amteesi De vlucht over den Oceaan Vliegen zonder motor ts m m mww mm m% mm De vier moedige mannen J. Stannage (marconist) Cpt. Saul (navigator), Kingsford Smith (eerste be stuurder) en Van Dijk (tweede bestuurder) hebben de vlucht over den Atlantischen Oceaan volbracht. In verschillende telegrammen hebben wij dit aan ons bureau bekend gemaakt en laten dan hier nog enkele bijzonderheden volgen, die wij gedeeltelijk putten uit het „Hbld": Kingsford Smith en zijn drie metgezellen slapen thans. Zij zullen waarschijnlijk om vier uur begin nen met de werkzaamheden van het bijladen voor het laatste deel van hun vlucht. De start wordt eerst verwacht tegen morgenochtend bij het aanbreken van den dag. Toen Kingsford Smith werd gevraagd naar zijn ondervinding vertelde hy dat zy een helschen nacht hadden doorgemaakt one hell of night. De trip was zonder eenige byzonderheid verloopen tot op ongeveer tien myien van Kaap Race, ofschoon zij toch gedurende de vlucht een vyftal uren lang in hevigen storm gezeten hebben. Maar van dit fatale punt op tien myien van Kaap Race af, kwamen zy in een hevigen mist. Bovendien functioneerde een der compassen slecht, zoodat zy voor het behouden van den goeden koers afhankeiyk waren van draadlooze peiling. De daarvoor gebruikte stations waren Belle Island en Kaap Race. De motoren en trouwens het geheele vliegtuig wa ren schitterend gedurende den geheelen tocht. Toen de vier het vliegtuig verlieten en het vlieg veld opstapten, zagen zij er uitstekend „fit" uit. Al leen hadden zy een beetje last aan de oogen en ze waren echt „doof" Maar allen hadden een breeden glimlach van voldoening op hun gezicht. Hun eerste vraag was: „heeft iemand ook een ci garette" en toen zy die kregen waren schijnbaar al hun wenschen bevredigd. De menigte op het vliegveld bracht den vliegers een hartelijke ovatie: Daarna stapten zij in de ge reed staande taxi's waarmede zij naar het hotel ge bracht werden omte ontbijten. In aansluiting op het bovenstaande telegram seint Kingsford Smith ons het volgende wy hebben instructies achtergelaten, dat wij niet mogen worden gestoord voor des middags vier uur. Zijn volkomen af door den inspannenden tocht. Gedurende twintig van de 25 uren vliegen hebben wy zonder zicht gevlogen. De eerste uren was de tocht zeer mooi. De schepen onderweg zyn ons van veel dienst geweest. Gedurende den geheelen tocht vingen wij de draadlooze berichten van deze sche pen op. Op 500 myien van Harbour Grace stemden de ra diopeilingen niet meer met onze compassen en daar om besloten wij na ampel onderzoek van onze in strumenten om alleen verder te sturen op radio- pelingen door middel van het draadlooze station Kaap Race. Zes uren lang hebben wy in groote cir kels gevlogen en by het aanbreken van den dag be merkten wij dat wij het land nog niet hadden be reikt. Geleid door radiomeldingen van Kaap Race stuurden wij toen daarop af. Het land daar was vol komen bedekt met een dikke mist. Om zeven uur vlogen wij boven Harbour Grace maar ook daar be lette de dikke mist een landing. Eerst om 8.30 slaag den wy er in een gaatje te vinden en stonden toen ook weldra aan den grond. wy starten zeker niet eerder dan morgenochtend voor onze verdere vlucht naar New York. Hevige mist. Dinsdagnacht 12.05 uur werd geseind: Hevige mist dwingt ons tot steigen. Wy zijn op 2600 voet boven den mistbank. Op die hoogte is het weer zeer rustig en kalm. Door de ontvangen radio berichten zyn wy uitstekend in staat onze positie te bepalen die om 40.50 uur was 49.04 N.B. en 40.40 W. L Snelheid 80 myien. Schitterende lucht. Boven een onmeteiyke zee van mist genieten wy juist van een genoegeiyk soupertje, dat bestaat uit een sandwich en een kop koffie. Boven de koffie geven wij echter de voorkeur aan onze Jamesons whiskey „7 jaar oud." Het is nu nog niet heelemaal duister, maar wij zyn dan ook op een behooriyke hoogte nl 4000 voet. De wereld waarin wij vlogen is van een eigenaardig blauw. De ondergaande zon werpt een helrood schynsel in deze blauwe kom van mist. In de cabine is het thans geheel donker De ra- dloalmpen verspreiden een gezellig rosse schijnsel, waardoor deze cabine er zeer genoegelyk uitziet. Wij zijn daarom van plkn nog een sandwich naar binnen tft werken. 12 35 uur: Alles wel aan boord. Het wordt steeds donkerder. De buitenboord-motoren zyn gehuld in een blauw waas. Een strakke rosse vlam, die uit lek der uitlaten slaat, wappert geheimzinnig heen en weer. De laatste stralen van de zon overstralen de stuurboordsvleugel met een gouden schijn. De „Southern Cross' werd op 19 Juli 1929 naar Amsterdam overgevlogen en in de Fokker-fabrieKen geheel en al nagezien en in orde gebracht voor de vlucht over den Atlantischen Oceaan. Zoodra de machine gereed was, kwam Kingstord Smith, die inmiddels met Ulm de Austalian National Airways had opgericht, naar Amsterdam. Inmiddels waren ook ed motoren, die nu reeds ongeveer 600 bedrijfsuren elk hadden, door een expert van de Wright-fabrieken („Doe" Maidment) nagezien en de proefvluchten konden kort na aankomst van Kings- lord Smith beginnen. Technische bijzonderheden. Zooals de „Southern Cross" nu weer door de Fok ker-fabriek werd afgeleverd was de specificatie v<*n de machine als volgt: vlucht 21.71 meter, lengte 14 60 meeter, hoogte 3.90 meter, dragend vleugeloppervlak 67.6 meter vierk., spoorbreedte landingsgestel 4.30 m. De gewichtsverdeeling is als volgt: leeg inclusief volledige uitrusting 2850 kilogram, bemanning 4) 300 kilogram, benzine 3564 kilogram, olie 250 kilo- trram totaal 6964 kilogram. De 'vleugelbelasting bedraagt dus 103 kilogram per m2„ en de motorbelasting 10.3 kilogram per pk. De benzine was ondergebracht in vier tanks in den vleugel, een tank onder de pilotencockpit en 1 tank inDe vier vleugeltanks hebben elk een inhoud van 378.5 liter, de tank onder de pilotencockpit van 378.5 liter, doch met de pomp kan er slechts 369 liter uit gehaald worden. 46 Juni 1927: Cl. Chamberlain en Levine (Am.) met de „Miss Columbia", van New York naar Bisleben (D.) in 43 uur. 29 Juni—1 Juli 1927: Byrd, Bern, Balchen, Bert Acosta en George Noville (Am.) met de „America" van New York naar Ver-sur-Mer, in 40 uur 26 min. 27 Augustus 1927W. Broek en Si. Schlee XAui.) met de „Fride of Detroit" van Ne v, Foundland naar Croydon in 24 uur. 12—13 April 1928: H. Koehl, Fitzmaurice en Jhr. von Hunefeld (Buitsch-Iersch) met de „Bre men", van Baldonnel (Ierland) naar Greenly Is land in 48 uur. 17—18 Juni 1928: W. Stulz, L. E. Gordon en miss A. Eerhart (Am.) met de „Friendship" van New-Foundland naar Burryport (Wales) in 20 uur 49 min. 1314'Juni 1929: J. B. Assolant,, E. Lefèvre en A. Lotti (F.) en de verstekeling A. Schrei- ber (Am.) met de „Oiseau Jeaune" van Old Orchard naar Cyambra (Spanje) in 28 uur 50 j minuten. 8—9 Juli 1929: Roger Williams en Lewis Yancey (Am.) met de „Pathfinder", van Old Or- chard naar Albericia (Spanje) in 36 uur. BE SOMBERE LIJST ziet er daarentegen als volgt uit 8 Mei 1927: Nungesser en Coli (Fr.) met de „Oiseau Blanc' gestart te Parijs. 31 Augustus 1927Minchin, Hamilton en prin ses LowensteinWertheim (Am.) met de „St. Raphael" gestart te Upavon. o September 1927: Lloyd Bertaud, James Hill en Philip Payne (Am.) met de „Old Glorv", ge start te Old Orchard. 7 iSeptember 1927: Tully en Medcalf (Am.) me.t. de „Sir John Carling" gestart op New- Foundland. 23 December 1927: Oscar Omdal (Noor), Brice Goldsborough, Gred. Koehle en miss Grayson (Am.) met de „Dawn" gestart te Old Orchard. 13 Maart 1928: Hinchliffe en miss Else Mac- kay "(Eng.) met de „Endeavour" gestart te Cran- well. 17 October 1928: MacDonald (Eng.) gestart te 8,t. John. 19 Augustus 1929: Kaeser en luscher (Zwits.) met de „Jung Schweitzerland" gestart in d'Al- verca (Portugal). 22 October 1929: Diteman (Am.) met de „Gol den Hind", gestart op New-Foundland. Na deze vluchten is er een 'tijd van betrekke- lijken stilstand gekomen, een periode, waarin de „Graf Zeppelin"-prestaties voor de wereld vol doende waren. De voorbereidingen in NewY-ork. Het gemeentebestuur van New York treft alle voorbereidingen voor de ontvangst van de vlie gers van de „Southern Cross". Van Roosevelt- fic-ld, waar het vliegtuig zal landen, zullen Rings ford Smith en Van Dijk en hun medegezellen met een vliegtuig naar de haven van New-York" wor den gebracht, vanwaar zij in optocht naar het stadhuis zullen worden gebracht. Verschillende autoriteiten, onder wie gezan ten, komen heden uit Washington te New-York aan, om bij de ontvangst tegenwoordig te zijn. Capaciteit, snelheid en traject. De hoofdtank in den romp heeft een inhoud van 3028 liter. In totaal kon dus over een hoeveelheid benzine van 4911 liter beschikt worden. Bij een ge middeld verbruik van 132 liter per uur, beteekende dit dus een maximum vliegduur van 37 uur. Het lijstje der geslaagden) ziet er als volgt uit: 14—15 Juni 1919: J. Alcock en A. W. Brown (Eng.) van New-Foundland naar Clifden (Ierland in 16 uur 12 min. 20—21 Mei 1927: Oh. Lindbergh (Am.) met de „Spirit of St. Louis", van New-York naar'Pa rijs in 32 uur 52 min. De argelooze wandelaar, wielryder of ruiter, die zich in deze schoone zomerdagen langs het Noord zeestrand vanaf Katwyk in Noordeiyke richting be weegt, heeft kans dat plotseling zijn aandacht ge trokken wordt door een soort vliegtuig, waarvan de vorm belangryk afwykt van dien van de gewone vliegtuigen: Treedt men wat meer naderby, dan be merkt men dat het vliegtuig in het geheel geen wielen heeft en, wat nog veel meer belangstelling opwekt, in het geheel geen motor bezit. Wellicht is men aanvankelijk geneigd te denken aan een stuk onschuldig speelgoed, maar als men verneemt de klinkende, namen van de personen, die in zoo uiterst luchtige kleeding rondom 't vliegtuig zijn geschaard dan begint men te begrijpen, dat men te maken heeft met een aeer serieuse zaak. En vraagt men dan wat dit vreemdsoortige apparaat eigenlijk moet voor stellen, dan krijgt men ten antwoord, dat dit is het I eerste zweefvliegtuig en dat ernstige pogingen wor- den aangewend om de zweefsport ook in ons land ingang te doen vinden. Dultschland is het land van het zweefvliegen, dat I vooral in het Rhöngebergte wordt beoefend. Reeds j lang voor den oorlog zyn tal van (mislukte) pogin- i gen ondernomen zonder motor te vliegen. In den oor j log was alle aandacht geconcentreerd op de vlieg- i tulgen met motorische kracht, en ook na den oorlog j trokken vooral de ronkende motoren de jonge pilo- I ten aan. Doch wat de amateurs gedaan hebben op het gebied van de radio, hebben zij ook gedaan ten I aanzien van het zweefvliegen, dat thans in Duitsch- land een sport is geworden, welke zelfs wetenschap- I pelijke waarde verkregen heeft. 1 Voor het zweefvliegen moet men beschikken over een bergachtig terrein. Na den start moet de zell- I vlieger gebruik maken van de luchtmassa's, die te- j gen de berghellingen aandryven en daarlangs op- i waarts gaan. Laveersnde langs de hellingen komt liet vliegtuig dan regelmatig hooger, en wanneer de I vlieger op die wyze stapelwolken die omgeven zyn door krachtige opstygende lucht weet te bereiken, kan hy tot groote hoogte komen. In Duitschland I zijn vluchten bekend van ruim een etmaal en over een afstand van 150 kilometer, terwijl een hoogte van ruim 3 kilometer werd bereikt. Inderdaad heeft het zweefvliegen in Duitschland groote vorderingen gemaakt. Tien jaren geleden steeg men enkele me- ters omhoog, thans gaat de vlieger zonder motor eenige kilometers de zon tegemoet. Vroeger meed men stapel- en vooral onweerswolken, thans zoekt de zweefvlieger ze op en profiteert van de krachten die daarin werkzaam zyn. En zoo wordt thans ook onderzocht, of boven on ze duinen de stygkracht van den wind groot genoeg is om het zweefvliegen mogelijk te maken. De eer- ste proefnemingen hebben een alleszins bevredigend 1 resultaat opgeleverd, zoodat het zwoegen van het clubje volhardende amateurs niet vergeefs is ge- j weest. Want gezwoegd moet er zeker worden om het vliegtuig te doen starten; het heeft geen motor en derhalve moet het door menscheiyke kracht in de lucht worden afgeschoten. Dit geschiedt dQor middel van een zwaren elastieken kabel, welke in V-vorm voor het vliegtuig is gespannen. Op bevel van den zweefvlieger beginnen twee groepen van trekkers met den kabel uit te loopen. Anderen houden het vliegtuig aan den achterkant op zyn plaats Acht de vlieger het elastiek voldoende gespannen, dan com mandeert hy los! De kabel trekt zich krachtig sa men en daarmede met een stevigen ruk het vliegtuig in de lucht. Bewezen is dat onze duinen niet ongeschikt zyn voor de zweefvliegtuigen. Commercieele beteekenis heeft deze sport niet, voor handel, industrie en ver keer zal zij wel nimmer van belang worden Doch met deze proefnemingen op ons Noordzeestrand is een nieuwe prachtige sport ingewyd welke uitsluitend door een gaaf amateurisme kan worden beoefend. En wie zal zeggen, tot welke ontdekkingen en erva ringen zij in de toekomst kan leiden. Uit de Hoofdstad OPPERHOOFD DER INDIANEN TE AMSTERDAM. (Wat wij daaromtrent lezen in het „Hbld.": Jong Nederland loopt uit. „Ugt" zei de 108-jarige Big Chief White Horse Eagle, opperhoofd der Ossaga-Indianen, terwyi hij behoedzaam uit de D 1756 van de Deutsche Luft Han sa stapte en zich met zyn ega, zijn „witte sqauw" een weg baande door opdringende nieuwsgierigen, gastheeren, persfotografen en reporters, die zich ter ontvangst hadden opgesteld op het zonnige ruime Schiphol terrein. Het was kwart over vyf. Iets later dan wy het roode opperhoofd hadden verwacht. Eerst een kwar tier vroeger, had een vorige Hansa„klst" ons gefopt, waaruit een jolige kwibus met haneveeren getooid te voorschijn kwamen hard wegliep naar de werkplaatsen van de K. L. M. waar hij vandaan was gekomen. Maar nu wandelde hij dan toch in levenden lijve voor ons uit, de echte, onvervalschte „Witte Mus tang" bekleed met een crèmekleurig gemsleeren jachthemd een blauwe broek met breede-flapperende „spatschermen" en afgezet met belletjes, die by iede ren stap rinkelden als een oud-Hollandsehe arreslee. Zware ringen met dikke steenen erin prijkten aan zijn donkerkleurige vingers. Heel een collectie pom peuze ridderordes, en medailes, sierde de breede borst. Kralensnoeren in bonte kleuren lagen geslin gerd over het exotisch costuum en boven den ver weerden, donkerbruinen rimpelkop met de diep-zwar te oogen, prykte ietwat prozaisch een vilten Tom Mix-flambard. Ook alweer met houten of steenen kralen gegarneerd, waaronder uit wee zwarte ver sierde, ietwat olieachtige vlechten bengelden van een lengte, die Gretchen uit „Faust" en Micaëla uit „Carmen' hem benyd zouden hebben. Naast het opperhoofd ging de vrouw, met wie hy een 35 jaar geleden in den echt werd verbonden. Dat was dus omtrent den tyd van de eerste Haag- sche Vredesconferentie en van den bouw der Sche- veningsche Pier. Big Chief White Horse Eagle was toen een kwieke jonge man van ruim zeventig jaar. Hij werd immers geboren in 1822, nog voor Johan Strauss, den Walskoning, In een tyd, toen Goethe nog leefde en Napoleon I amper overleden was. Het ontstaan van ons Burgerlijk Wetboek heeft hy be leefd en alle ministeries Thorbecke. Toen hij in de wieg van de voorvaderlyke wigwam lag en niet droomde dat hy lang na zijn eeuwfeest, een vlieg tocht van Berlijn naar Amsterdam-zou maken kwam de eerste spoorlijn van Stockholm naar Darlington in gebruik. O, had hij reeds in zyn jonge jaren een tournee door Europa gemaakt, deze „Witte Mustang" wat zou hy kunnen vertellen over onze bet-overgroot vaders in de trekschuit en hunne echtgenooten, die een tournure droegen en pas het eerste hoofdstuk speelden van Jo van Ammers „Opstandigen!" De witte „sqauw" van het algemeen opperhoofd aller thans nog levende Roodhuiden is gekleed in een vrij modernen bontmantel, waaronder een jucht leeren toilet met afhangende franjes te zien komt. Aan de voeten draagt zij „mocassins" die blijkbaar echt Indiaansch zijn. In felle tegenstelling hiermede is haar veelkleurig dophoedje van een ook ten on zent vrij actueele mode. Torsend een bos gladiolen, haar aangeboden door mevrouw van Looy, die ter begroeting aanwezig was, stond zy naast haar tani- gen heer-gemaal en wuifde met hem de jongens en meisjes toe, die hingen aan en over de afsluithekken en met luid gejuich hun ingenomenheid te kennen gaven met deze levende illustratie uit de nog niet vergeten boeken van Aimard en Karl May. „Wat is-ie zwart" hoorden wy de jeugdgarde roe pen en; „z'n koffers, één twee drieleuke poppetjes zyn erop geschilderd jo, dat is de to tem van zijn stam!zou-ie daar die negen-en tachtig scalpen in hebben?en z'n tomahawk? zijn pijl-en-boog? Na een lang bezoek aan de douane die wellicht een groote dosis vredespij pij tabak in 's opperhoof den valiezen vermoedde nam de „Witte Hengst Adelaar" terwijl de omstanders jubelden, plaats in een met stars-and-stripes getooide auto en begon zijn intocht in Amsterdam. Op het meer dan een eeuw-oude opperhoofden-hoofd prijkte thans de vee renbos, die het embleem is van zyn waardigheid en moed. Langzaam zette de auto, gevolgd door een rij andere, koers naar de hoofdstad der Nederlandsche bleekgezichten. Eenige ouderen onder de achterblij- venden staarden den stoet na, zagen voor het laatst de dame met de pince-nez en de Westersche allures die haar levenslot aan dat van dezen Indiaan verbon den heeften dachten opeens terug aan een onzer destijds bekendste en begaafdste Nederland sche tooneelspeelsters, over wie Amsterdam een 20 jaar geleden, veel sprak en van wie men zich herin derde, dat zijn indertijd jarenlang in het verre Wes ten had vertoefd om er een bezoek te brengen aan haar zuster, die „ergens in een prairie" met een op- perhoof der Roodhuiden in het huwelijk was getre den. Onze autosteot tufte voort langs den Sloterdijker- straatweg en het viel eigeniyk een beetje tegen, dat wij uit de limousine voor ons niet nu en dan een meterslange lasso zich zagen slingeren om den nek van de zwart-bonte rendieren" en „elanden" in het weiland naastaan, die zich daar rustig lieten melken door nijvere Sloter „trappers" zonder notitie van den grooten vee-bedwinger, die langs reed. Bij de „blokhutten" aan de Sloterkade begon de drukte, links en rechts groepjes belangstellenden, die kenneiyk al lang daar hadden gestaan om den in tocht van den Big Chief te verbeiden, en die thans met een verheugd Indianengehuil den ouden ge weldenaar uit het verre Westen een welkom toeriep. Wel deed het even wat nuchter aan, dat wij de Zeilstraat op alledaagsche manier bereikten over de nieuwe brug en niet voor deze exotische gelegenheid hief den te balanceeren over een omgekapte telefoon paal. Maar verrassend was hét enomre aantal ky- kers, dat geposteerd stond langs de verdere route. Zoowel langs den Koninginne- als den Willemspark weg, in de „P. C." als bij de Leidsche boschjes was het stampvol belangstellende kykers, hoofdzakeiyk gerequireerd uit de schoolgaande jeugd en ouden v. dagen waaruit men wellicht mag concludeeren, dat de avonturen van Winnetoe en Buffalo Bill met de meeste gretigheid worden gelezen door kinderen beneden de zestien en boven de zestig jaar. „Hoera! Een Indiaan!" klonk het enthousiast by den hoek van de van Baerlestraat. De vreugderoep klonk juist op, toen wy ons uit het raampje van het achterste persrytuig bogen; maar dat kan toeval geweest zyn. In de Vyzeistraat bereikte de geestdrift der me nigte een hoogtepunt. De taxi's stopten temidden van een juichende, schreeuwende fotografeerende, van hitte en opwinding bezwy kende menschenmassa. Met waardigheid verliet Big Chief White Horse Eagle zijn vehikel den Carlton-wigwam over den roo den statielooper, die voor hem was uitgelegd. Zoo eindigde het eerste hoofdstuk van dezen Am- sterdamschen Wild West-roman. Land- en Tuinbouw OVERBEMESTING. Wij zitten nu midden in den tijd dat de over- bemestingen worden toegediend, dat is het ver strekken van een meststof aan een groeiend ge was ,in meststoffen, bijna uitsluitend, vóór of bij de grondbewerking gegeven, met de .stikstof is dit veelal niet het geval. Een der redenen is wel deze, dat de stikstofhoudende meststoffen de duurste zijn. M«n is er daaromj zuinig mee,, bewaart ze zoo lang mogelijk in den zak en, dient ze eerst toe aan het reeds groeiende gewas, ja dikwijls eerst als men ziet dat de planten door een stikstofgift geholpen mdeten worden. Ook geeft men dikwijls een gedeelte vóór het zaaien en de rest, al naar behoefte, als overbemesting. In de kalksalpeter bezitten wij een zeer goéde stikstof meststof voor overbemesting. Vooral nu ze in zoodanigen vorm afgeleverd wordt, dat het uitzaaien niet de hand, wat bij overbemesting meestal noodzakelijk'is, geeft bezwaar meer geeft. Genoemde meststof wordt namelijk tegenwoor dig gefabriceerd geheel vrij van stof en in kor relvorm. De salpeterstikstof is in kalksalpeter aan kalk gebonden en bijzonder snel oplosbaar. Door deze eigenschap en eveneens door zijn doel matige samenstelling werkt kalksalpeter zelrer, snel en krachtig, juist wat men bij een over bemesting verlangt. Een goede eigenschap van kalksalpeter is dat ze de structuur van den grond verbetert. Hierin zit een belangrijk voordeel van het gebruik van kalksalpeter, vooral voor de bemesting van zware gronden, die neiging tot dichtslibben en verkor- sten hebben. Vooral bij een zware regenval, zoo als wij verleden week in een groot deel van ons land hebben gehad is dit van groot belang. Waar kalksalpeter is gezaaid zal men daar zeer zeker deze gunstige eigenschap terdege gewaar worden. Men vroeg ons nog of na zoo'n geweldige re genval de kalksalpeter weg kan spoelen. Dit zal niet spoedig het geval zijn als het land niet on gelijk ,maar vlak ligt, als het water dus weg kan zakken waar hei. valt. Bij droogte zullen de gewassen dan later, nog er van pro fileer ery als het door de cappilaire werking van den bodem ter hunner beschikking wordt gebracht. Het is echter wel aan te raden de bemesting in meerdere malen te geven, om zooveel mogelijk verliezen te voorkomen. Ook in den tuin is het om dezen tijd vaak noodig de verschillende gewassen nog eens een kleine overbemesting met kalksalpeter te geven, niet, alleen op de groenten maar ook het fruit. Het verdient alleszins aanbeveling uitgebreide proeven met kalksalpeter, ook als overbemes ting te nemen, en niet alleen te) letten op de verhooging der opbrengsten, welke deze stikstof meststof geeft, maar tevens op de gunstige ne venwerkingen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 6