E 1 10. Mata Hari (1876-1917) Wanneer Mata Hari voor het eerst als spionne is opgetreden, hoe zij er toe kwam, of zij daartoe door iemand werd aangezet en zoo ja, door wie dit alles het is ten eenenmale onbekend. Dat zij als zoodanig is werkzaam geweest, staat vast. En, geloo- ven wij wat de heer Charles Heymans schrijft in zijn onlangs uitgekomen werk „La vraie Mata Hari" (een werk dat, hoe verdienstelijk ook ongetwijfeld op zichzelf, wordt ontsierd door den persoonlijken wrok van den schrijver jegens de hoofdpersoon), dan was zij reeds in de jaren 1911 en 1912 in Duit- schen spionnagedienst. Een feit ls het intusschen, dat bij het uitbreken van den oorlog reeds in Frankrijk zeer ernstige verdenkingen ten opzichte van Mata Hari beston den en dat de Fransche contra-spionnagedienst haar nauwkeurig deed nagaan. Het was vooral in de eerste oorlogsjaren dat deze dienst zich alle moeite gaf om Mata Hari te ontmaskeren, doch tevergeefs. Of ze was te geslepen, ofzich geen kwaad bewust. Op 2 September 1916 vertrok Mata Hari naar Vittel om daar een poosje „uit te rusten." Onrust barend was ook deze „rust" voor den Franschen contra-spionnagedienst in hooge mate. De kwestie toch was dat juist te Vittel in die dagen een groot miltair vliegkamp werd in orde gebracht, bestemd om te dienen bij het op handen zijnde offensief. Het bestaan van dit vliegkamp was in die dagen slechts aan zeer enkelen bekend te Parijs. Mata Hari „rust te" twee maanden te Vittel van hare vermoeienissen uit en werd gedurende dien tijd geen oogenblik uit het oog verloren door den geheimen dienst. Leven dig interesseerde zij zich voor alle mogelijke militai re bijzonderheden, hetgeen haar te gemakkelijker viel daar zij al spoedig bevriend was geraakt met verschillende officieren aldaar. Gelijk spoedig daar na bleek, was Duitschland toen ook weldra op de hoogte van allerlei bijzonderheden van 't vliegkamp te Vittel betreffende. Maar, van eenige relatie van Mata Hari met ook maar één enkelen Duitseher bestond in die dagen geen spoor. Daar de Fransche geheime dienst er maar niet in kon slagen ook maar één enkel bewijs tegen Mata Hari bijeen te brengen, besloot zij, in verband met de verdenkingen welke te haren opzichte bestonden, haar te overrompelen. Bij haar terugkomst van Vittel te Parijs werd zij plotseling gearresteerd. Door den kapitein Ladoux aan een scherp verhoor onderworpen, bleek dat Mata Hari zich als cosmopolite volkomen neu traal beschouwde; dat zij weliswaar verschillende Duitsche kennissen had; dat zij er echter nooit aan gedacht had het werk van een spionne te verrich ten en eindigde zij met te verklaren dat hare ge voelens ln deze oorlog naar Frankrijk het land van haar triomfen, uitgingen. Ook in haar woning, wel ke aan een nauwkeurig onderzoek werd onderwor pen, viel niets compromitteerends te ontdekken. Er zat niets anders op dan haar weer in vrijheid te stel len, hetgeen geschiedde. Enslechts een paar weken na het boven ge schetste werd Mata Hari één der leden van den Franschen spionnagedienst. Hoe zij daartoe is over gegaan, daaromtrent zijn de meeningen verdeeld. Eenerzijds wordt beweerd, dat zij, tijdens bovenge noemd onderhoud met den kapitein Ladoux, dezen verzocht als zoodanig te mogen optreden, waarmede zij tegelijk een afdoend bewijs meende te leveren, voor haar pro-Fransche gevoelens. Anderzijds oor deelt men dat zij zoodanig in het nauw werd ge dreven door den Franschen contra-spionnagedienst, dat zij, eenige weken na haar onderhoud met kapi tein Ladoux, meende daaraan niet beter te kun nen ontkomen, dan door zich als Fransch spionne te zijner beschikking te stellen. Hoe het ook zij, niet ontkend kan worden, dat zij tot op zekere hoog te daartoe gedwongen, Fransch spionne werd. En Ladoux aarzelde niet met haar ais zoodanig onmiddellijk aan het werk te zetten. Hij gaf haai de adressen van een zestal spionnen in België. Van vijf dezer was bekend, dat zij eigenlijk niet au serieux konden worden genomen, daar de berichten welke zij aan Frankrijk toezonden zeer ongeregeld binnenkwamen en meermalen reeds gebleken waren gefingeerd te zijn. De zesde spion echter zond wel degelijk juiste berichten aan Frankrijk, door (aldus kapitein Ladoux) al was het dit land bekend, dat hij tegelijkertijd, wanneer hem dat zoo uitkwam, ook Duitschland van berichten voorzag. (Later bleek dat deze spion en Frankrijk en Duitschland bedroog daar hij als Engelsch spion, slechts aan dit land juiste berichten doorzond.) Aan Mata Hari nu werd opgedragen zich met de zes genoemde Fransche spionnen in verbinding te stellen en hen van be paalde instructies te voorzien. Veertien dagen nadat men haar dezen order ge geven had, werd de laatstgenoemde spion, die voor Duitschland dus wel degelijk gevaar opleverde te Brussel door de Duitschers gearresteerd en gefu silleerd! Het was de bedoeling dat Mata Hari vanuit Hol land naar België zou gaan Te dien einde scheepte zij zich in op de „Hollandia" doch, in het Kanaal ge komen werd dit schip door de Engelschen aangehou den en opgebracht. Te Falmouth aangekomen werd Mata Hari gearresteerd. Na naar Londen te zijn overgebracht werd zij aan een scherp verhoor on derworpen, maar noch op haar persoon, noch bij haar bagage werd ook maar iets compromitteerends gevonden. Ondervraagd door mr. Thompson, chef van den Engelschen geheimen dienst, antwoordde zij op zijn rechtstreeksche beschuldigingen Duitsch spionne te zijn: „Spionne ja, maar in Franschen door J. F. de V. dienst. Ook hier diende men haar tenslotte te laten gaan. Vervolgens reisde zij naar Spanje, het land waar zij zoovele vrienden had. Te Madrid aangekomen nam zij haar intrek in het Palace Hotel aldaar. Hier ontmoette zij den commandant Kalle, Duitsch militair attaché en later ook den attaché von Krohn Wel compromitteerend was ongetwijfeld voor haar, dat zij, gedurende de maanden welke zij in Madrid doorbracht, niet anders gezien werd dan in gezel schap van één of van beide genoemde officieren, van wie algemeen bekend was, dat zij tot den Duit- schen geheimen dienst behoorden. Niettegenstaande de waarschuwingen, welke Mata Hari van haar vrienden kreeg, reisde zij toch plotse ling af naar Parijs, waar zij den 3den Januari 1917 aankwam. Intusschen had de Fransche contra-spion nagedienst op voor haar zeer bezwarende stuk ken de hand weten te leggen. Bevreemding wekt het dan ook ongetwijfeld, dat men pas den 13den Fe bruari d.a.v. tot haar arrestatie overging. Dezen keer werd zij zonder eenig voorafgaand verhoor, rechtstreeks naar de gevangenis St. Lazaire gezon den. Na eenigen tijd in de gevangenis te hebben doorgebracht, werd Mata Hari voor den krijgs raad gevoerd. Het was pas na drie zittingen van dien raad dat deze het vonnis velde. De derde zitting ten slotte, welke gepresideerd werd door kolonel Sem- prou, en welke achter gesloten, en angstvallig be waakte deuren werd gehouden, bracht de beslissing. Een beslissing, welke Mata Hari's vriend en advo caat, den 70-jarigen mr. Clunet, in haar voordeel trachtte te doen uitvallen. We weten dat Mata Hari heeft toegegeven een som van dertig duizend mark te hebben ontvangen van den chef van den Duitschen spionnagedienst maar niet als betaling voor spionnagediensten zoo als zij zeide. We weten dat tegen haar o.a. als be wijs is aangevoerd het fusilleeren van den spion te Brussel. We weten ook dat haar voortdurenden omgang met officieren zelfs als een bewijs tegen haar werd aangevoerd. Maar we weten niet en zullen het wellicht ook nooit weten op grond van welke feiten Mata Hari precies veroordeeld is. Deze feiten werden door den krijgsraad van zoodanige beteekenis geacht, dat het publiceeren daarvan, zelfs heden ten dage een onmogelijkheid is. Deze feiten, dit geheim, het zal wel altijd blijven sluime ren in een bestoven dossier ergens in het Fransche ministerie van Oorlog. Na afloop dezer derde zitting trekt de krijgsraad zich een oogenblik terug. Een oogenblik slechts, want na tien minuten is het vonnis reeds met alge- meene stemmen geveld en tot haar dood besloten. Daarop wordt den griffier verzocht voorlezing van het vonnis te doen. En terwijl de wacht het geweer presenteert, kwijt deze zich van zijn taak. „In naam van het Fransche volk Zal Mata Hari flauw valen? Zal ze protesteeren? Neen, integendeel. Ze glimlacht, zwijgend, rustig, bijna onverschillig, alsof het iets onbeteekenends gold In den vroegen morgen van Maandag den 15den October 1917 (Margaretha Gertruida Zelle was toen 41 jaren oud) haalde conmmandant Massard Mata Hari af voor haar laatsten gang. Op het kantoor van den directeur der gevangenis aangekomen vroeg en verkreeg zij verlof tot het schrijven van een tweetal brieven. Eén bestemd voor haar doch tertje; de ander voor den Russsischen Kapitein Mas loff, wellicht den eenigen man die door deze raad selachtige vrouw werd bemind, en naar wien zij, op het bericht dat hij gewond was, al hare triomfen ten spijt, heenreisde om hem weken achtereen aan het front persoonlijk te verplegen. Bij het overreiken dezer beide epistels aan haar verdediger, verzocht zij dezen toch vooral niet de flater te begaan haar dochter den brief te zenden welke voor den Russischen kapitein bestemd was. Om kwartier over zes arriveert men te Vincennes De troepen zijn in drie liniën, in carrévorm opgesteld en als het rijtuig, waarin naast Mata Hari ook hebben plaats genomen zuster Léonide en dominéé Darboux, op de eexeutieplaats aankomt, weerklinkt trompetgeschal. Het eerst stapt Mata Hari uit en helpt zuster Léonide uitstijgen. De trommen roffelen de hoorns schetteren, de soldaten presenteeren het geweer en zonder overhaasting, als kwam zij deze troepen inspecteeren, als gold het het oogsten van een nieuwen triomf, stapt Mata Hari, gevolgd door de zuster en den dominéé voort tusschen de dubbele rij geweren. Bij de executiepaal aangekomen, wordt haar het vonnis nogmaals voorgelezen en wordt een touw om haar middel en den paal gebonden. Vriendelijk neemt zij afscheid van de schreiende zuster Léonide. wuift een laatst vaarwel. Het pele- ton, bestaande uit 12 jagers (4 soldaten, 4 korporaals en 4 onderofficieren) plaatst zich op tien meter afstand van haar. De bevelvoerende officier heft zijn sabel op: twaalf geweren branden los op een vrouw die den blinddoek weigerde. Mata Hari: met of zonder bewondering voor haar persoon, men moet zich afvragen: hoe is het moge lijk, dat een Europeesche, een Friezin, degene heeft kunnen zijn, die zij was. Want op dit punt zijn al len die haar gekend hebben het eens In hunne ver klaring, dat haar schoonheid, haar amberkleurige huid, haar groote vurige oogen en haar gitzwart haar, de meest zuivere incarnatie van het Ziatische type vormden. Zelfs dokter Bralez, die in de ge vangenis Saint Lazare, haar arts was, zeide, dat, hoewel haar geboortebewijs duidelijk het tegendeel bewees, het hem moeilijk viel aan te nemen, dat zij geen authentieke Oostersche bajadère was. gevangenen bevat, vormde het uitgangspunt van het oproer. Be gevangenen sloegen de ruiten kapot, bra ken de ramen en plinten er uit en vernielder/ de inrichting hunner cellen. Het geschreeuw der gevangenen was ver in den omtrek te hooren en een groote onrust maak te zieh van de bewoners der stad meester, daar het gerucht de ronde deed, l^at een aantal gevaar lijke roóïmoordenaars was uitgebroken. De politie omsingelde het gevangenisgebouw en zette de toegangsstraten af voor het verkeer, daar men vreesde dat de communisten van de gelegenheid gebruik zouden maken om een aan- yal te doen op de politie en de gevangenis. Alle pogingen om de gevangenen tot bedaren te brengen, mislukten. Zelfs toen men een hon derdtal belhamels naar andere cellen had over gebracht, verminderde de onrust niet. In de late avonduren zag men zich genoodzaakt de brandweer te alarmeeren, die de oproerlingen in hun cellen bewerkte. Eerst te middernacht gelukte het de rust te herstellen Balkanman nog niet besluiten, om het verdrag te onderteekenen. ,JOvermorgen, mijne heeren, overmorgen, zal ik het tractaat teekenen.' Dat was op 1 i?eptember. Enkele dagen later verscheen de Balkan-man te Odessa. „Een man een man, een woord een woord!" zei hij lachend, terwijl hij zijn handteekening zette, i Daags daarna werd aan Rusland de officieele mededeeling gedaan, dat zij voor hun nieuwen bondgenoot een volledig nieuw artilleriepark ter beschikking moesten stellen want de bond genoot had daags te voren al zijn kanonnen aan. Oostenrijk verkocht, en bij de overdracht aan de grens was alles met klinkende munt betaald! Voor wie hebben de soldaten van dien Balkan- staat hun leven gegeven? Ook „voor hun vader land!" EEN SALOMO GEVRAAGD. Het verhaal van de te Londen gestolen baby wordt hoe langer hoe ingewikkelder. Naar men heeft gelezen is nu de pleegmoeder zoek. ,Maar is het wel de pleegmoeder? Is het per slot van rekening niet de echte moeder? Haar man, een stationskruier, zegt van wel. j Laat ons echter eerst even vertellen dat de echte moeder (we nemen nu voorloopig nog maar aan, dat de pleegmoeder inderidlaad slechts de pleegmoeder was) verteld heeft dat het kind heelemaal niet uit den kinderwagen is gestolen, maar op haar verzoek door de pleegmoeder aan I haar is teruggegeven, in tegenwoordigheid van een getuige. D;e politie neemt aan, dat de vrouw die zegt de echte moeder te zijn, (de echte moedbr is. D'eze kon trouwens een geboortebewijs over leggen. Hiertegenover staat, dat het echtpaar, waar van dan de vrouw de pleegmoeder van het kind zou zijn, op 16 Juli een zoon in het geboorte register heeft laten inschrijven. Een afschrift van deze inschrijving is door de politie ten huize van het echtpaar in beslag genomen. Men heeft den echtgenoot, die begrijpelijk zeer in de war is over de verdwijning van zijn vrouw, een 'foto uit een krant laten zien van het bewuste kind. Hij I wist echter zeker, dat dit zijn kind niet was. Tegenover hem heeft de vrouw volgehouden dat het kind haar ontstolen is. Het verhaal dat dit ki.nd niet hun kind zou zijn noemidte de man absurd. Misschien is er een aanwijzing in deze om standigheid dat volgens het geboortebewijs van de echte moeder de baby op 19 Juni geboren werd (en dus niet drie, zooals eerst gemeld, maar bijna, acht weken oud is) en dat het kind op 15 Juli, dus daags voor de aangifte der geboorte door de pleegmoeder, aan deze werdi afgestaan. Kort voor de geboorte d.w.z. voordat volgens de pleegmoeder Leslie, zoo heet de veelbesproken zuigeling, het levenslicht aanschouwde, moet de echte moeder bij de pleegmoeder zijn geweest zoo vertelde deze later met bepaalde voorstel len, waarop zij niet was ingegaan. DE LIPPENSTIFT VGOR DEN ZONDVLOED. De uitgravingen te Ur (Qhaldea) hebben bewe zen, dal er ook vóór den Zondvloed reeds vrou wen bestonden, die dezelfde schoonheidsmiddelen gebruikten, als in onze dagen worden aangewend. De tentoonstelling der laatste vondsten doet verrassende onthullingen over het altijd durende terugkeeren van het ,,'Ewi.g AVeibliehe". De vrouwen, die omstreeks 3500 jaar voor Christus het voorbeeld van koningin Schub Ab, dc toenmalige heerscheres in het Rijk der Mode, volgden, hadden gitzwart haar, zachtgebogen neu- zen en kleine mondjes. De lippen waren donker rood gekleurd, de wenkbrauwen zwart bijgeverfd en om de oogen droeg men groene randen, evenals tegenwoordig de tooneelspeelsters zich blauw schminkten, om de oogen een interessante uit drukking te geven. De kleur der schminken, die gebruikt werden was: rood, zwart, wit, groen en geel. De koningin Schub Ab en haar hofdames droegen gouden kransen, die door het 'haar werden gevlochten en boven op het hoofd prijkten kransen van ge ribde gouden bladen en bloemkronen, die met vele edelsteenen versierd waren. De halsbanden waren van goud, versierd met blauwe, roode en gouden balletjes. De toiletdoozen waren van pa relmoer, de naalden hadden zilveren punten en koppen van lapislazuli. Dc dames van Ur wisten dus reeds 5000 jaar geleden alle kunstmiddeltjes te gebruiken, waar mee de vrouwen zich thans nog aantrekkelijk trachten te maken. Buitenland NO GEW EER* Geweldige onweders hebben gewoed in de om geving van Nisj, waarbij hevige hagelbuien groo te schade aan de gewassen hebben toegebracht. Een jonge boer werd gedood naast een kuddje) die hij bewaakte. vloot heeft het hard te verantwoorden gehad. Vijftien opvarenden zouden zijn verdronken, waaronder twee Europeanen. STORMEN EN SNEfBUW. D'c Zuid-Afrikaansche Unie wordt bezocht door stormen, zware regens en sneeuw, waardoor groote schade wordt veroorzaakt. D'e visschers- GPROER IN EEN GEVANGENIS. Naar door het N.T.A. uit Posen wordt gemeld, is aldaar in de gevangenis, welke op het oogen blik véle gedetineerden bergt, een oproer uitge broken. De oorzaak was dat het eten volgens de ge vangenen niet toereikend is en dat zij slechts half gekookte aardappelen voor hun avondmaal ontvangen. Blok 1 van de gevangenis, dat ongeveer 600 UIT DE VOORGESCHIEDENIS VAN DEN' EURjO PEESjCiHjEN OORLOG- In een van de laatste nummers van Velhagen en Klasings-Monatsheften vertelt Robert Neu- man een historische gebeurtenis uit de diploma tieke intriges van den grooten wereldoorlog. Het bericht is absoluut juist, hetgeen bevestigd wordt in de Officieele mededeelingen van het Poli tieke Comité te Odessa aan Lenin, alsook in een Code-telegram van den Gezant van Oostenrijk- Hongarije, Graaf ,M<msdorff aan Minister Ozernin „!Een der Balkanstaten, wiens naam ik liever verzwijg doch die overigens zeer goed de kunst verstond om bij het verdoelen van den buit een aanmerkelijke uitbreiding van zijn grondge bied te verkrijgen, zoowel naar het Noorden als naar het Westen wist hij het uitbreken van den oorlog zoolang tusschen de Centrale mogendheden en de Geallieerden door te laveeren, totdat eindelijk 'tusschen Oostenrijk en Rusland een warme wedloop ontstond, om de wuste regeering over te halen hare zijde te kie zen in den groóten wereldstrijd. AVanneer de een uitbreiding van grondgebied beloofde in het Noord-Oosten, dan stelde de ander nieuwe land streken 'in het Zuid-Westen in het vooruitzicht Wjaimeer de een van geld sprak, beloofde de an der goud. 'Als de eene mogendheid' drie ministers voor zich wist te winnen, dan had de ander ook weer drie andere ministers op haar hand. E!r kwam geen eind aan! Als men met de Russen in Odessa onderhandel de, dan hield men ook besprekingen met de Oos tenrijkers in Boedapest. Eindelijk slaagden de Russen er in om voor den minister van het huis des konings een klein Bankdeposito- ts plaatsen in Zwitserland, en zoodoende kregen zij een heel land aan hun zijde. „Accoord," zei de Rus. Maar de onderhandelaar vaai den Balkan leunde achterover in zijn zetel en zei: „Even wachten nog. Wiij zijn dus bereid om voor onze heilige belangen naar het zwaard te grijpen. Maar weten de heeren wel, dat er aan onze oorlogsuitrusting nog al heel wat ontbreekt?" De Rus maakte een afwerend gebaar. „Wat jullie leger noodig heeft wordt door ons ter beschikking gesteld." „Alles?" „Alles wat u maar hebben wilt!" „Dan verzoek ik u dit punt in het verdrag vast te leggen." Toen ook deze wensch vervuld was kon de DE GEFORCEERDE SLANKE LIJN EN DE GEVAREN ER AAN VERBONDNE* I De „Huisarts'schreef, een tijdje geleden tegen den vorm der kleeding, of liever, den vorm 'dien de vrouw moet aannemen om in hare moderne i kleedij een goed figuur te maken, aldus schrijft E. 8. in A. W. Vóór eenigen tijd werd een congres gehouden door New-Yorksche doctors. De deelnemers hier aan kregen ter inzage 20.000 brieven, welke ont vangen waren door de redactie van een "bekend Vrouwenblad, en waarin vele schrijfsters mede deeling deden van de treurige ervaringen, welke zij hadden opgedaan .bij het verkrijgen der slanke silhouet. j Er ontstonden zenuwprocessen, tuberculose en andere kwalen. De klaagsters schreven dat haar gezichtjes rimpelig waren geworden, en dat hare wangspieren waren verslapt, zoodat zij er twintig jaar ouder uitzagen. Een schreef er: „Wat heeft men aan 'de ge stalte van een zestienjarige, als men daarbij tege lijkertijd het gelaat van een veertigjarige ver krijgt?" i Een ander schreef: „Nu ja, ik ben mager en slank gewonden, maar ik heb de heerschappij over mijn zenuwen totaal verloren." Dr. prof. Gregory zeide, op hetzelfde congres, dat het in zijn practijk telkens voorkwam, dat een patiënte volkomen gezond was, voor ze hare vermageringskuur begon, en dat ze, drie maan den later, rijp was voor een zenuwkliniek. Ik heb, verklaarde de professor, in het afgelóopen jaar 225 soortgelijke gevallen onder het oog gehad. i Er werd tevens vastgesteld, dat de kunstmatig verkregen slankheid der vrouwen van bijzon der nadeeligen invloed is op het eventueel toe komstig geslacht. De vrouwen moeten zich tegen de al te slanke lijn verklaren, willen zij haar eigen gezondheid en die van haar kinderen niet benadeelen. N ieuwstijdingen ZAKKENROLLERS AANGEHOUDEN. Zondag is in de Diergaarde te Rotterdam een echt paar aangehouden, de 54-jarige vrouw W. P. W. en haar 40-jarigen echtgenoot Ch. H. K., dat er van verdacht wordt zich aan verschillende diefstallen schuldig gemaakt te hebben. Twee dames zagen, dat de vrouw zich op verdach te wijze onder een groote groep van kijklustigen voor de een of andere kooi ophield. Even daarna verwijderde zij zich gevolgd door de twee dames. Dezen zagen, dat de vrouw iets aan een man over gaf die haar in een stil laantje stond op te wachten De man ging er oogenblikkelijk van door en een van de achtervolgende dames was zoo verstandig hem na te gaan. Hij ging regelrecht naar een ze kere gelegenheid. De dame vond het zaakje zeer verdacht en zorgde er voor, dat de politie werd ge waarschuwd. Deze was al spoedig ter plaatse en slaagde er in het tweetal aan te houden. Zij wer den naar het bureau aan de Pauwensteeg gebracht, waar bij fouilleering echter niets van beteekenis op hen gevonden werd. Een huiszoeking bracht echter verschillende portemonnaies te voorschijn, zeer waar schijnlijk de buit van verschillende bezoekers aan de Diergaarde. O.m. werd ook een beigetasch gevonden. In een der portemonnaies bevond zich een Unielot. In de W.C. waar de man zich had opgehouden, werd een onderzoek ingesteld, waar een portemonnaie ge vonden werd. Het tweetal ontkent zich aan zakkenrollerij te hebben schuldig gemaakt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 3