reden van bestaan. Spr. weet wel, dat het be staande gebouw nog wél toe kan, maar ook de handel heeft belang bij uitbreiding. D;e heer P- Kostelijk (bestuur) zegt dat er met Koophandel geen overeenkomst bestaat en ziet in ouderhandelen geen resultaat. Een nieuw gebouw zal ook door Koophandel worden toege juicht en mag er dan ook geen reden zijn om er tegen gekant te zijn De heer v. Kleef (afd. Langendijk L.T.B.) meerit dat een groote ruimte ook van belang voor den handel is. De voorz. is het niet eens om overleg te plegen daar een groot deel der handelaren niet bij deze veiling is betrokken. Het is misschien de weg dat het Bondsbestuur Koophandel inlicht. Ech ter heeft de pers voldoende bekend gemaakt, wat or op deze vergadering behandeld zou wor den en had Koophandel dit punt, intussehen kun nen bespreken. De heer P. F. Frans (Koophandel) zegt dat deze zaak geheel uitgaat van den Noordermarkt- bond en is ook de uitbreiding van de overkap ping ten behoeve der tuinders. Het voorstel is echter van dieu aard, dat als de Noordermarkt- bond f 100.000, hiervan f30 a f40.000 door Koop handel moet worden bijgedragen. Spr. had het juister geacht indien een bijdrage was gevraagd- Hierna wordt de heer Frans er op gewezen, dat het bedrag gezien het percentage f3 a f 100 beloopt. Do heer Kliffen zegt dat de handelaars nog geld op den koop toe krijgen, daar op geen enkele veiling in het. geheele land een kortingspercentage wordt geheven en voegt hieraan toe: ..als u een offer brengt, heeft u ook rechten"'. \Ta een onderlinge gedachtenwisseling stelt het bestuur voor over te gaan tot stemming tot verhooging van het marktpercentage met 15/ioo pCt. hetwelk wordt, aangenomen met 917 stem men voor en 273 tegen. Vervolgens komt in stemming het voorstel om het 1 procent voor den handel te verminderen met met lc/ioo procent. Door den heer P. Deutekom (Koophandel) wordt hierop een amendement ingediend nml. deze ver mindering vast te stellen voor den tijd van 5 jaren en nadien het procent te handhaven. De heer J. Ootjers kon persoonlijk hierin mede gaan en kan over 5 jaar weer verder gezien wor den. Spr .vindt er alles voor om het aan te ne men. De heer Bruin (afd. Langedijk L. T. B.) zegt, dat Koophandel steeds spreekt over ons geld, maar het is het geld van de tuinders, en moet liet percentage er geheel af. De heer Barten (Tuinbouwbelang) zegt, dat de Noordermarktbond zich niet verplicht het percenta ge over 5 jaren weer te geven. (Applaus.) De heer Kostelijk (Eendracht) maakt de opmer king, dat het niet te voorzien is, dat de bouw over 5 jare ntot stand komt en is best mogelijk dat dit over 2 of over 7 jaren gebeurt. De heer P. Deutekom zegt, dat de kwestie over 5 jaren toch weer besproken kan worden, terwijl toch nu een reserve wordt gekweekt. De voorz. zegt dat van bestuurszijde is besloten voor te stellen het lU procent terug te brengen tot "hm procent voor den tijd van 5 jaren. De heer Kostelijk (Eendracht) kant zich hiertegen en is van meening dat geen besluit genomen moet worden. De voorz. zegt, dat het dus gaat over de kwestie van de 5 jaren, waarover zal worden gestemd. Het bestuursvoorstel wordt hierna aangenomen met 852 stemmen voor en 338 tegen. De Voorz. deelt mede, dat het bestuur dit punt alreeds meerdere malen heeft besproken, en meent niet ten achter te moeten blijven bij de zusterver- eenigingen, die dit reeds in voorbereiding hebben. De heer van Breugel (Sint Maarten) vraagt in hoeverre het personeel der veiling zich uitstrekt. De voorz. antwoordt tot degenen, voor wie geen zegels worden geplakt. Het blijkt echter, dat de voorz. zich hierin vergist en na een kort overleg met de bestuursleden deelt de voorz. mede, dat het de bedoeling is pensioen te verleenen aan: veilingleider, keurmeester, telefoon houder, controleur, nummerafgever. De heer G. Barten (Tuinbouwbelang) deelt mede, dat de leden zijner af deeling gaarne zouden zien dat het bestuur een regeling ontwerpt, welke het volgend jaar aan de algemeene vergadering ter goed keuring wordt voorgelegd. De voorz. ziet hierin geen bezwaar, echter met dien verstande, dat degene, die tusschentijds eventueel voor pensioen in aanmerking komt, een toelage wordt verstrekt. De heer Kostelijk (Eendracht) meent dat voor in validiteit reeds is gezorgd. De voorz. zegt, dat voor zoover het niet noodig is, het ook niet gebeuren zal. Bij acclamatie wordt hierna het voorstel aange nomen. De heer C. Bakker (aid. Langedijk L. T. B.) geeft hierop de volgende toelichting: Mijnheer de Voorzitter, Toen voorheen de wortelensorteering vrij was in zooverre dat er enkel wat heele kleintjes, gebarsten en stompjes werden uitgeschoten, konden we prac- tisch niet van een mooi product spreken. Toen is de maat opgekomen tot een half ons, wat natuurlijk een groote verbetering was. Als alle wortelen bene den een half ons uitgeschoten worden krijgt men 'n goede zak wortelen. Voor een drietal jaren bereikte onze vereenigingen een voorstel om de toentertijd geldende maat te vergrooten tot 1 ons, wat tot ge volg had dat de peen van een half ons tot 1 ons. bfj het ondereind terecht kwam. Mede een gevolg hiervan was meer arbeid le met wieden der peen, 2e met het uitzoeken, ergo verhooging der productie kosten. Als een van de hoofdredenen werd aangevoerd, dat de handel nog al eens vraag kreeg naar kleine peen, maar hieraan niet kon voldoen. Dit voorstel is aan de Langedyker Groenten-Cen trale aangenomen, by den Noordermarktbond niet. Het eerste jaar hebben we vergeiykingen kunnen ma ken tusschen Broek en Noordscharwoude. De pry zen scheelden hoegenaamd niets. Ook de verwachte vraag en daarmee de betere pry's der kleine peen bleven achterwege. Toch kwam, mijnheer de voorzitter, het volgende jaar weer de sorteering ter tafel enwerd aangenomen, doch zeker niet met de stemmen der wortelentelers. Twee jaren zyn sedert dien verstreken en kun nen we zeggen dat bovengenoemde maatregel den te Iers iets in de portemonnaie gegeven heeft.? Mijnh. de voorz., ik ben zoo vry dit te mogen betwyfelen, wat ik met een paar voorbeeldjees kan staven. 20 Augustus 1928 groote peen f3.40, kliene f 1.60. 22 April 1929 groote peen f5.30, kliene peen f 1.30. Van ondergeteekende: 25 Maart 1929 groote peen f4.70, kleine peen f2.50. 12 April 1929 groote peen f3.80, kleine peen fl.20. En nimmer waren de kleintjes voor den groothan del, maar kwamen wel by de paardenboet. Mijnheer de voorz., nu zal men zeggen, het U.C. j B.-merk eischt die maat, maar dan vraag ik me af geeft het Centraal Bureau ons de schade vergoed? want dat het schade is staat vast. Of is een peen van een half tot 1 ons niet een pracht wortel? Niemand toqch is zoo naief om te meenen, waar bv. een wagon peen in Friesland f250 kost en by ons f210 geeft, en was dat nog zoo, dan is nog veel te weinig, want 100 procent minder maakt men voor de kleintjes altyd. Dit mynheer de voorz., was de reden, waarom onze afdeeling heeft gemeend het voorstel, om de maat weer te verkleinen heeft moeten doen. Nu zult ge zeggen we gaan achteruit. M. de V., volgens mijn idee moeten we niet over- dryven. Dat onze producten voor een goeden han del zoo goed mogelyk moeten zyn is een eerste ver- eischte, doch dat we zelf ons mooiste peem want dat noem ik een worteltje van drie kwart tot 1 ons) degradeeren tot uitschot, is wel wat al te gek. Dat het voorstel indertyd met goede bedoelingen gedaan en aangenomen is, is tm.i. geen reden om hetzelve weer niet in te trekken. De heer J. Ootjers drukt er zyn spyt over uit, dat in den tegenwoordigen tyd nog een dergelyk voor stel op de agenda voorkomt. Men voelt daar onwille keurig den geest in, dat nog onvoldoende is doorge drongen ,dat alles moet worden gedaan ten gunste der producten, het eenige middel om deze op peil te houden voor het buitenland. Met klem dringt spr. aan het prae-advies te aanvaarden, om de noodzakelykheid van Mussolini-maatregelen in het leven te roepen, te ontwyken. De heer de Geus (Eendracht) merkt op, dat on danks de goedesorteering van de uien, er hoege naamd geen geld voor wordt gekregen in tegenstel ling met de Egyptische uien. De heer J. Ootjers zegt, dat dit een nieuw gewas is en al zal rnet sorteering niet altyd een bevredi gend resultaat worden verkregen toch bhjft het een vereischte. De heer J. Wit (Bestuur) deelt mede, dat de oor zaak hierin gelegen is, dat de Egyptische uien niet zoo spoedig uitloopen. De heer W. Balk zegt: ik zit te popelen als er over sorteering wordt gesproken. Men begeeft zich in een te enge kring. Men moet maar eens zien hoe het product op de buitenlandsche markten arriveert. Dan geneert men zich, als er balen by zyn, waarin nog half onsjes worden aangetroffen, die dan over de straat worden gesmeten en dan vraagt men zich zelf af, hoe zie tde baal er uit. Het buitenland is niet toegevend en als het betere sorteering kan krij gen, dan lat men het Hoilandsche product staan. En indien geen aandacht wordt geschonken aan de sorteering, dan worden wy de dupe en later be klaagt men zichzelf. Er zyn er, die beweren, dat de leidende personen, het den bouwers lastig maken, maat dat is tenslotte onzin. Door de leiders worden alleen die maatregelen getroffen, die er toe kunnen bijdragen dat de bouwers zooveel mogelijk geld voor hunne producten ontvangen. De discussies worden hierna gesloten. Het voorstel van de afd. Langedyk L. T. B. wordt niet gesteund en is dus verworpen. Hierna wordt gepauzeerd en worden de tafels in gereedheid gebracht voor den maaltijd. In een hoogst genoegelyke stemming werd door allen de inwendige mensch versterkt en werd de diverse schotels alle eer aangedaan, hetgeen zeer zeker te danken is aan de uitstekende zorg door het echtpaar Deutekom hieraan besteed. Na afloop werd met bekwamen spoed overgegaan tot de verdere afwikkeling der agenda en was aan de orde: De Voorz. acht het niet ongewenscht het oordeel van „Koophandel" te vragen. De heer P. Deutekom zegt, als de bouwers meenen dat "het beter is, eventueel een proef kan worden genomen. Spr. vraagt of het U.C.B. geenbezwaren maakt tegen het niet-afstalen. De heer J. Ootjers acht het half Maartw el mo gelijk, echter mte zeer rijpe uien met dun steeltje. Er zijn volgens spr. zooveel soorten, dat het niet mogelijk zal zyn, alles af te stalen. De heer P. F. Frans (Koophandel) vraagt of het absoluut vaststaat, dat afstaarten het spruiten be vordert of kan het ook door de behandeling komen? Spr. is van meening dat het toch afbreuk zal doen aan de waarde va nhet product. De heer Jac. Groen (Bestuur) zegt, dat het vol strekt niet de bedoeling is om de uien zoo maar in den zak te doen. In iede rgeval is het product by niet afstaarten veel houdbaarder. Wat thans aan de uien wordt gedaan, moet zoo blijven, het is nu alleen maar te doen om de staart. Echter heeft het, volgens spr., geen zin thans reeds een beslssing te nemen en moet eerst een bespreking worden gehou den in den Vierbond. De heer J. Wit (bestuur) meent, dat geen afbreuk aan het product zal worden gedaan, indien de staart niet langer dan 10 c.M. is. De voorz. stelt voor het oordeel te vragen van het U.C.B. en daarna in verbinding te treden met de Provinciale organisatie. Aldus wordt besloten. De heer P. Deutekom (Koophandel) geeft in over weging op een bepaalden tijd proeven te nemen, om daarna motieven naar voren te kunnen brengen omtrent de houdbaarheid. Hiertoe wordt besloten. De heer Kostelijk (Eendracht) juicht het voor stel toe, daar bij ander gewicht steeds wordt in geboet. De heer Gutker (Nieuw Leven) zegt, dat het nu meer de bekrachtiging va neen besluit betrfet, wyl net practisch op hetzelfde nearkomt en zal het wei gehandhaafd kunnen worden mits de keurmeester hierop toezicht houdt, daar er anders toch niets van terecht komt. De heer J. Ootjers zegt, dat er toch nog wel prac- tische bezwaren zyn. Indien op 50 of 100 kilogram in de schuit wordt geladen, zal dit direct gecontro leerd kunnen worden. Ook ziet spr. verwarring die er ontstaan kan in de telling van den weger, en van dengene ,die lost. De heer P. F. Frans (Koophandel) is overtuigd dat het zal stranden op practische bezwaren. De heer van Kleef (afd. Langedijk L. T. B.) meent dat het gezocht moet worden in een krappe controle van het huidige gewicht en kan de huidige con- role beter zyn. De heer Gutter (Nieuw Leven) is va nmeening, dat het zeer goed uitvoerbaar is, want iedere 100 kilogram kan door de transporters in 4 kistjes wor den ingepakt en moeten die gewichten worden aan geschaft, die er toe dwingen dat op 100 kilogram wordt gewogen. De heer P. Kosteiyk (Bestuur) deelt mede, dat de afd. Nieuw Leven de meening is toegedaan, dat niet de hand wordt gehouden aan het gewicht en tot allerlei verwikkelingen zal leiden. De heer J. Kliffen (Secretaris) vindt de zaak zeer eenvoudig en als de bouwer de kool aflevert, bv. 40 in de 100 kilogram en hij heeft het aantal stuks geteld, dan zegt hy ook, dat hij zooveel kilogram af geleverd heeft en niets te maken heeft met het aan tal kisten. De heer Gutter (Nieuw Leven) acht het van het grootste belang, dat het ook wordt uitgevoerd, het voorstel zelf is van ondergeschikt belang. Hierna wordt het voorstel by acclamatie aange nomen. De Voorz. deelt mede, dat ten aanzien hiervan dezer dagen een vergadering is gehouden door de Provinciale organisatie met dén handel, waarby psr. niet tegenowordig was, en verzoekt een van de toen aanwezigen hieromtrent mededeelingen te doen. De heer J. Ootjers deelt mede, da besprekingen zyn gevoerd door de Prov. Comm. met de vertegen woordigers van „Koophandel" den Bond van Ex porteurs in Noordholland en den Ned. Bond van aard appelhandelaren, hetgeen tot resultaat heeft gehad, dat overeenstemming werd bereikt en wel al$ volgt: Geelvleezige beginnen met 2833 m.M. en boven 33 later, op een in overleg vast t estellen datum, 28—38, 3855 en boven 55. Na ampele bespreking werd met nadruTt^ónder de oogen gebracht, dat het zeer noodzakelyk is, die sorteering te brengen in den geest, zooals het bui tenland het wenscht. De maat voor witvleezige werd gestqld op 40 m.M., en kan deze later op 45 m.M. worden gebracht, alles met een speling van 23 m.M. De heer H. Swager (Tuinbouwbelang) acht 40 m. M. ruim voldoende, doch 45 m.M. te groot, daar er dan te veel uit moet, wat niets geen waarde heeft. De heer P. Deutekom (Koophandel) deelt mede, dat het de bedoeling is de maat op 40 m.M. te laten en in overleg met de Prov. Comm. alleen voor de Wilde Duken welke voor Zuid-Amerika zeer ge schikt zyn en zich voor verzending zeer goed leenen de maat vastgesteld op 45 m.M. De voorz. stelt voor of de vergadering er in kan meegaan, dat de afgevaardigden voor de a.s. ver gadering van de Prov. Comm, te machtigen deze regeling goed te keuren. De heer P. Kostelyk (Bestuur) stelt de vraag, welke bezwaren er zijn tegen de maat 3660 m.M. De heer W. Balk merkt op, dat de sorteering steeds moeilykheden oplevert. Spr. zegt, de handel weet beter dan wy wat het buitenland vraagt. Te vens is op de laatste vergadering gebleken, dat de voorraad van de grooten te klein is. Met een aardig voorbeeld toont spr. hoe de sorteeringen voor de binnenlandsche verbruikers zyn waarin -alle maten moeten voorkomen. En nu Italië een geweldige con current geworden is, is sorteering alles, en gaat het niet aan om maar te rooien en aan te voeren als te Bovenkarspel. De gevolgen zullen zy daarvan wel ondervinden. Wordt eventueel de maat verhoogd tot 60 m.M., dan blijft; de kwestie van de poters nog over. Eeveneens moeten wy ook vragen, welke ei- schen door de verbruikers worden gesteld. Spr. hoopt, dat het voorstel, den afgevaardigden mandaat voor de a.s. vergadering te verleenen, zal worden aangenomen. De heer Jac. Groen (Bestuur) stelt voor, gehoord de besprekingen het voorstel Harenkarspel aan te nemen en mocht de vergadering van de Prov. Comm. lbijken, da de meeste veilingen zich er overheen zetten, dan kan de maat van deze Comm. worden aangenomen. Spr. is bevreesd, dat de poters, als de maat tot 55 gaat, teveel worden geïnstrueerd. In iede rgeval zou spr. willen trachten de maat tot 60 m.M. doorgevoerd te krygen. De heer Bruin (afd. Langedyk L.T.B.) vraagt hoe het zal gaan als Bovenkarspel er niet in meegaat. De heer J. Kliffen is overtuigd, dat zy beslist wel komen zal, want anders krygt zij ook geen label en waar moet men dan met de aardappelen naar De heer P. F. Frans (Koophandel) deelt mede, dat de sorteering van 55 m.M. daarop is gesteld, omdat het een mooie aardappel voor het binnenland is, goed is voor planter en goed is voor afzet naar het Ruhrgebied. Het voorstel Groen wordt hierna bij- acclamatie aan genomen. OVERLADEN IN VLETTEN. Bij acclamatie wordt het prae-advies keurd. AFGIFTE BONNEN NA 1 JANUARI GEHEEL AF TE SCHAFFEN EN IEDER JAAR TE HER HALEN. De heer P. Kostelijk (Eendracht) memoreert, hoe verleden jaar slachts met 1 stem meerderheid de algeheele afschaffing werd verworpen, thans wordt liet voorstel gedaan voor gedeeltelyke afschaffing. Spr. is van gedachte, dat concurrentie is uitgesloten, zoodra de bonnen er niet meer zijn en de aanvoer zal worden bevorderd en wordt tevens het geschar rel achterom vermeden. De heer G. Bakker (Tuinbouwbelang) onderstreept de woorden van den vorigen spr. De heer D. Swager (Tuinbouwbelang) verklaart zich voor het prae-advies. Daar geen der aanwezigen het woord verlangt, brengt de voorz. het voorstel in stemming. De heer Jac. Groen acht dit punt niet voldoende besproken en verzoekt heropening der discussies, waaraan door den voorz. wordt voldaan. Volgens den heer Groen gaat het er om, dat in uiterste noodzaak een bon wordt afgegeven en dat uitwassen van het bonnenstelsel niet meer bestaan. De heer J. Ootjers wenscht niet veel te zeggen, daar hij zich zeer gerust gevoelt, want practisch gesproken geeft spr. geen bonnen. Nog nimmer heeft men hem aanmerking kunnen maken, want er wor den geen handen met bonnen verstrekt, evenmin is er gelegenheid voor het ontvangen van bonnen voor lading van 1 of anderhalve wagon, die pas 1 of 2dagen later geleverd wordt. By voorkeur is het de kleinere man, die geen pakhuis bezit, doch een klei ne nabestelling ontvangt.. Spr. vraagt zich af of zoo iemand hiervoor geen gelegenheid mag hebben om 1000 of 1500 kilogram bij te laden. Begaan doet hy zetoeh aldus spr., en dan weten wy er niets van. Men moet dit niet al te krap nemen. Daar het voorstel niet gesteund wordt, is het dus verworpen. RONDVRAAG. De heer Gutter (Nieuw Leven) zegt, dat de ver pakking niet altyd geschiedt, zooals wenscheiyk is en vraagt of de organisatie hieraan meer aandacht wil schenken, dat zulks op een zachtere manier ge schiedt. De voorz. vraagt hierop de meening van „Koop handel." De heer P. Deutekom meent, dat het het beste zou zijn als de tuinders zelf verpakken. De heer J. Ootjers meent, dat het de bedoeling is, dat ook door de leden van Koophandel wordt toe gezien en zooveel mogelijk orders worden gegeven dat de verpakking zorgvuldig gebeurt. Op dit ter rein is, volgens spr., goed en nuttig werk te ver richten, want het gaat soms te ruw. Veel reclame wordt er voor onze producten gemaakt, maar de grootste reclame is het product zelf. Het moet niet voorkomen, dat in Februari en Maart doorschot wordt aangevoerd wat uitschot is. Het is in aller be lang en een ernstige zaak voor de tuinbouworganisa ties hunne leden dat vooral onder de oogen te brengen, want altyd nog zyn er onder hen, die leeken zyn en nog moeten worden opgevoed. Ook den aanvoer zou spr. gaarne beter zien. De voorz. deelt mede, dat door de afd. Sint Maar ten een verzoek Isten een verzoek heeft ingediend omtrent de verpakking en kan dit dus tegelijker- tyd worden behan'deld. De heer van Breugel (Sint Maarten) zegt eenigs zins teleurgesteld te zyn, daar spr. verwacht had veel meer te zullen hooren omtrent de verpakking In de vorige vergadering is toegezegd deze zaak aanhangig te maken by den Vierbond, daar dit aller aandacht eischt. De Vierbond vindt spreker wel aar dig, maar zoo juist heeft spr. vernomen, dat dit college het geheele jaar niet heeft vergaderd. Ook staat het spr, niet aan, dat door Koophandel over dit punt zoo weinig wordt gezegd. Als alle zorg aan het product wordt besteed, aldus spr., dan is het toch eisch dat ook alle zorg aan de verpakking ge geven wordt. Spr. hoopt dat het hoofdbestuur den Vierbond spoedig byeen zal roepen. De voorz. zegt spr. zulks toe. Door de afd. Langedijk L. T. B„ wordt meer ven tilatie in de overkapping gevraagd. De heer Ootjers antwoordt dat in die richting al reeds wordt gewerkt. De heer P. Kostelyk wenscht gaarne het woord te voeren over de aanvoerregeling. Spr. had gedacht, dat een der afgevaardigden van Nieuw Leven dit punt ter sprake zou brengen, echter behoort er wel wat moed voor, want het is geen dankbaar object. Spr. zegt dan, dat in de openingsrede van den voor zitter is gesproken, dat de aanvoer niet juist is. In het begin van het seizoen is er te weinig en aan het einde te veel. Een betreffend voorstel, dat van zeer ingrypenden aard is, eischt een zorgvuldige voorbereiding. Reeds enkele jaren is het in den Vierbond ter sprake gebracht, doch gezien den omvang, werd het voorloopig terzyde gelegd. Het moet niet, dat de kool in de schuur ligt, maar moet op de veiling worden gebracht. In geen geval, wil spr. een voor stel doen zonder voorbereiding, doch wenscht dat er iets in die richting wordt gedaan. Spr. stelt zich voor dat allereerst een bespreking wordt gehouden in den Vierbond, waaruit een Commissie zal worden benoemd, bestaande uit twee leden van iedere vei ling, en 2 leden van Koophandel, die een rapport za lsamenstellen tegen de vplgende vergadering, hetgeen in de naaste toekomst tot goede resultaten zal kunnen leiden. Het veilingssysteem noemt spr. prachtig, maar in dn aanvoer is het een chaos. Spr. acht het mogelijk, van half November tot half Jan. een bijslagregeling van U. C. B.-producten. Hieraan zullen ook vele bezwaren kleven, doch spr acht van zeer groot belang dat een commissie be noemd wordt. Door den voorz. wordt toezegging gedaan. De heer J. Ootjers deelt mede, dat volgens de in ventarisatie van half Februari thans nog een voor raad aanwezig is van 102 wagons roode kool, 69 wa gons gele kool, en 451 wagons deensche witte kooi. Deze cijfers betreffen alleen den Noordermarkt bond. Spr. merkt op, dat nog nimmer de maand Mei met een zoo groot kwantum, dat angstwekkend kan worden genoemd, is ingegaan. De heer P. F. Frans dankt namens Koophandel voor de uitnoodiging en wijst op de goede verstand houding tusschen de beide vereenigiftgen en uil den wensch, dat dit jaar gunstiger mag zyn. (Ap plaus.) De heer W. Balk is dankbaar voor de hem gezon den uitnoodiging en voor de welkomstwoorden van den voorz. Was verleden jaar een ieder optimistisch gestemd, thans staan wij tegenover een finantieele gedruktheid, echter zijn er meerdere gunstige en ongunstige jaren geweest. Spr. wenscht dat het volgend jaar d etoestand geheel anders zal zyn. Fr zijn profeten die voorpsellen, dat het met den tuin bouw gedaan is. Spr. durft gerust het tegenoverge stelde te voorspellen. Voorts wenscht spr. te wij zen op het feit, dat er in de groote steden menschen zijn, die er op af geven, dat de tuinders wier pro ducten niets opbrengen, deze op de mestvaalt wer pen, maar ik zou ze van den toren willen toeroepn „et het dan." Nu wordt aan de groentekarren gevraagd naar de bloemkool die 30 tot 35 cent kost en dan deugt het goedkoope goed niet meer. (Applaus.) Hierna wordt het woord gevoerd door den Edel Achtbaren heer A. J. Wynveldt, burgemeester van Oudkarspel, die den voorz. dankt voor deuitnoodi- ging' en de vriendelijke woorden. Het is, aldus Z. E. A„ thans de vierde vergadering, die ik bijwoon, en heb ik steeds met genoegen in uw midden vertoeft Het is waar, dat er algeheele malaise heerscht, maar dan ook over de geheele linie. In Amerika is de werk loosheid nog nimmer zoo groot geweest. Als vanzelf sprekend druipt zulks op den tuinbouw ook. Het doet my leed, dat deze vergadering onder zulke om standigheden moet plaats hebben, doch met genoe gen heb ik deze belangwekkende agenda gevolgd. Groot genoegen doet het my de vorming van een reserve en hoop ik dat de uitkomsten van de vol gende jaren de plannen spoedig zullen verwezenlij ken. Nochtans hoop ik, dat de voorz. nog vele ja ren den hamer zal hanteeren en deze vergaderingen zal presideeren. (Applaus.) De heer J. Swart dankt eveneens voor de uit noodiging. De heer J. Kliffen spreekt er zijn genoegen over uit, dat de pessimistische stemming tydens de ver gadering niet naar voren is gekomen en zegt zeer te vrdn te zijn over het verloop. Voor liet nazien der rekening worden hierna aan gewezen d eheeren K. jDudeman en Y. Kaan. De voorz. dankt de spr. voor de vriendelijke woor den en zegt, dat de besprekingen ondanks de heer- schende gedruktheid ondanks het ernstige werk, zeer aangenaam zijn verloopen, waarvoor den aanwe zigen harteiyk dank wordt gebracht. Denkende aan het spreekwoord „Er is een tijd van komen en er is een tyd van gaan" heeft spr. ernstig gevoeld het ambt van voorzitter spoedig te zullen moeten neerleggen, om wat meer rust te hebben. Spr. hoopt het volgend jaar voor de laatste maal de vergadering te presideeren. maar dan zal het afscheid toch moeten komen. Wat dit voor spr. betee kent, zullen allen wel beseffen. Onder dankzegging aan de Pers en den gastheer, den heer Deutekom, sluit voorzitter de vergadering en wenscht een ieder een best jaar 1930 toe.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 4