Pierre Saccone Rechtzaken ALKjMAAR,. VOOR DEN KANTONRECHTER. Zitting van Vrijdag 9 Mei 1930. He principieele beslissing tijdelijk van de baan gesehoven. Alvorens mr. Bastert, de kantonrechter, zijn taak aanvaardde, werden een tweetal zaken, voor 14 dagen door den waarnemer den functionaris Mr. de Groot, behandeld en door hem aangehou den, door hem voortgezet en wel in de eerste plaats de overtreding van het winkel-werktijden besluit, telaste gelegd aan mej. K. v. Di., onder neemster van het bekende couponhuis in de Lon gest vaat, in welke zaak thans de verbalisant werd gehoord. Bij 'die voortgezette behandeling bleek dan ook uit de ruiterlijke verklaring van den ge- hoorden getuige, dat inderdaad een orijuisten da tum d?a« gerelateerd, zoodat voor mej. v. O', vrijspraak werd gerequireerd en uitgesproken. Dit was natuurlijk niet in overeenstemming van mej. v. II. die wel vrijspraak verlangde, doch op juridische en niet op formeele gronden en dus een principieele uitspraak had gewenscht, waar zulks thans niet mogelijk was, werd haar geadvi seerd, zich opnieuw te laten verbaliseeren, zoodat een reprise van dit strafzaakje in de toekomst niet, is uitgesloten. Wij houden intusschen de blocnote gereed en de potloodpunt scherp. Hij had intusschen wat water in zijn wijn geplengd. De hypothese, dat omstandigheden den mensch vormen, kwam heden ook weer duidelijk naar voren in het tweede optreden van den heer Pie- ter D:., een niet onvermakelijk exemplaar van het genre straatnegocianten, welke heer zich voor- namelijk bewoog in de kamferballetjes-branche en tijdelijk tér afwikkeling van zijn zaken in dit deel der provincie zijn intrek had genomen in een gerenommerd volkshotel aan do Voor- moer aldaar, D'e heer D. stond 25 April terecht, ter zake het venten zonder vergunning te Eg- mond aan Zee en had toen niet alleen dit foil heftig ontkend, doch in een keurig gestyleerde schriftelijke verdediging den verbalisant ten Brug gencaie beschuldigd een valseh procesverbaal te hebben opgemaakt, zoodat hij te dier zake een strafvervolging eischte van een zoo onbetrouw- baren politieman. De waarn. kantonrechter achtte het toen natuurlijk noodig, dat een confrontatie plaats had tusschen verdachte en verbalisant en werd heden, nu alle acteurs aanwezig bleken, dit gewichtig proces optima forma voortgezet. De heer Di. werd uitgenoodigd zijn pleidooi nog eens te deelamccren, doch hoewel ten zeerste ge vleid, gaf deze heer thans te kennen, dat hij in middels een andere en gewijzigde verdedigings rede had opgesteld. Daar de fung. kantonrechter er echter zeer veel prijs op stelde, dat oratorisch kunstwerk nog eens te genieten, maakte de heer D1 .daartegen geen bezwaar en gaf hij het zoozeer op prijs gestelde, dat het een tweede opvoering mocht beleven, oratio pro Domo mei nieuw en steeds wassend succes ten beste. Hij betoogde daarin onder meer, dat de verbalisant niet had kunnen constat eeren, dat door hem koopwaar,was verkocht, wat de verbalisant trouwens ook niet weersprak, doch wel had hij hem, nadat**een klacht was ingekomen over het meer dan vrij moedig optreden van den heer B„ nagefietst en waargenomen, dat hij in een geopend kistje koop waar, in easu kamferballetjes te koop had aange boden, wat voor de strafbaarheid voldoende was. De heer B. werd vervolgens geanimeerd zijn gewijzigde pleitrede af te steken, waartoe hij Gedenkschriften van een Commissaris van Politie. 41 ..Hebt ge tenminste gewonnen „Er blijven mij vijfhonderd franks van de vijf duizend van hedenmorgen over ..En wat zult ge nu doen?" ..O, do nacht is nog niet voorbij." Raymond zweeg een .oogenblik. De sterren schitterden in de heldere lucht. In de verte hoorde men het klotsen der haren die zie!» tegen het strand braken. „Was 't niet met dokter Benoit dat ge zooeven gespeeld hebt?" hernam Ravmond na een oogen blik. „.la," antwoordde Hector- „Een zeer kundig man, die dokter?" „Fraa;! een oude kwakzalver. Indien ik een houten been had zou ik er voor zorgen dat hij geen fontanel aan legdp. Wat het écarté betreft, daarin is hij volleerd." „En deze is de geneesheer die juffrouw Guille mot verpleegt." „Arm nichtje! Zij heeft voorwaar geen kans, maar. die dingen zijn in verband met andere za ken; ..Medina is in handelsbetrekkingen met papa Guillemot. De eerste maal dat hij in de straat Saint-Maur een ontstelde maag had, zond men om dokter Benoit en sinds behoort deze zoo goed als aan de familie. Overigens schijnt het een hals starrige manie van Medina, om benoit overal aan te bevelen; hij heeft hem onder anderen inge voerd bij den baron Poli, die er van overleden is, en zoo hij mij crediet weigert is het alleen mis schien omdat mijn gezondheid hem niet vergunt zijn dokter bij mij in te dringen." Ravrnond glimlachte nauwelijks om de licht zinnige taal van zijn vriend, en sombere denk beelden vervulden zijn geest. Medina's tusschenkomst en de keus van Guille mot's huisarts scheen hem schier een openbaring, en de opmerkingen in de speelzaal gedaan, ver meerderden nog zijn ernstig vermoeden. In allen geval zorgde hij niet te laten blijken wat in hem omging, en toen hij Hector verliet had deze niets gezien of begrepen. Raymond haastte zich naar het hotel de Zwar te Rotsen terug te keeren. Terwijl hij het Casino verliet, volgden hem twee mannen Be dokter en Medina. Zoodra Raymond om den hoek der straat ver- zich direct bereid verklaarde, met de woorden dat hij de zaak nog eens in „fenaisses" (finesses) zou demonstreeren. Hij zette daarop zijn bril recht en mocht ook ditmaal veel bijval verwer ven, vooral omdat hij in dit verweer de wat al j te krasse beschuldiging tegen den veldwachter achterwege had gelaten- De comparant ontkende voorts dat hij hinderlijk was geweest. Het was integendeel de clientele, die onhebbelijk legen hem optraden en zijn uitnemende kamferballen refuseerden niet alleen, maar hem zelfs geen ge legenheid gaven de nuttigheid van dit artikel aan te toonen. Uit een eigenhandig vervaardigde en ter zitting meegebrachte situatietekening trachtte de heer D. voorts duidelijk te maken, dat de veldwachter op de plek, waar hjj had ge staan, de overtreding niet had kunnen constatee- ren en daar ging het maar om. De heer ambtenaar schaarde zich evenwel aan de zijde van den verbalisant, vorderde schuldig verklaring en veroordeeling tot f 4 boete of J dagen, waarop verdachte weer een ander papier tje voor den dag haalde en zijn bezwaren opnieuw ontwikkelde om aan het slot een scherpe critiek te laneeeren op de treurige en kleingeestige ver ordeningen en het machtsmisbruik der burge meesters, waardoor de vrije handel werd ge- j fnuikt en aan menschen van lateren leeftijd de gelegenheid werd benomen op eerlijke wijze hun brood te verdienen. De fungeerende kantonrechter, rijkelijk vol daan over het gehoorde, achtte zich (oen vol- i doende ingelicht en veroordeelde den heer I)., die trouwens zelf had beweerd dat het niet ging om die paar gulden maar om het onjuiste in het procesverbaal, tot f2 boete of 2 dagen hechtenis. Waarop de heer D. blijkbaar niet onvoldaan over den uitslag van zijn ontwikkelde activiteit, zijn paperassen bijeenzamelde, zijn bril afzette en wegstak, zijn bolhoed greep en zijn biezen pakte, 'n atmosfeer van nauwbedwongen vroo- j lijkheid in het knusse reehtzaaltje achterlatend. Een al intieme ontmoeting. De heer F. van Eist, houtzager in dienst bij de firma Conijn te Alkmaar on wonende te Hei loos» begaf zich op 5 Maart 's morgens half negen per rijwiel naar zijn werk, gelegen aan de Hoorn- sche vaart nabij de z.g. 6 wielen, 'n overhaal voor koolschuitjes en passeerde ter hoogte van den bekenden pelmolen ..Het Rdode Hert" de vrachtauto van de firma Eecen, bestuurd door den chauffeur Th. M.. vermoedelijk haalde die chauffeur te weinig uit naar rechts, althans de heer van Eist raakte leelijk in 't gedrang. Het voorwiel van zijn fiets werd geraakt en de heer v. E. wist niet beter te doen dan zich van het rijwiel te werpen en van den dijk af te vallen, zoodat hij persoonlijk geen letsel bekwam. D<e schaderekening werd niet voldaan, volgde aan gifte, en stond de chauffeur heden terecht, bo- weerende dat niet hij de oorzaak was der aanrij ding, omdat hij ruimte genoeg had gelaten, doch dat de heer v. 'Eist door een uitstekende straal- j steen met zijn rijwiel tegen de auto was gezwiki. Twee in de buurt wonende dames, mej. Berkhout en haar blozende dochter Anne Marie, hadden echter het ongeval van uit hun woning gadege slagen en waren vrijwel unaniem in haar verkla ring, dat de chauffeur te veel links had gereden, waarop veroordeeling van dén heer M. volgde tot f 15 boete of 15 dagen, benevens toewijzing der door v. Eist ingediende civiele vordering we gens rijwiel beschadiging tot een bedrag van f 11. .De hec-r M verklaarde niet met dil vonnis ao- eoord en in hooger beroep te zullen 'gaan. 'n Lastig en onvoordeelig bezit van den eigenaar. Een te Zaandam* wonend handelsreiziger, de heer J. Oterleek, stapte onlangs Ie Alkmaar ver dwenen was, nam de bankier Benoii's arm. „Ts '1 niet mijnheer Raymond dien we hebben zien voorbijgaan?" vroeg hij. ..Hij zelf," antwoordde Benoit. „W'e is die jonge man? "Wat doet hij? Van waar komt hij „Dat 'weet men niet. De hertog gevoelt voor hem een levendige sympathie, welke Raymond zelf niet begrijpt., en hij heeft Colonna en Spa- vento verboden zich met hem ie bemoeien." „Ik houd nici van raadsels," zei Medina. „Ik ook niet," hernam de dokter. ..Ik hoop tenminste dat hij onze plannen niet zal dwarsboomen" „Men zegt dat hij verliefd is op de kleine Irene." „Zoo! en heeft het meisje eenige genegenheid voor hem?" „Ja. geloof ik." „Verduiveld! dan verkrijgen de aanbevelingen welke ik u zoo even gedaan heb, een nieuw ge wicht en we moeten raadplegen." De dokter maakte een dubbelzinnig gebaar- „Wat mij betreft, heb ik alles gedaan wat mij bevolen is geworden," antwoordde hij. „Zeker, maar indien Hector niet huw), zal ik voor dien jeugdigen Raymond gewerkt hebben." „Waarschijnlijk." ..Hoeveel tijd hebben we nog?" „Hoogstens eenige maanden. Het meisje is bij zonder teer van gestel; haar gevoeligheid is zelfs sedert oenigen tijd op onrustbarende wijze ont wikkeld; in den toestand waarin zij zich bevindt zou een geweldige aandoening een crisis kunnen veroorzaken, die haar meesleepte." „Wat ge zegt is niet geruststellend, en ik geloof dat'men de.ontknooping moet. bespoedigen." „Dat raad ik u." Medina overwoog een oogenbllik. „Keert ge naar het hotel de Gouden Arm te rug?" vroeg hij schier dadelijk hierop. „Zeker!" riep Benoi). „Zoek Spavonto, die daar ook logeert, en ver zoek fiem mij morgen ochtend te bezoeken, ik moet hem spreken, hij kent Salome.... Goeden avond, dokter." „Tot morgen, waarde bankier." En beide mannen verlieten elkander. loevend, uit den winkel van de firma Nierop en. Slothouber en werd toen aangevallen door een hondje, wiens afmeting geen gelijken tred hield met zijn kwaadaardigheid en door zijn onhebbelijk gedrag tegen verschillende voorbijgangers den 1 lieer Overbeek reeds te voren met vrees vervulde. De lieer O. werd dan ook geducht in zijn kuit gebeten en bekwam zijn pantalon eén-flinke win- j k'olhaak, wélke beschadiging den heer O. aan- leiding gaf met zoo'n behandeling geên genoegen1 te nemen. Hij wendde zich dustot een paar winkelende dames, die het voorval met, blijkbare hilariteit hadden gadegeslagen en die hij be- schouwde als de eigenaressen van het krijgs- j zuchtige gedierte, doch door haar werd toen alle gemeenschap met het compromitante huisdier ver loochend, waarop de hardnekkige heer O. zich naar het, politiebureau begaf en met behulp van een wielrijdend agent, het verdachte hondje, dat dom genoeg was, naar huis te vluchten, te achter halen, waardoor de identiteit kon worden vast gesteld. Het dier bleek toe te behooren aan mej. Lena IT., huisvrouw J. welk echtpaar echter niet liepaald beminnelijk optrad en van een scha devergoeding door den heer O. verlangd ad f 2.50 om zijn broek te laten stoppen, niets wilde weten. De beer O. drong dus aan op vervolging en was thans als getuige aanwezig tegen mej. Lena j H., die evenwel niet, was verschenen. De heer O. overlegde een foto van zijn gehavende kuit om aan te toonen hoe hevig hij was gebeten en recla- meerde f5 door hem betaald aan de stoppage-in richting. Bedoeld hondje stond bij de politie-be kend als zeer kwaadaardig en aan den eigenaar was aangezegd, dat hij het dier moest vasthou den oi muilkorven. Mej. I.. H., echtgenoote J. 1 O. werd tenslotte veroonteeld tot f7 boete of 7 dagen, plus voldoening van f 5 aan de bescha digde partij. Vorst Karpeles. Eenige dagen waren verstreken. Op een avond tegen half zeven en ofschoon het uur van het middagmaal in schier al de hotels Boer Dirk moest fungeer en als assistent in de huishouding. Be echtgenoote van den arbeider Willem Dl., te Broek op Langendijk, laboreerde aan rheuma- liek en was builen staat om de huishouding waar )e nemen, zoodat het meermalen gebeurde, dat haar zoontje Dirk Jan de school moest verzui men, teneinde op de jongere kinderen te passen; én moeder wat behulpzaam te zijn. Het jonge mensch had echter het 7e leerjaar nog niet door- loopen en viel dus nog onder de leerplichtwet,. Toen hij dus op '21 Maart ongevraagd de school verzuimde, nam het hoofd der Ghr. School, die reeds meermalen permissie gaf, daarmede geen genoegen en stond de vader thans terecht, het feit toegevend, doch ontkennend, dat de jongen was thuis gehouden wegens landarbeid. De knaap heeft met "1 April als voldoende afgericht, de school kunnen verlaten. De eisch luidde f5 boete of 5 dagen en het vonnis 3 gulden boete of 3 dagen. Onder verdenking nattigheid le hebben gevoeld De heer P. J. v. d. 'V.. een te Alkmaar wo nend koopman, die als zoodanig een motor berijdt, werd op 2 April aldaar door den verkeersagent V. geseind te stoppen, van welk stopteeken de heer v. d. V. geen gehoor gaf en doorreed naar zijn woning, alwaar hij door den heer Volbeda ge volgd werd. Eeze vorderde alstoen vertooning en inzage van rij- en nummerbewijs, waaraan de heer v. d. V. dan ook voldeed, doch eerst nadat hij een kort moment in zijn woning had vertoefd. De agent, vermoedend dat de motorrijder deze I documenten niet bij zich had, op het moment toen hij gevorderd werd te stoppen, maakte alsnu prr.f es verbaal op en stond de heer v. d. V. alsnu terecht, gedecideerd bewerende, dat hij het stop sein verkeerd had begrepen en als oen vriend- geslagen had, waren de meeste logeergasten op het strand gebleven, weerhouden door het prach tig schouwspel 't welk de zee op dit oogenblik vertoonde. Br wind was opgezet in den achtermiddag, juist toen de vloed steeg. Schier plotseling was de lucht bewolkt; zware wolken, van zee komend, vlogen met duizeling- wékkende snelheid over- de kleine stad, in alle richtingen een regen van zoutschuim versprei dend. i Ieder oogenblik werd de lucht dikker; een dikke duisternis omhulde langzamerhand den ho rizont en door haar donkeren sluier, nu en dan) verscheurd door matbleeke bliksemstralen, zag men op elkander neervallende driftige, woedende golven, die haar kruinen schudden als snuivende j toornige paden hunne manen. Het geleek een voorspel van den zondvloed. Ook niemand had dat schouwspel willen missen, en op dat oogenblik zou men op het strand geheel de, het geweld van den storm tartende, aristokra- tisehe bevolking van Trouville gevonden hebben. J)e markiezin de Frileuze en de gravin de Syl- vaniere hadden de beste plaatsen der eerste galerij ingenomen. Mevrouw Fontenoy en de vorstin De- mitri zaten niet ver van haar, en "Madame Bri- anlay tartte wind en vloed en vermaakte zich als een kleine zottin met de onbescheidenheden van de windvlagen. Achter haar waren de mannen, onder anderen de hertog de Palmares en Raymond. De hertog en Raymond hadden elkander sedert hun eerste ontmoeting niet wedergezien, en daar Palmares dien avond in zijn Zwitsersch huis een souper gaf, had hij zijn jongen vriend, zooals hij hem noemde, genoodigd, om aan zijn tafel plaats te nomen. Aanvankelijk wilde Raymond bedanken, maai de. hertog drong zoo sterk en vriendelijk aan, hij betoonde zich zoo gegriefd door de weigering welke hij ondervond, dat Raymond zich einde lijk liet overhalen en aannam. Overigens," voegde de hertog er bij, „zult ge aan mijne tafel een jongeling van onzen stand, Hector voor wien ge veel vriendschap hebt, vin den. Hij heeft beloofd te komen en ik reken op hërn." „Een fraaie nacht voor een braspartij!" zei plotseling een helder klinkende stem achter de twee sprekers. Deze draaiden zich glimlachend om. 'tWas Hector, hij had een deftige houding aangenomen, en met eenigszins dramatisch ge baar wees hij naar het Zwitsersch huis van den hertog. schappelijken groet had beschouwd, terwijl hij voorts beslist volhield dat hij wel bedoelde bewij zen bij zich had. De kantonrechter, kennelijk ont stemd door die afwijzende houding, veroordeelde den heer v. d. V. tot een tamelijk strenge straf f 15 boete subs. 15 dagen. Een sukkelaar, wien alles tegenliep. Na langdurige werkeloosheid had de 48-jarige arbeider A.ndr. Sch. te Alkmaar zich om steun gewend tot de maatschappij tot hulpbetoon te Den Haag en van den heer Lindeman ontvangen een spoorkaartje om weer naar Alkmaar terug te gaan, daar het hem aan reiseld ontbrak. Be doeld kaartje bleek echter maar tot Leiden gel dig te zijn en werd tegen den armzaligen reiziger, te Lisse gecontroleerd, procesverbaal opgemaakt wegens het reizen zonder geldig plaatsbewijs Do sjovel gekleede man, die inmiddels eenig-en tijd werk had gevonden als mannelijke schoon maakster bij den landbouwer N- Veenhuizen in de Bergermeer, stond heden terecht. Hij beweerde er nie) op te hebben gelet dat liet kaartje slechts tot I.eiden strekte en niet in het bezit te zijn geweest van eenig reisgeld. Hij werd veroordeèld tot f2 boete of 2 dagen- Nachtrumoerigc balbezoekers uit de Bloe semrijke Beeinster. In den nacht van Zondag 6 op 7 April was de stedelijke politie verplicht, krachtig hande lend op te treden tegen een aantal levenslustige jongelieden uit de mooie Beemster, die zich had den geamuseerd in de dancing van de Harmonie en nu bij het huiswaarts trekken per motor ta melijk lievig de nachtelijke rust, van den Dijk en omtrek verstoorden. Vooral was het de '26- jarige heer Dirk K., een jeugdig landbouwer, i die een geducht lawaai maakte met de open i knalpot zijner Harley- Davids, weigerde aan den agent Dalenberg zijn naam op te geven, zich te verwijderen in de aangegeven richting en per sal do, nadat met gummistok was gedirigeerd om het eenigszins ontstemde en uit de maat geraakte 1 toeristenkoor weer te doen harmonieeren, onder krachtig verzet naar het politiebureau moest worden overgebracht. Deze heer thans voor zijn knalpot en weigering aan de politioneele bevelen te gehoorzamen, terecht staande, deed het feite- i lijk voorkomen of niet hij en zijn familieleden en vrienden het nachtrumoer hadden verwekt, doch dit aan het optreden van de politie moest worden t vegeschreven. Deze uitlatingen van den lieer A. gaven den heer kantonrechter aanleiding de zaak aan te houden en den heer Dalenberg als getuige te hooren ter mondelinge toelichting van zijn omstandig procesverbaal. Het zou den heer A. dan natuurlijk vrijstaan zijnerzijdseh getuigen mede )e. brengen ter bekrachtiging van zijn be schuldigingen togen de politie. Het scheen echter dat de heer A. voor dit uitstel niet veel voelde Hij was meer geneigd om de zaak maar direct af te. wikkelen, doch de kantonrechter liet zich niet van zijn idee afbrengen en gelaste voortzetting der behandeling op de zitting van 16 Mei. Haal je buikriem dus maar wat an, vriend Dalenberg. Men moet de dingen niet vooruitloopen. De 24-jarige bloembollenkweekeling de heer J. J. van Z. te Heiloo, die alreeds het predicant motorrijder had verworven, was ook geëxami neerd en eum laude geslaagd als chauffeur, doch nogoniot in het bezit van het bereids aangevraag de rijbewijs voor het'besturen van 4-wielige mo torrijtuigen- Niettemin liet hij zich op 30 April verleiden er ongedekt met een auto op uit te gaan, echter met het noodlottige gevolg dat hij op den Kennemerstraatweg aangehouden, de pi sanj- werd en thans terecht stond. Gelukkig kon hij n'i het rijbewijs, verlucht door een welspre kend portret, de oogenlust van gansch het schoono geslacht, nan den rechter vertoonen en kwam hij er genadig af met f 1-50 boete of 1 dag. „Altijd dezelfde!" riep Raymond, des jongo- lings hand drukkende. „Maar zeg ons ten min stc waaraan ge die vroolijke luim, welke ge nooit verloochent, te danken hebt?" „Waaraan?" hernam Heetor. „Wel aan de ar moede! sinds gisteren hen ik geruïneerd." „Waarlijk!" „Dat is te zegden, zoo ik naar Parijs wilde terugkseren, zou 'ik mij tevreden moeten stellen maar ik denk er nog niet aan, want hedenmorgen' meen. ik een voortreffelijk beroep, dat iemand den kost kan geven, gevonden te hebben." „Wat?" „Dat van verslaggever." „Wat bedoelt ge?" „Ik meen er de bekwaamheid voor te bezitten, want, voet ge, men kan dagbladschrijver worden., maar men wordt verslaggever geboren." „Welk een dwaasheid!" „Neen, ik 'heb een proef genomen, en het succes was volkomen. Oordeel zelf - kent ge het Zwit sersch buis van Heetor!" „Dat ik verleden jaar bewoond heb?" „Precies! Welnu, weet ge wat er sedert acht dagen plaats heeft?" „Ik weet ér niets van." „Men zegt dat het door vorst Karpeles, een Wnllachyschen vorst, gehuurd is." „Juist, nu naderen wij. en wanneer moét dio vorst Karpeles komen?" „Dat weet ik niet," zei Raymond. „En ik," voegde de hertog er bij, „weet zekej- dat hij niet komen zal." Heetor maakte een zegevierende beweging. „Het heeft lang aangehouden, maar nu zijn we, waar we wezen moeten," riep hij uit, „mijl i- heer de hertog verzekert dat hij niet komen za 1. zijnerzijds verklaart Raymond dat hij niet we et wanneer hij komen zal. De vraag is gesteld en nu is 't oogenblik der inlichting gekomen. IVpd nu, mijne hoeren, ik bericht u dat de vorst aan gekomen is. „Och kom!" riep de hertog uit. „Ik heb hem niet gezien, maar wel zijn rijtuig" „Wanneer?" „Een uur geleden, zoo ge verlangt dat ik het bewijs lever van hetgeen ik beweer, wend u dan een weinig links en kijk op eenigen afstand van madame Briaulavwat ziet ge?" .Een dame." IWordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 4