Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier
No. 98 TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. 58. DINSDAG 19 AUG. 1930
39e Jaargang
LAIGIIUKIl^WIAIT
DEZE COURANT VERSCHIJNT
DINSBAG DONDERDAG
en ZATERDAG.
Abonnmentsprij s
per 3 maanden ƒ1.15.
llilim: tiran I. H. KIM ledactsur 1. H. KEIZER. Bureel Naordscharwoude.
ADVERTENTIEN
Van 15 regels 75 cent;
elke regel meer 15 cent.
GROOTE LETTERS
NAAR PLAATSRUIMTE.
Plaatselijk Hieuws
ZUIDjSiCiH ABiWOU D®.
Behalve dat het fanfarecorps „Kunst na Ar
beid" op het, concours te Westzaan den eersten
prijs behaalde in de E-ere-afdeeling, konden dit
corps gisteren nog worden toegekend een eerste
eereprijs met 146 punten voor het hoogste aan
tal punten in den eerewedstrijd behaald, dan
een len prijs voor het hoogste aantal punten,
gedurende den dag waarop 'K. n. A. optrad en
eindelijk nog "den len prijs voor het hoogste
aantal punten over het heele concours.
Dit is ongetwijfeld een schitterende prestatie,
die en Directeur èn leden groote eer aandoet.
Er blijkt uit, dat met goeden wil en ernstige stu
die op hst gebied der instrumentale muziek veel
vt te bereiken. Bedenke men echter dat het op
dit terrein vaak nog moeilijker is te behouden
wat men'heeft, dan het verkrijgen er van. Tot-dat
behoud nu allen meegewerkt.
Uit den Omtrek
- KOEDIJK.
Buitengewone Algemeene Vergadering van
de Tuinbouwverepniging „Die West"
te Koedijk op Vrijdag, 15 Augustus
1939 des nam. 8 uur bij den heer
Groot, belegd op verzoek van 47 leden
1. Opening.
Die Voorzitter opent de vergadering met, wel
kom, in het bijzonder aan den Burgemeester,
die door zijn aanwezigheid doet blijken mede te
gevoelen in den slechten toestand van het tuin
bouwbedrijf.
Spreker vindt- het- zeer goed gezien van de
personen, die deze vergadering op touw hebben
gezet, waarvoor het bestuur een weinig schroom
de, daar het geen middel wist om den toestand
te verbeteren.
Tevens wijst spr. er op, dat dit een zeer moei
lijke vergadering is en spreekt daarbij den wensch.
uil dat de aanwezigen het elkaar gemakkelijk
zullen maken, hetgeen het doel der vergadering
ten zeerste zal bevorderen.
Hierna wordt den secretaris gelegenheid gege
ven de notulen der vorige vergadering voor te
lezen.
Naar aanleiding van deze notulen merkt
de heer P. Hart op, dat hierin niet duidelijk
voorkomt, dat door hem aan het bestuur ernstig
in overweging is gegeven een middel te zoeken,
opdat niét meer in strijd wordt gehandeld' met de
zetkoolregeling. Spr. dringt er vooral op aan
er op te letten, dat dit euvel zich niet meer voor
doet.
De voorzitter zegt met de opmerkingen van
den heer Hart rekening te zullen houden en dat
de notulen in dier voege zullen worden gewij
zigd. De voorz. deelt mede, dat het thans in
opspraak is, dat de N.U.M. nog f59.000.000 be
schikbaar heeft en men eers't dit maar eens moet
opgebruiken. Spr. wijst er op dat van deze gel
den niets meer aanwezig is. Dit was geld van
de geheele Nederlandsche handel, waarvan wij
ons portie hebben ontvangen. Zooals den leden
bekend zal zijn, is destijds in St. Pancras' be
sloten dit geld te storten in de kas der veiling.
Wel heeft het Centraal Bureau van Veilingen
in Nederland de beschikking over ruim f234.000.
Dit geld wordt nuttig besteed en hiermede
worden de kosten van reclame gedekt.
De heer Jb. Otto dankt de leden voor "hunne
opkomst en hoopt dat een ieder de zaken kalm en
waardig zal verdedigen.
Spr. wijst ten eerste op den slechten toestand j
der bedrijven en de lage prijzen der producten, j
We staan thans voor de vraag: Hoe komen we I
aan nieuw bedrijfskapitaal?
Spr. zou de nood, welke thans in het tuin- j
bouwbedrijf 'heerscht, in de groote bladen willen j
zien geplaatst, opdat dit alom in den lande j
bekend wordt. Men moet in de pers de toestand j
voorstellen, zooals deze werkelijk is, waarbij in i
de eerste plaats moest worden opgenomen, dat,
thans meer dan 100 H.A. land waardeloos ligt.
Spr. zegt niet meer over den toestand der
bedrijven te behoeven te zeggen, daar een ieder
wel weet, hoe of deze is.
De voorz. antwoordt, dat dit wel mooi ge
sproken is van den heer Otto, doch dit weten
we allemaal wel. Ook spr. gelooft dat het goed
zou zijn, indien men den slechten toestand door
middel van de pers wereldkundig maakte; men
moet echter niet uit het oog verliezen, dat het
niet alleen hier slecht is, doch overal. Hij wijst
er echter op dat men niet in herhalingen moet
treden en stelt voor over te gaan naar het tweede
punt, hetgeen de prijzen der producten betreft,.
De heer Beets zegt met eenigen sc"hroom het
verzoek'tot belegging dezer vergadering te heb
ben onderteekend, maar er moest iets gebeuren.
De prijzen, welken den laatsten tijd voor de
producten worden gegeven, zijn uiterst laag, ter-
j wijl een groot gedeelte der bouwers hun kool
i niet konden verkoopen om ze, na een paar dagen,
I voor een lageren prijs dan 60 cent, van de hand
te doen. Spr. vraagt of hiertegen niets gedaan
kan worden, b.v. door de prijs te verlagen tot
40 cent.
De voorz. merkt op, dat de minimumprijs voor-
keen f0.30 was, doch deze in den afgeloopen
winter op fQ.60 is gesteld. De bouwers moesten
ze niet voor minder verkoopen, doch spr. kan
zeer goed indenken, dat wanneer men eenige da
gen voor niets geveild heeft, men tenslotte de
kool voor een lageren prijs graag kwijt wil.
De heer Beets vraagt of niet, evenals dit in
Beverwijk met de bloemkool is geschied, de kool
in vaten kan worden gestopt, wanneer de prijs
minder dan f 0.60 is, waarop de voorzitter ant -
woordt, dat dit in Beverwijk door een particulier
geschiedde, dat is heel iets anders.
E;oor het stellen van de minimum prijs op f0.40
gelooft spr., dat men het zelfde zou krijgen,
want dan zou men ook nog uit de hand verkoopen.
De heer P. Hart wijst er op, dat op de agenda.
4 "punten zijn vermeld, welke allen in elkaar
smelten. Spr. hoopt dan ook, dat de voorzitter
het hem niet ten kwade zal duiden, wanneer'hij
van het eene in het andere punt mocht vallen.
"VVat betreft den toestand der bedrijven, aldus
Spr., hierover behoeft men elkander niets te
vertellen.
Het eenigste waar thans behoefte aan is, is
geld. Het. heeft spr. ten zeerste verwonderd, dat
door Houtkooper in de „Alkm. Courant" werd
gesproken over tonnen gouds, welke nog onder
de tuinbouwers rustten. Het heeft echter iSpr
nog meer verbaasd, dat hierop niet door den
voorzitter is gereageerd, hetgeen door Spr. zeer
zeker zou zijn gedaan. Ook hij is van oordeel dat
meer publiciteit aan den toestand der bedrijven
moet worden gegeven.
Dan zou! ISpr. den voorzitter de vraag willen
stellen, waarom deze niet aanwezig is geweest
bij het bezoek van den Comm. der Koningin. Van
deze gelegenheid, mijnheer de voorzitter, had u
gebruik moeten maken. Van den geheelen ge
meenteraad was de heer Mulder en ik maar aan
wezig. Wij hebben met den Comm. deze aange
legenheid zeer uitvoerig besproken. Wel ging in
de gemeente het praatje, ze zullen den Comm. wat
wijs gemaakt hebben, maar Spr. zegt dat dit
geheel niet is voorgevallen. We hebben den Com
missaris den toestand zeer nauwkeurig omschre
ven en ook deze was van meening dat er gebrek
aan geld was; maar hoe komen we daaraan?
Wat betreft de verkoop van producten, "deze
moest men niet voor minder dan 60 cent ver
koopen. Dp eene koopman betaald f0.60, ter
wijl de andere ze voor f0.30 koopt-; zoodoende
worden deze personen op een andere markt de
grootste concurrenten.
Maar; mijnheer de voorz., ik kan het nog
niet begrijpen, dat u niet bij het bezoek van
den Comm. tegenwoordig was.
Ook is door mij de waterschade met den
Comm. besproken. Ik heb dezen er echter op ge
wezen, dat- het thans de schade niet meer is van
12 Juni, doch dat deze thans veel grooter is
geworden. Ook de burgemeester heeft de belan
gen van de tuinbouwers bij den Comm. voorge
staan, maar deze weet niets van de praktijk,
hetgeen hem niet valt kwalijk te nemen, doch
daarom, mijnh. de voorz., had u er moeten zijn.
De Comm. is dan ook langer in Koedijk geweest,
dan de bedoeling was. Ik heb hem met voorbeel
den uit mijn eigen bedrijf de toestand geheel
duidelijk gemaakt, welk financieel overzicht hem
is toegezonden. Zulke vooraanstaande personen
kunnen ons helpen, die moeten voor ons pleiten,
willen we kans op succes hebben.
De voorz. zegt, na de waterschade op 12 Juni,
zitting te hebben genomen in de schattingscom
missie, waarvoor ik toen veel voelde. We hebben
destijds in 3 dagen de geheele schade opgenomen,
terwijl de geheele schade f 60.000 bedroeg. Die
voorzitter, de heer Nolet, vond de schade niet
zoo groot, en stelde voor het eerst bij de tuin
bouw vereenigingen aan 'te kloppen. Daartegen
is door mij opgekomen en heb ik gezegd, dat we
onze eigen centen veel vlugger konden verdeelen,
zoodat we daarvoor niet hadden behoeven te
vergaderen. Tevens werd toen besloten, bij de
gemeenten subsidie te vragen, terwijl tevens een
zelfde verzoek zou worden gericht aan den staat
en de provincie. Bovendien zou propaganda wor
den gemaakt in de groote bladen, waarvan spr.
echter nog nooit iets heeft 'ontdekt.
Wat. betreft het bezoek van den Comm. was ik
van meening dat er niet zooveel prijs op werd
gesteld wanneer de raad tegenwoordig was.
D-e burgemeester licht toe dat in den brief
van den Comm. stond, dat, hoewel hij het niet
direct noodzakelijk achtte dat de raad tegen
woordig was hij zijn bezoek, hij dit toch op
hoogen prijs zou stellen. De burgemeester dankt
ten eei-ste den voorz!., voor de vriendelijke wel
komstwoorden tot hem gesproken.
Spr. zegt als burgemeester der gemeente vol
komen met den toestand van den tuinbouw op
de hoogte te zijn.
Doordat de Comm. mij de vraag stelde of er
nog belangrijke dingen in de gemeente waren, is
door mij terstond zijn aandacht gevestigd op
den slechten toestand, waarin het tuinbouwbedrijf
thans verkeert. Hierna bepaalde het gesprek zich
uitsluitend tot dit onderwerp. De Comm. zou ook
hèt, rijwielpad nog bezichtigen, 'hetgeen echter
geheel overgeschoten is. Het heeft echter groote
beleangstelling bij den Comm. gewekt, terwijl
dez.e ook in kennis is gesteld met de maatregelen
van de regelingscommissie. Ook was het de mee-
niing van den Comm., dat de grootste oorzaak
der misère, de financiën zijn, waarover hij ech
ter geen positieve toezegging kon doen.
We moeten echter de waterschade in twee
dèelen splitsen nl. de eerste en de algemeene "wa
terschade. S-pr. gelooft wel dat Rijk en Provincie
in de eerste schade zullen bijdragen, maar die
hulp .duurt veel te lang. De tuinbouwers moeten
zoo vlug mogelijk geholpen worden. Het eenig
ste wat noodig is, is geld. Maar hoe hieraan
te komen
Spr. zou willen voorstellen dat het bestuur
der tuinbouwvereeniging zich wendt tot de Boe
renleenbank, mét het verzoek aan de tuinbouwers,
die het dringendst geld noodig hebben, voor
schotten te verleenen.
Nu zal de vergadering zich wel afvragen, hoe
komt u daaraan? Maar wanneer deze toestand;
blijft voortduren, zullen verscheidene tuinbou-'
wers ten gronde gaan, hetgeen ook een groot
nadeel bcteekent voorde boerenleenbank. De men-
schen hebben directe hulp noodig en zullen trach
ten credieten 'te verkrijgen, hetgeen niet gelukt,
daar zij geen borgen hebben. Ook kan de tuin
bouwvereeniging hen niet helpen, daar zooeven
is besloten dezen avond geen presentiegeld uit
te keeren. We moeten echter de eerste water
schade uitschakelen, maar de andere schade, dat
is de hoofdzaak. jSpr. wil niet adviseeren zich
door middel van steunverleening uit deze benarde
toestand te helpen. We moeten de zaken econo
misch bekijken. Wij moeten de tuinbouwers op
heffen, er moet hulp verschaft worden bij wijze
van voorschot, waarbij terugbetaling verzekerd
is. Spr. wijst er op dat de statuten der Boeren
leenbank het, verleenen van een dergelijk voor
schot wel toelaten, daar deze instelling is ge
sticht om de belangen der tuinbouwers zooveel
mogelijk 'te bevorderen en te verbeteren. Wan
neer de Boerenleenbank deze groote taak wil
vervullen, ac'ht spr. thans daarvoor het juiste
oogenblik.
De voorz. acht dit een aardig voorstel. Het
bestuur der tuinbouwvereeniging zou een con
ferentie kunnen houden met dat der Boeren
leenbank om de tuinbouwers direct hulp te wil
len verschaffen.
Na deze bespreking zou een algemeene vergade
ring kunnen worden gehouden. Spr. is van mee
ning, dat bij de Boerenleenbank wel kans van
slagen aanwezig is; deze instelling zou een be
drag kunnen uittrekken, maar het moet geschie
den met den meest mogelijken spoed.
De voorz. zegt er met het bestuur over te heb
ben gesproken en gelooft dat de Boerenleenbank
de gelden wel beschikbaar zal stellen maar dan
onder een zeer soepel oogstverband.
D;e heer M. Mulder merkt op dat de menschen
bang zijn van credieten. Van de producten komt
■niets 'terecht terwijl er geen kool in huis komt,
zoodat men daarop geen voorschot kan nemen
in oogstverband. Ook de Commissaris beeft ge
zegd: ,De menschen hebben aanstonds geen cent
meer in huis, er moet direct hulp komen."
Daarna heeft de Comm. met den burgemeester
besproken de mogelijkheid om een voorschot te
geven op hetgeen van Rijk en Provincie zal ko
men. Indien de Boerenleenbank een dergelijk
voorschot zou geven, kon spr. zich er voor ver
klaren.
De voorz. antwoordt dat hij heeft gezegd een
zeer soepel oogstverband. De heeren zeggen nu
wel dat anders de gemeente maar moet helpen,
maar als die voorschotten geeft, dat gaat zoo
niet. De Boerenleenbank is in staat het "te doen,
deze is er voor. Wanneer de Boerenleenbank
b.v. f 20.000 voorschot geeft onder een oogstver-
band, hetgeen dan het volgend jaar moet aan
vangen, dan hebben we binnen 3 weken geld
j en dat is noodig.
j De Burgemeester wensclit even in te gaan
op het gesprokene van den heer Mulder, wat be-
j treft het geven van een voorschot van gemeente-
wege op hetgeen zal worden uitgekeerd door re
gelingscommissie. Maar dan zijn niet alle men-
i schen geholpen.
j Die heer Mulder zegt dat hier nu juist de moei-
I lijk'hcid zit. Het is nu een geheel andere toestand
na 12 Juni is er veel meer schade gekomen. We
j moeten nu allemaal steun hebben, hoewel aan
hen die het eerste de schade had-den, een weinig
I meer moet worden uitgekeerd.
De voorz. zegt dat het de bedoeling is dat -de
I bouwertjes direct aan'geld geholpen worden. Van
het Rijk duurt het veel te lang, Terwijl we nu
de kans hebben bij de Boerenleenbank al. wat, te
krijgen.
Be heer Zut merkt op dat wel de Boerenleen
bank naar voren wordt gebracht, maar wanneer
de gemeente ook een zeker bedrag zou geven,
j werd de som iets grooter.
I De voorz. zegt dat dit misschien uit de be
sprekingen met de Boerenleenbank zal voort
vloeien.
Tevens vraagt de heer Zut of de tuinbouwers,
die geen lid van de Boerenleenbank zijn, dan ook
een voorschot kunnen krijgen, waarop de voorz.
als zijn meening te kennen geeft dat dit wel
het geval zal zijn.
Dé heer Blaauboer gelooft, indien de Boeren
leenbank de voorschotten zou verstrekken, het
Rijk zich spoedig zou terugtrekken. We hebben
hier nu een groot verlies en de Staat kan ons
best helpen.
De heer Mulder ondersteunt'dit. Spr. vraagt
j tevens aan den voorz., waarom niets wordt ge-
daan vanwege de Langendijlter Groenten Cen-
j trale.
De voorz. antwoordt dat, wanneer de toe
stand van 12 Juni niet was gewijzigd, het markt-
bestuur wel bereid was geweest te helpen. Na-
i derhand hadden we het allemaal noodig en waar
j moeten we het van geven. Ook dit staat in nauw
contact met de financiën der tuinbouwers.
De heer Blaauboer wil een algemeene vergade
ring van de T.G.C. bijeenroepen. Dan kunnen die
de Staten er op wijzen, want daar moet het van
komen.
De voorz. vindt het beter steun te zoeken bij
andere tuinbouwvereenigingen, we moeten de
markt niet overal voorzetten.
De heer Beets zegt dat met een voorschot
van de Boerenleenbank tijdelijk hulp wordt ge
boden. Maar we hebben veel meer geld noodig.
Wanneer er geld noodig is om de mensehen te
vermorzelen is het er direct. Maar heeft men nu
ook geld om de menschen staande te houden.
Als er betaald moet worden weten ze ons ook
te vinden.
De voorz. vindt dit wel aardig gesproken maar
dat'helpt niet.
De heer P. Hart zegt dat er wel wordt voor
gesteld, maar er wordt niets aangenomen. Wat
betreft het verleenen van voorschotten onder
oogstverband, daar is spr. tegen. Dit moesten
rentelooze voorschotten zijn, maar dan tevens aan
het werk om het geld terug te krijgen. Van
andere voorschotten, dan rentelooze, zijn de men
schen bang, want deze worden al grooter. We
moeten een vergadering van de L.G.C. hebben,
opdat ruchtbaarheid aan onzen nood worde ge
geven. Wie weet hoeveel geld nog in Nederland
zit, maar we moeten op zoek gaan.
Er is wel geld voor leger en vloot, maar de
Staat kan ons nu ook wel eens helpen. Wij' moe
ten de menschen redden en hen om te beginlmen
van kleine rentelooze voorschotten voorzien, op
dat ze hun bakkers en winkeliers "kunnen betelen.
'Be Boerenleenbank en de gemeente kunnen
voorgaan, maar dat is voorloopig; daarna de
L.G.Ü. en die moet bekend maken hoe de toe
stand hier op het oogenblik is.
Ook de Comm. der Koningin zei dat er gehol
pen moest worden en zeide toe zijn volle mede
werking te willen verleenen.
Met de Boerenleenbank zouden we voorloopig
geholpen zijn, wanneer dé voorschotten tenmin
ste renteloos zijn. Hierna moeten de organisatie's
aan het werk 'gaan om de gelden van het Rijk
en ProV. terug te krijgen.
De voorz. zegt, dat we nog steeds bij het
eerste punt zijn; er moet direct geld zijn. Het is