Uit den Raad van Oudkarspel. JNieuwsblad v. Moll. IN oorderkwartier No. 92 TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. 52. DINSDAG 5 AUG. 1930 39e Jaargang Stemmingsbeeld mt Groentenland NIEUWE LANGEDIJKM COURANT per 3 maanden 1.15. Uitgave: firma 1. H. KllZEB. Redacteur I. H. KE1ZEB. Bureel Uoordscharwoude. naarf^tormmte. Daar zitten we nu in de crisis, er midden in. Veel is er al over geschreven, gesproken, geprofeteerd, in optimistischen en pessimistischen zin. Het crisist in de natuur, in de prijzen van het pro duct, in den tuinbouw, in de industrie, in den land bouw, in de internationale economische betrekkingen Waar in al niet. Ieder voelt eigen druk het best. Het is een troost, zij het een schrale, daarbij een ongewenschte, dat elke tak van bedrijf er den invloed van ondervindt. Het gaat in den tuinbouw ver van goed, de akker bouwers, (met welke benaming men tegenwoordig de graan- en bietenbouwers aanduidt) hebben het zoo mogelijk nog slechter. Allereerst iets over de oorzaken van den algemee- nen crisis, waarover tegenwoordig zoo veel te doen is. Een buitengewoon ingewikkelde geschiedenis, waaraan vele economen van naam hun denkkracht en speurzin hebben gewijd, met het niet zoo onge wone resultaat, (wat meer onder geleerden voor komt) dat zij tot precies tegengestelde conclusies ko men. Iets wat niet alleen geleerden overkomt, men ziet het verschijnsel wel meer. Ford bv. heeft als economische wijsheid verkondigd: laat kort werken, l veel verdienen, en laten de menschen het verdiende j opmaken. Er moet verbruikt worden, dat geeft wel- Rockefeller, de 92-jarige petroleummagnaat, die j toch ook wel een duit in het zakje mag doen, is vol- I gens het „Handelsbald" gewend, eiken dag kleine bedragen weg te geven, met het oogmerk de spaar zaamheid te bevorderen. Maar nu de crisis. Prof. Diepenhorst, het bekende welbespraakte lid van de Eerste Kamer, publiceerde onlangs in de Nederlandsche „Mercuur" een zeer lezenswaardig ar tikel, waarin hij eenige oorzaken in den breede be sprak. Een van de groote oorzaken noemt deze geleerde de geweldige mechaniseering van de produc tie en de daarmede gepaard gaande efficiency in de bedrijven. De hooggeprezen techniek stelt tot massaproductie in staat, zoo groot, dat de consumptie er geen gelij ke tred mee heeft gehouden. Vele goederen bv. automobielen en radiotoestellen vorderen zekeren welstand en koopkracht bij de aanschaffers. Toen dat begon te haperen, de bevolkingsklasse, die de genoemde en daarmee gelijk te stellen goede ren zich kon aanschaffen, dit had gedaan, zon men op middelen een breederen kring tot zijn cliënt te maken. Prijsvermindering en betaling op termijn moesten hulp verschaffen. Edoch, het loopt niet. Ford's theorie tenspijt. En dan de efficiency, waardoor men met de minst mogelijke kosten (weinig personeel) de hoogste pro ductie tracht te verkrijgen. Enorme veranderingen zijn in de laatste jaren te zien, opelk terrein van voortbrenging. Neem bv. het landbouwbedrijf. Voor 25 jaar zag men op een boerderij van plm. 50 H.A.den geheelen zomer door een heele schaar van arbeiders aan het werk. Het wieden geschiedde louter met de hand, de oogst werd met de hand gezicht, de karwij met de sikkel gesneden. En thans? De wiedmachine doet het werk, de maaimachine maait het gras, de zelfbinder het graan en bindt de schoven. Het ploegen vordert veel minder tijd, de tractor deed zijn intrede. De opbrengsten zijn dooreen genomen door het gebruik van kunstmeststoffen verhoogd. In Amerika, Canada en Australië was men door den tractor in staat, groote uitgestrektheden in cultuur te bren gen Machinaal werd het boerenbedrijf, de landarbeid werd zooveel mogelijk uitgeschakeld. Ook hier de productie enorm gestegen, waarmee de consumptie geen gelijken tred hield. Natuurlijk hebben de regeeringen der diverse vol ken dit angstwekkend proces zien ontwikkelen. De schare der arbeidsloozen dwong hen wel, van het geval notitie te nemen. Voeg daar nog speciaal bij de vroegere zgn. Cen trale Staten, de gevolgen van den verloren oorlog, en ge hebt een beeld van de ingewikkelde economi sche toestanden, waarvoor de geheele wereld staat. Door de maatregelen door talrijke gouvernementen genomen, verhooging van invoerrechten, invoerverbo den enz., is de crisis ongetwijfeld verscherpt. En al wil men het nog maar schoorvoetend erkennen, on tegenzeggelijk dwingt toch het besef meer en meer door, dat deze maatregelen uit den booze zijn. Verder bespaar ik mijn lezers een verhandeling over den invloed van de goudproductie op de goe deren, prijzen waarin velen eveneens een crisis oorzaak zien. Hiermede zijn -de hoofdoorzaken, zooals de genoem de geleerde ze ziet, genoemd. Over het algemeen vindt men de oorzaken ook wel door andere schrij vers genoemd, de een legt de klemtoon op déze, een ander weer op géne oorzaak. Ook speelt hier de levensbeschouwing een voorname rol: Colijn bv., oordeelt anders dan de bekende en kundige dr. Wi- baut. Wat is er nu tegen te doen. Ja, hier leest men niet veel over, het is nog een aanvoelen en tasten. Toegegeven moet worden, dat het zeer -moeilijk is. Zoo licht toch bereikt men door hulpverleening dit, dat het gunstig resultaat voor de eene bedrijfsgroep wordt verkregen ten koste van een andere groep. Verlaging van spoorvrachten hoe gewenscht ook schaadt het schippersbelang. Aan natuurlijke oorzaken, als tijdelijke overpro ductie, door recordoogsten, is weinig te doen. Hier kan de staat moeilijk verder gaan dan door zijn voorlichtingsdienst gegevens te verschaffen, ten einde belanghebbenden te waarschuwen. De be drijven zelf hebben hier een voorname taak en in de suiker en in de rubber doet men al pogingen, om tot cultuurbeperking te komen. In den land- en tuinbouw is het zoo uiterst moeilijk te doen, wat in genoemde takken kan en wordt ver richt. Met de suiker is niet de bietsuiker, doch de rietsuiker bedoeld, welke laatste trouwens van veel grooter beteekenis is. De bedrijven hoofdzakelijk Indische zijn het eigendom van maatschappijen. Het aantal is niet zoo groot of men kan hier tot practische resultaten komen. In de inheemsche land en tuinbouwbedrijven is iets dergelijks nu eenmaal ondenkbaar. Daar moet de crisis zich langp natuurlijken weg oplossen. En dat zal ook gebeuren, gelijk elke crisis zich nog op gelost heeft. Het gaat er maar om, de schadelijke ge volgen zooveel als mogelijk is, tot een minimum te beperken. Land- en pachtprijzen zullen zich auto matisch aan den toestand aanpassen, deze stabili- seeren is wel een onmogelijkheid. Er zijn voor onzen land- en tuinbouw zeker nog wel eenige middelen, die overweging verdienen. Zoo heeft de Zuivelbond van zich af gesproken, ja, gebeten, toen bekend werd wat het zgn. Duitsch- Finsche handelsverdrag inhield. Een boycot van Duit sche goederen is geproclameerd en deze afweer- maatregel heeft reeds indruk gemaakt. Men ver- gete niet, dat wij 12—13 procent van den Duitschen industrie-export koopen, wat volgens de Frankforter Zeitung meer is, dan Afrika, Azië en Australië aan Duitsche producten samen afnemen. De „Tuinderij schreef, met boycot komen we er niet, onze handels politiek dient gewijzigd. Gelooft iemand dat dit laatste in afzienbaren tijd zal plaats hebben? Ik voor mij geloof er niet aan, de boycotpogingen zijn de eenige afweermiddelen, die thans kunnen worden gehanteerd. Toch zit de regeering niet stil, zij heeft in Berlijn doen informeeren en in de tweede plaats een afgezant naar Scandinavië gezonden, om eens met de Noren, Zweden en Denen overleg te plegen, die allen door Duitschlands handelingen dreigen te worden benadeeld. In dezen geest kan en mag van de regeering wor den verwacht, dat zij onze agrarische belangen be hartigt. Van steun hier en steun daar kan niet veel terecht komen. Waar is het begin en waar het eind? Op een andere meer indirecte wijze kan steun worden verleend. Alle schrijvers van naam zijn het hierover eens, dat we voor geen tijdelijk spoedig voorbijgaand euvel staan. Integendeel, men voor spelt een crisis, die lang kan aanhouden. En nu dient met het oog hierop, het oog gericht op de vermindering van lasten. En hier denk ik aan de wegenbelasting, die meermalen (als m Heerhu- gowaard) zoo zwaar kan drukken, niet °P de" weg gebruiker in het algemeen maar op de landeigenaars en pachters, op de grondlasten. En nu verder op de belastingen in het algemeen, En nu waag ik het er op, een teer punt aan te raken. Is vraag ik gezien het indexcijfer in het al gemeen, zich bewegende in dalende lijn, het salaris peil van Ministers, Kamerleden, Rechters en allen, in dienst van Rijk en gemeenten in overeenstem- mine, met den huldigen toestand? Wordt het geen tijd aan dit vraagstuk ernstige aandacht te wijden? Tot vermindering der lasten ^De^oonen^en1 salarissen in de bedrijven zelf hoe harden strijd het ook zal vorderen, de voortee kenen zijn er zullen zich met wiskundige zekei- heid aan de gewijzigde toestanden aanpassen. Hier moge nog zoo tegen gesputterd worden, er is geen ontkomen aan, tenzij men het bedrijfsleven n schier onherstelbare knak toebrengt. Hier regelt zich de toestand naar de natuurlijke orde zelf wel, al kan en zal het met strijd, moeite en S°ZaI menjan hoogerhand deze nuchtere werkelijk heid willen zien en daarnaar durven handelen ook? Zoo ja, dan zal dat m. i. bewijs zijn van vroed en wijs beleid, en zal veel verbittering worden voorko- Weigert men aan dezen eisen van sociale gerechtig heid te voldoen, dan voorzie ik een moeilijken en zeer zwaren tijd. ZUIBSC;HARWOUD|Eu Zondag 1.1. werd met succes door de ledten van de Westfriesche Motorclub deelgenomen aan de belangrijkheidswedstrijden te Wassenaar. Van de 90 deelnemers worden door A. Moeijes te Oterleek de 4e, J. Bierman te Zuidscharwoude de 8e en door Joh. Speelman te Beverwijk de 11e prijs behaald. Andere leden bezetten ook allen eervolle plaatsen. Het clublid J. de Ruiter te Alkmaar behaalde dien dag te Hilversum op de grasbaan in de l250-klasse den eerslen prijs in de afd. Nieuwe lingen. i i i NOORDSCHARWOUDE, HARMONIE „EXCELSIOR." Wij werden in de gelegenheid gesteld om het cri- tisch verslag te publiceeren door de jury uitge bracht over het optreden van de harmonie tijdens het groote concours te Velzen. In de eere-afdeeling harmonie werd gespeeld als verplicht nummer „Les Erinnyes" van J. Massenet. De critische beoordeeling over de uitvoering hier van luidt als volgt: A. Tempo van no. 1 te gerekt bij 8 komt dat vooral tot uiting! Wel duidelijk en beschaafd spel, doch dit gedeelte mi3> te veel den Franschen geest. Vanaf het piu mosso werd het beter Heel kleine afwijking, zwevende stemming een enkele keer, tech nisch gaaf, „af," ook de nuances prima verzorgd. II. Clarinet zweving te hoog, indeeling triolen niet overal correct, eenigszins onrustig bij een maat voor 4 vooral, overigens mooie timbre. Bij 6 eerste en 3e maat wordt a inplaats van bes gespeeld, slot was hier zeer goed, fijn pp. III. Blijkbaar is nu alles meer gekarakteriseerd naar den Franschen eleganten geest 't Liep niet al leen vlot, doch onberispelijke staccati, idem nuances, rhytmisch in orde, stemming zeer goed, alles fan- kelde van pittig élan, dat was Massenet-vertolking. Alles brillant met overtuiging gespeeld, echte, fijne Harmonie-klank, ideale verhouding van „hout" en „koper" samenspel, voortreffelijk, indeeling eveneens, alles met glans vertolkt, tot in de kleinste details, verzorgd, vloeiend, lenig spel. Zeer interesasnt was net spel vanaf 15. Het nergens ruw wordende ff. brachtklank evenals het ragfijne pp. en alle nuances daar tusschen tot aan het slot beheerscht. 7en zeer respectabele uitvoering. B. „Les Fantoccini" van Ch. Le Cocque, arr. van P. Pranger. Dit juweelstukje compositie is in alle opzichten voortreffelijk uitgevoerd, vooral van het warm, stra lend en fijn doorzichtig timbre hebben wij door dit spel genoten. Hier was het spel vol bekoring, gedistingeerd, na tuurlijk eenvoudig, meermalen ontroerend schoon van fonkelenden klank Alles maakte een voornamen indruk. Het is de zeer groote verdienste dat deze uitvoering op een peil stond, waarvoor een geroutineerd beroepsorkest zich niet behoefde te schamen. Wanneer wij heele kleine vlekjes uitschakelen nl. heel even soms zweving in stemming (Alt-Sax, iets te hoog) en forti mag even krachtiger dan is met zooveel moois en zulk fijn verzorgd spel een compliment wel ruim verdiend. Van de jury ook extra hulde aan dezen dirigent voor zijn in hooge mate zaakkundige in strumentatie. Meermalen heeft schrijver dezes mooie arr. van Pranger kunnen waardeeren en ook van dit werk weder zijn instrumentatie-kunst kunnen bewonderen Fijne délicate snoriteit van begin tot het eind. Prachtig gemusiceerd! le Prijs met 129 punten. In den eere-wedstrijd werd gespeeld de ouverture „Le Rol d'Yvetot" van A. Adam. De beoordeeling daarvan luidt als volgt: De geringe opmerkingen zijn: voor letter B. de 'voorhalte bijna niet hoorbaar. Heel even zweving in de stemming. Signalen trombones 'n enkel vlekje van intonatie. Alles was bijzonder artistiek, tot in de kleinste détails. Dit musiceeren staat op hoog plan. Daar was souplesse, finesse. Voor dilettanten, meesterschap. Deze ouverture werd gespeeld met een verheven eenvoud, met een prikkelende, opwekkende dartelheid, transparante klaarheid, voornaam en zuiver van klank, sterk en elastisch rhytmiek. Dat zulk musiceeren bekoort, spreekt van zelf. Dit ensemble is gaaf en van het hedendaagsche di lettantisme op den top van het kunnen. Bravo! 305 punten. BROEK OP LANGENDIJK. Gevonden voorwerpen: Een heerenarmbandhorloge met Gero-zilver scha kels. Inlichtingen bij de politie. Plaatselijk Nieuws BROEK OP LANGENDIJK. Gevonden voorwerpen: 1 hondenhalsband. Te bevragen ter secretarie. BROEK OP LANGENDIJK. Het gewone vier jaarlij ksche bezoek van den Com missaris der Koningin aan deze gemeente zal plaats hebben op Dinsdag 12 Augustus a.s. des voormiddags 9 uur. Het regent geweldig alle dagen. Er schijnt geen eind ete komen aan de watermassa's, die naar be neden komen. Wij hoorden van een bouwer dat hij 1 mee gemaakt had, dat akkers, die „hoog gelegen zijn, thans totaal zijn „verzopen. Geen wonder dat men zich met zorg 'n het hart afvraagt wat er van den oogst terechtmoet tornen. Niet alleen op enorme schade valt dus te wijzen, ook op groote ongeriefelijkheden, die reeds m<eeir- malen in dit blad ter sprake zijn gebracht en wel aan de befaamde Spoorstraat. Wat de bewoners van deze straat er zoo langzamer hand van moeten gaan denken weten ze Mt meer. Men begint zich zoo langzamerhand af te vrager^ waarvoor de belastingpenningen worden betaald en waaraan ze worden besteed. De toestand daar is van dien aard, dat er een blaam begint te rusten op den naam van de gemeen ten, die het onderhoud van dezen weg betalen. Want zooals het nu Is, is het meer dan treurig en Groote watermassa's staan aan den kant van den weg, die het bereiken van de erven onmogelijk maakt, zonder natte voeten te halen Zelfs zijn er burgers, die planken hebben gelegd, om veilig hun woning te kunnen betreden. De bewoners vragen zich af wara het nu toen heen moet, wanneer er niets maar dan ook totaal niets aan dezen drukken verkeersweg wordt gedaan. De toestand is daar onhoudbaar geworden. Hoe lang zullen de bewoners zich nog moeten ergeren aan een dergelijk onderhoud? BROEK OP LANGENDIJK,. Gevonden voorwerpen Een bril, een boodschappentasch, een belas tingplaatje 1930—'31, een portemonnaie en een hoidoge. Inlichtingen bij den Gemeenteveldwachter. ZUIBSCHARWOUnE. De 65-jarige echtgenoot van den heer W. Koe man kwam gisteren zoo ongelukkig te vallen, dat ze 'daarbij haar linkerpols brak. Geneeskun dige hulp werd ingeroepen. De Raad van deze gemeente vergaderde do vorige week Donderdagavond en er is gepraat. Zeer breedvoerig, wat zeker uit het verslag is gebleken. En over onderwerpen, waarvan men zou verwachten, dat er eerder een beslissing op was genomen. Tenminste over sommige daarvan. Maar een ieder schijnt er prijs op te stellen zijn meening tot tweemaal toe te moeten uiten, terwijl de 2e termijn van spreken meestal ge bruikt wordt, om wat een ander gezegd heeft te bestrijden. ,D;at wil niet zeggen dat het niet goed is om in „sommige" gevallen zijn standpunt uitvoerig te motiveeren, maar in alle gevallen worden zaken van ondergeschikt belang, en ook zaken die reeds'onderling zijn besproken en geregeld, tot punten van schijnbaar" groot gewicht ge maakt Voor de buitenwacht Het begon met het adres van de Gymnast iek- Verecnigingen „Hercules" en „Hygiéa'waarin verzocht werd om een subsidie van f 100. Het bestuur van deze vereenigingen toch heeft besloten om de kinderen, die zich als lid aan melden, aan een geneeskundig onderzoek te doen onderwerpen om te laten uitmaken of liet volgen van de lessen al dan niet goed voor het kind is. Een besluit dat alleszins valt toe te juichen, omdat het is in het belang van het kind en do Gymnastiek zelve. In den raad kwamen nu twee inzichten tot uiting. „Een vereeniging dient zich zelf te be druipen" en „Gymnastiek is ten algemeenen nut te"dus steunen. Echter meenen wij hierbij toch op éen ding te moeten wijzen. Was voorheen alléén in het leerplan der school opgenomen het geven van „vrije- en ordeoefenin gen", door de regeering is dit uitgebreid toil het geven van „lichamelijke oefeningen ja zelfs moet aanstonds iedere geifleente in het bezit zijn van een sportveld ten behoeve van de school. Om het geven van „lichamelijke oefeningen" dus het oefenen aan werktuigen 'ook voor het onderwijzend personeel bereikbaar te maken, werden applicatie-cursussen in het leven geroe pen, na het volgen waarvan en het behalen van diploma of acte, de lichamelijke oefeningen kon den worden gegeven-. Hier kunnen dus „school"-gymnastiek en de gymnastie kin een vereeniging beoefend, elkan der aanvullen. Nu meenen wij ons te herinneren, dat een zeker aantal jaren terug door den Minister een circu laire aan de raden is gezonden om de gymnastiek zooveel mogelijk 'te bevorderen en te steunen. En wanneer dit juist is, dan kan men het besluit van genoemde vereenigingen niet beschou wen als een zekere grootdoenerij, maar dient een gemeente de uitvoering daarvan, ook aan de hand van de circulaire van den Minister, zooveel mo gelijk te steunen. Zij toch profiteert, ook van dit, geneeskundig onderzoek, waarvan de resultaten de ,JSchoor'-gymnastiek ten goede, komen. Is de uitslag van het onderzoek voor hel kind ongunstig ,dan zal dat kind ook van de licha melijke oefeningen op de school moeten worden We zijn hier niet in het bezit van een School arts ,die anders zijn onderzoek ook deze richting zou doen uitgaan. 1 Een vereeniging laat nu onderzoeken. De over heid is verplicht dit te steunen, daar zij van- dit onderzoek profiteert. Jammer genoeg werd het voorstel om de sub sidie te verleenen slechts met 43 stemmen aangenomen. Anders ging het met de bekende circulair© van de Commissie tot regeling van de schade, ontstaan bij de natuurramp van Donderdag 12 Juni j.l. De ramp had zich spoedig voltrokken. Bur gemeester Nolet van Harenkarspel vergaderde in niét minder vlug tempo met daartoe uitge- noodigde heeren, de Commissie kwam even vlug tot stand en er gebeurt niets. Oudkarspel had maar 6 (neen zeggen andere Iheeren: 60) slachtoffers en de schade bedroeg totaal bij die 6 f 1943. Zeker een schade, die niet hoog genoemd kan worden. Gemiddeld f 325 bij die befaamde 6. Maar wanneer het er nu 60 zijn, zooals de heeren Kostelijk en wethouder Bakker beweer den, hoe groot is dan de schade? Thans niet meer na'te gaan? Natuurlijk niet! Er hebben zich in het tijdsverloop van 12 Juni tot 30 Juli zooveel andere dingen voorge daan, dat de schade nu niet meer valt op te ne men. I Ea* kan niets gedaan worden. Men kan niet alleen de 6 aan de Commissie bekende personen gaan helpen, waaraan ook de andere slachtoffers moeten meebetalen. En toch had er iets dienen te gebeuren! Waarom geen openbare inzameling gehouden en evengoed aan rijk en provincie om steun ge vraagd tot leniging van den nood? Gaat het uit de gemeentekas, dan betalen toch ook zij, die schade hebben geleden, aan hun eigen schade! De raad kon nu geen andere beslissing nemen, dan hij gedaan heeft. Er werd in dezen raad wel een aanval ge daan op de gemeente'financiën. Het Instituut voor Arbeiders-Ontwikkeling te Noordscharwoude, deed het verzoek een subsi die te mogen ontvangen van f25. Van de zijde van B, en W. kwam eenzelfde voorstel als met het verzoek van de Gymnastiek. En het, was de heer Kostelijk die zich lucid aan hei consequent doorvoeren van zijn standpunt, dat vereenigingen zich zelf dienen te bedruipen. De heeren Bommer en 'Rijper waren bij het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 1