De Molens aan de Zdan Radio-Omroep Eerste Leipiijker Radio-Centrale 0- Schuitenraker Jr., Hoordscharwoude Land- en Tuinbouw PROGRAMMA HILVERSUM. Woensdag 25 Juni. 10—10.15 Morgenwijding. 122 Middagcon cert. 24 Platen. 44.30 Pianostudies. 55.30 Platen. 5.30—7.15 Vooravond'conccrt 7.15—7!45 Lezing óver kapok. 7.458 Pla ten. 811 Nico Treep en folistenconcert 11—12 Platen. Donderdag 26 Juni. 10—10.15 Morgenwijding. 12—2 Middagcon cert. 33.15 Orgelconcert. 3.154 Pla ten. 4—5 Ziekenuur. r- 5.306.45 Voor avondconcert. 6.457.15 AVRO.-tooneel. 7.15—7.30 Platen. 7.30.8 Vacantielezing. 88.15 Platen. 8.15—11 Operette |,Sureouf de kaperi'. 1112 Platen. Vrijdag 27 Juni. 1010.15 Morgenwijding. 122 Middagcon cert. 22.45 'Schooluitzending. 2.453.30 Platen. 3.304 Voordracht. 4.305.30 Platen. 5.30—7 Vooravondconcert. 7—8 Volksuniversiteit. 8—8.15 Platen. 8.15 11 Conoertgeboiïwconcert. 1112 La Gaité. Zaterdag 28 Juni. 1010.15 Morgenwijding. 122 Middagcon- eert. 22.30 Modepraatje. 2.304.30 Tu- 1 schinsky. 4.305 Sport. 56 Vooravond- concert. 6—8 Concert Treep. 811.30 VARA". Concert en tooneel. I Op handelseconomisch gebied wordt er óp aange drongen dat de regeering zich door opzegging van handelsverdragen of door onderhandelingen los zal maken van de tariefevrbindingen voor tuinbouwpro- i ducten, terwijl een waarborg wordt verlangd voor nieuwe verdragstarieven, welke in overeenstemming j kunnen worden geacht met de minimumeischen van den tuinbouw. De autonome invoerrechten zouden I zoo spoedig mogelijk worden herzien, terwijl wordt aangedrongen op een krachtige doorvoering van plantenziektenkundige afweermaatregelen. Ter voorkoming van onjuistheden bij de bereke ning van het invoerrecht op planten wordt voorge steld, hiertoe deskundigen aan te wijzen. Op de Dultsche gezantschappen in Nederland, Ita lië en Frankrijk dienen tulnbouwdeskundigen te worden aangesneld, wier taak zou moeten bestaan In een geregelde berichtgeving omtrent economi- schen en technischen vooruitgang, welke in die lan den op dit gebied worden gemaakt; tevens zouden zij aldaar de markttoestanden moeten bestudeeren. Het reëxpeditieverkeer in München en Frankfort a/M. beteekent volgens het „Reichsverband" een be voordeeling van buitenlandsche producten, waarom op opheffing hiervan wordt aangedrongen. Ten aanzien van het credietwezen van den tuin bouw, wordt voorgesteld, dat de regeering overgaat tot het treffen van de volgende maotregelen; con ver teering van credieten op korten termijn in credieten op langen termijn, verlaging van den rentevoet, ver strekking van meerdere credieten voor de bevorde ring van binnenlandsche productie, in het bijzonder van de teelt van vroege groenten en snijbloemen, en voor het bouwen van overwinterlngs- en opslag plaatsen voor groenten en fruit, verlenging voor den duur van 10 jaren van den terugbetalingstermijn van voor de bevordering van de teelt van vroege groenten in 1926 beschikbaar gestelde credieten. Voorts wil men kassen, warenhuizen, enz. bulten beschouwing laten bij de berekening van de vermo gensbelasting, verder invoering van speciale spoorwa gons, oprichting van tuinbouwadviesbureaux, rijks- tuinbouwproefstatioh, uitbreiding tuinbouwonder- wijs on tuinbouwstatistiek, vrijstelling van bedrijfs- oelasth g e. d. VAN HIER EN DAAR. Als iemand verre reizen doet, dan kan hij wat ver halen, zoo luidt een bekend schoolversje. En dat is ongetwijfeld waar. Ik dacht dat ook zoo, toen ik van een Pinksterreisej weer thuis kwam. Wat ontwik kelend is het zoo eens wat verder te zien, dan eigen omgeving en ook in andere streken van ons land eens rond te neuzen. Zoo ben ik, die enkele jaren in de klei zit, het zand eens op gaan zoeken. Dat was geen onbekend gebied voor me. Ik mocht enkele jaren in het hartje van de zandstuivingen wonen. Maar wanneer men er een pios uit is, dan ziet men die wereld weer eens met andere oogean aan. En zoo is 't me op mijn reis je ook vergaan. De wereld van den zandboer heb ook weer eens met andere oogen aangezien. Wanneer men daar in de zandstreken hoort van pachten zoo heel veel minder dan men in de kleistreken geeft, dan gaat men onwillekeurig denken dat het op dien zandgrond nog niet zoo kwaad boeren ls. Maar wan neer men de gewassen daarbij vergelijkt, die er groeien, «Jan begrijpt men ook dat men er niet meer kan geven en dat wat men geeft eigenlijk nog te veel is. Schrale roggeakkers en magere aardappel- vlden, haver die niet te vergelijken is met de haver van de klei, ja, dan begrijpt men ook, dat de zand- boet niet dat werk van de onkruidbestrijding maakt die men er op de klei aan ten koste legt. Toch heb ben de zandboeren in de kalkstikstof een machtige bondgenoot gekregen tegen het onkruid. De resultaten die ik gezien heb van bemestingen en overbemestingen met deze meststof waren buiten gewoon frappant. Trouwens ook op de klei komt men wel tot dezelfde resultaten. Zoo heb ik dit jaar ver schillende van mijn leerlingen wat kalkstikstof la ten uitstrooien op uien, die nog niet gewied waren. Het resultaat was over de geheel linie schitterend. De uien ledten er niet noemenswaard van en het (Overgenomen uit het Nbl. v. h. Noorden). PROGRAMMA HUIZEN. Woensdag 25 Juni. 8.159.30 NCRV. M'orgenconcert. 10.3011 Ziekendienst. 11—11.30'Platen. 11.30— 12.30 Harmonium. 12.302 Middagconcert. 24.15 Concert. 2.453.15 Lectuur. 4.15 —5 Platen. 56 Kinderuur. '67.15' Pla ten. 7.157.45 lezing. 811 Uitzend- avond. Donderdag 26 Juni. 8.15—9.30 NCRV. Morgenconcert.. 1010.30 Zang. 10.3011 Ziekendienst. 1111.30 lectuur. 11.3012.30 Landbouw. 12.30 2 Middagconcert. 22.45 Platen. 2.45 3.45 Handwerken. 45 Ziekenuur. 5—6 Platen. 67 Orgelconcert.. 77.45 Platen. 810.30 Zanguitvoering A'dam. 10.4011 Platen. Vrijdag 27 Juni. 10.30—11 NCRV. Ziekendienst. 11.30—12 KRO. Godsd. halfuur. 12.152 Platen. 4- 5 NCRV. Platen. 56.30 Concert. 6 30 —7 KRO. Platen. 7—7.30 Lezing. 7.30— 10.30 VPRO. Weekuitzending. Zaterdag 28 Juni. 8.15—9.30' KRO. Platen. 11.30—12 Godsd. halfuur. 12.151 Platen. 11.45 Kinder uur. 1.452 Lezing 4.306.55 Platen. 6.55—7.15 Politiek. 7.15—7.30 Platen. 7.3011 Vergadering in Nijmegen. '1112' Platen. HET CRISISPROGRAM VAN DEN GEHEELEN LANDBOUW. Wij laten hieronder volgen de punten van het gemeenschappelijk crisisprogramma, dat door de 3 centrale landbouworganisaties, t. w. Kon. Ned. Land bouw Comité, R. K. Ned. Boeren- en Tuindersbond en Ned. Christelijke Boeren- en Tuindersbond aan den minister is voorgelegd (dit is dus het advies van den geheelen Ned. Landbouw) Directe middelen. 1. steun van staatswege aan de suikerbietenteelt, den graanbouw en de aardappelmeelindustrie. 2. vermindering van den druk der grondbelas ting, inzonderheid door de afschaffing van de crisis- opeen ten op de grondbelasting; 3. afschaffing van den vleeschaccijns met be houd van het invoerrecht op vleesch. 4. wijziging van het stelsel van waardeering van landelijke eigendommen bij het vaststellen van den aanslag in de Vermogens- en Successiebelasting, door niet langer hiervoor als grondslag te nemen de verkoopwaarde, maar de gebruikswaarde, waarbij wij ons veroorloven te verwijzen naar ons gemeen schappelijk adres te dezer zake d.d. 7 September 1929, gericht tot den minister van finantien, van welk adres wij een afschrift hierbij insluiten. 5. aanmerkelijke verlaging van de kosten, verbon den aan den uitvoer va nvee, zooals keurloonen, kosten van voorbehoedende enting en dergelijke. 6. aanmerkelijke en effectieve verlaging van de vrachttarieven voor het verovoer van land- en tuin- bouwproductne. 7. mede om de meestbegunstigingsclausule effec tief te kunnen maken het onverwijld geven van ruilobjecten aan de Nederlandsche onderhandelaars bij het sluiten van handelsverdragen en het zonder uitstel treffen van maatregelen van beveiliging te gen, die landen, welke door kunstmatigee middelen als dumping, uitvoerpremie, enz. enz. onze positie in het internationaal ruilverkeer onbillijk verzwak- 8. uitvaardiging van een zg. maalverbod waarbij wordt voorgeschreven, dat van het bakmeel, hetwelk hier te lande wordt gebruikt bij de broodbereiding, een zeker percentage moet afkomsting zijn van in- landsche tarwe. Het Reichsverband des Deutschen Gartenbaues heeft een aantal voorstellen gedaan aan de regee ring ter bbevordering van productie en afzet van de tuinbouwvoortbrengselen. Ick was de eerst, die 't houdt Met zaege stucken zaegde, Dat menich wonder was, En wonder wel behaegde, 1 Waardoor 't gekomen is l Te passen aan den dagh, Hoe dat ment houdt op 't best En spoedich zaegen magh. Doe men schreef Ao. 1592 stout Is deese moolen 't Juffertje gebout, Door Cornelis Cornelisz. van Uitgeest, Die de eerste uytvinder is geweest. Dit vers treft men hier en daar< nog aan op oude beschilderde borden, onder een afbeelding vabi den eersten houtzaagmolen. De uitvinder, Cornelis Cornelisz. van Uitgeest, vroeg octrooi op zijn vinding en bouwde den eersten, molen, die hij. „Het 'Juffertje" noemde ,te Zaandam op een vlot. Dit bouwen op een vlot, zoodat dei molen dus drijvende, bleef, geschiedde om hem naar den wind te kunnen draaien. Later heeft mem voor de houtzaagmolens een ander systeem uitgevon- den: het zoogenaamde Paltrok- of Phaltzrok- type, dat men in zijn geheel naar den wind kon draaien. Andere molen hadden slechts een draai- bare kap. j Na de uitvinding van den Paltrokmolen ver- I huisde „Het Juffertje" van het vlot naar een vaste plaats op het land aan de Oostzijde van Zaandam. I In 1604 kwam er een tweede houtzaagmolen bij I aan de Westzijde, gebouwd door Dirk Sybrantsz. en „De Grauwe Beer" genoemd. Hij werd. in 1889 gesloopt en naar Limburg overgebracht, terwijl Het Juffertje" nog niet zoo lang geleden den weg van zoovele Zaansche molens is gegaan en door brand vernield. Reeds vóór men d(;n houtzaagmolen kende, wa ren er meel- en oliemolens, welke laatste; aan vankelijk door paarden in beweging werden ge- I bracht. Al heel vroeg blijkt men profijt van den wind getrokken te hebben, om het koren tot meel te i malen. Wanneer men dit voor het eerst deed, wie dus de uitvinder is geweest van den windmo len, scliijnt onbekend te zijn. 'De oudste aanwijzingen kon men vóór den we reldoorlog in de kathedraal van Amiens vinden. Daar bevonden zich twee afbeeldingen van wind molens uit het midden van de 13e eeuw. In 1439 is door Gerard van Poelgeest, met vergunning van gravin Margaretha van Bour- gondië, die ook Holland en Zeeland ondeg haar soepter vereenigd had, te Westzaandam een ko renmolen gebouwd, waarschijnlijk „De Zwarte Ruiter" genoemd. Deze molen is de oudste wind molen in de Zaanstreek geweest en in 1864 ge sloopt. 0|p een naambord stond het volgende ge dicht De Ruiter in liet veld rijdt om de buit te halen, Dn ik ben hier gesteld om tarwe en rog te malen Gelijk een ruiter waagt, voor 't vaderland zijn lijf, Zoo ben ik hier gesteld den burgers- tot gerijf. De eerste papiermolen aan de Zaan werd ook in de Westzijde gebouwd en „De Kauwer"1 ge noemd. De eerste windbrief van dezen molen is geteekend den 18en Februari 1616. Oorspronke lijk 'fabriceerde men alleen grauw en blauw pa pier, terwijl er ook een papier vart roodachtige kleur gemaakt werd uit de overblijfselen van reeds bedorven vischnetten. Later, in 1672, toen de legers van Lodewijk XIV, Gelderland overstroomden, kwamen de wit- papiermakers van daar naar Holland vluchten en vervaardigde men ook aan de Zaan wit papier. De Geldersche papiermakers vestigden zich in hoofdzaak te Zaandijk. Dp eerste molens voor wit papier waren „De Wever" en „Die Vergulde Bijenkorf." Het Zaansche fabrikaat verwierf weldra Euro- peesche vermaardheid. Er wordt verhaald van een fabrikant ,die op één beursdag 100.000 riem papier verkocht en daarbij een winst van 100.000 gulden maakte, wat voor dien tijd een bijzonder hoog bedrag was. Het aantal papiermolens nam steeds toe: in 1768 waren er nog tusschen de 30 en '40 langs de Zaan. Op het. oogenblik is er maar één meer: de molen „Die Schoolmeester" tusschen Zaandijk en Westzaan. De eerste pelmolen werd omstreeks 1660 te Koog aan de Zaan gebouwd door een Duitscher, die om het geloof naar hier was gevlucht. Lan gen tijd is dat de eenige pelmolen geweest en de Buitscher schijnt er voor zich en zijn gezin nau welijks droog brood in te hebben verdiend. Leek Ret aanvankelijk, of er weinig behoefte was aan pelmolens, in 1768 waren er reeds eek tachtigtal. De Zaankanters waren toen meesters in het pellen van gort en nog 'heden ten dage is de Zaansche gort wereldberoemd. Rijstpellerijen kwamen er pas in de 19e eeuw en vormden tot voor den oorlog een, belangrijke industrie. De eerste windoliemolen aan de Zaan is in 1611 te Jisp (bij Worm er gebouwd en werd „D(e Walvis" gedoopt. De oliefabricage heeft zich geweldig uitge breid langs de Zaan. In 1768 waren er niet min der dan 123 oliemolens. In het begin van de 16e eeuw waren er oók reeds oliemolens in de Zaan streek ,maar die werden door paarden in, bewe ging gebracht. De Zaanstreek is altijd het land den molens geweest, zooals het bekende volksliedje nog aan geeft. Er waren buiten de genoemde nog snuif- en schorsmolens, loodwit-, blauwsel-, mosterd- en schilpzandmolens, enz. In het midden der 18e eeuw waren er in totaal 60(J a 650'. Daarna is het aantal langzamerhand teruggeloopen. Het Zaansche conservatisme heeft zich in de 19e eeuw niet voldoende kunnen aanpassen bij nieuwe vindingen. Omstreeks 1837 kwam de eer ste stoommachine aan de Zaan. Toch was er in 1829 reeds een stoombootverbinding met Am sterdam, Tegen dit laatste had men niet zooveel bezwaar; maar de windmolens vervangen door stoomfabrieken, dat wilde er niet in. De Blauwselfabriek te Westzaan nam de eer ste stoommachine in gebruik ,een paar 'jaar later gevolgd door Van Gelder Zonen, die er een aan schaften voor de papierfabricage. De derde volg de pas in 1850, toen te Wormerveer, de eerst» stoom-olieslagerij wérd gebouwd. Het verzet tegen de stoommachine was heel groot; velen zagen er het werk des duivels in. Tegenwoordig is het aantal windmolens niet groot meer en elk jaar verdwijnen er 'n paar, zoo dat wellicht de tijd. niet ver meer is, dat ook aan rte Zaan een windmolen tot de antiquiteiten gaat behóoren. Men heeft reeds een molenmuseum in het leven geroepen, waar de verschillende typen in model zijn verzameld. Dat de houtzaagmolen voor de Zaanstreek van zoo groote beteekenis werd, kwam door den steeds toenemenden scheepsbouw, wel ke weer tot gevolg had, dat er vele huizen ge bouwd moesten worden voor allen, die in het groeiende bedrijf emplooi vonden. Men bouwde schepen voor alle natiën en ook voor eigen reke ning. En voor de schepen, en voor de huizen, die vanwege den slappen bodem uitsluitend van hout werden opgetrokken, was zeer veel hout noodig. De houtzaagmolens hadden het drukker dan ooit 'en de houthandel bloeide. De Zaankanters kochten zelf het hout in Noord-Buitschland, Rusland, Zweden en Noor wegen. Be houtvlotten, die den Rijn afzakten tot Dordrecht, gingen van daar Noordwaarts, voorbij Amsterdam naar Zaandam. De geheele houthandel concentreerde zich om Zaandam en Westzaan vooral. Em nog heden ten dage is Zaandam bekend om dien handel. <L M' onkruid was weg. Me dunkt, dat hierin een groote besparing van arbeidsloon in gevonden kan worden. In de rogge en haver heb ik zoo een afdoende be strijding gezien tegen de korenbloem. Zoo gaat men maar door tezoeken naar nieuwe wegen om met zoo wening mogelijk kosten het werk zoo goed mogelijk te verrichten. Zoo is er de vorige week te Wagenin- gen een demonstratie gehouden met een paar in strumenten, of liever werktuigen die ook hun bruik baarheid bewezen. Men heeft daar eerst gedemon streerd met springstoffen bij het graven van sloo- ten en greppels. Die demonstratie zijn naar wensch verloopen. Men kwam er tot de overtuiging, dat met behulp van die springstoffen het graven van grep pels en slooten niet alleen veel vlugger was gedaan, maar ook dat het veel minder kostte. Met diezelfde springstoffen heeft tóen ook boomrooidemonstraties gegeven. Onder een boom werd een gat gegraven en daarin werd wat van dat gevaarlijke goedje gelegd. Nadat er contact was gemaakt werd de boom ge heel ntworteld ter aarde geworpen. We begrijpen, dat dit voor menschen in de zandstreken, die veel met het rooien van boamen te maken hebben een uit komst kan zijn, Wat een moeite heeft men vaak niet om de boomstompen uit den grond te krijgen. Er werd ook een slootreiniger gedemonstreerd. Dat bleek een werktuig te zijn, dat eigenlijk op geen boer derij gmlst kan worden. De machine maakt de sloot tot op de helft schoon, terwijl ook de slootkanten meegenomen worden. Het kan getrokken worden door een tractor, maar ook door eenige paarden (3 of 4.) De kosten waren buitengewoon laag. Slechts een cent of 5 per M. Tenslotte was er nog een werk tuig, dat vooral belangstelling zal trekken bij de landbouwers, die veel over heht water in schuiten hun producten moeten vervoeren. Hoe dikwijls heben die niet te tobben met gras in de slooten en moeraspaardenstaart. Welnu, ook voor hen is er een mooi eenvoudig werktuig uit gedacht en wel een slootgrasmaaier. De machine wordt achter op een vlot of schuit vastgemaakt, de schuit wordt voortgeduwd en minder dan geen tijd is de geheele slóot Van kroos en gras en paar denstaart ontdaan. Laten we in dit overzichtje nu maar eens niet over de crisis praten. Laten we liever zien op welke wijze men tracht op een zoo voordeelig mogelijke basis te boeren. En dan mogen we zeker ook niet voorbijzien, dat er pas een laboratorium en proef veld is geopend door de bij de suikerindustrie betrok ken lichamen, om na te gaan, hoe men een suiker biet kan verkrijgen met een nog hooger gehalte aan suiker dan de tegenwoordige. Men heeft daar al vele pogingen toe aangewend maar geen enkele is nog egslaagd. Kon men het gemiddeld suikergehalte van 16 op 20 procent brengen en dus met 25 procent verhoogen, dan begrijpt men, dat de productiekosten per kilogra msuiker zeker met 20 procent verlaagd zouden worden, want door dezelfde hoeveelheid bie ten te verwerken zou men toch een veel hooger ren dement aan suiker verkrijgen. We willen hopen, dat de pogingen die nu te Bergen op Zoom aange wend zullen worden, met succes zullen worden be kroond. Naar ik vernomen heb wil men daar weer teruggaan tot de oorsprong van de suikerbiet. En welke die is, daarover zijn de geleerden het niet eens De een zegt, dat de Beta Vulgaris de stamvorm is, de ander zoekt die in de Beta Maritima en weer anderen meenen dat men de stammoeder van onze suikerbiet in Silezië moet zoeken. Misschien was het verstandig wanneer met alle drie de vormen een proef werd opgezet. Maar het is aan de heeren die zich daarmede belast hebben wel toevertrouwd en we mogen vol verwachting uitzien naar de resul taten van hun werken. DE STANDI DiER GEWASSEN. Dc zachte winter, het droge zachte voorjaar en de regenrijke Meimaand zijn voor de ontwik keling der gewassen in hei algemeen zeer gunstig geweest. De granen staan alle goed tot zeer goed. Op verschillende plaatsen is het gewas te zwaar en dientengevolge gaan legeren. Zoowel omtrent de korrel- als omtrent de stroo-opbrengsten zijn de verwachtingen hoog gespannen. In Groningen treedt in verschillende perceelen zomergerst vrij sterk roeit op. Van de peulvruchten is de stand goed. In Noord-Holland en in noordelijk Zuid-Holland komt nogal veel vreterij voor in de erwten, in Zeeland daarentegen is het gewas de daarvan on dervonden schade goed te boven gekomen. Het vlas staat over het algemeen goed. In Zeeland is de «and echter zeer uiteenloopend. In westelijk Noord-Brabant wordt geklaagd over het voorkomen van kwade koppen. Ook van koolzaad ien kanariezaad is de stand goed* van hlauwmaanzaad en mosterdzaad daarentegen goed tot vrij goed. De aardappelen zijn aanmerkelijk vroeger dan normaal; de consumptieaardappelen vertoonen een goeden stand, terwijl de fabrieksaardappelen goed tot zeer goed staan. Die larve van de bietenvlieg treedt weer vrij algemeen op. In het noorden van 'het land is de door dit insect aan de bieten toegebrachte scha de in het algemeen grooter dan in,) het zuiden. Die stand van de suikerbieten is dientengevolge gemiddeld goed tot vrij goed. Gras en klaver is er in overvloed. De weiden zijn zoo dicht met gras bezet, dat veel doorschiet. Dc hooioogst is buitengewoon ruim en tot heden van zeer goede hoedanigheid. De grassen zijn echter in sommige gevallen te snel gegroeid' en daardoor bij den grond geel. De hooigrasverpach- tingen brengen op verschillende plaatsen de helft tot een kwart minder op dan het vorig jaar. Op sommige plaatsen beginnen de graslanden de gevolgen van de droogte te ondervinden. Samenvatting. Op grond van de vorenstaande gegevens kan de gemiddelde stand der verschil lende gewassen over het geheele land als volgt worden weergegeven. De tussch'en haakjes ge plaatste cijfers geven aan hoe gedurende de laat ste tien jaren de stand gemiddeld in de maand Juni was: wintertarwe 82 (70), rogge 76 ((69), wintorgerst 84 (70), zomertarwe 83 (68), zo mergerst 76 (69), haver 75 (67), veldboonen' 69 (67), erwten 71 (68), bruine boonen 65 (59)/ vlas 69 ((60), kanariezaad 71 (66), koolzaad 75 (67), blauw maanzaad 66 (63) karwij 68 (65, mos terdzaad 67 (69), consumptieaardappelen 71' (65), fabrieksaardappelen 79 (67), suikerbieten 65 (63), uien 64 (64), cichorei 70 (66), roodé klaver 79 (65), witte klaver 80 (67), weiland 82 (65), hooi land 87 (64). Die correspondenten geven den stand op in cijfers, waarbij 100 uitmuntend, 90 zeer goed, 70 goed, 60 vrij goed, 50 matig, 40 vrij slecht, 30 slecht en 10 mislukt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 6