De Molens aan de Zdan
Radio-Omroep
Eerste Leipiijker Radio-Centrale
0- Schuitenraker Jr., Hoordscharwoude
Land- en Tuinbouw
PROGRAMMA HILVERSUM.
Woensdag 25 Juni.
10—10.15 Morgenwijding. 122 Middagcon
cert. 24 Platen. 44.30 Pianostudies.
55.30 Platen. 5.30—7.15 Vooravond'conccrt
7.15—7!45 Lezing óver kapok. 7.458 Pla
ten. 811 Nico Treep en folistenconcert
11—12 Platen.
Donderdag 26 Juni.
10—10.15 Morgenwijding. 12—2 Middagcon
cert. 33.15 Orgelconcert. 3.154 Pla
ten. 4—5 Ziekenuur. r- 5.306.45 Voor
avondconcert. 6.457.15 AVRO.-tooneel.
7.15—7.30 Platen. 7.30.8 Vacantielezing.
88.15 Platen. 8.15—11 Operette |,Sureouf
de kaperi'. 1112 Platen.
Vrijdag 27 Juni.
1010.15 Morgenwijding. 122 Middagcon
cert. 22.45 'Schooluitzending. 2.453.30
Platen. 3.304 Voordracht. 4.305.30
Platen. 5.30—7 Vooravondconcert. 7—8
Volksuniversiteit. 8—8.15 Platen. 8.15
11 Conoertgeboiïwconcert. 1112 La Gaité.
Zaterdag 28 Juni.
1010.15 Morgenwijding. 122 Middagcon-
eert. 22.30 Modepraatje. 2.304.30 Tu- 1
schinsky. 4.305 Sport. 56 Vooravond-
concert. 6—8 Concert Treep. 811.30
VARA". Concert en tooneel. I
Op handelseconomisch gebied wordt er óp aange
drongen dat de regeering zich door opzegging van
handelsverdragen of door onderhandelingen los zal
maken van de tariefevrbindingen voor tuinbouwpro-
i ducten, terwijl een waarborg wordt verlangd voor
nieuwe verdragstarieven, welke in overeenstemming
j kunnen worden geacht met de minimumeischen van
den tuinbouw. De autonome invoerrechten zouden
I zoo spoedig mogelijk worden herzien, terwijl wordt
aangedrongen op een krachtige doorvoering van
plantenziektenkundige afweermaatregelen.
Ter voorkoming van onjuistheden bij de bereke
ning van het invoerrecht op planten wordt voorge
steld, hiertoe deskundigen aan te wijzen.
Op de Dultsche gezantschappen in Nederland, Ita
lië en Frankrijk dienen tulnbouwdeskundigen te
worden aangesneld, wier taak zou moeten bestaan
In een geregelde berichtgeving omtrent economi-
schen en technischen vooruitgang, welke in die lan
den op dit gebied worden gemaakt; tevens zouden
zij aldaar de markttoestanden moeten bestudeeren.
Het reëxpeditieverkeer in München en Frankfort
a/M. beteekent volgens het „Reichsverband" een be
voordeeling van buitenlandsche producten, waarom
op opheffing hiervan wordt aangedrongen.
Ten aanzien van het credietwezen van den tuin
bouw, wordt voorgesteld, dat de regeering overgaat
tot het treffen van de volgende maotregelen; con ver
teering van credieten op korten termijn in credieten
op langen termijn, verlaging van den rentevoet, ver
strekking van meerdere credieten voor de bevorde
ring van binnenlandsche productie, in het bijzonder
van de teelt van vroege groenten en snijbloemen,
en voor het bouwen van overwinterlngs- en opslag
plaatsen voor groenten en fruit, verlenging voor den
duur van 10 jaren van den terugbetalingstermijn
van voor de bevordering van de teelt van vroege
groenten in 1926 beschikbaar gestelde credieten.
Voorts wil men kassen, warenhuizen, enz. bulten
beschouwing laten bij de berekening van de vermo
gensbelasting, verder invoering van speciale spoorwa
gons, oprichting van tuinbouwadviesbureaux, rijks-
tuinbouwproefstatioh, uitbreiding tuinbouwonder-
wijs on tuinbouwstatistiek, vrijstelling van bedrijfs-
oelasth g e. d.
VAN HIER EN DAAR.
Als iemand verre reizen doet, dan kan hij wat ver
halen, zoo luidt een bekend schoolversje. En dat is
ongetwijfeld waar. Ik dacht dat ook zoo, toen ik
van een Pinksterreisej weer thuis kwam. Wat ontwik
kelend is het zoo eens wat verder te zien, dan eigen
omgeving en ook in andere streken van ons land
eens rond te neuzen.
Zoo ben ik, die enkele jaren in de klei zit, het
zand eens op gaan zoeken. Dat was geen onbekend
gebied voor me. Ik mocht enkele jaren in het hartje
van de zandstuivingen wonen. Maar wanneer men
er een pios uit is, dan ziet men die wereld weer eens
met andere oogean aan. En zoo is 't me op mijn reis
je ook vergaan. De wereld van den zandboer heb ook
weer eens met andere oogen aangezien. Wanneer
men daar in de zandstreken hoort van pachten zoo
heel veel minder dan men in de kleistreken geeft,
dan gaat men onwillekeurig denken dat het op dien
zandgrond nog niet zoo kwaad boeren ls. Maar wan
neer men de gewassen daarbij vergelijkt, die er
groeien, «Jan begrijpt men ook dat men er niet meer
kan geven en dat wat men geeft eigenlijk nog te
veel is. Schrale roggeakkers en magere aardappel-
vlden, haver die niet te vergelijken is met de haver
van de klei, ja, dan begrijpt men ook, dat de zand-
boet niet dat werk van de onkruidbestrijding maakt
die men er op de klei aan ten koste legt. Toch heb
ben de zandboeren in de kalkstikstof een machtige
bondgenoot gekregen tegen het onkruid.
De resultaten die ik gezien heb van bemestingen
en overbemestingen met deze meststof waren buiten
gewoon frappant. Trouwens ook op de klei komt men
wel tot dezelfde resultaten. Zoo heb ik dit jaar ver
schillende van mijn leerlingen wat kalkstikstof la
ten uitstrooien op uien, die nog niet gewied waren.
Het resultaat was over de geheel linie schitterend.
De uien ledten er niet noemenswaard van en het
(Overgenomen uit het Nbl. v. h. Noorden).
PROGRAMMA HUIZEN.
Woensdag 25 Juni.
8.159.30 NCRV. M'orgenconcert. 10.3011
Ziekendienst. 11—11.30'Platen. 11.30—
12.30 Harmonium. 12.302 Middagconcert.
24.15 Concert. 2.453.15 Lectuur. 4.15
—5 Platen. 56 Kinderuur. '67.15' Pla
ten. 7.157.45 lezing. 811 Uitzend-
avond.
Donderdag 26 Juni.
8.15—9.30 NCRV. Morgenconcert.. 1010.30
Zang. 10.3011 Ziekendienst. 1111.30
lectuur. 11.3012.30 Landbouw. 12.30
2 Middagconcert. 22.45 Platen. 2.45
3.45 Handwerken. 45 Ziekenuur. 5—6
Platen. 67 Orgelconcert.. 77.45 Platen.
810.30 Zanguitvoering A'dam. 10.4011
Platen.
Vrijdag 27 Juni.
10.30—11 NCRV. Ziekendienst. 11.30—12
KRO. Godsd. halfuur. 12.152 Platen.
4- 5 NCRV. Platen. 56.30 Concert. 6 30
—7 KRO. Platen. 7—7.30 Lezing. 7.30—
10.30 VPRO. Weekuitzending.
Zaterdag 28 Juni.
8.15—9.30' KRO. Platen. 11.30—12 Godsd.
halfuur. 12.151 Platen. 11.45 Kinder
uur. 1.452 Lezing 4.306.55 Platen.
6.55—7.15 Politiek. 7.15—7.30 Platen.
7.3011 Vergadering in Nijmegen. '1112'
Platen.
HET CRISISPROGRAM VAN DEN
GEHEELEN LANDBOUW.
Wij laten hieronder volgen de punten van het
gemeenschappelijk crisisprogramma, dat door de 3
centrale landbouworganisaties, t. w. Kon. Ned. Land
bouw Comité, R. K. Ned. Boeren- en Tuindersbond
en Ned. Christelijke Boeren- en Tuindersbond aan
den minister is voorgelegd (dit is dus het advies van
den geheelen Ned. Landbouw)
Directe middelen.
1. steun van staatswege aan de suikerbietenteelt,
den graanbouw en de aardappelmeelindustrie.
2. vermindering van den druk der grondbelas
ting, inzonderheid door de afschaffing van de crisis-
opeen ten op de grondbelasting;
3. afschaffing van den vleeschaccijns met be
houd van het invoerrecht op vleesch.
4. wijziging van het stelsel van waardeering van
landelijke eigendommen bij het vaststellen van den
aanslag in de Vermogens- en Successiebelasting,
door niet langer hiervoor als grondslag te nemen
de verkoopwaarde, maar de gebruikswaarde, waarbij
wij ons veroorloven te verwijzen naar ons gemeen
schappelijk adres te dezer zake d.d. 7 September
1929, gericht tot den minister van finantien, van
welk adres wij een afschrift hierbij insluiten.
5. aanmerkelijke verlaging van de kosten, verbon
den aan den uitvoer va nvee, zooals keurloonen,
kosten van voorbehoedende enting en dergelijke.
6. aanmerkelijke en effectieve verlaging van de
vrachttarieven voor het verovoer van land- en tuin-
bouwproductne.
7. mede om de meestbegunstigingsclausule effec
tief te kunnen maken het onverwijld geven van
ruilobjecten aan de Nederlandsche onderhandelaars
bij het sluiten van handelsverdragen en het zonder
uitstel treffen van maatregelen van beveiliging te
gen, die landen, welke door kunstmatigee middelen
als dumping, uitvoerpremie, enz. enz. onze positie
in het internationaal ruilverkeer onbillijk verzwak-
8. uitvaardiging van een zg. maalverbod waarbij
wordt voorgeschreven, dat van het bakmeel, hetwelk
hier te lande wordt gebruikt bij de broodbereiding,
een zeker percentage moet afkomsting zijn van in-
landsche tarwe.
Het Reichsverband des Deutschen Gartenbaues
heeft een aantal voorstellen gedaan aan de regee
ring ter bbevordering van productie en afzet van de
tuinbouwvoortbrengselen.
Ick was de eerst, die 't houdt
Met zaege stucken zaegde,
Dat menich wonder was,
En wonder wel behaegde,
1 Waardoor 't gekomen is
l Te passen aan den dagh,
Hoe dat ment houdt op 't best
En spoedich zaegen magh.
Doe men schreef Ao. 1592 stout
Is deese moolen 't Juffertje gebout,
Door Cornelis Cornelisz. van Uitgeest,
Die de eerste uytvinder is geweest.
Dit vers treft men hier en daar< nog aan op
oude beschilderde borden, onder een afbeelding
vabi den eersten houtzaagmolen. De uitvinder,
Cornelis Cornelisz. van Uitgeest, vroeg octrooi
op zijn vinding en bouwde den eersten, molen, die
hij. „Het 'Juffertje" noemde ,te Zaandam op een
vlot.
Dit bouwen op een vlot, zoodat dei molen dus
drijvende, bleef, geschiedde om hem naar den
wind te kunnen draaien. Later heeft mem voor
de houtzaagmolens een ander systeem uitgevon-
den: het zoogenaamde Paltrok- of Phaltzrok-
type, dat men in zijn geheel naar den wind kon
draaien. Andere molen hadden slechts een draai-
bare kap.
j Na de uitvinding van den Paltrokmolen ver-
I huisde „Het Juffertje" van het vlot naar een
vaste plaats op het land aan de Oostzijde van
Zaandam.
I In 1604 kwam er een tweede houtzaagmolen bij
I aan de Westzijde, gebouwd door Dirk Sybrantsz.
en „De Grauwe Beer" genoemd. Hij werd. in 1889
gesloopt en naar Limburg overgebracht, terwijl
Het Juffertje" nog niet zoo lang geleden den
weg van zoovele Zaansche molens is gegaan en
door brand vernield.
Reeds vóór men d(;n houtzaagmolen kende, wa
ren er meel- en oliemolens, welke laatste; aan
vankelijk door paarden in beweging werden ge-
I bracht.
Al heel vroeg blijkt men profijt van den wind
getrokken te hebben, om het koren tot meel te
i malen. Wanneer men dit voor het eerst deed,
wie dus de uitvinder is geweest van den windmo
len, scliijnt onbekend te zijn.
'De oudste aanwijzingen kon men vóór den we
reldoorlog in de kathedraal van Amiens vinden.
Daar bevonden zich twee afbeeldingen van wind
molens uit het midden van de 13e eeuw.
In 1439 is door Gerard van Poelgeest, met
vergunning van gravin Margaretha van Bour-
gondië, die ook Holland en Zeeland ondeg haar
soepter vereenigd had, te Westzaandam een ko
renmolen gebouwd, waarschijnlijk „De Zwarte
Ruiter" genoemd. Deze molen is de oudste wind
molen in de Zaanstreek geweest en in 1864 ge
sloopt. 0|p een naambord stond het volgende ge
dicht
De Ruiter in liet veld rijdt om de buit te halen,
Dn ik ben hier gesteld om tarwe en rog te malen
Gelijk een ruiter waagt, voor 't vaderland zijn lijf,
Zoo ben ik hier gesteld den burgers- tot gerijf.
De eerste papiermolen aan de Zaan werd ook
in de Westzijde gebouwd en „De Kauwer"1 ge
noemd. De eerste windbrief van dezen molen is
geteekend den 18en Februari 1616. Oorspronke
lijk 'fabriceerde men alleen grauw en blauw pa
pier, terwijl er ook een papier vart roodachtige
kleur gemaakt werd uit de overblijfselen van
reeds bedorven vischnetten.
Later, in 1672, toen de legers van Lodewijk
XIV, Gelderland overstroomden, kwamen de wit-
papiermakers van daar naar Holland vluchten
en vervaardigde men ook aan de Zaan wit papier.
De Geldersche papiermakers vestigden zich in
hoofdzaak te Zaandijk. Dp eerste molens voor
wit papier waren „De Wever" en „Die Vergulde
Bijenkorf."
Het Zaansche fabrikaat verwierf weldra Euro-
peesche vermaardheid. Er wordt verhaald van
een fabrikant ,die op één beursdag 100.000 riem
papier verkocht en daarbij een winst van 100.000
gulden maakte, wat voor dien tijd een bijzonder
hoog bedrag was.
Het aantal papiermolens nam steeds toe: in
1768 waren er nog tusschen de 30 en '40 langs
de Zaan. Op het. oogenblik is er maar één meer:
de molen „Die Schoolmeester" tusschen Zaandijk
en Westzaan.
De eerste pelmolen werd omstreeks 1660 te
Koog aan de Zaan gebouwd door een Duitscher,
die om het geloof naar hier was gevlucht. Lan
gen tijd is dat de eenige pelmolen geweest en de
Buitscher schijnt er voor zich en zijn gezin nau
welijks droog brood in te hebben verdiend.
Leek Ret aanvankelijk, of er weinig behoefte
was aan pelmolens, in 1768 waren er reeds eek
tachtigtal. De Zaankanters waren toen meesters
in het pellen van gort en nog 'heden ten dage is
de Zaansche gort wereldberoemd.
Rijstpellerijen kwamen er pas in de 19e eeuw
en vormden tot voor den oorlog een, belangrijke
industrie.
De eerste windoliemolen aan de Zaan is in
1611 te Jisp (bij Worm er gebouwd en werd „D(e
Walvis" gedoopt.
De oliefabricage heeft zich geweldig uitge
breid langs de Zaan. In 1768 waren er niet min
der dan 123 oliemolens. In het begin van de 16e
eeuw waren er oók reeds oliemolens in de Zaan
streek ,maar die werden door paarden in, bewe
ging gebracht.
De Zaanstreek is altijd het land den molens
geweest, zooals het bekende volksliedje nog aan
geeft. Er waren buiten de genoemde nog snuif- en
schorsmolens, loodwit-, blauwsel-, mosterd- en
schilpzandmolens, enz.
In het midden der 18e eeuw waren er in totaal
60(J a 650'. Daarna is het aantal langzamerhand
teruggeloopen.
Het Zaansche conservatisme heeft zich in de
19e eeuw niet voldoende kunnen aanpassen bij
nieuwe vindingen. Omstreeks 1837 kwam de eer
ste stoommachine aan de Zaan. Toch was er
in 1829 reeds een stoombootverbinding met Am
sterdam, Tegen dit laatste had men niet zooveel
bezwaar; maar de windmolens vervangen door
stoomfabrieken, dat wilde er niet in.
De Blauwselfabriek te Westzaan nam de eer
ste stoommachine in gebruik ,een paar 'jaar later
gevolgd door Van Gelder Zonen, die er een aan
schaften voor de papierfabricage. De derde volg
de pas in 1850, toen te Wormerveer, de eerst»
stoom-olieslagerij wérd gebouwd.
Het verzet tegen de stoommachine was heel
groot; velen zagen er het werk des duivels in.
Tegenwoordig is het aantal windmolens niet
groot meer en elk jaar verdwijnen er 'n paar, zoo
dat wellicht de tijd. niet ver meer is, dat ook aan
rte Zaan een windmolen tot de antiquiteiten gaat
behóoren.
Men heeft reeds een molenmuseum in het leven
geroepen, waar de verschillende typen in model
zijn verzameld. Dat de houtzaagmolen voor de
Zaanstreek van zoo groote beteekenis werd, kwam
door den steeds toenemenden scheepsbouw, wel
ke weer tot gevolg had, dat er vele huizen ge
bouwd moesten worden voor allen, die in het
groeiende bedrijf emplooi vonden. Men bouwde
schepen voor alle natiën en ook voor eigen reke
ning.
En voor de schepen, en voor de huizen, die
vanwege den slappen bodem uitsluitend van hout
werden opgetrokken, was zeer veel hout noodig.
De houtzaagmolens hadden het drukker dan
ooit 'en de houthandel bloeide.
De Zaankanters kochten zelf het hout in
Noord-Buitschland, Rusland, Zweden en Noor
wegen. Be houtvlotten, die den Rijn afzakten tot
Dordrecht, gingen van daar Noordwaarts, voorbij
Amsterdam naar Zaandam.
De geheele houthandel concentreerde zich om
Zaandam en Westzaan vooral. Em nog heden
ten dage is Zaandam bekend om dien handel.
<L M'
onkruid was weg. Me dunkt, dat hierin een groote
besparing van arbeidsloon in gevonden kan worden.
In de rogge en haver heb ik zoo een afdoende be
strijding gezien tegen de korenbloem. Zoo gaat men
maar door tezoeken naar nieuwe wegen om met zoo
wening mogelijk kosten het werk zoo goed mogelijk
te verrichten. Zoo is er de vorige week te Wagenin-
gen een demonstratie gehouden met een paar in
strumenten, of liever werktuigen die ook hun bruik
baarheid bewezen. Men heeft daar eerst gedemon
streerd met springstoffen bij het graven van sloo-
ten en greppels. Die demonstratie zijn naar wensch
verloopen. Men kwam er tot de overtuiging, dat met
behulp van die springstoffen het graven van grep
pels en slooten niet alleen veel vlugger was gedaan,
maar ook dat het veel minder kostte. Met diezelfde
springstoffen heeft tóen ook boomrooidemonstraties
gegeven. Onder een boom werd een gat gegraven en
daarin werd wat van dat gevaarlijke goedje gelegd.
Nadat er contact was gemaakt werd de boom ge
heel ntworteld ter aarde geworpen. We begrijpen,
dat dit voor menschen in de zandstreken, die veel
met het rooien van boamen te maken hebben een uit
komst kan zijn, Wat een moeite heeft men vaak niet
om de boomstompen uit den grond te krijgen. Er
werd ook een slootreiniger gedemonstreerd. Dat
bleek een werktuig te zijn, dat eigenlijk op geen boer
derij gmlst kan worden. De machine maakt de sloot
tot op de helft schoon, terwijl ook de slootkanten
meegenomen worden. Het kan getrokken worden
door een tractor, maar ook door eenige paarden (3
of 4.) De kosten waren buitengewoon laag. Slechts
een cent of 5 per M. Tenslotte was er nog een werk
tuig, dat vooral belangstelling zal trekken bij de
landbouwers, die veel over heht water in schuiten
hun producten moeten vervoeren.
Hoe dikwijls heben die niet te tobben met gras
in de slooten en moeraspaardenstaart. Welnu, ook
voor hen is er een mooi eenvoudig werktuig uit
gedacht en wel een slootgrasmaaier. De machine
wordt achter op een vlot of schuit vastgemaakt,
de schuit wordt voortgeduwd en minder dan geen
tijd is de geheele slóot Van kroos en gras en paar
denstaart ontdaan.
Laten we in dit overzichtje nu maar eens niet
over de crisis praten. Laten we liever zien op welke
wijze men tracht op een zoo voordeelig mogelijke
basis te boeren. En dan mogen we zeker ook niet
voorbijzien, dat er pas een laboratorium en proef
veld is geopend door de bij de suikerindustrie betrok
ken lichamen, om na te gaan, hoe men een suiker
biet kan verkrijgen met een nog hooger gehalte aan
suiker dan de tegenwoordige. Men heeft daar al
vele pogingen toe aangewend maar geen enkele is
nog egslaagd. Kon men het gemiddeld suikergehalte
van 16 op 20 procent brengen en dus met 25 procent
verhoogen, dan begrijpt men, dat de productiekosten
per kilogra msuiker zeker met 20 procent verlaagd
zouden worden, want door dezelfde hoeveelheid bie
ten te verwerken zou men toch een veel hooger ren
dement aan suiker verkrijgen. We willen hopen,
dat de pogingen die nu te Bergen op Zoom aange
wend zullen worden, met succes zullen worden be
kroond. Naar ik vernomen heb wil men daar weer
teruggaan tot de oorsprong van de suikerbiet. En
welke die is, daarover zijn de geleerden het niet eens
De een zegt, dat de Beta Vulgaris de stamvorm is,
de ander zoekt die in de Beta Maritima en weer
anderen meenen dat men de stammoeder van onze
suikerbiet in Silezië moet zoeken. Misschien was het
verstandig wanneer met alle drie de vormen een
proef werd opgezet. Maar het is aan de heeren die
zich daarmede belast hebben wel toevertrouwd en
we mogen vol verwachting uitzien naar de resul
taten van hun werken.
DE STANDI DiER GEWASSEN.
Dc zachte winter, het droge zachte voorjaar
en de regenrijke Meimaand zijn voor de ontwik
keling der gewassen in hei algemeen zeer gunstig
geweest.
De granen staan alle goed tot zeer goed. Op
verschillende plaatsen is het gewas te zwaar
en dientengevolge gaan legeren. Zoowel omtrent
de korrel- als omtrent de stroo-opbrengsten zijn
de verwachtingen hoog gespannen. In Groningen
treedt in verschillende perceelen zomergerst vrij
sterk roeit op.
Van de peulvruchten is de stand goed. In
Noord-Holland en in noordelijk Zuid-Holland
komt nogal veel vreterij voor in de erwten, in
Zeeland daarentegen is het gewas de daarvan on
dervonden schade goed te boven gekomen.
Het vlas staat over het algemeen goed. In
Zeeland is de «and echter zeer uiteenloopend.
In westelijk Noord-Brabant wordt geklaagd over
het voorkomen van kwade koppen. Ook van
koolzaad ien kanariezaad is de stand goed* van
hlauwmaanzaad en mosterdzaad daarentegen goed
tot vrij goed.
De aardappelen zijn aanmerkelijk vroeger dan
normaal; de consumptieaardappelen vertoonen een
goeden stand, terwijl de fabrieksaardappelen goed
tot zeer goed staan.
Die larve van de bietenvlieg treedt weer vrij
algemeen op. In het noorden van 'het land is de
door dit insect aan de bieten toegebrachte scha
de in het algemeen grooter dan in,) het zuiden.
Die stand van de suikerbieten is dientengevolge
gemiddeld goed tot vrij goed.
Gras en klaver is er in overvloed. De weiden
zijn zoo dicht met gras bezet, dat veel doorschiet.
Dc hooioogst is buitengewoon ruim en tot heden
van zeer goede hoedanigheid. De grassen zijn
echter in sommige gevallen te snel gegroeid' en
daardoor bij den grond geel. De hooigrasverpach-
tingen brengen op verschillende plaatsen de helft
tot een kwart minder op dan het vorig jaar.
Op sommige plaatsen beginnen de graslanden
de gevolgen van de droogte te ondervinden.
Samenvatting. Op grond van de vorenstaande
gegevens kan de gemiddelde stand der verschil
lende gewassen over het geheele land als volgt
worden weergegeven. De tussch'en haakjes ge
plaatste cijfers geven aan hoe gedurende de laat
ste tien jaren de stand gemiddeld in de maand
Juni was: wintertarwe 82 (70), rogge 76 ((69),
wintorgerst 84 (70), zomertarwe 83 (68), zo
mergerst 76 (69), haver 75 (67), veldboonen' 69
(67), erwten 71 (68), bruine boonen 65 (59)/
vlas 69 ((60), kanariezaad 71 (66), koolzaad 75
(67), blauw maanzaad 66 (63) karwij 68 (65, mos
terdzaad 67 (69), consumptieaardappelen 71' (65),
fabrieksaardappelen 79 (67), suikerbieten 65 (63),
uien 64 (64), cichorei 70 (66), roodé klaver 79
(65), witte klaver 80 (67), weiland 82 (65), hooi
land 87 (64).
Die correspondenten geven den stand op in
cijfers, waarbij 100 uitmuntend, 90 zeer
goed, 70 goed, 60 vrij goed, 50 matig,
40 vrij slecht, 30 slecht en 10 mislukt.