem wél genegen en adviseerde een voorwaardelijke straf, welk advies door den offi cier ,hoe geraffineerd hij ook de handelingen van verdachte noemde, werd overgenomen met gevolg dat 10 maanden voorwaardelijk met 3 proef jaren en strenge bijzondere voorwaarden werd ge- requireerd. Onaangenaam motoravontunr van een platte lands wethouder. Op 16 October bevond .de heer E- .Wit, veehou der en lid van het gemeentebestuur van Berkhout zich op den Hoeverweg onder Fgmond Binnen op zijn moterrijwiel en zag zich genoodzaakt, door het roekeloos rijden van een hem tegemoet rijdenden vrachtauto, bestuurd door Rijer Gul, vrachtrijder uit Egmond aan Zee, die een voor hein rijdende vrachtauto voorbij reed zonder vol doende rekening te houden inetr den motorrijder, met zijn motor den grasberm op te rijden, waar door de moto romsloeg en de heer Wit in een ha.ij en tegen een hek terecht kwam. Met be hulp van den heer A. Gul die zich op de 'door voorbijgereden vrachtauto bevond, werd de heer Wit uit zijn benarde positie verlost. Tegen den heer R. W., die was doorgereden, zonder zich verder om het gebeurde te hekom meren, werd echter op aangifte van den omver geraakten wethouder een strafvervolging ter zake overtreding art. 22 motor- en rijwielwet inge steld en stond gezegde heer W. terecht voor den kantonrechter, die hem echter, nadat de zaak tweemaal was behandeld van het ten laste gelegde vrijsprak. De ambtenaar kwam evenwel in hoo ger beroep, welk hooger beroep heden werd be handeld. De heer W. in persoon aanwezig, werd alstoen als raadsman en verdediger bijgestaan door mr. R. Heeg, advocaat en procureur te siGraverihage. Evenals in eerste nistantie werd door den 'heer R. W. ten stelligste ontkend, dat hij door zijn roekeloos rijden dc oorzaak zou zijn geweest van het ongeval, den heer Wit overko men. D;ezc was, naar het oordeel «van verdachte, daarvan zelf de schuld. F.e officier evenwel be toogde in een uitvoerig requisitoir noch de voor stelling,van verdachte, noch het vrijsprekend von nis van den kantonrechter te kunnnen aanvaarden en requireerde hij met vernietiging van bedoeld vonnis f 50 boete of 50 dagen. Het pleidooi van mr. Heeg, die geheel in de lijn van de door W. afgelegde verklaring, trachtte aan te toonen dat het aan zijn cliënt ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kon worden bewezen, weshalve het gewezen vonnis diende te worden bekrachtigd, kon in de meening van den officier geen verandering brengen en werd ge persisteerd bij het genomen requisitoir. Het moest weer buigen of barsten. Op 2 (September 'van het vorige jaar des avonds omtrent het zevende uur spoedde, mej. Boon, 'n waardige winkelierster, zich per rijwiel naar het ziekenhuis om haai' echtvriend, die daarin was opgenomen, een bezoek te brengen. Op de Keizers- brug gekomen, zag het voorzichtige vrouwtje een vrachtauto naderen en steeg zij bedachtzaam af, teneinde dit vehikel te laten patoeren. Ter wijl ze echter met de fiets aan de hand, rustig bij de brugleuning afwachtte, drongzich een motorrij der, met de woestheid, die dergelijke, sportbeoefe naars gewoonlijk kenmerkt, tusschen de auto en het rijwiel van moeder Boon, met gevolg dat dit karretje een schade van f 4 bekwam. De motorrij der werd naar aanleiding van deze aanrijding voor den kantonrechter te den Helder gedaagd en door dezen magistraat veroordeeld tot f 50 boete of 50 dagen. Vermoedelijk legde de veroor deelde zien bij dit vonnis niet neer, althans werd „Daar, daar..." stamelde hij; „die zwarte stip onder de linkerborst. Zal ik krankzinnig wor den!" 'tls onmogelijk. Waar ben ik hier toch? Welke demon heeft mij in dit vervloekt verblijf gelokt Met zijne geweldige handen drukte hij zijn voorhoofd om er «het verstand in tegen te houden, dat gereed was er uit te ontsnappen, en rende toen de kamer uit. Et was niemand, de waskaars was uitgegaan Bernhardt 'was niet teruggekomen. Blinnen de grootste duisternis; buiten de diepste stilte. Hij deed eenige schreden naar de deur en rilde, den vloer onder zijn voeten hoorende kraken. Toen overweldigde hem een onbeschrijfelijke ontzetting; naar alle zijden wendde "hij zijn ver schrikte blikken, voelde zijn keel beklemd als zou hij stikken, en hijgend, het hoofd brandend, stormde hij liet park in en liep zonder eigenlijk te weten waarheen. XI. Irene's Neef. Mademoiselle Mousseline bewoonde in de Oir- cusstraat een allerliefst klein hotel, dat Henri de Poll voor haar had laten meubileeren, en waar zij Donderdags een weinig buitensporige soiré's gaf, die het voorrecht hadden de heele getitelde of eenvoudig vergulde jongelingschap te lokken. Mousseline was ©en goede meid, wie het aan geest noch hart ontbrak. Zij was zeer slecht op- de Zaak nu nog eens in hooger beroep behandeld, doch de appellant zelf was niet aanwezig. Gere- quireerd werd bevestiging van het vonnis, terwijl de aanvraag tot schadevergoeding ad f4 niet in behandeling kon worden genomen wegens de ont stentenis van den heer Roon, Jie bijstand had moeten verleenen. Den jnisten tijd tot vertrek niet in acht genomen. De heer fe'ybold P., autobuschauffeur in dienst van de autobusdienst Alkmaar-Haarlem en wo nende te Heiloo, had in den avond van 23 Nov. volgens dienstregeling te 9 uur precies vanaf den Nieuwlandersingel te Alkmaar, standplaats al daar van voormelde bussen, moeten vertrekken. Hij vertrok echter pas te 9.10, hetwelk werd op-1 gemerkt door den heer C'. de Bruijn, ondernemer van den concurreerenden dienst AlkmaarLim- nien, die ten 9-10 moest vertrekken. Aangifte werd gedaan, daar de verschillende ondernemers elkander scherp controleepn en de „nalatige" chauffeur door den kantonrechter veroordeeld tot i 7 boete of 7 dagen. De heer P. evenwel,, die de schuld van de onregelmatigheid toeschreef aan een pas ingevoerde nieuwe dienstregeling, nam met dit vonnis geen genoegen en kwam in hooger beroep. Fchter niet met succes tot dusver, aangezien door den officier bevestiging van het gewezen vonnis werd gerequireerd. 34 Maal op de Zondaarsbank gezeten. De heer Eilerman, die te Alkmaar in de Hekel- straat een dubbele zaak heeft, merkte van uit een dier zaken op 15 Januari op, dat een persoon, die oogenschijnlijk niets bij zich had, de andere zaak binnenging en eenige oogenblikken later met een: pakje onder den arm, die winkel weer verliet. Hij kreeg argwaan en liep den bezoeker na, doch deze bleek inmiddels verdwenen te zijn. Des avonds echter werd de heer Ej- op het politie- burealu «ontboden en bleek het dat zich aldaar een niet geheel nuchter persoon had aangemeld cm nachtverblijf die in 't bezit van verschillende stukken toiletzeep bleek te zijn, zeep die hij vermoedelijk niet noodig 'had in de Hotels, alwaar hij gewoon was te logeeren. De zeep werd door den heer E. als zijn eigendom herkend, niet ech ter de doos, eveneens bij den man aangetroffen. Die scheen hij intusschon weer geruild te hebben. De zeepFefheboer werd in verzekerde bewaring genomen en weldra kwam men 'tot de wetenschap, dat hij was de 61-jrige zwerver Johannes v. d. M., reeds 34 maal vroordeeld. De laatste maal door de rechtbank te Haarlem tot 3 maanden gevangenisstraf. Heden stond v. d. M„ een klein kaalhoofdig en bijzonder bespraakt mannetje, te recht, bewerende dat hij zich den diefstal niet ko nherinneren omdat hij in beschonken toestand verkeerde. De drank was zijn ongeluk. De laatste 3 jaren had hij gewerkt en mét'negotie gevent en was het hem gelukt uit de handen.'van den straf rechter te blijven. Had de heer officier aanvanke lijk gemeend een zware straf te moeten eischent de omstandigheid dat verdachte de laatste jaren goed had opgepast, bracht wijziging in dit voor nemen en zou de officier zich bepalen tot een eisch ^strikkende tot 6 maanden gevangenis. De verdediger, mr. D. Kluis, toonde zich even wel bijzonder ingenomen met zijn niet bepaald voordeeligen cliënt en noemde hem bijzonder eer lijk en openhartig. Verdediger was er dan ook werkelijk van overtuigd, dat alleen het drank misbruik hem aanzette tot het plegen van ver mogensdelicten en pleiter betwijfelde zelfs, of hier het opzet der wederrechtelijke toeëigening wel bewezen was. Pleiter wilde daarom echter gean middel maken, doch wel zou hij "gaarne heb ben gezien, dat verdachte ter beschikking der regeering zou worden gesteld om te worden ge plaatst in het psychopaten-asyl, ter afwachting van een psychopattrisch onderzoek. Een voor waardelijke veroordeeling, door verdachte ge vraagd, achtte pleiter voor dezen man ondoel matig. De officier hoewel van meening met verdediger velschillend, wat 'betreft het opzet, verklaarde in zijn repliek absoluut geen bezwaar te hebben tegen een psychiatrisch onderzoek. Nadat ver dachte nog met rappe tong nog een en ander tot eigen verdediging had afgerateld, werd de behan deling gesloten en de uitspraak evenals in andere zaken, bepaald op 1 April e.k. gevoed, ofschoon zij tot een fatsoenlijke familie behoorde. Haar vader had vroeger een gewichtige be trekking bij de financiën bekleed; vervolgens had hij slechte zaken gedaan en was hij gedwongen geweest uitlandig te gaan, zijne vrouw en zijne dochter in de volslagendste behoeftigheid achter latend, tengevolge waarvan zijne vrouw overleed. Ein wat zou er nu van zijne dochter worden? Acht of tien jaar oud was Mousseline nu alleen in de wereld en had aanvankelijk van het werk harer handen moeten leven; maar liet bezoeken der werkplaatsen was haar verderf; zij was zeer mooi en van den arbeid had zij afkeer; op een avond vergat zij naar haar zolderkamertje terug te keeren en nam haar verblijf in de wijk Brecla. Van dien avond af werd zij mademoiselle Mous seline. Voorwaar het mooie meisje kan zeker niet verwachten een ander einde te hebben dan hare gezellinnen van het vermaak. Aan het einde van dat bloempad, 'twelk zij allen in den lentetijd van hun leven inslaan, is een vreeselijke diepte, welke men noodlottigerwijs voorbij moet. Zoo lang men ze niet bereikt heeft schijnt alles te glimlachen. De hagen langs den weg bloeien, de lucht is welriekend, vogels en minnenden zingen rechts en links den zoelen hymnus der liefde en wellust. Men droomt van een eindeloos geluk, van eeuwige bedwelming en zoo komt men onver hoeds aan de noodlottige diepte. Den vorigen Rag zag men niets van hetgeen achter is. Maar den volgenden dag vertoont zich het verschiet jam merlijk, bedroevend, afgrijselijk! ((Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 6