TWEEDE BI Mail 15 li 193D. stemmen benoemd. Naar aanleiding van een vraag van den heer Groenland werden eenige mede- deelingen verstrekt met betrekking tot de gasvoor- zienlng. Naar aanleiding eener vraag van den hr. Kostelijk werd van gedachten gewisseld over dem ping van slooten in de kom der gemeente. Naar aanleiding eener opmerking van den heer Pool, werd voorziening toegezegd der loopbrugjes te Veen- huizen. Hierna volgde sluiting. Faillissementen in Nederland Opgegeven ochtend 12 Juni. UITGESPROKEN: 11 Juni A. A. Wisman, koopman Zeist, Julianalaan 30. li Juni A. van Gorkum, koopman, Harmeien A no. 80 te Utrecht aan de Witte vrouwenstraat een winkelbedrijf uitoefenende in manufacturen. 11 Juni A. D. Linschoten echtgenoote van A. van Gor kum, openbare koopvrouw Harmeien A no. 80. 11 Juni K. A. Menzel, Amersfoort Borneoplein 10. 11 Juni C. Groen, handelende onder den naam C. Groen's handelsonderneming Amersfoort. 11 Juni G. van den Bosch, automobielverkooper, Utrecht, Antonius Mathaeslaan 1. 11 Juni C. A. Jenster, Zuilen gemeente Utrecht, Marnixlaan 15. 11 Juni Jhr. H. M. A. J. van Asch van Wijck, Utrecht, Krom me Nieuwegracht 8. 11 Juni F. Maat, Groot Am- mers. 11 Juni N.V. Timmer en Aanneming Mpij. voorheen J. Dekker en Co. Noordammerweg 1 Bo venkerk Nieuwer Amstel. 11 Juni J. M. Terwijn boekbinder, Rijnstraat 73. Amsterdam. 11 Juni G. L. ten Hope koopman Middenweg 50, Amsterdam. 11 Juni B. Wynia, Singel 184, Amsterdam. 11 Juni Jan Aalderts Postma, tuinman Nederhorst den Berg. 11 Juni Mij. tot Exploitatie van Café Restaurant voorheen Weijlers en Co. Vijzelstraat 22—26 Amster dam. „De Wandelaar" Zooeven verscheen onder leiding van Rinke Tol man bij den uitgever A. G. Schoonderbeek te Laren de Juni-aflevering va nde „Wandélaar" maandblad gewijd aan natuurstudie, natuurbescherming, heem schut, geologie, folklore, buitenleven en toerisme. De plaag dre bosch- en heidebranden is voor A. B. Wigman aanleiding een ernstig waarschuwend woord te laten hooren, terwijl ir. Felix Ortt voor hen die van zins zijn, in zee te baden, behartenswaardige wenken geeft. G. A. van Schaik, leeraar in de biologie te Haarlem is met een geestdriftig clubje op stap gegaan en ver telt wat er te genieten valt in het prachtige Zuid- Limburgsche gebied. Ook ditmaal worden wij door Jac. Bouma geleid door de Friesche boschterreineu. H. T. Bulskool voert ons naar het grijs verleden, waarvan de door hem beschreven hunnebedden zul ke merkwaardige getuigen zijn. E. Karst Jr. is onuitputtelijk wanneer hij het heeft over de booën: de eigenaardige Saksische vee hutten. P. J. Schenk brengt ons in kennis met een klein boosdoenertje uit de insectenwereld, den beuken- springsnuitkever, terwijl J. H. Brinkgreve Entrop in een folkloristische schets de oude gewoonte tarcht te verklaren om op een bepaalden dang langslapers en laatkomers in het ootje te nemen. De rubriek „Van en voor de lezers" (natuurhisto risch allerlei) is weer zeer uitvoerig. Ook in deze af- deeling van het tijdschrift wordt de strijd tegen bosch- en heidebranden gepredikt, terwijl daarin tevens wordt stilgestaan bij de vernietiging van boei end natuurschoon in de buurt van onze residentie. Een overvloed van scherpe foto's vult den gevari- eerden inhoud op prettige wijze aan. Pluimveeteelt Waaraan zijn de haantjes te kennen? Dat is een vraag, die de broeder of fokker zich nog al eens stelt. Geen wonder het zijn maar opeters, die niet veel geld in het laadje brengen. En nu zijn er een paar middelen fo liever kenmerken, waaraan men al vrij spoedig kan zien, of men met een haan tje dan wel met een hennetje te maken heeft. Dat zijn: De hanen loopen steeds vlug en met opgeheven kop. Wordt er voer gestrooid dan zijn ze er het eerst bij. De stem van de hanen is scherp die der hennen is een meer piepend geluid. Bij de lichte rassen is bovendien als kenmerk op te geven, dat de kammetjes bij de haantjes al heel vlug rood gtint zijn, terwijl het staartje meer in de hoogte steekt. Bij de zwaardere rassen daarentegen ontwikkeld zich de staart vrij laat, in elk geval heel wat later dan bij de hennetjes. Ook op de vleugels ontwikke len zich de veeren zeer langzaam, ze blijven lang kaal. De pooten zijn mèestal wat grover dan die der hennen. Bij de meerkleurige rassen zijn de hanen en hen nen vlugger van elkaar te onderscheiden. Bij de koe koek en gestreepte rassen zijn de hanen lichter getee kend dan de hennen dei donkerder zijn. Wie schei kuikens fokt, weet direct, wat de hanen en wat de hennen zijn. De hanen hebben de kleur van de hen en de hennen die van de haan. Voor het gewone bedrijf is dit echter niet aan te bevelen. INGEZONDEN (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). Hooggeachte Redactie, Heel gaarne heb ik voor het onderstaande een plaatsje in uw blad. Zaterdag jl. werd ik o.a. bekeurd voor het te lang werken van mijn personeel. Het was te kwart over tien (zonnetijd) toen de Politie mijn salon binnenstapte. De dienaar der wet zei: „Het is kwart over elf": Ja, ij had wettelijk volkomen gelijk. Ik kon er niets tegen inbrengen. Onderscheidene personen zaten nog in den scheerwinkel, die nog geschoren moesten worden, mijn bediende mocht niet meer helpen, en ik krijg boete. Vindt u het niet terurig, dat wij kappers, die da gelijks onzen bestaansstrijd voeren, zoo slachtoffers worden van het verschil dat hier gehandhaafd wordt tusschen den zgn. ouden en den wettelijken tijd? Ook wij roepen niet om den nieuwen tijd, maar hij is er en wij zijn Nederlandsche staatsburgers, en wij hebben met de wet te doen. Dit ondervinden wij dagelijks in ons bedrijf, ik ondervond het, zeer tot mijn schade, nu weer. Onze gemeente is een flinke handelsplaats, onze bevolking is voortuitstrevend op het gebied van tuin bouw en handel: op ieder gebied onderwerpen wij ons aan allerlei wettelijke maatregelen; maar waar het op de tijdregeling aankomt, door de regeering als officieel aangenomen, verzetten we ons. En gehoord de gesprekken, die we dagelijks over deze aangelegenheid opvangen, durven wij wel beslui ten, dato de opoffering van bouwerszijde om in de vier zomermaanden (begin Junieinde September) zich aan den wettelijken tijd te houden, niet zoo heel groot zou zijn. Telkens hooren we: „ja, het kan Binnenlandsch Overzicht Pinksterilrükte. Een meevallertje wat het weer, en voermoedelijk ook wat 'de ontvangsten betreft. Ope ning van 'liet badseizoen. „Ende desespereert niet". De regenproef weer uitgesteld. B. en W. van Zaandam vinden het met de schatgraverij nu welleetjes. Een „Nationaal Park' gesticht aan den Veluwezoom. Pachters doen een beroep op de ver pachters en hun menschelijke gevoe lens. Een snaaksche opmerking. Een naamlooze vennootschap ter be strijding van de werkloosheid. De Pinksterdagen zijn weer achter den rug. Ongetwijfeld zijn ze wat het weer betreft nogal meegevallen, waar het weer zich op den aan het Pinksterfeest voorafgaanden Zaterdag nu niet bepaald gunstig liet aanzien. Be vele plaatsen in ons land waar de belangstelling van "het uit gaand publiek zich op dergelijke dagen pleegt te concentreeren hebben het goed gehad en zoo hify en daar zal aardig wat geld binnengehaald zijn, wat vooral van belang is voor die gëlegen- 'heden die het van de dagjesmenschen moeten hebben. Voor wie in het hartje van Zuid-Holland woont is natuurlijk Scheveningen de plaats die trekt, al getuigt het aantal auto's, motorrijwielen en molorlooze tweewielers, dat zich langs de ver schillende" hoofdwegen voortbeweegt bijvoorbeeld op den Tweeden Pinksterdag, er van, dat talloos velen hun amusement elders dan in Scheveningen. gaan zoeken. Met een auto. nietwaar, of met een motorrijwiel, zelfs met een gewone fiets kan men tegenwoordig in kof ten tijd wel wat verder komen dan dat Scheveningen, waarmee onze voorouders op den Tweeden Pinksterdag genoegen moesten: nemen. Vermoedelijk zal als hoofdzakelijk aan hangsel, als onvermijdelijke, bijkomstige omstan digheid van het zeer 'drukke verkeer gedurende de feestdagen de rubriek ongevallen wel weer meer dan gewoonlijk gevuld zijn geweest. Als een der niet te miskennen symptomen van het intreden van het schoone seizoen moet jaarlijks genoemd worden de opening van het badseizoen! in de verschillende badplaatsen, welke opening dan plaats heeft in de hoop en in de (dikwijls later teleurgestelde) verwachting dat met die )officieèle opening de jaarlijksche toevloed van gasten zal aanvaarden. Het bekende „desespereert niet", wordt zeker ook heel ijverig betracht door den heer Ver aart, die al eenige malen door verschillende om standigheden zijn regenproeven zag mislukken, ■maar desniettemin telkens, ook Zaterdagmiddag weer, zijn proef wensehte te herhalen, Wenschte, want de Zaterdagmiddag te nemen proef is op gropd van de ingekomen weerberichten niet door gegaan. Echter zal ook ditmaal het uitstel nog geen afstel beteekenen. De proef zou Dinsdag her haald worden. (Deze proef is inmiddels met gun stig gevolg genomen). De Zaandamsche schatgraverij, die zooveel be langstelling heeft gewekt, nu, daarmee is het den ondernemers niet naar den. vleesche gegaan. Of er werkelijk een schat zit in den Zaandam- schen bodem of niet, Zeker is, dat de ondernemers die niet gevonden hebben. D;och ook hun is het liekende woord van Cocn „ende desespereert: niet wel niet vreemd, al zullen zij, vreemdelingen als ze hier zijn, van onzen zeventiende-eeuwschen gouverneur-generaal van Indië misschien nimmer iets gehoord hebben. Do wil en de wensch om de onderzoekingen alsnog door te zetten, ze zijn' blijkbaar bij de ondernemers wel aanwezig. Ten minste bij B. en AAL van Zaandam is een ver zoek ingekomen om verlenging van de vergun ning van de schatgraverij. Maar, B. en AA', van Zaandam vinden het vermoedelijk nu welletjes en ze hebben op het verzoek afwijzend beschikt. De ondernemers kunnen dus gaan en de Zaandam sche schat zoo die bestaat blijft voorloopig zeker in den grond aangeroerd, waarmee intus- schen niet gezegd is, dat het geloof aan het be staan is weggenomen, misschien zelfs niet bij de Zaandammers, 'tls intusschen jammer, dat dc schat niet gevonden is, al was 't alleen maar omdat de gemeente nu het beloofde, aandeel ontgaat. AVij Nederlanders, die ongetwijfeld trotsch zijn op het. vele natuurschoon dat binnen onze lands palen te vinden is al zou uit den jaarlijkschen trek naar het buitenland anders kunnen blijken, we kunnen ons thans verheugen in de stichting van een „nationaal park" in het midden des lands, aan den Veluwezoom bij Velp en de Steeg. AVie een dertigtal jaren geleden den Veluwe zoom heeft bezocht, ,,den fluweelen rand om de vale hoed", en er nu weer komt, zal kunnen opmerken, dat in dat tijdsverloop van dertig jaren heel wat natuurschoon ten offer gevallen is aan de uitbreiding van verkeer, woningbouw, industrie enz. De vereeniging tot behoud van Na tuurmonumenten heeft het aangedurfd (dank zij eenige vorstelijke financieele toezeggingen van particuliere zijde) de overdracht van een veer tienhonderd hectaren bosch en hei te doen plaats 'hebben. Het benoodigde geld is nog wel niet geheel bij elkaar, maar ook dit zal met den goe den wil, die er is, wel in orde komen, hopen we. AVe hebben wel heel wat natuurschoon in ons land, maar op verschillend^ wijzen en om ver schillende. redenen wordt er aan geknabbeld en al moet dan wat het zwaarste is ook het zwaarste wegen, en al moet het belang van het behoud van natuurschoon dikwijls wijken voor het eco nomische belang, het oog wil ook wat hebben en als het kan moet ook binnen de landsgrenzen gezorgd worden, dat de natuurliefhebber voor hart en geest beide de noodige compensatie kan vinden na lange perioden van ingespannen ar beid, al hebben we dan niet (zooals bijv. Amerika nen in hun nationaal Park) zoovele soorten op het gebied der fauna en der flora voor uitsterven te behoeden. Over den crisis in den landbouw is heel wat te doen. Het hoofdbestuur van den Bond van landpachters heeft in een „open brief" een beroe pgedaan op de eigenaars, de verpach ters. In dit beroep wordt er op gewezen, (lat een ramp dreigt, die tienduizenden pachters tot pro letariërs zal maken en die de economisch-sociale .verhoudingen van thans tot in haar grondvesten zal schokken. En verder wordt gezegd: „Laat gevoelens van menschelijkheid u nopen het voor- beel dvan sommigen te volgen. Geeft uw pach ters een deel van de pacht over 1929' terug of scheldt- hun het schuldig geblevene kwijt". Het is bekend, dat men ten plattelande althans onder de landbouwende bevolking omstreeks het mid daguur den hoofdmaaltijd gebruikt, terwijl vele stedelingen en daaronder dus ook een groot deel der eigenaars van pachthoeven pas tegen den avond dineert. 'tAVgs nog in den goeden ouden tijd, dat. we eens een .pachter de snaaksche opmer king hoorden maken, dat dit juist was zooals 'tbehcorde; eerst dient de boer te eten, en dar( de heer (de verpachter) hiermee bedoelende, dat van dc opbrengst van de boerderij eerst het levensonderhoud van den pachter af moet. Het antwoord op de vraag of en zoo ja op welke wijze de verpachters op het boven aangehaalde beroep zullen reageeren, zal tevens aantoone'n in hoeverre men het practisch met de hier vermelde snaak sche opmerking eens is. Die bestrijding van de werkloosheid vraagt ook in ons land de bijzondere aandacht van rijk, pro vincie en gemeente. Door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland werd aan de Provinciale Sta ten voorgesteld hen te machtigen voor en namens de provincie mede te werken aan de oprichting- van een naamlooze vennootschap ter bestrijding van de werkloosheid met een aandeelenkapitaal van honderdduizend gulden. De bedoeling van een dergelijke vennootschap zou o.a. zijn gelegenheid tot producstieven arbeid te geven aan de werk loozen in de groote gemeenten, die slechts te werk gesteld kunnen worden op plaatsen, van waar ze eiken avond weder huiswaarts kunnen keeren en verder ook aan de werkloozen der kleinere gemeenten, die thans dikwijls aan door die gemeenten zeer weinig productieve werkjes yorden gezet. Aan de belanghebbende gemeeen- tebesturen zou dan worden gevraagd of en zoo ja, in welke mate zij werkloozen bij' een be paald werk zou willen plaatsen onder verplich ting in het benoodigde kapitaal en in het geraam de tekort naar evenredigheid bij te dragen. Van detoegezegde gemeentelijke deelname zou het dan afhangen of de vennootschap al of"'niet tot de uitvoering van een bepaald werk zou kunnen; overgaan. Het wil ons voorkomen, dat een derge lijke vennootschap als hier bedoeld alleen daarom al nuttig werk zou kunnen verrichten omdat door haar de samenwerking van verschillende belanghebbende gemeenten verkregen kan wor den, welke in de eerste plaats leidt tot het bij brengen van een zeker grondkapitaal, dat noodig is ,waar nu eenmaal het geld voor de werkver schaffing evenals met betrekking tot zoovele andere ondernemingen de „nervus rerum" is, de ziel van de negotie en de spil waarom alles gaal. Uit dsn Omtrek HEERHUGOWAARD. Woensdag avond werd door den raad dezer ge meente een spoedeischende vergadering gehouden, Alle raadsleden waren aanwezig. De vergadering was belegd met het oog op de be noeming van een hoofd der school te Veenhuizen. Voor kennisgeving werd aangenomen het verslag van het Friesland sanatorium, de goedkeuring op de heffing der plaatselijke inkomstenbelasting en de staat van inkomsten en uitgaven van het G. E. B. over de maand Mei. Tevens was ingediend de begrooting va nhet G. E. B., voor het komende jaar, Deze werd tot onderzoek in handen gesteld van de commissie voor het nazien der rekeningen. Hoe wel de voorz. voorstelde dit nog deze week te doen plaats hebben, doch de leden der commissie meen den dit nog een week of drie te moeten uitstellen met het oog op buitengewone drukte in eigen bedrij ven. Na breedvoerige bespreking werd tot stem ming overgegaan voor het benoemen van een hoofd der school te Veenhuizen. De eenige sollicitant, de heer A. G. IJsselstein te Zelhem werd met algemeene De schilder, aangenomen om het tennispaviljoen ae schilderen, wordt door zijn omgeving beinvloed. (Passing Show 1 Rectificatie. De op 28 Mei 11. gefailleerde S. Beugelink woont niet Dapperstraat 16, maar Boeroestraat 7, Amster dam. OPGEHEVEN WEGENS GEBREK AAN ACTIEF: 10 Juni M. C. van Tilbeurgh, Bergen op Zoom. 10 Juni J. Jongejans, Haarlem. 11 Juni W. Lavet, Lutten gemeente Ambt Hardenberg. 11 Juni P. Padberg, Rouveen, gemeente Staphorst. 11 Juni J. Haaxman, laatstelijk gewoond hebbende te Zeist. Voor* Huis en hof Iets over het versieren van het balcon. Er zijn verschillende potplanten die zich bijzonder goed leenen voor heht versieren van raam en bal con. Maar in den regel zullen we die potplanten al leen bij den bloemist kunnen betrekken. De meeste va nonze lezers zullen wel niet te beschikken hebben over een kweekkast je, waarin de diverse planten kun nen worden voortrgekweekt, hetzij uit stek dan wel uit zaad. Maar er is toch nog wel een andere manier om de bakken te vullen en daarover willen we nu eens pra ten. We kunnen dus in de eerste plaats uitgaan van volwassen planten. Dat is zeker de duurste manier van handelen. Goedkooper is wanneer we jonge plantjes koopen. We kunnen in den regel in het voorjaar op de markt en bij de bloemisten wel van die jonge planten in kleine potjes koopen van Geranium, Fuchsia, Knol Begonia, Margeriten en nog meer andere. Wanneer men die kleine plantjes al of niet uit een potje af komstig gaat uitpoten, dan mag men er wel aan denken, dat men ze voldoende ruimte geeft, daar de planten in den regel een grooter omvang hebben later dan men wel denkt. De gemiddelde afstand is 20 c.M. De Lobelia en de Begonia Erfordi plant men op 1015 c.M. De meest gebruikte raam- en balconplant is de Geranium, terwijl ook de Petunia zeer gezocht is. Van de geranium gebruikt men meest de roodbloe- mige variëteit. Zeer moai is de soort Paul Crampel met daarvoor hangend de donkerroode soort, terwijl als hangplant met mooi groen kan dienen de groe ne Hondsdraf of ook wel het Penningkruid. De kleurencombinatie, die ook wel geliefd is, is i de combinatie geel-wit-rood. Zoo kunnen we een mooie beplanting krijgen met op den achtergrond de vuurroode geranium, daarvoor de witte margrie ten en daarvoor hangend de gele oost-indische kers. Voor raamversiering zijn de knolbegonia's die in vele kleuren voorkomen, zeer geschikt. Verder kun- nen als raamversiering heel goed dienst doen de struikbegonia's, de groot bloèmige begonia's, waar van vooral de donkerroode soort. Ook de Lobelia's geven een mooie raamverseiring, terwijl de Calceo- lareas zeker ook niet vergeten mogen worden. Voor al in de laatste jaren zijn er onder deze bloemen- soort exemplaren te zien van een buitengewone, we zouden haast zeggen exotische schoonheid. Tot slot willen we nog een paar mooie klimplanten noemen, die men toch voor een mooie bloembak niet missen kan. Zoo heeft men onder de klimplanten de Apelopsis (overblijvend) klimop (overblijvend) Clematis (overblijvend) Asparagus Sprengeri (in den winter binnen zetten) Japansche hop (eenjarig) Cobea Scandens (eenjarige klim- en hangplant) La- thyrus oderatus (eenjarige klim- en hangplant), Kanariekers (idem) Zooals men bemerkt is er keuze genoeg. Wat het onderhoud betreft het volgende: verwijder geregld de dorre bladeren en uitgebloeide bloemsten gels. Begiet met zorg en met overleg. In het voor- en najaar doet men dit des morgens, in den zomer des namiddags als de. zon uit de bloembakken weg is. Het gietwater moet dezelfde temperatuur van de lucht hebben, wat verkregen wordt door het een tijd in de zon te laten staan. Laat vooral de aarde nooit droog worden. Besproei of nog beter bespuit twee maal per week de planten. Dan verwijdert men het stof van de planten ende planten zelf gedijen er be ter van. S. best." Daarom vragen wij, mijn collega's aan den Lan- gendijk en ik, aan onze cliëntèle: komt, doet ons het genoegen en houdt allen nieuwen tijd. U dankend voor de plaatsing, Uw dw., J. ROMEIJN. Broek op Langendijk, Juni 1930.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 3