reden van bestaan. Spr. weet wel, dat het be
staande gebouw nog wél toe kan, maar ook de
handel heeft belang bij uitbreiding.
D;e heer P- Kostelijk (bestuur) zegt dat er
met Koophandel geen overeenkomst bestaat en
ziet in ouderhandelen geen resultaat. Een nieuw
gebouw zal ook door Koophandel worden toege
juicht en mag er dan ook geen reden zijn om er
tegen gekant te zijn
De heer v. Kleef (afd. Langendijk L.T.B.)
meerit dat een groote ruimte ook van belang
voor den handel is.
De voorz. is het niet eens om overleg te plegen
daar een groot deel der handelaren niet bij deze
veiling is betrokken. Het is misschien de weg
dat het Bondsbestuur Koophandel inlicht. Ech
ter heeft de pers voldoende bekend gemaakt,
wat or op deze vergadering behandeld zou wor
den en had Koophandel dit punt, intussehen kun
nen bespreken.
De heer P. F. Frans (Koophandel) zegt dat
deze zaak geheel uitgaat van den Noordermarkt-
bond en is ook de uitbreiding van de overkap
ping ten behoeve der tuinders. Het voorstel is
echter van dieu aard, dat als de Noordermarkt-
bond f 100.000, hiervan f30 a f40.000 door Koop
handel moet worden bijgedragen. Spr. had het
juister geacht indien een bijdrage was gevraagd-
Hierna wordt de heer Frans er op gewezen,
dat het bedrag gezien het percentage f3 a f 100
beloopt.
Do heer Kliffen zegt dat de handelaars nog
geld op den koop toe krijgen, daar op geen enkele
veiling in het. geheele land een kortingspercentage
wordt geheven en voegt hieraan toe: ..als u
een offer brengt, heeft u ook rechten"'.
\Ta een onderlinge gedachtenwisseling stelt het
bestuur voor over te gaan tot stemming tot
verhooging van het marktpercentage met 15/ioo
pCt. hetwelk wordt, aangenomen met 917 stem
men voor en 273 tegen.
Vervolgens komt in stemming het voorstel om het
1 procent voor den handel te verminderen met
met lc/ioo procent.
Door den heer P. Deutekom (Koophandel) wordt
hierop een amendement ingediend nml. deze ver
mindering vast te stellen voor den tijd van 5 jaren
en nadien het procent te handhaven.
De heer J. Ootjers kon persoonlijk hierin mede
gaan en kan over 5 jaar weer verder gezien wor
den. Spr .vindt er alles voor om het aan te ne
men.
De heer Bruin (afd. Langedijk L. T. B.) zegt, dat
Koophandel steeds spreekt over ons geld, maar het
is het geld van de tuinders, en moet liet percentage
er geheel af.
De heer Barten (Tuinbouwbelang) zegt, dat de
Noordermarktbond zich niet verplicht het percenta
ge over 5 jaren weer te geven. (Applaus.)
De heer Kostelijk (Eendracht) maakt de opmer
king, dat het niet te voorzien is, dat de bouw
over 5 jare ntot stand komt en is best mogelijk
dat dit over 2 of over 7 jaren gebeurt.
De heer P. Deutekom zegt, dat de kwestie over 5
jaren toch weer besproken kan worden, terwijl toch
nu een reserve wordt gekweekt.
De voorz. zegt dat van bestuurszijde is besloten
voor te stellen het lU procent terug te brengen tot
"hm procent voor den tijd van 5 jaren.
De heer Kostelijk (Eendracht) kant zich hiertegen
en is van meening dat geen besluit genomen moet
worden.
De voorz. zegt, dat het dus gaat over de kwestie
van de 5 jaren, waarover zal worden gestemd.
Het bestuursvoorstel wordt hierna aangenomen
met 852 stemmen voor en 338 tegen.
De Voorz. deelt mede, dat het bestuur dit punt
alreeds meerdere malen heeft besproken, en meent
niet ten achter te moeten blijven bij de zusterver-
eenigingen, die dit reeds in voorbereiding hebben.
De heer van Breugel (Sint Maarten) vraagt in
hoeverre het personeel der veiling zich uitstrekt.
De voorz. antwoordt tot degenen, voor wie geen
zegels worden geplakt.
Het blijkt echter, dat de voorz. zich hierin vergist
en na een kort overleg met de bestuursleden deelt
de voorz. mede, dat het de bedoeling is pensioen te
verleenen aan: veilingleider, keurmeester, telefoon
houder, controleur, nummerafgever.
De heer G. Barten (Tuinbouwbelang) deelt mede,
dat de leden zijner af deeling gaarne zouden zien
dat het bestuur een regeling ontwerpt, welke het
volgend jaar aan de algemeene vergadering ter goed
keuring wordt voorgelegd.
De voorz. ziet hierin geen bezwaar, echter met dien
verstande, dat degene, die tusschentijds eventueel
voor pensioen in aanmerking komt, een toelage
wordt verstrekt.
De heer Kostelijk (Eendracht) meent dat voor in
validiteit reeds is gezorgd.
De voorz. zegt, dat voor zoover het niet noodig is,
het ook niet gebeuren zal.
Bij acclamatie wordt hierna het voorstel aange
nomen.
De heer C. Bakker (aid. Langedijk L. T. B.) geeft
hierop de volgende toelichting:
Mijnheer de Voorzitter,
Toen voorheen de wortelensorteering vrij was in
zooverre dat er enkel wat heele kleintjes, gebarsten
en stompjes werden uitgeschoten, konden we prac-
tisch niet van een mooi product spreken. Toen is de
maat opgekomen tot een half ons, wat natuurlijk
een groote verbetering was. Als alle wortelen bene
den een half ons uitgeschoten worden krijgt men 'n
goede zak wortelen. Voor een drietal jaren bereikte
onze vereenigingen een voorstel om de toentertijd
geldende maat te vergrooten tot 1 ons, wat tot ge
volg had dat de peen van een half ons tot 1 ons.
bfj het ondereind terecht kwam. Mede een gevolg
hiervan was meer arbeid le met wieden der peen,
2e met het uitzoeken, ergo verhooging der productie
kosten.
Als een van de hoofdredenen werd aangevoerd, dat
de handel nog al eens vraag kreeg naar kleine
peen, maar hieraan niet kon voldoen.
Dit voorstel is aan de Langedyker Groenten-Cen
trale aangenomen, by den Noordermarktbond niet.
Het eerste jaar hebben we vergeiykingen kunnen ma
ken tusschen Broek en Noordscharwoude.
De pry zen scheelden hoegenaamd niets.
Ook de verwachte vraag en daarmee de betere
pry's der kleine peen bleven achterwege.
Toch kwam, mijnheer de voorzitter, het volgende
jaar weer de sorteering ter tafel enwerd
aangenomen, doch zeker niet met de stemmen der
wortelentelers.
Twee jaren zyn sedert dien verstreken en kun
nen we zeggen dat bovengenoemde maatregel den te
Iers iets in de portemonnaie gegeven heeft.? Mijnh.
de voorz., ik ben zoo vry dit te mogen betwyfelen,
wat ik met een paar voorbeeldjees kan staven.
20 Augustus 1928 groote peen f3.40, kliene f 1.60.
22 April 1929 groote peen f5.30, kliene peen f 1.30.
Van ondergeteekende:
25 Maart 1929 groote peen f4.70, kleine peen f2.50.
12 April 1929 groote peen f3.80, kleine peen fl.20.
En nimmer waren de kleintjes voor den groothan
del, maar kwamen wel by de paardenboet.
Mijnheer de voorz., nu zal men zeggen, het U.C. j
B.-merk eischt die maat, maar dan vraag ik me af
geeft het Centraal Bureau ons de schade vergoed?
want dat het schade is staat vast. Of is een peen
van een half tot 1 ons niet een pracht wortel?
Niemand toqch is zoo naief om te meenen, waar
bv. een wagon peen in Friesland f250 kost en by
ons f210 geeft, en was dat nog zoo, dan is nog veel
te weinig, want 100 procent minder maakt men
voor de kleintjes altyd.
Dit mynheer de voorz., was de reden, waarom onze
afdeeling heeft gemeend het voorstel, om de maat
weer te verkleinen heeft moeten doen.
Nu zult ge zeggen we gaan achteruit.
M. de V., volgens mijn idee moeten we niet over-
dryven. Dat onze producten voor een goeden han
del zoo goed mogelyk moeten zyn is een eerste ver-
eischte, doch dat we zelf ons mooiste peem want
dat noem ik een worteltje van drie kwart tot 1 ons)
degradeeren tot uitschot, is wel wat al te gek.
Dat het voorstel indertyd met goede bedoelingen
gedaan en aangenomen is, is tm.i. geen reden om
hetzelve weer niet in te trekken.
De heer J. Ootjers drukt er zyn spyt over uit, dat
in den tegenwoordigen tyd nog een dergelyk voor
stel op de agenda voorkomt. Men voelt daar onwille
keurig den geest in, dat nog onvoldoende is doorge
drongen ,dat alles moet worden gedaan ten gunste
der producten, het eenige middel om deze op peil
te houden voor het buitenland. Met klem dringt
spr. aan het prae-advies te aanvaarden, om de
noodzakelykheid van Mussolini-maatregelen in het
leven te roepen, te ontwyken.
De heer de Geus (Eendracht) merkt op, dat on
danks de goedesorteering van de uien, er hoege
naamd geen geld voor wordt gekregen in tegenstel
ling met de Egyptische uien.
De heer J. Ootjers zegt, dat dit een nieuw gewas
is en al zal rnet sorteering niet altyd een bevredi
gend resultaat worden verkregen toch bhjft het een
vereischte.
De heer J. Wit (Bestuur) deelt mede, dat de oor
zaak hierin gelegen is, dat de Egyptische uien niet
zoo spoedig uitloopen.
De heer W. Balk zegt: ik zit te popelen als er over
sorteering wordt gesproken. Men begeeft zich in een
te enge kring. Men moet maar eens zien hoe het
product op de buitenlandsche markten arriveert.
Dan geneert men zich, als er balen by zyn, waarin
nog half onsjes worden aangetroffen, die dan over
de straat worden gesmeten en dan vraagt men zich
zelf af, hoe zie tde baal er uit. Het buitenland is
niet toegevend en als het betere sorteering kan krij
gen, dan lat men het Hoilandsche product staan.
En indien geen aandacht wordt geschonken aan de
sorteering, dan worden wy de dupe en later be
klaagt men zichzelf. Er zyn er, die beweren, dat de
leidende personen, het den bouwers lastig maken,
maat dat is tenslotte onzin. Door de leiders worden
alleen die maatregelen getroffen, die er toe kunnen
bijdragen dat de bouwers zooveel mogelijk geld voor
hunne producten ontvangen.
De discussies worden hierna gesloten.
Het voorstel van de afd. Langedyk L. T. B. wordt
niet gesteund en is dus verworpen.
Hierna wordt gepauzeerd en worden de tafels
in gereedheid gebracht voor den maaltijd.
In een hoogst genoegelyke stemming werd door
allen de inwendige mensch versterkt en werd de
diverse schotels alle eer aangedaan, hetgeen zeer
zeker te danken is aan de uitstekende zorg door het
echtpaar Deutekom hieraan besteed.
Na afloop werd met bekwamen spoed overgegaan
tot de verdere afwikkeling der agenda en was aan
de orde:
De Voorz. acht het niet ongewenscht het oordeel
van „Koophandel" te vragen.
De heer P. Deutekom zegt, als de bouwers meenen
dat "het beter is, eventueel een proef kan worden
genomen.
Spr. vraagt of het U.C.B. geenbezwaren maakt
tegen het niet-afstalen.
De heer J. Ootjers acht het half Maartw el mo
gelijk, echter mte zeer rijpe uien met dun steeltje.
Er zijn volgens spr. zooveel soorten, dat het niet
mogelijk zal zyn, alles af te stalen.
De heer P. F. Frans (Koophandel) vraagt of het
absoluut vaststaat, dat afstaarten het spruiten be
vordert of kan het ook door de behandeling komen?
Spr. is van meening dat het toch afbreuk zal doen
aan de waarde va nhet product.
De heer Jac. Groen (Bestuur) zegt, dat het vol
strekt niet de bedoeling is om de uien zoo maar in
den zak te doen. In iede rgeval is het product by
niet afstaarten veel houdbaarder. Wat thans aan
de uien wordt gedaan, moet zoo blijven, het is nu
alleen maar te doen om de staart. Echter heeft het,
volgens spr., geen zin thans reeds een beslssing te
nemen en moet eerst een bespreking worden gehou
den in den Vierbond.
De heer J. Wit (bestuur) meent, dat geen afbreuk
aan het product zal worden gedaan, indien de staart
niet langer dan 10 c.M. is.
De voorz. stelt voor het oordeel te vragen van
het U.C.B. en daarna in verbinding te treden met
de Provinciale organisatie.
Aldus wordt besloten.
De heer P. Deutekom (Koophandel) geeft in over
weging op een bepaalden tijd proeven te nemen,
om daarna motieven naar voren te kunnen brengen
omtrent de houdbaarheid.
Hiertoe wordt besloten.
De heer Kostelijk (Eendracht) juicht het voor
stel toe, daar bij ander gewicht steeds wordt in
geboet.
De heer Gutker (Nieuw Leven) zegt, dat het nu
meer de bekrachtiging va neen besluit betrfet, wyl
net practisch op hetzelfde nearkomt en zal het wei
gehandhaafd kunnen worden mits de keurmeester
hierop toezicht houdt, daar er anders toch niets
van terecht komt.
De heer J. Ootjers zegt, dat er toch nog wel prac-
tische bezwaren zyn. Indien op 50 of 100 kilogram
in de schuit wordt geladen, zal dit direct gecontro
leerd kunnen worden. Ook ziet spr. verwarring die
er ontstaan kan in de telling van den weger, en
van dengene ,die lost.
De heer P. F. Frans (Koophandel) is overtuigd
dat het zal stranden op practische bezwaren.
De heer van Kleef (afd. Langedijk L. T. B.) meent
dat het gezocht moet worden in een krappe controle
van het huidige gewicht en kan de huidige con-
role beter zyn.
De heer Gutter (Nieuw Leven) is va nmeening,
dat het zeer goed uitvoerbaar is, want iedere 100
kilogram kan door de transporters in 4 kistjes wor
den ingepakt en moeten die gewichten worden aan
geschaft, die er toe dwingen dat op 100 kilogram
wordt gewogen.
De heer P. Kosteiyk (Bestuur) deelt mede, dat de
afd. Nieuw Leven de meening is toegedaan, dat niet
de hand wordt gehouden aan het gewicht en tot
allerlei verwikkelingen zal leiden.
De heer J. Kliffen (Secretaris) vindt de zaak zeer
eenvoudig en als de bouwer de kool aflevert, bv. 40
in de 100 kilogram en hij heeft het aantal stuks
geteld, dan zegt hy ook, dat hij zooveel kilogram af
geleverd heeft en niets te maken heeft met het aan
tal kisten.
De heer Gutter (Nieuw Leven) acht het van het
grootste belang, dat het ook wordt uitgevoerd, het
voorstel zelf is van ondergeschikt belang.
Hierna wordt het voorstel by acclamatie aange
nomen.
De Voorz. deelt mede, dat ten aanzien hiervan
dezer dagen een vergadering is gehouden door de
Provinciale organisatie met dén handel, waarby
psr. niet tegenowordig was, en verzoekt een van de
toen aanwezigen hieromtrent mededeelingen te
doen.
De heer J. Ootjers deelt mede, da besprekingen
zyn gevoerd door de Prov. Comm. met de vertegen
woordigers van „Koophandel" den Bond van Ex
porteurs in Noordholland en den Ned. Bond van aard
appelhandelaren, hetgeen tot resultaat heeft gehad,
dat overeenstemming werd bereikt en wel al$ volgt:
Geelvleezige beginnen met 2833 m.M. en boven
33 later, op een in overleg vast t estellen datum,
28—38, 3855 en boven 55.
Na ampele bespreking werd met nadruTt^ónder de
oogen gebracht, dat het zeer noodzakelyk is, die
sorteering te brengen in den geest, zooals het bui
tenland het wenscht.
De maat voor witvleezige werd gestqld op 40 m.M.,
en kan deze later op 45 m.M. worden gebracht,
alles met een speling van 23 m.M.
De heer H. Swager (Tuinbouwbelang) acht 40 m.
M. ruim voldoende, doch 45 m.M. te groot, daar er
dan te veel uit moet, wat niets geen waarde heeft.
De heer P. Deutekom (Koophandel) deelt mede,
dat het de bedoeling is de maat op 40 m.M. te laten
en in overleg met de Prov. Comm. alleen voor de
Wilde Duken welke voor Zuid-Amerika zeer ge
schikt zyn en zich voor verzending zeer goed leenen
de maat vastgesteld op 45 m.M.
De voorz. stelt voor of de vergadering er in kan
meegaan, dat de afgevaardigden voor de a.s. ver
gadering van de Prov. Comm, te machtigen deze
regeling goed te keuren.
De heer P. Kostelyk (Bestuur) stelt de vraag,
welke bezwaren er zijn tegen de maat 3660 m.M.
De heer W. Balk merkt op, dat de sorteering
steeds moeilykheden oplevert. Spr. zegt, de handel
weet beter dan wy wat het buitenland vraagt. Te
vens is op de laatste vergadering gebleken, dat de
voorraad van de grooten te klein is. Met een aardig
voorbeeld toont spr. hoe de sorteeringen voor de
binnenlandsche verbruikers zyn waarin -alle maten
moeten voorkomen. En nu Italië een geweldige con
current geworden is, is sorteering alles, en gaat het
niet aan om maar te rooien en aan te voeren als
te Bovenkarspel. De gevolgen zullen zy daarvan wel
ondervinden. Wordt eventueel de maat verhoogd
tot 60 m.M., dan blijft; de kwestie van de poters nog
over. Eeveneens moeten wy ook vragen, welke ei-
schen door de verbruikers worden gesteld.
Spr. hoopt, dat het voorstel, den afgevaardigden
mandaat voor de a.s. vergadering te verleenen, zal
worden aangenomen.
De heer Jac. Groen (Bestuur) stelt voor, gehoord
de besprekingen het voorstel Harenkarspel aan te
nemen en mocht de vergadering van de Prov. Comm.
lbijken, da de meeste veilingen zich er overheen
zetten, dan kan de maat van deze Comm. worden
aangenomen. Spr. is bevreesd, dat de poters, als
de maat tot 55 gaat, teveel worden geïnstrueerd. In
iede rgeval zou spr. willen trachten de maat tot
60 m.M. doorgevoerd te krygen.
De heer Bruin (afd. Langedyk L.T.B.) vraagt hoe
het zal gaan als Bovenkarspel er niet in meegaat.
De heer J. Kliffen is overtuigd, dat zy beslist
wel komen zal, want anders krygt zij ook geen label
en waar moet men dan met de aardappelen naar
De heer P. F. Frans (Koophandel) deelt mede, dat
de sorteering van 55 m.M. daarop is gesteld, omdat
het een mooie aardappel voor het binnenland is,
goed is voor planter en goed is voor afzet naar
het Ruhrgebied.
Het voorstel Groen wordt hierna bij- acclamatie aan
genomen.
OVERLADEN IN VLETTEN.
Bij acclamatie wordt het prae-advies
keurd.
AFGIFTE BONNEN NA 1 JANUARI GEHEEL
AF TE SCHAFFEN EN IEDER JAAR TE HER
HALEN.
De heer P. Kostelijk (Eendracht) memoreert, hoe
verleden jaar slachts met 1 stem meerderheid de
algeheele afschaffing werd verworpen, thans wordt
liet voorstel gedaan voor gedeeltelyke afschaffing.
Spr. is van gedachte, dat concurrentie is uitgesloten,
zoodra de bonnen er niet meer zijn en de aanvoer
zal worden bevorderd en wordt tevens het geschar
rel achterom vermeden.
De heer G. Bakker (Tuinbouwbelang) onderstreept
de woorden van den vorigen spr.
De heer D. Swager (Tuinbouwbelang) verklaart zich
voor het prae-advies.
Daar geen der aanwezigen het woord verlangt,
brengt de voorz. het voorstel in stemming.
De heer Jac. Groen acht dit punt niet voldoende
besproken en verzoekt heropening der discussies,
waaraan door den voorz. wordt voldaan.
Volgens den heer Groen gaat het er om, dat in
uiterste noodzaak een bon wordt afgegeven en dat
uitwassen van het bonnenstelsel niet meer bestaan.
De heer J. Ootjers wenscht niet veel te zeggen,
daar hij zich zeer gerust gevoelt, want practisch
gesproken geeft spr. geen bonnen. Nog nimmer heeft
men hem aanmerking kunnen maken, want er wor
den geen handen met bonnen verstrekt, evenmin is
er gelegenheid voor het ontvangen van bonnen
voor lading van 1 of anderhalve wagon, die pas 1 of
2dagen later geleverd wordt. By voorkeur is het de
kleinere man, die geen pakhuis bezit, doch een klei
ne nabestelling ontvangt.. Spr. vraagt zich af of zoo
iemand hiervoor geen gelegenheid mag hebben om
1000 of 1500 kilogram bij te laden. Begaan doet hy
zetoeh aldus spr., en dan weten wy er niets van.
Men moet dit niet al te krap nemen.
Daar het voorstel niet gesteund wordt, is het dus
verworpen.
RONDVRAAG.
De heer Gutter (Nieuw Leven) zegt, dat de ver
pakking niet altyd geschiedt, zooals wenscheiyk is
en vraagt of de organisatie hieraan meer aandacht
wil schenken, dat zulks op een zachtere manier ge
schiedt.
De voorz. vraagt hierop de meening van „Koop
handel."
De heer P. Deutekom meent, dat het het beste
zou zijn als de tuinders zelf verpakken.
De heer J. Ootjers meent, dat het de bedoeling is,
dat ook door de leden van Koophandel wordt toe
gezien en zooveel mogelijk orders worden gegeven
dat de verpakking zorgvuldig gebeurt. Op dit ter
rein is, volgens spr., goed en nuttig werk te ver
richten, want het gaat soms te ruw. Veel reclame
wordt er voor onze producten gemaakt, maar de
grootste reclame is het product zelf. Het moet niet
voorkomen, dat in Februari en Maart doorschot
wordt aangevoerd wat uitschot is. Het is in aller be
lang en een ernstige zaak voor de tuinbouworganisa
ties hunne leden dat vooral onder de oogen te
brengen, want altyd nog zyn er onder hen, die
leeken zyn en nog moeten worden opgevoed. Ook
den aanvoer zou spr. gaarne beter zien.
De voorz. deelt mede, dat door de afd. Sint Maar
ten een verzoek Isten een verzoek heeft ingediend
omtrent de verpakking en kan dit dus tegelijker-
tyd worden behan'deld.
De heer van Breugel (Sint Maarten) zegt eenigs
zins teleurgesteld te zyn, daar spr. verwacht had
veel meer te zullen hooren omtrent de verpakking
In de vorige vergadering is toegezegd deze zaak
aanhangig te maken by den Vierbond, daar dit aller
aandacht eischt. De Vierbond vindt spreker wel aar
dig, maar zoo juist heeft spr. vernomen, dat dit
college het geheele jaar niet heeft vergaderd. Ook
staat het spr, niet aan, dat door Koophandel over
dit punt zoo weinig wordt gezegd. Als alle zorg aan
het product wordt besteed, aldus spr., dan is het
toch eisch dat ook alle zorg aan de verpakking ge
geven wordt.
Spr. hoopt dat het hoofdbestuur den Vierbond
spoedig byeen zal roepen.
De voorz. zegt spr. zulks toe.
Door de afd. Langedijk L. T. B„ wordt meer ven
tilatie in de overkapping gevraagd.
De heer Ootjers antwoordt dat in die richting al
reeds wordt gewerkt.
De heer P. Kostelyk wenscht gaarne het woord te
voeren over de aanvoerregeling. Spr. had gedacht,
dat een der afgevaardigden van Nieuw Leven dit
punt ter sprake zou brengen, echter behoort er wel
wat moed voor, want het is geen dankbaar object.
Spr. zegt dan, dat in de openingsrede van den voor
zitter is gesproken, dat de aanvoer niet juist is.
In het begin van het seizoen is er te weinig en
aan het einde te veel. Een betreffend voorstel, dat
van zeer ingrypenden aard is, eischt een zorgvuldige
voorbereiding.
Reeds enkele jaren is het in den Vierbond ter
sprake gebracht, doch gezien den omvang, werd
het voorloopig terzyde gelegd. Het moet niet, dat de
kool in de schuur ligt, maar moet op de veiling
worden gebracht. In geen geval, wil spr. een voor
stel doen zonder voorbereiding, doch wenscht dat
er iets in die richting wordt gedaan. Spr. stelt zich
voor dat allereerst een bespreking wordt gehouden
in den Vierbond, waaruit een Commissie zal worden
benoemd, bestaande uit twee leden van iedere vei
ling, en 2 leden van Koophandel, die een rapport
za lsamenstellen tegen de vplgende vergadering,
hetgeen in de naaste toekomst tot goede resultaten
zal kunnen leiden. Het veilingssysteem noemt spr.
prachtig, maar in dn aanvoer is het een chaos. Spr.
acht het mogelijk, van half November tot half Jan.
een bijslagregeling van U. C. B.-producten.
Hieraan zullen ook vele bezwaren kleven, doch spr
acht van zeer groot belang dat een commissie be
noemd wordt.
Door den voorz. wordt toezegging gedaan.
De heer J. Ootjers deelt mede, dat volgens de in
ventarisatie van half Februari thans nog een voor
raad aanwezig is van 102 wagons roode kool, 69 wa
gons gele kool, en 451 wagons deensche witte kooi.
Deze cijfers betreffen alleen den Noordermarkt
bond.
Spr. merkt op, dat nog nimmer de maand Mei
met een zoo groot kwantum, dat angstwekkend kan
worden genoemd, is ingegaan.
De heer P. F. Frans dankt namens Koophandel
voor de uitnoodiging en wijst op de goede verstand
houding tusschen de beide vereenigiftgen en uil
den wensch, dat dit jaar gunstiger mag zyn. (Ap
plaus.)
De heer W. Balk is dankbaar voor de hem gezon
den uitnoodiging en voor de welkomstwoorden van
den voorz. Was verleden jaar een ieder optimistisch
gestemd, thans staan wij tegenover een finantieele
gedruktheid, echter zijn er meerdere gunstige en
ongunstige jaren geweest. Spr. wenscht dat het
volgend jaar d etoestand geheel anders zal zyn. Fr
zijn profeten die voorpsellen, dat het met den tuin
bouw gedaan is. Spr. durft gerust het tegenoverge
stelde te voorspellen. Voorts wenscht spr. te wij
zen op het feit, dat er in de groote steden menschen
zijn, die er op af geven, dat de tuinders wier pro
ducten niets opbrengen, deze op de mestvaalt wer
pen, maar ik zou ze van den toren willen toeroepn
„et het dan."
Nu wordt aan de groentekarren gevraagd naar de
bloemkool die 30 tot 35 cent kost en dan deugt het
goedkoope goed niet meer. (Applaus.)
Hierna wordt het woord gevoerd door den Edel
Achtbaren heer A. J. Wynveldt, burgemeester van
Oudkarspel, die den voorz. dankt voor deuitnoodi-
ging' en de vriendelijke woorden. Het is, aldus Z. E.
A„ thans de vierde vergadering, die ik bijwoon, en
heb ik steeds met genoegen in uw midden vertoeft
Het is waar, dat er algeheele malaise heerscht, maar
dan ook over de geheele linie. In Amerika is de werk
loosheid nog nimmer zoo groot geweest. Als vanzelf
sprekend druipt zulks op den tuinbouw ook. Het
doet my leed, dat deze vergadering onder zulke om
standigheden moet plaats hebben, doch met genoe
gen heb ik deze belangwekkende agenda gevolgd.
Groot genoegen doet het my de vorming van een
reserve en hoop ik dat de uitkomsten van de vol
gende jaren de plannen spoedig zullen verwezenlij
ken. Nochtans hoop ik, dat de voorz. nog vele ja
ren den hamer zal hanteeren en deze vergaderingen
zal presideeren. (Applaus.)
De heer J. Swart dankt eveneens voor de uit
noodiging.
De heer J. Kliffen spreekt er zijn genoegen over
uit, dat de pessimistische stemming tydens de ver
gadering niet naar voren is gekomen en zegt zeer te
vrdn te zijn over het verloop.
Voor liet nazien der rekening worden hierna aan
gewezen d eheeren K. jDudeman en Y. Kaan.
De voorz. dankt de spr. voor de vriendelijke woor
den en zegt, dat de besprekingen ondanks de heer-
schende gedruktheid ondanks het ernstige werk,
zeer aangenaam zijn verloopen, waarvoor den aanwe
zigen harteiyk dank wordt gebracht.
Denkende aan het spreekwoord „Er is een tijd van
komen en er is een tyd van gaan" heeft spr. ernstig
gevoeld het ambt van voorzitter spoedig te zullen
moeten neerleggen, om wat meer rust te hebben.
Spr. hoopt het volgend jaar voor de laatste maal
de vergadering te presideeren. maar dan zal het
afscheid toch moeten komen. Wat dit voor spr. betee
kent, zullen allen wel beseffen.
Onder dankzegging aan de Pers en den gastheer,
den heer Deutekom, sluit voorzitter de vergadering
en wenscht een ieder een best jaar 1930 toe.