Nieuwstijdingen
INGEZONDEN
De keuring van aardappelen.
De keuring van aardappelen
OITDKARSPEL.
Men verzocht ons mede te deelen, dat Vrijdag
en Zaterdag a s. de ophaler van asch en vuilnis
voor de laatste maal rond zal komen, zoodat de
ingezetenen hiermede rekening kunnen houden.
Zooals bekend is, had de gemeenteraad bij de
behandeling van de begrooting voor dit jaar gel
den toegestaan voor een tijdvak van zes weken,
vallende in den schoonmaaktijd.
OUDKARSPEL.
Be lieer P. Rijper heeft zijn benoeming tot lid
van den gemeenteraad aangenomen.
OUDKARSPEL,
Bij de op 13 Mei 11. gehouden zitting van
den keuringsraad zijn 6 ingeschrevenen voor de
lichting 1931 geschikt verklaard, terwijl 3 inge
schrevenen voor goed ongeschikt zijn.
BRAND' TE WOGNUM.
lloor onbekende oorzaak brak Maandagmiddag
brand uit in het woonhuis van den heer Th. Wijn-
ker, gelegen aan den Zomerdijk te Wognum.
Boor den hevigen wind aangewakkerd, brandde
het geheele huis tot den grond toe af- Een groote
partij kool, welke tot 1 Mei verzekerd was ge
weest tegen brandschade, werd mede een prooi
der vlammen. Tevens was de eigenaar juist Vrij
dag j.l. met zijn pand f2000 lager in de brand-
assurantie gegaan. Die verdere inboedel, waarvan
weinig werd gered, was verzekerd.
DG OR EEN AUTO OVERREDEN
EN GEDOOD.
Maandagavond half acht werd op den weg
St. Oedenrode naar Best de 30-jarige dienstbode
Lucia- van der Putten, die per rijwiel van Best
naar St. Oedenrode reed, door een auto gegrepen
en terstond gedood. Haar schedel werd in elkaar
gedrukt en een der beenen werd gebroken.
Het. 'slachtoffer reed aan de goede zijde van
de nweg .terwijl de auto aan den verkeerden kant
reed.
De autobestuurder heeft, zich van het geval
niets aangetrokken en is met reuzenvaart door
gereden. Toen de aanrijding plaats had, had de
auto ook een groote snelheid.
Naar aanleiding van dit vreeselijk ongeluk
heeft do burgemeester van St. Oedenrode onmid
dellijk de commissariaten van politie in de groo-
tere plaatsen en de burgemeesters in de kleinere
gemeenten telefonisch gewaarschuwd met ver
zoek, de auto aan te houden.
Om half tien Maandagavond kwam uit Bredn
het bericht, dat de recherche aldaar een auto had
aangehouden, komende uit de richting Tilburg
De auto was beschadigd en het bleek dat déze
auto des middags in 3t. Oedenrode was geweest
De twee inzittende personen, rlio zeer zenuwachtig
deden, beweerden van het geval niets af te weten.
BE ZUIDERZEEWERKEN.
Ingediend is een onteigeningsontwerp, ten be
hoeve van aanleg van een spoorwegverbinding
van den staatsspoorweg Amsterdam- Den Hel
der met den ontworpen afsluitdijk door de Zui
derzee en van een rijksweg langs een gedeelte
vol) die spoorwegverbinding.
Hot is nl wenschelijk geoordeeld een verbin
ding tot stand te brengen van den ontworpen
afsluitdijk mét het spoorwegnet in Noordholland,
ten einde na het gereed komen van den afsluit
dijk den aanleg van een doorgaande spoorwegver
binding tusschen Noord-Holland en Friesland te
kunnen bevorderen. De ontworpen spoorweg zal
aldus nog de Memorie van Toelichting
het station Anna Paulowna met het oosteinde
van Wieringen verbinden. In de onteigening
worden begrepen de gronden noodig voor den
aanleg van het gedeelte van den op het rijkswe
genplan voorkomenden weg Alkmaar - Nieuwe-
diepDen Oever, voor zooveel gelegen tusschen
den afsluitdijk door het Amsteldiep en den Oevpr
aan de Zuidzijde van den ontworpen spoorweg.
eetzaal van het Zwitsersch huis dat hij bewoonde.
De twee groote vensters der zaal kwamen op het
strand uit, en terwijl men aan den disch zat, ge
noot men va.n den geweldigen storm die thans
heerschte. Men zat aan tafel, toen het, half acht
sloeg. Het schouwspel der zee en de met sehnim
bezwangerde lucht had den eetlust der dischge-
nooten geprikkeld, en gedurende de eerste minu
ten zweefde een veel beteekenende stilte over
de tafel.
Fraai! we zijn allen stom geworden," zei
Medina.
,,'tls de honger," antwoordde een jongeling,
die tegenover hem zat.
„Daaruit besluit ik," voegde Hector er bij.
„dat stilte de honger der wereld is."
Een hoera beantwoordde dezen dwazen uitval.
Eensklaps zei Edmond de Preles: „Weet ge
wel mijne heeren dat er in deze wereld sems
wonderlijke dingen gebeuren, zondpr dat we zulks
vermoeden
„•Wonderlijke dingen," zei een der gasten, „wat
zijn dat dan?"
.Een verdwijning, n'iets minder."
..Wie is verdwenen?"
,jHoe is de naam?" riepen twintig stemmen
tegelijk.
„Mousseline mijne heeren."
En twintig stemmen zeiden eenparig: „Inder
daad, 'tis waar!"
„Waar is zij? wat is er van haar gewordeq?"
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
M, de R„
Naar aanleiding van het Stemmingsbeeld in het
vorige nummer, vraag ik nog eenige plaatsruimte.
Mijn bedoeling is geenszins over dit onderwerp
te polemiseeren, ik heb geleerd dat het onbegon
nen werk is om alle onjuistheden in zake poot-
goedcommissies te beantwoorden, omdat ze steeds
weer door nieuwe onjuistheden worden gevolgd.
Als Secretaris van de Prov. Keuringsorganisa
tie van het Centraal Comité heb ik de kwestie
willen beschouwen, geheel, los van den verkoop en
als de schrijver nu ook eens den heer Hazeloop
wil v%agen hoe de regels voor de keuringen wor
den gesteld, dan zal deze, die wij in deze wel als
geheel neutraal mogen beschouwen, niet anders
kunnen antwoorden, dan dat hierbij juist altijd
alles angstvallig verméden is, wat ook maar
zweemde naar handel of verkoop van het te
keuren product.
En in dit verband meen ik er nu nogmaals op
te moeten wijzen dat bij het, K.I.Z. dit element
juist wel op den voorgrond treedt, immers wor
den de keuringscommissies gevormd door hande
laars en boeren.
Deze keuring zal goed kunnen zijn en als
Rijkstuinbouwconsulent zal de heer Hazeloop zij
ne medewerking hebben toegezegd. .Ik kan dat
heel best aannemen. De regels van het Centraal
Comité zijn geen wetten, waarnaar onze Rijks
ambtenaren zich zouden moeten regelen. Wij heb
ben echter den heer Hazeloop niet als zoodanig
aangehaald, maar als deskundige, onder wiens
leiding de keuring in ons gewest op een hoog peil
is gebracht en als dat peil ook bij het K I.Zj.
wordt bereikt, dan zal hij zoowel als ik zelf, dit
in het belang van onzen tuinbouw toejuichen.
Of dan echter het eigenlijke doel: alle schotsche
muizen met een certificaat in den zak, zal wor
den bereikt, is een vraag. De ondervinding bij de.
huidige keuring is heel anders.
En dat heeft de heer Hazeloop op de vergade
ring van 3 Mei in geen geval op informeerende
wijze gezegd Neen, hij heeft de invoering van een
nieuwe keuring wel degelijk overbodig genoemd,
en verder dat een algemeen verkrijgen van ziekte-
vrij pootgoed zich niet laat forceeren.
Niet alleen in het buitenland, maar ook hier
verloopt het gewas en zelfs zij die al jtPeen aan
de keuring deelnemen,- doch misschien de selectie
en net uitsteken der zieke stoelen niet met de
noodige zorg en nauwlettendheid verrichten, zijn
soms gedwongen om een betere soort aan te
schaffen om er in te blijven.
Hei is ook met het oog daarop, dat de bepaling
is gemankt dat slechts pootgoed met toekomst
bewijs voor goedkeuring in aanmerking kan ko
men Dat noudt ook geen verband met den ver
koop.
Ik zou in nog meer punten de vergadering van
T> Mei niet objectief hebbeii voorgesteld. Zeker,
ik weet wel dat de heer v. Wijk met klem (het
was een zeer goed betoog, als zoodanig dan) heeft
gezegd dat het KJ.Z. streng keurt. Hij kan die
nieening werkelijk zijn toegedaan. Maar wat heeft
men overigens aan zulke beweringen?
Cit het Reglement K.I.Z. Zeeland citeerde ik
persoonlijk dat men daar nog goedkeuring krijgt
met. 10 pCt. ziekten. Verder heb ik in dit Regle
ment "niét kunnen vinden een bepaling dat de
zieke planten verwijderd moeten worden. Dat zijn
de feiten.
En nu durven wij na een praktijk van jaren
op "dit gebied wel dit zeggen: Keur alles goed
wat beneden de 10 pCt. ziekten blijft en laat de
zieken staan (trouwens een heel werk om 1/10
van je gewas op te ruimen) dan hebben we over
z jaren geen keuring meer. Zoo kunnen ze het in
het buitenland ook, ik denk wel van beter.
Maar de heer y. Wijk heeft gezegd dat dit hier
niet zoo was, zonder echter de regels, zooals die
dan wel waren, te noemen.
Ik weet wel dat om in de hoogste klassen te
kernen ook het K.T.Z. een kleiner percentage
geldt, maar hier gaat de kwestie niet om. Want
clan wordt aan den hestaanden toestand niets ver
anderd; het is maar een "klein deel, wat hiervoor
in aanmerking komt.
Ejn als men de zaak zoo beziet, had de heer
Hazeloop volkomen gelijk als hij een nieuwe keu-
hernam een der gasten, „twee maanden geleden
verliet zij Parijs. Zij zou naar Baden zijn gegaan,
zegt men: anderen verzekeren haar te Hamburg
gezien te hebben, terwijl weer anderen beweren
dat zij dood is! Wat is nu waar? Welke reden
heeft zij gehad om zich te verwijderen, en hoe
komt, het dat niemand eenige tijding van haar
gehad heeft?"
„ik, mijne heeren," zei Hector, ,,kan u zeggen
wat gij verlangt te weten. Maar ik ben het niet
alleen, want ik ken iemand die u volkomen kan
inlichten, zoo hij wil."
„Wie?"
„Raymond."
Nu werd deze plotseling het voorwerp der a.lge-
meene nieuwsgierigheid.
Raymond bloosde eenigszins, en een spotlach
verscheen op zijn lippen.
„Er is iets van waar, mijne heeren, in 't geen
mijn vriend Hector heeft gezegd, m^iar alles is
niet even juist. Zoo gij 'I verlangt, zal ik de fei
ten vertellenden wel de wezenlijke waarheid."
Een goedkeurend gemurmel liep om de tafel
en Raymond hernam:
„Ik 'heb inderdaad dé vrouw ontmoet,, van wie
ge spreekt."
„Waar?"
„Eenige weken geleden te Ems zij speelde er
grof, was zeer gezond en ook zoo goed mij t.e
herkennen."
„En welke reden gaf zij aan hare vlucht?"
ring overbodig noemde. De huidige keuring ont
wikkelt zich de laatste jaren vrij snel, dank het
juiste inzicht van vele tuinders, dat alltÊn goed
gekeurd goed van de hoogste klassen, hen vooruit
kan orengen en dit niet alleen, maar ook de beste
j kansen biedt om tegen de hoogste prijzen ver-
kocht te worden-
Op dit laatste mogen wij zeker nog wel even
den nadruk leggen. Geen handelaar zal ontkennen
dat de afnemer zich tevreden stelt met een cer
tificaat als zoodanig, maar vraagt naar dat met
de hoogste classificatie of cijfers. Vast staat dat
de kans van verkoop met de laagste cijfers al
heel gering is. Beziet men de keuring dus uit dit
oogpunt, dan is het ook aller belang dat het niet
zoo heel gemakkelijk wordt gemaakt om een A-
of B. of een hooger cijfer te verkrijgen. Dat zou
zich al heel spoedig wreken.
Tenslotte, heb ik er heusch geen behoefte aan
gevoeld om de tuinders tegen het K.I.Z. te waar
schuwen, omdat wij hierin een gevaar zagen voor
de bestaande keuring. O neen, ik ben er vast van
overtuigd dat de honderden deelnemers van het
Centraal Comité in dit gewest er volstrekt geen
heil in zien om te gaan veranderen. Dit biedt
immers voor hen" geen enkele waarborg van eenig
voordeel. Ook niet met den verkoop. Niet de han
delaar hier bepaalt de vraag naar het product,
maar degene die het product wenscht te betrek
ken. De laatste zal hebben uit te maken of het
't, certificaat van het Centraal Comité zal zijn
cfwel ten ander merk
Ik meen hiermede enkele aangevochten punten
in het juiste daglicht te hebben gesteld voor de
genen, die de kwestik met mij willen zien uit
een oogpunt van cultuurbelang, wat toch in alles
voorop moet staan en ook op 'den duur en perma
nent de grootste voordeelen brengt. Door een
klein voorbeeld wil ik dit nog duidelijker maken.
De uitvoer van -onze groenten zal niet bevor
derd worden en geen voordeel geven als die pro
ducten gedekt zijn door een U.O.B.-merk, maar
alleen als een intensieve cultuur en een goede
behandeling het mogelijk maken, uitstekende pro
ducten onder dit merk aan te bieden. Het gaat
niet om het papiertje aan of in den zak. maar om
de garantie die dat papiertje geeft.
En in deze hebben wij nogal eenig vertrouwen
in het certificaat met het Molenmerk.
Wij kunnen den schrijver van het Stemmings
beeld natuurlijk niet volgen als hij het heeft
over .pootgoedcommissies en hunne verhouding
tot Prov. Commissie en L.G.C. Dat verwart hij
steeds en wij geven het op, heusch. Het ontgaat
mij dan ook heelemaal, dat dezen naar goeden
raad hadden moeten luisteren en dat het nu te
laat is.
U, M. de R. dankend.
JAC. GROEN Az.
iSeer. Prov. Regelingscommissie.
Z-Scharwoude, 13 Mei 1930.
M H. de Redacteur,
Ik verzoek1, u nog eens een klein plaatsje in uw
blad over de kanalisatie in onze streek, en wel
naar aanleiding van het verslag van de gemeente
raad van Zuidscliarwoude over de bespreking
inzake het verzoek van Ged. Staten om de ge
vraagde subsidie voor de kanalisatie toe te staan.
Wij begrijpen (lat in de malaise in de tuinbouw
en verder in alle bedrijven van heden, het moei
lijk valt subsidie toe te wijzen, maar als dooi
den heer Groen b-v. gezegd wordt, dat hij in de
kanalisatie geen tuinbouwbelang ziet, dan spreekt
daaruit zekere kortzichtigheid en dat vinden wij
jammer voor hem, maar meest nog voor de naar
veler meening ook voor de tuinbouw wel zeer be
langrijke zaak. Zeer vreemd lijkt het als dezelfde
spreker zijn belangstelling uitstrekt tot de kleine
schipperij. Nu krijgt hij opeens weer ruim zicht
en ziei die schipperij door de kanalisatie in de
verdrukking komen. Nu heer Groen, u verwacht
dan toch dat de kanalisatie wel invloed zal heb
ben, dat bewijst uw waarschuwing aan de kleine
schipperij. Maar wij moéten helaas constateeren,
dat wij het' jammer vinden, dat de verbeteriny
van vaarwater voor een deel berust in handen
van zulke raadgevers. Mensehen, die nog de mid-
deleeuwsche toestanden wel goed en voldoende
vinden, brengen ons West Friesland in deze we]
niet vooruit. Gelukkig zijn er vele anderen, ook
schippers ,die blijven hopen dat de kanalisatie
wel spoedig tot stand zal komen, al is het dan
zonder medewerking van raadsleden, die meenen
vroeg men.
„Aanvankelijk wendde zij een voorwendsel aan
—de zorg harer gezondheid, de behoefte aan ont
spanning, en wat meer; maar den volgenden dag
betoonde zij zich openhartiger."
„Heeft zij bekentenissen afgelegd?" vroeg een
rechter.
„Ongeveer."
„Nu laat hooren, 't wordt interessant."
Raymond's gelaat nam oen erns'tigen trek aan.
„Mijne heeren," sprak hij, „ik ga er gaarne
toe over u die mededeeling te doen, maar op
de stellige voorwaarde dat gij er niets van doet
uitlekken."
„Wij zweren het!" zeiden de dischgenooten.
En aller handen hieven zich plechtig omhoog-
„Welnu," hernam Raymond, ,,in liet leven van
Mousseline is een verborgenheid, die van voor
vele jaren geleden dagteekent. Zij was nog zeer
jong en vond zich gemengd onwetend en onschul
dig in een vreeselijk drama, waarvan de hoofd
personen reeds lang verdwenen zijn en aan wie
zij niet meer dacht. Nu eenige maanden geleden
kwamen, zonder eenige voorbereiding, eenige der
personen, welke zij vergeten was, weder te voor
schijn; toen beving haar de vrees, zij vreesde haar
naam gecompromitteerd, haar persoon aan de on
bescheiden openbaarheid der dagbladen overge
leverd te zien, en als een voorzichtig en bedacht
zaam meisje haastte zij zich naar het buitenland
te gaan."
Middeleeuwsche, zooals een sluisje van 3.15 M
breed voor heden en in de toekomst wel voldoen
de is. Wij blijven hopen en vertrouwen, dat het
afwijzen of gedeeltelijk toewijzen van de gevraag
de subsidies, geen oorzaak zal worden, dat de
zoo dringend noodige vaartveybetering nog lange
jaren uitgesteld zal worden en wijzen er op, dat
de zaak, waarover rijks -en provinciale regeering
benevens vele gemeentebesturen zoo eensgezind
zijn om deze zaak tot stand te brengen, dat het
kleine verzet van enkele gemeentebesturen wel
overwonnen zal worden,
j H. te Rr.
Mijnheer,
Het is naar aanleiding van het ingezonden stuk
van den heer Jac. Groen, dat ik een plaatsje in
uw blad vraag.
Het is verklaarbaar, dat de heer Groen geen
"(Tiend van het K.I.Z. zou zijn. Immers als voor
zitter van den keuringsdienst van de L.T.B. is
het in het belang zijner leden, dat de keuring
niet al te veel wordt uitgebreid. Men kan zich
althans op het standpunt stellen dat, hoe minder
aardappelen er gekeurd worden; hoe beter prijs
hiervoor te maken is. Of het dan echter eerlijk
is het K.I.Z. op deze wijze aan te vallen is een
vraag welke de bezoekers van de vergadering in
Alkmaar het best kunnen beoordeelen.
Wel geeft de heer Groen tamelijk juist Wéér,
wat door den heer Hazeloop gesproken is en nie
mand zal er 'aan denken de arbeid der bestaande
kenringsvoreenigingen of die van haar adviseur,
den heer Hazeloop, t.e verkleinen. Integendeel,
echter en hierop heeft de heer Hazeloop geen
invloed, op het tot nog toe bestaande verkoops-
sj'steem, vooral van sommige keuringsvereeni-
gingen, waaronder speciaal die van den Noor-
dc-r niarktbond genoemd mag worden, was ernstige
eritiek. En nu is het niet mijn doel hier te wij
zen op de verschillende halve waarheden welke de
heer Groen in zijn stuk schrijft. Ook kan en wil
ik de vragen door hem gesteld aan het bestuur
van de L.G.C. en de Provinciale Commissie niet
beantwoorden. Deze heeren zullen wel voor zich
zelf spreken. Wel wil ik echter wijzen op dat
gene waarover de heer Groen en ik het waar
schijnlijk eens zullen zijn nl. Ie. dat bij den zeer
slechten gang van zaken in den tuinbouw het drin
gend noodig is, dat naar middelen gezocht wordt,
waardoor een loonende verbouw van aardappelen
mogelijk wordt,; 2e. dat door verschillende oor-
zaken welke ik niet uitvoerig zal noemen, "de af-
zet van ongekeurde poters dit jaar vrijwel onmo-
j gelijk zal zijn.
Om dus een deel van onzen oogst dit jaar als
poters te verkoopen is het noodig te keuren.
De bestaande keuringsvereenigingen kunnen
dit niet, omdat deze voor aardappelen welke ïiid
van gekeurde afstammen geen certificaat afge
ven. Ér blijft dus één mogelijkheid over, dat is:
„keuring door het K.I.Z.
En nu kan men, zooals de heer Groen doel.
schrijven ov'er cultuurbelangen alsof de deelne
mers' van de bestaande keuring alleen de verede
ling van het product beoogen, men kan schrijven
over gedegenereerde gewassen, welke door het
K.I.Z. goedgekeurd worden; men kan schrijven
over een nieuwbakken keuring, maar men kan
niet wegcijferen het feit, dat verleden jaar in
Friesland 6000 H.A. aardappelen door het K.I.Z.
is gekeurd; men kan niet ontkennen dat in de
ongeveer 10 jaar dat het K.I.Z. bestaat haar pro
ducten bij de afnemers het volle vertrouwen ver
kregen hebben.
Men kan niet, ontkennen dat het K.I.Z. een
bloeiende vereeniging is, welke in dit deel van
Noordholland reeds 180 H.A. ter keuring was
aangeboden voor de vergadering in Alkmaar go-
houden Hverd.
Heer Groen, was het niet veel beter, in het
belang van zoo vele tuinders wélke straks mis
schien hun producten weer voor een niet loonen-
den prijs moeten verkoopen, dat u i\w ingezonden
stuk niet geschreven had? Wat doet het er ten
slotte toe wie keurt; is het niet van veel meer
belang dat de menschen een loonenden prijs voor
hun aardappelen krijgen? Ik ben zoo bang dal
menschen, welke nu naar u zouden luisteren,,
dezen zomer met, schade aan hun adviseur terug
zullen denken.
J. KLOOSTERBOER
St Panera s.
Een veelbeteekenende stilte volgde op Ray
mond's woorden, een bezorgde plooi groefde zich
op het voorhoofd van den hertog bij deze mede
deeling, en de rechter werd nadenkend.
De storm bleef buiten woeden, en schudde ge
weldig het paviljoen waar dit tooneél plaats had
De zee, die haar hoogsten vloed had bereikt,
wierp haar golven tot aan den voet van heti
huis, en de bliksemflitsen verbleekten met korte
tusschenpoozen het licht der waskaarsen.
Op dit oogenblik werd de deur der eetzaal
geopend en een kamerdienaar naderde met haas
tige schreden den hertog.
„Wat is er?" vroeg deze.
„Er is een vrouw, monseigneur," antwoordde de
bediende, „die u verlangt te spreken."
„Onmogelijk ,ge weet, dat ik nu niet ontvang;
verzoek de dame terug te komen."
„Dat heb ik gedaan, maar zij drong zoo sterk
aan, dat ik gemeend heb mijnheer den hertog te
moeten verwittigen."
„Kent ge haar?"
„Ik geloof niet haar ooit gezien te hebben.
Zij draagt overigens een vreem'd costuum en
haar gezicht/is gesluierd."
„Hebt ge haar gezegd dat ik vrienden aan
tafel had
„Ja, monseigneur
(Wordt vervolgd).