Kamerkroniek HET ZILVEREN JUBILEUM Langedijker Winkeliers-, Nering- en Vakvereeniging heden af enz., maar dan sloeg het niet voldoen de op dezen uitverkoop en die moest als "vrucht van het „vereenigingsleven" worden voorkomen- Ee commissie bleef nog wat na óm de vérdere werkzaamheden te régelen, en zieh te belasten met het „bewérken" van de kasteleins. TWEEDE KAMER. Werkloosheidsvraagstuk. "Wegenwet. Kachelwetje. Winkelsluiting. Terug werkende kracht der verordeningen op de Indische vennootschapsbelasting. Wijziging drankwet. Wijziging arbeidswet. Door het communistisch kamerlid de Visser werd geïnterpelleerd over het werkloosheidsvraagstuk. - Hoewel de werkloosheid op het oogenblik niet ver- oontrustend is, zijn er verschijnselen, welke op een toename wijzen, en in zooverre had de interpellatie haar nut. Al dient gezegd te worden, dat het voor stel om tot een radicale verkorting van den arbeids tijd tot 7 uur per dag en 40 uur per week, bene vens het niet doen verrichten van overwerk er niet toe meewerkten om tot een gedegen behandeling van het belangwekkend vraagstuk te komen. An dere kamerleden hebben echter de taak van den hr. de Visser overgenomen en zoodoende werd de regee ring er nog eens weer wellicht overbodig aan herinnerd, dat ze zich op alle eventualiteiten had voor te berieden. De regeering, bij monde van minis -ster Ruys de Beerenbrouck heeft geantwoord, dat zij niet zal aarzelen den Staten-Generaal voor te stellen de werkverschaffing uit, te breiden, zoo dit noodig mocht zijn. Van afbraak van crisisvoorstel- len is geen sprake en de regeering zal ook niet in gaan tegen noodzakelijke uitbreiding der steunre geling .Naar de oplossing van het vraagstuk, hoe men tot een concentratie en co-ordinatie van de li chamen, die 'zich met de werkloosheid bezig hou den. kan komen, wordt gezocht, terwijl met de werkloosheidsverzekering voortgang zal worden ge maakt. Evenwel zal, wellicht tegen den wil van sommige kamerleden, de ziekteverzekering voort gaan. De regeering deelt de opvattingvan voorkeursver- leening aan het Nederlandsche fabrikaat volledig. Het verkrijgen van statistische gegevens aan gaande den stand der werkloosheid is uiterst moei lijk, vooral omdat de opvattingen aangaande het begrip va nwerkloosheid zoo verschillend zijn. De heer de Visser meende, dat de werkloozen een groo- te'n afkeer hadden aan de verplichte uitzending naar werkverschaffingen en dat de daar betaalde loonen, huisvesting en gezondheid zorg regelmatig vele klachten werden geuit. Van een en nader was den minister echter niets bekend terwijl de minis ter aangaande de loonen der te werk gestelde ste delingen de volgende cijfers gaf. De Amsterdam mers vrdienden f28.80, en f26.60, de Rotterdam mers f29 en f27.10, de Hagenaars f31.50 en 28.50 terwijl de Utrechtenaren zelfs f38 en f37.50 ver dienden. In 1930 za lechter 80 millioen voor belangrijke werken worden uitgegeven. Resteert te vermelden dat de twee moties van den heer de Visser niet werden ondersteund. Over de wegenwet met ha»r 58 artikelen werd maar eventjes gesproken. Deze aangenomen wet wil een oplossing geven voor de moeilijkheden, waarmede men sinds jaren te kampen heeft, en betrekking heeft op den rechtstoestand der wegen; de openbaarheid eigendom en regeling van den on- dehoudsplicht. Een oplossing voor de brandende verkeersvraagstukken geeft de wegenwet niet. Een wetsontwerp tot wijziging van de Arbeidswet 1919 gaf aanleiding tot langdurige besprekingen. Eén arrest van den Hoogen Raad was de aanlei ding tot de voornaamste der thans voorgestelde wijzigingen. Het arrest betrof de al of niet geoor loofdheid van petroleumkachels in de winkels van verwarmng ongeoorloofd. Evenwel werd de fa. Ja- min door den Hoogen raad in het gelijk gesteld. Hier was slechts een regeling van een ambtenaar, wien de A.m. v. B. dit ten onrechte had opgedragen Raadpleging van de arbeidswet en art. 55 der Grond wet toonde aan, dat de arbeidsinspectie hier met hare eischen buiten haar boekje was gegaan. Het werd een juridisch debat aangaande rechtsstaat en ambtenarenstaal Met 73 tegen 16 stemmen (staatk. ger. Vischer en Bsumer (a.r.), Wijnkoop, Braat (plattel.) Lingbeek (h.g.s.p.) werd de winkelsluitingswet aangenomen. De combinatie van Zondags- en avondarbeid in een wet heeft hier wel den doorslag gegeven. Vrij langdurig werd het debat naar aanleiding van de wijziging va nart. 5 der ordonnantie op de vennootschappen belasting 1925 bij de behandeling van de Indische suppletoire begrooting voor 1929. Heel gemakkelijk ging de wijziging der drankwet er door. De bedoeling van het noodwetje is het tijd stip, waarop de vergunningen voor 1 Mei 1904 en bijzondere vergunningen van art. 63 verleend aan vennootschappen, zedelijke lichamen of aan de be sturen van deze, vervallen, één jaar te verschuiven en te bepalen op 1 Mei 1931. EERSTE KAMER. Bij de begrooting van defensie verdedigde mevr. Pothuis-Smit en prof. van Embden weer eens de nationale ontwapening, terwijl bij de 'begrooting van Buitenlandsche Zaken de minister weer eens gelegenheid had zijn beleid inzake de betrekkin gen met België te verdedigen, waarbij de door het Utrechtsch dagblad gepubliceerde brief van prof. van Eysinga, lid va nde Rijnvaart-commissie, in welke brief gevraagd werd van werken ter verbete ring van de tusschenwateren van Rijn en Schelde, wel het meest brandende punt was geworden. OUTSIDER. van de Aan het verslag over don feestavond, Ier her denking van dit heugelijk feit, gisteravond in de zaal van den heer P. Kramer te Zuidscharwoude genoudén, willen wij laten voorafgaan hetgeen in de eerste vergadering, die 25 jaar terug werd gehouden, is besproken. Uit ons archief putten wij het volgende ver slag; OPBOEiPING. Dit was het opschrift van een strooibiljet, dat deze week werd verspreid en waarin alle nering doenden ter vergadering werden opgeroepen ten locale van den heer A. Kist te Zuidscharwoude, „ter- bespreking, van hunne belangen in zake de door anderen, buiten de gemeente wonende, te houden uitverkoopen, tot schade van de hier (a.d. Langendijk) wonende neringdoenden." Fr waren een 30-tal winkeliers ter vergadering aanwezig. De heer K. Smit leidde deze, van wieD deze vergadering'dan ook was uitgegaan. Het doel was eene vereeniging te stichten van handelaars en winkeliers in den geest als elders bestaand evereenigingen, bijv. te Alkmaar. Een reglement van dij daar bestaande vereeni ging werd dan ook voorgelezen, en zooals we later vernamen, in beginsel, wat de hoofdstrek king betreft, nl. de behartiging van wederkeerige belangen, aangenomen. Na de beliandeling daarvan, verbonden alle aanwezigen zich de thans ondernomen zaait ver der door te zetten waarvoor zij zigji als voorloo- pig lid van de op te richten vereeniging lieten in schrijven (jaarlijksehe contributie ft. Hierop werden uit de aanwezigen voor- elke gemeente twee commissieleden benoemd, t. w.; voor Oudkarspel de heeren P. Nap en S. Timmer man; voor Noordscharwoudc de heeren A. Groot en W. Keesom; voor Zuidscharwoude de heeren t'. W. iBöttger en P. Berkhout, en voor Broek op Langendijk de heeren M- Hart en D. Kloos terboer. AVelke taak had nu de voorlogpige Commissie? Zij zou voor de redactie van een reglement zorgen en die voorbereidende maatregelen tref fen welke noodig moeten worden geacht voor de tot stand koming van een vereeniging. Maar -ookhet voorstel kwam van den heer Böttger om, door zitten en opstaan, te beslissen, een verzoek te richten tot de kasteleins, hunne lokaliteiten voor den verkoop van alle handels artikelen niet meer open te stellen. De heer Hart kwam met een scherper afgeba kende motie aandragen nl., ook de burgers to vorzoeken hunne beschikbare lokaliteiten niet dis ponibel te stellen voor dergelijke doeleinden. Nu kwamen de tongen los. Fr op gewezen werd, dat de thans op gang zijnde uitverkoop bij den heer Stamwaarvoor genoemde kastelein reeds zijn woord had gegeven, niet mocht worden ge keerd, omdat op die manier het doel der ver gadering, eene vereeniging 'te stichten om "samen werking te verkrijgen tusschen de winkeliers, een al te eenzijdig karakter zou krijgen, en 't stre ven zou verraden den uitverkoop te voorkomen. Daarom heen draaide eigenlijk de zaak. Mocht het streven der vereeniging al reeds deze vrucht afwerpen, dat door haar optreden de uitverkoop niet doorging, dan bleek haar levensvatbaarheid daaruit en men zou het toejuichen. Dit werd ten zeerste besteden. Als men voort aan in die richting wilde sturen, dan was daar niets tegen, doch thans mocht men op de eenmaal geslaagde onderhandelingen tusschen den, heer ■Stam en den ondernemer van den uitverkoop geen invloed uitoefenen. Niet hij, de ondernemer, is de man, die ons nadeel berokkent, maar de burgers zijn 't, die van hem koopen. Enkelen der aanwezigen hebben ook wel een dergelijke onderneming op touw gezet. .Maatregelen te ne men, dat dit in de toekomst zoo mogelijk worde gekeerd, is wellicht een algemeen belang, doch 't ligt niet oj) den weg der vergadering daarop al invloed uit te oefenen tijdens dezen aanstonds te 'beginnen uitverkoop. De^ heer Brugeman uit Schagen (we zouden haast zeggen, de vader van dergelijke onderne-. mingen, Verslaggever) wist te vertellen, dat de heer Stam bereid was zijn lokaal niet beschik baar te stellen, wanneer de heer Levie de reeds gemaakte kosten maar vergoed werd. (Drukwerk, transportkosten, enz.) Daar was niets tegen, meende de heer Böttger, als de manufacturiers dat dan onder elkaar be kostigden of betaald werd van de gelden der voorloopige contributie. Zijn het thans de manufacturiers, morgen zijn 't de feitshandelaars of de meubelmakers, die dergelijke concurrentie hebben te duchten en wat vloeit daaruit voort, dat op die uitverkoopen a contant wordt gekocht terwijl bij de hier bestaan- ■de winkeliers op crediet wordt gehaald en komt men later om geld, dan blijkt 't besteed te zijn voor een of ander artikel op den'uitverkoop- De. heer Brugeman meende, dat de drankwet zou verbieden een uitverkoop bij Stam te houden. Dat was .niet onmogelijk, zoo meenden ook enkele anderen, doch en maar de bespre kingen liepen steeds over den te ondernemen uit verkoop bij Stain. Men meende ten slotte niet beter te kunnen doen dan een verzoekschriftje op te stellen, om den kasteleins aair te bieden, ook Stam, maar die 't laatst, wanneer de hand- teekeningen van de anderen mochten zijn verkre gen, om ook hem daardoor tot teekenen te bewe gen geen uitverkoop in zijn lokaal te houden. De redactie van het verzoekschrift werd nog op verzoe kopgesteld en daarna goedgekeurd. Wel had schrijver dezes er gaarne tusschenin gezien de woorden „voortaan" geen uitverkoop of ,,van' BE FEESTAVOND. Toen wij ons gisteravond op weg begaven naar Zuidscharwoude, waar in de groote zaal van den heer r'. Kramer, de aangekondigde feestavond zou worden gefrouden ter gelegenheid van het 25-jarig besta in van bovengenoemde vereeniging, schoot ons onwillekeurig de melodie in de ge dachte van het zo obekende St. Nicolaasliedjc „vol verwachting klopt ons hart." Immers bij geruchte hadden wij al het een en ander vernomen, waaruit wij distilleerden dat ons een rij kvoorzienen avond, zoowel op tooneel- als op ander gebied te wachten stond. Dat er „stemming" zou zijn, hierover waren wij niet bevreesd, want al enkele dagen tevoren klonk! ons bij voortduring in de ooren, hetzij na een persoonlijk, hetzij na een telefonisch gesprek: „nu, tot Woensdagavond", waaruit ons voldoende bleek, dat een ieder wilde feestvieren, een ieder voor den feestavond enthousiast was. Bij den ingang der zaal werd ons verzocht on ze handteekening te plaatsen op de daarvoor be stemde lijsten voor het archief en werd ons met vriendelijk gebaar het programma voor dezen avond aangeboden. De aanblik der zaal was in één woord „keu rig.' Meerdere malen zijn wij in deze zaal ge weest en toch waaenden wij ons in eene andere. Wat was wel 'de reden hiervan? Het bleek' dat de zaal eene metamorphose had ondergaan door de vooruitstrevende geest van den heer Kra mer, die 'door vakkundige handen eene keurige lambrizeering had laten aanbrengen. Hierbij nog genoemd de aardige planten- en groenversiering, j was een prachtig geheel tot stand gebracht. De j vele tafels, tot lange rijen geformeerd en ver- sierd met vele tuiltjes bloemen en het groot 1 aantal zitplaatsen, tot aanzitten noodigende, dwong ons spoedig onze gereserveerde plaats in te nemen en zeker niet tot ongenoegen, want voor dc pers was „gerekend", i Het aanvangsuur, gesteld op half acht, (ach, we j weten het alreeds, het Langendijker half uurtje was present), was al eenigszi'ns overschreden en i nog steeds hield de stroom van bezoekers aan. Waar wij ook rondwaarden, waar wij rondzagen of wie wij ook spraken, het was overal en met allen feestvreugde. Het parool was „feestvieren" en vrijmoedig zeggen wij, er is feestgevierd en op eene wijze, den Langendijkers eigen, waarmede alles is ge zegd. Onder de zeer talrijke aanwezigen merken wij op ,den E.A. heer Jhr. A. L. van Spengler, bur gemeester, den heer J. Hoogland, vertegenwoor diger aan de Kamer van Koophandel en Fabrie ken te Alkmaar en voorts ontelbare winkeliers met familieleden der vier Langendijker Gemeen ten. Mocht de stemming alreeds een zekere hoog tegraad hebben bereikt, een uitstekend orkest, onder leiding van de alom bekende heeren Stam mes en Twuijver droegen hiertoe een niet gering aandeel aan bij, onderwijl de voorzitter van de Feestcommissie, de heer W. C. Bouman, overal tegelijk moest zijn en hier en daar geraadpleegd werd over allerlei zaken, die steeds voor een ieder een gewillig oor had. Ook achter het doek, hetwelk de zaal van het tooneel scheidde, heerschte eene groote bedrijvig heid en zette een ieder zijn beste beentje voor, om het welslagen van dezen grooten avond te bevorderen. Onderwijl h'et aanvangsmoment naderde, ser veerden vele rappe handen een uitnemend kopje koffie, waarvan door allen een gretig gebruik werdgemaakt. Doch aan alle laatste voorbereidingen komt een einde en klonk een krachtig gehamer van den voorzitter, den heer 3. Timmerman, die de vol gende rede uitsprak: Mijne Heeren, Als voorzitter der-L. W. N. en V. heet ik u namens het bestuur hartelijk welkom op onzen feestavond ,maar vooral de Dames onzer leden daar dit de eerste bijeenkomst is in de 25 jaar, waar deze tegenwoordig zijn. In het bijzonder heet ik welkom onzen burge meester dhr. Van .Spengler, en dank ik deze te vens voor de welwillendheid om het eerevoorzit- tersohap van hedenavond te aanvaarden, waardoor wij kunnen zien de blijkeu van belangstelling en het medeleven met de middenstand der Langedijk. Burgemeester, ik hoop dat onze Vereeniging in uwe. belangstelling mag voortleven. Ook welkom aan den afgevaardigde der Kamer van Koophandel, den heer J. Hoogland. Mijnheer, wij dachten geen feest te kunnen vieren, zonder u uit te noodigen. Het is voor ons een groot genoegen dat u aan deze uitnoodiging heeft voldaan, wees daarom welkom in ons mid den. Feestcommissie ook aan u een woord van wel kom, veel werk is door u verricht om dezen avond tot een feestavond te maken, niets was te veel al les is door u gedaan om hier zoo veel mo gelijk van te maken, ik hoop dat u hierin ge slaagd mag zijn en daarom u en uwe medewer kers welkom- Dames en Heeren, laat ik u even in het kort mededeelen het ontstaan onzer Vereeniging. Op een dag werden wij opgeroepen de verga dering bij te wonen hier in deze zaal, wat wij konden doen tegen de vliegende winkels, welke één of tweemaal per jaar hier aan den Langendijk werden gehouden. Op deze bijeenkomst werd de. vraag gesteld zou het niet mogelijk zijn hier aan den Langett- dijk een middenstandsvereeniging op te richten, dit werd dan ook in beginsel besloten, zoodat wij den 22sten Maart 1905 vergaderden ül De Burg te Noordseharwoude onder voorzitterschap van den heer Böttger, en dienzelfden avond werd tot opluchting besloten en het bestuur gekozen be staande uit negen leden, uit iedere gemeente twee en één wilde. Voor Broek op Langendijk werd gekozen den heer M. Hart als voorzitter en de heer P. Kloos terboer als commissaris, welke beide heeren door vertrek naar elders ons gingen verlaten. Voor Zuidscliarwnude de heeren Böttger, Luy- ting en de heer Berkhout. De heer Böttger als vice-voorzitter, welke wij door overlijden moesten missen. De heer Luyting als commissaris, later als penningmeester van „Qns Weekblad", heeft 22 jaar voor onze vereeniging zijn beste krachten'ge geven, wat wij nog steeds op hoogen prijs stel len, helaas, ook deze werker werd ons ontnomen. De heer Berkhout, welke 23 jaar onze ijverige .secretaris was, die met hart en ziel voor de ver eeniging werkte, in zoovele dingen de vraagbaak, een man mei zulk een breede kijk, moesten wij ook noode missen, zijn naam zal echter nog lang voor onze vereenigen bestaan en ook zijn werken. Voor Noordscharwoude de heer A. Groot als penningmeester, welke door verschil van mee ning ,ais lid onzer vereeniging bedankte. De heer Sijperda, welke door vertrék naar Alkmaar, van ons heenging. Voor Oudkarspel de heer H. Hart, welke na eenige jaren als bestuurslid bedankte, doch later weer werd herkozen, wat wij aan hem te danken hebben, is door de vereeniging bewezen, door hem te benoemen als eere-lid,, bij zijn vertrek naar Sint Pancras, wat verleden jaar plaats had. Döor ziekte kan hij niet in ons midden zijn, maar latetn wij den wensch uitspreken, dat hij weer spoedig hersteld mag zijn, en hij en zijn vrouw voor elkander nog lang bespaart mogen blijven. Aan allen een woord van dank. Over het laatste bestuurslid wil ik echter niet 1 spreken. j Dames en Heeren, ik kan niet nalaten van deze plaats een woord van dank te brengen aan de bestuursleden van heden, voor hunne medewer king, die ik altijd van hun mag ontvangen, wat voor mij als voorzitter het werk zoo gemakkelijk maakt en vergaderingen die in zoo een goede har monie worden gehouden, kunnen niet anders dan in het voordeel der vereeniging zijn. Laten wij zoo aanstonds feest gaan vieren, opdat de banden onderling nog vaster worden en dan doe ik een beroep op de leden, welke zoo weinig of nooit op onze vergaderingen komen, komt op, breekt met dien sleur en bezoekt de vergaderingen die toch ook voor uw belang wor den gehouden. Hiermede open ik dezen feestavond met den wensch dat de algeheele toestand hier aan den Langendijk beter moge worden, waar wij als middenstanders zoo nauw mee in verband staan. Ik heb gezegd, (Applaus). Hierna werd het woord gegeven aan den Fere- voorzitter van dezen avond, den Edelachtb- heer Jhr. «A. L. van Spengler, burgemeester van Noord- en Zuidscharwoude. Z.F.A. vangt aan met den voorzitter harte lijk dank te zeggen voor de vriendelijke woorden van welkom in de openingsrede geuit. Spr. zegt, zich dézen avond te beschouwen als gast op den verjaardag der Vereeniging en wensëht Spr. den voorzitter en het bestuur in zijn geheel van harte geluk met het bereiken dezer mijlpaal. Als er één vereeniging is, aldus spreker, die deze gelükwensch toekomt, dan is het zeer zeker uwe vereeniging. Spr. wil zich in gelukwenschen niet verder uitspreken, doch zijn sympathie door uiten, in de hoop, dat een ieder de bloementaal' verstaat, waardoor meer geuit kan worden, dan woorden kunnen zeggen en biedt Spr. het bestuur onder daverend applaus, een prachtig bloemstuk' aan. Hierna spréékt Z.F.A. de volgende belangrijke feestrede, die een duidelijk beeld geeft van het- wel en wee der vereeniging uit 22 Maart 1905 werd te Zuidscharwoude op gericht de Langendijker Winkeliers- Nering- en Vakvereeniging, De namen der oprichters zijn niet allen bekend, vermoedelijk zullen de meesten ran hen vertegenwoordigd zijn geweest in het bestuur der Vereeniging, bestaande uit de heeren C. W. Böttger, P. Berkhout en B. Luyting uit Zuidscharwoude; A. Groot en A. Sijperda uit Zuidscharwoude; S. Timmerman en H. Hart uit Gudkarspel en M- Hart en P. Kloosterboer uit Broek op Langendijk. De statuten vertellen, dat het doel der Vereen, is het'behartigen van de belangen der winkeliers en vakken in het algemeen en van de leden in het bijzonder. Wie lid kunnen zijn, zegt art. 6, men moet nl. zijn winkelier- vak- of neringdoende. Hoewel niet onmogelijk, schijnt het in de geschie denis der vereeniging zo ogoed als nimmer te zijn voorgekomen, dat eén candidaat-lid moest worden geweigerd omdat hij niet zou voldoen aan ge noemde vereenigingseischen. Evenwel werd meer malen betwijfeld of vele ambachtslieden, gros siers, agentuur en commissie-handelaren wel in de Vereeniging thuis behoorden- Inderdaad kan het moeilijk zijn een vaste omlijnde definitie te geven; feitelijk is bijna een iegelijk vak- of ne ringdoende levert de tuinbouwer niet zijn „waar" aan den koopman? de gemeente - voor namelijk in de oorlogsjaren deed in diverse le vensmiddelen, manufacturen, schoenen enz., de gemeentelijke lichtbedrijven verkoopen gas, electri citeit, cokes, teer enz. Zijn wij dan niet allen nering doend? En moeten wij dan niet, ook daarom doel en streven der feestvierende vereeniging toejui chen en haar zooveel mogelijk steunen? Als wij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 3