I Doorliggen
duifenlandsch Overzicht
Plaatselijk Nieuws
Land- en Tuinbouw
Kloosterbalsem
De vlootconferentie en als deze,eens
niet in het leven geroepen was.
Om de pariteit tussehen Italië en
Frankrijk hen verdrag van vrede
en vriendschap. Italiaansohe con
cessies? Politieke waarborgen.
Het „Nieuwe Plan" door den Rijksdag
bekrachtigd. Een nieuwe periode
voor Duitschland. jEien kleine neder
laag van de Engelsche regeering en
een verworpen motie die conservatie
ven naar aanleiding van de'weigering
der Labour-regeering tot het nemen
van nieuwe protectionistische maai -
regelen. - De Kanaaltunnel-commis
sie. De aanleg aan het particulier
initiatief overgelaten.
Met betrekking tot de vlootconferentie kan
gemeld worden dat het nog steeds op en neer
gaat. Den eenen dag worden we verblijd (als dil
het woord mag zijn) met birichteen, volgens wel
ke nog n'ioi alle hoop op een eindelijk succes
verloren is, en den anderen dag wordt, vernomen,
dat men naar He meening van sominigen tot aan
de mislukking genaderd is. 'tGaat op die vloot
conferentie o.m om de kwestie van de pariteit)
tussehen Italië en 'Frankrijk. Men zou kunnen
zeggen: 'toude liedje. Wat de een heeft, meent
de ander ook te moeten hebben, wat'dan tenslotte
loch weer'daarop uitdraait, dat een vermeerdering
of eenige uitbreiding van "bewapening 'bij den
een naar verhouding even groote vermeerdering
of uitbreiding bij den ander tengevolge moet
hebben. Italië, dat tot nog toe heel stijf op zijn
stuk gestaan heeft met betrekking tot zijn eisch
van pariteit met Frankrijk zou aan het begin
dezer week bereid geweest zijn eenige belang
rijke concessies te doen en misschien den eisch van
pariteit geheel of gedeeltelijk prijs te geven.
Italië zou dan bereid zijn onmiddellijk een ver
drag van arbitrage en verzoening met Frankrijk
te teekenen. Zou met die woorden „arbitrage" en
„verzoening" lezende niet geneigd zijn te meenen,
dat er zoo iets als oorlogstoestand tussehen beide
landen bestaat? Naar neen,"het is inderdaad volle,
vrede tussehen die tdwee,- al zal de tijd nog
moeten leeren of ze elkaar ten slotte iets zullen
toegeven en zoo ja, hoeveel ieder van hen voor
het bereiken van een accoord van zijn "eischen zal
laten vallen. Men zou zich, de berichten over de
afwijkende meeningen der verschillende landen
lezende, kunnen afvragen wat ter wereld had er
van den Európeeschen vrede terecht moeten ko
men, indien de vijf mogendheden nu eens niet bij
elkaar gekomen waren om over de vlootaange-
legenheden van gedachten te wisselen. Als dus
elk land voor zich, en geheel naar eigen opvatting
omtrent zijn rechten, maar eens was doorgegaan
met de volvoering van de planneh, die het ook
blijkens de uitspraken^ ter conferentie voor de
veiligheid van den staat meent noodig te heb
ben. De pariteit bijvoorbeeld, daarover wordt nu
gepraat. Maar, liet vermoeden ligt eenigszins
voor dc hand, dat zonder de besprekingen te Lon
den, (indien dus de Londensche conferentie er
niet geweest was) elk land zich wellicht aan
eigen opvattingen omtrent vlootsterkte enz. zou
gestoord hebben en gedaan zou hebben wat de
hand had gevonden om te doen. In een en ander
ligt misschien reeds eenig nut van de conferentie
opgesloten, al zal het nog zeer de vraag zijn of
de rem, die voorloopig door de conferentie wordt
aangelegd, van eenige kracht zal blijken als er
nu eens werkelijk van een mislukking sprake
mocht zijn. Of de mogendheden tegenover elkaar
van eenig toegeven van beteekenis zullen 'willen
weten Frankrijk waarschijnlijk niet, althans niet
met betrekking tot de pariteit ten opzichte van
Italië. De eischen van de veiligheid, daarop komt
het altijd maar neer. En Frankrijk, dat zooals
o.a. door dc „Times" wordt opgemerkt, drie
fronten te verdedigen heeft, kan volgens dit
blad niet op den Italiaanschen eisch van pari
teit ingaan. Wat dan tenslotte, als de Italiaan
sohe bereidwilligheid geen fictie, maar .werke
lijkheid mocht blijken, ook niet langer noodig is.
Nu is het nog de vraag of er aan de situatie veel
veranderen zou als Italië iets van zijn eischen
liet vallen en bijv. een verdrag van vrede en
vriendschap met Frankrijk sloot. Fr moeten lan
den zijn, in Zuid-Europa, die al sinds lang met
Italië een dergelijk verdrag hebben gesloten, maar
die desniettemin op den duur nog even weinig
vriendschappelijk behandeld worden als landen,
die het nog zonder de officieele vriendschap van
Italië inoeten doen.
Hiervan kan Yoego-Slavië een voorbeeld zijn.
De oplossing van het Fransche maritieme vraag
stuk hangt daarenboven niet alleen af van de
houding van Italië, maar ook van de houding van
Engeland. Frankrijk's bereidwilligheid om even
tueel zijn vlootbewapening te verminderen zou
verband houden met het Fransche verlangen naar
een zekere politieke waarborg van de zijde van
Fingeland, maar het moet nog zeer onzeker zijn,
om niet te zeggen, zeer onwaarschijnlijk, of En
geland be#eid zal zijn zich met eenfgen politieleen
of militairen waarborg ten opzichte van Frank
rijk in te laten.
De Duitsehe Rijksdag heeft het nieuwe plan
(dat voor het plan Young- in de plaats is geko
men aangenomen )en bekrachtigd. De actie van
Hugenberg c.s. heeft dus in dezen weinig of
geen succes gehad en de beweringen van de zijde
der Hugenbergers,' dat het Nieuwe Plan .lijnrecht
tegen de belangen "an den Duitschen Staat en het
Duits die volk inging, heeft de aanvaarding van
hét plan niet kunnen verhinderen. En al moge
nu elk rechtgeaard D'Uitscher van meeriing zijn,
dat de boete welke Duitschland heeft te betalen
voor liet voeren, en het verliezen van den oorlog
veel te zwaar is, al moge ook iedere Duitscher
zelfs van meening zijn, dat elke boete onbillijk
zou zijn, het Vredesverdrag heeft nu eenmaal die
boete opgelegd, en nu beteekent het Nieuwe Plan
in elk geval, dat die boete in een voor Duitsch
land heel wat minder 'drukkenden vorm is gego
ten .terwijl de Duitsehe verplichtingen nu defini
tief zijn vastgesteld, terwijl rekening gehouden
is met Duitschland's economische en financieel©
capaciteit. Met de bekrachtiging van het nieuwe
Plan, aldus zei dr. Muller, de Rijkskanselier in
een voor den Rijksdag gehouden rede, met het
Nieuwe Plan is voor Duitschland een nieuwe peri-
de begonnen, de aanvapg van de Duitsehe her-
stelarbeid. Hierbij 'komt nog deze winst, dat
Duitschland ifrij komt te staan van elke buiten-
landsche inmenging. Dc Rijkskanselier heeft in
zijn rede ook dc verwachting uitgesproken, dat
de bevrijding ook van die gebieden (als het Siaur-
gebied) die nog niet ten volle aan Duitschland
zijn teruggegeven, wel spoedig zou vólgen.
""De Engelsche regeering lrceft de vorige week
een nederlaag geleden bij de behandeling van de
mijnwet, 't Ging over de heffing van een zeker
recht van de geheele sjeerikoolproductie. met de
bedoeling uit de opbrengst van 'dat recht een;
toeslag te verleenen op "den kolenexport. De La-
xbourregeering heeft in het feit, dat ze met
eenige stemmen in de minderheid bleef, geen aan
leiding gevonden af te treden. Een andere neder
laag had de regeering van MacDonald kunnen
lijden, indien de door de conservatieven ingediende
motie van afkeuring was aangenomen. In deze
motiè werd van de zijde der conservatieven afkeu
ring uitgesproken op He politiek der Labourregee-
ring. Deze afkeuring had betrekking op de wei
gering der Labourregeering over te gaan tot
nieuwe protectionistische maatregelen, welke naar
de meening der conservatieven (Baldwin c.s.) met
het oog op de heerschende malaise en de werkloos
heid noodig zou zijn. Bat intussehen de motie
der conservatieven niet tot een nederlaag van de
regeering zou leiden, werd al van te voren ver
wacht, waar de liberalen met betrekking tot
de protectionistische maatregelen, aan de zijde
der Labour-regeering staan.
Over den aanleg van een tunnel onder het En
gelsche kanaal als verbinding tussehen Fingeland
en het vasteland is al jarenlang gesproken. De
desbetreffende commissie is met- haar rapport ge
reed gekomen. Blijkens wat de „Evening News"
omtrent dit rapport meldt, zou de commissie
tegen den aanleg van den kanaaltunnel geen be
zwaren hebben, noch wat betreft de constructie,
noch wat de nationale veiligheid aangaat. De com
missie beveelt dan aan het aanleggen van een
voorloopigen tunnel, die vijf millioen zal kosten.
De eigenlijke tunnel zou vijf en twintig milli
oen pond kosten, maarvolgens de commissie
zou de aanleg van den tunnel moeten uitgaan
van het particulier initiatief en niet van de
regeering. Naar het „Hbld." meldt, zou het gra
ven van den tunnel acht jaar vorderen en zouden
het eerste jaar drie millioen reizigers er gebruik
van maken, wat da ritenslotte het graven van den
tunnel tot oen eenigszins goede belegging zou
kunnen maken. Als dan tenminste over acht jaar
-het verkeer al niet in hoofdzaak door de lucht
gaat. Wie zal zeggen in hoever dat mogelijk
zal zijn.
BROEK OP LANGE*DIJK.
Gevonden- twee boodschaptasscheneen hand
warmer van een rijwiel; een mesje; een jongens-
pel; twee handschoenen; een sierkleedjê met een
strengetje zijde; (nieuw); een'kinderportemonnaie.
Als vermist aangegeven een klein houten
schuitje.
Inlichtingen bij de politie te Broek op Langen-
dijk.
ZHDCHARWOUÜE.
Het bekende cofé ,,De witte Roos" alhier, eigen
dom van den heer 'R. Smit te Alkmaar, is in
eigendom overgegaan aan 'den heer M. Bruin te
Waarland.
BARSINGERHORN-
Dc uitslag van 'den kolfwedstrijd te Barsinger
horn is
Eerste klasse: 1. A. Berkhout te Zuidschar-
woude 535 p.; 2. G. Mettes, Zuidseharw. 534 p.:
3. S. Brander, Alkmaar 533 p.;
Se riep rijs T. Pranger Noordscharwoude. 113 p.
Tweede klasse: 1. P. Langedijk Noordscharw.
500 p.; 2. W. Kraakman, 'Zuidscharwoude 471
p.; 3. P. Butter, Alkmaar 453 p."
S.crieprijs T. Kostelijk 'Noordscharw. 106 p.
Derde klasse: 1. .7. Bakker Noordscharw. 148
p.; 2. J. Bruin Zuidscharwoude 440 p.; 3. P. v.
d. Welle Zuidscharwoude '430 p.; Serieprijs W.
Glas Zuidschaiwoude 142 p.
jSajetkclvers. Ie klas; J. Peetoom N. Niedorp
454 p.: 2e pr. C. 8-mit Gz. 'Barsingerhorn 445 p.
3de prijs P. Dil Koog a. d. Zaan 4'28r'p.Serieprijs
J. Schenk, Barsingerhorn 100 p.
Uit den Omtrek
ZIJDEWIND.
Algemeene vergadering 'der R.K. Coöperatieve
Boerenleenbank.
Dinsdag 18 dezer hield bovengenoemde instel
ling hare jaarvergadering ten lokale van den
heer Goedthart te Zijdewind.
Aanwezig waren 65 leden.
De Directeur, de heer A. Dekker, sprak de
Christelijke Groet, memoreerde den toestand van
het beden in het bedrijfsleven, welke niet schitte
rend genoemd mag worden, doch meende dat ons
dit niet mocht ontmoedigen, overwegende dat ebbe
en vloed een verschijnsel is wat al reeds vele) jaren
is doorleefd, spr. verheugd er zich vervolgens
over dat tijdens de zitdagen onzer bank alle ren
ten prompt zijn binnengekomen en bovendien nog
verschillende aflossingen zijn gedaan, terwijl dit
verloopen jaar vele nieuwe leden zijn bijgekomen
en niettegenstaande een extra uitgave wegens het
vieren van ons zilveren jubilé toch nog een mooie
winst op de balans mag prijken. Met den wensch
dat de vergadering weer een aangenaam en zake
lijk karakter zal mogen dragen, zooals dat steeds
het geval is geweest en een hartelijk welkom aan
de aanwezigen, opende spreker deze bijeenkomst
en verzocht lezing der notulen.
Nadat hieraan was voldaan, werden dezelve
overeenkomstig samenstelling onveranderd vast
gesteld.
De Rekening welke daarna in behandeling
kwam en op de convocatie was afgedrukt, gaf o.m.
de volgende cijfers aan. Ontvangen spaargelden
'f324.230.71. Terugbet. voorschotten f63.990.15.
Terug ontvangen depositogelden f157.000. Inte
resten van voorschotten f 12.814.21. Verzilvering
coupons effecten f 322.50, rente van depositogel
den f2.702,58, provisie bij voorschotten f472.57
terwijl de uitgaven vermelden: Terugbetaalde
spaargelden f288.555.95. Verstrekte voorschot
ten f 149.514.84 in deposito gestort f104.000.
Interesten spaargelden f 12.392.13. De rekening
sloot in ontvangst en uitgaaf op een bedrag van
f575.629.38, waarbij nog vermeld dient te wor
den dat dit jaar onder uitgaven als buitengewone
po3t mocht worden beschouwd de kosten verbon
den aan het jubilé, waaronder f 1000, aan de ar
men en in totaal bedragende f 1368.65.
De Balans gaf aan de volgende cijfers. Inhoud
der kas op 31 December 1929 f 17.488.89. Uit
staande voorschotten f319.241.01. In deposito ge-
plaatst f 5000 en waardepapieren f 200, waarte
gen een passief van saldo's spaargelden f 310.631
Schuldig aan een zusterinstelling f 10.000, reser-
'vekapitaal f 19.864.45 winst over '29 f 1.452.11.
Aangezien op een desbetreffende vraag van den
voorzitter geen der aanwezigen nadere inlich
tingen omtrent deze rekening en balans verlang
de, werd een en ander dienovereenkomstig vastge
steld.
•Vervolgens werd door den heer F. C. Jong een
.jaarverslag uitgebracht, hetwelk met een dave
rend applaus door de vergadering en een hartelijk
dankwoord van den Voorzitter werd bekrachtigd.
De aftreden bestuursleden J. Ligthart en H.,
Wit, alsmede het aftredend lid van den Raad van
Toezicht de heer J. Wit Sr. werden allen met
161 stemmen herbenoemd en namen deze benoe
ming wederom in dank aan, terwijl de heer Ligt
hart namens de drie herbenoemden een woord
'van dank aan de vergadering richte voor'het her
nieuwde vertrouwen in hu ngesteld.
Het salaris van flen Kassier den heer C. Jong
Jbzn. bleef ongewijzigd bepaald op f 1000.
Een bestuursvoorstel om de rentestandaard on
gewijzigd te handhaven, 'te wetenvoor spaargeld
dagelijksch opzegbaar op '3.60 voor een jaar vast
op 4.08 en voor voorschotten op f4.80 werd
aanvankelijk bestreden door den heer Jb. Moras
te Slootgaard, die de afstand tussehen 3.60 en
I 4.80 wat groot achtte, doch na toelichting geen
1 voorstel tot wijziging wenschte in te dienen,
waarom ook dit bestuursvoorstel met algemeene
stemmen werd aangenomen,
i Een bestuursvoorstel om krachtens artikel 14
,'ler Cooperatiewet het lidmaatschap van een drie-
j (al leden die vertrokken zijn te laten vervallen,
i werd eveneens met algemeene stemmen aangeno-
men.
Tot commissieleden belast met het onderzoek
der rekening en balans werden aangewezen de
heeren F. Broersen te Zijdewind, O. de Boer te
't Veld en F. Wester Wz. te Slootgaard
Bij de rondvraag werden enkele huishoudelijke
aangelegenheden 'besproken en enkele inlichtin
gen verschaft, waarna sluiting volgde.
ON ZE GROENTEN.
Bloemkool.
i Onder de groentensoorten, die het geheele jaar
gevraagd en in ons land bijna het geheele jaar
geteeld worden, behoort zeker wel in de eerste
plaats de bloemkool te worden genoemd.
De vroegste soorten worden in de eerste helft
van September óf onder glas óf in den vollen
grond gezaaid. In beide gevallen worden de jonge
'planten verspeend en onder glas overwinterd
Veel luchten. Het is gewenscht zooveel mogelijk
gebruik te maken van stëkpotjes, waardoor de
planten latgr minder te lijden hebben. De bloem
kool wordt óf geheel onder glas, óf tijdelijk onder
glas, óf in den vollen grond verder gekweekt-
Jle tijd van snijden staat hiermede in verband.
Bij den aankoop van zand dit geldt voor alle
groenten, maar in het bizonder voor kool dient
l men de zekerheid te hebben, dat men de gewensch
te soort ontvangt. Kweekt men zelf de planten
niet, dan betrekt men die van een betrouwbaar
adres. Deze planten noemt men „weeuwen".
Het spreekt vanzelf, dat een goede grondbewer
king vooraf moet gaan, terwijl een kleine gift
Qhilisalpeler den jongen planten ten goede komt
en ze beter bestand doet zijn tegen den winter.
Het aantal vroege variëteiten is zeer groot; het
i is ondoenlijk daarvan een opgave te doen; wij
noemen daarom slechts Haagsche Vroege en Er-
furter dwerg.
i De tweede maaiïng heeft gewoonlijk plaats in
.januari—Februari onder (koud) glas. De plan-
j ten werden behandeld als de weeuwen. Half April
worden zij op de bestemde plaats uitgezet en
tegen Juli kan men oogsten, soms iets later.
Wij kunnen hiervoor dezelfde soorten gebruiken
als voor de weeuwen, ook wordt wel eens Lecerf
genomen.
I Begin Mei of in het laatst van April zaait
j men voor den vierden keer. 'Deze planten worden
I veel gebruikt als nateelt van vroege aardappelen,
j Vroege reuzen kortbeen en late reuzen ((Loim-
i 1 Kikkers) worden veel hiervoor gebruikt. In de
j laatste jaren heeft de Provinciale Commissie
1 (adres Land bouwhuis te Alkmaar) zaad voor late
bloemkool betrokken uit Italië, waarmede uit-
muntend succes is 'behaald. Deze kool kan in den
regel in October en later geoogst worden. Hoe
i zachter de winter, hoe langer gesndeden kan
j worden.
I Wat de bemesting 'betreft, stelt de bloemkool
hooge eischen. Heeft men de beschikking over
40.000 Kg. goéden istalmest, dan is het gewenscht
daarnaast per H.A. 'toe te dienen 600 Kg. chili-
salpeter, 800 Kg- patentkali cn 1000 Kg. slak
kenmeel (vooral op de min of meer kalkarme-
gronden) of superfosfaat.
Zonder gebruik van stalmest neme men 1000
Kg. chilisalpeter, 1200 Kg. patentkali en 150O
Kg. slakkenmeel. Stalmest en stalmest is zeer
verschillend. Gemiddeld mag men aannemen, dat
1000 Kg. stlmest gelijk staat met 10 Kg. chili, 10
Kg. patentkali cn 8 Kg. slakkenmeel of super.
Liefhebbers van tuinen doen verstandig zich
niet te wagen aan het kweeken van weeuwen of
latere planten.' Zij doen beter die te koopen,
waartoe gelegenheid te over is. Ook kunnen zij
de planten dikwijls betrekken van een beroeps
teler in hun omgeving-
Het gebeurt wel, dat de kool lijdt aan een
ziekte; knol voeten.'In dat geval is het gewenscht
le. gédurende enkele jaren geen kool, welke soort
dan ook, op dat land te telen en 2e. een flinke
kalkbemesting toe te passen e$ deze zoo noo'dig
te herhalen.
Het langdurige
ziekbed
Een van de verschrikke
lijkste bijverschijnselen
van een ziekbed is het
zoo gevreesde doorliggen.
Men kan het lijden van den
patient echter aanmerkelijk ver
lichten door de doorgelegen plaat
sen met Akkers Kloosterbalsem
in te smeren. Maar beter nog is
het, het doorliggen te voorkomen
door den zieke, voor wien men
een lang ziekbed verwacht, dade
lijk bij het bedlegerig worden op
geregelde tijden met Akker's
Kloosterbalsem te smeren. De
geneeskrachtige balsem houdt
dan de huid gezond en sterk
AKKER's
Groote pot 60 ct. Zeer groote pot f 1
,,Geen Goud zoo goéd"
INGEZONDEN
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
War ga, den 20en Maart 1930.
Geachte Redactie.
De heer Du Burck hóeft niet alleen aan Uw
geacht blad een schrijven gezonden, waardoor
hij zich practisch buiten de kwestie, die mij aan
leiding tot protest gaf, stelde, hij h#eft ook de
beleefdheid gehad mij het „Stenografisch verslag
van dediandelingen der Gew. Alg. Verg. der leden
van de C'ööp. Centr. Raiffeisenbank' 'van 23
Mei 1929 'te zenden, waarin de heer G. W.
Stroink, voorzitter, die gedenkwaardige woorden
heeft gesproken. Omdat het stenographisch is,
mag ik aannemen dat het juist weergeeft wat de
heer Stroink heeft gezegd. Ik mag dat te meer,
omdat het gewoonte is dergelijke verslagen vooraf
ter correctie aan de sprekers te zenden.
Ik vergis mij dus niet indien ik op grond daar
van mijn gevolgtrekkingen maak. Die gevolgtrek
king is, dat de zaak nog veel erger is dan ik
naar aanleiding van het verslag in uw blad kon
vermoeden. De heer Du Burck haalde uit die rede
slechts enkele zinnen aan. De heer Stroink heeft
zich, naar aanleiding van de thans aan Uwe le
zers bekende uitlatingen in het nummer van.
Schakels van 3 April 1929, nog meer voor mij
beleedigende beweringen veroorloofd.
Hij ziet in de boerenleenbanken de practijk
dei- naastenliefde, wat hij mijnentwege doen mag.
en gaat dan verder:
„Indien wij doof deze gedachte niet waren
bezield en daardoor niet werden gedragen, zou
het ons dan op grondslag van veelal laag bij
de grondsche materialisme mogelijk zijn, onze
se.hoone taak te blijven vervullen, en stemt het
dan niet teleurstellend, dat een dergelijke voor
ganger in het publiek durft schrijven, dat de
boerenleenbanken in dezen niet zouden zijn'
voor hen, die in financieel opzicht niet zoo
ruim bedeeld zijn? Eu maakt hij het niet nog
erger door in dit verband te wijzen op de moei
lijkheden die dreigden te komen, toen de Ne-
derlandsche bank haar houding enz
Ik begrijp nu dat de heer Stroink' het feit, dat
ik het waagde op kalme wijze te wijzen op zeke
re eischen, waaraan banken moeten kunnen vol
doen en credietwaardig en liquide te blijven, heeft
aangegrepen om zekere beleedigende beweringen
aan mijn adres te lan'ceeren, waartoe zooals Uwe
lezers kunnen beoordeelen volstrekt geen aanlei
ding bestond. Ik behoef niet te herhalen wat ik' in
Uw vorig nummer aanhaalde. Maar dat de heer
Stroink die beschouwingen, die door ieder, die
van bankzaken verstand heeft, zonder voorbehoud
onderschreven kunnen en zullen worden, aldus
verdraaid weergeeft en dan, o-p die verdraaide
voorstelling voortbouwende, dergelijke dingen aan
mijn adres zegt in een vergadering, waarin ik,
zooals hij tevoren wist, niet kon tegenwoordig
zijn en waarvan de leden trouwens het door mij
gesenrevene niet uit eigen waarneming kenden,
dat gaat toch de perken te /buiten.
Dat doet twee vragen rijzen: Heeft deze heer
dan geen verstand van het bedrijf, aan het hoofd
waarvan hij staat Finbeseft hij niet voldoende
zijn, verantwoordelijkheid voor wat hij zegt, dat
hij, mijn woorden onjuist weergevende, zoo maar
dergelijke beweringen uitspreekt
Ik zêide in den aanvang dat de heer Du Burck
zich practisch buiten de kwestie stelde. Diat lijkt
mij van hem ongeoorloofd. Want deze vraag rijst
dan nog: Het verslag is 83 bladzijden groot en
de rede van den voorzitter, den heer Stroink, be
slaat daarin zes bladzijden. Wat bewoog den heer
Du Burck om van dat verslag juist die enkele zin
sneden aan te halen waarin ik genoemd en aldus
veroordeeld werd, terwijl er tal van belangrijker
zaken 'in voorkomen, waarvan het aan uw blad
gezonden verslag niets vermeldt
Dankend voor de plaatsing.
Hoogachtend,
G. W. MELCHERS.