amteesi
De vlucht over den Oceaan
Vliegen zonder motor
ts m m mww mm m%
mm
De vier moedige mannen J. Stannage (marconist)
Cpt. Saul (navigator), Kingsford Smith (eerste be
stuurder) en Van Dijk (tweede bestuurder) hebben
de vlucht over den Atlantischen Oceaan volbracht.
In verschillende telegrammen hebben wij dit aan
ons bureau bekend gemaakt en laten dan hier nog
enkele bijzonderheden volgen, die wij gedeeltelijk
putten uit het „Hbld":
Kingsford Smith en zijn drie metgezellen slapen
thans. Zij zullen waarschijnlijk om vier uur begin
nen met de werkzaamheden van het bijladen voor
het laatste deel van hun vlucht. De start wordt eerst
verwacht tegen morgenochtend bij het aanbreken
van den dag.
Toen Kingsford Smith werd gevraagd naar zijn
ondervinding vertelde hy dat zy een helschen nacht
hadden doorgemaakt one hell of night. De trip
was zonder eenige byzonderheid verloopen tot op
ongeveer tien myien van Kaap Race, ofschoon zij
toch gedurende de vlucht een vyftal uren lang in
hevigen storm gezeten hebben.
Maar van dit fatale punt op tien myien van Kaap
Race af, kwamen zy in een hevigen mist. Bovendien
functioneerde een der compassen slecht, zoodat zy
voor het behouden van den goeden koers afhankeiyk
waren van draadlooze peiling. De daarvoor gebruikte
stations waren Belle Island en Kaap Race.
De motoren en trouwens het geheele vliegtuig wa
ren schitterend gedurende den geheelen tocht.
Toen de vier het vliegtuig verlieten en het vlieg
veld opstapten, zagen zij er uitstekend „fit" uit. Al
leen hadden zy een beetje last aan de oogen en ze
waren echt „doof" Maar allen hadden een breeden
glimlach van voldoening op hun gezicht.
Hun eerste vraag was: „heeft iemand ook een ci
garette" en toen zy die kregen waren schijnbaar
al hun wenschen bevredigd.
De menigte op het vliegveld bracht den vliegers
een hartelijke ovatie: Daarna stapten zij in de ge
reed staande taxi's waarmede zij naar het hotel ge
bracht werden omte ontbijten.
In aansluiting op het bovenstaande telegram seint
Kingsford Smith ons het volgende
wy hebben instructies achtergelaten, dat wij niet
mogen worden gestoord voor des middags vier uur.
Zijn volkomen af door den inspannenden tocht.
Gedurende twintig van de 25 uren vliegen hebben
wy zonder zicht gevlogen. De eerste uren was de
tocht zeer mooi. De schepen onderweg zyn ons van
veel dienst geweest. Gedurende den geheelen tocht
vingen wij de draadlooze berichten van deze sche
pen op.
Op 500 myien van Harbour Grace stemden de ra
diopeilingen niet meer met onze compassen en daar
om besloten wij na ampel onderzoek van onze in
strumenten om alleen verder te sturen op radio-
pelingen door middel van het draadlooze station
Kaap Race. Zes uren lang hebben wy in groote cir
kels gevlogen en by het aanbreken van den dag be
merkten wij dat wij het land nog niet hadden be
reikt. Geleid door radiomeldingen van Kaap Race
stuurden wij toen daarop af. Het land daar was vol
komen bedekt met een dikke mist. Om zeven uur
vlogen wij boven Harbour Grace maar ook daar be
lette de dikke mist een landing. Eerst om 8.30 slaag
den wy er in een gaatje te vinden en stonden toen
ook weldra aan den grond.
wy starten zeker niet eerder dan morgenochtend
voor onze verdere vlucht naar New York.
Hevige mist.
Dinsdagnacht 12.05 uur werd geseind:
Hevige mist dwingt ons tot steigen. Wy zijn op
2600 voet boven den mistbank. Op die hoogte is het
weer zeer rustig en kalm. Door de ontvangen radio
berichten zyn wy uitstekend in staat onze positie te
bepalen die om 40.50 uur was 49.04 N.B. en 40.40 W.
L Snelheid 80 myien. Schitterende lucht.
Boven een onmeteiyke zee van mist genieten wy
juist van een genoegeiyk soupertje, dat bestaat uit
een sandwich en een kop koffie. Boven de koffie
geven wij echter de voorkeur aan onze Jamesons
whiskey „7 jaar oud." Het is nu nog niet heelemaal
duister, maar wij zyn dan ook op een behooriyke
hoogte nl 4000 voet. De wereld waarin wij vlogen is
van een eigenaardig blauw. De ondergaande zon
werpt een helrood schynsel in deze blauwe kom van
mist. In de cabine is het thans geheel donker De ra-
dloalmpen verspreiden een gezellig rosse schijnsel,
waardoor deze cabine er zeer genoegelyk uitziet. Wij
zijn daarom van plkn nog een sandwich naar binnen
tft werken.
12 35 uur: Alles wel aan boord. Het wordt steeds
donkerder. De buitenboord-motoren zyn gehuld in
een blauw waas. Een strakke rosse vlam, die uit lek
der uitlaten slaat, wappert geheimzinnig heen en
weer. De laatste stralen van de zon overstralen de
stuurboordsvleugel met een gouden schijn.
De „Southern Cross' werd op 19 Juli 1929 naar
Amsterdam overgevlogen en in de Fokker-fabrieKen
geheel en al nagezien en in orde gebracht voor de
vlucht over den Atlantischen Oceaan.
Zoodra de machine gereed was, kwam Kingstord
Smith, die inmiddels met Ulm de Austalian National
Airways had opgericht, naar Amsterdam. Inmiddels
waren ook ed motoren, die nu reeds ongeveer 600
bedrijfsuren elk hadden, door een expert van de
Wright-fabrieken („Doe" Maidment) nagezien en de
proefvluchten konden kort na aankomst van Kings-
lord Smith beginnen.
Technische bijzonderheden.
Zooals de „Southern Cross" nu weer door de Fok
ker-fabriek werd afgeleverd was de specificatie v<*n
de machine als volgt: vlucht 21.71 meter, lengte 14 60
meeter, hoogte 3.90 meter, dragend vleugeloppervlak
67.6 meter vierk., spoorbreedte landingsgestel 4.30 m.
De gewichtsverdeeling is als volgt: leeg inclusief
volledige uitrusting 2850 kilogram, bemanning 4)
300 kilogram, benzine 3564 kilogram, olie 250 kilo-
trram totaal 6964 kilogram.
De 'vleugelbelasting bedraagt dus 103 kilogram per
m2„ en de motorbelasting 10.3 kilogram per pk.
De benzine was ondergebracht in vier tanks in den
vleugel, een tank onder de pilotencockpit en 1 tank
inDe vier vleugeltanks hebben elk een inhoud van
378.5 liter, de tank onder de pilotencockpit van 378.5
liter, doch met de pomp kan er slechts 369 liter uit
gehaald worden.
46 Juni 1927: Cl. Chamberlain en Levine
(Am.) met de „Miss Columbia", van New York
naar Bisleben (D.) in 43 uur.
29 Juni—1 Juli 1927: Byrd, Bern, Balchen,
Bert Acosta en George Noville (Am.) met de
„America" van New York naar Ver-sur-Mer, in
40 uur 26 min.
27 Augustus 1927W. Broek en Si. Schlee
XAui.) met de „Fride of Detroit" van Ne v,
Foundland naar Croydon in 24 uur.
12—13 April 1928: H. Koehl, Fitzmaurice en
Jhr. von Hunefeld (Buitsch-Iersch) met de „Bre
men", van Baldonnel (Ierland) naar Greenly Is
land in 48 uur.
17—18 Juni 1928: W. Stulz, L. E. Gordon en
miss A. Eerhart (Am.) met de „Friendship" van
New-Foundland naar Burryport (Wales) in 20
uur 49 min.
1314'Juni 1929: J. B. Assolant,, E. Lefèvre
en A. Lotti (F.) en de verstekeling A. Schrei-
ber (Am.) met de „Oiseau Jeaune" van Old
Orchard naar Cyambra (Spanje) in 28 uur 50 j
minuten.
8—9 Juli 1929: Roger Williams en Lewis
Yancey (Am.) met de „Pathfinder", van Old Or-
chard naar Albericia (Spanje) in 36 uur.
BE SOMBERE LIJST
ziet er daarentegen als volgt uit
8 Mei 1927: Nungesser en Coli (Fr.) met de
„Oiseau Blanc' gestart te Parijs.
31 Augustus 1927Minchin, Hamilton en prin
ses LowensteinWertheim (Am.) met de „St.
Raphael" gestart te Upavon.
o September 1927: Lloyd Bertaud, James Hill
en Philip Payne (Am.) met de „Old Glorv", ge
start te Old Orchard.
7 iSeptember 1927: Tully en Medcalf (Am.)
me.t. de „Sir John Carling" gestart op New-
Foundland.
23 December 1927: Oscar Omdal (Noor), Brice
Goldsborough, Gred. Koehle en miss Grayson
(Am.) met de „Dawn" gestart te Old Orchard.
13 Maart 1928: Hinchliffe en miss Else Mac-
kay "(Eng.) met de „Endeavour" gestart te Cran-
well.
17 October 1928: MacDonald (Eng.) gestart te
8,t. John.
19 Augustus 1929: Kaeser en luscher (Zwits.)
met de „Jung Schweitzerland" gestart in d'Al-
verca (Portugal).
22 October 1929: Diteman (Am.) met de „Gol
den Hind", gestart op New-Foundland.
Na deze vluchten is er een 'tijd van betrekke-
lijken stilstand gekomen, een periode, waarin de
„Graf Zeppelin"-prestaties voor de wereld vol
doende waren.
De voorbereidingen in NewY-ork.
Het gemeentebestuur van New York treft alle
voorbereidingen voor de ontvangst van de vlie
gers van de „Southern Cross". Van Roosevelt-
fic-ld, waar het vliegtuig zal landen, zullen Rings
ford Smith en Van Dijk en hun medegezellen met
een vliegtuig naar de haven van New-York" wor
den gebracht, vanwaar zij in optocht naar het
stadhuis zullen worden gebracht.
Verschillende autoriteiten, onder wie gezan
ten, komen heden uit Washington te New-York
aan, om bij de ontvangst tegenwoordig te zijn.
Capaciteit, snelheid en traject.
De hoofdtank in den romp heeft een inhoud van
3028 liter. In totaal kon dus over een hoeveelheid
benzine van 4911 liter beschikt worden. Bij een ge
middeld verbruik van 132 liter per uur, beteekende
dit dus een maximum vliegduur van 37 uur.
Het lijstje der geslaagden)
ziet er als volgt uit:
14—15 Juni 1919: J. Alcock en A. W. Brown
(Eng.) van New-Foundland naar Clifden (Ierland
in 16 uur 12 min.
20—21 Mei 1927: Oh. Lindbergh (Am.) met de
„Spirit of St. Louis", van New-York naar'Pa
rijs in 32 uur 52 min.
De argelooze wandelaar, wielryder of ruiter, die
zich in deze schoone zomerdagen langs het Noord
zeestrand vanaf Katwyk in Noordeiyke richting be
weegt, heeft kans dat plotseling zijn aandacht ge
trokken wordt door een soort vliegtuig, waarvan de
vorm belangryk afwykt van dien van de gewone
vliegtuigen: Treedt men wat meer naderby, dan be
merkt men dat het vliegtuig in het geheel geen
wielen heeft en, wat nog veel meer belangstelling
opwekt, in het geheel geen motor bezit. Wellicht is
men aanvankelijk geneigd te denken aan een stuk
onschuldig speelgoed, maar als men verneemt de
klinkende, namen van de personen, die in zoo uiterst
luchtige kleeding rondom 't vliegtuig zijn geschaard
dan begint men te begrijpen, dat men te maken
heeft met een aeer serieuse zaak. En vraagt men dan
wat dit vreemdsoortige apparaat eigenlijk moet voor
stellen, dan krijgt men ten antwoord, dat dit is het
I eerste zweefvliegtuig en dat ernstige pogingen wor-
den aangewend om de zweefsport ook in ons land
ingang te doen vinden.
Dultschland is het land van het zweefvliegen, dat
I vooral in het Rhöngebergte wordt beoefend. Reeds
j lang voor den oorlog zyn tal van (mislukte) pogin-
i gen ondernomen zonder motor te vliegen. In den oor
j log was alle aandacht geconcentreerd op de vlieg-
i tulgen met motorische kracht, en ook na den oorlog
j trokken vooral de ronkende motoren de jonge pilo-
I ten aan. Doch wat de amateurs gedaan hebben op
het gebied van de radio, hebben zij ook gedaan ten
I aanzien van het zweefvliegen, dat thans in Duitsch-
land een sport is geworden, welke zelfs wetenschap-
I pelijke waarde verkregen heeft.
1 Voor het zweefvliegen moet men beschikken over
een bergachtig terrein. Na den start moet de zell-
I vlieger gebruik maken van de luchtmassa's, die te-
j gen de berghellingen aandryven en daarlangs op-
i waarts gaan. Laveersnde langs de hellingen komt
liet vliegtuig dan regelmatig hooger, en wanneer de
I vlieger op die wyze stapelwolken die omgeven zyn
door krachtige opstygende lucht weet te bereiken,
kan hy tot groote hoogte komen. In Duitschland
I zijn vluchten bekend van ruim een etmaal en over
een afstand van 150 kilometer, terwijl een hoogte
van ruim 3 kilometer werd bereikt. Inderdaad heeft
het zweefvliegen in Duitschland groote vorderingen
gemaakt. Tien jaren geleden steeg men enkele me-
ters omhoog, thans gaat de vlieger zonder motor
eenige kilometers de zon tegemoet. Vroeger meed
men stapel- en vooral onweerswolken, thans zoekt
de zweefvlieger ze op en profiteert van de krachten
die daarin werkzaam zyn.
En zoo wordt thans ook onderzocht, of boven on
ze duinen de stygkracht van den wind groot genoeg
is om het zweefvliegen mogelijk te maken. De eer-
ste proefnemingen hebben een alleszins bevredigend
1 resultaat opgeleverd, zoodat het zwoegen van het
clubje volhardende amateurs niet vergeefs is ge-
j weest. Want gezwoegd moet er zeker worden om het
vliegtuig te doen starten; het heeft geen motor en
derhalve moet het door menscheiyke kracht in de
lucht worden afgeschoten. Dit geschiedt dQor middel
van een zwaren elastieken kabel, welke in V-vorm
voor het vliegtuig is gespannen. Op bevel van den
zweefvlieger beginnen twee groepen van trekkers
met den kabel uit te loopen. Anderen houden het
vliegtuig aan den achterkant op zyn plaats Acht de
vlieger het elastiek voldoende gespannen, dan com
mandeert hy los! De kabel trekt zich krachtig sa
men en daarmede met een stevigen ruk het vliegtuig
in de lucht.
Bewezen is dat onze duinen niet ongeschikt zyn
voor de zweefvliegtuigen. Commercieele beteekenis
heeft deze sport niet, voor handel, industrie en ver
keer zal zij wel nimmer van belang worden Doch met
deze proefnemingen op ons Noordzeestrand is een
nieuwe prachtige sport ingewyd welke uitsluitend
door een gaaf amateurisme kan worden beoefend.
En wie zal zeggen, tot welke ontdekkingen en erva
ringen zij in de toekomst kan leiden.
Uit de Hoofdstad
OPPERHOOFD DER INDIANEN
TE AMSTERDAM.
(Wat wij daaromtrent lezen in het „Hbld.":
Jong Nederland loopt uit.
„Ugt" zei de 108-jarige Big Chief White Horse
Eagle, opperhoofd der Ossaga-Indianen, terwyi hij
behoedzaam uit de D 1756 van de Deutsche Luft Han
sa stapte en zich met zyn ega, zijn „witte sqauw"
een weg baande door opdringende nieuwsgierigen,
gastheeren, persfotografen en reporters, die zich ter
ontvangst hadden opgesteld op het zonnige ruime
Schiphol terrein.
Het was kwart over vyf. Iets later dan wy het
roode opperhoofd hadden verwacht. Eerst een kwar
tier vroeger, had een vorige Hansa„klst" ons gefopt,
waaruit een jolige kwibus met haneveeren getooid
te voorschijn kwamen hard wegliep naar de
werkplaatsen van de K. L. M. waar hij vandaan was
gekomen.
Maar nu wandelde hij dan toch in levenden lijve
voor ons uit, de echte, onvervalschte „Witte Mus
tang" bekleed met een crèmekleurig gemsleeren
jachthemd een blauwe broek met breede-flapperende
„spatschermen" en afgezet met belletjes, die by iede
ren stap rinkelden als een oud-Hollandsehe arreslee.
Zware ringen met dikke steenen erin prijkten aan
zijn donkerkleurige vingers. Heel een collectie pom
peuze ridderordes, en medailes, sierde de breede
borst. Kralensnoeren in bonte kleuren lagen geslin
gerd over het exotisch costuum en boven den ver
weerden, donkerbruinen rimpelkop met de diep-zwar
te oogen, prykte ietwat prozaisch een vilten Tom
Mix-flambard. Ook alweer met houten of steenen
kralen gegarneerd, waaronder uit wee zwarte ver
sierde, ietwat olieachtige vlechten bengelden van
een lengte, die Gretchen uit „Faust" en Micaëla uit
„Carmen' hem benyd zouden hebben.
Naast het opperhoofd ging de vrouw, met wie hy
een 35 jaar geleden in den echt werd verbonden.
Dat was dus omtrent den tyd van de eerste Haag-
sche Vredesconferentie en van den bouw der Sche-
veningsche Pier. Big Chief White Horse Eagle was
toen een kwieke jonge man van ruim zeventig jaar.
Hij werd immers geboren in 1822, nog voor Johan
Strauss, den Walskoning, In een tyd, toen Goethe
nog leefde en Napoleon I amper overleden was. Het
ontstaan van ons Burgerlijk Wetboek heeft hy be
leefd en alle ministeries Thorbecke. Toen hij in de
wieg van de voorvaderlyke wigwam lag en niet
droomde dat hy lang na zijn eeuwfeest, een vlieg
tocht van Berlijn naar Amsterdam-zou maken kwam
de eerste spoorlijn van Stockholm naar Darlington
in gebruik. O, had hij reeds in zyn jonge jaren een
tournee door Europa gemaakt, deze „Witte Mustang"
wat zou hy kunnen vertellen over onze bet-overgroot
vaders in de trekschuit en hunne echtgenooten, die
een tournure droegen en pas het eerste hoofdstuk
speelden van Jo van Ammers „Opstandigen!"
De witte „sqauw" van het algemeen opperhoofd
aller thans nog levende Roodhuiden is gekleed in
een vrij modernen bontmantel, waaronder een jucht
leeren toilet met afhangende franjes te zien komt.
Aan de voeten draagt zij „mocassins" die blijkbaar
echt Indiaansch zijn. In felle tegenstelling hiermede
is haar veelkleurig dophoedje van een ook ten on
zent vrij actueele mode. Torsend een bos gladiolen,
haar aangeboden door mevrouw van Looy, die ter
begroeting aanwezig was, stond zy naast haar tani-
gen heer-gemaal en wuifde met hem de jongens en
meisjes toe, die hingen aan en over de afsluithekken
en met luid gejuich hun ingenomenheid te kennen
gaven met deze levende illustratie uit de nog niet
vergeten boeken van Aimard en Karl May.
„Wat is-ie zwart" hoorden wy de jeugdgarde roe
pen en; „z'n koffers, één twee drieleuke
poppetjes zyn erop geschilderd jo, dat is de to
tem van zijn stam!zou-ie daar die negen-en
tachtig scalpen in hebben?en z'n tomahawk?
zijn pijl-en-boog?
Na een lang bezoek aan de douane die wellicht
een groote dosis vredespij pij tabak in 's opperhoof
den valiezen vermoedde nam de „Witte Hengst
Adelaar" terwijl de omstanders jubelden, plaats in
een met stars-and-stripes getooide auto en begon
zijn intocht in Amsterdam. Op het meer dan een
eeuw-oude opperhoofden-hoofd prijkte thans de vee
renbos, die het embleem is van zyn waardigheid en
moed. Langzaam zette de auto, gevolgd door een rij
andere, koers naar de hoofdstad der Nederlandsche
bleekgezichten. Eenige ouderen onder de achterblij-
venden staarden den stoet na, zagen voor het laatst
de dame met de pince-nez en de Westersche allures
die haar levenslot aan dat van dezen Indiaan verbon
den heeften dachten opeens terug aan een
onzer destijds bekendste en begaafdste Nederland
sche tooneelspeelsters, over wie Amsterdam een 20
jaar geleden, veel sprak en van wie men zich herin
derde, dat zijn indertijd jarenlang in het verre Wes
ten had vertoefd om er een bezoek te brengen aan
haar zuster, die „ergens in een prairie" met een op-
perhoof der Roodhuiden in het huwelijk was getre
den.
Onze autosteot tufte voort langs den Sloterdijker-
straatweg en het viel eigeniyk een beetje tegen, dat
wij uit de limousine voor ons niet nu en dan een
meterslange lasso zich zagen slingeren om den nek
van de zwart-bonte rendieren" en „elanden" in het
weiland naastaan, die zich daar rustig lieten melken
door nijvere Sloter „trappers" zonder notitie van den
grooten vee-bedwinger, die langs reed.
Bij de „blokhutten" aan de Sloterkade begon de
drukte, links en rechts groepjes belangstellenden, die
kenneiyk al lang daar hadden gestaan om den in
tocht van den Big Chief te verbeiden, en die thans
met een verheugd Indianengehuil den ouden ge
weldenaar uit het verre Westen een welkom toeriep.
Wel deed het even wat nuchter aan, dat wij de
Zeilstraat op alledaagsche manier bereikten over de
nieuwe brug en niet voor deze exotische gelegenheid
hief den te balanceeren over een omgekapte telefoon
paal. Maar verrassend was hét enomre aantal ky-
kers, dat geposteerd stond langs de verdere route.
Zoowel langs den Koninginne- als den Willemspark
weg, in de „P. C." als bij de Leidsche boschjes was
het stampvol belangstellende kykers, hoofdzakeiyk
gerequireerd uit de schoolgaande jeugd en ouden v.
dagen waaruit men wellicht mag concludeeren,
dat de avonturen van Winnetoe en Buffalo Bill met
de meeste gretigheid worden gelezen door kinderen
beneden de zestien en boven de zestig jaar.
„Hoera! Een Indiaan!" klonk het enthousiast by
den hoek van de van Baerlestraat. De vreugderoep
klonk juist op, toen wy ons uit het raampje van het
achterste persrytuig bogen; maar dat kan toeval
geweest zyn.
In de Vyzeistraat bereikte de geestdrift der me
nigte een hoogtepunt. De taxi's stopten temidden
van een juichende, schreeuwende fotografeerende,
van hitte en opwinding bezwy kende menschenmassa.
Met waardigheid verliet Big Chief White Horse
Eagle zijn vehikel den Carlton-wigwam over den roo
den statielooper, die voor hem was uitgelegd.
Zoo eindigde het eerste hoofdstuk van dezen Am-
sterdamschen Wild West-roman.
Land- en Tuinbouw
OVERBEMESTING.
Wij zitten nu midden in den tijd dat de over-
bemestingen worden toegediend, dat is het ver
strekken van een meststof aan een groeiend ge
was ,in meststoffen, bijna uitsluitend, vóór of
bij de grondbewerking gegeven, met de .stikstof
is dit veelal niet het geval. Een der redenen is
wel deze, dat de stikstofhoudende meststoffen
de duurste zijn. M«n is er daaromj zuinig mee,,
bewaart ze zoo lang mogelijk in den zak en,
dient ze eerst toe aan het reeds groeiende gewas,
ja dikwijls eerst als men ziet dat de planten door
een stikstofgift geholpen mdeten worden. Ook
geeft men dikwijls een gedeelte vóór het zaaien
en de rest, al naar behoefte, als overbemesting.
In de kalksalpeter bezitten wij een zeer goéde
stikstof meststof voor overbemesting. Vooral nu
ze in zoodanigen vorm afgeleverd wordt, dat het
uitzaaien niet de hand, wat bij overbemesting
meestal noodzakelijk'is, geeft bezwaar meer geeft.
Genoemde meststof wordt namelijk tegenwoor
dig gefabriceerd geheel vrij van stof en in kor
relvorm. De salpeterstikstof is in kalksalpeter
aan kalk gebonden en bijzonder snel oplosbaar.
Door deze eigenschap en eveneens door zijn doel
matige samenstelling werkt kalksalpeter zelrer,
snel en krachtig, juist wat men bij een over
bemesting verlangt.
Een goede eigenschap van kalksalpeter is dat
ze de structuur van den grond verbetert. Hierin
zit een belangrijk voordeel van het gebruik van
kalksalpeter, vooral voor de bemesting van zware
gronden, die neiging tot dichtslibben en verkor-
sten hebben. Vooral bij een zware regenval, zoo
als wij verleden week in een groot deel van ons
land hebben gehad is dit van groot belang. Waar
kalksalpeter is gezaaid zal men daar zeer zeker
deze gunstige eigenschap terdege gewaar worden.
Men vroeg ons nog of na zoo'n geweldige re
genval de kalksalpeter weg kan spoelen. Dit zal
niet spoedig het geval zijn als het land niet on
gelijk ,maar vlak ligt, als het water dus weg kan
zakken waar hei. valt. Bij droogte zullen de
gewassen dan later, nog er van pro fileer ery als
het door de cappilaire werking van den bodem
ter hunner beschikking wordt gebracht. Het is
echter wel aan te raden de bemesting in meerdere
malen te geven, om zooveel mogelijk verliezen
te voorkomen.
Ook in den tuin is het om dezen tijd vaak
noodig de verschillende gewassen nog eens een
kleine overbemesting met kalksalpeter te geven,
niet, alleen op de groenten maar ook het fruit.
Het verdient alleszins aanbeveling uitgebreide
proeven met kalksalpeter, ook als overbemes
ting te nemen, en niet alleen te) letten op de
verhooging der opbrengsten, welke deze stikstof
meststof geeft, maar tevens op de gunstige ne
venwerkingen.