Kamerkroniek Mr. troelstra herdacht BEURSOVERZIGHT ALLERLEI TWEEDE KAMER. Herziening Gemeentewet. I Bi] den aanvang van de Dinsdagmiddag gehou den zitting werd voorgelezen de overlijdensmis- sive van mr. P. J. Troelstra, oud-lid van de Tweede Kamer. De Voorzitter houdt staande de volgende rede: In art. 23 der gemeentewet wordt een opsomming gegeven van de betrekkingen, wier vervulling on- vereenigbaar is met het lidmaatschap van den ge meenteraad. Geestelijken, predikanten, krijgslieden, onderwijzers bij het lager- en middelbaar onderwijs kunnen bijv. geen gemeenteraadslid zijn. Het na de Paaschvacantie aan de orde gestelde wetsontwerp tot herziening der gemeentewet wensch't in deze materie eenige wijzigingen aan te brengen. Zoo wilde minister Ruys de Beerenbrouck gestelijken, predikan ten en onderwijzers we ltoelaten tot den gemeen teraad, daarvan uit te sluiten den echtgenoot van de van het lidmaatschap uitgesloten en de bezoldig-* de bestuurder van, of personen in dienst van ver- eenigingen, die beoogen de geldelijke belangen van het personeel in dienst der gemeente te behartigen. Later kwam de heer Boon (lib.) met een voorstel om ook de krijgslieden in- werkelijken dienst niet uit te sluiten, met 57 tegen 20 stemmep werd even wel zijn desbetreffend amendement verworpen. De argumenten van minister Ruys de Beerenbrouck ga- van den doorslag. Ie moest men de politiek buiten het leger houden, 2e. was het onwenschelijk, dat militairen van verschillenden rang in den gemeen teraad heftig met elkaar debatteerden, 3e. zou de verplaatsbaarheid der krijgslieden telkens onzeker heid scheppen. Door het aannemen van het amendement de Wil de (zonder hoofdelijke stemming) blijft de uitslui ting der onderwijzers gehandhaafd. De opheffing va nde uitsluiting der geestelijken en predikanten ontmoette nogal tegenkanting. Nochtans werd een amendement om die uitsluiting te handhaven van Lingbeek met 56 tegen 22 stemmen verworpen. Niet onaardig was het geen door den minister hier bij werd aangehaald. Weet gij, zoo vroeg hij, waarom in Thorbecke's tijd de geestelijken en predikanten uitgesloten werden? En het antwoord luidde: „om dat deze toen golden voor personen, die uit den aard van hun functie vreemd zijn geworden aan de staat kundige zaken dezer aarde." Wanneer me neens let op het aantal predikanten, dat thans zitting heeft in de Tweede Kamer, dan komt men tot de idee van ontwikkeling, welke wij sedert Thorbecke in dat opzicht hebben meegemaakt. Een amende ment van den Bergh tot niet-uitsluiting van echt- genooten van uitgeslotenen werd met 46 tegen 32. stemme nverworpen terwijl ten slotte een amende ment Vliegen tot niet-uitsluiting van vrijgestelden met 48 tegen 30 stemmen werd aangenomen. Vrij gestelden van bonden van gemeenteambtenaren zul len dus lid van den gemeenteraad kunnen zijn. Het kornt ons voor, dat overwegingen van anderen dan zakelijken aard deze stemming in niet geringe mate hebben beinfluenceerd de gemeenteambte naren vormen ook een niet onaanzienlijk deel van het kiezerscorps. Het wetsontwerp versperde ook aan vrouwen den weg tot het ambt van burgemeester. Meer nog voor het vervullen van de betrekking van gemeente secretaris of ambtenaar van den burgerlijken stand werden de vrouwen zelfs ongeschikt verklaard. Men begrijpt dat de anti-revolutionaire afgevaardigde, de heer de Wilde, die met dezé zienswijze eens was en meende te moeterv spreken, geen prettige taak te vervullen had. Want de Tweede Kamer telt zooals men weet, ook verschillende vrouwelijke kamerleden Later durfde zelfs de heer Kersten (staatk. ger.) in het bijzijn der vrouwen het ingediende amende ment Boon-Westerman in strijd met Gods ordon nantiën noemen. Dit amendement, strekkende om de vrouwen benoembaar te verklaren tot het ambt van burgemeester, is er, ondanks het verzet van alle revolutionairen alle chr. historischen behalve mej. Katz en ds. Lingbeek en de groep Kersten en enkele katholieken met 45 tegen 35 stemmen geko men. R<edr van den Voorzitter. Geachte medeleden, I De daareven voorgelezen mededeeling laat onze 1 Kamer niet onbewogen. Te zamen met wijlen den heer Van Kol in 1897 lid van dit college gewerden, is mr. Pieter Jelles Troelstra, behou- deus een korte onderbreking, tot 1925 volksver- tegenwoordiger gebleven. Een politieke persoon- i lijkhoid van nationale beteekenis is met hem j heengegaan. j Buiten het parlement was hij de geestdriftige i en bezielende leider der soc. dem. partij, die door hem is geworden en groot geworden. Zijn Wij zullen nu eenige dagen moeten afwachten, of het weer zich verder in de hierboven aangege ven richting ontwikkelt. Wanneer dit werkelijk het geval is dan kunnen wij zeggen dat het geheele verloop dit jaar vroeger is dan gewoonlijk. Het ge beurt namelijk dikwijls, dat het koude Noordenwind weer nog tot ver in Juni voorkomt, maar dan is het gewoonlijk ook laat begonnen. Dit jaar is het vrij vroeg begonnen, zoodat de kans op een vroeg einde vrij groot is en daarom is het nu va nbelang de ontwikkeling van den nieuwen weerstoestand in het oog te houden. Faillissementen in Nederland EERSTE KAMER. In de Eerste Kamer heeft ons de heer Mendels (s.d.a.p.) vergast op een lange speech. Daar wordt de lnaische Degrooung- behandeld en de heer Men dels meende de fiolen van zijn gramschap over het régime Graaff-Fock te moeten uitstorten. De hou ding door dit régime aangenomen tegen de inland- sche beweging, zijn bezuinigingsafbraak tot grooie schade aan oe cultureeie belangen der inlanders, zijn belastingpolitiek, die tegelijkertijd den druk op het grootkapitaal verlichtte maar op den inlander verzwaarde, zijn niet nagekomen beloften ten aan zien der poenale sanctie, enz. het zijn alle oor zaken voor de ontevredenheid, die onder de inland- sche bevloking heerscht. Aldus de heer Mendels, die voorts nog de vraag stelde, of er politieke of militaire beteekenis moet worden toegekend aan de de bezoeken die de koning van Siam en de gouver neur van Fransch Indo-China aan Nederlandsch- Indië hebben gebracht. en het nog te wachten bezoek van den gouverneur van de Straits. Stonden deze bezoeken niet in verband met een streven om tot politieke en militaire samenwerking te geraken? Aanwijzin gen in die richting zag de heer Mendels in de uitle vering door Strain van een Ned. Ind. nationalist die zich met politieke propaganda had bezig gehou den. (Door den minister werden deze afspraken louter denkbeeldig genoemd.) Geheel anders stond de heer prof. de Savornin Lohman tegenover den minister. Hij beschouwt deze bewindsman zelfs als het neusje van den zalm. In schier alle opzichten stond hij tegenover den heer Mendels en raadde aan op de eischen der S.D.A.P. niet in te gaan. De heer Lohman hekelde voorts de bemoeizucht van het Internationale Arbiedsbureau te Genève met ko loniale aangelegenheden en de poenale sanctie. Door den heer Fock, ex-landvoogd, werd aange toond onder hoe groote moeilijkheden hij zijn In dische functie had aanvaard. Een vlottende schuld van honderden millioenen, een tekort op den gewo nen dienst van een paar honderd millioen. In dit stadium was bezuiniging onvermijdlijk. Maar die bezuiniging had in tegenstelling met de bewering van den heer Mendels niet bovenal de Indische bevolking getroffen, doch betrekking gehad op een overbodigen en daarom niet voltooiden vleugel van het gebouw voor gouvernementsbedrijven te Ban doeng enz. Door verschillend espr., waaronder mr. Janssen, prof. Kranenburg en Anema, welke laatste een kort pleidooi hield voor de krachtige handhaving van de Zondagsrust in Indië in de arbeidswetgeving, werd nog het woord gevoerd en de minister heeft de sprekers geantwoord. De minister achtte ons ge zag in Indië gerechtvaardigd indien wij zoowel het materieel als het geestelijk welzijn der bevolking bevorderden. Onder geestelijk welzijn verstond hij ook de ontwikkeling van het staatkundige leven. Evenals mr. Fock constateerde hij echter dat er nog niet één enkele Indische nati ebestond en voeg de re aan toe, dat zonder ons gezag zich heel andere invloeden zouden ontwikkelen en het denkbeeld van één Indische natie (prof. Kranenburg) veel verder van de werkelijkheid zou liggen dan thans. onze vergadering gehouden brillante redevoerin gen zijn evenzoo vele gedenkstukken van blij vende parlementaire •waarde. Niet het minst door zijn parlementairen arbeid slaagde hij erin, zijn duizenden volgelingen erj vereerders de lichtende kimmen voor te houden van de betere samenleving, die hem voor oogen stond. Troelstra's eerbiedwekkende strijd voor de verheffing van de arbeiders hem trots ver-, üeeldheid van inzicht over zijn optreden tot een blijvende en historische figuur, ook als lid dezer volksvertegenwoordiging. Rede minister Ruys de Beerenbrouck. De Minister van Binnenlandsehe Zaken en Landbouw, Je heer Ruys de Beerenbrouck. zegt het volgende: Bij de woorden, die gij namens de Kamer gewijd hebt. aan de nagedachtenis van haar oud lid, den heer Troelstra. moge ik mij namens*de regeering aansluiten. Tientallen leden der Kamer,, en niet weinige minister der Kroon, hebben gedurende vele jaren met den overledene in deze vergaderzaal aan dtr beraadslagingen deelgenomen. Het gedeelte der oppositie, waaraan hij uit nemende leiding gaf, mocht fier gaan op haar aanvoerder. Warë van kleingeestigheid, breed van opvatting, met groote oratorische gaven toege rust, was de heer Troelstra een sieraad Van het parlement. Zijn warm kloppend hart voelde voor de noo- den des volks. Hij kon zich verplaatsen en mee leven in den gedachtengang van hen, die met hem van meëning verschilden. Aan zijn uitnemende eigenschappen van geest en hart bewaart ook de regeering een dankbare herinnering. Deze redevoeringen werden door de Kamer staande aangehoord. NA HET OVERLIJDEN VAN Mr. P. J. TROEL- TR A. Omtrent het overlijden van Troelstra wordt nog vermeld, dat hij van zijn vrouw, zijn zoon en enkele vrienden afscheid heeft genomen met een handdruk en een warmen vriendelijken blik. zonder veel te zeggen, want hei. spreken viel hem al lang heel moeilijk. Gelukkig heeft hij na Vrijdag niet'veel meer geleden. In een toestand van halven slaap én steeds verminderd bewustzijn, tot het laatste oogenblik uitsluitend verzorgd door zijn vrouw, ging hij Maandagavond om elf uur bijna onge merkt dé eeuwige rust in. Bv begrafenis. Deteraardebestelling zal vanwege 'tpartijbe- stuur der S.D.A.P. plaats hebben op de Alge- mecne Begraafplaats te 's Gravenhage. Het ligt in de, bedoeling, dat de stoet 's middags te 1 uur zal vertrekken van het sterfhuis in de Leuvensche i straat. Op de begraafplaats wordt de kist opgesteld j en zal een défilé van de deelnemende corporaties j en personen plaats hebben. Na dit défilé, dat ver- i moedelijk geruimen tijd in beslag zal nemen, j zullen de declnemenden zich begeven naar een I zaal, waar een afscheidsplechtigheid zal plaats hebben. Daarna zal het, stoffelijk overschot worden i ter aarde besteld. Bij deze plechtigheid zal niet meer worden gesproken. Ook is verzocht, geen j bloemen te zenden. opgegeven door v d. Graaf en Co. N.V. (ufd. Handelsinformaties.) U' (gesproken: 12 Mei. II. Bernhard, Amsterdam, Lange Leidschedwarsstr. 145. Th. Borst, Amsterdam. Jacob van Lennepëtraat 101. Jerphaas Jor- daan, voorheen tabaksfabrikant, thans zonder be roep, Amsterdam, La Placestraat 54 boven- Cornell's Martinus Middendorp, bouwkundige, Am sterdam, Bilderdijstraat 196. A. van Wijk. bakker, Zonnemaire. C. Dronkers, timmerman Goes P. J. van Someren, Expediteur en aannemer van Grondwerken, gewoond hebbende te 'sGra venhage, Waldorpstraat 156. H. v. d. Woude. koopman en elcctricien, Den Haag, Stuyvosant- plein 55. F. J. H. de Man, den Haag, Gouden Kegenstraat 48. -- J. Slijp, slagersknecht, den Haag, Witte de Withstraat 114. F. C. van Beuningen, koopman, Nijmegen. E. van den Boogaard, rijwielhandelaar, Haarlem, Florisstraqt T. Koenders, caféhouder, Haarlem, Anogang no. 11. Opgeheven wegens gebrek aan actief: J. .7. Veenman, Breda. A. Cohen, Amster dam. II. de Bruin, Amsterdam. 12 Mei. C. Konquil, Loosduinen. - L. P. E'uyvestijn, den Haag. C. Oostwouder, I.eid- schendam. J. Groenland, Heemskerk. Vernietigd voor Gerechtshof Amsterdam: J. J. A. Sleutjes, Utrecht. J. H. Vervloed, Heemstede Vernietigd op grond van verzet B. Gronninger, Overdinkel, gemeente Losser. 12 Mei A. A. Hogewoning, Rijnsburg. CENTRAAL GENOOTSCHAP VOOR KIN P ER HERSTEL LIN GS- FN VACANTIE- KOLONIES" Inplaats van den 3en Mei 1.1. afgetreden alge- meenen secretaris van het Centraal Genootschap, Mr. A. van der Eist, te Leiden, is door het hoofd bestuur in diens plaats tot algemeen secretaris benoem dhet, nieuwe hoofdbestuurslid, de heer H. F. M. E. Graaf van Limburg Stirum, cor respondentieadres: den heer Van Limburg Stirum te Brummen (Geld.). Het adres van den pen ningmeester is: den heer Th. M. Ketelaar, Joh. Verhulst straat 9, Amsterdam (Z.), terwijl het adres voor verpleging en propaganda als steeds is: A C. Bos, algemeen administratiekantoor te Egmond aan Zee. Het aantal aanvragen om plaatsing is overstel pend groot. Tot begin October zijn alle plaatsen j.n de 5 zeetehuizen reeds bezet. In de 4 bosch- telmizen is alles bezet tot eind Augustus. In het 10e koloniehuis, het Bosehhuis te Nunspeet, zijn vanaf begin Juni weer plaatsen beschikbaar. 99 De Wandelaar1 Hoewel het tot nog toe over het algemeen nog koeler weer is dan voor dezen tijd.van het jaar nor maal zou zijn, schijnt het toch wel, dat zich gaan deweg een andere weertoestand ontwikkeld, die an ders is dan die, welke het koude Noordenwindweer brengt. Dit laatste was een gevolg van den aanvoer van koude lucht uit het hooge Noorden. Gan. nu echter de weerkaarten van de allerlaatste dagen na, dan valt het toch op, dat de algemeene lucht- drukverdeeling niet meer dezelfde is als voor en tij dens de koudste dagen van de vorige week. Er zijn veranderingen die wijzen op de langzame ontwikke ling van een andere luchtdrukverdeeling. De hooge luchtdruk vestigt zich meer en meer in het zuiden en Zuid-Westen en een nieuwe reeks van depressies die uit het Westen opkomen en Oostwaarts trekken en haar weg daarbij nemen over het noordelijk ge deelte van Europa, schijnt nu in de plaats te komen voor de luchtdrukverdeeling, waarbij de hooge druk in het Westen ligt, de depressies ten Oosten daar van. De nieuwe luchtdrukverdeeling brengt meer Westelijke winden, die weliswaar nog geen warm weer veroorzaken, maar niet meer het eigenaardige droge en gure weer dat kenmerkend is voor den Noordenwind. Deze nieuwe luchtdrukverdeeling is weliswaar nog geen groote verbetering in de alge meene weergesteldheid, maar wanneer zij zich ver der ontwikkelt beteeekent het zoo schrijft de weerkundige medewerker va nhet „Vad." dat de heerschappij van het Noordenwindweer voorloopig afgedaan is. De nieuwe luchtdrukverdeeling is daar bij te beschouwen als het overgangsstadium van den kouden voorjaarsweertoestand tot den eigenlijken zomerweerstoestand Zooeveh verschenen bij tien uitgever A. G. Sehoonderbeek te Laren de Mei-aflevering van „De Wandelaar", maandblad gewijd aan natuur studie, natuurbescherming, heemschut, geologie, bolklore, buitenleven en toerisme. Dc redacteur. Rinke Tolman, staat uitvoerig stil bij het leven van den bedreigden aalscholver; den zwarten vogel op de zwarte lijst. Voor een zeldzame plant, die maar op twee plaatsen in ons land is gevonden, vraagt O. Sip- kes aandacht. E. Karst Jr. zet zijn belangwekkende studie over de boóën - oude Saksische veehutten -- voort, terwijl J. A. Verwey, die het ontwakend lenteleven schetst, zich vooral met den kievit be zig hondt. Hoe ongelijk de ontwikkeling der beuken zich in het voorjaar voltrekt, maakt P. J. Schenk aan de lezers duidelijk, en dat er in een stadspark op het gebied der natuur soms heel wat .valt te be leven, blijkt uit een schets van Herman Isings. H. T. Buiskool brengt, ons in kennis met een eigenaardig Dfrentsch lentebedrijfhet sehaapwas- schen, terwijl wij op een mooien Meischen dag met Jac. Bouma een tocht, ondernemen door Eries- lands bose.hgebied. D. J. Holsteyn opent een pluimveerubriek, waarin hij zien opgetogen uit over de vele goede hoedanigheden der gestreepte Plymouth Rocks. In de uitvoerige rubriek „Van en voor de le zers" natuurhistorisch allerlei wordt een groote verscheidenheid van onderwerpen behan delt. o-a. de Paaschviering op Ameland en de vogelfotografie. Ook ditmaal verluchten weer een overvloed van foto's en teekeningen den afwisselenden tekst. De heeren H. Oyens Zn. te Amsterdam mel den ons: De lezers van dit bericht weten, dat wij behoorden tot dezulken, die, ruim een verrel jaars geleden, de welvaartspolitiek des heeren Hoover niet a priori belachelijk wenschten te maken, gelijk door de vele zijner tegenstanders werd gedaan. Helaas moeten wij nu bekennen, dat de snorkende redevoeringen en beslissingen van de veragedringen der captains-of- industry een Amerikaansche super-humbug zijn ge bleken. Er is geen sprake van, dat het Witte Huis ook maar de minste kans krijgt om den gang der conjunctuur te vertragen of te wijzigen. Amerika moge weerschallen van een duizendvoudig herhaald „Keep smiling" de feiten en cijfers bewijzen nu on miskenbaar, dat in de Vereenigde Staten het eco nomische leven weinig minder dan ontwricht is En zoo weinig inzicht verschaft de economie, dat er zeer geringe eenstemmigheid heerscht over de middelen om de spaak geloopen prosperity weer op gang te helpen. Voor Europa is het een verbazend echec, in zooverre een moreele satisfactie, dat het een streep haalt door de verwaten hoovaardigheid waarmede de Unie op old Europe placht neer te zien En, wat misschien uit een handelsoogpunt gezien nog gewichtiger is. In de V. S. begint het Inzicht door te dringen, dat de hermetische sluiting door middel van prohibitieve tariefmuren geen panacee is om zelfs zulk een groote economisch eenheid als de V. S. voor de schokken van een „slechter" func- tioneerende buitenwereld te beschermen Indien al het overbodige en schadelijke der laat ste jaren eerst moet worden opgeruimd, alvorens werkelijk beterer tijden kunnen aanbreken, dan moe ten er nog heel wat spaanders vallen. Ondertusschen is de Amerikaansche beurs waarvan thans de alge meene tedentie goeddeels afhangt, zoo onbetrouw baar geworden, dat men er geen dag en zelfs geen uur vooruit het verloop van kan voorzien. Ons publiek schijnt zijn rotsvast vertrouwen in Amerika stilaan te verliezen. Wat jarenlang niet het geval was, gebeurde thans dage nachtereen in vere hoe ken. noteeringen min of meer aanzienlijk onder Amerikaansche pariteit. De Amsterdamsche beurs verkeerde tot 15 Mei in de gelukkige omstandigheid óf}. de New Yorksche opening nog gedurende den officieelen beurstijd bekend werd, hetgeen den om zetten zeer ten goede komt. En alsdan bekend wordende nieuwe feiten vindt menigeen nog aanlei ding om een transactie te entameeren, terwijl te vens het befaamde middenkoersstelsel door een an der veel doeltreffender wordt gekortwiekt dan door iets anders. Het heeft immers thans weinig zin om middenkoersorders op te geven, die ook tot na half drie geldig zijn, daar onvoorziene omstandigheden te New York en dus ook te Amsterdam, geheel andere koersen en stemmingen kunnen veroorzaken dan de beoogde. Helaas echter zal deze natuurlijke prikkel na 15 Mei weer tot het verleden behooren Voor specifiek Amsterdamsche waarden belef de stemming, ondanks kortstondige oplevingen, sterk gedrukt. In eerste instantie noemen wij de heftige reactie van suikerwaarden, als volkomen bevesti ging va nhetgeen wij twee weken geleden schreven. Nog slechts een twingste deel van oogst 1930 is ver kocht en wil de V. J. P. kostbaren en schadelijken suikeropslag vermijden, dan zullen waarschijnlijk nog aanzienlijke prijsconcessies noodzakelijk blij ken, om internationale koopers te lokken. Onnoodig te zeggen, dat aandeelen H.V.A. bijzonder zwaar ge troffen werden, daar deze mpij. ook met haar nieuw geëntameerde andere cultures weinig succes kan hebben. Echter moeten ook de zg. incourante sui kerwaarden heel wat inboeten, en het was verbazing wekkend, hoe de New Yorksche termijnmarkt het klaar speelde, om op het reeds zeer lage niveau toch nog vrij gel dagelijks eenig dollarcenten per pond lager te noteeren. Eenige maanden geleden werd Cubasuiker naar Rusland verkocht tegen 1.5 $ct. per lb, hetgeen als fatale afbraakprijs werd aanvaard, alleen maar om wat zoetgoed kwijt te raken. Nu kan men voor 1.41 terecht. Na de misluk te Geneefsche suikerconfërentie weet nu niemand meer, van welke zijde er eigenlijk verbetering moet komen. Rubberwaarden ontwikkelden an aanvankelijk scher pe reactie, ondanks handhaving van het nieuwe laagterecord een stemming, die nog niet aangepast is aan de troostelooze vooruitzichten. Tabakswaarden beëindigden de week bepaald niet onwillig, vermoedelijk onder den invloea van iets betere weerberichten uit Deli, en geruchten nopens een medevallend dividend der Deli mpij. (21 pet.) Aandeelen Philips gloeilmapen waren aan voort- durenden verkoopdruk van het Nederlandsche pu bliek onderhevig, opgeschrikt door de liquidatie van het Duitsche belang. Het is thans het Engelsche ka pitaalreservoir, dat klaarblijkelijk moet dienst doen om Nederlandsche nijveraars aan contanten te hel pen, die bij het koopschuwe eigen publiek niet meer zijn te vinden. Wat de Philipsaandeelen betreft kan men Londen met het nieuwe gunstig behaalde ob ject gelukwenschen. De uitgifte der Margarine-Unie werd echter een mislukking, hetgeen te Amsterdam den koers tijdelijk tot driemaal pari deed dalen. Aandeelen van Berkel bereikten het noodpeil van 110 procent, zonder dat het bestuur eenig teeken van leven gaf. Ofschoon aandeelen Kon. Petroleum zeer gevoelig zijn voor lotswisseling van Wallstreet, bleven ze na aanvankelijke reactie toch goed prijshoudend. 2* £l ONZE LUCIFERS. Het is ruim een eeuw geleden, omstreeks 1815, dat lucifers zoo goedkoop werden, dat hun populari teit een aanvang nam een populariteit, welke eenmaal zoo groot zou worden. Tegenwoordig kent men aan één lucifershoutje feitelijk geen waarde meer toe, of het moest toevallig juist de laatste zijn, die men op een winderige plek noodig heeft om zijn fietslantaarn voorzoover niet electrisch aan te steken. De uitvinding va nhet oorspronkelijke brandhoutje gaat natuurlijk veel verder terug. Er zou een boek deel te schrijven zijn over de geschiedenis van ont stekingsmiddelen van de ontdekking door Bethol- let in het einde va nde achttiende eeuw va nden lucifer tot de benzine-apparaatjes, welke de heden- daagsche mode ons in het vestzakje en in de dames tasch stopt. De man, die de eerst onpractische en ook dure brandhoutjes als een massa-artikel maakte, was de Engelschman Jones. Hij wist een goedkoope somen- stelling te bedenken va nchloorzure kali. De prijs van ongeveer één cent per stuk daalde toen plot seling geweldig. De Engelsche lucifers heetten toen nog niet met dezen naam. De uitvinder noemde ze „Prometheans." Toch was voor honderd jaar het artikel van Jo nes voorloopig nogal gevaarlijk. Eerst in 1832 be dacht dezelfde Jones een brandhoutje waarvan de kop tusschen twee stukjet, met glaspoeder belijmd papier moest worden weggehaald. Dit was de voor- looper van de latere Zweedsche lucifers. Intusschen trachtten de Fransche en Duitsche chemisten verbeteringen in het houtje te brengen. De Duitscher Böttger verbeterde het systeem van Jones en stichtte de Zweedsche fabriek van Jönköp- ping. De bekende Zweedsche lucifernijverheid is hier van het resultaat. Het is nog altijd de fabriek, die aan het hoofd der luciferfabricatie staat, met een dagelijksche productie van meer dan een millioen doosjes. De meeste landen beschikken tegenwoordig over hun eigen lucifersindustrie. Ook in ons land vindt men er (Handelsblad.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 6