Wetenswaardigheden ep admini
stratief en fiscaal terrein
Bloembollenveiling van de
Langedijker Groentencentrale
De Zeemeerman en het mooie
meisje van Rantum
EEN KERK AFGEBRAND.
Te Heijruis, een dorp in Zuid Brabant, tusschen
Halle en Edingen is de kerk van Donderdag op Vrij
dagnacht geheel door brand verwoest. De belenden
de kostschool vatte eveneens vuur en moest in aller
ijl worden ontruimd. Onder de 400 kinderen ont
stond een geweldige paniek maar dank zij de koel
bloedigheid van het personeel en de brandweer van
Anderlecht-Brussel konden allen in veiligheid wor
den gebracht. De kostschool kon trouwens voor een
groot deel behouden worden.
HET EENDE VAN DE AARDBEIENCAMPAGNE.
Nu de aardbeiencampagne vrijwel ten einde loopt
en de resultaten van de oogst bij benadering bekend
zijn, blijkt uit de cijfers, dat de campagne dit jaar
verre van gunstig is geweest.
Wel iswaar was het beschot veel ruimer dan in
1929, doch daar staat als zeer ongunstigen factor
tegenover, dat de finantieele resultaten belangrijk
mmder zijn.
Dit jaar werden aan de drie Beverwijker veilingen
geveild 2060054 kilogram tegen 1905000 kilogram in
1929.
Het totale bedrag van den omzet was f 650.317, te
gen fl.580.416 in 1929.
De fabelachtige prijzen veroorzaakten verleden
jaar een buitengewoon hoogen omzet, doch gezien de
omstandigheid dat in 1929 de aanvoer 100.000 kilo
gram meer bedroeg is een verschil in finantieele uit
komsten van ongeveer 1 millioen gulden weinig be
moedigend.
DE „VODDENKOOPMAN."
De 30-Jarige juffrouw N. uit de Rozenstraat te
Sneek, ging even een boodschap doen, terwijl haar
zieke moeder boven op een bed lag. Zij keerde na
enkele minuten in de huiskamer terug en zag daar
een ongeveer 18-jarigen jongeman voor de geopende
linnenkast. Zij vroeg hem wat hij daar moest doen,
waarop deze antwoordde: „Ik kom om vodden te
koopen er is nog een man boven."
De juffrouw schrok hevig en vloog de trap op naar
boven. Er bleek behalve de moeder, niemand boven
te zijn of te zijn geweest, maar het jongmensch
maakte van de gelegenheid gebruik om zich uit de
voeten te maken. Weer beneden gekomen, ontdekte
de juffrouw dat een geldtrommeltje inhoudende pn-
geveer 500 gulden verdwenen was. Zij vloog naar
bulten, sprong op de fiets, doch zag den jongeman
niet meer.
Zij reed toen naar het politiebureau waar ter
stond een onderzoek werd ingesteld. Het mocht de
politie gelukken binnen zeer korten tijd het jong
mensch aan te houden, maar hij had toen het geld
niet meer bij zich.
Dit was niet langer dan 15 minuten na den dief
stal. Hij ontkende aanvankelijk doch zeide ten slotte
dat hij met een vriend was geweest die op de fiets
naar Bolsward was gegaan. Oogenblikkelijk werd te
Bolsward een onderzoek ingesteld doch dit bleef
zonder resultaat. Het jongmensch opnieuw gehoord,
legde toen een volledige bekentenis af en gaf voor
het geld te water te hebben geworpen. Tot dusver
is het geld echter ter plaatse niet gevonden. Het
onderzoek wordt voortgezet.
GRIEZELPLATEN VOOR DE SLAGERSJONGENS
Wanneer de straatjeugd tegenwoordig wat behoefte
heeft aan sensatie, dan behoeven die bengels niet
meer de waarachtige avonturen van Nic Carter,
Raffles of Buffalo Bill te koopen. Het is al weer veel
eenvoudiger geworden. Ze gaan maar eens kijken
naar de etalages van vele sigarenwinkels in de stra
ten van hun wijk en het moet al heel vreemd loo-
pen als ze daar niet vergast worden op gekleurde
prenten, waarop de gewelddaden van alle interna
tionale misdadigers in bijzonderheden afgebeeld
staan Le Petit Journal Illustre is een der meest
typische exemplaren dier fraaie illustratiekunst. De
platen zijn in twee kleuren gedrukt, rood en zwart
en die laatste kleur is dan ook beslist onontbeerlijk.
We zien dames en heeren met angstig verwrongen
gelaat, badend in bloed. We zien „gewetenlooze schur
ken" bezig hun gruwelijk werk te verrichten. We
aanschouwen spoorwegrampen, kortom, de senastie
liefhebbers halen hun hart op.
Er is echter één bezwaar voor de exposanten.
Al zijn de afbeeldingen dan ook internationaal,
onderschriften zijn in het Fransch en dat is voor de
slagersjongens die deze gruwelen periodiek verslin
den, een bezwaar. Maar hierop weet de sigarenwinke
lier raad. Hii bekijkt de abattoir prent aandachtig
en vertaalt wat men noetm, zeer vrij.
En misschien is het wel te wijten aan de fantasie
van den vertaler, dat de onderschriften nu niet al
tijd even ter zake zijn. Laten we eens de twee pren
ten nemn, waaraan we ons in de afgeloopen week
hebben kunnen verlustigen, schrijft het „Vad."
De eerste draagt als onderschrift: „La revolution
en Bolive" een troep soldaten in gevecht met eenige
revolutionairen. Vlak vooraan ziet men een gewon
den soldaat, die zich nog even amechtig opricht om
een voortrennende jongedame in manskleedij op een
paard gezeten, neer te schieten.
De sigarenwinkelier maakte het onderschrift aldus
Jacht op bandieten.
Den laatsten tijd werden in de groote banken
van Amerika nog al eens plunderingen aangericht
door bandieten die steeds niet te krijgen waren.
Eindelijk is het den militairen gelukt hen in een
bergengte te overvallen en hebben ze den hoofd
man (die een vrouw was) neergeschoten. Van
haar uit gingen alle diefstallen en overvallen. Een
aardig juffertje?
En daaronder komt dan, (want de sigarenwinkelier
is eerste zakenman en daarna pas prozaist)
Rookt mijn fijne „Kalima" sigaret. Ook kersversch
uit Amerika.
Een andere prent draagt als onderschrift „Tragique
vengeance d'un amoureux" en rengt op treffende
wijze het geval in beeld, dat we eenigen tijd geleden
in de krant hebben kunnen lezen: de electricien van
een circus, zal, omdat zijn liefde voor een van de
drie trapeze-werksters niet beantwoord werd, de tra
pze onder stroom zetten, met gevolg dat de meisjes
naar beneden stortten.
De winkelier geeft nu de volgende vrije vertaling
„Liefdesnijd.'
In een circus waar drie dames aan de trapezium
werkten, hield een man uit jalouzie een der schom
mels vast, (de man was ook van de club) waardoor
hun berekende sprong miste. Een zware verant
woording voor dezen man en een slechte, onbedach
te daad.
Heeren rookers, koopt mijn 5 cents sigaartjes.
Plaatselijk üieuws
OUDKARSPEL.
Van de lichting 1931 zijn uit deze gemeente be-
Sta. tot gewoon dienstplichtige: D. Borst, G. A. Kra
mer, K. P. van Meurs, J. Ooijevaar, G. Spaans en
P. C. Tuinman. j
b. tot buitengewoon dienstplichtige: D. Drost,
J B Jansen, K. Kooij, M. Kuilman, T. Leijen, J.
Maakal, M. J. Maars, A. Ooijevaar en N. Slooves. j
OUDKARSPEL.
Blijkens publicatie is bij burgemeester en wethou-
ders dezer gemeente een verzoek ingekomen van A.
Visser te Oudkarspel, om verlof voor den verkoop
van alcoholhoudende andere dan sterken drank, in
het perceel, Sectie D no. 692 (voorheen M. Kramer.)
OUDKARSPEL.
Ter gemeentesecretarie ligt gedurende 30 dagen tot
8 Augustus a.s. ter inzage een opgaaf van de uit
komsten der naschatting van gebouwde en onge
bouwde eigendommen.
OUDKARSPEL.
Gevonden voorwerpen:
Een blauwe meisjesmuts (calot.)
Inlichtingen te bekomen ter gemeentesecretarie.
OUDKARSPEL.
Ons wordt het volgende ter plaatsing toegezonden:
Donderdag maakten de kinderen van de laagste
vier klassen der openbare lagere school hun jaarlijk-
sche schoolreisje, deze maal naar Alkmaar, Bergen
en Camperduin. Stond het weer er niet zoo best
voor, behoudens een bui regen in den morgen
was de dag verder een uitgezochte en zoo behield
de derde Donderdag in Juli zijn reputatie als dag
van goed weer.
Des morgens om negen uur vertrokken de kinde
ren, die over drie bussen waren verdeeld naar Alk
maar. Hier werd de Hertenkamp rondgewandeld,
de beestjes getrakteerd op sausjes, volière en mar
motten bewonderd, waarna naar Bergen werd gere
den. Hier was de Theetuin-Speeltuin van de firma
Bruin de plaats van verpoozing en druk werd door
de kinderen gebruik gemaakt van de verschillende
speelwerktuigen, altijd een genot voor de jeugd.
Nu werd een bezoek gebracht aan het speelduin,
waar ook naar hartelust werd gestoeid in het mulle
zand, gehold en gerold totdat weer in de bussen
werd gestapt en naar het einddoel van den dag,
werd getoerd, het Noordzeebad Camperduin. De zee
heeft op de kinderen altijd een groote aantrekking
en spoedig waren kousen en schoenen uit om te
kunnen pootjesbaden. De schepjes, die waren mee
genomen deden ook goeden dienst en de ballen,
groote en kleine, die door den eigenaar van den
consumptietent, den heer Groothof waren beschik
baar gesteld, werden volop gebruikt. Een heerlijke
tijd werd aan het strand doorgebracht, de koesteren
de stralen der zon deden op het eind van den mid
dag nog zoo aangenaam aan, dat noode afscheid
kon worden genomen van zee en strand. Doch het
klokje van gehoorzaamheid riep en de bussen wor
den weer in beweging gezet. In opgewekte stemming
onder vroolijk gezang, wordt naar huis getufd, waar
met gejuich wordt binnengereden en allen met een
gevoel van tevredenheid naar huis terugkeerer.
Het was een mooie dag geweest.
Nog rest ons een woord va ndank te brengen aan
de firma Kok en Tuinman voor de uitstekende
verzorging van de bussen, aan de chauffeurs, clic
ook met de kinderen medeleefden en waar noodig,
met opgewektheid de behulpzame hand boden, en
dan aan allen, die hun krachten hebben gegeven om
dezen dag voor de kinderen tot een onvergetelijke te
maken.
NOORDSCHARWGUDE.
Voor het M.U.L.O. diploma B. (volledige gelijkstel
ling 3-jarige H.B.S.) slaagde J. de Waard te Broek
op Langendijk, leerling der U.L.O. school alhier.
OUDKARSPEL.
Naar wij vernemen worden thans pogingen aan
gewend om naast het bestaande koor van de ope-
rettevereeniging, nog een ander gemengd koor te
vormen.
Dit zal dan een geheel zelfstandig koor worden
van groote leden.
OVER HET INVULLEN VAN HET AANGIFTEBILJET
INKOMSTENBELASTING
Artikel 10 wet Inkomstenbelasting zegt, dat de
bruto-opbrengst van een bron van inkomen mag
v/orden verminderd met de kosten tot verwerving,
inning en behoud der opbrengst en met de op de
opbrengst rustende lasten en neemt dan in de 1ste
plaats als zoodanig de bedrijfs- of beroepskosten.
Wat zijn dat, de bedrijfs- of beroepskosten, welke
kosten vallen er onder en welke niet.
Voor den belastingplichtige met een vast inkomen
beteekent deze vraag:
„Wat mag ik van mijn loon of salaris nog aftrek
ken" en voor den ondernemer: „welke kosten moet
ik iri mijn tabellarisch kasboek onder onkosten en
welke onder huishouding plaatsen."
Voor een groot aantal dezer uitgaven is de keuze
niet moeilijk.
Zoo zal omtrent den aard van de loonen, die een
ondernemer aan zijn in zijn onderneming werkzaam
zijnde krachten uitbetaalt, geen misverstand be
staan; dat deze bedrijfs- en beroepskosten zijn, ligt
voor de hand.
Aan den anderen kant zal niemand er aan denken
een uitgaaf voor kleeding van zijn echtgenoote tot
de bedrijfs- en beroepskosten te rekenen.
Bij de beoordeeling van de vraag, of men al of
niet met bedrijfs- of beroepskosten heeft te doen,
passe men de navolgende methode toe:
Men vrage zich telkens af: „als ik rentenierde,
zou ik dan die uitgave ook hebben."
Men komt dan een heel eind in de goede richting.
Laten wij enkele voorbeelden mogen noemen.
Lidmaatschap van een patroonsvereeniging of vak
vereeniging.
Deze contributie betaalt men niet, als men rente
niert, ergo: de contributie mag tot bedrijfs- en be
roepsuitgaven worden gerekend en dus worden af
getrokken.
Contributie kiesvereeniging.
Al renteniert men, men blijft lid van de kiesver
eeniging.
Nietwaar als een bakker gaat rentenieren, zal hij be
danken als lid van de bakkerspatroonsvereeniging,
maar hij zal geen reden hebben als lid van de kies
vereeniging te bedanken.
Het zou ons gemakkelijk vallen meerdere voor
beelden te geven.
Dit zal wel niet meer noodig zijn.
De lezer zal hebben begrepen wat onze bedoeling
is.
De wet geeft een omschrijving van de bedrijfs- en
beroepskosten, somt ze niet allen één voor één op.
Om te weten wat bedrijfs- en beroepskosten zijn,
moeten wij dan ook niet in de eerste plaats de wet
zelve raadplegen, maar is de bestaande jurispruden
tie betreffende artikel 10 wet inkomstenbelasting (de
uitspraken van de raden va nberoep en de arres
ten van den H. R.) de aangewezen bron.
Tengevolge van het feit, dat de wet een omschrij
ving van wat bedrijfs- en beroepskosten zijn, geeft,
moet iedere uitgaaf op zichzelf worden beschouwd
en worden nagegaan of een bepaalde uitgaaf onder
wat de wet als bedrijfs- en beroepskosten aangeeft,
valt.
In eerste instantie staat dit ter beoordeeling van
de belastingadministratie.
Bij verschil van meening beslist de raad van be-
r°Bovendien is in vele gevallen cassatie mogelijk
(in cassatie gaan beteekent: de zaak aan het oordeel
van den H. R. onderwerpen.)
Het lijkt ons dan ook niet ondienstig verschillen
de belangrijke beslissingen mede te deelen.
In de eerste plaats moge dan worden opgemerkt,
dat slechts werkelijk gemaakte kosten onder bedrijfs
of beroepskosten mogen worden gerangschikt.
Het systeem, dat verschillende landbouwers en vee
houders toepasten, om voor ieder marktbezoek steeds
een bepaald bedrag aan onkosten in hun boeken te
noteeren, ongeacht, of zij dit bedrag uitgaven of
niet, is dan ook onjuist. --
Onjuist is ook de handelwijze van reizigers die
een bedrag ontvangen, dat en salaris en vergoeding
voor reis- en verblijfkosten is, van dit bedrag in
mindering te brengen niet de werkelijk betaalde kos
ten, maar een gefantaseerd bedrag, ook al zou op
zich zelf het aan reis- en verblijfkosten afgetrokken
bedrag in alle opzichten verdedigbaar zijn.
Loonen, die iemand uitkeert aan in zijn bedrijf
werkzame minderjarige kinderen (kinderen die nog
niet 21 jaar zijn (mag hij niet aftrekken van zijn
bruto inkomen.)
Loonen uitgekeerd aan meerderjarige kinderen daar
entegen wel
Hij mag dan aftrekken a. het loon in geld uitge
keerd, b. het loon uitgekeerd in den vorm van kost
inwdhing kleeding enz:
Wat hij echter aan die meerderjarige kinderen uit
keert boven het bedrag, dat hij aan anderen betaalt
mag hij niet in mindering brengen.
Hij mag die kinderen dus wel hooger loon geven,
dan het normale loon bedraagt, maar meer dan het
normale loon mag hij niet Aftrekken.
ie Broek op Langendijk,
J' op Vrijdag 18 juli 1930.
Onder groote belangstelling is heden de eerste
bloembollenveiling gehouden. Ongeveer 1.500.000
bellen waren aangevoerd.
De bollen waren geplaatst in het nieuwe ge
bouw, terwijl het veilen geschiedde in het vei
lingsgebouw bij afslag over de klok.
D'oor den veilingleider werd een woord van
welkom gesproken en medegedeeld dat elke week
een veiling zal worden gehouden.
Er was weinig vraag naar bloembollen. Slechts
enkele partijen zijn verkocht voor lage prijzen.
Een teleurstelling voor onze 'tuinders die ge
hoopt hadden dat de bollen wat extra zouden
geven.
Aanvoerder W,. Koedijk, Br. op Langendijk.
Cram. Brillant 3000 st. 11 12 3 manden 1.70
Cram Brillant 5850 stuk 12 op G manden 1.80
Aanv. K. Wagenaar, 'Heer-Hugowaard.
Cram Brillant 8000 stuks, 5 manden 0.60
Cham Brillant 8400 stuks, 7 manden 0.90
Aanv. J. J. Gootjes, Heerhugowaard.
Plamingo, 3800 stuks z. 1011, 2 manden 1.80
Herman Schlegel 3075 stuks z. 11 op, 3 m. 2.70
Aanv. K. Wagenaar, Heerhugow.
Azalia, 1 maal 1000 st. en 1 maal 900 st.
is 1900, 2 manden
Pr. v. Oostenrijk 10 maal 1000 en 1 maal
750 st., is 10750, 11 manden
Aanv. H. de Graaf, Br. op Langendijk.
Moore 10000 stuks 11 en op, 10 manden
Aanv. A. Beets, Laanweg, Harenkarspel.
La Reiue z 10i/2 2000 stuks 2 manden 1.20
Aanv. J. Klingeier, Zuidscharwoude.
Pred. Moore 2350 stuks, 2 manden 3.30
Murillo 1800 stuks 2 manden 2.10
Aanv. 3'. Bakker Jn. Glijnisw. Heerhugow.
Murillo z. 11 en op 3450 st. 3 manden 2.20
Aanv. W. Keppel, Zuidscharwoude.
Couleur Cardinal 12 en op 3150 st. 4 m.
Aanv. Jb. Kroon Az., Zuidscharwoude
Fred. Moore m. 11, 3300 st. 3 manden
Aanv. B. van Loenen, Zuidscharw.
Pr. van Oostenrijk 1130 stuks, 2 manden,
Aanv. P. Blom, Eenigenburg.
Murillo z 12 en op 10800 st., 12 manden
Murillo z 11, 9600 st., 8 manden
Aanv. C. Oudhuis, Heerhugowaard.
Cram. Brillant z 12 en op 4000 st. 5 mand. 1.90
Aanv. Dekker en Wiersma, Br. op Langendijk.
Theeroos z 1112 3500 stuks 4 manden 2.20
Aanv. Jb. van Twuijver, Zuidscharw.
Witte Zwaan 8000 st. 7 manden 1.80
Aanv. Oi. de Boer Wz., Zuidscharw.
E.V.T. Witte Zwaan z 11 en op 12650 st. 11
manden 2.
Aanv. A. Glas Gz., Br. op Langendijk.
Will. Copland boven 12 4000 st. 4 m. 11.10
Will. Copland, velloos boven z 12 800 st.
1 mand
Will. Copland velloos z 1112 900 st. 1 m
Pr. v. Oostenrijk 12op 11500 st. 12 m.
dito 11— op 4000 st. 4 manden
Aanv. A. v. Kleef, Zuidscharwoude W,
Witte Valk 12 op 7600 st. 8 manden
dito 1112 4500 st. 4 manden
Aanv. Jb. Twisker, Zuidscharwoude.
Salvator Bosa z '11op 4700, 5 imanden
Duchesse de Parme z 11—op 3200, 4 baanden 3.10
Aanv. H. Bakker, Obdam.
Skarlett Due 10 en op 2200 st. 2 manden
Witte Due. Max. 3700 st. 3 manden
E.V.T. Artus 5200 stuks, 5 manden
Gerisiana Bosuca 1200 stuks 1 mand,
Aanv. C. Ven, Broek op Langendijk.
Scarlet Due. z 10i/211 1500 st. 1 mand
Witte Zwaan z 111 cn op 2150 st. 3 m.
Jb. Balder, Broek op Langendijk.
Prins van Oostenrijk 4650 stuks 6 manden 3.60
P. Gootjes, Groenveld.
Diana z 12 en op 16100 et. 18 manden
Kl. Gootjes Birkshorn.
Verm. Brillant z 1112 6620 st. 7 m.
J. Gootjes Pz., Groenveld.
La Reine boven plaat 34 8950 st. 7 m.
O. Gootjes, Schagen.
La Reine Max 12 en op 8001 st. 1 mand
dito m. 12 11000 stuks 1 mand
dito m. 11 800 stuks 1 mand
B. Leien Sr., St. Pancras.
D .w. La Fritesse 1750 stuks 2 manden
Kl. Snoek, Heerhugowaard.
Murillo 12op 2200 st. 3 manden
W. G. J. Kribbe, Groot-Schermer.
E.V.T .Couleur Cardinal z 12op 5400 st.
7 manden - 3.60
D'.V.T. Peach Blossom 12 en op 5400 st. 5*m 3.30
Plantgoed per Kg.
Jb. Visser, Hensbroek.
Blauwe Druifjes 9 Kg. 1 mand Ch53
2.90
3.10
3.70
3.60
3.20
3.10
3.10
2.20
2.80
'2.—
3.40
'2.50
dijk.
2 90
"1.70
2.80
2.—
2.40
1.70
1.20
1.70
1.60
50
3-20
2.20
3.20
2.90
(Overgenomen uit het „Nbl. v. h. Noorden").
Texel, Vlieland, Terschelling, het oude schel-
penland, ja, al onze Noordzee-eilanden zetten
zich langs de Duitsche en Deensche kust voort
in de z.g. Oost-Friesche- en Noord-Friesche Wad
deneilanden.
Ervert benoorden de bekende „Halligen", bewes
ten de Sleeswijksche kust, ligt in de Noordzee,
het grillig gevormde eiland Sylt. Vooral in vroe
ger tijden, toen de communicatiemiddelen nog
zeer veel te wenschen overlieten, lag het eiland
wel heel verlaten te midden van de dikwijls bul
derende Noordzee, welke de „ijzeren kusten" van
het eiland en van het nabij gelegen Jutland ge
weldig beukten.
Sylt was oudtijds" het land van de arme heide
bewoners en zeevaarders: 't grootste deel dor
mannelijke bevolking zwierf maar steeds op de
onstuimige golven.
Wanneer daar in het barre herfst- en ruwe
voorjaarstij de telkenjare terugkeerende stormen
kwamen opzetten, bleven er weer verschillende
schepen, van wie nimmer taal noch teeken werd
vernomen, dan roofde de woedende zeewolf met
woesten beet groote brokstukken land van het
eiland en dorpen en gehuchten, menschen en vee
verdwenen in den vloed. Niet te verwonderen, dat
hier onder deze eenvoudige landslieden in oude
tijden sagen en legenden zijn ontstaan, welke
ten nauwste verband hielden met huni moeilijk
bestaan: de gevaarlijke zeevaart der eilandbewo
ners
Van één dier „sagen en'teltsjes" onder de heide
bewoners op Sylt wil ik' u verhalen. De schrijver
C. P. Hansen heeft ze opgeteekend in het Friesch
in een der Nieuwe Friesche Volksalmanakken uil
omstreeks het midden der vorige eeuw.
Eens zeilde een schip op reis naar Enge
land. Onverwachts echter stak een geweldige
storm op, zóó hevig, dat der bemanning de schrik
om het hart sloeg, en men dacht met man en
muis te vergaan. Toen de avond: daalde en de
nacht zijn donkere sluier spreidde over de zee,
namen de stormvlagen nog in hevigheid toe; het
roer geraakte onklaar en weldra was het schip
een speelbal der golven.
Terwijl de knecht even naar het ontredderde
roer keek, bemerkte hij, dat een bijzonder groote
zeemeerman zijn hopfd uit de ziedende golven
opstak. Toen men hem vroeg, wat hij verlangde,
riep de meerman: „Ik heb een boodschap aan den
schipper; zeg dat hij komt en luistert."
't.Scheepsvolk waarschuwde onmiddellijk den
kaptein. Deze kwam, keek overboord en ant
woordde den zeemeerman:
„(Wie ben je en wat wensch. je van mij
„Ik ben de zeemeerman," klonk het uit dei woes
te golven „mijn vrouw zal moeder worden
zorg, dat je vrouw dadelijk komt; om haar bij
te staan."
„(Mijn vrouw slaapt," riep de schipper ,,ze
kan onmogelijk komen!"
„'Ik eisch het!" schreeuwde nogmaals de meer
man en als je weigert, dan wordt de zee
meermin boos en de zee nogt woester. Dan zal
de storm veranderen in een orkaan en gaat je
schip met man en muis naar den kelder."
Terwijl de storm om het vaartuig gierde en de
golven huizenhoog opgingen, kwam de vrouw
van den schipper aan boordzijde en riep: „lk
kom onmiddellijk, men mag niemand iets weige
ren, die in nood verkeert"
Zij sprong oVerboord en sprong met' den zee
meerman naar den bodem der zee. Hierna bedaar
de de storm, de vlagen werden; minder en spoe
dig daarna werd het stil op de wateren.
Inmiddels zat de kapitein danig in angst over
jfijn vrouw en vreesde haar nimmer' te zullen
weerzien.
Niet lang daarna, terwijl de zon over het zee
vlak lichtte, hoorde hij uit de diepte der golven
een melodieuse wiegezang. „Heya, heya, hei!
Prachtig klonk het lied en op de zoetklinkende
zangwijze wiegde het schip mee over de kalme zee
,,'Mooi," dacht de schipper ,,de zeemeermin
wiegt reeds haar pasgeboren kindje" en ziet
binnen eenige ©ogenblikken kwam zijn vrouw
weer boven en klauterde tegen de touwladder
aan boord. Heur kleeren waren bijkans niet nat
door het zeewater en in haar grooten gekleurden
boezelaar droeg ze een schat van goud en zilver.
't Was het loon voor haar goede; daad, omdat
de meerman dolblij was mét de geboorte van
het nieuwe wezen, dat men op Sylt een „zeekalf"
noemt, doch de zeemeermin vond de jonggeborene
een engel.
Gedurende het vervolg van zijn reis' had de
kapitein steeds bijzonder fraai weer en een gun-
stigen wind, zoodat hij in korten tijd met zijn
vrouw en den verkregen rijkdom naar zijn eiland
terugvoer.
Verliet de schipper echter in het vervolg met
zijn vaartuig Sylt, dan liet hij zijn vrouw in het
visschersdorp Rantum achter.
Vele jaren waren er sedert het vreemde voorval
veiloopen. De meermin was onderwijl oud en
stram geworden enmeermalen dacht de zee
meerman nog aan de mooie schippersvrouw van
Sylt, die eens met hem was meegegaan naar zijn
woonstee op den bodem der groote zee.
Nu peinsde de meerman op middelen om haar
in zijn bezit te krijgen en hij bedacht een snood
plan. Hij besloot- zijn oude meermin te verlaten;
den Rantumer kapitein met stormweer te over
vallen, dezen te verdrinken en hem zijn beeld-
schoone vrouw te ontrooven. Onderwijl vergat
hij echter, dat ook de schippersvrouw oud was
geworden.
Terwijl de meerman op zekeren dag door de
golven joeg, zag hij in de verte het bekende
Pantumer vaartuig naderen. „Wacht", dacht hij,
„nu is mijn tijd gekomen."
Hij daalde naar den bodem der zee, zocht zijn