E
1 10.
Mata Hari (1876-1917)
Wanneer Mata Hari voor het eerst als spionne is
opgetreden, hoe zij er toe kwam, of zij daartoe
door iemand werd aangezet en zoo ja, door wie
dit alles het is ten eenenmale onbekend. Dat zij als
zoodanig is werkzaam geweest, staat vast. En, geloo-
ven wij wat de heer Charles Heymans schrijft in
zijn onlangs uitgekomen werk „La vraie Mata Hari"
(een werk dat, hoe verdienstelijk ook ongetwijfeld
op zichzelf, wordt ontsierd door den persoonlijken
wrok van den schrijver jegens de hoofdpersoon),
dan was zij reeds in de jaren 1911 en 1912 in Duit-
schen spionnagedienst.
Een feit ls het intusschen, dat bij het uitbreken
van den oorlog reeds in Frankrijk zeer ernstige
verdenkingen ten opzichte van Mata Hari beston
den en dat de Fransche contra-spionnagedienst
haar nauwkeurig deed nagaan. Het was vooral in de
eerste oorlogsjaren dat deze dienst zich alle moeite
gaf om Mata Hari te ontmaskeren, doch tevergeefs.
Of ze was te geslepen, ofzich geen kwaad
bewust.
Op 2 September 1916 vertrok Mata Hari naar
Vittel om daar een poosje „uit te rusten." Onrust
barend was ook deze „rust" voor den Franschen
contra-spionnagedienst in hooge mate. De kwestie
toch was dat juist te Vittel in die dagen een groot
miltair vliegkamp werd in orde gebracht, bestemd
om te dienen bij het op handen zijnde offensief. Het
bestaan van dit vliegkamp was in die dagen slechts
aan zeer enkelen bekend te Parijs. Mata Hari „rust
te" twee maanden te Vittel van hare vermoeienissen
uit en werd gedurende dien tijd geen oogenblik uit
het oog verloren door den geheimen dienst. Leven
dig interesseerde zij zich voor alle mogelijke militai
re bijzonderheden, hetgeen haar te gemakkelijker
viel daar zij al spoedig bevriend was geraakt met
verschillende officieren aldaar. Gelijk spoedig daar
na bleek, was Duitschland toen ook weldra op de
hoogte van allerlei bijzonderheden van 't vliegkamp
te Vittel betreffende. Maar, van eenige relatie van
Mata Hari met ook maar één enkelen Duitseher
bestond in die dagen geen spoor.
Daar de Fransche geheime dienst er maar niet in
kon slagen ook maar één enkel bewijs tegen Mata
Hari bijeen te brengen, besloot zij, in verband met
de verdenkingen welke te haren opzichte bestonden,
haar te overrompelen.
Bij haar terugkomst van Vittel te Parijs werd zij
plotseling gearresteerd. Door den kapitein Ladoux
aan een scherp verhoor onderworpen, bleek
dat Mata Hari zich als cosmopolite volkomen neu
traal beschouwde; dat zij weliswaar verschillende
Duitsche kennissen had; dat zij er echter nooit aan
gedacht had het werk van een spionne te verrich
ten en eindigde zij met te verklaren dat hare ge
voelens ln deze oorlog naar Frankrijk het land van
haar triomfen, uitgingen. Ook in haar woning, wel
ke aan een nauwkeurig onderzoek werd onderwor
pen, viel niets compromitteerends te ontdekken. Er
zat niets anders op dan haar weer in vrijheid te stel
len, hetgeen geschiedde.
Enslechts een paar weken na het boven ge
schetste werd Mata Hari één der leden van den
Franschen spionnagedienst. Hoe zij daartoe is over
gegaan, daaromtrent zijn de meeningen verdeeld.
Eenerzijds wordt beweerd, dat zij, tijdens bovenge
noemd onderhoud met den kapitein Ladoux, dezen
verzocht als zoodanig te mogen optreden, waarmede
zij tegelijk een afdoend bewijs meende te leveren,
voor haar pro-Fransche gevoelens. Anderzijds oor
deelt men dat zij zoodanig in het nauw werd ge
dreven door den Franschen contra-spionnagedienst,
dat zij, eenige weken na haar onderhoud met kapi
tein Ladoux, meende daaraan niet beter te kun
nen ontkomen, dan door zich als Fransch spionne
te zijner beschikking te stellen. Hoe het ook zij,
niet ontkend kan worden, dat zij tot op zekere hoog
te daartoe gedwongen, Fransch spionne werd.
En Ladoux aarzelde niet met haar ais zoodanig
onmiddellijk aan het werk te zetten. Hij gaf haai
de adressen van een zestal spionnen in België. Van
vijf dezer was bekend, dat zij eigenlijk niet au
serieux konden worden genomen, daar de berichten
welke zij aan Frankrijk toezonden zeer ongeregeld
binnenkwamen en meermalen reeds gebleken waren
gefingeerd te zijn. De zesde spion echter zond wel
degelijk juiste berichten aan Frankrijk, door (aldus
kapitein Ladoux) al was het dit land bekend, dat hij
tegelijkertijd, wanneer hem dat zoo uitkwam, ook
Duitschland van berichten voorzag. (Later bleek
dat deze spion en Frankrijk en Duitschland bedroog
daar hij als Engelsch spion, slechts aan dit land
juiste berichten doorzond.) Aan Mata Hari nu werd
opgedragen zich met de zes genoemde Fransche
spionnen in verbinding te stellen en hen van be
paalde instructies te voorzien.
Veertien dagen nadat men haar dezen order ge
geven had, werd de laatstgenoemde spion, die voor
Duitschland dus wel degelijk gevaar opleverde te
Brussel door de Duitschers gearresteerd en gefu
silleerd!
Het was de bedoeling dat Mata Hari vanuit Hol
land naar België zou gaan Te dien einde scheepte zij
zich in op de „Hollandia" doch, in het Kanaal ge
komen werd dit schip door de Engelschen aangehou
den en opgebracht. Te Falmouth aangekomen werd
Mata Hari gearresteerd. Na naar Londen te zijn
overgebracht werd zij aan een scherp verhoor on
derworpen, maar noch op haar persoon, noch bij
haar bagage werd ook maar iets compromitteerends
gevonden. Ondervraagd door mr. Thompson, chef
van den Engelschen geheimen dienst, antwoordde
zij op zijn rechtstreeksche beschuldigingen Duitsch
spionne te zijn: „Spionne ja, maar in Franschen
door J. F. de V.
dienst. Ook hier diende men haar tenslotte te laten
gaan.
Vervolgens reisde zij naar Spanje, het land waar
zij zoovele vrienden had. Te Madrid aangekomen
nam zij haar intrek in het Palace Hotel aldaar.
Hier ontmoette zij den commandant Kalle, Duitsch
militair attaché en later ook den attaché von Krohn
Wel compromitteerend was ongetwijfeld voor haar,
dat zij, gedurende de maanden welke zij in Madrid
doorbracht, niet anders gezien werd dan in gezel
schap van één of van beide genoemde officieren,
van wie algemeen bekend was, dat zij tot den Duit-
schen geheimen dienst behoorden.
Niettegenstaande de waarschuwingen, welke Mata
Hari van haar vrienden kreeg, reisde zij toch plotse
ling af naar Parijs, waar zij den 3den Januari 1917
aankwam. Intusschen had de Fransche contra-spion
nagedienst op voor haar zeer bezwarende stuk
ken de hand weten te leggen. Bevreemding wekt het
dan ook ongetwijfeld, dat men pas den 13den Fe
bruari d.a.v. tot haar arrestatie overging. Dezen
keer werd zij zonder eenig voorafgaand verhoor,
rechtstreeks naar de gevangenis St. Lazaire gezon
den. Na eenigen tijd in de gevangenis te hebben
doorgebracht, werd Mata Hari voor den krijgs
raad gevoerd. Het was pas na drie zittingen van dien
raad dat deze het vonnis velde. De derde zitting ten
slotte, welke gepresideerd werd door kolonel Sem-
prou, en welke achter gesloten, en angstvallig be
waakte deuren werd gehouden, bracht de beslissing.
Een beslissing, welke Mata Hari's vriend en advo
caat, den 70-jarigen mr. Clunet, in haar voordeel
trachtte te doen uitvallen.
We weten dat Mata Hari heeft toegegeven een
som van dertig duizend mark te hebben ontvangen
van den chef van den Duitschen spionnagedienst
maar niet als betaling voor spionnagediensten zoo
als zij zeide. We weten dat tegen haar o.a. als be
wijs is aangevoerd het fusilleeren van den spion
te Brussel. We weten ook dat haar voortdurenden
omgang met officieren zelfs als een bewijs tegen
haar werd aangevoerd. Maar we weten niet en
zullen het wellicht ook nooit weten op grond van
welke feiten Mata Hari precies veroordeeld is. Deze
feiten werden door den krijgsraad van zoodanige
beteekenis geacht, dat het publiceeren daarvan,
zelfs heden ten dage een onmogelijkheid is. Deze
feiten, dit geheim, het zal wel altijd blijven sluime
ren in een bestoven dossier ergens in het Fransche
ministerie van Oorlog.
Na afloop dezer derde zitting trekt de krijgsraad
zich een oogenblik terug. Een oogenblik slechts,
want na tien minuten is het vonnis reeds met alge-
meene stemmen geveld en tot haar dood besloten.
Daarop wordt den griffier verzocht voorlezing van
het vonnis te doen. En terwijl de wacht het geweer
presenteert, kwijt deze zich van zijn taak.
„In naam van het Fransche volk
Zal Mata Hari flauw valen? Zal ze protesteeren?
Neen, integendeel. Ze glimlacht, zwijgend, rustig,
bijna onverschillig, alsof het iets onbeteekenends
gold
In den vroegen morgen van Maandag den 15den
October 1917 (Margaretha Gertruida Zelle was toen
41 jaren oud) haalde conmmandant Massard Mata
Hari af voor haar laatsten gang. Op het kantoor
van den directeur der gevangenis aangekomen
vroeg en verkreeg zij verlof tot het schrijven van
een tweetal brieven. Eén bestemd voor haar doch
tertje; de ander voor den Russsischen Kapitein Mas
loff, wellicht den eenigen man die door deze raad
selachtige vrouw werd bemind, en naar wien zij,
op het bericht dat hij gewond was, al hare triomfen
ten spijt, heenreisde om hem weken achtereen aan
het front persoonlijk te verplegen.
Bij het overreiken dezer beide epistels aan haar
verdediger, verzocht zij dezen toch vooral niet de
flater te begaan haar dochter den brief te zenden
welke voor den Russischen kapitein bestemd was.
Om kwartier over zes arriveert men te Vincennes
De troepen zijn in drie liniën, in carrévorm opgesteld
en als het rijtuig, waarin naast Mata Hari ook
hebben plaats genomen zuster Léonide en dominéé
Darboux, op de eexeutieplaats aankomt, weerklinkt
trompetgeschal. Het eerst stapt Mata Hari uit en
helpt zuster Léonide uitstijgen. De trommen roffelen
de hoorns schetteren, de soldaten presenteeren het
geweer en zonder overhaasting, als kwam zij deze
troepen inspecteeren, als gold het het oogsten van
een nieuwen triomf, stapt Mata Hari, gevolgd door
de zuster en den dominéé voort tusschen de dubbele
rij geweren. Bij de executiepaal aangekomen, wordt
haar het vonnis nogmaals voorgelezen en wordt
een touw om haar middel en den paal gebonden.
Vriendelijk neemt zij afscheid van de schreiende
zuster Léonide. wuift een laatst vaarwel. Het pele-
ton, bestaande uit 12 jagers (4 soldaten, 4 korporaals
en 4 onderofficieren) plaatst zich op tien meter
afstand van haar. De bevelvoerende officier heft
zijn sabel op: twaalf geweren branden los op een
vrouw die den blinddoek weigerde.
Mata Hari: met of zonder bewondering voor haar
persoon, men moet zich afvragen: hoe is het moge
lijk, dat een Europeesche, een Friezin, degene heeft
kunnen zijn, die zij was. Want op dit punt zijn al
len die haar gekend hebben het eens In hunne ver
klaring, dat haar schoonheid, haar amberkleurige
huid, haar groote vurige oogen en haar gitzwart
haar, de meest zuivere incarnatie van het Ziatische
type vormden. Zelfs dokter Bralez, die in de ge
vangenis Saint Lazare, haar arts was, zeide, dat,
hoewel haar geboortebewijs duidelijk het tegendeel
bewees, het hem moeilijk viel aan te nemen, dat zij
geen authentieke Oostersche bajadère was.
gevangenen bevat, vormde het uitgangspunt van
het oproer.
Be gevangenen sloegen de ruiten kapot, bra
ken de ramen en plinten er uit en vernielder/
de inrichting hunner cellen.
Het geschreeuw der gevangenen was ver in
den omtrek te hooren en een groote onrust maak
te zieh van de bewoners der stad meester, daar
het gerucht de ronde deed, l^at een aantal gevaar
lijke roóïmoordenaars was uitgebroken.
De politie omsingelde het gevangenisgebouw en
zette de toegangsstraten af voor het verkeer,
daar men vreesde dat de communisten van de
gelegenheid gebruik zouden maken om een aan-
yal te doen op de politie en de gevangenis.
Alle pogingen om de gevangenen tot bedaren
te brengen, mislukten. Zelfs toen men een hon
derdtal belhamels naar andere cellen had over
gebracht, verminderde de onrust niet.
In de late avonduren zag men zich genoodzaakt
de brandweer te alarmeeren, die de oproerlingen
in hun cellen bewerkte.
Eerst te middernacht gelukte het de rust te
herstellen
Balkanman nog niet besluiten, om het verdrag
te onderteekenen.
,JOvermorgen, mijne heeren, overmorgen, zal
ik het tractaat teekenen.'
Dat was op 1 i?eptember. Enkele dagen later
verscheen de Balkan-man te Odessa. „Een man
een man, een woord een woord!" zei hij lachend,
terwijl hij zijn handteekening zette,
i Daags daarna werd aan Rusland de officieele
mededeeling gedaan, dat zij voor hun nieuwen
bondgenoot een volledig nieuw artilleriepark ter
beschikking moesten stellen want de bond
genoot had daags te voren al zijn kanonnen aan.
Oostenrijk verkocht, en bij de overdracht aan
de grens was alles met klinkende munt betaald!
Voor wie hebben de soldaten van dien Balkan-
staat hun leven gegeven? Ook „voor hun vader
land!"
EEN SALOMO GEVRAAGD.
Het verhaal van de te Londen gestolen baby
wordt hoe langer hoe ingewikkelder. Naar men
heeft gelezen is nu de pleegmoeder zoek. ,Maar is
het wel de pleegmoeder? Is het per slot van
rekening niet de echte moeder? Haar man, een
stationskruier, zegt van wel.
j Laat ons echter eerst even vertellen dat de
echte moeder (we nemen nu voorloopig nog maar
aan, dat de pleegmoeder inderidlaad slechts de
pleegmoeder was) verteld heeft dat het kind
heelemaal niet uit den kinderwagen is gestolen,
maar op haar verzoek door de pleegmoeder aan
I haar is teruggegeven, in tegenwoordigheid van
een getuige. D;e politie neemt aan, dat de vrouw
die zegt de echte moeder te zijn, (de echte moedbr
is. D'eze kon trouwens een geboortebewijs over
leggen.
Hiertegenover staat, dat het echtpaar, waar
van dan de vrouw de pleegmoeder van het kind
zou zijn, op 16 Juli een zoon in het geboorte
register heeft laten inschrijven. Een afschrift
van deze inschrijving is door de politie ten huize
van het echtpaar in beslag genomen. Men heeft
den echtgenoot, die begrijpelijk zeer in de war is
over de verdwijning van zijn vrouw, een 'foto uit
een krant laten zien van het bewuste kind. Hij
I wist echter zeker, dat dit zijn kind niet was.
Tegenover hem heeft de vrouw volgehouden
dat het kind haar ontstolen is. Het verhaal
dat dit ki.nd niet hun kind zou zijn noemidte de
man absurd.
Misschien is er een aanwijzing in deze om
standigheid dat volgens het geboortebewijs van
de echte moeder de baby op 19 Juni geboren
werd (en dus niet drie, zooals eerst gemeld, maar
bijna, acht weken oud is) en dat het kind op 15
Juli, dus daags voor de aangifte der geboorte
door de pleegmoeder, aan deze werdi afgestaan.
Kort voor de geboorte d.w.z. voordat volgens
de pleegmoeder Leslie, zoo heet de veelbesproken
zuigeling, het levenslicht aanschouwde, moet de
echte moeder bij de pleegmoeder zijn geweest
zoo vertelde deze later met bepaalde voorstel
len, waarop zij niet was ingegaan.
DE LIPPENSTIFT VGOR DEN ZONDVLOED.
De uitgravingen te Ur (Qhaldea) hebben bewe
zen, dal er ook vóór den Zondvloed reeds vrou
wen bestonden, die dezelfde schoonheidsmiddelen
gebruikten, als in onze dagen worden aangewend.
De tentoonstelling der laatste vondsten
doet verrassende onthullingen over het altijd
durende terugkeeren van het ,,'Ewi.g AVeibliehe".
De vrouwen, die omstreeks 3500 jaar voor
Christus het voorbeeld van koningin Schub Ab,
dc toenmalige heerscheres in het Rijk der Mode,
volgden, hadden gitzwart haar, zachtgebogen neu-
zen en kleine mondjes. De lippen waren donker
rood gekleurd, de wenkbrauwen zwart bijgeverfd
en om de oogen droeg men groene randen, evenals
tegenwoordig de tooneelspeelsters zich blauw
schminkten, om de oogen een interessante uit
drukking te geven.
De kleur der schminken, die gebruikt werden
was: rood, zwart, wit, groen en geel. De koningin
Schub Ab en haar hofdames droegen gouden
kransen, die door het 'haar werden gevlochten
en boven op het hoofd prijkten kransen van ge
ribde gouden bladen en bloemkronen, die met
vele edelsteenen versierd waren. De halsbanden
waren van goud, versierd met blauwe, roode en
gouden balletjes. De toiletdoozen waren van pa
relmoer, de naalden hadden zilveren punten en
koppen van lapislazuli.
Dc dames van Ur wisten dus reeds 5000 jaar
geleden alle kunstmiddeltjes te gebruiken, waar
mee de vrouwen zich thans nog aantrekkelijk
trachten te maken.
Buitenland
NO GEW EER*
Geweldige onweders hebben gewoed in de om
geving van Nisj, waarbij hevige hagelbuien groo
te schade aan de gewassen hebben toegebracht.
Een jonge boer werd gedood naast een kuddje)
die hij bewaakte.
vloot heeft het hard te verantwoorden gehad.
Vijftien opvarenden zouden zijn verdronken,
waaronder twee Europeanen.
STORMEN EN SNEfBUW.
D'c Zuid-Afrikaansche Unie wordt bezocht door
stormen, zware regens en sneeuw, waardoor
groote schade wordt veroorzaakt. D'e visschers-
GPROER IN EEN GEVANGENIS.
Naar door het N.T.A. uit Posen wordt gemeld,
is aldaar in de gevangenis, welke op het oogen
blik véle gedetineerden bergt, een oproer uitge
broken.
De oorzaak was dat het eten volgens de ge
vangenen niet toereikend is en dat zij slechts
half gekookte aardappelen voor hun avondmaal
ontvangen.
Blok 1 van de gevangenis, dat ongeveer 600
UIT DE VOORGESCHIEDENIS VAN DEN'
EURjO PEESjCiHjEN OORLOG-
In een van de laatste nummers van Velhagen
en Klasings-Monatsheften vertelt Robert Neu-
man een historische gebeurtenis uit de diploma
tieke intriges van den grooten wereldoorlog. Het
bericht is absoluut juist, hetgeen bevestigd wordt
in de Officieele mededeelingen van het Poli
tieke Comité te Odessa aan Lenin, alsook in een
Code-telegram van den Gezant van Oostenrijk-
Hongarije, Graaf ,M<msdorff aan Minister Ozernin
„!Een der Balkanstaten, wiens naam ik liever
verzwijg doch die overigens zeer goed de
kunst verstond om bij het verdoelen van den buit
een aanmerkelijke uitbreiding van zijn grondge
bied te verkrijgen, zoowel naar het Noorden als
naar het Westen wist hij het
uitbreken van den oorlog zoolang tusschen de
Centrale mogendheden en de Geallieerden door te
laveeren, totdat eindelijk 'tusschen Oostenrijk en
Rusland een warme wedloop ontstond, om de
wuste regeering over te halen hare zijde te kie
zen in den groóten wereldstrijd. AVanneer de
een uitbreiding van grondgebied beloofde in het
Noord-Oosten, dan stelde de ander nieuwe land
streken 'in het Zuid-Westen in het vooruitzicht
Wjaimeer de een van geld sprak, beloofde de an
der goud. 'Als de eene mogendheid' drie ministers
voor zich wist te winnen, dan had de ander ook
weer drie andere ministers op haar hand. E!r
kwam geen eind aan!
Als men met de Russen in Odessa onderhandel
de, dan hield men ook besprekingen met de Oos
tenrijkers in Boedapest. Eindelijk slaagden de
Russen er in om voor den minister van het huis
des konings een klein Bankdeposito- ts plaatsen
in Zwitserland, en zoodoende kregen zij een heel
land aan hun zijde.
„Accoord," zei de Rus.
Maar de onderhandelaar vaai den Balkan leunde
achterover in zijn zetel en zei: „Even wachten
nog. Wiij zijn dus bereid om voor onze heilige
belangen naar het zwaard te grijpen. Maar weten
de heeren wel, dat er aan onze oorlogsuitrusting
nog al heel wat ontbreekt?"
De Rus maakte een afwerend gebaar. „Wat
jullie leger noodig heeft wordt door ons ter
beschikking gesteld."
„Alles?"
„Alles wat u maar hebben wilt!"
„Dan verzoek ik u dit punt in het verdrag
vast te leggen."
Toen ook deze wensch vervuld was kon de
DE GEFORCEERDE SLANKE LIJN EN DE
GEVAREN ER AAN VERBONDNE*
I De „Huisarts'schreef, een tijdje geleden tegen
den vorm der kleeding, of liever, den vorm 'dien
de vrouw moet aannemen om in hare moderne
i kleedij een goed figuur te maken, aldus schrijft
E. 8. in A. W.
Vóór eenigen tijd werd een congres gehouden
door New-Yorksche doctors. De deelnemers hier
aan kregen ter inzage 20.000 brieven, welke ont
vangen waren door de redactie van een "bekend
Vrouwenblad, en waarin vele schrijfsters mede
deeling deden van de treurige ervaringen, welke
zij hadden opgedaan .bij het verkrijgen der slanke
silhouet. j
Er ontstonden zenuwprocessen, tuberculose en
andere kwalen. De klaagsters schreven dat haar
gezichtjes rimpelig waren geworden, en dat hare
wangspieren waren verslapt, zoodat zij er twintig
jaar ouder uitzagen.
Een schreef er: „Wat heeft men aan 'de ge
stalte van een zestienjarige, als men daarbij tege
lijkertijd het gelaat van een veertigjarige ver
krijgt?" i
Een ander schreef: „Nu ja, ik ben mager en
slank gewonden, maar ik heb de heerschappij
over mijn zenuwen totaal verloren."
Dr. prof. Gregory zeide, op hetzelfde congres,
dat het in zijn practijk telkens voorkwam, dat
een patiënte volkomen gezond was, voor ze hare
vermageringskuur begon, en dat ze, drie maan
den later, rijp was voor een zenuwkliniek. Ik
heb, verklaarde de professor, in het afgelóopen
jaar 225 soortgelijke gevallen onder het oog
gehad. i
Er werd tevens vastgesteld, dat de kunstmatig
verkregen slankheid der vrouwen van bijzon
der nadeeligen invloed is op het eventueel toe
komstig geslacht. De vrouwen moeten zich tegen
de al te slanke lijn verklaren, willen zij haar
eigen gezondheid en die van haar kinderen niet
benadeelen.
N ieuwstijdingen
ZAKKENROLLERS AANGEHOUDEN.
Zondag is in de Diergaarde te Rotterdam een echt
paar aangehouden, de 54-jarige vrouw W. P. W. en
haar 40-jarigen echtgenoot Ch. H. K., dat er van
verdacht wordt zich aan verschillende diefstallen
schuldig gemaakt te hebben.
Twee dames zagen, dat de vrouw zich op verdach
te wijze onder een groote groep van kijklustigen
voor de een of andere kooi ophield. Even daarna
verwijderde zij zich gevolgd door de twee dames.
Dezen zagen, dat de vrouw iets aan een man over
gaf die haar in een stil laantje stond op te wachten
De man ging er oogenblikkelijk van door en een
van de achtervolgende dames was zoo verstandig
hem na te gaan. Hij ging regelrecht naar een ze
kere gelegenheid. De dame vond het zaakje zeer
verdacht en zorgde er voor, dat de politie werd ge
waarschuwd. Deze was al spoedig ter plaatse en
slaagde er in het tweetal aan te houden. Zij wer
den naar het bureau aan de Pauwensteeg gebracht,
waar bij fouilleering echter niets van beteekenis op
hen gevonden werd. Een huiszoeking bracht echter
verschillende portemonnaies te voorschijn, zeer waar
schijnlijk de buit van verschillende bezoekers aan de
Diergaarde. O.m. werd ook een beigetasch gevonden.
In een der portemonnaies bevond zich een Unielot.
In de W.C. waar de man zich had opgehouden, werd
een onderzoek ingesteld, waar een portemonnaie ge
vonden werd.
Het tweetal ontkent zich aan zakkenrollerij te
hebben schuldig gemaakt.