Kamerkroniek Mr. troelstra herdacht
BEURSOVERZIGHT
ALLERLEI
TWEEDE KAMER.
Herziening Gemeentewet. I
Bi] den aanvang van de Dinsdagmiddag gehou
den zitting werd voorgelezen de overlijdensmis-
sive van mr. P. J. Troelstra, oud-lid van de
Tweede Kamer.
De Voorzitter houdt staande de volgende rede:
In art. 23 der gemeentewet wordt een opsomming
gegeven van de betrekkingen, wier vervulling on-
vereenigbaar is met het lidmaatschap van den ge
meenteraad. Geestelijken, predikanten, krijgslieden,
onderwijzers bij het lager- en middelbaar onderwijs
kunnen bijv. geen gemeenteraadslid zijn. Het na de
Paaschvacantie aan de orde gestelde wetsontwerp
tot herziening der gemeentewet wensch't in deze
materie eenige wijzigingen aan te brengen. Zoo wilde
minister Ruys de Beerenbrouck gestelijken, predikan
ten en onderwijzers we ltoelaten tot den gemeen
teraad, daarvan uit te sluiten den echtgenoot van
de van het lidmaatschap uitgesloten en de bezoldig-*
de bestuurder van, of personen in dienst van ver-
eenigingen, die beoogen de geldelijke belangen van
het personeel in dienst der gemeente te behartigen.
Later kwam de heer Boon (lib.) met een voorstel
om ook de krijgslieden in- werkelijken dienst niet
uit te sluiten, met 57 tegen 20 stemmep werd even
wel zijn desbetreffend amendement verworpen. De
argumenten van minister Ruys de Beerenbrouck ga-
van den doorslag. Ie moest men de politiek buiten
het leger houden, 2e. was het onwenschelijk, dat
militairen van verschillenden rang in den gemeen
teraad heftig met elkaar debatteerden, 3e. zou de
verplaatsbaarheid der krijgslieden telkens onzeker
heid scheppen.
Door het aannemen van het amendement de Wil
de (zonder hoofdelijke stemming) blijft de uitslui
ting der onderwijzers gehandhaafd. De opheffing
va nde uitsluiting der geestelijken en predikanten
ontmoette nogal tegenkanting. Nochtans werd een
amendement om die uitsluiting te handhaven van
Lingbeek met 56 tegen 22 stemmen verworpen.
Niet onaardig was het geen door den minister hier
bij werd aangehaald. Weet gij, zoo vroeg hij, waarom
in Thorbecke's tijd de geestelijken en predikanten
uitgesloten werden? En het antwoord luidde: „om
dat deze toen golden voor personen, die uit den aard
van hun functie vreemd zijn geworden aan de staat
kundige zaken dezer aarde." Wanneer me neens
let op het aantal predikanten, dat thans zitting
heeft in de Tweede Kamer, dan komt men tot de
idee van ontwikkeling, welke wij sedert Thorbecke
in dat opzicht hebben meegemaakt. Een amende
ment van den Bergh tot niet-uitsluiting van echt-
genooten van uitgeslotenen werd met 46 tegen 32.
stemme nverworpen terwijl ten slotte een amende
ment Vliegen tot niet-uitsluiting van vrijgestelden
met 48 tegen 30 stemmen werd aangenomen. Vrij
gestelden van bonden van gemeenteambtenaren zul
len dus lid van den gemeenteraad kunnen zijn.
Het kornt ons voor, dat overwegingen van anderen
dan zakelijken aard deze stemming in niet geringe
mate hebben beinfluenceerd de gemeenteambte
naren vormen ook een niet onaanzienlijk deel van
het kiezerscorps.
Het wetsontwerp versperde ook aan vrouwen den
weg tot het ambt van burgemeester. Meer nog
voor het vervullen van de betrekking van gemeente
secretaris of ambtenaar van den burgerlijken stand
werden de vrouwen zelfs ongeschikt verklaard. Men
begrijpt dat de anti-revolutionaire afgevaardigde, de
heer de Wilde, die met dezé zienswijze eens was en
meende te moeterv spreken, geen prettige taak te
vervullen had. Want de Tweede Kamer telt zooals
men weet, ook verschillende vrouwelijke kamerleden
Later durfde zelfs de heer Kersten (staatk. ger.)
in het bijzijn der vrouwen het ingediende amende
ment Boon-Westerman in strijd met Gods ordon
nantiën noemen. Dit amendement, strekkende om
de vrouwen benoembaar te verklaren tot het ambt
van burgemeester, is er, ondanks het verzet van
alle revolutionairen alle chr. historischen behalve
mej. Katz en ds. Lingbeek en de groep Kersten en
enkele katholieken met 45 tegen 35 stemmen geko
men.
R<edr van den Voorzitter.
Geachte medeleden,
I De daareven voorgelezen mededeeling laat onze
1 Kamer niet onbewogen. Te zamen met wijlen
den heer Van Kol in 1897 lid van dit college
gewerden, is mr. Pieter Jelles Troelstra, behou-
deus een korte onderbreking, tot 1925 volksver-
tegenwoordiger gebleven. Een politieke persoon-
i lijkhoid van nationale beteekenis is met hem
j heengegaan.
j Buiten het parlement was hij de geestdriftige
i en bezielende leider der soc. dem. partij, die door
hem is geworden en groot geworden. Zijn
Wij zullen nu eenige dagen moeten afwachten,
of het weer zich verder in de hierboven aangege
ven richting ontwikkelt. Wanneer dit werkelijk het
geval is dan kunnen wij zeggen dat het geheele
verloop dit jaar vroeger is dan gewoonlijk. Het ge
beurt namelijk dikwijls, dat het koude Noordenwind
weer nog tot ver in Juni voorkomt, maar dan is het
gewoonlijk ook laat begonnen. Dit jaar is het vrij
vroeg begonnen, zoodat de kans op een vroeg einde
vrij groot is en daarom is het nu va nbelang de
ontwikkeling van den nieuwen weerstoestand in het
oog te houden.
Faillissementen in Nederland
EERSTE KAMER.
In de Eerste Kamer heeft ons de heer Mendels
(s.d.a.p.) vergast op een lange speech. Daar wordt
de lnaische Degrooung- behandeld en de heer Men
dels meende de fiolen van zijn gramschap over het
régime Graaff-Fock te moeten uitstorten. De hou
ding door dit régime aangenomen tegen de inland-
sche beweging, zijn bezuinigingsafbraak tot grooie
schade aan oe cultureeie belangen der inlanders,
zijn belastingpolitiek, die tegelijkertijd den druk op
het grootkapitaal verlichtte maar op den inlander
verzwaarde, zijn niet nagekomen beloften ten aan
zien der poenale sanctie, enz. het zijn alle oor
zaken voor de ontevredenheid, die onder de inland-
sche bevloking heerscht. Aldus de heer Mendels,
die voorts nog de vraag stelde, of er politieke of
militaire beteekenis moet worden toegekend aan de
de bezoeken die de koning van Siam en de gouver
neur van Fransch Indo-China aan Nederlandsch-
Indië hebben gebracht.
en het nog te wachten bezoek van den
gouverneur van de Straits. Stonden deze bezoeken
niet in verband met een streven om tot politieke
en militaire samenwerking te geraken? Aanwijzin
gen in die richting zag de heer Mendels in de uitle
vering door Strain van een Ned. Ind. nationalist
die zich met politieke propaganda had bezig gehou
den. (Door den minister werden deze afspraken
louter denkbeeldig genoemd.) Geheel anders stond
de heer prof. de Savornin Lohman tegenover den
minister. Hij beschouwt deze bewindsman zelfs als
het neusje van den zalm. In schier alle opzichten
stond hij tegenover den heer Mendels en raadde
aan op de eischen der S.D.A.P. niet in te gaan. De
heer Lohman hekelde voorts de bemoeizucht van
het Internationale Arbiedsbureau te Genève met ko
loniale aangelegenheden en de poenale sanctie.
Door den heer Fock, ex-landvoogd, werd aange
toond onder hoe groote moeilijkheden hij zijn In
dische functie had aanvaard. Een vlottende schuld
van honderden millioenen, een tekort op den gewo
nen dienst van een paar honderd millioen. In dit
stadium was bezuiniging onvermijdlijk. Maar die
bezuiniging had in tegenstelling met de bewering
van den heer Mendels niet bovenal de Indische
bevolking getroffen, doch betrekking gehad op een
overbodigen en daarom niet voltooiden vleugel van
het gebouw voor gouvernementsbedrijven te Ban
doeng enz.
Door verschillend espr., waaronder mr. Janssen,
prof. Kranenburg en Anema, welke laatste een kort
pleidooi hield voor de krachtige handhaving van
de Zondagsrust in Indië in de arbeidswetgeving,
werd nog het woord gevoerd en de minister heeft
de sprekers geantwoord. De minister achtte ons ge
zag in Indië gerechtvaardigd indien wij zoowel het
materieel als het geestelijk welzijn der bevolking
bevorderden. Onder geestelijk welzijn verstond hij
ook de ontwikkeling van het staatkundige leven.
Evenals mr. Fock constateerde hij echter dat er
nog niet één enkele Indische nati ebestond en voeg
de re aan toe, dat zonder ons gezag zich heel andere
invloeden zouden ontwikkelen en het denkbeeld van
één Indische natie (prof. Kranenburg) veel verder
van de werkelijkheid zou liggen dan thans.
onze vergadering gehouden brillante redevoerin
gen zijn evenzoo vele gedenkstukken van blij
vende parlementaire •waarde.
Niet het minst door zijn parlementairen arbeid
slaagde hij erin, zijn duizenden volgelingen erj
vereerders de lichtende kimmen voor te houden
van de betere samenleving, die hem voor oogen
stond. Troelstra's eerbiedwekkende strijd voor de
verheffing van de arbeiders hem trots ver-,
üeeldheid van inzicht over zijn optreden tot
een blijvende en historische figuur, ook als lid
dezer volksvertegenwoordiging.
Rede minister Ruys de Beerenbrouck.
De Minister van Binnenlandsehe Zaken en
Landbouw, Je heer Ruys de Beerenbrouck. zegt
het volgende:
Bij de woorden, die gij namens de Kamer
gewijd hebt. aan de nagedachtenis van haar oud
lid, den heer Troelstra. moge ik mij namens*de
regeering aansluiten.
Tientallen leden der Kamer,, en niet weinige
minister der Kroon, hebben gedurende vele jaren
met den overledene in deze vergaderzaal aan dtr
beraadslagingen deelgenomen.
Het gedeelte der oppositie, waaraan hij uit
nemende leiding gaf, mocht fier gaan op haar
aanvoerder. Warë van kleingeestigheid, breed van
opvatting, met groote oratorische gaven toege
rust, was de heer Troelstra een sieraad Van het
parlement.
Zijn warm kloppend hart voelde voor de noo-
den des volks. Hij kon zich verplaatsen en mee
leven in den gedachtengang van hen, die met hem
van meëning verschilden.
Aan zijn uitnemende eigenschappen van geest
en hart bewaart ook de regeering een dankbare
herinnering.
Deze redevoeringen werden door de Kamer
staande aangehoord.
NA HET OVERLIJDEN VAN
Mr. P. J. TROEL- TR A.
Omtrent het overlijden van Troelstra wordt
nog vermeld, dat hij van zijn vrouw, zijn zoon
en enkele vrienden afscheid heeft genomen met
een handdruk en een warmen vriendelijken blik.
zonder veel te zeggen, want hei. spreken viel
hem al lang heel moeilijk.
Gelukkig heeft hij na Vrijdag niet'veel meer
geleden. In een toestand van halven slaap én
steeds verminderd bewustzijn, tot het laatste
oogenblik uitsluitend verzorgd door zijn vrouw,
ging hij Maandagavond om elf uur bijna onge
merkt dé eeuwige rust in.
Bv begrafenis.
Deteraardebestelling zal vanwege 'tpartijbe-
stuur der S.D.A.P. plaats hebben op de Alge-
mecne Begraafplaats te 's Gravenhage. Het ligt
in de, bedoeling, dat de stoet 's middags te 1 uur
zal vertrekken van het sterfhuis in de Leuvensche i
straat.
Op de begraafplaats wordt de kist opgesteld j
en zal een défilé van de deelnemende corporaties j
en personen plaats hebben. Na dit défilé, dat ver- i
moedelijk geruimen tijd in beslag zal nemen, j
zullen de declnemenden zich begeven naar een I
zaal, waar een afscheidsplechtigheid zal plaats
hebben.
Daarna zal het, stoffelijk overschot worden i
ter aarde besteld. Bij deze plechtigheid zal niet
meer worden gesproken. Ook is verzocht, geen j
bloemen te zenden.
opgegeven door v d. Graaf en Co. N.V.
(ufd. Handelsinformaties.)
U' (gesproken:
12 Mei. II. Bernhard, Amsterdam, Lange
Leidschedwarsstr. 145. Th. Borst, Amsterdam.
Jacob van Lennepëtraat 101. Jerphaas Jor-
daan, voorheen tabaksfabrikant, thans zonder be
roep, Amsterdam, La Placestraat 54 boven-
Cornell's Martinus Middendorp, bouwkundige, Am
sterdam, Bilderdijstraat 196. A. van Wijk.
bakker, Zonnemaire. C. Dronkers, timmerman
Goes
P. J. van Someren, Expediteur en aannemer
van Grondwerken, gewoond hebbende te 'sGra
venhage, Waldorpstraat 156. H. v. d. Woude.
koopman en elcctricien, Den Haag, Stuyvosant-
plein 55. F. J. H. de Man, den Haag, Gouden
Kegenstraat 48. -- J. Slijp, slagersknecht, den
Haag, Witte de Withstraat 114. F. C. van
Beuningen, koopman, Nijmegen. E. van den
Boogaard, rijwielhandelaar, Haarlem, Florisstraqt
T. Koenders, caféhouder, Haarlem, Anogang
no. 11.
Opgeheven wegens gebrek aan actief:
J. .7. Veenman, Breda. A. Cohen, Amster
dam. II. de Bruin, Amsterdam.
12 Mei. C. Konquil, Loosduinen. - L. P.
E'uyvestijn, den Haag. C. Oostwouder, I.eid-
schendam. J. Groenland, Heemskerk.
Vernietigd voor Gerechtshof Amsterdam:
J. J. A. Sleutjes, Utrecht. J. H. Vervloed,
Heemstede
Vernietigd op grond van verzet
B. Gronninger, Overdinkel, gemeente Losser.
12 Mei A. A. Hogewoning, Rijnsburg.
CENTRAAL GENOOTSCHAP VOOR
KIN P ER HERSTEL LIN GS- FN VACANTIE-
KOLONIES"
Inplaats van den 3en Mei 1.1. afgetreden alge-
meenen secretaris van het Centraal Genootschap,
Mr. A. van der Eist, te Leiden, is door het hoofd
bestuur in diens plaats tot algemeen secretaris
benoem dhet, nieuwe hoofdbestuurslid, de heer
H. F. M. E. Graaf van Limburg Stirum, cor
respondentieadres: den heer Van Limburg Stirum
te Brummen (Geld.). Het adres van den pen
ningmeester is: den heer Th. M. Ketelaar, Joh.
Verhulst straat 9, Amsterdam (Z.), terwijl het
adres voor verpleging en propaganda als steeds
is: A C. Bos, algemeen administratiekantoor
te Egmond aan Zee.
Het aantal aanvragen om plaatsing is overstel
pend groot. Tot begin October zijn alle plaatsen
j.n de 5 zeetehuizen reeds bezet. In de 4 bosch-
telmizen is alles bezet tot eind Augustus. In het
10e koloniehuis, het Bosehhuis te Nunspeet, zijn
vanaf begin Juni weer plaatsen beschikbaar.
99
De Wandelaar1
Hoewel het tot nog toe over het algemeen nog
koeler weer is dan voor dezen tijd.van het jaar nor
maal zou zijn, schijnt het toch wel, dat zich gaan
deweg een andere weertoestand ontwikkeld, die an
ders is dan die, welke het koude Noordenwindweer
brengt. Dit laatste was een gevolg van den aanvoer
van koude lucht uit het hooge Noorden. Gan.
nu echter de weerkaarten van de allerlaatste dagen
na, dan valt het toch op, dat de algemeene lucht-
drukverdeeling niet meer dezelfde is als voor en tij
dens de koudste dagen van de vorige week. Er zijn
veranderingen die wijzen op de langzame ontwikke
ling van een andere luchtdrukverdeeling. De hooge
luchtdruk vestigt zich meer en meer in het zuiden
en Zuid-Westen en een nieuwe reeks van depressies
die uit het Westen opkomen en Oostwaarts trekken
en haar weg daarbij nemen over het noordelijk ge
deelte van Europa, schijnt nu in de plaats te komen
voor de luchtdrukverdeeling, waarbij de hooge druk
in het Westen ligt, de depressies ten Oosten daar
van. De nieuwe luchtdrukverdeeling brengt meer
Westelijke winden, die weliswaar nog geen warm
weer veroorzaken, maar niet meer het eigenaardige
droge en gure weer dat kenmerkend is voor den
Noordenwind. Deze nieuwe luchtdrukverdeeling is
weliswaar nog geen groote verbetering in de alge
meene weergesteldheid, maar wanneer zij zich ver
der ontwikkelt beteeekent het zoo schrijft de
weerkundige medewerker va nhet „Vad." dat de
heerschappij van het Noordenwindweer voorloopig
afgedaan is. De nieuwe luchtdrukverdeeling is daar
bij te beschouwen als het overgangsstadium van den
kouden voorjaarsweertoestand tot den eigenlijken
zomerweerstoestand
Zooeveh verschenen bij tien uitgever A. G.
Sehoonderbeek te Laren de Mei-aflevering van
„De Wandelaar", maandblad gewijd aan natuur
studie, natuurbescherming, heemschut, geologie,
bolklore, buitenleven en toerisme.
Dc redacteur. Rinke Tolman, staat uitvoerig
stil bij het leven van den bedreigden aalscholver;
den zwarten vogel op de zwarte lijst.
Voor een zeldzame plant, die maar op twee
plaatsen in ons land is gevonden, vraagt O. Sip-
kes aandacht.
E. Karst Jr. zet zijn belangwekkende studie
over de boóën - oude Saksische veehutten --
voort, terwijl J. A. Verwey, die het ontwakend
lenteleven schetst, zich vooral met den kievit be
zig hondt.
Hoe ongelijk de ontwikkeling der beuken zich
in het voorjaar voltrekt, maakt P. J. Schenk aan
de lezers duidelijk, en dat er in een stadspark op
het gebied der natuur soms heel wat .valt te be
leven, blijkt uit een schets van Herman Isings.
H. T. Buiskool brengt, ons in kennis met een
eigenaardig Dfrentsch lentebedrijfhet sehaapwas-
schen, terwijl wij op een mooien Meischen dag met
Jac. Bouma een tocht, ondernemen door Eries-
lands bose.hgebied.
D. J. Holsteyn opent een pluimveerubriek,
waarin hij zien opgetogen uit over de vele goede
hoedanigheden der gestreepte Plymouth Rocks.
In de uitvoerige rubriek „Van en voor de le
zers" natuurhistorisch allerlei wordt een
groote verscheidenheid van onderwerpen behan
delt. o-a. de Paaschviering op Ameland en de
vogelfotografie.
Ook ditmaal verluchten weer een overvloed
van foto's en teekeningen den afwisselenden tekst.
De heeren H. Oyens Zn. te Amsterdam mel
den ons:
De lezers van dit bericht weten, dat wij behoorden
tot dezulken, die, ruim een verrel jaars geleden, de
welvaartspolitiek des heeren Hoover niet a priori
belachelijk wenschten te maken, gelijk door de vele
zijner tegenstanders werd gedaan. Helaas moeten
wij nu bekennen, dat de snorkende redevoeringen en
beslissingen van de veragedringen der captains-of-
industry een Amerikaansche super-humbug zijn ge
bleken. Er is geen sprake van, dat het Witte Huis
ook maar de minste kans krijgt om den gang der
conjunctuur te vertragen of te wijzigen. Amerika
moge weerschallen van een duizendvoudig herhaald
„Keep smiling" de feiten en cijfers bewijzen nu on
miskenbaar, dat in de Vereenigde Staten het eco
nomische leven weinig minder dan ontwricht is
En zoo weinig inzicht verschaft de economie, dat
er zeer geringe eenstemmigheid heerscht over de
middelen om de spaak geloopen prosperity weer op
gang te helpen. Voor Europa is het een verbazend
echec, in zooverre een moreele satisfactie, dat het
een streep haalt door de verwaten hoovaardigheid
waarmede de Unie op old Europe placht neer te zien
En, wat misschien uit een handelsoogpunt gezien
nog gewichtiger is. In de V. S. begint het Inzicht
door te dringen, dat de hermetische sluiting door
middel van prohibitieve tariefmuren geen panacee
is om zelfs zulk een groote economisch eenheid als
de V. S. voor de schokken van een „slechter" func-
tioneerende buitenwereld te beschermen
Indien al het overbodige en schadelijke der laat
ste jaren eerst moet worden opgeruimd, alvorens
werkelijk beterer tijden kunnen aanbreken, dan moe
ten er nog heel wat spaanders vallen. Ondertusschen
is de Amerikaansche beurs waarvan thans de alge
meene tedentie goeddeels afhangt, zoo onbetrouw
baar geworden, dat men er geen dag en zelfs geen
uur vooruit het verloop van kan voorzien. Ons
publiek schijnt zijn rotsvast vertrouwen in Amerika
stilaan te verliezen. Wat jarenlang niet het geval
was, gebeurde thans dage nachtereen in vere hoe
ken. noteeringen min of meer aanzienlijk onder
Amerikaansche pariteit. De Amsterdamsche beurs
verkeerde tot 15 Mei in de gelukkige omstandigheid
óf}. de New Yorksche opening nog gedurende den
officieelen beurstijd bekend werd, hetgeen den om
zetten zeer ten goede komt. En alsdan bekend
wordende nieuwe feiten vindt menigeen nog aanlei
ding om een transactie te entameeren, terwijl te
vens het befaamde middenkoersstelsel door een an
der veel doeltreffender wordt gekortwiekt dan door
iets anders. Het heeft immers thans weinig zin om
middenkoersorders op te geven, die ook tot na half
drie geldig zijn, daar onvoorziene omstandigheden
te New York en dus ook te Amsterdam, geheel
andere koersen en stemmingen kunnen veroorzaken
dan de beoogde. Helaas echter zal deze natuurlijke
prikkel na 15 Mei weer tot het verleden behooren
Voor specifiek Amsterdamsche waarden belef de
stemming, ondanks kortstondige oplevingen, sterk
gedrukt. In eerste instantie noemen wij de heftige
reactie van suikerwaarden, als volkomen bevesti
ging va nhetgeen wij twee weken geleden schreven.
Nog slechts een twingste deel van oogst 1930 is ver
kocht en wil de V. J. P. kostbaren en schadelijken
suikeropslag vermijden, dan zullen waarschijnlijk
nog aanzienlijke prijsconcessies noodzakelijk blij
ken, om internationale koopers te lokken. Onnoodig
te zeggen, dat aandeelen H.V.A. bijzonder zwaar ge
troffen werden, daar deze mpij. ook met haar nieuw
geëntameerde andere cultures weinig succes kan
hebben. Echter moeten ook de zg. incourante sui
kerwaarden heel wat inboeten, en het was verbazing
wekkend, hoe de New Yorksche termijnmarkt het
klaar speelde, om op het reeds zeer lage niveau
toch nog vrij gel dagelijks eenig dollarcenten per
pond lager te noteeren. Eenige maanden geleden
werd Cubasuiker naar Rusland verkocht tegen 1.5
$ct. per lb, hetgeen als fatale afbraakprijs werd
aanvaard, alleen maar om wat zoetgoed kwijt te
raken. Nu kan men voor 1.41 terecht. Na de misluk
te Geneefsche suikerconfërentie weet nu niemand
meer, van welke zijde er eigenlijk verbetering moet
komen.
Rubberwaarden ontwikkelden an aanvankelijk scher
pe reactie, ondanks handhaving van het nieuwe
laagterecord een stemming, die nog niet aangepast
is aan de troostelooze vooruitzichten.
Tabakswaarden beëindigden de week bepaald niet
onwillig, vermoedelijk onder den invloea van iets
betere weerberichten uit Deli, en geruchten nopens
een medevallend dividend der Deli mpij. (21 pet.)
Aandeelen Philips gloeilmapen waren aan voort-
durenden verkoopdruk van het Nederlandsche pu
bliek onderhevig, opgeschrikt door de liquidatie van
het Duitsche belang. Het is thans het Engelsche ka
pitaalreservoir, dat klaarblijkelijk moet dienst doen
om Nederlandsche nijveraars aan contanten te hel
pen, die bij het koopschuwe eigen publiek niet meer
zijn te vinden. Wat de Philipsaandeelen betreft kan
men Londen met het nieuwe gunstig behaalde ob
ject gelukwenschen. De uitgifte der Margarine-Unie
werd echter een mislukking, hetgeen te Amsterdam
den koers tijdelijk tot driemaal pari deed dalen.
Aandeelen van Berkel bereikten het noodpeil van
110 procent, zonder dat het bestuur eenig teeken
van leven gaf.
Ofschoon aandeelen Kon. Petroleum zeer gevoelig
zijn voor lotswisseling van Wallstreet, bleven ze na
aanvankelijke reactie toch goed prijshoudend.
2* £l
ONZE LUCIFERS.
Het is ruim een eeuw geleden, omstreeks 1815,
dat lucifers zoo goedkoop werden, dat hun populari
teit een aanvang nam een populariteit, welke
eenmaal zoo groot zou worden. Tegenwoordig kent
men aan één lucifershoutje feitelijk geen waarde
meer toe, of het moest toevallig juist de laatste
zijn, die men op een winderige plek noodig heeft
om zijn fietslantaarn voorzoover niet electrisch
aan te steken.
De uitvinding va nhet oorspronkelijke brandhoutje
gaat natuurlijk veel verder terug. Er zou een boek
deel te schrijven zijn over de geschiedenis van ont
stekingsmiddelen van de ontdekking door Bethol-
let in het einde va nde achttiende eeuw va nden
lucifer tot de benzine-apparaatjes, welke de heden-
daagsche mode ons in het vestzakje en in de dames
tasch stopt.
De man, die de eerst onpractische en ook dure
brandhoutjes als een massa-artikel maakte, was de
Engelschman Jones. Hij wist een goedkoope somen-
stelling te bedenken va nchloorzure kali. De prijs
van ongeveer één cent per stuk daalde toen plot
seling geweldig. De Engelsche lucifers heetten toen
nog niet met dezen naam. De uitvinder noemde ze
„Prometheans."
Toch was voor honderd jaar het artikel van Jo
nes voorloopig nogal gevaarlijk. Eerst in 1832 be
dacht dezelfde Jones een brandhoutje waarvan de
kop tusschen twee stukjet, met glaspoeder belijmd
papier moest worden weggehaald. Dit was de voor-
looper van de latere Zweedsche lucifers.
Intusschen trachtten de Fransche en Duitsche
chemisten verbeteringen in het houtje te brengen.
De Duitscher Böttger verbeterde het systeem van
Jones en stichtte de Zweedsche fabriek van Jönköp-
ping. De bekende Zweedsche lucifernijverheid is hier
van het resultaat. Het is nog altijd de fabriek, die
aan het hoofd der luciferfabricatie staat, met een
dagelijksche productie van meer dan een millioen
doosjes.
De meeste landen beschikken tegenwoordig over hun
eigen lucifersindustrie. Ook in ons land vindt men er
(Handelsblad.)