Pierre Saccone
Rechtzaken
ALKjMAAR,.
VOOR DEN KANTONRECHTER.
Zitting van Vrijdag 9 Mei 1930.
He principieele beslissing tijdelijk van de
baan gesehoven.
Alvorens mr. Bastert, de kantonrechter, zijn
taak aanvaardde, werden een tweetal zaken, voor
14 dagen door den waarnemer den functionaris
Mr. de Groot, behandeld en door hem aangehou
den, door hem voortgezet en wel in de eerste
plaats de overtreding van het winkel-werktijden
besluit, telaste gelegd aan mej. K. v. Di., onder
neemster van het bekende couponhuis in de Lon
gest vaat, in welke zaak thans de verbalisant werd
gehoord. Bij 'die voortgezette behandeling bleek
dan ook uit de ruiterlijke verklaring van den ge-
hoorden getuige, dat inderdaad een orijuisten da
tum d?a« gerelateerd, zoodat voor mej. v. O',
vrijspraak werd gerequireerd en uitgesproken.
Dit was natuurlijk niet in overeenstemming van
mej. v. II. die wel vrijspraak verlangde, doch
op juridische en niet op formeele gronden en dus
een principieele uitspraak had gewenscht, waar
zulks thans niet mogelijk was, werd haar geadvi
seerd, zich opnieuw te laten verbaliseeren, zoodat
een reprise van dit strafzaakje in de toekomst
niet, is uitgesloten.
Wij houden intusschen de blocnote gereed en
de potloodpunt scherp.
Hij had intusschen wat water in zijn wijn
geplengd.
De hypothese, dat omstandigheden den mensch
vormen, kwam heden ook weer duidelijk naar
voren in het tweede optreden van den heer Pie-
ter D:., een niet onvermakelijk exemplaar van
het genre straatnegocianten, welke heer zich voor-
namelijk bewoog in de kamferballetjes-branche
en tijdelijk tér afwikkeling van zijn zaken in
dit deel der provincie zijn intrek had genomen
in een gerenommerd volkshotel aan do Voor-
moer aldaar, D'e heer D. stond 25 April terecht,
ter zake het venten zonder vergunning te Eg-
mond aan Zee en had toen niet alleen dit foil
heftig ontkend, doch in een keurig gestyleerde
schriftelijke verdediging den verbalisant ten Brug
gencaie beschuldigd een valseh procesverbaal te
hebben opgemaakt, zoodat hij te dier zake een
strafvervolging eischte van een zoo onbetrouw-
baren politieman. De waarn. kantonrechter achtte
het toen natuurlijk noodig, dat een confrontatie
plaats had tusschen verdachte en verbalisant en
werd heden, nu alle acteurs aanwezig bleken,
dit gewichtig proces optima forma voortgezet.
De heer Di. werd uitgenoodigd zijn pleidooi nog
eens te deelamccren, doch hoewel ten zeerste ge
vleid, gaf deze heer thans te kennen, dat hij in
middels een andere en gewijzigde verdedigings
rede had opgesteld. Daar de fung. kantonrechter
er echter zeer veel prijs op stelde, dat oratorisch
kunstwerk nog eens te genieten, maakte de heer
D1 .daartegen geen bezwaar en gaf hij het zoozeer
op prijs gestelde, dat het een tweede opvoering
mocht beleven, oratio pro Domo mei nieuw en
steeds wassend succes ten beste. Hij betoogde
daarin onder meer, dat de verbalisant niet had
kunnen constat eeren, dat door hem koopwaar,was
verkocht, wat de verbalisant trouwens ook niet
weersprak, doch wel had hij hem, nadat**een
klacht was ingekomen over het meer dan vrij
moedig optreden van den heer B„ nagefietst en
waargenomen, dat hij in een geopend kistje koop
waar, in easu kamferballetjes te koop had aange
boden, wat voor de strafbaarheid voldoende was.
De heer B. werd vervolgens geanimeerd zijn
gewijzigde pleitrede af te steken, waartoe hij
Gedenkschriften van een Commissaris
van Politie.
41
..Hebt ge tenminste gewonnen
„Er blijven mij vijfhonderd franks van de vijf
duizend van hedenmorgen over
..En wat zult ge nu doen?"
..O, do nacht is nog niet voorbij."
Raymond zweeg een .oogenblik.
De sterren schitterden in de heldere lucht. In
de verte hoorde men het klotsen der haren die
zie!» tegen het strand braken.
„Was 't niet met dokter Benoit dat ge zooeven
gespeeld hebt?" hernam Ravmond na een oogen
blik.
„.la," antwoordde Hector-
„Een zeer kundig man, die dokter?"
„Fraa;! een oude kwakzalver. Indien ik een
houten been had zou ik er voor zorgen dat hij
geen fontanel aan legdp. Wat het écarté betreft,
daarin is hij volleerd."
„En deze is de geneesheer die juffrouw Guille
mot verpleegt."
„Arm nichtje! Zij heeft voorwaar geen kans,
maar. die dingen zijn in verband met andere za
ken; ..Medina is in handelsbetrekkingen met papa
Guillemot. De eerste maal dat hij in de straat
Saint-Maur een ontstelde maag had, zond men
om dokter Benoit en sinds behoort deze zoo goed
als aan de familie. Overigens schijnt het een hals
starrige manie van Medina, om benoit overal
aan te bevelen; hij heeft hem onder anderen inge
voerd bij den baron Poli, die er van overleden is,
en zoo hij mij crediet weigert is het alleen mis
schien omdat mijn gezondheid hem niet vergunt
zijn dokter bij mij in te dringen."
Ravrnond glimlachte nauwelijks om de licht
zinnige taal van zijn vriend, en sombere denk
beelden vervulden zijn geest.
Medina's tusschenkomst en de keus van Guille
mot's huisarts scheen hem schier een openbaring,
en de opmerkingen in de speelzaal gedaan, ver
meerderden nog zijn ernstig vermoeden.
In allen geval zorgde hij niet te laten blijken
wat in hem omging, en toen hij Hector verliet
had deze niets gezien of begrepen.
Raymond haastte zich naar het hotel de Zwar
te Rotsen terug te keeren.
Terwijl hij het Casino verliet, volgden hem
twee mannen Be dokter en Medina.
Zoodra Raymond om den hoek der straat ver-
zich direct bereid verklaarde, met de woorden
dat hij de zaak nog eens in „fenaisses" (finesses)
zou demonstreeren. Hij zette daarop zijn bril
recht en mocht ook ditmaal veel bijval verwer
ven, vooral omdat hij in dit verweer de wat al
j te krasse beschuldiging tegen den veldwachter
achterwege had gelaten- De comparant ontkende
voorts dat hij hinderlijk was geweest. Het was
integendeel de clientele, die onhebbelijk legen
hem optraden en zijn uitnemende kamferballen
refuseerden niet alleen, maar hem zelfs geen ge
legenheid gaven de nuttigheid van dit artikel
aan te toonen. Uit een eigenhandig vervaardigde
en ter zitting meegebrachte situatietekening
trachtte de heer D. voorts duidelijk te maken,
dat de veldwachter op de plek, waar hjj had ge
staan, de overtreding niet had kunnen constatee-
ren en daar ging het maar om.
De heer ambtenaar schaarde zich evenwel aan
de zijde van den verbalisant, vorderde schuldig
verklaring en veroordeeling tot f 4 boete of J
dagen, waarop verdachte weer een ander papier
tje voor den dag haalde en zijn bezwaren opnieuw
ontwikkelde om aan het slot een scherpe critiek
te laneeeren op de treurige en kleingeestige ver
ordeningen en het machtsmisbruik der burge
meesters, waardoor de vrije handel werd ge- j
fnuikt en aan menschen van lateren leeftijd de
gelegenheid werd benomen op eerlijke wijze hun
brood te verdienen.
De fungeerende kantonrechter, rijkelijk vol
daan over het gehoorde, achtte zich (oen vol- i
doende ingelicht en veroordeelde den heer I).,
die trouwens zelf had beweerd dat het niet ging
om die paar gulden maar om het onjuiste in het
procesverbaal, tot f2 boete of 2 dagen hechtenis.
Waarop de heer D. blijkbaar niet onvoldaan
over den uitslag van zijn ontwikkelde activiteit,
zijn paperassen bijeenzamelde, zijn bril afzette
en wegstak, zijn bolhoed greep en zijn biezen
pakte, 'n atmosfeer van nauwbedwongen vroo- j
lijkheid in het knusse reehtzaaltje achterlatend.
Een al intieme ontmoeting.
De heer F. van Eist, houtzager in dienst bij
de firma Conijn te Alkmaar on wonende te Hei
loos» begaf zich op 5 Maart 's morgens half negen
per rijwiel naar zijn werk, gelegen aan de Hoorn-
sche vaart nabij de z.g. 6 wielen, 'n overhaal
voor koolschuitjes en passeerde ter hoogte van
den bekenden pelmolen ..Het Rdode Hert" de
vrachtauto van de firma Eecen, bestuurd door
den chauffeur Th. M.. vermoedelijk haalde die
chauffeur te weinig uit naar rechts, althans de
heer van Eist raakte leelijk in 't gedrang. Het
voorwiel van zijn fiets werd geraakt en de heer
v. E. wist niet beter te doen dan zich van het
rijwiel te werpen en van den dijk af te vallen,
zoodat hij persoonlijk geen letsel bekwam. D<e
schaderekening werd niet voldaan, volgde aan
gifte, en stond de chauffeur heden terecht, bo-
weerende dat niet hij de oorzaak was der aanrij
ding, omdat hij ruimte genoeg had gelaten, doch
dat de heer v. 'Eist door een uitstekende straal- j
steen met zijn rijwiel tegen de auto was gezwiki.
Twee in de buurt wonende dames, mej. Berkhout
en haar blozende dochter Anne Marie, hadden
echter het ongeval van uit hun woning gadege
slagen en waren vrijwel unaniem in haar verkla
ring, dat de chauffeur te veel links had gereden,
waarop veroordeeling van dén heer M. volgde
tot f 15 boete of 15 dagen, benevens toewijzing
der door v. Eist ingediende civiele vordering we
gens rijwiel beschadiging tot een bedrag van f 11.
.De hec-r M verklaarde niet met dil vonnis ao-
eoord en in hooger beroep te zullen 'gaan.
'n Lastig en onvoordeelig bezit van den
eigenaar.
Een te Zaandam* wonend handelsreiziger, de
heer J. Oterleek, stapte onlangs Ie Alkmaar ver
dwenen was, nam de bankier Benoii's arm.
„Ts '1 niet mijnheer Raymond dien we hebben
zien voorbijgaan?" vroeg hij.
..Hij zelf," antwoordde Benoit.
„W'e is die jonge man? "Wat doet hij? Van
waar komt hij
„Dat 'weet men niet. De hertog gevoelt voor
hem een levendige sympathie, welke Raymond
zelf niet begrijpt., en hij heeft Colonna en Spa-
vento verboden zich met hem ie bemoeien."
„Ik houd nici van raadsels," zei Medina.
„Ik ook niet," hernam de dokter.
..Ik hoop tenminste dat hij onze plannen niet
zal dwarsboomen"
„Men zegt dat hij verliefd is op de kleine
Irene."
„Zoo! en heeft het meisje eenige genegenheid
voor hem?"
„Ja. geloof ik."
„Verduiveld! dan verkrijgen de aanbevelingen
welke ik u zoo even gedaan heb, een nieuw ge
wicht en we moeten raadplegen."
De dokter maakte een dubbelzinnig gebaar-
„Wat mij betreft, heb ik alles gedaan wat mij
bevolen is geworden," antwoordde hij.
„Zeker, maar indien Hector niet huw), zal ik
voor dien jeugdigen Raymond gewerkt hebben."
„Waarschijnlijk."
..Hoeveel tijd hebben we nog?"
„Hoogstens eenige maanden. Het meisje is bij
zonder teer van gestel; haar gevoeligheid is zelfs
sedert oenigen tijd op onrustbarende wijze ont
wikkeld; in den toestand waarin zij zich bevindt
zou een geweldige aandoening een crisis kunnen
veroorzaken, die haar meesleepte."
„Wat ge zegt is niet geruststellend, en ik
geloof dat'men de.ontknooping moet. bespoedigen."
„Dat raad ik u."
Medina overwoog een oogenbllik.
„Keert ge naar het hotel de Gouden Arm te
rug?" vroeg hij schier dadelijk hierop.
„Zeker!" riep Benoi).
„Zoek Spavonto, die daar ook logeert, en ver
zoek fiem mij morgen ochtend te bezoeken, ik
moet hem spreken, hij kent Salome.... Goeden
avond, dokter."
„Tot morgen, waarde bankier."
En beide mannen verlieten elkander.
loevend, uit den winkel van de firma Nierop en.
Slothouber en werd toen aangevallen door een
hondje, wiens afmeting geen gelijken tred hield
met zijn kwaadaardigheid en door zijn onhebbelijk
gedrag tegen verschillende voorbijgangers den 1
lieer Overbeek reeds te voren met vrees vervulde.
De lieer O. werd dan ook geducht in zijn kuit
gebeten en bekwam zijn pantalon eén-flinke win- j
k'olhaak, wélke beschadiging den heer O. aan-
leiding gaf met zoo'n behandeling geên genoegen1
te nemen. Hij wendde zich dustot een paar
winkelende dames, die het voorval met, blijkbare
hilariteit hadden gadegeslagen en die hij be-
schouwde als de eigenaressen van het krijgs- j
zuchtige gedierte, doch door haar werd toen alle
gemeenschap met het compromitante huisdier ver
loochend, waarop de hardnekkige heer O. zich
naar het, politiebureau begaf en met behulp van
een wielrijdend agent, het verdachte hondje, dat
dom genoeg was, naar huis te vluchten, te achter
halen, waardoor de identiteit kon worden vast
gesteld. Het dier bleek toe te behooren aan mej.
Lena IT., huisvrouw J. welk echtpaar echter
niet liepaald beminnelijk optrad en van een scha
devergoeding door den heer O. verlangd ad f 2.50
om zijn broek te laten stoppen, niets wilde weten.
De beer O. drong dus aan op vervolging en
was thans als getuige aanwezig tegen mej. Lena j
H., die evenwel niet, was verschenen. De heer O.
overlegde een foto van zijn gehavende kuit om
aan te toonen hoe hevig hij was gebeten en recla-
meerde f5 door hem betaald aan de stoppage-in
richting. Bedoeld hondje stond bij de politie-be
kend als zeer kwaadaardig en aan den eigenaar
was aangezegd, dat hij het dier moest vasthou
den oi muilkorven. Mej. I.. H., echtgenoote J. 1
O. werd tenslotte veroonteeld tot f7 boete of
7 dagen, plus voldoening van f 5 aan de bescha
digde partij.
Vorst Karpeles.
Eenige dagen waren verstreken.
Op een avond tegen half zeven en ofschoon het
uur van het middagmaal in schier al de hotels
Boer Dirk moest fungeer en als assistent
in de huishouding.
Be echtgenoote van den arbeider Willem Dl.,
te Broek op Langendijk, laboreerde aan rheuma-
liek en was builen staat om de huishouding waar
)e nemen, zoodat het meermalen gebeurde, dat
haar zoontje Dirk Jan de school moest verzui
men, teneinde op de jongere kinderen te passen;
én moeder wat behulpzaam te zijn. Het jonge
mensch had echter het 7e leerjaar nog niet door-
loopen en viel dus nog onder de leerplichtwet,.
Toen hij dus op '21 Maart ongevraagd de school
verzuimde, nam het hoofd der Ghr. School, die
reeds meermalen permissie gaf, daarmede geen
genoegen en stond de vader thans terecht, het feit
toegevend, doch ontkennend, dat de jongen was
thuis gehouden wegens landarbeid. De knaap
heeft met "1 April als voldoende afgericht, de
school kunnen verlaten. De eisch luidde f5 boete
of 5 dagen en het vonnis 3 gulden boete of 3
dagen.
Onder verdenking nattigheid le hebben
gevoeld
De heer P. J. v. d. 'V.. een te Alkmaar wo
nend koopman, die als zoodanig een motor berijdt,
werd op 2 April aldaar door den verkeersagent
V. geseind te stoppen, van welk stopteeken de
heer v. d. V. geen gehoor gaf en doorreed naar
zijn woning, alwaar hij door den heer Volbeda ge
volgd werd. Eeze vorderde alstoen vertooning en
inzage van rij- en nummerbewijs, waaraan de
heer v. d. V. dan ook voldeed, doch eerst nadat
hij een kort moment in zijn woning had vertoefd.
De agent, vermoedend dat de motorrijder deze
I documenten niet bij zich had, op het moment
toen hij gevorderd werd te stoppen, maakte alsnu
prr.f es verbaal op en stond de heer v. d. V. alsnu
terecht, gedecideerd bewerende, dat hij het stop
sein verkeerd had begrepen en als oen vriend-
geslagen had, waren de meeste logeergasten op
het strand gebleven, weerhouden door het prach
tig schouwspel 't welk de zee op dit oogenblik
vertoonde.
Br wind was opgezet in den achtermiddag,
juist toen de vloed steeg.
Schier plotseling was de lucht bewolkt; zware
wolken, van zee komend, vlogen met duizeling-
wékkende snelheid over- de kleine stad, in alle
richtingen een regen van zoutschuim versprei
dend. i
Ieder oogenblik werd de lucht dikker; een
dikke duisternis omhulde langzamerhand den ho
rizont en door haar donkeren sluier, nu en dan)
verscheurd door matbleeke bliksemstralen, zag
men op elkander neervallende driftige, woedende
golven, die haar kruinen schudden als snuivende j
toornige paden hunne manen.
Het geleek een voorspel van den zondvloed.
Ook niemand had dat schouwspel willen missen,
en op dat oogenblik zou men op het strand geheel
de, het geweld van den storm tartende, aristokra-
tisehe bevolking van Trouville gevonden hebben.
J)e markiezin de Frileuze en de gravin de Syl-
vaniere hadden de beste plaatsen der eerste galerij
ingenomen. Mevrouw Fontenoy en de vorstin De-
mitri zaten niet ver van haar, en "Madame Bri-
anlay tartte wind en vloed en vermaakte zich
als een kleine zottin met de onbescheidenheden
van de windvlagen.
Achter haar waren de mannen, onder anderen
de hertog de Palmares en Raymond.
De hertog en Raymond hadden elkander sedert
hun eerste ontmoeting niet wedergezien, en daar
Palmares dien avond in zijn Zwitsersch huis een
souper gaf, had hij zijn jongen vriend, zooals hij
hem noemde, genoodigd, om aan zijn tafel plaats
te nomen.
Aanvankelijk wilde Raymond bedanken, maai
de. hertog drong zoo sterk en vriendelijk aan, hij
betoonde zich zoo gegriefd door de weigering
welke hij ondervond, dat Raymond zich einde
lijk liet overhalen en aannam.
Overigens," voegde de hertog er bij, „zult ge
aan mijne tafel een jongeling van onzen stand,
Hector voor wien ge veel vriendschap hebt, vin
den. Hij heeft beloofd te komen en ik reken op
hërn."
„Een fraaie nacht voor een braspartij!" zei
plotseling een helder klinkende stem achter de
twee sprekers.
Deze draaiden zich glimlachend om.
'tWas Hector, hij had een deftige houding
aangenomen, en met eenigszins dramatisch ge
baar wees hij naar het Zwitsersch huis van den
hertog.
schappelijken groet had beschouwd, terwijl hij
voorts beslist volhield dat hij wel bedoelde bewij
zen bij zich had. De kantonrechter, kennelijk ont
stemd door die afwijzende houding, veroordeelde
den heer v. d. V. tot een tamelijk strenge straf
f 15 boete subs. 15 dagen.
Een sukkelaar, wien alles tegenliep.
Na langdurige werkeloosheid had de 48-jarige
arbeider A.ndr. Sch. te Alkmaar zich om steun
gewend tot de maatschappij tot hulpbetoon te
Den Haag en van den heer Lindeman ontvangen
een spoorkaartje om weer naar Alkmaar terug
te gaan, daar het hem aan reiseld ontbrak. Be
doeld kaartje bleek echter maar tot Leiden gel
dig te zijn en werd tegen den armzaligen reiziger,
te Lisse gecontroleerd, procesverbaal opgemaakt
wegens het reizen zonder geldig plaatsbewijs
Do sjovel gekleede man, die inmiddels eenig-en
tijd werk had gevonden als mannelijke schoon
maakster bij den landbouwer N- Veenhuizen in
de Bergermeer, stond heden terecht. Hij beweerde
er nie) op te hebben gelet dat liet kaartje slechts
tot I.eiden strekte en niet in het bezit te zijn
geweest van eenig reisgeld. Hij werd veroordeèld
tot f2 boete of 2 dagen-
Nachtrumoerigc balbezoekers uit de Bloe
semrijke Beeinster.
In den nacht van Zondag 6 op 7 April was
de stedelijke politie verplicht, krachtig hande
lend op te treden tegen een aantal levenslustige
jongelieden uit de mooie Beemster, die zich had
den geamuseerd in de dancing van de Harmonie
en nu bij het huiswaarts trekken per motor ta
melijk lievig de nachtelijke rust, van den Dijk
en omtrek verstoorden. Vooral was het de '26-
jarige heer Dirk K., een jeugdig landbouwer,
i die een geducht lawaai maakte met de open
i knalpot zijner Harley- Davids, weigerde aan den
agent Dalenberg zijn naam op te geven, zich te
verwijderen in de aangegeven richting en per sal
do, nadat met gummistok was gedirigeerd om
het eenigszins ontstemde en uit de maat geraakte
1 toeristenkoor weer te doen harmonieeren, onder
krachtig verzet naar het politiebureau moest
worden overgebracht. Deze heer thans voor zijn
knalpot en weigering aan de politioneele bevelen
te gehoorzamen, terecht staande, deed het feite-
i lijk voorkomen of niet hij en zijn familieleden en
vrienden het nachtrumoer hadden verwekt, doch
dit aan het optreden van de politie moest worden
t vegeschreven. Deze uitlatingen van den lieer
A. gaven den heer kantonrechter aanleiding de
zaak aan te houden en den heer Dalenberg als
getuige te hooren ter mondelinge toelichting van
zijn omstandig procesverbaal. Het zou den heer
A. dan natuurlijk vrijstaan zijnerzijdseh getuigen
mede )e. brengen ter bekrachtiging van zijn be
schuldigingen togen de politie. Het scheen echter
dat de heer A. voor dit uitstel niet veel voelde
Hij was meer geneigd om de zaak maar direct af
te. wikkelen, doch de kantonrechter liet zich niet
van zijn idee afbrengen en gelaste voortzetting
der behandeling op de zitting van 16 Mei. Haal
je buikriem dus maar wat an, vriend Dalenberg.
Men moet de dingen niet vooruitloopen.
De 24-jarige bloembollenkweekeling de heer
J. J. van Z. te Heiloo, die alreeds het predicant
motorrijder had verworven, was ook geëxami
neerd en eum laude geslaagd als chauffeur, doch
nogoniot in het bezit van het bereids aangevraag
de rijbewijs voor het'besturen van 4-wielige mo
torrijtuigen- Niettemin liet hij zich op 30 April
verleiden er ongedekt met een auto op uit te
gaan, echter met het noodlottige gevolg dat hij
op den Kennemerstraatweg aangehouden, de pi
sanj- werd en thans terecht stond. Gelukkig kon
hij n'i het rijbewijs, verlucht door een welspre
kend portret, de oogenlust van gansch het schoono
geslacht, nan den rechter vertoonen en kwam hij
er genadig af met f 1-50 boete of 1 dag.
„Altijd dezelfde!" riep Raymond, des jongo-
lings hand drukkende. „Maar zeg ons ten min
stc waaraan ge die vroolijke luim, welke ge nooit
verloochent, te danken hebt?"
„Waaraan?" hernam Heetor. „Wel aan de ar
moede! sinds gisteren hen ik geruïneerd."
„Waarlijk!"
„Dat is te zegden, zoo ik naar Parijs wilde
terugkseren, zou 'ik mij tevreden moeten stellen
maar ik denk er nog niet aan, want hedenmorgen'
meen. ik een voortreffelijk beroep, dat iemand
den kost kan geven, gevonden te hebben."
„Wat?"
„Dat van verslaggever."
„Wat bedoelt ge?"
„Ik meen er de bekwaamheid voor te bezitten,
want, voet ge, men kan dagbladschrijver worden.,
maar men wordt verslaggever geboren."
„Welk een dwaasheid!"
„Neen, ik 'heb een proef genomen, en het succes
was volkomen. Oordeel zelf - kent ge het Zwit
sersch buis van Heetor!"
„Dat ik verleden jaar bewoond heb?"
„Precies! Welnu, weet ge wat er sedert acht
dagen plaats heeft?"
„Ik weet ér niets van."
„Men zegt dat het door vorst Karpeles, een
Wnllachyschen vorst, gehuurd is."
„Juist, nu naderen wij. en wanneer moét dio
vorst Karpeles komen?"
„Dat weet ik niet," zei Raymond.
„En ik," voegde de hertog er bij, „weet zekej-
dat hij niet komen zal."
Heetor maakte een zegevierende beweging.
„Het heeft lang aangehouden, maar nu zijn
we, waar we wezen moeten," riep hij uit, „mijl i-
heer de hertog verzekert dat hij niet komen za 1.
zijnerzijds verklaart Raymond dat hij niet we et
wanneer hij komen zal. De vraag is gesteld en
nu is 't oogenblik der inlichting gekomen. IVpd
nu, mijne hoeren, ik bericht u dat de vorst aan
gekomen is.
„Och kom!" riep de hertog uit.
„Ik heb hem niet gezien, maar wel zijn rijtuig"
„Wanneer?"
„Een uur geleden, zoo ge verlangt dat ik het
bewijs lever van hetgeen ik beweer, wend u dan
een weinig links en kijk op eenigen afstand van
madame Briaulavwat ziet ge?"
.Een dame."
IWordt vervolgd).