Zonnetijil.Zomertijd.
Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier
No. 60
DINSDAG 20 MEI 1930
39e Jaargang*^
Uitgave: Firma I, H. KEIZER. Redacteur 1. H. KEIZER. Bureel Roerdscharwoude.
Stemmingsbeeld-it Ëroenieniand
Tuinbouwvereen. „De Groente-Cultuur"
TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO.
NIEUWE
LANGEDIJKER ICOtRANT
DEZE COURANT \ERSC1ÏIJNT
DINSBAG D®NDERDAG
en ZATERDAG.
Abonnmentsprijs:
per 3 maanden 1.15.
ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 75 cent;
elke regel meer 15 cent.
GROOTE LETTERS
NAAR PLAATSRUIMTE.
Wat spijt het me, in alle ernst, dat de heer
Groen schreef zdoals hij schreef, 'k Gevoelde me
teleurgesteld, en had 't gevoel, dat een jager moet
hebben, die zoowat den heelen lieven dag door
boseh, beemd en hei zwierf, 'I geweer in den aan
slag', doch geen „wol of veer" te zien kreeg, tot
plots op 't alleronverwachtst een groote haas
of '11 mooien fasantenhaan in 't veld werd gezien',
doeli altijd maar buiten schot bleven.
't Wordt of eigenlijk '1 Ls al zoo'n beetje de
stille tijd. Wat aan groenten ter veiling komt, is
zoo heel veel niet meer, en er is niet veel aardig
heid aan, Over den handel in kool, uien, wortelen
te schrijven, als 'tgaat, zooals in den laatsten
-tijd. f.
En daar komt op eenmaal de pootgoedkwestie
aan de orde. Nu komt er leven 'in de brouwerij,
'n pikant debatje, 'n klein beroerinkje in Groen-
tenlands alledaagsheid. Edoch 't perswild blijft
buiten schot
"I.ezer, ge zult mijn teleurstelling beseffen.
De heer Groen trekt zich vergun me de
vergelijking terug in een bomvrije kazemat.
Hij denkt er niet aan te polemiseeren, want hij
is zich er diep van bewust, niet in staat te zijn,
alle door mij en anderen geponeerde stellingen,
die volgens hem even zoovele.misstellingen zijn,
recht te zetten.
Zoo zit hij in zijn reeds genoemde defensieve,
ongenaakbare stelling en zingt in mineur 'n
klagelijk liedekc, dat vol is van goede bedoelin
gen ,die miskend worden van onbegrijpelijke men-
schen, die niets willen begrijpen, om in nog kla-
gelijker, ja dramatischen toon een ode te zingen
aan de belaagd^ vertrapte, miskende cultuur,
'k Kwam onder den indruk,
ja, nu begin ik toch tc gelooven, dat 't anders
is, dan ik altijd zag. Tot heden had ik 'n monsch,
'n levend menseh nog altijd voor 'n ondeelbaar
wezen gehouden, 'k Heb stellig 'mis gezien.
Je kunt b.v. - 't is me een openbaring, heuseh.'
- als mènseh zeggen: ik walg van zoo'n K.I.Z.-
beweging, die hier geheel en al overbodig is.
Doch"als Rijksambtenaar kan diezelfde menseh,
ondanks die zeer verklaarbare tegenzin, uit over
tuiging toch zeggen: Voor 't K.I.Z. geef ik me.
Dat is de stelling uit de kazemat; voor geen te
genspraak vatbaar.
Daar heb je de L.G.C. en d'erzelver bestuur.
Laatst heeft dat bestuur vergaderd, en gaf
daarvan door de hand van zijn secretaris, n
verslagje. In dat verslag lees ik: ('kgebruik m n
eigen woorden, doch 't komt op t zelfde neei
„aan die pootgoedcommissiën" zijn verkoopbu
reaus verbonden; deze manier van doen heeft on
ze goedkeuring niet.
'k Beluister de klaagstem uit de kazemat:
„Wat ie de wereld toch boos!
Daar heb je verder de geheele Provinciale Com
missie; als ik m'n oor goed te luisteren leg om
op te vangen de klagende stem uit de zwaar om
muurde ruimte, verneem ik nauw hoorbaar: Die
overigens zoo kwaje lui weten er ook niks van!
Daar zitten we nu mét 't geval-
Daar komt me deze week nog een groothan
delaar opzoeken en we praten over de vooruit
zichten van den vroege aardappelenhandel. Den
bouwer was bij me gekomen, het een piepertje,
versch gerooid zien, ter grootte van een reeds
fiksche drieling. Nog slechts luttele weken en
we zien de eerste vroege aardappelen ter markt.
Daardoor kwam 't wel, dat we het spoedig over
aarduppelen-sorteering, aardappelenprijzen etc-
hadden.
Wat dunkt u! vroeg ik. Is er kans'op een beetje
bevredigende prijzen
n Merkwaardig antwoord heb ik gekregen.
Voor consumptie-doeleinden, luidde 't ant
woord zal het niet meevallen, 'tkwantum te
plaatsen. De Duitschers zijn vervelend, met hun
eisehen van nieuwe zakken en plömbeeringety
andere landen eisehen 'n niet onbeduidend in
voerrecht.
Natuurlijk kan 't nog meevallen, doch roos
kleurig lijkt me de naaste toekomst niet. 'k Ge
loof, dat het meer en meer de kant. uitgaat van
plantgoed. Niet onmogelijk, dat voor die doel
einden. heel wat kan geplaatst, wat op de prijzen
voor consumptie misschien nog eenigen 'invloed
kan hebben.
j Dus keuren. En nu moge men praten, wat
jnen wil over cultuur etc., dit lijkt me 'n zeer.
gezonde opvatting, gebaseerd op de practijk. Van
een koopman, die tot heden weinig of niets aan
den handel in plantgoed heeft gedaan.
De bestaande keuringsinstituten kunnen zich
blijkbaar aan de veranderde omstandigheden niet
aanpassen.
En 't zal moeten, in 't belang van „*de cultuur".
j Ja, heuseh van de cultuur.
Want 't is me een te eng begrip, in dit ver
band alleen aan keuring, selectie, etc. te den
ken. Trouwens is dat m.i. een praatje voor de
vaak, kiekeboe-spelerij, onmogelijk serieus te ne-
men. Zelfs door geen pootgoedcommissie, waarom
i verbindt zij er dan, om met de L.G.C. te spreken,
1 een verkoopbureau aan?
i D'e practijk dezer commissies kegelt dit zware
argument van den secretaris der keuringscom-
missies in N.-H. ondeptboven; die lichamen la
ten zien, dat cultuur zonder afzet onmogelijk is.
i Nu kan wel weer worden opgemerkt: dat heb
ik nooit 'beweerd; 'tzij zoo- Waarom dan zoo
geboomd over de zorg voor in gevreesde degene
ratie?
i Die komt stel u gerust -- niet door het
K. I. Z„ dit instituut hoopt juist daartegen te
walden.
i En nu de bouwers. Ge kunt redeneeren: Laat
waaien, wat gaat dit ons aan! O'Jf a. nu komt, pi' b.,.
't is lood om oud ijzer.
Vergun me u op te merken, dat ge u vergist.
Leest het ingezonden stuk van den heer J- Kloos-
ternoer in ons blad van j.l. Donderdag, en t zal
u duidelijk zijn, waarom het in uw belang is,
uwe pereeelen bij den secretaris van de P. \C
te Alkmaar op te geven-
Er bestaat (en dat alleen door het K.I.Z.) een
'ntcgelijkheid, uwe aardappelen, niet afkomstig
van goedgekeurd plantgoed, gekeurd te krijgen.
Tevens zijt ge dan in de gelegenheid, zoo uw
gewas wordt goedgekeurd, uw aardappelen als
goedgekeurd ten verkoop te presenteeren.
Ge maakt kans op 'n beteren prijs en dat voor
onbeduidende kosten-
Nimmer zult ge de Prov. Commissie, noch het
bestuur van de L.G.C. kunnen verwijten: Jullie
wisten, wat er op het spel stond, en ge liet alles
blauw-blauw.
Integendeel, de besturen hebben deze mogelijk
heid onder de oogen gezien engehandeld.
Laat men als bouwer hier oog voor hebben.
Naar wij vernemen is Zondag 11. door den
Eerw. Heer Pastoor der Parochie Langedijk, van
don kansel afgekondigd, dat zijn parochianen
goed zouden doen zich aan den nieuwen tijd te
houden en de scholen zouden beginnen en eindi
gen op de vastgestelde uren volgens den zomer-
Wees het vorig jaar de klok van de R. K. kerk
den zonnetijd, men zal zeker ook nu daar den
westelijken tijd van kunnen aflezen.
Ongetwijfeld valt hieruit te constateeren, dal
de meeste bezwaren tege nden zomertijd als ver
vallen mogen worden beschouwd.
En het van véle zijden meest aangevoerde
argument tegen den zomertijd, dat deze zoo vroeg
door de regeering we/d ingevoerd, was thans ver
vallen, want een invoering op 15 Mei kan men
moeilijk vroég noemen.
Vrceg zeker niet, wanneer we het 1lJclfellP
nagaan, waarop de zomertijd in het buitenland
werd ingevoerd: vr„,i„,.
En een vroegere invoering daar dan in Nedei
land, laat niet na haar invloed te doen gelden
op het groote verkeer in ons land.
Wij weten toch allen dat de Nederlandse^
•Spoorwegen het aan den lijve hebben ondervon
den, omdat een wijziging moet worden gebracht,
in de buitenlandsche treinverbindingen.
Als leeken kunnen wij liet machtig Europeesch
verkeer niet, ..verzien, maar wel kunnen wij ons
indenken, dat wanneer de Ned. Spoorwegen geen
wijziging hadden aangebracht, dit van grooten
vertragenden invloed zou zijn geweest op passa
giers- en goederenvervoer.
Geen vertraging van eenige uren maar nog
langer bij speciale buitenlandsche verbindin-
gen-
Hier gold dus: oorzaak en gevolg.
Kon men niet meegaan, dan zou dit een i'unes-
ten invloed kunnen hebben op het vervoer van
aan bederf onderhevig zijnde artikelen.
Ook onze autobussen rijden op den zomertijd-
De ondernemers moeten wel, want de wagens
rijden op het vertrek en de aankomst der tremen.
Wij behoeven hier niet uitsluitend den auto-
dienst te noemen, ons geheele bedrijfsleven
wordt bij de invoering van den zomertijd hierop
ingesteld
Zeo ook bij het Langedijker bedrijfsleven,
markten en laadplaatsen- -- Veilen en'vertrek
der convooien-
Degenen, die hierbij belang hebben, moeten
dus met'de nieuwe regeling rekening houden-
Gaat men op reis dan zal men rekeiung moe
ten houden met het op zomertijd rijden van de
autobussen-
Maar nog verder kan men gaan.
Het; winkelwerktijdenbesluit, dat met ingang
van i Jan. j.l. is ingevoerd, maakt hét noodzake-
lijk dat de winkeliers zich aan den'wettelijken
tijd moeten houden-
De wet kent maar één tijd. Haar tijd!
En nog verder schijnt men te gaan.
Naar ons werd medegedeeld, wordt er controle
uitgeoefend, öf de particuliere, bedrijven zich. hou
den aan den tijd op de arbeidslijsten vermeld.
Wil men dus niet in conflict komen, dan moet
men iich houden aan de daarop voorkomende
uren. Dus: 'den wettelijken tijd.
Bij deze opsomming willen wij het thans laten.
Een opsomming van bedrijven, die alle, het een
meer het andere minder, een schakel zijn in het
machtig geheel dat „Maatschappij" heet.
Niemand ontkomt aan den „wettelijken tijd".
In een of ander opzicht heeft men er in het leven
rekening mede te houden.
Zoo lazen wij een bespreking, gehouden in
de vergadering van de vereeniging „De Tuin
bouw' te Sint Pancras, waarvan het gevolg was,
dat aan B. en W. zou worden verzocht niet tot
ihvoering van den nieuwen tijd voor de school
over te gaan.
Ja, zelfs lazen wij daar, dat de al of niet-invoe-
ring afhankelijk zou worden gesteld van het
besluit van het Chr. -Schoolbestuur.
'Maar - zoo vroegen wij ons af gaat het
nu aan dat een besluit van B. en. W. tot invoe
ring van den „wettelijken tijd" en dat was
toch besloten afhankelijk wordt gesteld van
een beslissing van een andere corporatie?
Wanneer het juist is zooals ons werd mede
gedeeld dat de meerderheid der ingezetenen
in de gemeente zich aan den wettelijken tijd
houdt, hoe moet dan een college van B. en W.
zich gevoelen in de positie, waarin het zich
thans geplaatst ziet, door niet-uitvoering van
hot genomen besluit, afwachtende een beslissing
van do eene, en een verzoek krijgende van een!
andere ofganisatie, reeds in een openbare verga
dering van Vrijdag 11. gedaan, om 'den ouden tijd
te handhaven.
Wij zullen niet trachten dat gevoel te schei -
sen, te meer niet, wanneer er èn door voorstan
ders èn door tegenstanders gelachen wordt om
een dergelijk besluit.
Maar wel vragen wij ons af: wanneer zal er
nu eens een einde komen aan dat gekibbel; over
ouden en nieuwen tijd over zomer- en zonne-
En tevens antwoorden wijwanneer men ëeiis
van alle zijden probeert zich aan te passen aan
ons maatschappelijk bedrijfsleven.
Wanneer het buitenland voorgaat, dan moét
Oorzaak eii gevolg.
Het is het economisch in elkaar grijpen van
het internationale leven en verkeer.
En dat'is een groot motief.
ie Broek op Langenpijk
Vergadering der Tuinbouwvereeniging „de Groen
tecultuur'" op Maandag' 19 Mei, 1930, des avonds
halt acht ten lokale van den heer Vijzelaar.
Aanwezig 58 leden.
Voorzitter H. Glas opent de vergadering met de
navolgende woorden
Geachte vergadering!
Leden van „Groentecultuur."!
Het is al eenigen tijd geleden dat door uw be
stuur in den zomer een vergadering werd uitge-
Weinig vergaderingen bleken noodig, buiten liet
tweetal dat gehouden werd in de wintermaanden.
Doch thans is door de Prov. Comm. een onder
werp aangesneden, dat uw aller belangstelling'
vraagt en waarover straks uw oordeel en stem zal
moeten worden uitgebracht.
Een enkele opmerking zou ik eerst willen maken.
Dat de finantieele uitkomst van ons bedrijf in
dit voorjaar slecht is geweest, uit den treure is
dit geschreven en besproken, maar door u allen
in de uitikomst ook gevoeld. Daarom zal ik dit niet
voor u herhalen. Ge hebt het zelf al meerdere ma
len gedacht en uitgesproken.
Ook het onderwerp „meer producten veilen in
herfst, en voorwinter" is door u al zoovele malen
gehoord, maar ook allicht door u zelf gedacht en
uitgesproken. En ik denk dat die gedachte van u
zelf meer zal uitwerken dan het schrijven en spre
ken van anderen.
Als we dat altoos maar moeten aanhooren „meer
veilen in herfst en winter" zou het ons gauw schij
nen alsof we het bewaren voor ons gemak doen.
Niemand zal dit toch kunnen beweren, hoevelen
toch zitten des morgens of des avonds nog aan
hun kooltjes, daar overdag' veldarbeid hun aan
dacht vraagt. Dat er wel begeerte is tot afzetten
bleek herfst 1928 wel met de D. W., toen deze een
goeden prijs opbrachten was de aanvoer groot. En
zelfs dezen herfst met tamelijk lage prijzen was
er van D. W. nog een tamelijken aanvoer. Veel
meer dan eenige jaren terug.
Met recht zou ik zeggen, wordt er over dien aan
voer meer geklaagd dan noodig is. D. Wit en geel
werd dezen herfst bijna niet voor export gekocht.
Nadat eenige motoren van buitenaf aangev oerd wa
ren van gele kool, tuimelden zij van boven de f 10
tot ruim de helft van dezen prijs.
Indien niet veel door opleggers en voor koelhuis
gekocht was, dan was de opbrengst toch zeker aan
den lagen kant geweest.
Voor roode kool was wel meer vraag maar kon
de koopman daarvan niet koopen wat hij behoef
de' Naast de veiling is toch in Nov. en Dec. alle
gelegenheid om tuindersop te zoeken, die verkoo-
pen willen, daarom zou ik willen zeggen indien er
werkelijk tekort op de veiling komt, als alles uit de
hand verkocht werd, en niet op de veiling, kondet
ge toch niet meer koopen. M. i., behoeft men daar
voor geen verplichten aanvoer te begeeren, zooals
enkele stemmen werden vernomen. Ik hoop, dat we
daarvan verschoond zullen blijven, ja, zelfs dat daar
toe nimmer pogingen zullen worden aangewend.
Deze vrijheid zouden wij ons toch niet laten ont
neT^etheorie zou er misschien nog wat van kunnen
komen, maar het zou wel blijken, dat het practisch
niet uitvoerbaar zou zijn.
Laten we toch ons zelf zijn en een beetje vrij
heid voor onze persoonlijkheid laten bestaan. De
zucht om alles gelijk te maken zit in de gedachte
der menschen. Vooral bij hen die niet met de na
tuur in aanraking komen in hun arbeid, neemt deze
gedachte van gelijkheid al vaster vorm aan. Maar
wij die in de natuur met hare afwisseling moeten
arbeiden en ons brood daarin vinden, weten dat die
gelijkheid bij ons eenmaal niet bestaan kan. En toch,
dat die zucht tot gelijkheid in de gedachtenwereld
der menschen overheerscht, zien we allerwege.
En worden we bij ons ook wel gewaar in zijn
gevolgen.
We merken het als ons op het platteland het ze
vende leerjaar als een drukkende last wordt opge
legd. Voor de stad was dit misschien noodig, en voor
degenen die het verlangden daarom ook bereikbaar,
maar waarom die neiging om dat tegen onzen wil
ons op te leggen?
Voor h#n, die de hulp der kinderen behoeven is het
zeer bezwaarlijk.
En door menig kind wordt het arbeiden Op het
land als iets minderwaardigs beschouwd.
Ook die zucht tot gelijkheid zien we in het lang
zaam invoeren van den zgn. nieuwen tijd ook op
het platteland.
Zij, die iets met de arbeidswet te maken hebben
zijn al bijna verplicht met den nieuwen tijd mede
te gaan.
Ook in een naburig dorp werd door B. en W.
volgens courantenbericht de nieuwe tijd voor de
school verplichtend gesteld.
Tenslotte zal men het zoover brengen, dat wij de
menschen zijn, die de last veroorzaken met dien
ouden tijd, en niet zij, die aan dien tijd begonnen
te draaien.
Indien de noodzaak er toe dreef, gelijk in de oor
logsjaren het geval was, bleek ook de t"
bereid daarvoor opofferingen te willen getroosten.
Maar die noodzaak bestaat thans toch niet meer,
maar thans is nieuwe tijd zeer geschikt voor hen,
die een langen avond hebben en daarom met kunst
en vliegwerk slechts op tijd kunn enopstaan.
Voor ons is de dag lang genoeg en zeker veel aan
genamer als we niet gedwongen worden steeds een
uur meer in de koude of nattigheid te werken.
Daar er zooveel voor land- en tuinbouw wordt ge
schreven over hulp aan deze bedrijfstakken in dezen
benarden tijd, moge dan vooral voor ons zoo druk
kende regelingen van verplichte zevende leerjaar en
nieuwen tijd weggenomen worden.
Dat ook thans evenals altijd uw besprekingen za
kelijk en opwekkend en niet persoonlijk mogen zijn.
Hiermede verklaar 1lt de vergadering voor geopend
Na lezing en goedkeuring der notulen kwam aan
de orde punt 3 der agenda, wijziging van de sor
teering de raardappelen.
Voorgesteld werd de eerste dagen van den oogst
de maat van drielingen van 2833 m.M. en groote
boven 33 m.M. Nadien wanneer de aardappelen ee-
nigszins volgroeid zijn, zullen de volgende maten
gelden in overleg met den handel en bestuur der
Prov. Comm. uit de veilingen in Noordholland.
Voor geelvleezige drielingen van 28—38 m.M.
voor geelvleezige middelgroote van 3655 m.M.
voor geelvleezige groote boven 50 m.M. voor wit-
vleezige groote boven 40 m.M.
En op een nader te bepalen tijdstip boven 45 m.M.
In verband hiermede was door Groentecultuur
een schrijven gericht aan den secr. der Prov. C. met
de vraag, wat of verstaan werd onder eenigszins vol
groeid èn wat verstaan moet worden onder de woor
den, de eerste dagen.
De heer W. Slot vraagt of vanwege het bestuur
geen prae-advies gegeven wordt. Geantwoord werd
^Burgemeester Slot, voorz. der Prov. C. geeft hier
na een uiteenzetting van de resultaten der vergade
ring met de handelaren, aangaande een betere sor
teeringwaarop ten koste van strijd en moeite het
voorstel geboren is, zooals het nu is. De handel
wenschte al dadelijk te beginnen met een minimum
maat van 30 m.M., maar was door spr. terugge
bracht op 28 m.M., ook wat betreft den lateren be
gindatum. Wanneer zulks dadelijk bij het begin der
campagne .ingesteld werd, zou dat funest werken,
daar dan de campagne verlaat werd en hieraan zijn
teveel andere factoren verbonden, zooals nateling
en andere, al zou er dan later weer meer geld
voor terecht komen.
Wat betreft een term te vinden voor volgroeidheid
is niet gemakkelijk, waar we van het groeien niets
weten te bepalen. Het eene jaar zegt het andere niet
Evenzoo wat bereft de meerdere werkzaamheid wel
ke er aan verbonden is. Spr. kan zich best indenken
dat er niet veel animo voor bestaat, maar men moet
ook den anderen kant bezien.
Wanneer door vooraanstaande kooplieden medege
deeld wordt, dat we niet een sorteering hebben, zoo
als zij wezen moet, dan hebben we rekening te hou
den met dat oordeel, daar we hoe langer hoe meer
in de verdrukking komen met onze producten, en
met deze voorgestelde sorteering is het product be
ter voor het buitenland.
De heer S. de Graaf zegt, dat de handel vraagt
om de sorteering. En zou gaarne zien, dat deze sor
teering door den handel zelf werd ter hand geno-
Burgemeester Slot zegt, dat zulks In zeker opzicht
juist is, maar vindt het voor de kooplieden te duui
en daarbij kunnen ze het niet zoo doen als de bou
wers. En wat betreft het zelf doen, zal zulks toch
op ons terug komen wat betreft de kosten.
Door den heer W. Slot werd gevraagd of door den
handel nog gezegd is of de maat tot 45 nog door
hem gebruikt kan worden, daar deze m den regel
gekocht worden voor koevoer. Bedoeld werd hier in
h°Dedhaeer a! Slot AJPz. vraagt ofhetvoorstel au£
er^^^e^gesp^keïworden dat er veranderingen
gebracht wordt, anders heeft het geen nut Spr. zou
gaarne zien dat ten opzichte van enkele dagen,
•7iilks veranderd werd in enkele weken.
Voorz deelt mede, dat het voorstel is te beschou
wen als uiterste grens.
De heer C. Slot vindt het altijd een beetje eigen-
nnrdie wanneer zulke voorstellen van den handel
komen Want de praktijk leert, gezien de uitvoering
van het U C B -merk, de regeering moest ingrijpen.
Het product moet op de veiling aan het merk vol