Pamrubriek ALLERLEI Plicht Vice Versa DAMREDACTEUR: J. W. VAN DARTELEN Raadhuisstraat l, Heemstede. Onderstaand eindspel is een bloempje uit den Franschen damtuln geplukt. EINDSPEL, NR. 78. 27. 44—40 28. 39—34 29. 47—42 30. 34 23 31. 40-w34 32. 45 34 33. 38—33 34. 42—38 35. 43—39 36. 48—43 37. 49—44 15—20 23—29 18 29 29 40 9—14 12—18 8—12 18—23! 14—19 20—25 Zwart komt in het offensief waar tegenover wit echter voldoende verdediging kan stellen. Profiteert natuurlijk onmid dellijk van het onbezet zijn van veld 38 om schijf 12 op te brengen en zich daardoor tempo's te verschaffen. Sterke zet! 10 lt^i Stand in cijfers: Zwart: 3, 6, 11, 12, 13, 16, 17, 23, 24, 25 en 30. Wit: 26, 27, 28, 31, 32, 34, 35, 36, 38, 39 en 43. 23—29! 41. 34:23 30—34! 42. 39:8 17—21! 43. 8 17 11 42 44. 26 17 25—30 45. 35 24 42—48 46. 23—19 48 8 47. 1914 Remise. Analyse van J. W. VAN DARTELEN. Hoeveel eeuwen zijn er verloopen voor de i Christelijke jaartelling. Door middel van lijsten, die een opgave bevat* ten van de achtereenvolgende koningen van Ba- j bykm en van Egypte, de landen, die de jaren naar de regeeringen berekenden, en die langza- j merhand zijn ontdekt geworden, zijn wij in staat gesteld in de geschiedenis zoo ver mogelijk terug te gaan, zoodat wij thans een vasten datum kun nen toekennen aan de eerste stellige verschijnselen^ van de beschaving. Het jaar 2000 voor Christus geeft den datum aan, vólgens welken de Baby lonische tijdrekening ter andere zijde, punten van vergelijking opleveren, die ons vergunnen, dit of datgene met zekerheid te bepalen. Evenwel, bezitten wij Egyptische koningslijs- ten van veel ouderen datum. de stukjes tong en balletjes gehakt door. Maak het mengsel af met wat geklopt ei. Vul schelpen voor drie kwart gedeelte met ragout, strooi er een laagje ■paneermeel over, leg een klontje boter erop en laat er in den oven een korstje op komen. Presenteer de schelpen op een schaal met gevouwen vingerdoekjes. OSSENHAAS MET VERSCHILLENDE GROENTEN 1 Ossenhaas van 1 kilogram kleine bloemkool 2 bosjes wortelen 1 pond spercieboonen 1 kilogram aardappelen om te bakken boter zout. WAAROM WOLLEN KLEEREN IN ELK JAARGETIJ DE GEDRAGEN KUNNEN WORDEN. Stand in cijfers: Zwart een schijf op 12 en een dam op 40. Wit drie schijven op 30. 34, en 45 en een dam op 27. Wit speelt en wint. Stel n udat de zwarte schijf op 15 en de witte dam op 47 staat. Hoe wint Wit dan in 3 zetten? Eenvoudig, doch daarom niet minder leerzaam. Kort en bondig Wollen weefsels zijn zeer slechte warmtegeleiders. Deze eigenschap maakt ze bijzonder geschikt voor kleeding. Als het koud is, belet het wollen kleed de lichaamswarmte naar buiten te ontsnappen. Bij warm weer belet het de warmte van buiten om zich spoedig aan het lichaam mede te deele.n In den zomer zijn witte wollen kleeren aan te be velen, omdat dan zoowel het weefsel als de kleur de warmte beletten spoedig door te dringen. Wasch de ossenhaas, wrijf hem in met 1 lepel zout, laat vijf lepels boter bruin worden en braad de ossenhaas in 40 minuten bruin, doch niet te gaar. Maak de jus af. Kook de groenten op de gewone wijze gaar, giet ze af en houd ze warm. Bak de aardappelen in nette plakjes. Snijd de os senhaas in dunne plakjes en leg hem zooveel moge lijk in zijn model op een verwarmde schotel. Schik de groenten in vakjes om het vleesch. Leg bv. de aardappelen aan beide uiteinden dan een stapeltje bloemkool, vervolgens een stapeltje bopntjes en dan de worteltjes, allen met de punten naar het vleesch gekeerd. Hierna Volgen weer de gebakken aardappelen, dan een stapeltje bloemkool, boontjes, worteltjes. De groente ligt düs schuin over elkaar. Giet over de groente, wat gesmolten boter,, over de worteltjes ook nog wat gehakte peterselie en over het vleesch wat jus. Presenteer de rest van de jus er apart bij. VOOR EN UIT DE ZAKENWERELD. WAT IS HET LICHTEN OF VUREN VAN DE ZEE EN WANNEER TREEDT DIT VERSCHIJNSEL HET MEESTE OP. EINDSPEL NR. 79. gespeeld in den wedstrijd om den zilveren „Vader land" cup op 21 Mei 1930 te 's-Grvaenhage, tus- schen de heeren P. KLEUTE Jr. (Resldentie-Damge- nootschap) met wit en H. W. ZITMAN (damclub „Haarlem") met zwart. OPENING RAPHAEL. Abraham Lincoln heeft eens gezegd: Ik heb geen hoogen dunk van een man, die vandaag niet ver standiger is dan hij gisteren was. De ergste zonde is onoprechtheid. Wie een moment van woede kan onderdrukken voorkomt meestal een dag vol verdriet. Wanneer een man zijn beurs in zijn hoofd ledigt, kan niemand het geld van hem wegnemen. Een be legging in kennis betaalt altijd den besten intrest. 40 29 37—32 41—37 29 20 23 34 19—24 14—19 20—25 25 14 Moderner is de „Chefneuz de Crasse" variant 3329. De tekstzet 34—29 behoort tegen woordig tot de klassieke va rianten en wordt nog maar weinig gespeeld. De witte steling is thans iets gnustiger ontwikkelt. Toch zal moeten blken of dit blij vend voordeel verschaft. Wel de beste! Immers op 15 20 volgt 2823 enz. op 14—20 wit 2822 enz. en op 1721 wit 31—26. 11. 50—45 14—19 12. 28—22 17 28 13. 32 14 10 19 14. 37—32 5—10 15. 41—37 10—14 16. 34—30 18—23 17. 31—28 12—18 18. 37—31 8—12 19. 32—27 14—20 20. 30—25 2—8 21. 25 14 9 20 22. 40—34 24—29 23. 33 24 20 40 24. 35 44 12—17 25. 42—37 7—12 26. 37—32 1924 (Vrij naar het Engelsch.) „Ik meende het niet," zei Paul. ,,CTa u kunt niet verwachten, dat een steen dat weet; in elk geval u werd een jongen net als ik. Als ik nu mijzelf een man wenseh, zoo als u tien minuten geleden was, voor u den.'steen in uw hand nam, dan zou alles weer goed zijn, is het niet?" „Ts de jongen nu gek," riep Paul uit, die zeer verschrikt was over dit voorstel. „Dat zou nog erger zijn." .Maar, jij kleine domkop, kan ik het je dan niet aan je verstand brengen. Dat zou niets geven. Dan zou ieder van ons verkeerd zijn elk met het uiterlijk van den ander." „Nu," zei Dick, „dat zou mij niet kunnen sche len." „'Maar mij wel het kan mij zeer zeker sche len. Ik ben tegen deze hachelijke schikking. Em sterker uitgedrukt ik wil het niet hebben. Hoor je het goed. Ik verbied je over zoo iets te denken. Geef rnij den steen terug. Ik vertrouw je hem niet toe, na hetgeen je gezegd hebt." „Ik 'kan er niets aan doen," zei Dick. U hebt uw wensch gedaan en nu zie ik niet in, waarom ik de mijne niet mag uitspreken." JWel, jij deugniet!" riep de rechtmatig op gewonden vader uit, „dacht je mij te trotseeren? Ik zeg je nog eens: ik wil dien steen hebben. Geef hem onmiddellijk hier!" En hij maakte eene beweging in de richting van zijn zoon, alsof hij hem den talisman met geweld wou ontnemen. Maar Dick was hem te vlug af. Met groote be hendigheid van de tafel afspringend, ging hij op •het haardkleedje staan, de hand, waarin hij die steen had, stevig dichtgekneld achter, op zijn rug, terwijl hij de ander tot zelfverdediging in de hoogte hield. „'Ik had liever, dat u niet maakte, dat ik slaan moet," zei hij, „omdat niettegenstaande allee, wat er gebeurd is, u toch mijn vader „Ik heb een vreind, met ijz'ren hand, En koel gebiedend oog." 1 Aldus begint een vers van de Génestet over de Plicht. In dat vers verheerlijkt hij de plicht, wekt op elke plicht te vervullen, kortom: houdt een zede- preek. Anders is het met Caesar. Die schreef een boek in drie deelen „Over de Plicht." Daarin behandelt hij de plicht in al zijn verscheidene vormen op weten schappelijke wijze. Hij onderzoekt den grond der dingen en toont aan, dat een geordende samenleving eischt, dat elke plicht hoe gering ook wordt nageko men. En wij? Och, we vinden dat alles heel aardig, ook wel juist, maar de kwestie is maar: „Kun je wel al tijd Je plicht nakomen?" Daar ligt het punt van strijd, waarop nog veel meer uitgevochten wordt dan alleen de vraag omtrent plicht. Op dit strijd punt vechten de idéé en de werkelijkheid met el kaar, de verheven gedachte en de nuchtere stof. Ten deele overwint de idée. We komen onze plichten i ria. Maar anderdeels overwint de stof. We komen 1 onze plichten niet na, wanneer het strijdig is met ons voordeel om ze wel na te komen. Wanneer we, om een verplichting, die we hebben aangegaan, zelf schade moeten lijden, dan laten we de plicht de plicht. Dat is het groote probleem waar de menschheid mee worstelt, dat we de idée geen kans geven uit lakschheid. Waarom doen we dat niet? Omdat we ons bepalen bij het persoonlijke, directe voordeelen, inplaats van te letten op collectieve, indirecte nut. Maar dat is radicaal verkeerd. Want alleen door het nut voor de menschheid in het oog te vatten, kunnen we zelf hooger voordeel verkrijgen, omdat het persoonlijke directe nut toch van lager orde is, ja zelfs in zijn uitwerking tegengesteld werkend aan het algemeene voordeel. Dat is de reden waarom we in alle gevallen de plicht moeten nakomen, ook al geeft het ons direct nadeel. bent, zou ik'zoo denken, Maar als u zich niet met mij bemoeit, yoordat ik den wensch uitge sproken heb, heb, vrees ik, dat ik u toch op uW hoofd zal slaan.' Mijnheer Blindere ton ging in ^ijn angst toch een paar stappen achteruit, daar hij wel voelde, dat hij in de kraent de gelijke van zijn zoon niet was. Eienige oogenblikken stonden Ze hijgend te genover elkander op het 'haardkleedje, terwijl zij elkaar nauwlettend gadesloegen. Plotseling riep Dick opgewonden uit: „Ga uit den weg! Ik ga het toch doen. Ik wou, dat ik een man was, zooals u vroeger wasl" Etn terwijl hij sprak, zag mijnheer Blinderston zijn zoon uitzetten, evenals de kikvorsch in de fabel en stond deze voor hem als het duplicaat van wat Paul vroeger was. De getransformeerde Dick begon in groote vreugde de kamer rond te dansen met zooveel vlugheid als zijn toegenomen lengte hem veroor loofde. „Het ie in orde, zooals u ziet," zei hij. „D:e oude steen werkt nog goed. Niemand zal er ooit achterkomen, als men ons aanziet. Daarna viel hij hijgende in een stoel neer en begon opgewonden te lachen over het succes. Wat: Paul betreft, het duurde langen tijd voor dat hij zijn stem voldoende in bedwang had om i te zeggen: „Wel, je hebt je zin en de boel aar dig in de war gebracht. We verkeeren beiden in een valsche positie. Ik hoop dat je nu voldaan bent. Heb je er al aan gedacht, dat je zoo naar CJmchton House terug moet?" „Neen," zei Dick beslist, „ik ga er vast niet heen." „Ik kan er niets aan doen, je hebt het je zelf aangedaan, en mits 'de dokter er geen bezwaar tegen heeft je zooals je bent terug te nemen en je als een van zijn leerlingen te ontvangeln, zal ik je er zeker heenzenden." Inderdaad meende Paul idit niet, hij wilde hem alleen bang maken. Hij geloofde dat, door Boaier deelgenoot van het geheim te maken, de tooverkracht nog eens in werking gebracht zou worden. Maar zijn dreigement had al een heel ongelukkige uitwerking op Dick, het veroorzaak- Het zoogenaamde lichten van de zee is een phos- phorisch verschijnsel, hetwelk zich het meest voor doet op warme zomerdagen en voornamelijk in de keerkringen. Het wordt veroorzaakt door zeer kleine levende wezens. Wetens- wa ardigheden WEET GIJ dat er in Duitschland 200 clubs zijn, voor de beoefening van het gljjvliegen? dat het volgens de statistiek 3 cent per kilo meter meer kost om over slecht geplaveide wegen met een auto te rijden, dan over behoorlijk bestrate wegen? dat men in Amerika ook de doppen van de Cura?aosche mangelen gaat benutten voor de berei ding der cellulose, de grondstof voor de kunstzijde. dat er meer wijsheid is in het leven, dan in alle scholen tezamen? WAT ZULLEN WE ZONDAG ETEN? SCHELP MET RAGOUT: Kleine kalfstong 50 gram kalfsgehakt 2 d.l. bouillon (v. d. kalfs tong) 2.5 lepel boter paneermeel half ei kruiden. BEREIDING: Wasch de tong en kook ze gaar in ruim water en zout, voeg 1 worteltje, takje peterse lie stukje foelie toe om de bouillon geuriger te maken. Maak het gehakt aan en vorm er zeer kleine balletjes van, kook deze 10 minuten in weinig water met wat zout. Pel de tong en snijd ongeveer de helft in kleine stukjes, bewaar de andere helft in het kook nat tot den volgenden dag. Maak van boter, bloem en gezeefde tongbouillon een dik sausje, roer hier i.e, dat hij een besluit nam, dat hij misschien an ders niet genomen zou hebben. „O," zei hij, „bent u van plan dat te doen?1 Maar voelt u dan ook niet dat de verhouding tusschen ons veranderd is?" „Dat is zoo, tot op een zekere hoogte natuur lijk," zei Paul, „door mijn dwaasheid en jou ver keerde handigheid; maar oen paar woorden van mij, waarin ik alles verklaar." „U zult zien, da\ er meer verklaring voor noo- dig is, dan u denkt," zei Dick, „maar natuurlijk, u kunt het probeeren, als u denkt, dat het luk ken zal, wanneer u naar Grimby gaat." „Als ik ik begrijp je niet. Als ik wat zeg je?" bracht Paul hijgend uit. „Wel ,kijk u eens," riep Dick uit, „daar ik de school haat en u 'het prettig schijnt te vinden weer een jongen te zijn en naar school te gaan, dacht ik, dat het, misschien het beste voor u zou zijn om te gaan en te zien, hoe het. u be valt!" ,jDat doe ik nooit! Ik verlaat deze kamer niet! En probeer het niet mij hier vandaan te krijgen!" riep Paul. Juist op dit oogenblik klonk van buiten weer het geluid van wielen. Zij hielden voor het huis stil, de bel galmde door het huis het lang verwachte rijtuig was er. „U hebt geen tijd te verliezen," zei Dick, „trek uw jas aan." Mijnheer Blinderston trachtte de zaak als een grap te beschouwen. „IHa ha! Nu heb je deze keer je vader werke lijk te pakken; je hebt hem op de proef gesteld. Ik geef toe, dat ik meer gezegd heb, dan ik precies meende. Maar nu is het genoeg. Je moet een grap niet te ver doordrijven; laten we elkaar een haiid geven en eens kijken, hoe we hier uit moeten komen!" Maar Dick verwarmde zijn jaspanden bij het vuur, zooals hij zijn vader vaak zag doen en zei „Je gaat naar een uitstekende inrichting, waar je alle genoegens van thuis zult hebben. U zal weer deelnemen aan de spelen en lessen van uw gelukkigen jongenstijd. Em u zult gemakkelijk genoeg kameraden vinden om mee om te gaan, als u tenminste geen airs aanneemt, want dat ALLERLEI. Uitgetrokken wol of katoen. Uitgetrokken wol of katoen wikkelt men stijf om een klos of plankje legt het in lauw water en droogt het daarna. Violengeur. Neem een inmaakflesch, goed droog en schoon, leg daarin om beurten een laag viooltjes zonder steel en een laagje zout. Sluit de flesch luchtdicht en laat ze veertien dagen staan. Na dien tijd behoeft men de flesch slechts open te doen om een aangename geur in de kamer te krijgen. De flesch goed gesloten kan men de geur maanden lang bewaren. Spinnevlekken uit meubelen verwijderen. Dit bereikt men door de plekken met een doek spi ritus te wrijven en eveneens met een doorgesneden ui, daarna afwasschen met koud water door middel van een spons en daarna afwrijven met een zachte doek. Snurken. Een van de lastigste aanwendsels is het snurken, vooral als het in alle mogelijke toonaarden gebeurt. Een gummiband zoo om het hoofd gelegd, dat onder en bovenkaak op elkaar worden gedrukt, helpt zeker. Sidderen der handen. Het water doet hier weer dienst als een uitste kend heilmiddel. In het begin wascht men den geheelen arm en de handen meermalen daags met koud, frisch water en wrijf dien met flanel zoo lang, tot de natuurlijke warmte teruggekeerd is. Heeft men zich eerst aan het koude water gewend, zoo steekt men den geheelen arm dadelijk in een met koud water gevuld vat. In den zomer kan men ook een straal uit een pomp of kraan over de pijn lijke plaatsen laten loopen. Bewaren van schoenen. Levenswijsheid Nuttig zijn, iets beteekenen voor de gemeenschap, dit moet het principe worden van werken, voor mannen zoowel als voor vrouwen. Niet de mensch met den besten aanleg, wel die z'n vermogens het best gebruikt, beklimt den top. Moed is meer dan kracht, omdat moed ziel is en kracht feit; moed de gedachte en kracht het mid del slechts tot de daad. Van tijd tot tijd verschijnen op de wereld bijzon- i dere personen, waarvan men kan zeggen, dat ze j geen voorouders noch nakomelingen hebben. j Waar geen streven bestaat naar iets hoogers, zul- len natuurlijk bekrompenheid van denkbeelden en l afgunst onder elkander aan de orde zijn. kunnen zij niet uitstaan. Nu goedendag jongen!" Paul kon zelfs nu nog nauwelijks gelooven, dat het wreede ernst was. Voordat hij iets kon zeggen ging de deur open en verscheen Boaier. „'Ik had moeite om een rijtuig te krijgen, mijnheer, op een avond als deze," zei hij tot. den verkeerden Paul, „maar de bagage is al opgeladen en de man zegt, dat we nog ruim den tijd heb ben." „Nu goedendag, mijn jongen," zei Dick met geveinsde teederheid maar met een ondeugendfe schittering in zijn oogen. „Mijn complimenten aan den doctor, denk er aan." Paul keerde zich verontwaardigd van hem af naar den huisknecht hij zou tenminste bij hem j blijven. Boaier zou het niet kunnen aanzien, I dat zijn meester, die altijd goed voor hem ge- i weest was, op zulk een koelbloedige manier van I huis verdreven zou worden. I Hij deed twee of drie pogingen om te spreken, j Hij zou de zaak aan de kaak stellen, hier en I overal. De heele huishouding zou gedagvaard worden om tusschen die twee recht te doen. Zonder twijfel, als hij genoeg zelfbeheersching I had gehad en Dick niet zooals nu tijd had gehad zich geheel en al voor zijn veranderde omstan- digheden voor te bereiden, kon hij den toestand I vanaf het begin gewijzigd hebben en zichzelf I eenige pijnlijke ondervindingen hebben gespaard. Maar heel vaak weigeren juist de woorden, die wij op een oogenblik noodig hebben, over onze lippen te komen. Mijnheer Blinderston on dervond dit in zijn ongelukkigen toestand. Hij deed nog meer pogingen om dit alles te verklaren, maar het gevoel van gevaar maakte, dat hij niet meer denken kon. Toen werd alle verdere 3trijd hem bespaard. Er kwam een donkere mist voor zijn oogen; de wanden van de kamer weken terug en met luid gegons in zijn ooren, viel hij, en- leek het hem toe, alsof hij al dieper en dieper in de aarde zonk. Toen sloot de duisternis zich over hem en hij wist 'van niets meer. .(Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 6