Eien in het nadeel van verdachte beslist
meeningsversehil.
Heden werd met het hooren van veldwachter
Bleijendaal van Oudorp, de kwestie, die ontstaan
was tegen den vrachtauto-chauffeur Cornelis de
Groot, die zich met een te zwaar belaste auto,
er waren opgestapeld een aantal volle zakken met
een totaal gewicht van 2000 Kg., waarbij nog
moest worden gevoegd het wagengewicht 1314,
had gewaagd in de Burgen Bosstraat te Oudorp,
alwaar zulks op duidelijk kenbare wijze overeen
komstig de voorschriften is verboden. De veld
wachter overlegde een afschrift van de verorde
ning, en aan de hand van die verordening en het
gewicht van den last, die in ieder geval meer dan
2000 Kg- boven de asbelasting bedroeg, werd
de heer C. de Gr., die de bewoordingen der ver
ordening geheel anders en ïn zijn voordeel inter
preteerde, veroordeeld tot f 8 boete of 8 dagen.
Veroordeelde gaf de toezegging in hooger beroep,
in dit geval cassatie te zullen gaan.
Elen aanrijding die niet erkend werd.
Kien ontkentenis in dergelijke gevallen is geen
zeldzaamheid en de 36-jaxige landbouwer uit Fig-
mond Binnen, de heer H. G., maakte ook ijverig
gebruik van dit recht, toen hij terecht stond we
gens een op 13 November aan den Middelweg te
Heerhugowaard gepleegde aanrijding, hem thans
bij dagvaarding ten laste gelegd. De heer G. zou
toen als bestuurder van een vrachtauto roekeloos
achteruit rijdend, in botsing gekomen zijn met
een voorbijrijdend vierwielig motorrijtuig, be
stuurd door den landman P. V. uit de Stolpen,
gem. Zijpe. De heer Veeken met zijn medepassa
gier, de heer Th. Wijnker van den Boschweg te
Het Zand, als getuige gehoord, beweerde dat ver
dachte, die gedeeltelijk met het voorgedeelte op
een zijweg of brug stond, rechts van den weg,
maar zoodat het achtergedeelte zichtbaar was,
eensklaps zonder teeken of signaal te geven,
achteruit was gaan rijden, zoodat een aanrijding
niet meer te voorkomen was en de wagen van
Veeken belangrijk werd beschadigd.
e De heer G ontkende evenwél alle schuld. Hij
had zijn voornemen om achteruit over een brug
getje, dat toegang gaf tot een boerenerf, uit vrees
voor de toenemende duisternis laten varen en
was voornemens die manoeuvre vooruit rijdend
te herhalen. Na dus te zijn teruggekeerd en rechts
van den weg een standplaats te hebben ingeno
men, had hij zich vooraf vergewist of de weg
vrij was en niets opgemerkt. Voorts kwam ver
dachte met een rapport van de verzekering die
blijkbaar op eigen houtje een instructie had inge
steld, waarop 4 getuigen voorkwamen, die in het
voordeel van verdachte waren gehoord. De kan
tonrechter wees echter begrijpelijk dit verslag
waarop ook nog ceii schitskaart. voorkwam, van
de hand. Het betrof hier geen zaak van de ver
zekering, doch het ging tusschen het openbaar
ministerie en den verdachte. Het was hier een
strafzaak en geen onderzoek voor schaderegeling.
Niettemin werd het noodig geacht nog eenige
getuigen, opgegeven door beide partijen, terwille
van de onpartijdigheid van het onderzoek te hoo
ren en werd alzoo de zaak voor onbepaalden tijd
uitgesteld.
Hel verboden afzakkertje in de keuken-
In den nacht van 71 op 18 Jan. werd door
hoofdagent Murbus te Alkmaar waargenomen,
dat zich in de keuken van een verlofgelegenheid
geëxploiteerd door den heer Th. K., welke'keuken
doo reen deur met het verloflokaal in verbinding
staat, zich lang na sluitingstijd bezoekers op
hielden, die daar consumptie genoten. 'Voorts
hoorde geldklank cn zag hij zilver blinken. De
aanwezigen bleken, behalve den caféhouder, te
zijn een paar hotelhouders uit Eigmond aan Zee,
met wien de heer I\ dien middag uit was ge
weest ter bespreking van een feestelijke viering
van het 25-jarig bestaan van den bond van ver
gunninghouders te Eg-mond aan Zee. Na die con
ferentie had de heer II., exploitant van Trompen
berg, aldaar met een collega de 'Vr. het hotel
Belleon exploiteerend en thans handelsreiziger te
Amsterdam, samen met zijn auto den heer K.
-weer veilig thuisgebracht en waren de heeren
in de keuken onder het genot van een fijne"
flesch nog wat gezellig blijven naboomen. Het
door hen achtergelaten geld was geen betaling
iVaarom was 'Bernhardt politieagent geweest?
Wat was de ten minste onwaarschijnlijke histo
rie van den geguillotineerde, waarvan hij gespro
ken had. Wat was eindelijk in de verborgenheid
te zoeken?
Nu richtte Spavento's blik zich op de deur
der kamer va» den doode, en kon er zich' niet meer
van afwenden. Daar was de oplossing van het
raadsel, efn een brandende begeerte er binpen te
gaan overweldigde hem. Werktuigelijk naderde
hij de deur en zijne hand zocht ze te openen.
'Zonderling, de sleutel was in het slot. Spavento
aarzelde en rildts als van angst. Hij was evenwel
moedig; maar de omstandigheden waarin hij zich
bevond, waren buitengewoon, «en moediger dan
hij zouden misschien gebeefd hebben. Eindelijk
vermande hij zich en draaide den sleutel om.
Die deur opende zich.
Aanvankelijk zag hij niets. Een- aan het pla
fond hangende lamp wierp slechteen zwak',
en eenigszins grafkelderachtig licht in
do kamer. M.aar langzamerhand gewende zijn ge
zicht zich aan deze halve duisternis en hij kon
eenige voorwerpen onderscheiden. In haar geheele
hoogte was de kamer met zwart fluweel behan
gen ,ter rechter en ter linker zijde stond een bid
bank, achter in de kamer bevond zich een groot
ivoren ltTuis in een ebbenhouten lijst. En in het
midden, een doodkist met glazen deksel, door
'twelk men het inwendige zien kon-
Hoeveel zelfbeheersching Spavenio. ook bezat
was hij toch óp dat oogenblik onder een geweldige
aandoening en eenige seconden lang was hij be-
geweest van het genotene, doch bedoeld als een
gratificatie voor het kamer en keukenmeisje. Al
dus verklaarden heden deze heeren, toen zij als
getuigen in deze strafzaak tegen den niet ver
schenen heer K„, betreffende overtreding artikel
50 no. 2 der drankwet gehoord werden.
Zoowel door kantonrechter als ambtenaar werd
echter deze afgifte van geld beschouwd als beta
ling en gold het hier wel degelijk een ontduiking
van de drankwet, waaraan, aldus de kantonrech
ter, de heer Hdie als hotelhouder een reputatie
heeft op te houden, niet had moeten-medewerken.
Wat de heer K, betrof, deze was vólgens dooi
den Hoofdagent verstrekte inlichtingen, nog wel
nimmer te voren veroordeeld, doch de politie
meende, op grond van zekere gegevens, bijzonder
op hem het oog te moeten houden, vandaar dan
ook die speciale controle in den nacht van IT op
18 Januari.
Gevorderd werd f40 boete of 40 dagen cn
verdachte bij afwezigheid veroordeeld tot f 25
boete of 25 dagen.
ARB ONDtlSSEMENTSR ECflTB A NK.
ALKMAAR.
Meervoudige strafkamer.
Zitting van 18 Maart. Uitspraken 11 Maart.
J. en C. K„ Zuidscharwoude,- mishandeling,
ieder f 20 boete of 20 dagen.
Joh. Fr. Ph. iSch. Warmenhuizen, verduistering
in dienst der Posterijen, nadere instructie gelast.
Martinus K., Anna Paulowna. Hooger beroep
veroordeeling wegens overtreding van art. 6, 'Mo
tor- en Rijwielwet f 30 boete of 3 dagen.
J. van Wl, Helder, gedetineerd, misdrijf art.
249 wetb. van strafrecht, 2 jaar gevangenisstraf.
Zitting 4 Maart. Willem P. visscher Urk, visi
tatieweigering f 50 boete of 50 dagen.
Adieu, wij moeten elkander groeten.
Alvorens het geheim der uitspraken was ont
huld en een nieuwe zittingsrol in de justitieel»
kunstspelpiano was ingestoken, werd mr. Mul
ler ,lid van het edelachtbaar college, die benoemd
was in gelijke functie bij de rechtbank te Am
sterdam, welke benoeming zoowel magistraal als
financieel een vooruitgang kon genoemd worden,
nog eens hartelijk en waard eer end toegesproken
door den fung. president mr. I.«edeboer en den
substituut-officier mr. v. "d. Feen de Lille, die
beiden met zeer veel appreciatie de 14-jarige
loopbaan van dezen Techter, sinds 1922 ook aange
steld als politierechter, herdachten en hem in zijn
verdere ambtsvervulling al wat goed en zegen
rijk was, van harte toemenschten.
Natuurlijk bleef de gehuldigde ambtgenoot niet
in gebreke, zijn hartelijken dank te betuigen voor
de ondervonden sympathie en ontvangen vriende
lijke wenschen.
De bareil die huiseljjk geluk en welvaart
breekt, wordt door drankmisbruik gekweekt
Reeds 23 jaar was de 43-jarige Nicolaas W. te
Helder bij' de firma Grunwaldt als koetsier en
bedienaar van de petroleumtankwagen in betrek
king geweest en 'hij genoot zoowel bij de patroons
als de klanten het volste vertrouwen. Er werd
zelfs niet aan gedacht op zijn handelingen eenige
controle uit te oefenen en men liet hem volko
men vrijheid.
Mieschien werd zoo nu en "dan wél eens bespro
ken ,hoe luisterrijk het 25-jarig jubileum van Ni
colaas trouwe dienstvervulling zou worden ge
vierd met feestklanken, bloemenhulde en de ge
bruikelijke enveloppe, doch helaas, eensklaps werd
de illusie wreed verstoord en verbleekte het aure
ool van dienstijver en eerlijkheid, dat om de sla
pen van den getrouwen dienaar zweefde. Die firma
kwam eensklaps tqt de droevige ontdekking, dat
die trouwe knecht hen sinds eenige jaren schan
delijk had bedrogen door het vervalschen van af
leveringsbriefjes, waardoor het hem mogelijk werd
een niet onbelangrijk bedrag van 'iedere leverantie
aan de winkeliers in eigen zak te steken. Fax dat
niet om aan zijn huisgezin meerdere welvaart te
verschaffen, doch in hoofdzaak om aan zijn drank-
lust te voldoen en mét zijn valsehc vrienden goe
de sier te makeh. Natuurlijk was 'de trouwe die
naar van zijn voetstuk getuimeld. Ontslag volgde
en heden stond de man terecht wegens valsch-
sluiteloos .verward, niet durvende naderen of te
rugtreden.
Maar zijne nieuwsgierigheid was sterker dan
al zijne vrees.
Hij deed nog twee schreden, boog zich over de
doodkist en zag!
De uitwerking bleef niet uit; schier oogenblik-
kclijk richtte hij zich met een kreet op. i
Het lijk was daar!
Maar het was geen gewoon lijk en zooals de
gebruikelijke bewerking van het balsemen ons
vertoont; aan dit lijk ontbrak het hoofd, en zoo
wel de armen als de beenen schenen er bij gelegd,
na er met geweld van losgemaakt te zijn.
Spavento voélde van afgrijzen zijn hoofdharen
te berge rijzen, terwijl een ijskoud zweet zijn
slapen bevochtigde.
,,Wat beteekent dat?" stamelde hij met eene
in zijn keel stikkende stem.
E«n door een dringende belangstelling aange
spoord boog hij opnieuw op de doodkist neer, en
beschouwde nog aandachtiger het zonderling lijk
dat liij onder zijn oogen had.
Hij had zich niet bedrogen. Wat hij gezien had,
had hij goed gezien. Al de bijzonderheden welke
hij opgemerkt had bestonden werkelijk- Er was
geen twijfel mogelijk. De tastbare, vreeselijke
werkelijkheid verhief zich voor 'hem, en zijn over
spannen geest zocht 'de verklaring van die ake
lige tentoonstelling. Plotseling maakte hij eene
verschrikte beweging, klemde zich aan den rand
der doodkist, om niet te vallen, en slaakte een
rauwen, onverstaanbaren vloek.
heid in geschrifte met gebruikmaking daarvan,
waardoor geldelijk' nadeel voor de firma Grun
waldt was ontstaan. De omstandigheidTMat de
door hem bediende winkeliers een vermindering
van provisie constateerden, omdat de koetsier
op zijn volgbriefejes minder opgaf dan geleverd
werd. was oorzaak, dat zijn knoeierijen aan het
daglicht kwamen. Hoewel te laat, zag de man
nu wel in, hoe schandelijk hij het. in hem gestelde
vertrouwen had misbruikt :en trachtte hij door
aansluiting bij het Leger des Heils, geheelont-
houdersvereeniging en een rouwmoedige erkente
nis op de zitting van zijn goeden wil tot verbete
ring blijk te geven. Het. is hem inmiddels weer
gelukt, tijdelijk althans, tegen een redelijke bezol
diging, weer aan 't. werk te komen. De reclassee-
ring bleek hem wél genegen en adviseerde een
voorwaardelijke straf, welk advies door den offi
cier ,hoe geraffineerd hij ook de handelingen van
verdachte noemde, werd overgenomen met gevolg
dat 10 maanden voorwaardelijk met 3 proef
jaren en strenge bijzondere voorwaarden werd ge-
requireerd.
Onaangenaam motoravontunr van een platte
lands wethouder.
Op 16 October bevond .de heer E- .Wit, veehou
der en lid van het gemeentebestuur van Berkhout
zich op den Hoeverweg onder Fgmond Binnen
op zijn moterrijwiel en zag zich genoodzaakt,
door het roekeloos rijden van een hem tegemoet
rijdenden vrachtauto, bestuurd door Rijer Gul,
vrachtrijder uit Egmond aan Zee, die een voor
hein rijdende vrachtauto voorbij reed zonder vol
doende rekening te houden inetr den motorrijder,
met zijn motor den grasberm op te rijden, waar
door de moto romsloeg en de heer Wit in een
ha.ij en tegen een hek terecht kwam. Met be
hulp van den heer A. Gul die zich op de 'door
voorbijgereden vrachtauto bevond, werd de heer
Wit uit zijn benarde positie verlost.
Tegen den heer R. W., die was doorgereden,
zonder zich verder om het gebeurde te hekom
meren, werd echter op aangifte van den omver
geraakten wethouder een strafvervolging ter zake
overtreding art. 22 motor- en rijwielwet inge
steld en stond gezegde heer W. terecht voor den
kantonrechter, die hem echter, nadat de zaak
tweemaal was behandeld van het ten laste gelegde
vrijsprak. De ambtenaar kwam evenwel in hoo
ger beroep, welk hooger beroep heden werd be
handeld. De heer W. in persoon aanwezig, werd
alstoen als raadsman en verdediger bijgestaan
door mr. R. Heeg, advocaat en procureur te
siGraverihage. Evenals in eerste nistantie werd
door den 'heer R. W. ten stelligste ontkend, dat
hij door zijn roekeloos rijden dc oorzaak zou zijn
geweest van het ongeval, den heer Wit overko
men. D;ezc was, naar het oordeel «van verdachte,
daarvan zelf de schuld. F.e officier evenwel be
toogde in een uitvoerig requisitoir noch de voor
stelling,van verdachte, noch het vrijsprekend von
nis van den kantonrechter te kunnnen aanvaarden
en requireerde hij met vernietiging van bedoeld
vonnis f 50 boete of 50 dagen.
Het pleidooi van mr. Heeg, die geheel in de lijn
van de door W. afgelegde verklaring, trachtte
aan te toonen dat het aan zijn cliënt ten laste
gelegde niet wettig en overtuigend kon worden
bewezen, weshalve het gewezen vonnis diende te
worden bekrachtigd, kon in de meening van den
officier geen verandering brengen en werd ge
persisteerd bij het genomen requisitoir.
Het moest weer buigen of barsten.
Op 2 (September 'van het vorige jaar des avonds
omtrent het zevende uur spoedde, mej. Boon, 'n
waardige winkelierster, zich per rijwiel naar het
ziekenhuis om haai' echtvriend, die daarin was
opgenomen, een bezoek te brengen. Op de Keizers-
brug gekomen, zag het voorzichtige vrouwtje
een vrachtauto naderen en steeg zij bedachtzaam
af, teneinde dit vehikel te laten patoeren. Ter
wijl ze echter met de fiets aan de hand, rustig bij
de brugleuning afwachtte, drongzich een motorrij
der, met de woestheid, die dergelijke, sportbeoefe
naars gewoonlijk kenmerkt, tusschen de auto en
het rijwiel van moeder Boon, met gevolg dat dit
karretje een schade van f 4 bekwam. De motorrij
der werd naar aanleiding van deze aanrijding
voor den kantonrechter te den Helder gedaagd
en door dezen magistraat veroordeeld tot f 50
boete of 50 dagen. Vermoedelijk legde de veroor
deelde zien bij dit vonnis niet neer, althans werd
„Daar, daar..." stamelde hij; „die zwarte stip
onder de linkerborst. Zal ik krankzinnig wor
den!" 'tls onmogelijk. Waar ben ik hier toch?
Welke demon heeft mij in dit vervloekt verblijf
gelokt
Met zijne geweldige handen drukte hij zijn
voorhoofd om er «het verstand in tegen te houden,
dat gereed was er uit te ontsnappen, en rende
toen de kamer uit.
Et was niemand, de waskaars was uitgegaan
Bernhardt 'was niet teruggekomen. Blinnen de
grootste duisternis; buiten de diepste stilte. Hij
deed eenige schreden naar de deur en rilde, den
vloer onder zijn voeten hoorende kraken.
Toen overweldigde hem een onbeschrijfelijke
ontzetting; naar alle zijden wendde "hij zijn ver
schrikte blikken, voelde zijn keel beklemd als
zou hij stikken, en hijgend, het hoofd brandend,
stormde hij liet park in en liep zonder eigenlijk
te weten waarheen.
XI.
Irene's Neef.
Mademoiselle Mousseline bewoonde in de Oir-
cusstraat een allerliefst klein hotel, dat Henri
de Poll voor haar had laten meubileeren, en waar
zij Donderdags een weinig buitensporige soiré's
gaf, die het voorrecht hadden de heele getitelde
of eenvoudig vergulde jongelingschap te lokken.
Mousseline was ©en goede meid, wie het aan
geest noch hart ontbrak. Zij was zeer slecht op-
de Zaak nu nog eens in hooger beroep behandeld,
doch de appellant zelf was niet aanwezig. Gere-
quireerd werd bevestiging van het vonnis, terwijl
de aanvraag tot schadevergoeding ad f4 niet in
behandeling kon worden genomen wegens de ont
stentenis van den heer Roon, Jie bijstand had
moeten verleenen.
Den jnisten tijd tot vertrek niet in acht
genomen.
De heer fe'ybold P., autobuschauffeur in dienst
van de autobusdienst Alkmaar-Haarlem en wo
nende te Heiloo, had in den avond van 23 Nov.
volgens dienstregeling te 9 uur precies vanaf den
Nieuwlandersingel te Alkmaar, standplaats al
daar van voormelde bussen, moeten vertrekken.
Hij vertrok echter pas te 9.10, hetwelk werd op-1
gemerkt door den heer C'. de Bruijn, ondernemer
van den concurreerenden dienst AlkmaarLim-
nien, die ten 9-10 moest vertrekken. Aangifte
werd gedaan, daar de verschillende ondernemers
elkander scherp controleepn en de „nalatige"
chauffeur door den kantonrechter veroordeeld tot
i 7 boete of 7 dagen. De heer P. evenwel,, die de
schuld van de onregelmatigheid toeschreef aan een
pas ingevoerde nieuwe dienstregeling, nam met dit
vonnis geen genoegen en kwam in hooger beroep.
Fchter niet met succes tot dusver, aangezien
door den officier bevestiging van het gewezen
vonnis werd gerequireerd.
34 Maal op de Zondaarsbank gezeten.
De heer Eilerman, die te Alkmaar in de Hekel-
straat een dubbele zaak heeft, merkte van uit een
dier zaken op 15 Januari op, dat een persoon, die
oogenschijnlijk niets bij zich had, de andere zaak
binnenging en eenige oogenblikken later met een:
pakje onder den arm, die winkel weer verliet.
Hij kreeg argwaan en liep den bezoeker na, doch
deze bleek inmiddels verdwenen te zijn. Des
avonds echter werd de heer Ej- op het politie-
burealu «ontboden en bleek het dat zich aldaar
een niet geheel nuchter persoon had aangemeld
cm nachtverblijf die in 't bezit van verschillende
stukken toiletzeep bleek te zijn, zeep die hij
vermoedelijk niet noodig 'had in de Hotels, alwaar
hij gewoon was te logeeren. De zeep werd door
den heer E. als zijn eigendom herkend, niet ech
ter de doos, eveneens bij den man aangetroffen.
Die scheen hij intusschon weer geruild te hebben.
De zeepFefheboer werd in verzekerde bewaring
genomen en weldra kwam men 'tot de wetenschap,
dat hij was de 61-jrige zwerver Johannes v. d.
M., reeds 34 maal vroordeeld. De laatste maal
door de rechtbank te Haarlem tot 3 maanden
gevangenisstraf. Heden stond v. d. M„ een klein
kaalhoofdig en bijzonder bespraakt mannetje, te
recht, bewerende dat hij zich den diefstal niet
ko nherinneren omdat hij in beschonken toestand
verkeerde. De drank was zijn ongeluk. De laatste
3 jaren had hij gewerkt en mét'negotie gevent en
was het hem gelukt uit de handen.'van den straf
rechter te blijven. Had de heer officier aanvanke
lijk gemeend een zware straf te moeten eischent
de omstandigheid dat verdachte de laatste jaren
goed had opgepast, bracht wijziging in dit voor
nemen en zou de officier zich bepalen tot een
eisch ^strikkende tot 6 maanden gevangenis.
De verdediger, mr. D. Kluis, toonde zich even
wel bijzonder ingenomen met zijn niet bepaald
voordeeligen cliënt en noemde hem bijzonder eer
lijk en openhartig. Verdediger was er dan ook
werkelijk van overtuigd, dat alleen het drank
misbruik hem aanzette tot het plegen van ver
mogensdelicten en pleiter betwijfelde zelfs, of
hier het opzet der wederrechtelijke toeëigening
wel bewezen was. Pleiter wilde daarom echter
gean middel maken, doch wel zou hij "gaarne heb
ben gezien, dat verdachte ter beschikking der
regeering zou worden gesteld om te worden ge
plaatst in het psychopaten-asyl, ter afwachting
van een psychopattrisch onderzoek. Een voor
waardelijke veroordeeling, door verdachte ge
vraagd, achtte pleiter voor dezen man ondoel
matig.
De officier hoewel van meening met verdediger
velschillend, wat 'betreft het opzet, verklaarde
in zijn repliek absoluut geen bezwaar te hebben
tegen een psychiatrisch onderzoek. Nadat ver
dachte nog met rappe tong nog een en ander tot
eigen verdediging had afgerateld, werd de behan
deling gesloten en de uitspraak evenals in andere
zaken, bepaald op 1 April e.k.
gevoed, ofschoon zij tot een fatsoenlijke familie
behoorde.
Haar vader had vroeger een gewichtige be
trekking bij de financiën bekleed; vervolgens had
hij slechte zaken gedaan en was hij gedwongen
geweest uitlandig te gaan, zijne vrouw en zijne
dochter in de volslagendste behoeftigheid achter
latend, tengevolge waarvan zijne vrouw overleed.
Ein wat zou er nu van zijne dochter worden?
Acht of tien jaar oud was Mousseline nu alleen
in de wereld en had aanvankelijk van het werk
harer handen moeten leven; maar liet bezoeken
der werkplaatsen was haar verderf; zij was zeer
mooi en van den arbeid had zij afkeer; op een
avond vergat zij naar haar zolderkamertje terug
te keeren en nam haar verblijf in de wijk Brecla.
Van dien avond af werd zij mademoiselle Mous
seline. Voorwaar het mooie meisje kan zeker niet
verwachten een ander einde te hebben dan hare
gezellinnen van het vermaak. Aan het einde van
dat bloempad, 'twelk zij allen in den lentetijd
van hun leven inslaan, is een vreeselijke diepte,
welke men noodlottigerwijs voorbij moet. Zoo
lang men ze niet bereikt heeft schijnt alles te
glimlachen. De hagen langs den weg bloeien, de
lucht is welriekend, vogels en minnenden zingen
rechts en links den zoelen hymnus der liefde en
wellust. Men droomt van een eindeloos geluk,
van eeuwige bedwelming en zoo komt men onver
hoeds aan de noodlottige diepte. Den vorigen Rag
zag men niets van hetgeen achter is. Maar den
volgenden dag vertoont zich het verschiet jam
merlijk, bedroevend, afgrijselijk!
((Wordt vervolgd).