Pierre Seccone
AGENDA
Rechtzaken
SPORT EN WEDSTRIJDEN
De Nederlaagwedstrijden van D.T.S.
J. V. „Eben-Haëzer" te DÜrkshorn.
Agenda voor Zondag 8 Juni van "68 uur.
K. Frans, Gew. Gesch. 54, „De Tempeldienst,".
8j. Geertsma, Vaderl. Gescli. 12. „Dje stempe
ling van ons volkskarakter".
Ger, M.V. „Laat ons goeddoende niet vertragen".
DSrkshorn.
Agenda voor Vrijdag 6 Juni a.s.
M. Borst, Gel. Bel. Art. 22.
Geref. Jongel, Vereen. „Timotheiis"
Noord sébarwoude.
Agenda voor Woensdag 4 Juni, 7.30 (n.t.)
IX Barten, Gel. Bel. les 29 get. „Onderscheid en
merkteeken der ware en valsqjie kerk".
A. de Ruijgh, M.O. schets 7a, get. „Kerk en
Maatschappij".
ALKMAAR,
VOOR BEN KANTONRECHTER.
Zitting van Vrijdag 30 Mei,
Ce conclusie was ten slotte: Aftikken.
De zaak van den kantonrechter, die nimmer
aan debietsgebrek souffreert, was ook heden weer
berekend op een druk bezoek, doch slechts weini
gen van de pl. m. 75 invite's hadden aan 3e uit-
noodiging gevolg gegeven. Aangevangen werd
met de zaak tegen den heer P. v. L„ ponsion-
houder te Egmond a. Zee, die zich op den twee
den Paasehdag had verstout in gezelschap van
zijn dochter en een microscopisch smoushondje
een wandeling te maken op liet streng verboden:
Bosch en Duin terrein van Jhr. Six, welke heer
door het aanbrengen van een aantal borden had
kenbaar gemaakt, dat de aanwezigheid van on
bevoegde wandelaars hem niet aangenaam noch
welgevallig was. De jachtopziener de Winter,
plichtsgetrouw ambtenaar, had de aanwezigheid
van den heer v. T. op ontoelaatbaar terrein' gecon
stateerd en proces-verbaal opgemaakt.
Gelukkig had de heer v. L'. door een goeden geest
gedreven, het duo decimo smoushondje telkens
teruggeroepen, anders had hij ook nog een bekeu
ring opgeloopen wegens overtreding van ee;n des
betreffend artikel der jachtwet,
De heer v. L„ die de vorige maal een artistiek1
uitgevoerde situatiekaart had overgelegd en zich
had beroepen op het ontbreken van een verbods-
aanduiding, moest echter thans, na verhoor van
den verbalisant, erkennen dat zijfn gedocumenteerd
verweer niet sterk genoeg werd bevonden om hem
straffeloos te doen heengaan en volgde veroor
deeling tot, f2 boete of 2 dagen hechtenis. De
heer v. 3. gaf zijnerzijdsch de plechtige belofte
wel te zullen oppassen, zich in 't vervolg op de
eigendommen van Jhr. Six te vert.oonen, zoodat
dienaangaande geen bezorgdheid behoeft te wor
den gekoesterd.
Een wat al te gevoelige kerkgangster.
De chauffeur van een autobus, de heer A. W.
te Egmond aan den Hoef stond 14 dagen geleden
terecht als verdacht in den avond van 4 April
mej. Joh. Lief tink, die uit de kerk komend,
stevig gearmd met haar zuster Lucia op den
Heerenweg wandelde, door zijn onvoorzichtig rij
den bijna te hebben aangereden. De zaak was 'na
ontkentenis van den heer W. aangehouden tot
nader onderzoek, en thans werd nog als getuige
gehoord de autobuspassagier J. de Groot, die
verklaarde niets abnormaals te hebben opgemerki
Hij beschreef voorts den verdachte als een be
kwaam en voorzichtig rijder, terwijl de politie
verklaard had dat W. gewoonlijk snel maar goed
reed. Waar voorts niets meer in het nadeel van
den chauffeur naar voren gebracht kon worden,
bleef er van het schuldbewijs niets over en werd
de heer W. dan ook met algemeene stemmen vrij
gesproken.
Twre grijze veteranen van de rijwielbrigade
in 't gedrang.
Tijdens een druk en nog door aan den weg
staande afgeladen wordende automobielen, hand
karren, und so weiter werd de 52-jarige heer KI.
Ambagtsheer, winkelier te Alkmaar op de Bier
kade met zijn rijwiel weggedrongen door een
achterop rijdende auto weggedrongen, waardoor
hij in aanraking kwam met den 64-jarigen fabri
kant P. v. Maarleveld, die terzelfder hoogte
naast hem fietste. Het. gevolg was dat Ambagts
heer zich staande wist te houden, doch dat de
heer v. Maarleveld met zijn rijwiel tegen een
aan den weg staanden auto viel en zich de hand
bloedend verwondde. Bewuste chauffeur, de 26-
jarige heer O. v. L., die was doorgereden, werd
50)
XIV.
Op liet station.
Die woning was ongeveer honderd meter van
liet spoorwegstation gelegen onlangs gebouwd
en had. nieman.l nog dan Mousseline tot. bewoon
ster gehad.
Gerome nam liet huis in ^ogenschouw, en zag
een verlicht venster op de tweede verdieping;
hij vermoedde dat daar de kamer der jonge vrouw
moest zijn, en liet daarop oen gillend fluiten
hooren, dat in de stilte van den nacht klonk.
Schier terzelfder tijd hoorde men op verren
afstand en als een jammerkreet door den echo der
vallei teruggekaatst, weder scherp en langdurig
fluiten op den spoorweg.
„Verduiveld!" zei de landlooper, „het schijnt
dat het tijd was de anderen zijn niet ver en
'tis geen zaak hier te'lantervanten."
Bij deze woorden opende zich de deur van het
huis en een man trad op 'het trottoir.
'tWas de dokter.
Bij het gaslicht merkte Gerome op dat hij
doodsbleek was en zijn blik iets angétigs, dwa-
lends had.
„Goed, goed!" zeide hij terstond, „wij weten
wat dit zeggen wil,"
later door den heer Ambagtsheer over het ge
beurde aangesproken en daar deze conferentie een
niet bepaald vriendelijk karakter droeg, werd
besloten den strafrechter in de zaak te mengen.
De heer v. L. stond nu terecht en ontkende
ten stelligste door zijn roekeloosheid oorzaak te
zijn geweest van 'de ontstane verkeersverwarring
De twee oude heeren reden naast elkander, (welke
„methode de kantonrechter 'n „pest" voor den
automobilist noemde). Hij had een aantal meters
achter hen gereden en toen eindelijk het goede
oogenblik gekozen om voorbij te komen. Vermoe
delijk was 'de heer Ambagtsheer toen opgereden
tegen v. Marleveld, met "het hierboven door ons
gereleveerde onaangename gevolg. Door de wiel
rijders werd evenwel volgehouden, dat de chauf
feur de oorzaak was en bovendien nog minder
bejeefd was opgetreden, "toen hem op zijn on
voorzichtigheid was gewezen. Ontkend werd
voorts door de getuigen, dat zij opzettelijk en
geregeld naast elkander zouden hebben gereden.
Waar echter weinig overeenstemming werd ver
kregen en beide partijen onwrikbaar bij hun
onderscheidene verklaring van het gebeurde ble
ven volharden, werd het noodig geacht, naar
nieuwe getuigen om te zien en de zaak alzoo
voor onbepaalden tijd aangehouden.
Een schuldbewuste houding, die een goeden
indruk maakte.
De 48-jarige heer Gomelis B., landbouwer te
Heiloo, was op Zaterdag met zijn voor een bak-
wagen gespannen schimmel naar de stad geredenj,
doch maakte, toen hij te Alkmaar van Ren Hei-
looërweg het Kennemerpad wilde inrijden bij
dien bocht een tegen de verkeersregelen indrui-
sehende manoeuvre, omdat hij in de bocht een
handkar wilde voorbij rijden, wat altijd ten
strengste verboden is. Hij kwam hierdoor met
schimmel en voertuig op 'het linker weggedeelte
en reed toen den heer Jac. Koenmans zoodanig
aan, dat deze met zijn rijwiel onder den wagen
geraakte. Gelukkig werd de heer K. zelf niet
noemenswaardig, doch zijn rijwiel duchtig be
schadigd. De heer B. overtuigd van zijn schuld,
liet zich niet onbetuigd en maakte geen be
zwaar de materieele schade geheel te vergoeden.
Ook 'thans, nu hij terécht stond, beleed hij rui
terlijk zijn zonde tegen het verkeer, welk mea
culpa den kantonrechter "zoo gunstig stemde, dat
hjj den heer B. ter zake deze inderdaad zeer ern
stige verkeersovertreding, slechts f 15 boete of
15 dagen oplegde.
Een braai' gezinshoofd, dat zijn kinderen
gepast Zondagsvermaak verschafte, op
den bon geplakt.
De 46-jarige heer J. de Sm., groentenhandelaar
te Velzen, bezigt op zon- en feestdagen zijn be
drijfsauto als genotmiddel om zijn talrijk gezin
een genocgelijken dag te verschaffen tegen den
minsten kostprijs. Hij rijdt zijn uitgebreide kin
derschaar naar iedere plaats in den omtrek, waar
natuur of kunst iets te genieten geeft. Dan is
de reis eens naar Amsterdam, ten einde een be
zoek te brengen aan Artis, een andermaal en
wel op 24 April reed de heer 8. met zijn, open
vraclitauto, waarop eeiiige'ledige kisten als fau
teuils naar Alkmaar. Zijn passagiers bestonden
uit zijn vele kinderen, benevens zijn vrouws zus
ter met haar spruiten, zoodat hij gevoegelijk
kon zingen: ik heb m'n wagen, vol geladen, vol
met, kleine kleuters. Enfin, de bemanning be
droeg in totaal 10 personen. En hij moest daar
mede Limmen, de gevaarlijke zóne passeeren.
Want eer marcheert een olifant in den paradepas
door het oog van een stopnaald, dan dat de waar
dige. gem.-veldwachter aldaar een verkeersover
treding ongerelateerd zou laten. En een verkeers
overtreding was, want een groentenauto is niet
ingericht voor personenvervoer eh was evenmin
als zoodanig goedgekeurd, zoodat een procesver
baal volgde en de goede groentenhandelaar te
recht stond, zijn ontstemming getuigende over
het eontrasteerende feit, dat hij, als zorgzaam
huisvader, zijn kinderen van ongeoorloofde ver
maken afhoudend, tot helooning werd opgeknapt
met een dagvaarding. Hij beschouwde het op
treden der politie als het zoeken van spijkers
op laag water, 'doch de ambtenaar beduidde hem
dat de wet verbiedt het vervoer van meerdere
personen in een daarvoor niet bestemd rijtuig,
niet voor dit gebruik goedgekeurd en adviseerde
den heer de S., zich alsnog een dergelijke goed
keuring te verschaffen om zich verdere moeilijk
heden te besparen. De eisch was f 10 boete of 10
dagen, doch de kantonrechter wil het vraagstuk
nog eens bestudeeren en zal over 14 dagen schrif
telijk vonnis wijzen.
Het lot viel weer op Jonas.
In gezelschap van een vijftal gezworen kame
raden, peddelde in den nacht van 21 op 22 April,
na rijkelijk in de metropool van 40 plus genoten
Paasch-amusementen in bioscopischen, dansryth-
misehen en vloeibaren vorm, de 23-jarige land
bouwer, Cornells A., naar de plaats zijner inwo-
„Hoe! wat wilt ge?" stamelde Benoit.
„Langs deze zijde, en niet gedraaldO, voor
een geneesheer schijnt ge weinig kordaatheid te
bezitten." En hij trok "hem naar het station.
(Waarheen vroeg de dokter.
„Pat zult ge wel zien," antwoordde Gerome,
„voorshands moeten we "de reizigers van Parijs
de revue laten passeeren. Onze man moet er bij
rijn..."
„Welken man?"
„Waarachtig, ge zijt de kluts kwijt, laat je
daarom leiden en volg- mij."
„(Maar
„Stil
Een coupé wier twee lantaarns de duisternis
met een schitterenden lichtstraal doorboorden,
reed hen voorbij op "dit oogenblik' en kwam op het
stationsplein. Gerome verhaastte zijne schreden.
Het portier der coupé werd geopend' en hij zag
er een jongen man uitkomen, die terstond in de
vestibule verdween.
„Ik was er zeker van," mompelde de landloo
per, „hij is 't."
„(Wie hij vroeg de dokter.
„Wel, Raymond, hij komt zijn vriend,., Hector,
die van Parijs arriveert, tegemoet."
„Wat is hij daar gaan doen?"
„B-at zullen we waarschijnlijk vernemen."
De trein was aan 't perron gekomen, de reizi
gers waren uit de wagens gestapt en verwijder
den zich door al de uitgangen.
Gerome stond terzijde en sloeg alles gade.
Weldra zag hij dan ook H-ector naderen, en
achter hem Raymond in gezelschap van een der-
ning Heiloo. Helaas, op den Kennemerstraatweg
gaf -zijn rijwiellantaarn onverwacht den geest,
juist op het ongeschikte moment, dat een ver
keersagent, geduldig wachtend op de dingen die
komen zouden, het onverlichte karretje van Cor
nells in de gaten kreeg. Zijn vijf medegezellen
konden ongehinderd over de grens komen, 'doch
Cornelia was, zoo men het in de beeldspraak1 des
volks noemt, de pisang of de sigaar. Heden te
recht staande, werd hem f2 boete of 2 dagen
opgelegd. De kantonrechter was zoo vriendelijk
aan te nemen, dat de lantaarn juist op het cri-
tieke oogenblik den dienst had geweigerd.
Een weinig schitterend debuut als chauffeur.
Op 121 April, 2en Paasehdag en Alkmaarsche
motorraces, welke festiviteiten gewoonlijk samen
gaan, bevond de 67-jarige, maar uiterst krasse
en uitstekend geconserveerde oud-journalist, de
heer Teeuwis Engel, wonende te Wijk aan Zee,
zich in een pieremegoggeltje, 'n meer vertrou
welijke uitdrukking voor een eltroënduozitter,
op den straatweg nabij het Woud, gem. Bergen,
toen zijn Ruozittertje op grond van benzinegebrek
geen kracht vond de thuisreis naar Wijk aafn Zee
voort te zetten, mitsgaders de heer Engel, vleu
gellam geslagen, zijn wagentje ter z'ijde van den
weg liet staan en een dienstvaardig joggie uit
stuurde om wat benzine op te duikelen. Inmid
dels echter kwam eensklaps een vrachtautomo
biel, waarin, behalve den chauffeur, een aantal
vroolijke jongedames waren gezéten, pardoes in
rijden op het hulpelooze pieremegoggeltje van
den heer Engel en werd een spatbord als een
speelkaart omgebogen. De verwekker van dit
onheil gaf de schuld aan den smallen weg, doch
uit zijn onhandig gescharrel bleek duidelijk dat
hij de kunst van autorijden nog lang niet machtig
was. Op de vraag van den heer Engel, naar zijn
naam gaf hij op te zijn Jan Eere, doch de heer E.
was zoo vrij ook het nummer 4702 te noteeren,
waarop de in de auto zittende jonge dames, eens
klaps collectief uit de auto sprongen en het ha
zenpad kozen. De heer E-. kwam door die plotse
linge en komische vlucht tot het idee, dat er iéts
met ien mijnheer Jan Eere niet in den .haak
was en zijn vermoeden bleek juist, want hij bleek
to heeten W. Sch., woonachtig te Egmond a. Zee,
was niet in het bezit van een geldig rijbewijs en
maakte met zijn den dood niet vreezend vrouwe
lijk gezelschap, een soort van proefritje, wat hem
evenwel wonderslecht bekwam, daar hij heden
werd veroordeeld tot f30 boete of 30 dagen,
f15 boete of 15 dagen en werd aan den heer En
gels diens schadevergoeding ten bedrage van f 28
toegewezen.
Die juffrouw mag wet een üenrittenboekje
nemen, dat is misschien voordeeliger.
Onlangs verscheen voor den kantonrechter ter
zake overtreding van het winkelwerktijdenbesluit
mej. Koosje v. Dijk, onderneemster van het be
kende eouponhuis te Alkmaar. Het bleek toen
dat. een onjuiste datum in de ambtelijke stuk
ken was vermeld en werd de juffrouw, nadat
ile zaak tweemaal onder de aandacht van den
kantonrechter was gebracht, wegens gebrek aan
bewijs vrijgesproken. Daar liet. echter de bedoe
ling was een principieele beslissing uit te lok
ken, liet. mej. v. D. zich opnieuw calanceeren
en zou heden die zaak wederom behandeld wor
den, doch vreemd genoeg was ook' nu den, verbali
sant niet gedagvaard en kon niet tot een rechter
lijke uitspraak worden overgegaan, zoodat de
zaak maar weer werd uitgesteld tot a.s. week,
teneinde den verbalisant te hooren. Het betrof
hier de kwestie dat mej. v. Dijk een winkeljuf
frouw liet arbeiden voor 2 uur n.m., 'terwijl de
arbeidslijst aangaf, dat die arbeid eerst te 2! uur
mocht aanvangen. Mej. v. Dijk beweerde even
wel, dat zij voorgelicht door een toelichting en
handleiding betreffende dit winkelwerktijdenbe
sluit, zelf op de lijst het aanvangsuur op 1 uur
had gesteld, doch dat de politie, tegen haar uit-
drukkclijken wil en wenseh tijdens haar afwezig
heid dit weer had veranderd in twee uur en hier
mede wenschte zij niet accoord te gaan. Mej. v.
Dijk overlegde de desbetreffende handleiding en
de kantonrechter gelastte aanhouding tot a.s.
week, teneinde den verbalisant te hooren.
D. T. S. 1—Hollandia 1. 2—7.
Deze ontmoeting vormde wel een groote te
genstelling met die van Re vorige tegen Alrmaria
JEvenals toen kregen de Deetjes ook nu weer
een groote nederlaag te slikken. Maar werd van
Alcmaria met eere verloren, geheel anders was
dit tegen Hollandia het geval. Men liet zich nu
willoos slachtofferen. Geen zweem van eenig en
thousiasme noch van een stug willen was er te
bespeuren. Met alsdien al de nare gevolgen er
van. Wat is een D;.T.8.-elftal, wanneer het niet
door enthousiasme geschraagt wordt? Tegen te
genstanders als 't slag van Hollandia moet men
het immers daarvan hebben, daar D. in vele op
zichten bij dergelijke elftallen in speltechniek
nog ten achter staat.
Slechfs in de laatste min. van de eerste helft
kregen we een slap aftreksel van het spel gelijk
aan dit tegen Alemaria te zien, met als direct,
gevolg 2 doelpunten. De rust ging toen in met
32 voor de Hoornschen, en aangezien de
Deetjes nadien den wind in den rug kregen,i was
men met recht hoopvol gestemd. Maar al spoe
dig hielpen de spelers ons uit den droom. Wel
domineerden de Deetjes, met behulp van den
straften wind, de eerste 10 minuten, maar men
speelde zoo onbenullig, en zonder eenig gebruik
der hersenen, dat de Hoornschen al gauw dit
klungelachtige spel den kop konden indrukken en
zich meester van het terrein wisten te maken,
en na een kwartier daardoor de leiding ver-
grooten. Wie nu dacht dat D. zou aanpakken,
had het mis. Met een halsstarrigheid, een betere
zaak waarcj^g, bleef men in het doelloos getrap
volharden, een kolfje naar de hand van gerouti
neerde tegenstanders. Bovendien was Kansen zeer
onbetrouwbaar en maakte weer eenige akelige
blunders, waarvan de resultaten niet uitbleven,
terwijl een De-speler zoo nu en dan eens sarcasti
sche opmerkingen aan het adres van zijn doelman
toewierp. Sommigen mogen hierom lachen, wij
keuren dit af, daar dit alles behalve bevorderend
is voor den goeden geest.
We aarzelen dan ook niet met te zeggen, dat
men deze nederlaag geheel aan zich zelf heeft
te wijten, en men kan nu zoo'n beetje nagaan
wat voor een „genotvollen"middag men de D.-
aa.nhangers weer heeft bezorgd.
Met ergernis hebben we dezen wedstrijd ge
volgd, en ware 't niet dat we 't vertrouwen had
den, dat men in 't vervolg de D'.-aanhangers voor
dergelijke onpleizierige ontmoetingen zal bespa
ren, we zouden weinig lust gevoelen om dan nog
van dergelijk onbenullig ge-voetbal der Deetjes
een verslagje te maken.
Dte wedstrijd.
Een fiksche regenbui, die eenigen tijd voor
den aanvang neerplaste, had het terrein zeer glib
berig gemaakt. Hollandia heeft 1 invaller. D.T.S'j.
mist Kos. waarvoor de oud-speler T. Ilermsen
meesepelde. D. begon met 10 man, daar Kroon
niet aanwezig was en die eerst na geruimen tijd
het elftal completeerde.
Direct na- den aftrap zig-zagde de H.-voorhoede
door de D .-verdediging en nam binnen de minuut
de leiding. H. bleef domineeren en al spoedig
volgden nog een 2-tal doelpunten. Als Kroon, dan
verschijnt weet D. geleidelijk het spel wat te
verplaatsen, maar de aanvallen zijn door hun
futloosheid ongevaarlijk. H. bracht er in deze
periode ook weinig van terecht, en scheen haar
kruit reeds verschoten te hebben. Zoo blijft het
spel op en neer gaan, als D:. dan plots eenige .min
voor de rust een-opleving krijgt. Kuiper rent, op
de II.veste af, een duel ontstaat en een der H.-
spelers schiet tegen JKuipers' been, waardoor de
bal in 't net vliegt. Onmiddellijk daarna weer
een snelle D.-aanval. De H.-linksback, met Eecen
op z'n hielen, wil in zijn benauwdheid corner
trappen, maar schiet in plaats daarvan regelrecht
iu zijn eigen doel. Zoo kreeg D'. dus op goed-
koope wijze ineens 2 doelpunten. De tweede helft,
was wel de slechtste. Aanvankelijk zijn het de
Dieetjes, die domineeren, maar men speelt zoo
ondoordacht, dat de H.-backs gemakkelijk ieder
gevaar kunnen afweren. Een prachtkans op den
gelijkmaker wordt door Hermsen naast gescho
len. Met de enkele verre schoten weet de H-
doelman wel raad. Een kwartiertje duurt dit
spelletje zoo. H. ziet dan in, dat de Dieetjes,
ondanks het bondgenootschap met, den straffen
wind, weinig gevaarlijk zijn, en langzamerhand
maken zij zich meester van het terrein. Kansen
laat, ee nhoudbaren bal dan onder zijn handen
doorglippen. In plaats dat dit D. tot meerdere
activiteit prikkelt, blijft men doelloos heen en
weer trappen, en spant men zich in 't geheel
niet in om den achterstand in te halen. H. 'onder
vindt steeds minder tegenstand, en aanval op aan
val wordt ondernomen. Het dient tot hun eer ge
zegd, dat zij van 'de lusteloosheid der Deetjes
goed partij trokken, en daar ook Kansen het wel
geloofde, volgden de doelpunten elkaar regelma
tig op. Een ieder was dan ook blij, dat scheids
rechter Peper eindelijk inrukken blies.
den persoon, dien hij niet terstond herkende.
Maar toen de drie jonge mannen de eoupér ge
naderd waren, en het volle licht op hen viel,
maakte Gerome een veélbeteekenende beweging
en wendde zich haastig tot den dokter.
„(Wat is er?" vroeg deze.
>J0, ge vermindert, dokter, en ge moet zor
gen fiks te blijven," antwoordde de landlooper.
,(Kijk naar de coupé herkent ge hem. die er bii
staat?'"
(Hector, en iets verder Raymond Aehl
God!"
„Ge kent den andere, niét waar
„Ludovic Malon?"
„Ja, den jongen student van Clamart! Ge
hebt er den tijd toe genomen, maar éindelijk' ge
vonden."
„Waarom zijn zij dien man gaan halen?"
,?Dat is liet juistde partij is begonnen, en
wij naderen de ontknooping
Dit zeggende sloeg de landlooper den dokter
met de grootste nieuwsgierigheid gade, en hem
ziende verbleeken, kon hij zich niet weerhouden
in een schaterenden lach los te barsten.
,?lk zie dat ge niet in uw gewone gesteldheid
zijt, dokter." zeide hij op spottenden toon. „Ge
vreest dat, het uw confrère in het hoofd komt
Mousseline een bezoek te brengen, en dat hij ont
dekt wat er meer is. Welnu, wees gerust, ge
hebt nog twaalf uren tijd."
„Om wat te doen?" vroeg Benoit ontsteld.
„Om een einde aan je doodsangst te maken."
„Door welk middel?"
De landlooper trok de schouders op.
De nederlaagwedstrijd van het 2e werd met
de rust wegens den hevigen regen gestaakt. De
stand was toen 3—0 in 't voordeel van West-
Frisia 3.
„pa naar huis, als ge zoo goed wilt zijn,"
antwoordde hij„zoodva we in het hotel „Die
gouden am" zijn, kunnen we op otis gemak
praten, en ik zal je mijn zienswijze, zeggen, ten
aanzien van 't geen gedaan moet worden. Gaat
ge mee?"
„Welaan," antwoordde de doktor.
Inmiddels had Raymond aan Ludovic Malon
en Hector voorgesteld hem naar het hotel des
Roehès-noires te geleiden; maar toen zij in het
rijtuig wilden stappen, bedacht Hector zich en
nam Raymond ter zijde.
„i'Een woordje," zeide hij haastig, ;,hebt ge
Medina gesproken?"
„Hedenmorgen," antwoordde Raymond.
„En wat, heeft hij u gegeven
„Al uw papieren."
„Dus "ben ik vrij, mijn eigen meester en ge
zult niet 'boos op mij zijn,, als ik mij idoor Ricordi
laat dooden?"
Raymond maakte een verwijtend gebaar.
„Maar wat is dan uw gedachte?" vroeg hij.
„Mijn gedachte is klaar als water. Naar het) ho
tel rijdend zet ge mij aan de deur van'het Casino
af. Daar zal Ricordi zijn. Ik g abinnen. ïlc geef
hem een knip op zijn neus of een oorveeg om
hem te doen duizelen, en neem weder plaats: in
uw rijtuig."
„Maar ge gaat een duël zoeken," zei Raymond.
„Ik hoop ld at ge mij genoeg acht om er niet
aan te twijfelen."