Pierre Seccene Doorzitten PURI Rechtzaken Doorzitten bij wielrjjden i verzacht en geneest men met D009 80, 60, tube 80 ct. ARROND L'S'iSEME N TBRECiHTB ANK Meervoudige strafkamer. Uitspraken van Dinsdag 24 Juni. J. F. IJ. 8. Warmenhuizen, "verduistering bij de Posterijen, vrijgesproken. W. G. F. Rotterdam, voorheen Bergen, verduis tering in dienstbetrekking 4 maanden gev. voor waardelijk met 3 proefjaren. Kr. B. Egmond aan Zee, Jb. Z, Alkmaar en jS. B. DIJmuideu, diefstal ieder f 25 boete of 25 dagen met schadebetaling. H. J. P. 8. Warmenhuizen, gedetineerd, misdr. brt. '249 wetb. v. strafr. 1 jaar gev. voorw. met '3jaar proeftijd en ambtsontzetting voor den tijd van 6 jaar. A'nth. d. J. Petten, gedetineerd, misdrijf art. 247, wetb. v. strafrecht, nieuw onderzoek gelast. VGOR DEN POLITIERECHTER. Zitting van Maandag 30 Juli. Het moede hoofd aan den boezem des Politie rechters neergevleid. Den te Dirkshorn welbekende en thans te Alk maar vertoevende oud dorpsgenoot Joh. D., die den electrieien v. d. Sluis schriftelijk had belee- digd, werd thans aangezegd dat hij tot f 50 boete o f50 dagen werd veroordeeld, gaf thans nederig te kennen, zich bij dat vonnis neer te leggen en te zullen trachten de benoodigde gelden bijeen te brengen. Bat baasje moet zich niet verbeelden ook met den Politierechter de kachel te kunnen aanmaken. Bte heer Joh. W;., een 19-jarige slachtveever delger uit Grootebroek had in den nacht van 18 op 19 Mei den gemeenteveldwachter van Boven karspel op een gruwelijke manier door het' ma ken van burengerucht en persoonlijke hatelijk- hede nde dampen aangedaan en het ten slotte zóó versierd ,dat Keij zich verplicht gevoelde hem in te rekenen en hem ter correctie voor den bur- gemeoester te brengen. Ons slagertje had zich duchtig tegen het voornemen van den veldwach ter verweerd en was gedurende de worsteling tegen een ijzeren, hek terecht gekomen, 'waardoor hij werd verwond, wat hij natuurlijk, nu hij terecht stond, op de boterham van den veldwach ter wou schuiven. Het bleek echter maar al te zeer, dat Hannesie een rare snijboon is, die heel wat, meer boemelt dan goed voor zijn reputatie is. Be politierechter wilde dan ook trachten dit drukbespraakte dorps heertje wat meer orde en regelmaat bij te bren gen en zal den heer Wiggers een onderzoek doen 93) Ludovic Malon sloeg hem met de innigste be langstelling gade. Het was alsof hij een deel der gevoelens ,die Raymonds hart bewogen, door grondde en of ook hij bekend was met, het geheiin der kassette. Eindelijk maakte Raymond een driftige bewe ging, en, zijn aarzeling overwinnend, brak hij het cachet en opende de zwarte enveloppe. Maar hij had zelfs den tijd niet een blik op den inhoud te werpen, want in hetzelfde oogenblik werd de deur geopend en Salome trad binnen. Haar gelaat glimlachte en haar komst was Raymond zeer aangenaam. Salome!" riep hij haar toe, ,,wie zendt u tot mij en hoe is 't met mijnheer Guillemot?" ,J0 mijnheer Guillemot is de gelukkigste va der," antwoordde Salome; „maar hij zendt mij niet tot u." „Wie dan?" ,:De jonge juffrouw de jonge juffrouw, is volkomen hersteld, zij heeft zoo even een'lang gesprek met mijnheer Guillemot gehad, en tenge volge van dat gesprek verlangt zij n eenjge oogenblikken te spreken." Haastig stond Raymond op. „.O ik kom oogenblikkelijk,antwoordde hij Vervolgens legde hij de open enveloppe 'weder in de cassette, welke hij sloot en waarvan; hij den sleutel iu zijn zak stak. Zich toen tot Ludovic wendende vroeg hij: „Gaat ge mede, dokter?" „Neen," antwoordde deze. ,,Mijn tegenwoordig heid is niet noodzakelijk in dit oogenblik, geloof ik, en zou misschien hinderlijk kunnen zijn." „Ban tot later." „Tot later." Raymond verwijderde zich haastig. Op een wenk van Ludovic was SflTomé ge bleven. „Verlangt ge me te spreken?" vroeg het meisje den dokter, zoodra Raymond zich verwij derd had. „Ja, mijn kind," antwoordde ludovic. „Wat is er in het huis gebeurd,sedert ik de jonge juffrouw verlaten heb?" „(Wel, wat ik gezegd heb." „Maar heeft de jonge juffrouw geen bezoek ontvangen ja." „Van Germaine, niet waar? Beze heeft lang met. de jonge juffrouw gesproken?" ,Wie heeft u dat gezegd?" ,/tIs genoeg dat ik het weet. Kortom, na dit gesprek heeft mejuffrouw Irene mij willen spre ken. "Bat is alles wat ik weten wilde en nu kunt ge naar huis terug keeren. In den loop van den avond zal ik komen hooren of er iets nieuws is." Inmiddels had Raymond in nauwelijks tien minuten den weg afgelegd naar Guillemot's huis en deed hij zich bij Irene aankondigen. Do jonge zieke ontving hem met haar liefsten glmlaeh. instellen, welk rapport op 14 Juli zal worden uit- gebracht. Viel geschrei nnd wenig wol. i Een agrarisch heer, met name J. W. B., zou in den nacht van 22 op 23 Mei getracht hebben met duivelsche boosheid de gemeenteeigendom men van Schagen een onberekenbare schade toe te brengen door het afbreken van een lijst van een kastje, welk kastje het was, weten wij niet pre cies, misschien wel een publiciteitskastje, doch in ieder geval geen nachtkastje, daar de ge meente, voor zoover bekend, deze nuttige meubel stukken niet voor Jan en alleman beschikbaar stelt. Het geval, medegedeeld en nader toege licht door den goeden veldwachter van Haaren werd nogal niet ernstig opgenomen en de heer B. veroordeeld tot den spotprijs van 100, centen boete of 1 dag te waskip in de villa van moeder Justitia. i Simon dacht dat het zoo maar gïngw Een inboorling van gedroogde Scharrenburg, oftewel Egmond aan Zee, meneer Simon V. had zich in gezelschap van zijn broeder Kees en an dere jachtliefhebbers op 17 Mei bezig gehouden en werd op het Zeestrand onder Schoorl, niet be paald tot zijn uitbundige vreugde, aangehouden door den rijksveldwachter Wouda, die zich in 't bezit wilde stellen van de buitgemaakte meeu weneitjes. Simon was echter niet edelmoedig ge noeg 'n ander te gunnen, wat hem werd onthouden en gooide hij baldadiglijk de eieren kapot. Hier door maakte hij zich echter schuldig aan een straf baar feit, wat hem heden door het opleggen van f 15 boete of 15 dagen terdege werd ingepeperd. *n Gezellig ventje voor de conversatie. Die stucadoor M. H., geruimen tij deen nog al geruchtmakend burger der gemeente Alkmaar, is nu naar elders vertrokken, doch had als souvenir aan zijn verblijf nog achtergelaten een strafver volging wegens beleediging, aangezien hij op 27 April een in het Groot Nieuwland wonende ge huwde dame, zoo geweldig had uitgekafferd, dat deze gekrenkte vrouw een aanklacht indiende. De heer M. H., heden ter zitting gedaagd, was niet aanwezig, doch men was op grond van vroe- gere relaties voldoende met zijn omstandigheden op de hoogte om hem tot f 30 piek boete of 30 dagen te veroordeelen. gebracht. i Broerlief wensehte ook een deuntje mee te blazen. Een broeder van het voorgaande succesnum mer, de heer Charles H., had zich ook op 'dien voo rde familie zeer rumoerigen 27 April hevig opgewonden en gaf daarvan blijk door het pa neel in de deur van het door de beleedigdle juf frouw uit de voorgaande zaak bewoonde perceel in te trappen. Ook deze acteur in 'het Gfroott Nieuwland-spectakelstuk was niet verschenen, doch de Politierechter stelde zjjn medewerking op denzelfden „hoogen prijs" namelijk f 30 boete of 30 bromdagen. Biat zal hem wel verleeren, te pronken met een anders veeren. Een beoefenaar der edele motorsport uit Pur- j „Gé hebt mij doen roepen," zei Raymond, „en ik ben onmiddellijk gekomen." I „Dank!' antwoordde Irene. „Zet u daar bij mijn bed en hoor mij, mijn vriend, want het be- treft ernstige en gewichtige zaken." Besluit. j Raymond nam de hand welke Irene hem reikte en bracht ze teeder aan zijne lippen. Vervolgens zette hij zich bij het meisje neder. Een levendige blos bedekte Irene's wangen, en zacht haar hand uit de- zijne nemende, sprak zij: i „Zooeven heb ik een lang gesprek meti mijn vader gehad, en tengevolge daarvan heb ik' u doen roepen." i „IZou uw vader zich verontrust hebben over mijne tegenwoordigheid bij u in dezen nacht j. „Mijn vader," antwoordde Irene, „verlangt niets anders dan mij gelukkig te ziem en heeft naar de oorzaak gevraagd, die u aan mijn bed ge- voerd had." i „En wat hebt ge geantwoord „Ik heh hem de waarheid gezegd, en hem be kend dat ik u beminde, daarbij voegende dat. ik geloofde dat gij niet onverschillig jegens mij j waart." i Raymond nam weder de hand die zich zooeven verwijderd had, en bedekte ze met hartstochtelijke kussen. ,.Ik bemin u!" zeide hij geheel opgetogen „mijn leven is voortaan aan het uwe gehecht, zooals mijn geluk innig aan uwe liefde verbonden' zal zijn. „Maar nu wensch ik mijnheer Guillemot te 1 zien onx hem te zeggen....' „Later zult ge mijn vader spreken," viel Irene hem in de rede; „en als iRu de aanmerkingen heb medegedeeld welke hij aanvoerde." „Welke aanmerkingen „Na mijne bekentenis was het natuurlijk dat men mij vroeg of ik u kende wie; ge waart kortom tot welke familie ge behoordet." 1 Bij deze woorden bewolkte Raymond's voor hoofd zich. Maar Irene hield zich alsof) zij het niet zag. „Ge begrijpt," voer zij voort, „dat ik mij bij die vragen in verlegenheid bevond, en ik' zou waarlijk niet geweten hebben, wat te antwoorden, indien niet. op dat oogenblik juist een bezoek was gekomen, 'twelk mij gelukkig uit mijne verlegen heid redde." „Welk bezoek?" „Een vrouw." „Haar naam?" „Germaine." „Wat wilde zij?" „Ach zij was zeer bedroefd," antwoordde Irene, „men had haar het vreeselijk einde van den her tog van Palmares, dien zij gekend en bemind had, verhaald en nu ging zij de wereld verlaten om het overige harer dagen in een ongenaakbare eenzaamheid door te brengen." „Heeft zij u dat gezegd?" „En zij weende daarbij. Maar zij sprak) ook medreutel, met name Dirk M., trof het' op 18 Mei al miserabel slecht toen hij te Alkmaar op den Bergerweg werd gecontroleerd door den ver keersagent Volbeda, die dan ook weldra consta teerde, dat mijnheer M. zich bediende van een nummerbewijs d.d. 1922 ten name van K. Schuf- fel te Purinerend. Het bleek dan ook na onder zoek, dat deze heer Schuffel, na verkoop* van zijn motor, het nummerbewijs had geschonken aan mijnheer M-, die uit zuinigheidsoverwegin gen het nu niet noodig had geoordeeld een ander document aan te vragen. Het bleek achteraf echter een nadeelige speculatie, daar de econo mist heden tot f 10 boete of 10 dagen werd ver oordeeld. Van een lammen herbergier, maakt de drank soms een verscheurend dier. Be 43-jarige caféhouder Gerrit L. uit Zijde- win^, maakte in den nacht van 5; op 6 Mei te Heerhugowaard een kérmispretje mede, dat hem vermoedelijk lang zal heugen. De anders altijd nuchtere en ordelijke man, was toen in het café van den heer Overtoom onder den invloed van sterken drank geraakt, wat verderfelijk scheen te werker, op zijn goede stemming en hem opwekte tot twistzucht met gevolg dat hij een; medebe zoeker, den heer Aric Pancras, uit Harenkarspel een geduchte watjekou in het gelaat toebracht. Eiv daar de heer I.. licht van naam, maar zwaar van hand is, had Arie van deze opstopper ru'ira- schoots zijn bekomst. De caféhouder stond heden voor dez emishandeling terecht, niets ontkennende omdat hij beslist niet meer wist wat/ hij dien juicht, en dat was heel wat, had uitgespookt. Gelukkig voor hem werd evenwel aangenomen, dat het een onzalig moment, waarin hij door de genade was losgelaten, gewees't was, zoodat in, dit geval slechts tot f 15 boete of 15 dagen werd veroordeeld. Verdere heldendaden zau een zwaar beneveld kermisbezoeker. Ter zelfder gelegenheid als in de vorige zaak gereleveerd, had gezegde heer Gerrit L. zich ook met groot geweld verzet tegen de aanwezige rijkspolitie, die het op grond van zijn door dron kenschap verwekt onordelijk gedrag tot last van andere aanwezigen, noodig oordeelden hen uit het café te verwijderen. De man was dien nacht zoo de kluts kwijt geraakt, dat hij in zijn roes ook nog een broeder van den door hem mishandelden Arie Pancras in het water had geworpen. Voor dit feit stond hij echter niet terecht,; wel voot de. wederspannigheid en werd vader Gerrit, om hem een heilzame afschuw in te boezemen, voor ee nzijn ondergang tot- oorzaak hebbende onmatig heid, mede op grond van zijn gunstig! verleden, voorw. veroordeeld tot 1 maand, met 3f proef jaren, zonder oplegging van bijzondere voorwaar den. De veroordeelde toonde zich zeer tevreden met deze clemente behandeling en nam met beide vonnissen direct genoegen. Bij melk en wijn, moet men met| spoeling spaarzaam zijn. De melkvee-exploitant Jac. H. te Venhuizen had op 8 Maart aan den melkventer A. Braak man volwaardig uiersap afgeleverd, dat echter door toevoeging van water niet in kwaliteit was verbeterd. Het bleek' later dat moeder de vrouw over u, zij zeide mij wie ge waart en dat de vorst Karpales voor te sterven aan zijn klein zoon zijn goederen en titels had gelegateerd. Dal heeft zij mij gezegd, mijn vriend en nog meer." jWat nog?" „Ge vergunt mij u alles te zeggen, niet waar." „Ik' verzoek 't u." „!Zelfs zoo ge in mijne woorden een gevoel mocht vinden, dat ge kondt berispen?" „'Hoe Irene schudde zacht het hoofd. „Och," zeide zij, „wat geef ik er om, dat uwe liefde mij tot vorstin maakt, 't Is geen titel, maar geluk dat ik u vraag. Djoch toen; ik die dame naar.uw verleden vroeg, antwoordde zij mij; dat in uw bezit een cassette was 't welk al de ver borgenheden van uw leven bevatte, en Raymond ontroerde en fronste de wenkbrau wen. „Maar welk belang?..." zei hij in ver warring. „Dat weet ik niet." „Zij heeft u tenminste gezegd van welken aard die verborgenheden .waren Irene bloosde, en antwoordde: „Neen, dat heeft zij mij niet gezegd, en waar om 't. te verzwijgen? dat is 't juist wat mij be angstigt." „Wat zegt ge?" „O; ge hebt mij vergund openhartig te spreken." „Zeker!" j f „Welnu, hoor dan, Raymond, en vergeef het mij. Deze dame was zeer achterhoudend met. haar niededeelingen, en dat griefde mij. Waarom heeft zij. mij niet alles gezegd? en wat kan in de cas sette zijn dat ge mij zoudt willen verbergen?" Raymond maakte een gebaar van verwondering en zeide op een toon van zachU verwijt: „Welke gedachte kan in u ontstaan zijn zoudt ge misschien „Jaloersch zijn-? zeg het maar, welnu ja„ dat ben ik, wees daarom niet boos." „O, ge zijt mijn eerste, mijn eenige geliefste." „Dian zullen we te samen de papieren lezen, die in de cassette zijn." „Maar „Ge aarzelt!" „Neen! neen! maarversta mij. Wat de cas sette bevat is een geheim 'dat mij! niet behoort er is daarin misschien oneer de schande eener vrouw." i I Irene scheen een oogenblik na te denken. Ver volgens hief zij plotseling het hoofd op. „Welnu," zeide zij, „er is misschien een mid del om alles te schikken." „Welk?" ,De papieren waarvan men gesproken heeft, betreffen het verleden, niet waar?" „Zekerlijk." „Welnu, waarom zoudt ge ze dan niet vernie tigen, indiCn er eenig gevaar in bestaat, dat zij gelezen worden?" „En door die handelwijs redt ge de eer eener vrouw, die door onbescheidenheid gedeexid kon worden. Meent ge dat ook niet?" Raymond antwoordde niet. Sedert, eenige oogen- blikken was een. flauw vermoeden in hem) ont- de aardigheid had gehad, wat rijkelijk met em- merspoelsel te werken, doch voor die misplaatste zindelijkheid moest het hoofd des gezins het ge lag, bestaande uit f50 boete of 50 dagen betalen. 'Gngewenschte belangstelling in een alleen wonende knappe jonge weduwe. In den nacht van 24 Mei werd mej. van B. te Alkmaar, 'n nog jonge, zeer presentabel uitzien de en nogal afgelegen wonende weduwe uit haar nachtrust opgeschrikt door een groot lawaai aan de voordeur en bleek, dat eenige baldadige jonge lieden zich allerlei flauwe baldadigheden veroor loofden en een huiteer, de 18-jarige metselaar Anthoon K. had zelfs de onhebbelijkheid een paneel in de voordeur in te trappen. Hij had ze ker privaatles genomen bij Charl H. Het jonge 1 mensch, dat zoo wijs geweest was, inmiddels de toegebrachte schade te vergoeden, stond heden terecht en kreeg een 'flinke boterham van den politierechter, die achter zijn verdachte belang stelling in het jonge weeuwtje nog heel wjat) meer leclijks zocht, en werd door hem veroor deeld tot 'f 20 boete of 20 dagen, overeenkomstig het requisitoir van den officier. Foestige Dries in jeneverextase. De Egmond a Zeeër Andries Z., bijgenaamd Poestige Dries ofwel Dries oitet emelraik, 'n niet onverdeeld gunstig bekend staand fabrieks merk, bevond zich in den nacht van 3 op!'4 Juni weer duimen dik onder de olie, zoo'datl de sur- veilleerende rijks- en gemeentepolitie het zeer gewenscht. achtte hem aaiV de circulatie te ont trekken. Het kon natuurlijk niet voorkomen wor den,, )dat een hevig verzet ontstond, doch de dienaren van St. Hermaddelianus waren ook' niet van stopverf en verzuimden hun ambtsplicht niet. Andries de Proestige trok per saldo toch aan het kortste eindje en werd heden veroordeeld tot! 1 maand mikpruimen. Kaïn sloeg zijn broer Abel dood en Klaas sloeg broer Jaap ora 'n erfenis lood. Tusschen de heer en gebroeders Nicolaas en Jacob B1., landbouwers van Iriiddelbaren leeftijd te Hoogkarspel, bestond een uiterst slechte ver standhouding, geboren uit een boedelscheiding, óls gewoonlijk naar ieders zin verloopen en| dia broederlijke mikmak kwam op 29 Mei tot een uitbarsting met het zeer onstichtelijk gevolg, 3at Klaas zijn kleinen, hoog geschouderden broeder •Jaap een welgemakte vuistslag tegen zijn fisele- facie toediende, dat hij pardoes tegen het wegdek sloeg. De aldus toegetakelde broer Jaap was na tuurlijk niet vergevensgezind genoeg om Klaas zijn murf geklopte postzegel nogmaals toe te keeren voor een suppletoire opsalemander, doch hij diende een klacht in„ tengevolge waarvan de hardhandige broeder Klaas ter zake mishandeling terecht stond. Deze trachtte nu het hart van den politierechter te verteederen door hem voortdu rend mét den titel excellentie toe te spreken, doch mr. Ledeboer betuigde hem, dat hij desver- kiezeride met Edelachtbare al ruimschoots vol daan was. Gevorderd werd f 20 boete of 20 dagen, doch daar de heer Klaas niet genegen sc'heen den politierechter inzage ie verstrekken van den staat zijner inkomsten, zal de heer Wiggers een onder zoek instellen en op 14 Juli, om 't n umaar eens netjes te zeggen, de billetjes van broer Klaas in onbedekten toestand voor den politierechter ex- poseeren. Niet bepaald.tot onzen spijt, kregen we hier na sluitingsuur. staan. Niet Irene was jaloersch, maar Germaine was ongerust. Zij wilde dat de twijfel die thans op Raymonds gemoed lag nooit opgeheven kon worden, en daartoe was een middel, namelijk het verbranden der zwarte, enveloppe. Raymond weifelde slechts eenige minuten. Wat men hem overigens verzocht, paarde zich volko men met het gevoel van kinderlijken eerbied, dien hij zijn moeder toegewijd had; zijne wraak was bevredigd, en hij wilde niet die onvoorzich tige nieuwsgierigheid behouden, welke hem twee maal er toe aangespoord had de bewuste enve loppe te openen. Hij gaf Irene een toeken van toestemming, riep galoma en gaf haar den sleutel zijner secre taire, haar verzoekende hem de cassette te bren gen. Zoodra de kamenier zich verwijderd had, naderde hij Irene's bed. „Zijt ge over mij tevreden, en zult ge nog jaloersch zijn,," sprak hij. „Neen, neen!" antwoordde Irene, „want van dat vreeselijk verleden zal er slechts een herin nering overblijven; de herinnering aan uwe moe der!" Salómé kwam weldra terug en bracht de cas sette, welke zij Raymond ter hand stelde, die ze aan Irene gaf om ze te openen. Met bevende hand lichtte zij het deksel pr van op, nam'de zwarte enveloppe er uit en reikte die aan Raymond. Hij nam ze stak ze in de vlam der kaars, welke hij ontstoken had, en wierp ze in den haard toen ze geheel verkoold was. Daarop zeide hij tot Irene, die hem! met nog1 eenig overblijfsel van onrust aanschouwde, met diepe aandoening: „Heb dank, Irene, indien ge mij in dit laatste oogenblik aan mij zeiven "hadt overgelaten, zou ik misschien de kracht niet gehad hebben weer stand te bieden. Thans behoort mijn leven u ge heel; het verleden is dood, ik wil er niet langer aan denken. Tusschen u en mij zal voortaan, niets anders meer bestaan dan de zuivere herin nering aan mijne moeder." Wat nog bij te voegen aan het voorgaande. Déze geschiedenis eindigt op de bladzijde die. met Raymond's en Irene's geluk begint, en we kunnen het boek sluiten. We hebben nog slechts dit te zeggen, dat Spa ven to en Ricórdi het voorzichtig oordeelden, den dag na den dood van iden hertog de vlucht te nemen en in de nieuwe wereld fortuin te gaan zoeken. Minder gelukkig of hebzuchtiger wilde Medina blijven, In de hoop dat Raymond, in zijn geluk, hem vergeten zou. Maar of Raymond zich niet meer herinnerde, Hector Beaulieu dacht er nog altoos aan, en zoo dra hij hersteld was zorgde hij den bankier aan de justitie over te leveren. Diens veroordeeling heeft destijds te veel ge rucht gemaakt, om verder daar over uit te weiden. EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 4